De Noordwester beukt
Loods aan boord in
vliegend stormweer
Oud-Rotterdam
overstroomd
De waddeneilanden
geteisterd
Schepen in nood
Zesdaagsche te
Kopenhagen
Zesdaagsche te
New York
Woensdag 2 December 1936.
Tweede blad
Noorsch tankschip aan
de grond geloopen
SfHlNGTIJ EN STORM TEZAMEN
VEROORZAKEN EEN ZEER HOO-
GE WATERSTAND.
Een hevige Noord-Wester storm heeft in
'de afgeloopen dagen opnieuw onze kusten
gebeukt. Volgens mededeelingen van het
Meteorologisch Instituut te Rotterdam, droeg
het weer een buiig karakter, gepaard gaand
met sterke rukken en stooten, die een kracht
bereikten tot 8, hetgeen een snelheid betee-
kent van 1518 meter.
De luchtdruk verschillen waren aanmer
kelijk in Zuid-Westelijke richting van het
depressiegebied, dat wil zeggen over Dene
marken en het zuidelijk deel van de Noord
zee naar het Kanaal.
Vooral op zee en langs de kust is de
storm het hevigst geweest. Op het land was
de wind minder krachtig; daar was 't tus-
schen de buien door soms zelfs mooi weer.
Helaas ging dit ruwe spel der elementen
gepaard aan een springtij, zoodat het water
aan onze kusten tot record hoogte werd op
gestuwd en hier en daar een noodtoestand
deed ontstaan.
Een gedeelte van Ond-Rotterdam
overstroomd.
Reeds Maandagochtend in de vroegte liep
het water in Rotterdam over de kaden, zoo
dat verschillende brugkelders onderliepen.
Gisterenmiddag kwam echter: het natte
element nog hooger en werden verschillende
firma's en particulieren, die in de lager ge
legen deelen van de binnenstad hun bedrijf
of woning hebben, zeer onaangenaam ver
rast.
Het abnormaal hooge tij heeft vrijwel het
gehee'le gedeelte van de oude binnenstad
rondom de oude havens onder water gezét.
De Boompjes en de Oosterkade liepen het
eerst onder water. Overstroomd zijn ook de
Leuvehaven, de Nieuwehaven, het Haring
vliet, de Oude Haven, de Gelderschekade, de
Groote Markt, de Noord- en Zuid-Blaak, de
Wolfshoek en een gedeelte van het Beurs
plein. Ook het Boerensteiger en de Groenen-
aaal liepen weer onder, terwijl het water in
alle zijstegen en -straten van de Hoogstraat
doordrong.
Men moet een twintigtal jaren teruggaan
om een dergelijken hoogen waterstand te vin
den.
Slechts enkele uren heeft de hooge vloed
zijn kracht doen gelden en wel gisteravond
van half vijf tot half zeven.
Bij het Haringvliet was de brug geopend
voordat de hooge waterstand was aange
vangen. Het water bereikte daar in korten
tijd zulk een hoogte dat het aanvankelijk
niet meer gelukte de brug gesloten te krij
gen, hetgeen uiteraard- een stagnatie voor
het verkeer beteekende. Ook op vele andere
punten kon het verkeer geen doorgang vin
den. Een drietal auto's, die op de Ooster
kade ondanks het feit dat deze als in een
rivier was herschapen, wilden doorrijden
waren genoodzaakt in het laagst gelegen
gedeelte van die kade stil te staan, om de
eenvoudige reden dat de motoren vrijwel
in het water draaiden en daardoor afsloe
gen. De inzittenden waren genoopt eenige
uren in hun voertuig, dat de allures van
een vaartuig had aangenomen, maar dat
toch niet varen wilde, te blijven zitten.
De belangstelling van de zijde van het
publiek was op verscheidene punten zoo
groot, dat de politie tusschenbeide moest
komen om de -rij-en vaartuigen voorzoover
nog begaanbaar vrij te houden.
Omstreeks zeven uur 's avonds begon het
water geleidelijk te zakken en na acht uur
waren vrijwel alle straten weder geheel
droog. De mogelijkheid is echter niet uit
gesloten, dat hedenochtend omstreeks vijf
uur de vloed zich nogmaals zal doen gel
den, daar de wind nog stevig uit het
westen woei.
De waddeneilanden geteisterd.
Ook onze waddeneilanden hebben het
zwaar te verduren gehad. In Schiermon
nikoog heeft de N.Wester het water bui
tengewoon hoog opgestuwd. De zee stond
tegen den duinvoet, waaraan reeds belang
rijke schade is toegebracht. De afslag be
draagt hier en daar reeds anderhalven me
ter. De postboot „Brakzand" heeft door het
hooge water vertraging gekregen, omdat de
steiger voor de boot. te laag ligt om behoor
lijk te kunnen meeren.
Ook Ameland heeft weer verscheidene
stukken grond aan de zee moeten afstaan.
De duinenrij aan de noordkust, ter hoog
te van het badpaviljoen „Steinvoorte" te
Nes, is weggeslagen tot op ongeveer twee
meter van dit gebouw, zoodat bij den vol
genden stormvloed het paviljoen door de
zee dreigt te worden verzwolgen. De dijk
van het waterschap Nes-Buren, welke het
bij vorige stormen deerlijk moest ontgelden,
en welke men bezig was met alle kracht te
herstellen, hoeft, niettegenstaande de wind
voor dezen dijk niet ongunstig stond, weder
om eenige gaten gekregen.
Ook de duinen aan de westkust'van Ame
land zijn opnieuw eenige meters wegge
slagen.
De toestand van den dijk op
Texel zeer critiek. Boerde
rijen ontruimd.
De toestand van den dijk van den pol
der „de Eendracht" was gisteravond te
gen negenen zeer critiek. Hoe ernstig men
de situatie aehtte bleek wel uit het feit dat
de boerderijen werden ontruimd. Bii aan
houden van den stormachtigen wind achtte
men een bezwijken van den dijk niet uit
gesloten. Den geheelen dag stélden de
werkloozen van Texel dit zijn ongeveer
een honderd man pogingen in het werk,
den dijk te behouden.
In den dijk bevinden zich gaten van tien
tot twaalf meter breedte. Het aantal groote
gaten bedraagt 28, terwijl ook nog verschil
lende kleinere openingen zijn geconstateerd
Sommigen zijn zoo diep dat een deel van de
kruin is weggezakt.
De burgemeester van Texel heeft zich
eenige malen op de hoogte gesteld van
den toestand.
De werkzaamheden werden vandaag ge
leid door den opzichter van-het waterschap
„De Dertig Polders op Texel".
In den loop van den avond arriveerde de
opzichter van den Rijkswaterstaat te Den
Helder, die zich verder met de leiding zal
belasten.
De duinenrij langs onze kust
ingevreten.
De duinenrij langs geheel onze kust heeft
weder een veer moeten laten. Op vele plek
ken werden groote stukken weggeslagen.
In Zandvoort is voor duizenden guldens
schade aangericht.
Ook in het buitenland over
stroomingen.
De kusten van Frankrijk en Engeland
hebben ook deerlijk van den stórm te lij
den gehad, tengevolge van het uitzonder
lijk hoog getij zijn overstroomingen ont
staan aan de Engelsche Oostkust. Te South-
end (Essex) steeg het getij 32 c.M. boven
normaal. De spoorlijn YarmouthLonden
staat blank. In tal van streken in Engeland
is waterschade ontstaan.
In het stroomgebied van de Theems
heerscht de hoogste waterstand welke sinds
40 jaar is voorgekomen.
SCHEPEN IN NOOD.
Dat ook ditmaal weder de schepen op zee
hun tol zouden moeten betalen, was te ver
wachten.
Russisch schip in gevaarlijke
positie.
Het.Russische vrachtschip „Balhash", dat
zich vijftien mijl bewesten den Nieuwen Wa
terweg bevond, dreef met gebroken stuurge-
rei stond en snelde om sleepboothulp.,
De sleepboot „Oostzee" van L. Smit en- Gp.
is onmiddellijk tot assistentie uitgevaren." -
Om half drie in den afgeloopen nacht ver
keerde het Russische s.s. „Balhash" nog
steeds in dezelfde gevaarlijke positie. De
„Oostzee" was er nog niet in geslaagd een
verbinding met het schip tot stand te bren
gen, en, hoewel het anker het nog steeds
had kunnen houden, maakte men zich toch
ongerust over den afloop, aangezien de storm
onverminderd aanhield, ja, zelfs nog iets
hooger was geworden, en bij een breken van
den ankertros de „Balhash" in een oogwenk
op de kust zou zitten. Naar schatting meet
de Balhash 2100 ton. Het schip was niet be
stemd naar Rotterdam en heeft klaarblijke
lijk gepoogd hier voor den storm een toe
vlucht te zoeken.
De „Oostzee" ligt dicht bij de Ruo en
wacht op een gelegenheid om te bevestigen.
Noorsch tankschip aan de grond
geloopen.
Het Noorsche motortankschip „O. A. Knud
sen", geladen met olie, had gisterenmiddag
omstreeks vijf uur tijdens den storm de ha
ven van I Jmuiden verlaten. Reeds was de
loods van boord toen, nog voordat het schip
buiten was, de gezagvoerder het raadzaam
achtte binnen te blijven.
Nabij den havenmond seinde de gezag
voerder opnieuw om een loods teneinde hem
weer naar binnen te brengen.
Doch voordat deze aan boord was geraakte
het schip reeds in moeilijkheden De kapi
tein slaagde er niet in het groote schip rond
te krijgen, hetgeen tot gevolg had, dat het
naar de Zuiderpier afdreef.
Aanvankelijk weigerde de kapitein sleep-
boot-assistentie, doch ziende, dat hij groot
gevaar liep op het strand of op de pier te
loopen, veranderde hij spoedig van besluit.
Onmiddellijk maakten twee sleepbooten van
Wijsmuller die reeds naar de buitenhaven
waren gestoomd, vast, terwijl een derde
sleepboot in de nabijheid bleef liggen. Dit
alles gescheidde met buiig stormweer, ter
wijl het water reeds vallende was, zoodat
het werk van de sleepbooten groote moei
lijkheden opleverde. Geruimen tijd heeft
men getracht de „O. A. Knudsen" in goede
positie te krijgen, doch hierin slaagde men
niet.
Omstreeks half zeven is het schip met het
achtereind op den Zuiderstrekdam geloo
pen, dwars op de steenen, mat den boeg
naar het Noorden gericht. Geleidelijk kwam
het echter evenwijdig met den strekdam te
liggen.
Öm negen uur waren de sleepbooten er
nog niet in geslaagd het schip vlot te trek
ken.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
de „O. A. Knudsen" toen zij op de strek
dam liep beschadigd is.
Positie slechter geworden.
De positie van de „O.A. Knudsen" was er
tegen elf uur gisteravond niet beter op ge
worden.
Het vermoeden, dat het schip wel averij
zou oploopen is inmiddels bewaarheid. Het
roer is gebroken en de motoren kunnen niet
worden gebruikt door het vastloopen van
de schroeven.
De sleepbooten „Hector", „Nestor" en
„Stentor" van het bureau Wijsmuller heb
ben tevergeefs getracht het schip vlot te
krijgen. Om met meer kans van slagen te
kunnen werken, is ook nog de sleepboot
„Utrecht" van den Helder ontboden. Deze
kan hedenochtend vroeg te IJmuiden ver
wacht worden. Daar het' tegen zes uur
hoog water is, zal men ongetwijfeld op dat
tijdstip alle pogingen in het werk stellen
om het schip los te trekken.
PIJNENBURGSLA ATS OP DE
TWEEDE PLAATS WALS-
GRUNDAHL HANSEN OP DE
VIERDE
De sprints van 10 uur gisteravond brach
ten weer jachten. Het was het Deensche
koppel Falck Hansen-Christensen, dat een
jacht ontketende, welke meer dan een uuY
duurde, maar de groote koppels haalden
hun achterstand, indien zij dien opliepen,
snel weer in.
Om een uur echter stonden Pijnenburg-
Slaats nog steeds aan den kop, terwijl Wals
Grundahl Hansen hun ronde achterstand
hadden ingeloopen en de tweede plaats op
Billiet-Dekuysscher veroverd hadden
Falck Hansen en Christensen lieten het
hierbij echter niet en na een felle jacht
konden ook zij hun ronde achterstand op
bovengenoemde drie koppels te niet doen,
waarna zij door hun puntenmeerderheid
meteen aan den kop kwamen te liggen.
Walthour-Crossley leiden -
Schoen-P ellenaars op de achtste
plaats met een ronde achter*
stand.
Meer dan 16000 toeschouwers waren in
de Madison Sqare Garden aanwezig bij den
start van den New Yorkschen Zesdaagsche.
En reeds dadelijk na het startschot brak
een een groote strijd los.
Deze eerste avond kenmerkte zich, behalve
door de buitengemeen felle jachten, door
de talrijke valpartijen, waarbij vele renners
betrokken waren.
Pellenaars-Schoen reed weliswaar uitste
kend dezen eersten avond, maar was nog
niet in een vorm om een leidenden rol te
spelen, evenmin als het Fransche koppel
Lotourneur-Guimbretiere. Na 19 uren rij
den waren pr 511.600 km. afgelegd door het
leidende koppel.
Walthour-Crossley lagen aan de kop met
Pellenaars-Schoen als negende met een ron
de achterstand.
De heer Jaarsma brengt het En
gelsche m.s. „Fauvette" in een
wilden Noord-Wester te Harlin-
gen.
Sensatie in een barkas t
De Waddenzee k een heli
(Van onzen specialen verslaggever
a. b. m.s. „Fauvette".)
We weten het zoo langzamerhand al in
Den Helder: iedere drie, vier weken in het
najaar barst er wel een storm los, zoodat
men niet eens meer zoo bar verwonderd is,
als het orkaant over de stad, zoodat de pan
nen van de daken vliegen en het water aan
de haven een angstige hoogte krijgt..
Maar in den nacht van Maandag op Dins
dag is het dusdanig geweest, dat zelfs de
ouwe strandjutters hun gebaarde koppen
schudden.
Ên het was erg. De Noord-Wester die als
een dolgeworden beest over de kusten striem
de, het water dat een abnormaal peil be
reikte en de haven van Nieuwediep, die geen
steigers meer bezat. Volkomen verzonken
onder het zwalpend water, dat in razernij
zijn kracht demonstreerde.
Zoo was het in den nacht.
De Fauvette.
Dan komt Dinsdagmorgen. Grauw, droef
geestig en met een aanwakkerenden orkaan.
Met de regelmaat van een klok komen hier
schepen langs. Schepen uit Engelsche ha
vens, die even bijleggen om de loods aan
boord te nemen en dan verderop gaan. Vele
ervan naar Harlingen, het stadje dat daar
veilig heet te liggen aan de boorden van de
oude, rustige Waddenzee.
Een van die Engelsche scheepjes is de
„Fauvette", een klein, doch uiterst snel mo
torschip van de bekende „Steam Navigation
Company" uit Londen. Het is een schuit van
640 bruto registerton en haar crew bestaat
uit 13 man. Ze komt iederen Maandag op
de ree van Texel, alwaar ze een loods over
neemt.
Loods noodig!
Door het reeds toen vrij zware weer was
'de Fauvette echter ditmaal eerst Maandag
middag 1 uur vertrokken en zoodoende was
het Dinsdagmorgen 9 uur, alvorens de kust
wacht te Huisduinen het schip meldde.
De „Fauvette" dat beteekent: een-loods
hoodig;
Een loods wel, die stond al lang, daar
bij het havenkantoor te ijsbeeren, de heer
.Taarsma, behalve bekend zeeschilder, be
kwaam buitenloods.
Met toestemming van den ambtenaar der
Invoerrechten en Accijnzen, mogen we mee
gaan loodsen, hoewel het plan ons door oude
jutters sterk afgeraden wordt.
„Het zal niet meevallen voor een landrot...
je zal d'r van lusten
DE BARKAS
Om kwart voor tien embarkeeren we in
de barkas, die reeds in de haven ligt te
rijen en dansen op een manier, die alle
vreugde in den kiem schijnt te willen smo
ren. Jaarsma staat voorin, uitdagend de
stomp sigaar stukknauwend. De kraag van
z'n duffel hoog op. De pet diep in de oogen
Aan het stuurwiel leunt van den Burg,
stuurman van de „Utrecht"
We worden door den laatste geadviseerd
onder den kap te kruipen en begrijpen nog
eigenlijk niet waarom. „Zal je direct wel
merkevader"is het droge bescheid.
Dan gaat het de haven inwaar het
water opkruift, waar een stroom van je
welste staat en waar hoog in het fluitend
zwerk de meeuwen krijschen.
Het bonkt al wat onder de neus van de
barkas, maar dat beteekent nog niets, ver
geleken bij datgene wat we beleven als we
voorbij de Harssens zwaaien.
Meteen zitten we midden in de hel van
een vliegenden Noord-Wester en bijna op
het zelfde moment meenen we het einde
aller dingen te beleven.
Als een veer wordt het barkast je opge
nomen en neerploffend in één wilde opge
zweepte berg van groen en vaal-wit water
en schuim gelooven we zóó naar de diepte
te verzeilen.
Maar neede kop wordt op de golven
gehouden en daar gaan we: full speed, dan
send en zwaaiend op de zeeën, die aanval
op aanval op het nietige vaartuigje onder
nemen.
Het wordt steeds erger en een paar hon
derd meter uit de kust slaat een bui neer.
Losse sneeuw en hagel en daartusschen de
gierende, fluitende orkaan, die alles erop
schijnt te willen zetten om den loods te
verhinderen aan boord van de „Fauvette"
te komen. Zal het ons lukken
Moeizaam zwoegen we door deze razernij
van opgezweept water en kokend schuim
Telkens storten lawine's water over de bar
kas, die zich moeizaam na iederen aanval
opricht. \Vij, ojjder den kap,: worden- hope-
loos -van - links - naai: irechtsgesmeten. Het
is een temptatie, die we niet van te voren
bevroed hebbenOm de halve minuut
bonst het scheepje met een knal van het
achterschip in de golvenhel en ieder mo
ment vreezen we dat het in tweeën knappen
zalMaar het is sterk. Sterker dan we
dachten en het houdt het uit.
Jaarsma kouwt nog ateeds op een reeds
lang kapotgeknabbelde sigaar. Een verbe
ten grijns op z'n bruinen kop. En stuurman
van de Burg lacht. Een beetje satanisch,
want hij heeft het niet begrepen op landrot
ten aan boord van een schip
De afstand van de wal tot de Feuvette
is niet meer dan een halve mijl, doch ze
lijkt ons een eeuwigheid.
AAN DE TOUWLADDER
Dan schieten we aan lij langs en plotse
ling overhuift ons als een duisteren scha
duw de wand van de Fauvette. Een touw-
laddertje, dun smal, bengelt naar beneden...
moeten we daar op?
Maar er is geen tijd om na te denken. Er
wordt wat gebruld: „Mot U mee of niet...?
Nu nog terug? Dat dai alles? Nee, dan
maar mee, en met de moed der wanhoop
strompelen we achter Jaarsma aan, die al
aan de touwladder hangt.
Onder ons de barkas, trillend en gierend
en huppelendvoor ons de slingerende
scheepswand, boven ons zwart en duister
een stuk hemel. We meenen een paar kop
pen over 'de reeling te zien hangen
We grijpen de ladder en klimmen. Klim
men, zooals we nog nooit geklommen
hebben. Grijpen sport na sport vast in ver
kleumde handen. Het duurt - lang, het
schijnt tenminste zoo.
We komen boven, grijpen de reeling en
daar zijn al een paar vlugge handen die
ons aan boord sjouwen.
Er wordt vreemd opgekeken. Een loods
met visite., in vliegenden storm. Het
nieuwste.
We blazen wat uit In de stuurhut, waar
kapitein Herbert een paar inlichtingen
aan den loods geeft.
Dan gaat het er van los, koers op Har
lingen. Het zal een mijl of 36 zijn en daar
het orkaant zal men best over tijd komen.
De volle laag.
Voor de haven van Nieuwediep, krijgen
we direct al de volle laag. Er schiet een
bonk water van dergelijke afmetingen over
de brug, dat we allemaal, voorzoover men
dat tenminste nog niet was, doorweekt zijn.
Goed begin!
En nog schijnt het weer met kracht toe
te nemen. De lucht is rossig, met hier en
daar wolkflarden en aan de kim de buien.
Loeiend en bulderend en gierend be
stookt de felle Noord Wester het schip, dat
nu ligt te dansen als een op hol geslagen
veulen. Van de bemanning zie je niet veel.
De meesten hebben al lang geleden, voor
zoover ze geen dienst hadden, hun heil ge
zocht in een opertje of ergens beneden.
Het dek is drijfnat van schuim en over*
gekomen water. Hoog aan de achtermast,
waait de Union Jack., de stukken weefsel
trillen in de lucht evenals bij de blauw-en-
wit gevlokte douane-vlag die kreunt aan
z'n lijn.
We vragen Jaarsma wat hij er van denkt.
Geen gevaar. Sterke boot. Niks loos. Maar
hij geeft toe, dat hij het in zijn loodsen-
bestaan zelden zoo smerig, zoo vuil en
ongezouten heeft meegemaakt. En Jaarsma
vaart al van 1914 voor Nieuwediep.
Langs Oudeschild gaat het via Burgzand
naar de gasboei van de Riepel. Op de brug
probeeren we op de been te blijven, maar
het is een helsch karwij. Jaarsma, de eer-
e stuurman en de roerganger, staan ér nu
et ernstige koppen in deze kleine ruimte.
Ze probeeren allen het geringe zicht te door
boren. Maar het is ellendig dik. Af en toe
klaart het even op en in die luttele minu
ten zoekt Jaarsma de boeien, die hier in
alle maten en soorten liggen. Brulboeien,
gasboeien, en andere. Maar heb je er een
maal een in 't vizier.dan, precies alsof
de duivel er mee speelt, ranselt er weer
een bui over. Natte sneeuw, hagel, zeewater
en dat alles hoog opgezweept door den
Noordwester.
Maar ze blijven kalm, deze kerels, met
hun bruine koppen, hun toegeknepen oo
gen en met de zwarte jassen om hun mid
del gesjord. Er wordt bijna niet gesproken.
Af en toe een opmerking de zware naviga
tie betreffende en de bevelen van Jaarsma.
Starbord a bitt... east east. a quarter
east; some west... east half south.."
En dan steeds het zelfde monotone be
scheid van den roerganger: O.K. sir..
yessss siiiir...!
15 mijl in 't uur
Ook de tonnen en boeien hebben het danig
op hun zenuwen gekregen en liggen te hup
pelen en springen alsof het een wonderlijk
plezier was in deze baarlijke hel van voort
gejaagd water en gierenden storm te verblij
ven. Maar hoe raar ze ook doen, we loopen
ze aan zonder een enkele fout.
En steeds gaat het vooruit. De „Fauvette"
snelle runner dat ze is, zal niet veel over tijd
in Harlingen arriveeren. Daar zal Jaarsma
voor zorgen, en als op wieken drijvende,
vliegt ze voort. 15 Mijl in 't uur. Je zou er
zoowaar plezier in krijgen in deze Fauvette..
yiieland komt even in zicht, tusschen 3
buien door. Dan verdwijnt het weer... ver
vaagt achter schuim en wolken. Niets dan
zee. Zee, wild en toomeloos.
Verder gaat het, door het Scheurak Ouder-
vlie en nog steeds geen kans op kalmer
water. Om de 5 minuten roffelt de hagel op
de Fauvette neer en staan we te trillen en
huiveren in het overkomende boegwater.
Alles aan ons is zout en kil en heel heime
lijk hopen we dat het niet lang meer zal
duren... temeer daar de landrottenziekte zich
al aardig begint te manifesteeren...
Jaarsma staat al die uren op de brug. Af
en toe danig kankerend op z'n ldjker, die
steeds maar weer nat wordt door het over
komende water.
Het water... Jaarsma wijst ons er op.
Duidt aan hoe je kunt zien dat het vliegend
stormweer is; een halve meter boven de
golven jaagt een onafzienbaar scherm van
schuim en water. Schreeuwt in ons oor:
„Kijk...!! de rook vliegt eraf!!! Beesteweerü
En we luisteren naar den loods en we be
grijpen niet hoe hij wijs wordt uit die war
boel van lichten en bakens. Soms wijst hij
op bleeke vlekken in het water. Ondiepten...
Als je even buiten je koers gaat zit je er op!
Zoo verstrijkt de morgen. Een morgen,
waarin het geen enkele maal opklaarde.
Integendeel, het werd steeds wilder, steeds
razender. De lucht blijft rossig, en hagel
bui na hagelbui roffelt op het ijzeren dek.
Soms schijnt de storm uit twee hoeken te
gelijk te komen. Dan fluit het in 't want
van de Fauvette; als zaten er een paar dozijn
pijpers in...
Het blijft vuil weer en het zal zoo blijven,
deze reis, die en de crew van de Fauvette
en den loods en ons zal heugen, ook als we
in de Blauwe Slink komen, waarvandaan
we recht op Harlingen aan koers zetten.
Om half een in den middag wijst de loods
ons Harlingen aan. We zien niets dan
schuim en water. Eerst 10 minuten later
doemt er wat op aan de horizon. Ja,... daar
ligt het einde... maar we zijn er nog niet!
Op hetzelfde moment schiet er weer een
bui over en nog even later is het weer pot
dicht.
Voor de haven.
Ongeveer kwart over 1 zijn we voor de
haven. Ook hier is het noodweer en de gol
ven razen op de havenhoofden als moesten
deze de ontgane overwinning op de Fauvette
ontgelden. Metershooge golven slieren over
de glooiing. Het buldert en raast en kookt.
Precies als dien morgen in Nieuwediep. Mis
schien een iets erger nog.
Aan de hemel staat een enorme regenboog.
Hel gekleurd... een prachtige diadeem van
tientallen kleuren en tinten, die de aardbol
schijnt te willen omspannen.
Stormvogels scheeren er onder door. Hier
en daar drijft wrakhout. DAT is stormweer...
DAT is sensatie!
Op de brug geeft Jaarsma zijn orders.
Korte woorden... en we zwaaien de haven
van Harlingen binnen, met de golven als 'n
bende satirs op de hielen en de meeuwen
krijschend boven ons.
Het is geen gemakkelijke entrée en alle
stuurmanskunst is hier geboden.
Om even over 1 liggen we aan de kaai.
Nog steeds staat de loods op z'n post.
Jaarsma: korte gedrongen figuur, sigaar in
z'n linkermondhoek. Scherpe, bruine oogen.
Wat Je leert...
Loods aan boord... wat zegt dat tegen
woordig nog
Loods aan boord... bij vliegend stormweer.
In een steigerende barkas... tegen een slin
gerende touwladder op en uren zwalken in
het vuilste weer dat de Nederlandsche kust
ooit kon geven.
DAT is het leven van een zeeloods.
We hebben nog iets geleerd: en wel wat
het beteekent als de elementen in die goeie,
ouwe Waddenzee losbarsten en alles op alles'
•zetten.
Waddenzee.., een moordKoI... een Reilt