De Nijenrode-zaak R i j k sbeg r ooting Pijnenburg - Wals triompheeren voor 1937 De goedkeuring van het prinselijk huwelijk Een noodkreet van de pluimveehouders Voortzetting der pleidooien. De verdediger van den heer Onnes, Mr. Th. Muller Massis zette gistermorgen zijn pleidooi in de Nijenrodezaak voort. Zooals men weet heeft de procureur-gene raal Mr. J. Versteeg in zijn requisitoir een jaar gevangenisstraf met aftrek van voor arrest (een jaar) tegen verd. gevorderd. Mr. Muller Massis deelde mede, dat getuige Groeneveld sr., de vader van den reeds gc- gehoorden Haagschen kunsthandelaar, thans verschenen is. De president wenscht hem als nog te hooren. Uit de door dezen getuige afgelegde ver klaringen, blijkt dat wel degelijk tusschen Onnes en Koning over schilderijen is onder handeld. Geen camouflage. Bij deze getuigenis sluiten brieven aan ge wisseld tusschen Koning en Onnes. Hieruit blijkt dus, dat dit geen gecamoufleerde cor respondentie was, zooals Koning beweert, maar dat wel degelijk over beleening of aan koop van schilderijen werd onderhandeld. Mr. Muller Massis zette hierop zijn plei dooi voort. Koning zoo zegt pl. is in zijn verklaringen in dit proces steeds posi tiever geworden. Steeds dichter naderen zijn verklaringen dien van Witbraad. Koning's verklaring voor den rechter-com- missaris wordt dan voorgelezen. Toen was K. nog verre van positief. Hij geeft b.v. geen enkele bijzonderheid en zegt herhaaldelijk: ,ik meen", ,ik geloof", en „ik weet niet pre cies meer...". De tijd aldus pl. waarop Onnes in Amsterdam zou zijn geweest en waarop hij in Parkzicht Koning zou hebben ontmoet kan onmogelijk sluiten. Dien ochtend had O. immers een langdurige conferentie met v. d. Dussen op Nijenrode, met wien hij ook geluncht heeft. Wat is er met de twee schilderijen van den heer Onnes gebeurd, die nog vermist worden en die de „jongens" niet zouden hehhen meegenomen volgens hun verklarin gen? Het is uitgesloten, dat verd. Onnes die schilderijen zelf verdonkeremaand beeft. Om dit aan te toonen gaat pl. tot in bijzon derheden na wat verd. Onnes den ochtend na den inbraak heeft gedaan. Raadsheer mr. Leuwe van Nyenstein: Maar wat is er 's nachts gebeurd? Verdediger: Mevrouw Onnes heeft met klem verklaard, dat haar man dien nacht het slaanvertrek niet heeft verlaten. Verdachte windt zich hevig op: „U denkt toch niet, dat mijn vrouw ooit een onjuiste verklaring heeft afgelegd". Uitvoerig bespreekt pl. dan de relatie Koning—Witbraad. Tot in de finesses bespreekt mr. Muller Massis dan de z.g. .camouflage brieven". Op die beleening van schildreijen is ver dachte ingegaan omdat hij nog hoopte een combinatie te vinden. Hij dacht aan de schilderijen van Koning iets te kunnen verdienen en tegelijk Koning te helpen. Langdurig discusseert de verdediger met den procureur-generaal en hét Hof over de vraag waarom Koning de verklaring van Onnes dat hij aan K. f8000 zou betalen voor enkele schilderijen, indien de verzekering uitbetaald had. verscheurde. Er worden van beide kanten veronder stellingen gemaakt en de procureur-gene raal merkt, naar aanleiding van een op merking van Mr. Muller Massis op: „Van ,'t kwade geweten van Koning zijn we al lemaal overtuigd." „Verdediger: „Ja, maar hij had geen "kwaad geweten omdat hij de verzekering hieln b*nadeelen, zooals hij dan ver klaart. Maar een andere kwestie is de chantage. Misschien voelde hij daardoor zijn geweten knagen en., verscheurde hij de verklaring van Onnes. Dat van een „camoflagc" briefwisseling geen sprake is en dat Koning liegt, blijkt wel uit het feit, dat Koning in die periode expertise van eonige schilderijen heeft, doen verrichten door Prof. Vogelsang uit Utrecht. Er waren reëele onderhandelingen over schilderijen tusschen Onnes en Koning gaande. „Waarom heeft Onnes de politie of de justitie niet gewaarschuwd?" heeft de Pro cureur-Generaal gevraagd. Onnes dacht aldus pleiter dit var kentje zelf wel te kunnen wasschen. Hij is geen jurist maar koopman. Bovendien wil de hij de verzekering geen aanleiding ge ven om de uitbetaling uit te stellen of de som te drukken. Er gingen geruchten cn de klacht over de chantage zou die ge ruchten versterken. Dan bespreekt pl. de houding van Onnes en Konnig voor den reehter-commissaris. Als Onnes hem met klem en zonder beden king beschuldigt van chantage, vraagt Ko ning... uitstel van verhoor om met zijn ad vocaat te overleggen. Van eenige spontaniteit is bij K. geen sprake. En dan Konings repliek tegen Witbraad. Witbraad was op zekeren dag boos en zei: „als er geen geld komt, hang ik Onnes on" Toen kwam Koning niet met zijn belofte aandragen, maar antwoordde hij alleen: „Als je Onnes onhanef. hang ie mij ook op". Toen vond hij desnoods het „ophangen" van Onnes goed, als hij Koning er maar buiten had kunnen blijven. Uit Konings houding spreekt slechts wraakzucht en baat. De zitting wordt geschorst tot twee uur. Na de pauze is het woord aan Mr. Kap- peyne van de Coppello. Pl. bespreekt aller eerst den persoon van deh verd. Onnes. Hij schetst hem als kunstliefhebber en kunstbe schermer. Daarbij leest hij o.m. een brief van wijlen Herman Heijermans voor, die door verd. is geholpen. Ook voor zijn perso neel was verd. steeds zeer goed. In zaken was Onnes iemend van buitenge wone bekwaamheid. Een zeer bekend accoun tant heeft twintig jaar lang zijn zaken ge controleerd, nooit beeft hi' iets onrechtma tigs geconstateerd. Hij verwierf zich een eer ste plaats in bet Nederlandsche zakenleven. Wat beeft hij daarnaast, niet gepresteerd? Hij heeft den Braziliaanschcn koffiehandel voor Nederland georganiseerd. Ook de scheepvaart heeft hij krachtig gestimuleerd. Pl. herinnerde ook aan hetgeen Onnes in oorlogstijd voor ons land heeft gedaan. On nes gebruik makende van zijn Duitsche handelsbetrekking kreeg toegang tot de bevelhebbers van de Duitsche vloot. Hij wist daardoor eerder wanneer de verscherpte duikbootoorlog zou aanvangen. De Neder landsche autoriteiten konden toen tijdig hun maatregelen nemen. Oud-minister Ram- bonnet heeft dit pl. bevestigd. Onnes was de eerste die hem van den verscherpten duikbootoorlog mededeeling deed. Overgaande tot deze strafzaak, schetste pl. de wanhoop en verontwaardiging van On nes vlak na diens arrestatie. Daar op het politiebureau vertelde Onnes aan pl. dat hij was gechanteerd door Koning en dat bij aan deze chanlage had toegegeven. Het verhaal van de chantage is zeer waarschijnlijk, gezien ook de financieele po sitie van den verd. Ware het verhaal van Koning juist, dan zou hij dus na den in braak f 8.000.aan „verhuiskosten" moe ten betalen. De betaling van dien schuld zou dan hoven alles gaan, zij beteckende zijn veiligheid. Op dat oogenblik had hij f 12.730 aan li quide middelen (bank en salaris Goudstik ker), hij kon dus direct betalen. Was het inderdaad niet waar, dat Onnes om geld zat te springen? Op dat oogenblik zeker niet. Hij had voldoende contanten om dringende schulden te betalen. Belangrijke privé-crediteuren hebben verklaard, uitstel te willen verleenen. De belastingschulden waren al evenmin dringend. Op 1 Maart 1932 verkeerde Onnes zeker niet in betalingsmoeilijkheden en voor de toekomst waren voorzieningen te treffen door verandering vnn de belegging van zijn kapitaal. De kunstschatten waren een slechte belegging geworden. De Hollandsche Bank gaf hem begin 1933 een beleening van f 175.000 op de kunstschatten, mits zij wer den verkocht. Datzelfde crcdiet had hij ook in Maart 1932 voor de bank kunnen krij gen. Volgens Koning en Witbraad zou Onnes immers zeer veel aan de verhuizers moeten betalen. Koning handelde in schilderijen en hij wist, met dien handel in het buitenland zeer goed raad. Witbraad was zijn vertrou wensman, hij wist niet, dat deze er Mees Gerritsen, Biesing en de drie verhuizers bij zou halen. De instructie was, dat de schilderijen en miniaturen in ongeschonden staat terug moesten. Waarom? Bij wien? Bij Koning, den handelaar in schilderijen. Aan „over hoord gooien" zou hij natuurlijk niet ge dacht hebben. Hij zou geen afstand hebben gedaan van de kostbare goederen, dien hij zoo makkelijk had gekregen. Witbraad verklaaide op 27 Febr. '34: „Ik sprak Koning aan het station, ik liet hem een krantenartikel lezen, waarin stond, dat de „jongens" een deel van de goederen had den teruggebracht aan de verzekering en daarvoor f 10.000 hadden gekregen. Koning werd toen boos en zei: „Nu krijgen wij niets meer". Waarom, aldus pl., was Koning boos? Om dat en deel van de buit hem ontging. Hij had gedacht f 72.000 aan kostbaarheden in handen te krijgen, en dat liep mis. Pleiter acht volkomen bewezen, dat On nes onschuldig is en dat Koning als de wer kelijke dader moet worden aangemerkt. Ik kom, aldus pl., tot het Hof, met een ver zoek: „Geeft U dezen verdachte niet slechts een vrijspraak, doch een vrijspraak, vervat in duidelijke en rehabiliteerende woorden". Tenslotte bespreekt pl. den vermogenstoe stand van verd., gedurende en na de deten tie van Onnes. Hieruit blijkt, dat verd. na den verkoop van zijn kunstschatten (die on der ongunstige omstandigheden f 200.000 op bracht). zijn schuldeischers volkomen had kunen betalen, ware het niet, dat verd. door het proces groote verliezen heeft geleden. De zitting wordt dan geschorst tot heden morgen 10 uur. Mr. Muller Massis zal dan het juridische gedeelte van zijn betoog hou den. De naturalisatie van Prins Bernhard A f de elinr/s onder zoek der Tweede Kamer over de desbetreffende wetsont werpen. 's-Gravenhage, 12 November Bij het afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk van IL K.H. Prinses Juliana en regeling van de toelating van getuigen bij de voltrekking van dit huwelijk, alsmede van eenige 'ge volgen van deze echtverbintenis, verklaar de men algemeen, volgaarne te zullen me dewerken aan het verleenen van de toe stemming, waarvan in artikel 17 der grond wet sprake is. Men gaf daarbij uiting aan zijn vreugde, dat de verloving van het Prinselijk paar, welke door het Nederland sche volk met zooveel blijdschap werd be groet, weldra door een echtverbintenis zal worden gevolgd. En men verbond daaraan den wensch, dat .rijke zegen op dat huwe lijk moge rusten. De commissie van rapporteurs is van oor deel, dat met de mededeeling van het bo venstaande de openbare behandeling van het wetsontwerp genoegzaam is voorbereid. Naturalisatie Prins Bernhard. 's-Gravenhage, 12 November Bij het afdeel ingsonderzoek van het wetsontwerp tot naturalisatie van Z.D.H. Prins Bernhard en regeling van eenige gevolgen dier natu ralisatie gaf men algemeen te kennen, zich met de voorgestelde naturalisatie gaarne te vereenigen. De commissie van rapporteurs is van oor deel, dat met de mededeeling van het bo venstaande de openbare behandelig van het wetsontwerp genoegzaam is voorbereid. De indeeling van het Paleis Soestdijk. Soest, 12 November Omtrent de bewo ning van het Paleis Soestdijk deelt men ons van welingelichte zijde mede, dat het middenste gedeelte het hoofdgebouw van het Paleis Soestdijk, zal worden inge richt voor het verblf van H. M. de Koningin, terwijl de linkervleugel aan de zij do van Baarn bestemd is. voor het prinselijk paar. De rechtervleugel zal wor den bewoond door de hofdames en andere leden van de hofhouding. Men is thans bezig, het geheele paleis van electrisch licht tc voorzien, terwijl de bestaande centrale verwarmingsinstallatie wordt vernieuwd en uitgebreid. Prins Bernhard naar Parijs Naar wij vernemen is Prins Bernhard gisteravond voor enkele dagen naar Parijs vertrokken, waar hij het laatst woonachtig was, ter ordening van zijn zaken aldaar. De Prins zal over Duitschland naar Ne derland terugkeeren. VAN HET DAK GEVALLEN. Doodelijk ongeluk in de Residentie. 's-Gravenhage, 12 November. Gistermid dag omstreeks 2 uur is de 16-jarige H. P. F., wonende in de Laurierstraat te Den Haag, hij het verrichten van loodgieterswerkzaam heden op het dak van een perceel in de Herschelstraat, komen te vallen. Hij bekwam een schedelbreuk, alsmede verschillende andere kneuzingen en is door den geneeskundigen dienst naar het zieken huis aan den Zuidwal gebracht, waar hij kort na aankomst is overleden. De Zesdaagsche te Rotterdam Guimbretière uit de baan. (Van een specialen verslaggever.) De laatste middag in de Nenytohal. We derom een zeer talrijk publiek. Waar Rotter dam deze toeschouwers vandaan haalt, is onbegrijpelijk. In ieder geval: ze zijn er en men leeft mee, ondanks het feit, dat er aan vankelijk nog maar weinig te beleven viel. Naar bekend, hadden de Amerikanen bij de neutralisatie 's morgens half 6 met een ronde de leiding. Verwacht mocht worden, dat zij hun positie in den middag niet zouden kun nen handhaven. Maar het duurde toch nog tot na de sprints van half 3, voor het veld begon te jagen. Pijnenburg was de uitlok'kcr van de jacht en spoedig lag het veld, waarin Guimbretière nu ook ontbrak, geheel uit een. De laatste sprint werd op tactische wij ze door Jan van Kempen gewonnen, terwijl Pijnenburg er eigenlijk op gerekend had als eerste de streep te passeeren. De Tilburge- naar werd n.1. door Jan van Kempen en Slaats handig ingesloten, zoodat hij niet meer voorbij kon komen. Dit prikkelde hem dermate, dat hij direct demarreerde en in een minimum van tijd hadden hij en Wals de ronde te pakken. Op hen volgden Slaats- Charlier, Billiet-Depauw, Schön-Pellenaars zoodat deze koppels met Walthour-Crossley gezamenlijk de leiding hadden. Ook van der Ruit en Braspenninx namen een ronde terug van hun achterstand. Wel probeerden de Amerikaantjes weg te komen, doch scherp werden zij bewaakt. Angstig zochten de ren ners hun positie, nauwlettend toekijkend, dat geen ronde bij verrassing kon worden geno men. Om tien min. over tien toen demarreerde Piet van Kempen; Slaats ging er achter aan cn deze renners namen een ronde terug, zoo dat Slaats-Charlier zich bij de drie leiden de koppeis voegden. En direct daarna gin gen de Amerikanen weg. Rustig en tactisch liepen zij uit en kwamen met een ronde voorsprong alleen op kop te staan. Opnieuw was de jacht in vollen gang, een strijd, zoo volkomen open en snel in deze uren, als wij nog zelden op een zesdaagsche hebben mee gemaakt. Een strijd ook zoo hard, dat de minder sterke koppels uit het veld waren verdwe nen. Zoo waren Materna en Ileslinga nog voor dezen laatsten avond er uit genomen. Om half elf luwde de strijd weer even. reerde Jan van Kempen plotseling en daar reerde aJn van Kempen plotseling en daar; na Slaats. Maar Pijnenburg volgde onmiddellijk en feitelijk te eenvoudig slaagde hij erin een ronde te nemen en daardoor alleen op den kop te komen. Maar dit was het sein tot een groot duel tusschen Schön—Pellenaars en Pijnenburg Wals. Schön en Pellenaars trokken er ozo hard aan, dat Pijnenburg en Wals de ach tervolging moesten staken om niet al te veel van hun krachten tc vergen. Die zou den zij noodig hebben. En nadat het Nederlandsch-Duitsche kop pel zich bij Pijnenburg-Wals had gevoegd, kwamen de Amerikanen ook nog aan den kop. Even bleef het rustig, doch men voelde de spanning. liet waren Rieger-Ehmer die om kwart over negen demarreerden en het duurde slechts enkele minuten of Pijnen burg-Wals gaven opnieuw blijk van hun groote capaciteiten. Tweemaal slaagden zij erin een ronde te nemen. Maar ook telken male kwamen Schoen-Pcllenaars weer bij. Twee groote figuren beheerschten dit veld, nl. Pijnenburg en Schoen. Nogmaals bleek, wat deze twee renners op momenten, waar in het spant, presteeren. Tijdens de elfde sprint wederom ,een po ging van Sclioen-Pellenaars om weg te ko men, doch Slaats-Charlier trokken het veld weer op. Op dat moment zijn er nog 20 minuten te rijden en liggen Pijnenburg-Wals nog steeds met een ronde voorsprong op de kop. Verschillende sprinten volgen. Het wordt een puntenstrijd, maar tot het nemen van ronden komt het niet meer. Zeventiende sprint: Piet van Kempen van der Ruit, Leducq—Rieger. Nog twaalf minuten zijn te rijden de strijd is belsist. Achttiende sprint: CrossleyPellenaars, SlaatsWals. Deze puntenstrijd ging nog tusschen Schön- Pellcnaars en WalthourCrossley wier aan tal steeds weinig verschilde. Twintigste sprint: Walthour—Pellenaars- SlaatsWals. Nog drie minuten hij zal de laatste win nen. Verder SIsmts Wals en Pellenaars. Nog enkele seconden, de strijd is beslist. Pijnenburg en Wals hebben den eersten Rottcrdamschen Zesdaagsche gewonnen. Het schot knalt, Wals vliegt over den streep. Het Wilhelmus wordt ingezet. Dan nog de huldiging, bloemen en de verdere ceremonie die aan het slot van een Zes daagsche wordt gepleegd. Dc eindstand luidt: 1. PijnenburgWals 478 pnt.. Op 1 ronde: 2. SlaatsCharlier 418 pnt.; 3. Schön—Pellenaars 211 pnt. 4. Walthour-Crossley 210 p.; op twee ron den: 5. Billiet-de Pauw 225 p.; op vier ron den: 6. van der Ruit-Braspenninx 120 p.; 7. Wambst-Leducq 72 pt.; op vijf ronden: 8. Gebr. van Kempen 347 p.; op acht ronden: 9. Rieger-Ehmer 109 p. Het bedrijf werd nimmer ge steund, doch wel belast. Door de vereeniging vair%roederijen en pluimveefokbedrijven werd gisteren het vol gende telegram aan den minister van Land 'bouw gezonden: „Eierprijs heden 5 pet. hooger dan cor- respondeerende week van vorig jaar. Tarwe, mais en gerst respectievelijk 83, 64 en ruim 100 pet. in prijs gestegen. Aanvoer op pluimveemarkt Barneveld heden dan ook weer ruim 30 pet. grooter dan vorig jaar. Door positie der binnenlandsche en bul- tcnlandsche markt werkt de restitutierege ling zeer onvoldoende. Pluimveehouders ontvingen reeds twee jaren de toezegging, dat de niet gerestitu eerde graanrechten voor de naar Duitsch land geëxporteerde eieren, hetgeen zeer aanzienlijke bedragen is gaan vertegenwoor digen, hun alsnog ten goede zou komen. Tot dusver heeft men daarvan echter nog niets bemerkt. Vreezen, dat de ernst van den toestand voor de pluimveehouders, die nimmer ge steund, doch wel belast werden, niet wordt ingezien. De steeds leeger wordende kippen hokken spreken hier een duidelijke taal. In breeden kring der pluimveehouders klimmende onrust waarneembaar, dringen bij Uwe Excellentie met klem op een spoe dig ingrijpen aan." KIND DOOR AUTO OVERREDEN EN GEDOOD. Gistermiddag is het negenjarig zoontje van den heer J. Luken te Zwaagdijk, onder de gemeente West woud, door een uit Hoorn komende vrachtauto, bestuurd door J. Stok man overreden en op slag gedood. Het knaapje kwam al spelende den dijk afloo- pen om, den weg op te gaan, waardoor het de vrachtauto niet bemerkte. Den chauffeur treft geen schuld. TWEEDE KAMER De Kamer heeft haar oordeel over het Regeeringsbeleid gezegd. De heer Schouten schenkt klare wijn. Duys contra Drees. Den Haag, 12 November '36. De heden uitgesproken rede van den anti- revolutionnairen fractie-leider Schouten heeft aan duidelijkheid niets te wenschen overgelaten! Niet alleen buiten de Kamer, doch nu ook binnen de muren der parlemen taire vergaderzaal maakte die afgevaardigde duidelijk, dat ook in zijn partij de geneigd heid om te komen tot hernieuwde samen werking tusschen de drie groote reehtsche groepen in zeer sterke mate aanwezig is. De heer Schouten sprak ongetwijfeld opener, klaarder, meer-onomwonden dan gisteren de twee andere eventueel a.s. coaliticge- noote i hadden gedaan, maar de A.R. leider heeft altijd nogal boud-weg gesproken, ook, als het ging om tegenstellingen aan te wij zen! Bij de debatten van verleden jaar kre gen immers de Katholieken nog zoo duide lijk te hooren, dat de Anti's maar niet klak keloos wenschtcn mee te draven met het h.i. wat onbesuisde ordeningspaardje, of met de „consequente deflatie"-gedachte. De muntdepreciatie heeft blijkbaar een zwaren slagboom weggenomen, en daarom kon oud-minister De Geer gisteren zoo raak spreken van een gelukkige ramp", doelend op het loslaten van den Gouden Standaard. Men heeft den heer Schouten ook wel ver weten, dat hij niet bepaald een voorzichtig politicus is, wijl hij niet schroomde reeds bij voorbaat de houding zijner partij hij een komende Kabinetsformatie aan te kondigen, cn ook hpden deed hij aldus. Want hij noem de een komend Kabinet met Anti-Rovolu- tionnairen en Sociaal-Democraten „uitgeslo ten", de „breedste basis" dus onmogelijk. Met verleden en heden staat in den weg!" riep hij uit. Wel had hij waardeering voor de verande ringen in de S. D.A.P., doch hij vroeg zich af, of die wijziging tijdelijk is, om tactische redenen „Er zou reeds veel bereikt zijn," zei hij onder groote vroolijkheid in de Ka mer, ,als de Socialisten zouden opschuiven naar de Vrijzinnig-Democraten! Maar zoo lang het historisch materialisme over- heerscht, de klassenstrijd een constitueerend bestanddeel van de levenspractijk uitmaakt, zoolang werkstakingen worden gehuldigd, zoolang is samenwerking met de A.R. partij onmogelijk, aldus de heer Schouten. En als ir. Albarda zegt, geen samenwer king te begeeren, hoe kan hij dan willen ijveren voor het door hem bepleite Kabinet? vroeg de afgevaardigde, van meening zijnde, dat het verbod voor militaire ambtenaren om lid te zijn der SDAP nog niet kan wor den gemist. Natuurlijk ging de spreker ook in op de wijze, waarop de SDAP steeds tegenover het Kabinet heeft gestaan. Zij heeft steeds ge poogd, de Regeeringspolitiek te doen misluk ken, aldus de heer Schouten, maar nu ver wijten zij, dat de Regeering geen financieel evenwicht wist te bereiken. Niets zou hehhen aangetoond, dat het Socialistische program dat wèl had gekund! De afgevaardigde vond, dat er voor gegronde fundamcntecle critiek op de Regeering geen aanleiding kan wor den gevonden. De heer Schouten kwam tot „de groote po litiek". Hij achtte het een nadeel, dat een Kabinet als het huidige den strijd om prin cipes moet laten rusten. „Beginselen dringen ten slotte tot het maken van een keuze", zoo zei de A.R.-leider, wil men communisme en fascisme met vrucht kunnen blijven bestrij den. Spreker's voorkeur ging uit naar een ka binet op den grondslag van de positief-Chris- telijke levensovertuiging, in het belang van het gezag, het recht, het gezin, het onderwijs, de opvoeding, de defensie, het volkerenrecht. De heer Albarda, Bicrema en Joekes had don gezegd, dat in deze eenheid van gevoelen nog geen eenheid ten aanzien van de practi- sche staatkunde schuill, maar de heer Schouten was van oordeel, dat zich binnen dc grenzen van allerlei partijen ook groote verdeeldheid voordoet. Het oordeel des hee- ren Bierema over de groote vraagstukken week. volgens den afgevaardigde, zepr af van de meening van het Hoofdbestuur van den Vrijheidsbond. En ook in de SDAP is het verschil van inzicht groot, al kan men naar huiten meer eenheid demonstreeren door het feit, dat de partij steeds in de oppositie is geweest. En met slemverheffing vroeg de heer Schouten aan de linkerzijde, waaraan zij het recht ontleent te beweren, dat haar begin selen wèl de begeerde eenheid zullen bren gen?! (De heer Joekes: Dien eisch stelt niemand!) De heer Schouten vervolgde: Beginselen, welke een vrucht zijn van het onafhankelij ke menschelijkc denken, zijn subjectivis tisch, en bevorderen het individualisme. Gehoorzaamheid aan God is het tegendeel van individualisme en bevat de ware een heid. En in verband hiermee verklaarde de spreker met genoegen naar de woorden van de heeren Goseling en De Geer te heb ben geluisterd, hoewei de heer Schouten natuurlijk nog niet wist te zeggen, of straks naar bovengenoemde inzichten tewerk kan worden gegaan... Eerst zal de stembus ge sproken moeten hehhen pn hij hekelde ir. Albarda, die „den indruk wilde wekken, alsof hij het weet. Dat planmatig bevorde ren van een conjunctuur-stemming heeft op mij geen indruk, aldus de afgevaar digde, die verzekerde, dat zijn partij opge wekt en krachlig aan den verkiezingsstrijd zal deelnemen. En hü besloot met te zeggen: „Wij zijn niet beter dan anderen, maar wel onze beginselen!" Het verdere deel van den middag kwam in hoofdzaak ten goede aan de kleinere en kleine partijen. Ook sprak nog mr. Teu- lings (R IL), die voor zijn fractie financi eele beschouwingen hield en die klonkpn al lesbehalve malscli! Hij betwistte, dat het kabinet bij zijn optreden in 1933 een reëel tekort van f 190 millioon op de begrooting vond, vergeleek haar met „een vette Hol landsche kaas", terwijl het huidige budget er een „met groote gaten" vertoont.. Met klem kwam hij op voor invoering eener vrijgezellenbelasting. En evpnals andere spre kers vóór hem gedaan hadden, oefende hij critiek op de bemoeiing met de gemeentelij ke financiën. De heeren Van Houten (C.D.U.) en Arts (K.D.P.) uitten nog eons hun bekende grie ven tegen de aanpassingspolitiek der re geeringen, opkomend voor positieve stimu leering der welvaart. Ds. Kersten (S.G.) waarschuwde met klem tegen de her-ge boorte der coalitie, want „Rome gaat weer durven, de Paus wil Nederland heroveren". Ons geloof moet zich vereenigen op de be- ginselpn van art. 36 der Gereformeerde Ge- loofsbeleidenis. En voorts uitte de afgevaar digde zijn vele bezwaren tegen de gevolgde Rp£?oerin<rspolitiek. De laatste spreker was de heer Sneevliet (R.S.P.), die, rooder dan de roodste com munist, moeilijk ook maar 't kleinste schijn tje waardeering kon hebben voor 't regime- Colijn! En hiermee was het jaarlijksche „politie ke steekspel" in eersten termijn achter den rug. Voor het zittende Kabinet leverde het wonderlijk-weinig gevaarlijke momenten op! Het debat van heden bracht een kwestie aan de orde, welke met de begrootings- en aanverwante zaken niets van doen had. De uit de S.D.A.P. getreden mr. Duys kreeg namelijk zijn spreekrantsoen cn besteedde dat aan zijn bekend conflict met de fractie- Albarda, De Kamer hnsterde aandachtig toe, doch heel. erg intere'ssant vond met het herrie-gedoe kennelijk niet... De heer Duys pakte weer eens uit. Aller eerst betoogde hij. dat de „machthebbers'* in de S.D.A.P., 't hem onmogelijk hadden gemaakt, zijn zetel ter beschikking te stel len. Hij zal eerst wijken voor een partijbe- sluit. Mr. Duys ontkende voorts, dat hij, door zijn verandering van inzichten, uit de partij zou moeten, uitroepend, dat de geheele S.D. A.P.-fractie sinds 1933 wel zéér veranderde, zoodat hij, Duys, „in gezelschap van alle mede-bekeerlingen" moest heengaan... Sa men uit. samen thuis!" Hij gispte de neiging in de S.D.A.P. om van de Overheid ten aanzien van de felste politieke tegenstanders (N.S.B. en Commu- nsten) maatregelen te vragen, waaraan de S.D.A.P. vroeger zeker niet zou hebben wil len blootstaan. Zeer huldigend liet mr. Duys zich vervol gens uit over dr. Colijn, die „niet gebonden is aan congresbesluiton" en die niet staat op drijfzand, maar op de vaste heginselen van hooger orde, en hij hoopte, dat de ko mende Regeering ook op dien vasten grond zal staan. Later verkreeg de heer Drees (S.D.) het woord, die over het geval-Duys zei, dat hij door zijn optreden onmogelijk in de partij, kan blijven. De heer Drees verzekerde, dat de S.D.A.P. steeds een democratische, legale partij is geweest, stelde zich nooit op het standpunt, dat N.S.B. en C.P.N. verboden moesten worden. De heer Duvs was des tijds de eerste., die op een verbod heeft aangedrongen, getuige een vergadering in 1934. De heer Drees eindigde met te zeggen, dat de heer Duys „een rustig licht" noodig heeft om uit zijn geestelijke verwarring te komen. Morgen is het woord aan de Regeering, ter beantwoording van diverse gemaal .te opmerkingen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2