De Noordwester beukt Loods aan boord in vliegend stormweer Oud-Rotterdam overstroomd De waddeneilanden geteisterd Schepen in nood Zesdaagsche te Kopenhagen Zesdaagsche te New York Woensdag 2 December 1936. Tweede blad Noorsch tankschip aan de grond geloopen SfHlNGTIJ EN STORM TEZAMEN VEROORZAKEN EEN ZEER HOO- GE WATERSTAND. Een hevige Noord-Wester storm heeft in 'de afgeloopen dagen opnieuw onze kusten gebeukt. Volgens mededeelingen van het Meteorologisch Instituut te Rotterdam, droeg het weer een buiig karakter, gepaard gaand met sterke rukken en stooten, die een kracht bereikten tot 8, hetgeen een snelheid betee- kent van 1518 meter. De luchtdruk verschillen waren aanmer kelijk in Zuid-Westelijke richting van het depressiegebied, dat wil zeggen over Dene marken en het zuidelijk deel van de Noord zee naar het Kanaal. Vooral op zee en langs de kust is de storm het hevigst geweest. Op het land was de wind minder krachtig; daar was 't tus- schen de buien door soms zelfs mooi weer. Helaas ging dit ruwe spel der elementen gepaard aan een springtij, zoodat het water aan onze kusten tot record hoogte werd op gestuwd en hier en daar een noodtoestand deed ontstaan. Een gedeelte van Ond-Rotterdam overstroomd. Reeds Maandagochtend in de vroegte liep het water in Rotterdam over de kaden, zoo dat verschillende brugkelders onderliepen. Gisterenmiddag kwam echter: het natte element nog hooger en werden verschillende firma's en particulieren, die in de lager ge legen deelen van de binnenstad hun bedrijf of woning hebben, zeer onaangenaam ver rast. Het abnormaal hooge tij heeft vrijwel het gehee'le gedeelte van de oude binnenstad rondom de oude havens onder water gezét. De Boompjes en de Oosterkade liepen het eerst onder water. Overstroomd zijn ook de Leuvehaven, de Nieuwehaven, het Haring vliet, de Oude Haven, de Gelderschekade, de Groote Markt, de Noord- en Zuid-Blaak, de Wolfshoek en een gedeelte van het Beurs plein. Ook het Boerensteiger en de Groenen- aaal liepen weer onder, terwijl het water in alle zijstegen en -straten van de Hoogstraat doordrong. Men moet een twintigtal jaren teruggaan om een dergelijken hoogen waterstand te vin den. Slechts enkele uren heeft de hooge vloed zijn kracht doen gelden en wel gisteravond van half vijf tot half zeven. Bij het Haringvliet was de brug geopend voordat de hooge waterstand was aange vangen. Het water bereikte daar in korten tijd zulk een hoogte dat het aanvankelijk niet meer gelukte de brug gesloten te krij gen, hetgeen uiteraard- een stagnatie voor het verkeer beteekende. Ook op vele andere punten kon het verkeer geen doorgang vin den. Een drietal auto's, die op de Ooster kade ondanks het feit dat deze als in een rivier was herschapen, wilden doorrijden waren genoodzaakt in het laagst gelegen gedeelte van die kade stil te staan, om de eenvoudige reden dat de motoren vrijwel in het water draaiden en daardoor afsloe gen. De inzittenden waren genoopt eenige uren in hun voertuig, dat de allures van een vaartuig had aangenomen, maar dat toch niet varen wilde, te blijven zitten. De belangstelling van de zijde van het publiek was op verscheidene punten zoo groot, dat de politie tusschenbeide moest komen om de -rij-en vaartuigen voorzoover nog begaanbaar vrij te houden. Omstreeks zeven uur 's avonds begon het water geleidelijk te zakken en na acht uur waren vrijwel alle straten weder geheel droog. De mogelijkheid is echter niet uit gesloten, dat hedenochtend omstreeks vijf uur de vloed zich nogmaals zal doen gel den, daar de wind nog stevig uit het westen woei. De waddeneilanden geteisterd. Ook onze waddeneilanden hebben het zwaar te verduren gehad. In Schiermon nikoog heeft de N.Wester het water bui tengewoon hoog opgestuwd. De zee stond tegen den duinvoet, waaraan reeds belang rijke schade is toegebracht. De afslag be draagt hier en daar reeds anderhalven me ter. De postboot „Brakzand" heeft door het hooge water vertraging gekregen, omdat de steiger voor de boot. te laag ligt om behoor lijk te kunnen meeren. Ook Ameland heeft weer verscheidene stukken grond aan de zee moeten afstaan. De duinenrij aan de noordkust, ter hoog te van het badpaviljoen „Steinvoorte" te Nes, is weggeslagen tot op ongeveer twee meter van dit gebouw, zoodat bij den vol genden stormvloed het paviljoen door de zee dreigt te worden verzwolgen. De dijk van het waterschap Nes-Buren, welke het bij vorige stormen deerlijk moest ontgelden, en welke men bezig was met alle kracht te herstellen, hoeft, niettegenstaande de wind voor dezen dijk niet ongunstig stond, weder om eenige gaten gekregen. Ook de duinen aan de westkust'van Ame land zijn opnieuw eenige meters wegge slagen. De toestand van den dijk op Texel zeer critiek. Boerde rijen ontruimd. De toestand van den dijk van den pol der „de Eendracht" was gisteravond te gen negenen zeer critiek. Hoe ernstig men de situatie aehtte bleek wel uit het feit dat de boerderijen werden ontruimd. Bii aan houden van den stormachtigen wind achtte men een bezwijken van den dijk niet uit gesloten. Den geheelen dag stélden de werkloozen van Texel dit zijn ongeveer een honderd man pogingen in het werk, den dijk te behouden. In den dijk bevinden zich gaten van tien tot twaalf meter breedte. Het aantal groote gaten bedraagt 28, terwijl ook nog verschil lende kleinere openingen zijn geconstateerd Sommigen zijn zoo diep dat een deel van de kruin is weggezakt. De burgemeester van Texel heeft zich eenige malen op de hoogte gesteld van den toestand. De werkzaamheden werden vandaag ge leid door den opzichter van-het waterschap „De Dertig Polders op Texel". In den loop van den avond arriveerde de opzichter van den Rijkswaterstaat te Den Helder, die zich verder met de leiding zal belasten. De duinenrij langs onze kust ingevreten. De duinenrij langs geheel onze kust heeft weder een veer moeten laten. Op vele plek ken werden groote stukken weggeslagen. In Zandvoort is voor duizenden guldens schade aangericht. Ook in het buitenland over stroomingen. De kusten van Frankrijk en Engeland hebben ook deerlijk van den stórm te lij den gehad, tengevolge van het uitzonder lijk hoog getij zijn overstroomingen ont staan aan de Engelsche Oostkust. Te South- end (Essex) steeg het getij 32 c.M. boven normaal. De spoorlijn YarmouthLonden staat blank. In tal van streken in Engeland is waterschade ontstaan. In het stroomgebied van de Theems heerscht de hoogste waterstand welke sinds 40 jaar is voorgekomen. SCHEPEN IN NOOD. Dat ook ditmaal weder de schepen op zee hun tol zouden moeten betalen, was te ver wachten. Russisch schip in gevaarlijke positie. Het.Russische vrachtschip „Balhash", dat zich vijftien mijl bewesten den Nieuwen Wa terweg bevond, dreef met gebroken stuurge- rei stond en snelde om sleepboothulp., De sleepboot „Oostzee" van L. Smit en- Gp. is onmiddellijk tot assistentie uitgevaren." - Om half drie in den afgeloopen nacht ver keerde het Russische s.s. „Balhash" nog steeds in dezelfde gevaarlijke positie. De „Oostzee" was er nog niet in geslaagd een verbinding met het schip tot stand te bren gen, en, hoewel het anker het nog steeds had kunnen houden, maakte men zich toch ongerust over den afloop, aangezien de storm onverminderd aanhield, ja, zelfs nog iets hooger was geworden, en bij een breken van den ankertros de „Balhash" in een oogwenk op de kust zou zitten. Naar schatting meet de Balhash 2100 ton. Het schip was niet be stemd naar Rotterdam en heeft klaarblijke lijk gepoogd hier voor den storm een toe vlucht te zoeken. De „Oostzee" ligt dicht bij de Ruo en wacht op een gelegenheid om te bevestigen. Noorsch tankschip aan de grond geloopen. Het Noorsche motortankschip „O. A. Knud sen", geladen met olie, had gisterenmiddag omstreeks vijf uur tijdens den storm de ha ven van I Jmuiden verlaten. Reeds was de loods van boord toen, nog voordat het schip buiten was, de gezagvoerder het raadzaam achtte binnen te blijven. Nabij den havenmond seinde de gezag voerder opnieuw om een loods teneinde hem weer naar binnen te brengen. Doch voordat deze aan boord was geraakte het schip reeds in moeilijkheden De kapi tein slaagde er niet in het groote schip rond te krijgen, hetgeen tot gevolg had, dat het naar de Zuiderpier afdreef. Aanvankelijk weigerde de kapitein sleep- boot-assistentie, doch ziende, dat hij groot gevaar liep op het strand of op de pier te loopen, veranderde hij spoedig van besluit. Onmiddellijk maakten twee sleepbooten van Wijsmuller die reeds naar de buitenhaven waren gestoomd, vast, terwijl een derde sleepboot in de nabijheid bleef liggen. Dit alles gescheidde met buiig stormweer, ter wijl het water reeds vallende was, zoodat het werk van de sleepbooten groote moei lijkheden opleverde. Geruimen tijd heeft men getracht de „O. A. Knudsen" in goede positie te krijgen, doch hierin slaagde men niet. Omstreeks half zeven is het schip met het achtereind op den Zuiderstrekdam geloo pen, dwars op de steenen, mat den boeg naar het Noorden gericht. Geleidelijk kwam het echter evenwijdig met den strekdam te liggen. Öm negen uur waren de sleepbooten er nog niet in geslaagd het schip vlot te trek ken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de „O. A. Knudsen" toen zij op de strek dam liep beschadigd is. Positie slechter geworden. De positie van de „O.A. Knudsen" was er tegen elf uur gisteravond niet beter op ge worden. Het vermoeden, dat het schip wel averij zou oploopen is inmiddels bewaarheid. Het roer is gebroken en de motoren kunnen niet worden gebruikt door het vastloopen van de schroeven. De sleepbooten „Hector", „Nestor" en „Stentor" van het bureau Wijsmuller heb ben tevergeefs getracht het schip vlot te krijgen. Om met meer kans van slagen te kunnen werken, is ook nog de sleepboot „Utrecht" van den Helder ontboden. Deze kan hedenochtend vroeg te IJmuiden ver wacht worden. Daar het' tegen zes uur hoog water is, zal men ongetwijfeld op dat tijdstip alle pogingen in het werk stellen om het schip los te trekken. PIJNENBURGSLA ATS OP DE TWEEDE PLAATS WALS- GRUNDAHL HANSEN OP DE VIERDE De sprints van 10 uur gisteravond brach ten weer jachten. Het was het Deensche koppel Falck Hansen-Christensen, dat een jacht ontketende, welke meer dan een uuY duurde, maar de groote koppels haalden hun achterstand, indien zij dien opliepen, snel weer in. Om een uur echter stonden Pijnenburg- Slaats nog steeds aan den kop, terwijl Wals Grundahl Hansen hun ronde achterstand hadden ingeloopen en de tweede plaats op Billiet-Dekuysscher veroverd hadden Falck Hansen en Christensen lieten het hierbij echter niet en na een felle jacht konden ook zij hun ronde achterstand op bovengenoemde drie koppels te niet doen, waarna zij door hun puntenmeerderheid meteen aan den kop kwamen te liggen. Walthour-Crossley leiden - Schoen-P ellenaars op de achtste plaats met een ronde achter* stand. Meer dan 16000 toeschouwers waren in de Madison Sqare Garden aanwezig bij den start van den New Yorkschen Zesdaagsche. En reeds dadelijk na het startschot brak een een groote strijd los. Deze eerste avond kenmerkte zich, behalve door de buitengemeen felle jachten, door de talrijke valpartijen, waarbij vele renners betrokken waren. Pellenaars-Schoen reed weliswaar uitste kend dezen eersten avond, maar was nog niet in een vorm om een leidenden rol te spelen, evenmin als het Fransche koppel Lotourneur-Guimbretiere. Na 19 uren rij den waren pr 511.600 km. afgelegd door het leidende koppel. Walthour-Crossley lagen aan de kop met Pellenaars-Schoen als negende met een ron de achterstand. De heer Jaarsma brengt het En gelsche m.s. „Fauvette" in een wilden Noord-Wester te Harlin- gen. Sensatie in een barkas t De Waddenzee k een heli (Van onzen specialen verslaggever a. b. m.s. „Fauvette".) We weten het zoo langzamerhand al in Den Helder: iedere drie, vier weken in het najaar barst er wel een storm los, zoodat men niet eens meer zoo bar verwonderd is, als het orkaant over de stad, zoodat de pan nen van de daken vliegen en het water aan de haven een angstige hoogte krijgt.. Maar in den nacht van Maandag op Dins dag is het dusdanig geweest, dat zelfs de ouwe strandjutters hun gebaarde koppen schudden. Ên het was erg. De Noord-Wester die als een dolgeworden beest over de kusten striem de, het water dat een abnormaal peil be reikte en de haven van Nieuwediep, die geen steigers meer bezat. Volkomen verzonken onder het zwalpend water, dat in razernij zijn kracht demonstreerde. Zoo was het in den nacht. De Fauvette. Dan komt Dinsdagmorgen. Grauw, droef geestig en met een aanwakkerenden orkaan. Met de regelmaat van een klok komen hier schepen langs. Schepen uit Engelsche ha vens, die even bijleggen om de loods aan boord te nemen en dan verderop gaan. Vele ervan naar Harlingen, het stadje dat daar veilig heet te liggen aan de boorden van de oude, rustige Waddenzee. Een van die Engelsche scheepjes is de „Fauvette", een klein, doch uiterst snel mo torschip van de bekende „Steam Navigation Company" uit Londen. Het is een schuit van 640 bruto registerton en haar crew bestaat uit 13 man. Ze komt iederen Maandag op de ree van Texel, alwaar ze een loods over neemt. Loods noodig! Door het reeds toen vrij zware weer was 'de Fauvette echter ditmaal eerst Maandag middag 1 uur vertrokken en zoodoende was het Dinsdagmorgen 9 uur, alvorens de kust wacht te Huisduinen het schip meldde. De „Fauvette" dat beteekent: een-loods hoodig; Een loods wel, die stond al lang, daar bij het havenkantoor te ijsbeeren, de heer .Taarsma, behalve bekend zeeschilder, be kwaam buitenloods. Met toestemming van den ambtenaar der Invoerrechten en Accijnzen, mogen we mee gaan loodsen, hoewel het plan ons door oude jutters sterk afgeraden wordt. „Het zal niet meevallen voor een landrot... je zal d'r van lusten DE BARKAS Om kwart voor tien embarkeeren we in de barkas, die reeds in de haven ligt te rijen en dansen op een manier, die alle vreugde in den kiem schijnt te willen smo ren. Jaarsma staat voorin, uitdagend de stomp sigaar stukknauwend. De kraag van z'n duffel hoog op. De pet diep in de oogen Aan het stuurwiel leunt van den Burg, stuurman van de „Utrecht" We worden door den laatste geadviseerd onder den kap te kruipen en begrijpen nog eigenlijk niet waarom. „Zal je direct wel merkevader"is het droge bescheid. Dan gaat het de haven inwaar het water opkruift, waar een stroom van je welste staat en waar hoog in het fluitend zwerk de meeuwen krijschen. Het bonkt al wat onder de neus van de barkas, maar dat beteekent nog niets, ver geleken bij datgene wat we beleven als we voorbij de Harssens zwaaien. Meteen zitten we midden in de hel van een vliegenden Noord-Wester en bijna op het zelfde moment meenen we het einde aller dingen te beleven. Als een veer wordt het barkast je opge nomen en neerploffend in één wilde opge zweepte berg van groen en vaal-wit water en schuim gelooven we zóó naar de diepte te verzeilen. Maar neede kop wordt op de golven gehouden en daar gaan we: full speed, dan send en zwaaiend op de zeeën, die aanval op aanval op het nietige vaartuigje onder nemen. Het wordt steeds erger en een paar hon derd meter uit de kust slaat een bui neer. Losse sneeuw en hagel en daartusschen de gierende, fluitende orkaan, die alles erop schijnt te willen zetten om den loods te verhinderen aan boord van de „Fauvette" te komen. Zal het ons lukken Moeizaam zwoegen we door deze razernij van opgezweept water en kokend schuim Telkens storten lawine's water over de bar kas, die zich moeizaam na iederen aanval opricht. \Vij, ojjder den kap,: worden- hope- loos -van - links - naai: irechtsgesmeten. Het is een temptatie, die we niet van te voren bevroed hebbenOm de halve minuut bonst het scheepje met een knal van het achterschip in de golvenhel en ieder mo ment vreezen we dat het in tweeën knappen zalMaar het is sterk. Sterker dan we dachten en het houdt het uit. Jaarsma kouwt nog ateeds op een reeds lang kapotgeknabbelde sigaar. Een verbe ten grijns op z'n bruinen kop. En stuurman van de Burg lacht. Een beetje satanisch, want hij heeft het niet begrepen op landrot ten aan boord van een schip De afstand van de wal tot de Feuvette is niet meer dan een halve mijl, doch ze lijkt ons een eeuwigheid. AAN DE TOUWLADDER Dan schieten we aan lij langs en plotse ling overhuift ons als een duisteren scha duw de wand van de Fauvette. Een touw- laddertje, dun smal, bengelt naar beneden... moeten we daar op? Maar er is geen tijd om na te denken. Er wordt wat gebruld: „Mot U mee of niet...? Nu nog terug? Dat dai alles? Nee, dan maar mee, en met de moed der wanhoop strompelen we achter Jaarsma aan, die al aan de touwladder hangt. Onder ons de barkas, trillend en gierend en huppelendvoor ons de slingerende scheepswand, boven ons zwart en duister een stuk hemel. We meenen een paar kop pen over 'de reeling te zien hangen We grijpen de ladder en klimmen. Klim men, zooals we nog nooit geklommen hebben. Grijpen sport na sport vast in ver kleumde handen. Het duurt - lang, het schijnt tenminste zoo. We komen boven, grijpen de reeling en daar zijn al een paar vlugge handen die ons aan boord sjouwen. Er wordt vreemd opgekeken. Een loods met visite., in vliegenden storm. Het nieuwste. We blazen wat uit In de stuurhut, waar kapitein Herbert een paar inlichtingen aan den loods geeft. Dan gaat het er van los, koers op Har lingen. Het zal een mijl of 36 zijn en daar het orkaant zal men best over tijd komen. De volle laag. Voor de haven van Nieuwediep, krijgen we direct al de volle laag. Er schiet een bonk water van dergelijke afmetingen over de brug, dat we allemaal, voorzoover men dat tenminste nog niet was, doorweekt zijn. Goed begin! En nog schijnt het weer met kracht toe te nemen. De lucht is rossig, met hier en daar wolkflarden en aan de kim de buien. Loeiend en bulderend en gierend be stookt de felle Noord Wester het schip, dat nu ligt te dansen als een op hol geslagen veulen. Van de bemanning zie je niet veel. De meesten hebben al lang geleden, voor zoover ze geen dienst hadden, hun heil ge zocht in een opertje of ergens beneden. Het dek is drijfnat van schuim en over* gekomen water. Hoog aan de achtermast, waait de Union Jack., de stukken weefsel trillen in de lucht evenals bij de blauw-en- wit gevlokte douane-vlag die kreunt aan z'n lijn. We vragen Jaarsma wat hij er van denkt. Geen gevaar. Sterke boot. Niks loos. Maar hij geeft toe, dat hij het in zijn loodsen- bestaan zelden zoo smerig, zoo vuil en ongezouten heeft meegemaakt. En Jaarsma vaart al van 1914 voor Nieuwediep. Langs Oudeschild gaat het via Burgzand naar de gasboei van de Riepel. Op de brug probeeren we op de been te blijven, maar het is een helsch karwij. Jaarsma, de eer- e stuurman en de roerganger, staan ér nu et ernstige koppen in deze kleine ruimte. Ze probeeren allen het geringe zicht te door boren. Maar het is ellendig dik. Af en toe klaart het even op en in die luttele minu ten zoekt Jaarsma de boeien, die hier in alle maten en soorten liggen. Brulboeien, gasboeien, en andere. Maar heb je er een maal een in 't vizier.dan, precies alsof de duivel er mee speelt, ranselt er weer een bui over. Natte sneeuw, hagel, zeewater en dat alles hoog opgezweept door den Noordwester. Maar ze blijven kalm, deze kerels, met hun bruine koppen, hun toegeknepen oo gen en met de zwarte jassen om hun mid del gesjord. Er wordt bijna niet gesproken. Af en toe een opmerking de zware naviga tie betreffende en de bevelen van Jaarsma. Starbord a bitt... east east. a quarter east; some west... east half south.." En dan steeds het zelfde monotone be scheid van den roerganger: O.K. sir.. yessss siiiir...! 15 mijl in 't uur Ook de tonnen en boeien hebben het danig op hun zenuwen gekregen en liggen te hup pelen en springen alsof het een wonderlijk plezier was in deze baarlijke hel van voort gejaagd water en gierenden storm te verblij ven. Maar hoe raar ze ook doen, we loopen ze aan zonder een enkele fout. En steeds gaat het vooruit. De „Fauvette" snelle runner dat ze is, zal niet veel over tijd in Harlingen arriveeren. Daar zal Jaarsma voor zorgen, en als op wieken drijvende, vliegt ze voort. 15 Mijl in 't uur. Je zou er zoowaar plezier in krijgen in deze Fauvette.. yiieland komt even in zicht, tusschen 3 buien door. Dan verdwijnt het weer... ver vaagt achter schuim en wolken. Niets dan zee. Zee, wild en toomeloos. Verder gaat het, door het Scheurak Ouder- vlie en nog steeds geen kans op kalmer water. Om de 5 minuten roffelt de hagel op de Fauvette neer en staan we te trillen en huiveren in het overkomende boegwater. Alles aan ons is zout en kil en heel heime lijk hopen we dat het niet lang meer zal duren... temeer daar de landrottenziekte zich al aardig begint te manifesteeren... Jaarsma staat al die uren op de brug. Af en toe danig kankerend op z'n ldjker, die steeds maar weer nat wordt door het over komende water. Het water... Jaarsma wijst ons er op. Duidt aan hoe je kunt zien dat het vliegend stormweer is; een halve meter boven de golven jaagt een onafzienbaar scherm van schuim en water. Schreeuwt in ons oor: „Kijk...!! de rook vliegt eraf!!! Beesteweerü En we luisteren naar den loods en we be grijpen niet hoe hij wijs wordt uit die war boel van lichten en bakens. Soms wijst hij op bleeke vlekken in het water. Ondiepten... Als je even buiten je koers gaat zit je er op! Zoo verstrijkt de morgen. Een morgen, waarin het geen enkele maal opklaarde. Integendeel, het werd steeds wilder, steeds razender. De lucht blijft rossig, en hagel bui na hagelbui roffelt op het ijzeren dek. Soms schijnt de storm uit twee hoeken te gelijk te komen. Dan fluit het in 't want van de Fauvette; als zaten er een paar dozijn pijpers in... Het blijft vuil weer en het zal zoo blijven, deze reis, die en de crew van de Fauvette en den loods en ons zal heugen, ook als we in de Blauwe Slink komen, waarvandaan we recht op Harlingen aan koers zetten. Om half een in den middag wijst de loods ons Harlingen aan. We zien niets dan schuim en water. Eerst 10 minuten later doemt er wat op aan de horizon. Ja,... daar ligt het einde... maar we zijn er nog niet! Op hetzelfde moment schiet er weer een bui over en nog even later is het weer pot dicht. Voor de haven. Ongeveer kwart over 1 zijn we voor de haven. Ook hier is het noodweer en de gol ven razen op de havenhoofden als moesten deze de ontgane overwinning op de Fauvette ontgelden. Metershooge golven slieren over de glooiing. Het buldert en raast en kookt. Precies als dien morgen in Nieuwediep. Mis schien een iets erger nog. Aan de hemel staat een enorme regenboog. Hel gekleurd... een prachtige diadeem van tientallen kleuren en tinten, die de aardbol schijnt te willen omspannen. Stormvogels scheeren er onder door. Hier en daar drijft wrakhout. DAT is stormweer... DAT is sensatie! Op de brug geeft Jaarsma zijn orders. Korte woorden... en we zwaaien de haven van Harlingen binnen, met de golven als 'n bende satirs op de hielen en de meeuwen krijschend boven ons. Het is geen gemakkelijke entrée en alle stuurmanskunst is hier geboden. Om even over 1 liggen we aan de kaai. Nog steeds staat de loods op z'n post. Jaarsma: korte gedrongen figuur, sigaar in z'n linkermondhoek. Scherpe, bruine oogen. Wat Je leert... Loods aan boord... wat zegt dat tegen woordig nog Loods aan boord... bij vliegend stormweer. In een steigerende barkas... tegen een slin gerende touwladder op en uren zwalken in het vuilste weer dat de Nederlandsche kust ooit kon geven. DAT is het leven van een zeeloods. We hebben nog iets geleerd: en wel wat het beteekent als de elementen in die goeie, ouwe Waddenzee losbarsten en alles op alles' •zetten. Waddenzee.., een moordKoI... een Reilt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5