Luxe doozen Post Boekhandel TRAPMAN Herman Nijpels' Het Duifsche grondstoffenplan in uitvoering Schagen en Omstreken Wilt II een Uitstapje Uit bittere noodzaak geboren Een keurige collectie en Cartes, Eerste klasse Corset Specialiste De monopolie-heffingen op graan N.V. ZEEBAD - HUISDUINEN Heren», Jongeheren» en Kinderkleding door: Br. G. Kurt Johannsen. Op de Indrukwekkende betooging van 28 October in het Berlijnsche Sportpaleis heeft minister-president Göering nogmaals den kern van het vraagstuk der nieuwe Duitsche grondstoffenplannen omschreven met de woorden: „Over vier jaren moet Duitschland volkomen onafhankelijk van het buitenland zijn ten aanzien van alle stoffen, die hoe dan ook door Duitsche bekwaamheid, door onze chemie en machi- nenijverheid en onzen mijnbouw zelf kun nen worden vervaardigd". En op 30 October heeft Dr. Goebbels verklaard^ „Het gehee- le fanatisme van de natie heeft zich thans geworpen op de oplossing van het Duitsche grondstoffenvraagstuk". Het kan dus niet meer worden betwijfeld, dat Duitschland ernst maakt met de uitvoering van een programma, dat Hitier op het partijcon gres te Neurenberg heeft vastgesteld met de woorden: „Er zullen in den naasten tijd nieuwe fabrieken ontstaan, fabrieken, waar in wij eigen rubber maken, fabrieken, waar in wij uit celstofvezels eigen kleeren ver vaardigen en waarin wij dan de katoen die ons thans millioenen aan deviezen kost, niet meer noodig hebben". Gebrek an deviezen als gevolg van on voldoenden uitvoer door de economische we reldcrisis en de inschrompeling van den wereldhandel en gebrek aan een eigen basis van grondstoffen als gevolg van het ontbreken van koloniën dat zijn de beide feiten, die tot het grondstoffenplan hebben geleid. De eigen grondstoffenproductie zal op de meest intensieve wijze worden ter hand genomen en Göering rekent er op, dat het programma reeds over twee jaren voor het grootste gedeelte ten uitvoer zal zijn gebracht. Invloed op de wereldmarkt. Dit programma zal natuurlijk niet eiken invoer overbodig maken, maar het zal op bepaalde gebieden b.v. op dat der tex- tielgrondstoffen een gevoelige beperking in den aankoop van grondstoffen in het buitenland meebrengen, hetgeen niet zon der invloed op de wereldmarkt kan blijven. Men heeft hior ook geenszins te doen met vindt U voor Sint Nicolaas in laan schagen Bit artikel werd geschreven door Br. G. Kurt Johannsen, wetenschappelijk medewerker der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Hamburg die op het oogenblik zoowel in Buitschland als in Engeland zeer van zich doet spreken door een door hem geschreven boek over het koloniale vraagstuk. Zonder ons met zijn artikel te willen vereenzelvigen, meenen wij toch het onzen lezers niet te mogen onthouden daar het er een interessanten kijk op geeft hoe men in Buitschland industri- eele kringen over het vier-jarenplan denkt. een slechts tijdelijk verschijnsel. Immers men bouwt geen machtige fabrieken, om de ze later weer af te breken. Men moet er integendeel op rekenen, dat Duitschland op de gebieden, waarop het er in slaagt, door eigen fabricatie buitenlandsche grondstof fen te vervangen, duurzaam als kooper van buitenlandsche waren verdwijnt. Daar overigens om dezelfde redenen ook Japan steeds sterker overgaat van het na tuurlijke product naar het synthetische pro duct, teekenen zich hier ingrijpende veran deringen in het wereldbedrijfsleven voor de toekomst af. Slechts noodgedwongen Intusschen, Duitschland heeft slechts nood gedwongen 't nieuwe grondstoffenplan aan vaard. „Wii zouden vruchtbaarder arbeid kunnen verrichten en het ware voor ons eenvoudiger, om in een wereld van gezond verstand en economische redelijkheid van volk tot volk te handelen en goederen uit te wisselen, dan in deze krankzinnige we reld op onszelfs te zijn aangewezen." Uit deze woorden van Göring blijkt, hoe Duitschland slechts gehoorzaamt aan den dwang der noodzakelijkheid om het be staan van zijn 67 millioen inwoners zooveel mogelijk te bevrijden uit de afhankelijkheid van het buitenland. Men heeft in Duitschland oprecht gehoopt, dat de Volkenbond zekere bepalingen uit het Verdrag van Versailles uit den weg zou ruimen. Het is op een teleurstelling uitgeloopen en het gevolg is geweest de herbewapening van Duitschland. Men heeft eveneens alle economische wereldconferen ties na den oorlog meegemaakt en gewacht op een eindelijk terugkeeren naar redelijke moa-elijklicdeh voor den wereldhandel. Men is thans verder dan ooit van dit doel ver wijderd en een zich van haar verantwoor ding bewuste regeering kon niet anders, dan handelen volgens het parool: „Help U zelve". Zoo beschouwd, blijkt uit de Engelsche persstemmen al een betreurenswaardig ge ring begrip voor den ernst en den noodzaak van het Duitsche grondstoffenplan. Voor aanstaande Engelsche bladen wisten niet anders te zeggen, dan dat Duitschland zich grondstoffen kan verschaffen door den ver koop van zijn waren en dat het bezit van zijn vroegere koloniën het niets zou baten. Het koloniale vraagstuk. Het eerste argument der Engelschen wordt door het bovenstaande weerlegd. Met even veel recht zou men tot een armen man kunnen zeggen, dat hij meer moet verdie nen; dan zou hij ook meer kunnen koopen. Wat het tweede argument-*, aangaat, wordt gewezen op het geringo aandeel van de Dames houdt Zitdag a.s. Woensdag 18 Nov., van half elf tot half vier. Gratis advies voor maat- en confectie Cor- setten. Ook gelegenheid tot aanmeten van ELAS TIEKEN KOUSEN. Firma G. de WAARD SCHAGEN. vroegere Duitsche koloniën aan den buiten- landschen handel van het Duitschland van voor den oorlog. Maar in de eerste plaats stonden deze koloniën toen pas in het begin van hun ontwikkeling. De waarde echter van deze uitvoer aan grondstoffen der vroegere Duitsche koloniën in Afrika is van 28 millioen mark in 1908 tot 162 mil lioen in 1913 en 262.3 millioen in 1928 ge stegen, waarbij kon worden aangenomen, dat deze koloniën, als ze Duitsch waren gebleven, zich nog sneller hadden ontwik keld. Vergeleken met 1913 zouden deze ko loniën dus een véél grootere beteekenis voor het gezamenlijke Duitsche bedrijfsleven hebben. De Duitsche deviezenbalans zou met eenige honderden millioenen marken zijn versterkt en deze zou men kunnen besteden aan den aankoop van buitenland sche levensmiddelen en grondstoffen. Daar om is de eisch naar koloniën geenszins al leen een prestigekwestie, maar ook een le vensvraag. Terwijl deze regels worden geschreven, is het grondstoffenprogramma reeds gaan functioneeren. Nabij Berlijn is een nieuwe celstoffenfabriek gebouwd en in Mei 1937 zal te Düsseldorf een groote tentoonstelling van Duitsche kunststoffen worden gehou den. Men kan er zeker van zijn, dat deze industriëele mobilisatie van Duitschland be langwekkende resultaten zal opleveren. Bakker kon zijn deeg niet kneden Stijve armen door rheumatiek. Nu weer gezond als een visch. „Ik had rheumatiek, zoo erg als het maar kon. De gewrichten in mijn armen, beenen, handen en voeten waren verstijfd. Ik kon nauwelijks loopen en als ik een paar minu ten had gezeten, werd het ec.n heele toer om weer overeind te komen. Ik ben bakker van beroep, dus U begrijpt wel dat ik al mijn kracht noodig heb om deeg te kneden. Mijn handen waren echter zóo machteloos, dat ik mij bezorgd begon af te vragen of ik nog wel ooit zou kunnen werken. Ik probeerde verscheidene middelen, maar tevergeefs. Na een flacon Kruschen Salts ging ik mij een beetje beter voejen. ik verbruikte nog twee flacons en ik rnoet bekennen, dat ik weer plezier in mijn werk heb, Geen pijn of last meer, dank zij Kruschen Salts. Ik kap het niet genoeg roemen, want ik voel mij weer zoo gezond als een visch." A. T. H. te K. Indien Üw afvoerorganen op de juisto wij ze tot betere natuurlijke werking worden aangespoord, voorkomt U ophooping in Uw lichaam van afvalstoffen zooals het urine zuur, dat maar al te dikwijls de oorzaak is van rheumatiek, ischias, spit, e.d. Kruschen Salts bevat zouten, die zorgen voor een af doende verwijdering van afvalstoffen, door dat zij Uw afvoerorganen, ingewanden, le ver en nieren, aansporen tot krachtiger werking. Zoodra Uw bloed zuiver is gewor den, zullen de rjieumatische pijnen vermin deren om tenslotte geheel weg te blijven. Probeer het eens. U hebt Uw geluk in eigen handen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende drogis ten f 0.40, 0.70 en f 1.60 per flacon, om zetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het étiket op de flesch, zoowel als op de bui tenverpakking dé naam Rowntree Handcis Maatschappij, Amsterdam voorkomt. Zij moeten, volgens minister Beckers, in stand blijven. Op een schrijven en een telegram van het comité van Graanhandelaren te Rotterdam betreffende verlaging der monopolieheffin gen op granen heeft minister Deckers thans schriftelijk geantwoord. Zijne Excellentie verwijt daarin het co mité, dat het, bij de beoordeeling van dit vraagstuk, zich op een zeer eenzijdig stand punt heeft geplaatst. Men moet bij een be schouwing over deze kwestie het geheele probleem van de landbouwcrisispolitiek on der de loupe nemen, zegt de Minister. Hij wijst er dan op dat de monopoliehef fingen het, zij het op beperkte schaal, mo gelijk maken, eenige vereenvoudiging te bereiken en geeft dan enkele voorbeelden. Bij eenige verder voortgaande stijging is het misschien mogelijk op dezen weg verder te gaan. Anderzijds is het absoluut noodza kelijk, dat het Landbouw-Crisis-Fonds over voldoende middelen blijft beschikken, om die takken van het bedrijf, die in moei lijkheden verkeeren, te kunnen blijven steu nen. Verlaging van monopolieheffing zou het eerstgenoemde doel niet doen bereiken, anderzijds zou het een zeer ernstige ader lating bcteekenen voor het Landbouw-Cri sis-Fonds. Het is dan ook mijn meening, dat de monopolieheffingen als een inte greerend deel van de landbouw-cri- sispolitiek in stand zullen moeten blijven. Ik kan niet meegaan met uw meening dat daardoor de autarkie in den landbouw zou worden bevorderd, of dat zelfs de graan handel daarvan ernstige schade zou onder vinden. Het is u even goed als mij bekend, dat de mogelijkheden van den afzet van veeteeltproducten vooral samenhangen met de mogelijkheden van den export. De gevolg de politiek ten aanzien van den export is zeer zeker in het belang geweest van den vcevoederhandel en dus ook in de eerste plaats van den importhandel van granen. Zonder eneige twijfel ware tijdelijk mis schien eenige verlaging van productiekos ten te bereiken door een verlaging der mo nopolieheffingen. Om evenwel de direct nadeelige gevolgen van de depreciatie ten aanzien van eenige der eerste levensbehoeften te voorkomen, zijn de U ook bekende maatregelen geno men, om de bloem- en meelprijzen niet te doen stijgen, welke maatregelen op zich zelf meer effect sorteeren en beter in staat zijn de prijzen op peil te houden dan de verlaging van monopolieheffingen dit zou kunnen. Voorts is, om een sterke stijging der prijzen van varkens en varkensvleesch te voorkomen, de heffing op varkensvleesch buiten werking gesteld. Ik meen dan ook aan uw verzoek om een verlaging der monopolieheffingen te bevorderen niet te kunnen voldoen. HEER-HUGOWAARD RECTIFICATIE Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat de heer Sutman Meijer, burgemeester on zer gemeente, nog slechts tot waarnemend secretaris der provinciale afdeeling van het Wit-Gele-Kruis is benoemd. (Gemeld werd van tot secretaris) HET KIND VERMAAKT ZICH. Wij zijn den laatsten tijd al menigmaal getuige geweest van het meest wonderbaar lijke speelgoed, dat het kind zichzelf ver vaardigt en dat een uitbeelding is van wat het ziet en hoort, in grillige vormen nage bootst. Onderdeden van dat speelgoed zijn zeer vaak wielen van afgedankte fietsen ver werkt met stijfselkistjes e.d. tot fantasti- Komt dan eens kijken in Hulsduinen bij Den Helder. Nieuw Paviljoen. Zondagmiddag en 's avonds: Dans= en Show-Muziek Billijke consumptieprijzen. Vrij entrée. sche voertuigen, dikwijls zelfs tot vliegtuig modellen, waarmede het onbeschroomd de drukte op 's heeren wegen trotseert. De jeugd vermaakt zich en past zich aan aan tijd en omstandigheden. Toen wij jong waren verheugden, we ons er ten zeerste op, als het vaartuig van Jonker te N. Ni<? dorp weer in de voorsloot lag, terug van de sjoop-visscherij en onder de beun zich krab betjes bevonden, die met wat geduld, door zicht en een stokje zich lieten vangen. Het toppunt van genot was wel met het vlot van Romar op de voorsloot rond te varen. Maar de Zuiderzee is gesloten. De cate gorie van schippers, die in den goeden tijd in den voorzomer naar „Klorren" trok is oud geworden en wat jong is heeft zich veranderd in chauffeurs of motorschippers. Noch aan den Langendijk, noch elders zien we meer de sloepen liggen, waarmee zij het water bevoeren dat thans tot Wieringer- meerpolder geworden is. Zeer dikwijls was het broodje schraal, maar de Zuiderzee oefende ieder voorjaar weer opnieuw haar lokkende bekoring uit. En zij volgden maar al te graag dien roep en vonden er een le ven van vrijheid en blijheid, dat hen van de kluisters van een enge samenleving op de burgerlijke dorpen bevrijdde. En als zij te rugkwamen waren ze, schoon dikwijls plat zak, toch altijd weer vol jool en blijden le vensmoed, opgedaan in de vrijheid van wa ter en luchten, die een tijdlang rondom hen gezweefd hadden. Het kind vermaakt zich. We staan voor het raam. Geen Zuiderzee, zelfs geen Voor sloot in N. Niedorp. Een breede wegsloot op de buurt te Heer-Hugowaard. Drie plan ken van een klein voet breed, en ongeveer 3 meter lang. Drie balkjes er dwars over heen gespijkerd. Daarop een prikslee. Op die prikslee een jongen. In zijn handen een bezemsteel. Aan weerszijden van die be zemsteel een plankje getimmerd. Het jong- mensch heeft een kano. Een vaartuig, dat zijn verlangens bevredigt en waarmede hij rustig rondpeddelt en niet acht de groote mcnschen, die aan den kant van den weg blijven staan kijken en door dat schouw spel plots misschien een stuk uit hun eigen jeugd zoomaar ineens naar boven voelen komen. Kledingmagazijn - Den Helder blijft Uw aanbevolen adres voqr Toonaangevend en niet duur. Eigen coupeur en ateliers. laten hooren, toegang tot het huis, waarna hij naar boven ging. Hg was er van over tuigd, dat de kamer van Larry eenige aan dacht verdiende, maar er was minstens één kamer in hui*, die nog meer recht had op zijn belangstelling. Op dat ooggnblik hoorde Kaye een zucht, die uit Jan's kamer scheen te komen, en toen hij even wachtte, herhaalde zich dat geluid. Dat zei hem veel, en hg begreep, dat 't ge raden was, uiterst voorzichtig te zijn. Hij trok zgn jas en vest uit, rolde ze op en stopte ze weg in een hoek, waarna hij haastig zijn overhemd losmaakte. Hg droeg boord noch das, en vond, dat hij nu geheel den indruk maakte van iemand, die pas ontwaakt is en haastig wat aangeschoten heeft. Hij klopte zacht op Jan's deur en maakte ze open. Jan lag met zgn gezicht omlaag languit op zjjn bed, met zijn handen tegen zijn hoofd gedrukt. Toen Kaye binnen kwam, keek hij met een verwilderd gezicht op. „Pardon mijnheer, ik hoorde u zuchten, bent u misschien onwel?" Jan moest al zijn krachten verzamelen, om een eenigszins behoorlijk antwoord te kunnen geven. „Heb ik zooveel kabaal gemaakt? Het ls niet de moeite waard een beetje hoofdpijn." Kaye glimlachte meevoelend. „U schijnt bloed achter aan uw hoofd te hebben," waagde hij. Dat trof Jan onaangenaam. Hg keek naar zgn handen en zag, dat aan de hand, waar mee hij zgn hoofd had vastgehouden, ook bloed zat. „Ja," zei hg op onvasten toon. „Een schram dat is alles." „Goed. mgnheer. Ik hoop, dat u morgen weer beter bent," zei hij, en trok zich terug. Hg nam de voorzorg, de deur van buiten met Brown's looper te sluiten. Jan hoorde het en liet zich van het bed glijden. Een oogenblik vocht hij tegen de flauwte, die hem dreigde te overweldigen, maar hjj kwam ze te boven en rukte zwakjes aan de deur, natuurlijk zonder er beweging in te kunnen krijgen. Jan besefte, dat hij nu opgesloten zat. En hij besefte tevens nog wat anders: Crale moest inderdaad de Strooper zijn! Met die gedachte in zgn geest rukte hg nog eens aan de deur en sloeg er op, maar het stevige eiken paneel spotte met zgn afne mende krachten. Het weerstond hem zelfs, toen hg er bewusteloos met zgn geheele ge wicht tegen aan viel. XXX. Kaye glipte weer in zijn jas en schoenen en ging weer naar zijn eigen kamer. Hij moest nog twee bezoeken afleggen dien nacht, van voldoend onmaatschappelijken aard om het dragen van een wapen te verontschuldigen. Dat wapen wilde hg nu gaan halen. Hij ging zgn kamer binnen, tastte zijn weg naar de tafel* en had de lade,, waarin zyn browning lag, reeds geopend toen twee gespierde handen zich om zgn keel sloten. Op hetzelfde oogenblik voelde hij een knie tegen het smalle gedeelte van zgn rug en werd zijn hoofd met kracht teruggetrokken, zoodat hg verwacht te, dat zgn ruggegraat zou springen. Deze toestand hield, naar zgn inzicht, een eeuw aan, waarna de druk in zijn rug ophield en hg vlug maar stil op de knieën werd ge drongen. Hij maakte van de gelegenheid ge bruik om naar de handen te grijpen, die zijn keel omknelden, en werd onmiddellgk be loond door achterover getrokken te worden, met zgn beenen onder zich op zoodanige wijze, dat zg in het kniegewricht dreigden te bre ken. Hg slaagde er in, ze te strekken, en ging er toe over, zgn aanvaller bg de polsen te grgpen, waarin Larry zoo'n pleizier had, dat hg zacht grinnikte. Dat verried zijn identiteit. „Hou maar op, Crale" fluisterde een stem, die Kaye goed kende. „Geestelgk ben je me de baas, maar lichamelijk zit je een paar klas sen lager." Waarop Kaye zeker wel een gepast antwoord had kunnen geven, als hij maar had kunnen spreken. Intusschen was dat, doordat Larry hem bg de keel had, onmogelijk. Hij stelde zich dus tevreden met zgn aanvaller in het gezicht te kijken, dat, naarmate zgn oogen aan het donker wenden, zich duideigker afteekende. Larry had zich op zgn knieën naast zgn gevangene neergelaten, maar die verandering bracht Kaye geenszins voordeel aan. „Nou, mijn vriend," zei Larry zacht, „zul je het hoogste offer moeten brengen, dat er voor een boef bestaat je zult de waarheid moeten spreken. En denk aan Livius' bewe ring, dat „men kan betreuren hetgeen voorbg is, maar het niet herroepen". Ik zou het ver velend vinden, als jg de oorzaak moest wor den dat ik iets deed, wat ik misschien zou be treuren, maar zeker nooit zou kunnen her roepen." Hg verzachtte zgn greep een beetje en Kaye haalde diep adem. „Als je kon ophouden mg' te doen stikken, en mg mijn ongemakkelgke houding liet wg- zigen," zei hij heesch, „zou ik je afdoende kunnen bewijzen, dat een oprecht man nooit liegt." „Niet noodig, maar als je de volgende vgi minuten aan de waarheid te kort doet," ant woordde Larry opgeruimd, „zal ik tenminste de voldoening hebben, dat je in 't vervolg de wet nooit meer zult overtreden. Waar zijn de papiertjes?" „Welke papiertjes?" „Voorzichtig. Je weet, wat ik bedoel. Het strookje blauw papier, dat je uit Ralph's safe hebt weggenomen, en het andere, dat je vannacht uit de ebbenhouten liniaal van Jan hebt gehaald." Kaye vond 't gewenscht, een beetje diplo matie aan te wenden. ..De Strooper heeft ze," zei hg moeiigk, om dat Larry's handen zgn keel weer wat vaster omknelden. „Betwist iemand dat? Ik bedoel alleen maar, dat ik ze van je hebben moet." „Iemand heeft je een rad voor de oogen gedraaid," hijgde Kaye. „Ik ben de Strooper niet ik zal zelfs gauw niets meer zgn, als je je hand niet van mijn luchtpijp afneemt." „Zoo," zei Larry. „Het zou me erg veel verdriet doen, als ik je beschadigen moest, maar als je me die strookjes niet geeft, ben ik toch in staat, mezelf dat verdriet aan te doen." „Zeker ben je daartoe in staat," stemde Kaye toe. „Moord is een van de dingen, waar je niet aan ontkomen kunt, Larry." Plotseling liet Larry hem los. „Larry," herhaalde hg. „Wat meen je? Waarom Larry?" „Dat weet ik niet. Waarschg'nlgk vond me vrouw Wade het een leuke naam. In elk ge val was het geen denkbeeld van je vader, want die was al dood, toen je geboren werd." Dat trof Larry. Hg keek Kaye argwanend aan. „Je schijnt nogal goed thuis te zijn in mijn geschiedenis," begon hij langzaam. „Wie voor den duivel ben je bg geval?" Superintendant Kaye kuchte, om een beetje op adem te komen. „Mijn vrienden geven me allerlei weinig vleiende namen," bracht hg uit, „maar ik ben gedoopt Grahame Noel Kaye." „Kaye!" Larry zat als verlamd te kgken. Al zgn theorieën en plannen lagen met één slag te gen den grond, en toen hg dat begon in te zien, maakten een dolle woede en een wild verlangen zich van hem meester. „En ik dacht nog wel, dat je een poosje rust nam," zei hg tenslotte. „Voor den dui vel, dit heeft me iets geleerd." „Dat geeft moed," antwoordde Kaye ondeu gend. „Je hebt nog een hoop te leeren. Je weet, dat ik me hoe langer hoe meer tot Plato aangetrokken voel en hij zegt ergens: „Het is beter ongeboren te zgn, dan ont- wetend", Larry." In andere omstandigheden zou zgn koele zelfverzekerdheid Larry's bewondering heb ben opgewekt, maar op het oogenblik had Larry alleen oog voor wat onmiddellijk met Kaye's bekendmaking samenhing. „Maar wie is dan die grappenmaker, dien ik in het portiershuis heb zitten?" siste hg. „Dat," verklaarde Kaye, „is detective-ser geant Brown van de Central Branch, een prachtige plaatsvervanger voor mijn beschei den persoontje, maar vergeleken bij jou niets dan een beginneling. Je prestaties als super intendant stellen trouwens pok die van mij als butler verre in de schaduw." Larry keek beschaamd op zijn zegevieren den vijand neer, en zei een beetje afgunstig: „Ik moet je anders toegeven, Kaye, je zag er net echt uit." „Cucullus non fait monachum" schertste Kaye, „hoe ik erken, dat deze kap den monk- nik goed paste." Maar Larry's belangstelling in gekapte monniken was betrekkelijk gering. Hij dacht vertwijfeld na, om zich een weg te zoeken uit verwikkelingen en moeilijkheden, waarvan hij den omvang pas langzamerhand begon in te zien en wond zich hoe langer hoe meer op. „Dat komt er ook allemaal niets op aan," meende hij. „Ik heb je waar ik je hebben wil, jou en Keating. Je bent er dit keer ingeloo- pen, vuile bedrieger, en je zult er niet zoo makkelijk weer uitkomen!" Hij lachte schor, en haalde een doosje siga retten uit zijn zak. Met één hand maakte hij het open, en haalde er een stukje blauw pa pier uit; met de andere hand had hij Kaye weer bg" de keel. „Kgk eens hier," spotte hg, en zwaaide het papiertje voor Kaye's gezicht heen en weer. „Je weet toch, wat dit onnoozele papiertje vertegenwoordigt? Het is waard, er voor te vechten, Kaye, en vervloekt, ik zal er voor vechten!" Dat was een onbeduidende triomf, en boven dien had Kaye niet eens tgd, om de vernede ring van den overwonnende te kunnen voelen, want hg had gezien, door zijn half gesloten oogen, dat de deur achter Larry's rug zich langzaam opende en een donkere gestalte zich vaag tegen den iets minder donkeren achtergrond begon af te teekenen. „Jou dwaas!" hijgde hij. „Dedeur (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6