Luxe doozen Post
Boekhandel TRAPMAN
Herman Nijpels'
Het Duifsche grondstoffenplan in
uitvoering
Schagen en Omstreken
Wilt II een Uitstapje
Uit bittere noodzaak
geboren
Een keurige collectie
en Cartes,
Eerste klasse Corset Specialiste
De monopolie-heffingen op
graan
N.V. ZEEBAD - HUISDUINEN
Heren», Jongeheren»
en Kinderkleding
door:
Br. G. Kurt Johannsen.
Op de Indrukwekkende betooging van
28 October in het Berlijnsche Sportpaleis
heeft minister-president Göering nogmaals
den kern van het vraagstuk der nieuwe
Duitsche grondstoffenplannen omschreven
met de woorden: „Over vier jaren moet
Duitschland volkomen onafhankelijk van
het buitenland zijn ten aanzien van alle
stoffen, die hoe dan ook door Duitsche
bekwaamheid, door onze chemie en machi-
nenijverheid en onzen mijnbouw zelf kun
nen worden vervaardigd". En op 30 October
heeft Dr. Goebbels verklaard^ „Het gehee-
le fanatisme van de natie heeft zich thans
geworpen op de oplossing van het Duitsche
grondstoffenvraagstuk". Het kan dus niet
meer worden betwijfeld, dat Duitschland
ernst maakt met de uitvoering van een
programma, dat Hitier op het partijcon
gres te Neurenberg heeft vastgesteld met
de woorden: „Er zullen in den naasten tijd
nieuwe fabrieken ontstaan, fabrieken, waar
in wij eigen rubber maken, fabrieken, waar
in wij uit celstofvezels eigen kleeren ver
vaardigen en waarin wij dan de katoen die
ons thans millioenen aan deviezen kost, niet
meer noodig hebben".
Gebrek an deviezen als gevolg van on
voldoenden uitvoer door de economische we
reldcrisis en de inschrompeling van den
wereldhandel en gebrek aan een eigen
basis van grondstoffen als gevolg van het
ontbreken van koloniën dat zijn de beide
feiten, die tot het grondstoffenplan hebben
geleid. De eigen grondstoffenproductie zal
op de meest intensieve wijze worden ter
hand genomen en Göering rekent er op,
dat het programma reeds over twee jaren
voor het grootste gedeelte ten uitvoer zal
zijn gebracht.
Invloed op de wereldmarkt.
Dit programma zal natuurlijk niet eiken
invoer overbodig maken, maar het zal op
bepaalde gebieden b.v. op dat der tex-
tielgrondstoffen een gevoelige beperking
in den aankoop van grondstoffen in het
buitenland meebrengen, hetgeen niet zon
der invloed op de wereldmarkt kan blijven.
Men heeft hior ook geenszins te doen met
vindt U voor Sint Nicolaas in
laan schagen
Bit artikel werd geschreven door Br.
G. Kurt Johannsen, wetenschappelijk
medewerker der Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Hamburg die op het
oogenblik zoowel in Buitschland als in
Engeland zeer van zich doet spreken
door een door hem geschreven boek
over het koloniale vraagstuk.
Zonder ons met zijn artikel te willen
vereenzelvigen, meenen wij toch het
onzen lezers niet te mogen onthouden
daar het er een interessanten kijk op
geeft hoe men in Buitschland industri-
eele kringen over het vier-jarenplan
denkt.
een slechts tijdelijk verschijnsel. Immers
men bouwt geen machtige fabrieken, om de
ze later weer af te breken. Men moet er
integendeel op rekenen, dat Duitschland op
de gebieden, waarop het er in slaagt, door
eigen fabricatie buitenlandsche grondstof
fen te vervangen, duurzaam als kooper
van buitenlandsche waren verdwijnt. Daar
overigens om dezelfde redenen ook
Japan steeds sterker overgaat van het na
tuurlijke product naar het synthetische pro
duct, teekenen zich hier ingrijpende veran
deringen in het wereldbedrijfsleven voor
de toekomst af.
Slechts noodgedwongen
Intusschen, Duitschland heeft slechts nood
gedwongen 't nieuwe grondstoffenplan aan
vaard. „Wii zouden vruchtbaarder arbeid
kunnen verrichten en het ware voor ons
eenvoudiger, om in een wereld van gezond
verstand en economische redelijkheid van
volk tot volk te handelen en goederen uit
te wisselen, dan in deze krankzinnige we
reld op onszelfs te zijn aangewezen." Uit
deze woorden van Göring blijkt, hoe
Duitschland slechts gehoorzaamt aan den
dwang der noodzakelijkheid om het be
staan van zijn 67 millioen inwoners zooveel
mogelijk te bevrijden uit de afhankelijkheid
van het buitenland.
Men heeft in Duitschland oprecht gehoopt,
dat de Volkenbond zekere bepalingen uit
het Verdrag van Versailles uit den weg
zou ruimen. Het is op een teleurstelling
uitgeloopen en het gevolg is geweest de
herbewapening van Duitschland. Men heeft
eveneens alle economische wereldconferen
ties na den oorlog meegemaakt en gewacht
op een eindelijk terugkeeren naar redelijke
moa-elijklicdeh voor den wereldhandel. Men
is thans verder dan ooit van dit doel ver
wijderd en een zich van haar verantwoor
ding bewuste regeering kon niet anders,
dan handelen volgens het parool: „Help U
zelve".
Zoo beschouwd, blijkt uit de Engelsche
persstemmen al een betreurenswaardig ge
ring begrip voor den ernst en den noodzaak
van het Duitsche grondstoffenplan. Voor
aanstaande Engelsche bladen wisten niet
anders te zeggen, dan dat Duitschland zich
grondstoffen kan verschaffen door den ver
koop van zijn waren en dat het bezit van
zijn vroegere koloniën het niets zou baten.
Het koloniale vraagstuk.
Het eerste argument der Engelschen wordt
door het bovenstaande weerlegd. Met even
veel recht zou men tot een armen man
kunnen zeggen, dat hij meer moet verdie
nen; dan zou hij ook meer kunnen koopen.
Wat het tweede argument-*, aangaat, wordt
gewezen op het geringo aandeel van de
Dames
houdt Zitdag a.s. Woensdag 18 Nov., van
half elf tot half vier.
Gratis advies voor maat- en confectie Cor-
setten.
Ook gelegenheid tot aanmeten van ELAS
TIEKEN KOUSEN.
Firma G. de WAARD
SCHAGEN.
vroegere Duitsche koloniën aan den buiten-
landschen handel van het Duitschland van
voor den oorlog. Maar in de eerste plaats
stonden deze koloniën toen pas in het begin
van hun ontwikkeling. De waarde echter
van deze uitvoer aan grondstoffen der
vroegere Duitsche koloniën in Afrika is
van 28 millioen mark in 1908 tot 162 mil
lioen in 1913 en 262.3 millioen in 1928 ge
stegen, waarbij kon worden aangenomen,
dat deze koloniën, als ze Duitsch waren
gebleven, zich nog sneller hadden ontwik
keld. Vergeleken met 1913 zouden deze ko
loniën dus een véél grootere beteekenis
voor het gezamenlijke Duitsche bedrijfsleven
hebben. De Duitsche deviezenbalans zou
met eenige honderden millioenen marken
zijn versterkt en deze zou men kunnen
besteden aan den aankoop van buitenland
sche levensmiddelen en grondstoffen. Daar
om is de eisch naar koloniën geenszins al
leen een prestigekwestie, maar ook een le
vensvraag.
Terwijl deze regels worden geschreven,
is het grondstoffenprogramma reeds gaan
functioneeren. Nabij Berlijn is een nieuwe
celstoffenfabriek gebouwd en in Mei 1937
zal te Düsseldorf een groote tentoonstelling
van Duitsche kunststoffen worden gehou
den. Men kan er zeker van zijn, dat deze
industriëele mobilisatie van Duitschland be
langwekkende resultaten zal opleveren.
Bakker kon zijn deeg niet kneden
Stijve armen door rheumatiek.
Nu weer gezond als een visch.
„Ik had rheumatiek, zoo erg als het maar
kon. De gewrichten in mijn armen, beenen,
handen en voeten waren verstijfd. Ik kon
nauwelijks loopen en als ik een paar minu
ten had gezeten, werd het ec.n heele toer om
weer overeind te komen. Ik ben bakker van
beroep, dus U begrijpt wel dat ik al mijn
kracht noodig heb om deeg te kneden. Mijn
handen waren echter zóo machteloos, dat
ik mij bezorgd begon af te vragen of ik nog
wel ooit zou kunnen werken. Ik probeerde
verscheidene middelen, maar tevergeefs.
Na een flacon Kruschen Salts ging ik mij
een beetje beter voejen. ik verbruikte nog
twee flacons en ik rnoet bekennen, dat ik
weer plezier in mijn werk heb, Geen pijn
of last meer, dank zij Kruschen Salts. Ik
kap het niet genoeg roemen, want ik voel
mij weer zoo gezond als een visch."
A. T. H. te K.
Indien Üw afvoerorganen op de juisto wij
ze tot betere natuurlijke werking worden
aangespoord, voorkomt U ophooping in Uw
lichaam van afvalstoffen zooals het urine
zuur, dat maar al te dikwijls de oorzaak is
van rheumatiek, ischias, spit, e.d. Kruschen
Salts bevat zouten, die zorgen voor een af
doende verwijdering van afvalstoffen, door
dat zij Uw afvoerorganen, ingewanden, le
ver en nieren, aansporen tot krachtiger
werking. Zoodra Uw bloed zuiver is gewor
den, zullen de rjieumatische pijnen vermin
deren om tenslotte geheel weg te blijven.
Probeer het eens. U hebt Uw geluk in eigen
handen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende drogis
ten f 0.40, 0.70 en f 1.60 per flacon, om
zetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het
étiket op de flesch, zoowel als op de bui
tenverpakking dé naam Rowntree Handcis
Maatschappij, Amsterdam voorkomt.
Zij moeten, volgens minister
Beckers, in stand blijven.
Op een schrijven en een telegram van het
comité van Graanhandelaren te Rotterdam
betreffende verlaging der monopolieheffin
gen op granen heeft minister Deckers thans
schriftelijk geantwoord.
Zijne Excellentie verwijt daarin het co
mité, dat het, bij de beoordeeling van dit
vraagstuk, zich op een zeer eenzijdig stand
punt heeft geplaatst. Men moet bij een be
schouwing over deze kwestie het geheele
probleem van de landbouwcrisispolitiek on
der de loupe nemen, zegt de Minister.
Hij wijst er dan op dat de monopoliehef
fingen het, zij het op beperkte schaal, mo
gelijk maken, eenige vereenvoudiging te
bereiken en geeft dan enkele voorbeelden.
Bij eenige verder voortgaande stijging is
het misschien mogelijk op dezen weg verder
te gaan. Anderzijds is het absoluut noodza
kelijk, dat het Landbouw-Crisis-Fonds
over voldoende middelen blijft beschikken,
om die takken van het bedrijf, die in moei
lijkheden verkeeren, te kunnen blijven steu
nen. Verlaging van monopolieheffing zou
het eerstgenoemde doel niet doen bereiken,
anderzijds zou het een zeer ernstige ader
lating bcteekenen voor het Landbouw-Cri
sis-Fonds.
Het is dan ook mijn meening, dat
de monopolieheffingen als een inte
greerend deel van de landbouw-cri-
sispolitiek in stand zullen moeten
blijven.
Ik kan niet meegaan met uw meening
dat daardoor de autarkie in den landbouw
zou worden bevorderd, of dat zelfs de graan
handel daarvan ernstige schade zou onder
vinden. Het is u even goed als mij bekend,
dat de mogelijkheden van den afzet van
veeteeltproducten vooral samenhangen met
de mogelijkheden van den export. De gevolg
de politiek ten aanzien van den export is
zeer zeker in het belang geweest van den
vcevoederhandel en dus ook in de eerste
plaats van den importhandel van granen.
Zonder eneige twijfel ware tijdelijk mis
schien eenige verlaging van productiekos
ten te bereiken door een verlaging der mo
nopolieheffingen.
Om evenwel de direct nadeelige gevolgen
van de depreciatie ten aanzien van eenige
der eerste levensbehoeften te voorkomen,
zijn de U ook bekende maatregelen geno
men, om de bloem- en meelprijzen niet te
doen stijgen, welke maatregelen op zich
zelf meer effect sorteeren en beter in staat
zijn de prijzen op peil te houden dan de
verlaging van monopolieheffingen dit zou
kunnen.
Voorts is, om een sterke stijging der
prijzen van varkens en varkensvleesch te
voorkomen, de heffing op varkensvleesch
buiten werking gesteld.
Ik meen dan ook aan uw verzoek om
een verlaging der monopolieheffingen te
bevorderen niet te kunnen voldoen.
HEER-HUGOWAARD
RECTIFICATIE
Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat
de heer Sutman Meijer, burgemeester on
zer gemeente, nog slechts tot waarnemend
secretaris der provinciale afdeeling van het
Wit-Gele-Kruis is benoemd.
(Gemeld werd van tot secretaris)
HET KIND VERMAAKT ZICH.
Wij zijn den laatsten tijd al menigmaal
getuige geweest van het meest wonderbaar
lijke speelgoed, dat het kind zichzelf ver
vaardigt en dat een uitbeelding is van wat
het ziet en hoort, in grillige vormen nage
bootst.
Onderdeden van dat speelgoed zijn zeer
vaak wielen van afgedankte fietsen ver
werkt met stijfselkistjes e.d. tot fantasti-
Komt dan eens kijken in
Hulsduinen bij Den Helder.
Nieuw Paviljoen.
Zondagmiddag en 's avonds:
Dans= en Show-Muziek
Billijke consumptieprijzen.
Vrij entrée.
sche voertuigen, dikwijls zelfs tot vliegtuig
modellen, waarmede het onbeschroomd de
drukte op 's heeren wegen trotseert.
De jeugd vermaakt zich en past zich aan
aan tijd en omstandigheden. Toen wij jong
waren verheugden, we ons er ten zeerste op,
als het vaartuig van Jonker te N. Ni<?
dorp weer in de voorsloot lag, terug van de
sjoop-visscherij en onder de beun zich krab
betjes bevonden, die met wat geduld, door
zicht en een stokje zich lieten vangen. Het
toppunt van genot was wel met het vlot
van Romar op de voorsloot rond te varen.
Maar de Zuiderzee is gesloten. De cate
gorie van schippers, die in den goeden tijd
in den voorzomer naar „Klorren" trok is
oud geworden en wat jong is heeft zich
veranderd in chauffeurs of motorschippers.
Noch aan den Langendijk, noch elders zien
we meer de sloepen liggen, waarmee zij het
water bevoeren dat thans tot Wieringer-
meerpolder geworden is. Zeer dikwijls was
het broodje schraal, maar de Zuiderzee
oefende ieder voorjaar weer opnieuw haar
lokkende bekoring uit. En zij volgden maar
al te graag dien roep en vonden er een le
ven van vrijheid en blijheid, dat hen van de
kluisters van een enge samenleving op de
burgerlijke dorpen bevrijdde. En als zij te
rugkwamen waren ze, schoon dikwijls plat
zak, toch altijd weer vol jool en blijden le
vensmoed, opgedaan in de vrijheid van wa
ter en luchten, die een tijdlang rondom
hen gezweefd hadden.
Het kind vermaakt zich. We staan voor
het raam. Geen Zuiderzee, zelfs geen Voor
sloot in N. Niedorp. Een breede wegsloot
op de buurt te Heer-Hugowaard. Drie plan
ken van een klein voet breed, en ongeveer
3 meter lang. Drie balkjes er dwars over
heen gespijkerd. Daarop een prikslee. Op
die prikslee een jongen. In zijn handen een
bezemsteel. Aan weerszijden van die be
zemsteel een plankje getimmerd. Het jong-
mensch heeft een kano. Een vaartuig, dat
zijn verlangens bevredigt en waarmede hij
rustig rondpeddelt en niet acht de groote
mcnschen, die aan den kant van den weg
blijven staan kijken en door dat schouw
spel plots misschien een stuk uit hun eigen
jeugd zoomaar ineens naar boven voelen
komen.
Kledingmagazijn - Den Helder
blijft Uw aanbevolen adres voqr
Toonaangevend en niet duur.
Eigen coupeur en ateliers.
laten hooren, toegang tot het huis, waarna
hij naar boven ging. Hg was er van over
tuigd, dat de kamer van Larry eenige aan
dacht verdiende, maar er was minstens één
kamer in hui*, die nog meer recht had op
zijn belangstelling.
Op dat ooggnblik hoorde Kaye een zucht,
die uit Jan's kamer scheen te komen, en toen
hij even wachtte, herhaalde zich dat geluid.
Dat zei hem veel, en hg begreep, dat 't ge
raden was, uiterst voorzichtig te zijn. Hij
trok zgn jas en vest uit, rolde ze op en stopte
ze weg in een hoek, waarna hij haastig zijn
overhemd losmaakte. Hg droeg boord noch
das, en vond, dat hij nu geheel den indruk
maakte van iemand, die pas ontwaakt is en
haastig wat aangeschoten heeft. Hij klopte
zacht op Jan's deur en maakte ze open.
Jan lag met zgn gezicht omlaag languit op
zjjn bed, met zijn handen tegen zijn hoofd
gedrukt. Toen Kaye binnen kwam, keek hij
met een verwilderd gezicht op.
„Pardon mijnheer, ik hoorde u zuchten,
bent u misschien onwel?"
Jan moest al zijn krachten verzamelen, om
een eenigszins behoorlijk antwoord te kunnen
geven.
„Heb ik zooveel kabaal gemaakt? Het ls
niet de moeite waard een beetje hoofdpijn."
Kaye glimlachte meevoelend. „U schijnt
bloed achter aan uw hoofd te hebben,"
waagde hij.
Dat trof Jan onaangenaam. Hg keek naar
zgn handen en zag, dat aan de hand, waar
mee hij zgn hoofd had vastgehouden, ook
bloed zat.
„Ja," zei hg op onvasten toon. „Een
schram dat is alles."
„Goed. mgnheer. Ik hoop, dat u morgen
weer beter bent," zei hij, en trok zich terug.
Hg nam de voorzorg, de deur van buiten met
Brown's looper te sluiten.
Jan hoorde het en liet zich van het bed
glijden. Een oogenblik vocht hij tegen de
flauwte, die hem dreigde te overweldigen,
maar hjj kwam ze te boven en rukte zwakjes
aan de deur, natuurlijk zonder er beweging
in te kunnen krijgen.
Jan besefte, dat hij nu opgesloten zat. En
hij besefte tevens nog wat anders: Crale
moest inderdaad de Strooper zijn!
Met die gedachte in zgn geest rukte hg
nog eens aan de deur en sloeg er op, maar
het stevige eiken paneel spotte met zgn afne
mende krachten. Het weerstond hem zelfs,
toen hg er bewusteloos met zgn geheele ge
wicht tegen aan viel.
XXX.
Kaye glipte weer in zijn jas en schoenen en
ging weer naar zijn eigen kamer. Hij moest
nog twee bezoeken afleggen dien nacht, van
voldoend onmaatschappelijken aard om het
dragen van een wapen te verontschuldigen.
Dat wapen wilde hg nu gaan halen. Hij ging
zgn kamer binnen, tastte zijn weg naar de
tafel* en had de lade,, waarin zyn browning
lag, reeds geopend toen twee gespierde
handen zich om zgn keel sloten. Op hetzelfde
oogenblik voelde hij een knie tegen het smalle
gedeelte van zgn rug en werd zijn hoofd met
kracht teruggetrokken, zoodat hg verwacht
te, dat zgn ruggegraat zou springen.
Deze toestand hield, naar zgn inzicht, een
eeuw aan, waarna de druk in zijn rug ophield
en hg vlug maar stil op de knieën werd ge
drongen. Hij maakte van de gelegenheid ge
bruik om naar de handen te grijpen, die zijn
keel omknelden, en werd onmiddellgk be
loond door achterover getrokken te worden,
met zgn beenen onder zich op zoodanige wijze,
dat zg in het kniegewricht dreigden te bre
ken. Hg slaagde er in, ze te strekken, en ging
er toe over, zgn aanvaller bg de polsen te
grgpen, waarin Larry zoo'n pleizier had, dat
hg zacht grinnikte. Dat verried zijn identiteit.
„Hou maar op, Crale" fluisterde een stem,
die Kaye goed kende. „Geestelgk ben je me
de baas, maar lichamelijk zit je een paar klas
sen lager."
Waarop Kaye zeker wel een gepast
antwoord had kunnen geven, als hij maar had
kunnen spreken. Intusschen was dat, doordat
Larry hem bg de keel had, onmogelijk. Hij
stelde zich dus tevreden met zgn aanvaller in
het gezicht te kijken, dat, naarmate zgn
oogen aan het donker wenden, zich duideigker
afteekende. Larry had zich op zgn knieën
naast zgn gevangene neergelaten, maar die
verandering bracht Kaye geenszins voordeel
aan.
„Nou, mijn vriend," zei Larry zacht, „zul
je het hoogste offer moeten brengen, dat er
voor een boef bestaat je zult de waarheid
moeten spreken. En denk aan Livius' bewe
ring, dat „men kan betreuren hetgeen voorbg
is, maar het niet herroepen". Ik zou het ver
velend vinden, als jg de oorzaak moest wor
den dat ik iets deed, wat ik misschien zou be
treuren, maar zeker nooit zou kunnen her
roepen."
Hg verzachtte zgn greep een beetje en
Kaye haalde diep adem.
„Als je kon ophouden mg' te doen stikken,
en mg mijn ongemakkelgke houding liet wg-
zigen," zei hij heesch, „zou ik je afdoende
kunnen bewijzen, dat een oprecht man nooit
liegt."
„Niet noodig, maar als je de volgende vgi
minuten aan de waarheid te kort doet," ant
woordde Larry opgeruimd, „zal ik tenminste
de voldoening hebben, dat je in 't vervolg de
wet nooit meer zult overtreden. Waar zijn de
papiertjes?"
„Welke papiertjes?"
„Voorzichtig. Je weet, wat ik bedoel. Het
strookje blauw papier, dat je uit Ralph's
safe hebt weggenomen, en het andere, dat je
vannacht uit de ebbenhouten liniaal van Jan
hebt gehaald."
Kaye vond 't gewenscht, een beetje diplo
matie aan te wenden.
..De Strooper heeft ze," zei hg moeiigk, om
dat Larry's handen zgn keel weer wat vaster
omknelden.
„Betwist iemand dat? Ik bedoel alleen
maar, dat ik ze van je hebben moet."
„Iemand heeft je een rad voor de oogen
gedraaid," hijgde Kaye. „Ik ben de Strooper
niet ik zal zelfs gauw niets meer zgn, als
je je hand niet van mijn luchtpijp afneemt."
„Zoo," zei Larry. „Het zou me erg veel
verdriet doen, als ik je beschadigen moest,
maar als je me die strookjes niet geeft, ben
ik toch in staat, mezelf dat verdriet aan te
doen."
„Zeker ben je daartoe in staat," stemde
Kaye toe. „Moord is een van de dingen, waar
je niet aan ontkomen kunt, Larry."
Plotseling liet Larry hem los.
„Larry," herhaalde hg. „Wat meen je?
Waarom Larry?"
„Dat weet ik niet. Waarschg'nlgk vond me
vrouw Wade het een leuke naam. In elk ge
val was het geen denkbeeld van je vader,
want die was al dood, toen je geboren werd."
Dat trof Larry. Hg keek Kaye argwanend
aan.
„Je schijnt nogal goed thuis te zijn in mijn
geschiedenis," begon hij langzaam. „Wie voor
den duivel ben je bg geval?"
Superintendant Kaye kuchte, om een beetje
op adem te komen.
„Mijn vrienden geven me allerlei weinig
vleiende namen," bracht hg uit, „maar ik ben
gedoopt Grahame Noel Kaye."
„Kaye!"
Larry zat als verlamd te kgken. Al zgn
theorieën en plannen lagen met één slag te
gen den grond, en toen hg dat begon in te
zien, maakten een dolle woede en een wild
verlangen zich van hem meester.
„En ik dacht nog wel, dat je een poosje
rust nam," zei hg tenslotte. „Voor den dui
vel, dit heeft me iets geleerd."
„Dat geeft moed," antwoordde Kaye ondeu
gend. „Je hebt nog een hoop te leeren. Je
weet, dat ik me hoe langer hoe meer tot
Plato aangetrokken voel en hij zegt ergens:
„Het is beter ongeboren te zgn, dan ont-
wetend", Larry."
In andere omstandigheden zou zgn koele
zelfverzekerdheid Larry's bewondering heb
ben opgewekt, maar op het oogenblik had
Larry alleen oog voor wat onmiddellijk met
Kaye's bekendmaking samenhing.
„Maar wie is dan die grappenmaker, dien
ik in het portiershuis heb zitten?" siste hg.
„Dat," verklaarde Kaye, „is detective-ser
geant Brown van de Central Branch, een
prachtige plaatsvervanger voor mijn beschei
den persoontje, maar vergeleken bij jou niets
dan een beginneling. Je prestaties als super
intendant stellen trouwens pok die van mij
als butler verre in de schaduw."
Larry keek beschaamd op zijn zegevieren
den vijand neer, en zei een beetje afgunstig:
„Ik moet je anders toegeven, Kaye, je zag
er net echt uit."
„Cucullus non fait monachum" schertste
Kaye, „hoe ik erken, dat deze kap den monk-
nik goed paste."
Maar Larry's belangstelling in gekapte
monniken was betrekkelijk gering. Hij dacht
vertwijfeld na, om zich een weg te zoeken
uit verwikkelingen en moeilijkheden, waarvan
hij den omvang pas langzamerhand begon in
te zien en wond zich hoe langer hoe meer
op.
„Dat komt er ook allemaal niets op aan,"
meende hij. „Ik heb je waar ik je hebben wil,
jou en Keating. Je bent er dit keer ingeloo-
pen, vuile bedrieger, en je zult er niet zoo
makkelijk weer uitkomen!"
Hij lachte schor, en haalde een doosje siga
retten uit zijn zak. Met één hand maakte hij
het open, en haalde er een stukje blauw pa
pier uit; met de andere hand had hij Kaye
weer bg" de keel.
„Kgk eens hier," spotte hg, en zwaaide het
papiertje voor Kaye's gezicht heen en weer.
„Je weet toch, wat dit onnoozele papiertje
vertegenwoordigt? Het is waard, er voor te
vechten, Kaye, en vervloekt, ik zal er voor
vechten!"
Dat was een onbeduidende triomf, en boven
dien had Kaye niet eens tgd, om de vernede
ring van den overwonnende te kunnen voelen,
want hg had gezien, door zijn half gesloten
oogen, dat de deur achter Larry's rug zich
langzaam opende en een donkere gestalte
zich vaag tegen den iets minder donkeren
achtergrond begon af te teekenen.
„Jou dwaas!" hijgde hij. „Dedeur
(Wordt vervolgd.)