De Nijenrode-zaak
R i j k sbeg r ooting
Pijnenburg - Wals
triompheeren
voor 1937
De goedkeuring van
het prinselijk huwelijk
Een noodkreet van de
pluimveehouders
Voortzetting der pleidooien.
De verdediger van den heer Onnes, Mr.
Th. Muller Massis zette gistermorgen zijn
pleidooi in de Nijenrodezaak voort.
Zooals men weet heeft de procureur-gene
raal Mr. J. Versteeg in zijn requisitoir een
jaar gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest (een jaar) tegen verd. gevorderd.
Mr. Muller Massis deelde mede, dat getuige
Groeneveld sr., de vader van den reeds gc-
gehoorden Haagschen kunsthandelaar, thans
verschenen is. De president wenscht hem als
nog te hooren.
Uit de door dezen getuige afgelegde ver
klaringen, blijkt dat wel degelijk tusschen
Onnes en Koning over schilderijen is onder
handeld.
Geen camouflage.
Bij deze getuigenis sluiten brieven aan ge
wisseld tusschen Koning en Onnes. Hieruit
blijkt dus, dat dit geen gecamoufleerde cor
respondentie was, zooals Koning beweert,
maar dat wel degelijk over beleening of aan
koop van schilderijen werd onderhandeld.
Mr. Muller Massis zette hierop zijn plei
dooi voort. Koning zoo zegt pl. is in
zijn verklaringen in dit proces steeds posi
tiever geworden. Steeds dichter naderen zijn
verklaringen dien van Witbraad.
Koning's verklaring voor den rechter-com-
missaris wordt dan voorgelezen. Toen was
K. nog verre van positief. Hij geeft b.v. geen
enkele bijzonderheid en zegt herhaaldelijk:
,ik meen", ,ik geloof", en „ik weet niet pre
cies meer...".
De tijd aldus pl. waarop Onnes in
Amsterdam zou zijn geweest en waarop hij
in Parkzicht Koning zou hebben ontmoet
kan onmogelijk sluiten. Dien ochtend had
O. immers een langdurige conferentie met
v. d. Dussen op Nijenrode, met wien hij ook
geluncht heeft.
Wat is er met de twee schilderijen van
den heer Onnes gebeurd, die nog vermist
worden en die de „jongens" niet zouden
hehhen meegenomen volgens hun verklarin
gen?
Het is uitgesloten, dat verd. Onnes die
schilderijen zelf verdonkeremaand beeft.
Om dit aan te toonen gaat pl. tot in bijzon
derheden na wat verd. Onnes den ochtend
na den inbraak heeft gedaan.
Raadsheer mr. Leuwe van Nyenstein:
Maar wat is er 's nachts gebeurd?
Verdediger: Mevrouw Onnes heeft met klem
verklaard, dat haar man dien nacht het
slaanvertrek niet heeft verlaten.
Verdachte windt zich hevig op: „U denkt
toch niet, dat mijn vrouw ooit een onjuiste
verklaring heeft afgelegd".
Uitvoerig bespreekt pl. dan de relatie
Koning—Witbraad.
Tot in de finesses bespreekt mr. Muller
Massis dan de z.g. .camouflage brieven".
Op die beleening van schildreijen is ver
dachte ingegaan omdat hij nog hoopte een
combinatie te vinden. Hij dacht aan de
schilderijen van Koning iets te kunnen
verdienen en tegelijk Koning te helpen.
Langdurig discusseert de verdediger met
den procureur-generaal en hét Hof over de
vraag waarom Koning de verklaring van
Onnes dat hij aan K. f8000 zou betalen voor
enkele schilderijen, indien de verzekering
uitbetaald had. verscheurde.
Er worden van beide kanten veronder
stellingen gemaakt en de procureur-gene
raal merkt, naar aanleiding van een op
merking van Mr. Muller Massis op: „Van
,'t kwade geweten van Koning zijn we al
lemaal overtuigd."
„Verdediger: „Ja, maar hij had geen
"kwaad geweten omdat hij de verzekering
hieln b*nadeelen, zooals hij dan ver
klaart. Maar een andere kwestie is de
chantage. Misschien voelde hij daardoor
zijn geweten knagen en., verscheurde hij
de verklaring van Onnes.
Dat van een „camoflagc" briefwisseling
geen sprake is en dat Koning liegt, blijkt
wel uit het feit, dat Koning in die periode
expertise van eonige schilderijen heeft, doen
verrichten door Prof. Vogelsang uit Utrecht.
Er waren reëele onderhandelingen over
schilderijen tusschen Onnes en Koning
gaande.
„Waarom heeft Onnes de politie of de
justitie niet gewaarschuwd?" heeft de Pro
cureur-Generaal gevraagd.
Onnes dacht aldus pleiter dit var
kentje zelf wel te kunnen wasschen. Hij is
geen jurist maar koopman. Bovendien wil
de hij de verzekering geen aanleiding ge
ven om de uitbetaling uit te stellen of de
som te drukken. Er gingen geruchten cn
de klacht over de chantage zou die ge
ruchten versterken.
Dan bespreekt pl. de houding van Onnes
en Konnig voor den reehter-commissaris.
Als Onnes hem met klem en zonder beden
king beschuldigt van chantage, vraagt Ko
ning... uitstel van verhoor om met zijn ad
vocaat te overleggen.
Van eenige spontaniteit is bij K. geen
sprake.
En dan Konings repliek tegen Witbraad.
Witbraad was op zekeren dag boos en zei:
„als er geen geld komt, hang ik Onnes on"
Toen kwam Koning niet met zijn belofte
aandragen, maar antwoordde hij alleen: „Als
je Onnes onhanef. hang ie mij ook op".
Toen vond hij desnoods het „ophangen" van
Onnes goed, als hij Koning er maar
buiten had kunnen blijven.
Uit Konings houding spreekt slechts
wraakzucht en baat.
De zitting wordt geschorst tot twee uur.
Na de pauze is het woord aan Mr. Kap-
peyne van de Coppello. Pl. bespreekt aller
eerst den persoon van deh verd. Onnes. Hij
schetst hem als kunstliefhebber en kunstbe
schermer. Daarbij leest hij o.m. een brief
van wijlen Herman Heijermans voor, die
door verd. is geholpen. Ook voor zijn perso
neel was verd. steeds zeer goed.
In zaken was Onnes iemend van buitenge
wone bekwaamheid. Een zeer bekend accoun
tant heeft twintig jaar lang zijn zaken ge
controleerd, nooit beeft hi' iets onrechtma
tigs geconstateerd. Hij verwierf zich een eer
ste plaats in bet Nederlandsche zakenleven.
Wat beeft hij daarnaast, niet gepresteerd?
Hij heeft den Braziliaanschcn koffiehandel
voor Nederland georganiseerd. Ook de
scheepvaart heeft hij krachtig gestimuleerd.
Pl. herinnerde ook aan hetgeen Onnes in
oorlogstijd voor ons land heeft gedaan. On
nes gebruik makende van zijn Duitsche
handelsbetrekking kreeg toegang tot de
bevelhebbers van de Duitsche vloot. Hij wist
daardoor eerder wanneer de verscherpte
duikbootoorlog zou aanvangen. De Neder
landsche autoriteiten konden toen tijdig
hun maatregelen nemen. Oud-minister Ram-
bonnet heeft dit pl. bevestigd. Onnes was
de eerste die hem van den verscherpten
duikbootoorlog mededeeling deed.
Overgaande tot deze strafzaak, schetste pl.
de wanhoop en verontwaardiging van On
nes vlak na diens arrestatie. Daar op het
politiebureau vertelde Onnes aan pl. dat
hij was gechanteerd door Koning en dat bij
aan deze chanlage had toegegeven.
Het verhaal van de chantage is zeer
waarschijnlijk, gezien ook de financieele po
sitie van den verd. Ware het verhaal van
Koning juist, dan zou hij dus na den in
braak f 8.000.aan „verhuiskosten" moe
ten betalen. De betaling van dien schuld zou
dan hoven alles gaan, zij beteckende zijn
veiligheid.
Op dat oogenblik had hij f 12.730 aan li
quide middelen (bank en salaris Goudstik
ker), hij kon dus direct betalen.
Was het inderdaad niet waar, dat Onnes
om geld zat te springen? Op dat oogenblik
zeker niet. Hij had voldoende contanten om
dringende schulden te betalen. Belangrijke
privé-crediteuren hebben verklaard, uitstel
te willen verleenen. De belastingschulden
waren al evenmin dringend.
Op 1 Maart 1932 verkeerde Onnes zeker
niet in betalingsmoeilijkheden en voor de
toekomst waren voorzieningen te treffen
door verandering vnn de belegging van zijn
kapitaal. De kunstschatten waren een
slechte belegging geworden. De Hollandsche
Bank gaf hem begin 1933 een beleening van
f 175.000 op de kunstschatten, mits zij wer
den verkocht. Datzelfde crcdiet had hij ook
in Maart 1932 voor de bank kunnen krij
gen.
Volgens Koning en Witbraad zou Onnes
immers zeer veel aan de verhuizers moeten
betalen. Koning handelde in schilderijen en
hij wist, met dien handel in het buitenland
zeer goed raad. Witbraad was zijn vertrou
wensman, hij wist niet, dat deze er Mees
Gerritsen, Biesing en de drie verhuizers bij
zou halen.
De instructie was, dat de schilderijen en
miniaturen in ongeschonden staat terug
moesten. Waarom? Bij wien? Bij Koning,
den handelaar in schilderijen. Aan „over
hoord gooien" zou hij natuurlijk niet ge
dacht hebben. Hij zou geen afstand hebben
gedaan van de kostbare goederen, dien hij
zoo makkelijk had gekregen.
Witbraad verklaaide op 27 Febr. '34: „Ik
sprak Koning aan het station, ik liet hem
een krantenartikel lezen, waarin stond, dat
de „jongens" een deel van de goederen had
den teruggebracht aan de verzekering en
daarvoor f 10.000 hadden gekregen. Koning
werd toen boos en zei: „Nu krijgen wij niets
meer".
Waarom, aldus pl., was Koning boos? Om
dat en deel van de buit hem ontging. Hij
had gedacht f 72.000 aan kostbaarheden in
handen te krijgen, en dat liep mis.
Pleiter acht volkomen bewezen, dat On
nes onschuldig is en dat Koning als de wer
kelijke dader moet worden aangemerkt.
Ik kom, aldus pl., tot het Hof, met een ver
zoek: „Geeft U dezen verdachte niet slechts
een vrijspraak, doch een vrijspraak, vervat
in duidelijke en rehabiliteerende woorden".
Tenslotte bespreekt pl. den vermogenstoe
stand van verd., gedurende en na de deten
tie van Onnes. Hieruit blijkt, dat verd. na
den verkoop van zijn kunstschatten (die on
der ongunstige omstandigheden f 200.000 op
bracht). zijn schuldeischers volkomen had
kunen betalen, ware het niet, dat verd. door
het proces groote verliezen heeft geleden.
De zitting wordt dan geschorst tot heden
morgen 10 uur. Mr. Muller Massis zal dan
het juridische gedeelte van zijn betoog hou
den.
De naturalisatie van Prins
Bernhard A f de elinr/s onder
zoek der Tweede Kamer over
de desbetreffende wetsont
werpen.
's-Gravenhage, 12 November Bij het
afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp
tot goedkeuring van het huwelijk van IL
K.H. Prinses Juliana en regeling van de
toelating van getuigen bij de voltrekking
van dit huwelijk, alsmede van eenige 'ge
volgen van deze echtverbintenis, verklaar
de men algemeen, volgaarne te zullen me
dewerken aan het verleenen van de toe
stemming, waarvan in artikel 17 der grond
wet sprake is. Men gaf daarbij uiting aan
zijn vreugde, dat de verloving van het
Prinselijk paar, welke door het Nederland
sche volk met zooveel blijdschap werd be
groet, weldra door een echtverbintenis zal
worden gevolgd. En men verbond daaraan
den wensch, dat .rijke zegen op dat huwe
lijk moge rusten.
De commissie van rapporteurs is van oor
deel, dat met de mededeeling van het bo
venstaande de openbare behandeling van
het wetsontwerp genoegzaam is voorbereid.
Naturalisatie Prins Bernhard.
's-Gravenhage, 12 November Bij het
afdeel ingsonderzoek van het wetsontwerp
tot naturalisatie van Z.D.H. Prins Bernhard
en regeling van eenige gevolgen dier natu
ralisatie gaf men algemeen te kennen, zich
met de voorgestelde naturalisatie gaarne te
vereenigen.
De commissie van rapporteurs is van oor
deel, dat met de mededeeling van het bo
venstaande de openbare behandelig van het
wetsontwerp genoegzaam is voorbereid.
De indeeling van het Paleis
Soestdijk.
Soest, 12 November Omtrent de bewo
ning van het Paleis Soestdijk deelt men
ons van welingelichte zijde mede, dat het
middenste gedeelte het hoofdgebouw
van het Paleis Soestdijk, zal worden inge
richt voor het verblf van H. M. de
Koningin, terwijl de linkervleugel aan
de zij do van Baarn bestemd is. voor het
prinselijk paar. De rechtervleugel zal wor
den bewoond door de hofdames en andere
leden van de hofhouding.
Men is thans bezig, het geheele paleis
van electrisch licht tc voorzien, terwijl de
bestaande centrale verwarmingsinstallatie
wordt vernieuwd en uitgebreid.
Prins Bernhard naar Parijs
Naar wij vernemen is Prins Bernhard
gisteravond voor enkele dagen naar Parijs
vertrokken, waar hij het laatst woonachtig
was, ter ordening van zijn zaken aldaar.
De Prins zal over Duitschland naar Ne
derland terugkeeren.
VAN HET DAK GEVALLEN.
Doodelijk ongeluk in de Residentie.
's-Gravenhage, 12 November. Gistermid
dag omstreeks 2 uur is de 16-jarige H. P. F.,
wonende in de Laurierstraat te Den Haag,
hij het verrichten van loodgieterswerkzaam
heden op het dak van een perceel in de
Herschelstraat, komen te vallen.
Hij bekwam een schedelbreuk, alsmede
verschillende andere kneuzingen en is door
den geneeskundigen dienst naar het zieken
huis aan den Zuidwal gebracht, waar hij kort
na aankomst is overleden.
De Zesdaagsche
te Rotterdam
Guimbretière uit de baan.
(Van een specialen verslaggever.)
De laatste middag in de Nenytohal. We
derom een zeer talrijk publiek. Waar Rotter
dam deze toeschouwers vandaan haalt, is
onbegrijpelijk. In ieder geval: ze zijn er en
men leeft mee, ondanks het feit, dat er aan
vankelijk nog maar weinig te beleven viel.
Naar bekend, hadden de Amerikanen bij de
neutralisatie 's morgens half 6 met een ronde
de leiding. Verwacht mocht worden, dat zij
hun positie in den middag niet zouden kun
nen handhaven. Maar het duurde toch nog
tot na de sprints van half 3, voor het veld
begon te jagen. Pijnenburg was de uitlok'kcr
van de jacht en spoedig lag het veld, waarin
Guimbretière nu ook ontbrak, geheel uit
een. De laatste sprint werd op tactische wij
ze door Jan van Kempen gewonnen, terwijl
Pijnenburg er eigenlijk op gerekend had als
eerste de streep te passeeren. De Tilburge-
naar werd n.1. door Jan van Kempen en
Slaats handig ingesloten, zoodat hij niet
meer voorbij kon komen. Dit prikkelde hem
dermate, dat hij direct demarreerde en in
een minimum van tijd hadden hij en Wals
de ronde te pakken. Op hen volgden Slaats-
Charlier, Billiet-Depauw, Schön-Pellenaars
zoodat deze koppels met Walthour-Crossley
gezamenlijk de leiding hadden. Ook van der
Ruit en Braspenninx namen een ronde terug
van hun achterstand. Wel probeerden de
Amerikaantjes weg te komen, doch scherp
werden zij bewaakt. Angstig zochten de ren
ners hun positie, nauwlettend toekijkend, dat
geen ronde bij verrassing kon worden geno
men.
Om tien min. over tien toen demarreerde
Piet van Kempen; Slaats ging er achter aan
cn deze renners namen een ronde terug, zoo
dat Slaats-Charlier zich bij de drie leiden
de koppeis voegden. En direct daarna gin
gen de Amerikanen weg. Rustig en tactisch
liepen zij uit en kwamen met een ronde
voorsprong alleen op kop te staan. Opnieuw
was de jacht in vollen gang, een strijd, zoo
volkomen open en snel in deze uren, als wij
nog zelden op een zesdaagsche hebben mee
gemaakt.
Een strijd ook zoo hard, dat de minder
sterke koppels uit het veld waren verdwe
nen. Zoo waren Materna en Ileslinga nog
voor dezen laatsten avond er uit genomen.
Om half elf luwde de strijd weer even.
reerde Jan van Kempen plotseling en daar
reerde aJn van Kempen plotseling en daar;
na Slaats.
Maar Pijnenburg volgde onmiddellijk en
feitelijk te eenvoudig slaagde hij erin een
ronde te nemen en daardoor alleen op den
kop te komen.
Maar dit was het sein tot een groot duel
tusschen Schön—Pellenaars en Pijnenburg
Wals. Schön en Pellenaars trokken er ozo
hard aan, dat Pijnenburg en Wals de ach
tervolging moesten staken om niet al te
veel van hun krachten tc vergen. Die zou
den zij noodig hebben.
En nadat het Nederlandsch-Duitsche kop
pel zich bij Pijnenburg-Wals had gevoegd,
kwamen de Amerikanen ook nog aan den
kop.
Even bleef het rustig, doch men voelde
de spanning. liet waren Rieger-Ehmer die
om kwart over negen demarreerden en het
duurde slechts enkele minuten of Pijnen
burg-Wals gaven opnieuw blijk van hun
groote capaciteiten. Tweemaal slaagden zij
erin een ronde te nemen. Maar ook telken
male kwamen Schoen-Pcllenaars weer bij.
Twee groote figuren beheerschten dit veld,
nl. Pijnenburg en Schoen. Nogmaals bleek,
wat deze twee renners op momenten, waar
in het spant, presteeren.
Tijdens de elfde sprint wederom ,een po
ging van Sclioen-Pellenaars om weg te ko
men, doch Slaats-Charlier trokken het veld
weer op.
Op dat moment zijn er nog 20 minuten
te rijden en liggen Pijnenburg-Wals nog
steeds met een ronde voorsprong op de kop.
Verschillende sprinten volgen. Het wordt
een puntenstrijd, maar tot het nemen van
ronden komt het niet meer.
Zeventiende sprint: Piet van Kempen
van der Ruit, Leducq—Rieger. Nog twaalf
minuten zijn te rijden de strijd is belsist.
Achttiende sprint: CrossleyPellenaars,
SlaatsWals.
Deze puntenstrijd ging nog tusschen Schön-
Pellcnaars en WalthourCrossley wier aan
tal steeds weinig verschilde.
Twintigste sprint: Walthour—Pellenaars-
SlaatsWals.
Nog drie minuten hij zal de laatste win
nen. Verder SIsmts Wals en Pellenaars.
Nog enkele seconden, de strijd is beslist.
Pijnenburg en Wals hebben den eersten
Rottcrdamschen Zesdaagsche gewonnen.
Het schot knalt, Wals vliegt over den
streep. Het Wilhelmus wordt ingezet. Dan
nog de huldiging, bloemen en de verdere
ceremonie die aan het slot van een Zes
daagsche wordt gepleegd.
Dc eindstand luidt: 1. PijnenburgWals
478 pnt.. Op 1 ronde: 2. SlaatsCharlier 418
pnt.; 3. Schön—Pellenaars 211 pnt.
4. Walthour-Crossley 210 p.; op twee ron
den: 5. Billiet-de Pauw 225 p.; op vier ron
den: 6. van der Ruit-Braspenninx 120 p.; 7.
Wambst-Leducq 72 pt.; op vijf ronden: 8.
Gebr. van Kempen 347 p.; op acht ronden:
9. Rieger-Ehmer 109 p.
Het bedrijf werd nimmer ge
steund, doch wel belast.
Door de vereeniging vair%roederijen en
pluimveefokbedrijven werd gisteren het vol
gende telegram aan den minister van Land
'bouw gezonden:
„Eierprijs heden 5 pet. hooger dan cor-
respondeerende week van vorig jaar.
Tarwe, mais en gerst respectievelijk 83,
64 en ruim 100 pet. in prijs gestegen.
Aanvoer op pluimveemarkt Barneveld
heden dan ook weer ruim 30 pet. grooter
dan vorig jaar.
Door positie der binnenlandsche en bul-
tcnlandsche markt werkt de restitutierege
ling zeer onvoldoende.
Pluimveehouders ontvingen reeds twee
jaren de toezegging, dat de niet gerestitu
eerde graanrechten voor de naar Duitsch
land geëxporteerde eieren, hetgeen zeer
aanzienlijke bedragen is gaan vertegenwoor
digen, hun alsnog ten goede zou komen.
Tot dusver heeft men daarvan echter nog
niets bemerkt.
Vreezen, dat de ernst van den toestand
voor de pluimveehouders, die nimmer ge
steund, doch wel belast werden, niet wordt
ingezien. De steeds leeger wordende kippen
hokken spreken hier een duidelijke taal.
In breeden kring der pluimveehouders
klimmende onrust waarneembaar, dringen
bij Uwe Excellentie met klem op een spoe
dig ingrijpen aan."
KIND DOOR AUTO OVERREDEN EN
GEDOOD.
Gistermiddag is het negenjarig zoontje
van den heer J. Luken te Zwaagdijk, onder
de gemeente West woud, door een uit Hoorn
komende vrachtauto, bestuurd door J. Stok
man overreden en op slag gedood. Het
knaapje kwam al spelende den dijk afloo-
pen om, den weg op te gaan, waardoor het
de vrachtauto niet bemerkte. Den chauffeur
treft geen schuld.
TWEEDE KAMER
De Kamer heeft haar oordeel
over het Regeeringsbeleid gezegd.
De heer Schouten schenkt klare
wijn. Duys contra Drees.
Den Haag, 12 November '36.
De heden uitgesproken rede van den anti-
revolutionnairen fractie-leider Schouten
heeft aan duidelijkheid niets te wenschen
overgelaten! Niet alleen buiten de Kamer,
doch nu ook binnen de muren der parlemen
taire vergaderzaal maakte die afgevaardigde
duidelijk, dat ook in zijn partij de geneigd
heid om te komen tot hernieuwde samen
werking tusschen de drie groote reehtsche
groepen in zeer sterke mate aanwezig is. De
heer Schouten sprak ongetwijfeld opener,
klaarder, meer-onomwonden dan gisteren de
twee andere eventueel a.s. coaliticge-
noote i hadden gedaan, maar de A.R. leider
heeft altijd nogal boud-weg gesproken, ook,
als het ging om tegenstellingen aan te wij
zen! Bij de debatten van verleden jaar kre
gen immers de Katholieken nog zoo duide
lijk te hooren, dat de Anti's maar niet klak
keloos wenschtcn mee te draven met het h.i.
wat onbesuisde ordeningspaardje, of met de
„consequente deflatie"-gedachte.
De muntdepreciatie heeft blijkbaar een
zwaren slagboom weggenomen, en daarom
kon oud-minister De Geer gisteren zoo raak
spreken van een gelukkige ramp", doelend
op het loslaten van den Gouden Standaard.
Men heeft den heer Schouten ook wel ver
weten, dat hij niet bepaald een voorzichtig
politicus is, wijl hij niet schroomde reeds bij
voorbaat de houding zijner partij hij een
komende Kabinetsformatie aan te kondigen,
cn ook hpden deed hij aldus. Want hij noem
de een komend Kabinet met Anti-Rovolu-
tionnairen en Sociaal-Democraten „uitgeslo
ten", de „breedste basis" dus onmogelijk. Met
verleden en heden staat in den weg!" riep
hij uit.
Wel had hij waardeering voor de verande
ringen in de S. D.A.P., doch hij vroeg zich
af, of die wijziging tijdelijk is, om tactische
redenen „Er zou reeds veel bereikt zijn,"
zei hij onder groote vroolijkheid in de Ka
mer, ,als de Socialisten zouden opschuiven
naar de Vrijzinnig-Democraten! Maar zoo
lang het historisch materialisme over-
heerscht, de klassenstrijd een constitueerend
bestanddeel van de levenspractijk uitmaakt,
zoolang werkstakingen worden gehuldigd,
zoolang is samenwerking met de A.R. partij
onmogelijk, aldus de heer Schouten.
En als ir. Albarda zegt, geen samenwer
king te begeeren, hoe kan hij dan willen
ijveren voor het door hem bepleite Kabinet?
vroeg de afgevaardigde, van meening zijnde,
dat het verbod voor militaire ambtenaren
om lid te zijn der SDAP nog niet kan wor
den gemist.
Natuurlijk ging de spreker ook in op de
wijze, waarop de SDAP steeds tegenover het
Kabinet heeft gestaan. Zij heeft steeds ge
poogd, de Regeeringspolitiek te doen misluk
ken, aldus de heer Schouten, maar nu ver
wijten zij, dat de Regeering geen financieel
evenwicht wist te bereiken. Niets zou hehhen
aangetoond, dat het Socialistische program
dat wèl had gekund! De afgevaardigde vond,
dat er voor gegronde fundamcntecle critiek
op de Regeering geen aanleiding kan wor
den gevonden.
De heer Schouten kwam tot „de groote po
litiek". Hij achtte het een nadeel, dat een
Kabinet als het huidige den strijd om prin
cipes moet laten rusten. „Beginselen dringen
ten slotte tot het maken van een keuze", zoo
zei de A.R.-leider, wil men communisme en
fascisme met vrucht kunnen blijven bestrij
den.
Spreker's voorkeur ging uit naar een ka
binet op den grondslag van de positief-Chris-
telijke levensovertuiging, in het belang van
het gezag, het recht, het gezin, het onderwijs,
de opvoeding, de defensie, het volkerenrecht.
De heer Albarda, Bicrema en Joekes had
don gezegd, dat in deze eenheid van gevoelen
nog geen eenheid ten aanzien van de practi-
sche staatkunde schuill, maar de heer
Schouten was van oordeel, dat zich binnen
dc grenzen van allerlei partijen ook groote
verdeeldheid voordoet. Het oordeel des hee-
ren Bierema over de groote vraagstukken
week. volgens den afgevaardigde, zepr af van
de meening van het Hoofdbestuur van den
Vrijheidsbond. En ook in de SDAP is het
verschil van inzicht groot, al kan men naar
huiten meer eenheid demonstreeren door
het feit, dat de partij steeds in de oppositie
is geweest.
En met slemverheffing vroeg de heer
Schouten aan de linkerzijde, waaraan zij het
recht ontleent te beweren, dat haar begin
selen wèl de begeerde eenheid zullen bren
gen?!
(De heer Joekes: Dien eisch stelt niemand!)
De heer Schouten vervolgde: Beginselen,
welke een vrucht zijn van het onafhankelij
ke menschelijkc denken, zijn subjectivis
tisch, en bevorderen het individualisme.
Gehoorzaamheid aan God is het tegendeel
van individualisme en bevat de ware een
heid. En in verband hiermee verklaarde de
spreker met genoegen naar de woorden
van de heeren Goseling en De Geer te heb
ben geluisterd, hoewei de heer Schouten
natuurlijk nog niet wist te zeggen, of straks
naar bovengenoemde inzichten tewerk kan
worden gegaan... Eerst zal de stembus ge
sproken moeten hehhen pn hij hekelde ir.
Albarda, die „den indruk wilde wekken,
alsof hij het weet. Dat planmatig bevorde
ren van een conjunctuur-stemming heeft
op mij geen indruk, aldus de afgevaar
digde, die verzekerde, dat zijn partij opge
wekt en krachlig aan den verkiezingsstrijd
zal deelnemen. En hü besloot met te zeggen:
„Wij zijn niet beter dan anderen, maar
wel onze beginselen!"
Het verdere deel van den middag kwam
in hoofdzaak ten goede aan de kleinere en
kleine partijen. Ook sprak nog mr. Teu-
lings (R IL), die voor zijn fractie financi
eele beschouwingen hield en die klonkpn al
lesbehalve malscli! Hij betwistte, dat het
kabinet bij zijn optreden in 1933 een reëel
tekort van f 190 millioon op de begrooting
vond, vergeleek haar met „een vette Hol
landsche kaas", terwijl het huidige budget
er een „met groote gaten" vertoont.. Met
klem kwam hij op voor invoering eener
vrijgezellenbelasting. En evpnals andere spre
kers vóór hem gedaan hadden, oefende hij
critiek op de bemoeiing met de gemeentelij
ke financiën.
De heeren Van Houten (C.D.U.) en Arts
(K.D.P.) uitten nog eons hun bekende grie
ven tegen de aanpassingspolitiek der re
geeringen, opkomend voor positieve stimu
leering der welvaart. Ds. Kersten (S.G.)
waarschuwde met klem tegen de her-ge
boorte der coalitie, want „Rome gaat weer
durven, de Paus wil Nederland heroveren".
Ons geloof moet zich vereenigen op de be-
ginselpn van art. 36 der Gereformeerde Ge-
loofsbeleidenis. En voorts uitte de afgevaar
digde zijn vele bezwaren tegen de gevolgde
Rp£?oerin<rspolitiek.
De laatste spreker was de heer Sneevliet
(R.S.P.), die, rooder dan de roodste com
munist, moeilijk ook maar 't kleinste schijn
tje waardeering kon hebben voor 't regime-
Colijn!
En hiermee was het jaarlijksche „politie
ke steekspel" in eersten termijn achter den
rug. Voor het zittende Kabinet leverde het
wonderlijk-weinig gevaarlijke momenten
op!
Het debat van heden bracht een kwestie
aan de orde, welke met de begrootings- en
aanverwante zaken niets van doen had. De
uit de S.D.A.P. getreden mr. Duys kreeg
namelijk zijn spreekrantsoen cn besteedde
dat aan zijn bekend conflict met de fractie-
Albarda, De Kamer hnsterde aandachtig
toe, doch heel. erg intere'ssant vond met het
herrie-gedoe kennelijk niet...
De heer Duys pakte weer eens uit. Aller
eerst betoogde hij. dat de „machthebbers'*
in de S.D.A.P., 't hem onmogelijk hadden
gemaakt, zijn zetel ter beschikking te stel
len. Hij zal eerst wijken voor een partijbe-
sluit.
Mr. Duys ontkende voorts, dat hij, door
zijn verandering van inzichten, uit de partij
zou moeten, uitroepend, dat de geheele S.D.
A.P.-fractie sinds 1933 wel zéér veranderde,
zoodat hij, Duys, „in gezelschap van alle
mede-bekeerlingen" moest heengaan... Sa
men uit. samen thuis!"
Hij gispte de neiging in de S.D.A.P. om
van de Overheid ten aanzien van de felste
politieke tegenstanders (N.S.B. en Commu-
nsten) maatregelen te vragen, waaraan de
S.D.A.P. vroeger zeker niet zou hebben wil
len blootstaan.
Zeer huldigend liet mr. Duys zich vervol
gens uit over dr. Colijn, die „niet gebonden
is aan congresbesluiton" en die niet staat
op drijfzand, maar op de vaste heginselen
van hooger orde, en hij hoopte, dat de ko
mende Regeering ook op dien vasten grond
zal staan.
Later verkreeg de heer Drees (S.D.) het
woord, die over het geval-Duys zei, dat hij
door zijn optreden onmogelijk in de partij,
kan blijven. De heer Drees verzekerde, dat
de S.D.A.P. steeds een democratische, legale
partij is geweest, stelde zich nooit op het
standpunt, dat N.S.B. en C.P.N. verboden
moesten worden. De heer Duvs was des
tijds de eerste., die op een verbod heeft
aangedrongen, getuige een vergadering in
1934. De heer Drees eindigde met te zeggen,
dat de heer Duys „een rustig licht" noodig
heeft om uit zijn geestelijke verwarring te
komen.
Morgen is het woord aan de Regeering,
ter beantwoording van diverse gemaal
.te opmerkingen.