De Secretarisbenoeming
te Winkel
Noodlottig auto-ongeluk
onder Schoorldam
Auto in het N.H.
kanaal_ geraakt
Eenige beschouwingen
Rie Mastenbroek in
Liverpool.
De roofmoord te Amsterdam
Dinsdag 8 December 1936.
Tweede blad
De beide inzittenden verdronken
Gisteravond omstreeks half zeven kwam een perso
nenauto, bestuurd door den heer P. C. de Boer, drukker
uitgever te Den Helder, onder Schoorldam, gemeente War
menhuizen, bijna in botsing met een rechts van den weg
staande vrachtauto.
Blijkbaar heeft de bestuurder de verlichte vrachtauto
te laat opgemerkt, althans er schijnt plotseling te zijn ge
remd. Dit werd hem noodlottig. Het wegdek was nl. ter
plaatse met een laagje ijs bedekt, zoodat de in haar vaart
gestuitte auto doorgleed, de vrachtauto raakte en daarna
in het Noordhollandsch Kanaal verdween.
Twee schippers, die met hun schepen juist passeerden,
schoten onmiddellijk ter hulp. Een van hen wist zeer spoe
dig een anker, bevestigd aan de scheepslier, onder de bum
per van de onder water zijnde auto te haken en begon haar
op te takelen.
Toen de wagen echter boven water kwam en daar
door sterk aan gewicht won, brak de bumper af, waardoor
zij voor de tweede maal in de diepte verdween.
Zoo ging bijna een half uur heen voor het ten tweede
male gelukte contact met de auto te krijgen.
Toen de wagen op het droge was getrokken, bleek dat
zich behalve de heer De Boer ook zijn bejaarde moeder
Mevrouw M. de Boer—Jongkees in de auto bevond.
De beide slachtoffers werden op een der schuiten gew
iegd, waar dokter G. van Hesteren uit Warmenhuizen ge
durende geruimen tijd kunstmatige ademhaling toepaste.
Helaas echter tevergeefs.
De burgemeester van Warmenhuizen, de heer Nolet
was bij het reddingswerk tegenwoordig, evenals rijks- en
gemeentepolitie.
Per auto is het stoffelijk overschot van de omgeko
menen naar hun woonplaais Den Helder vervoerd, waar
zij voorloopig werden opgebaard in de kapel van het Ma-
rinehospitaal.
Zoowel Mevrouw De BoerTongkees als de Heer P. C.
de Boer, die op zoo tragische wijze om het leven kwamen,
waren in Den Helder zeer bekende persoonlijkheden. Moei
lijk zal een plaatselijke vereeniging op het gebied van
liefdadigheid of socialen arbeid zijn te vinden, waaraan
Mevrouw de BoerJongkees niet haar beste krachten en
in de meeste gevallen tevens leiding gaf. Zij was o.a. pre
sidente van de vereeniging „Tot steun", vice-voorzitster
van de Vereeniging van Huisvrouwen, presidente van de
Vereeniging liefdadigheid naar vermogen, bestuurslid van
de Vereeniging tot Nut van 't Algemeen, lid van het hoofd
bestuur van het Dorus Bijkersfonds en bestuurslid van tal
van andere vereenigingen en corporaties in Den Helder.
Haar verdiensten werden verleden jaar door H.M. de
Koningin erkend door haar benoeming tot ridder in de
Orde van Oranje Nassau. Mevrouw De BoerJongkees
was 69 jaar.
De heer P C. de Boer bewoog zich minder in het open
bare leven en wijdde zich geheel aan de behartiging van
zijn zeer uitgebreide zaken.
Hij was directeur-hoofdredacteur van „De Heldersche
Courant", welk blad sinds 1 October als dagblad ver
schijnt en in Den Helder groote populariteit geniet.
De overledene was tevens directeur van de N.V- Druk
kerij v.h. C. de Boer Jr., een der grootste drukkerijen in
ons land, in welke functie hij zijn vader, bij diens dood in
1929, opvolgde.
In vakkringen genoot de heer De Boer groote bekend
heid. Hij was voorzitter van de afdeeling Den Helder en Om
streken van de Federatie van Boekdrukkerspatroons en
voorzitter van de Districts-Leerlingencommissie van die
organisatie.
Zeer speciaal interesseerde de overledene zich voor
onze Marine, waarnaar geheel z'n hart uitging. Hij was vice-
voorzitter van de Koninklijke Nederl. Vereeniging „Onze
Vloot" en had in Marinekringen vele goede vrienden en
relaties. De heer De Boer bereikte den leeftijd van 45 jaar.
Ook voor ons beteekent dit tragisch ongeluk een groot
verlies. Sinds lang reeds onderhielden wij uitmuntende re
laties met de overledenen, welke er tenslotte toe leidden,
dat een meer innige samenwerking ontstond bij de uitgave
van ons dagblad en dat welke door de N.V. v.h. C. de Boer
Jr. werd uitgegeven. Daardoor waren onze verhoudingen
jegens de zoo tragisch om 't leven gekomenen, meer intiem
dan in den regel met vakgenooten het geval pleegt te zijn.
Beiden waren ons door hun groote oprechtheid en eerlijke
opvattingen lief geworden en vol droefheid buigen wij dan
ook het hoofd bij dit verscheiden.
naar aanleiding van de beslissing
van het Centrale Ambtenarenge
recht in de zaak P. J. Korver te
WinkeL
Wij herinneren aan onze ïn Junï j.ï, ge
publiceerde uitspraak van het Ambtenaren
gerecht te Amsterdam, waarbij de heer P. J.
Korver in zijn beroep niet-ontvankelijk werd
verklaard. Nadat de heer Korver op 27 De
cember 1935 met algemeene stemmen tot
secretaris der gemeente Winkel werd be
noemd, welke benoeming volgens de toen
nog van kracht zijnde bepalingen der Ge
meentewet aan den Raad was, heeft de Kroon
op 22 Februari 1936 dit benoemingsbesluit
vernietigd als zijnde in strijd met het alge
meen belang. De Kroon overwoog, dat de
wet tot verlaging der openbare uitgaven op
1 Januari 1936 in werking zou treden, en dat
volgens die wet voortaan in gemeenten van
5000, of minder zielen, welke de Kroon zou
aanwijzen, de burgemeester tevens met het
ambt van secretaris werd belast. Op 27 Dec.,
toen de heer K. werd benoemd, was Win
kel nog niet aangewezen en was de Raad
nog bevoegd een ander dan den burgemeester
te benoemen, temeer daar de wet ook nog
niet in werking getreden was. De Kroon ver
nietigde toch die benoeming, en wel op
grond van beweerde strijd met het algemeen
belang, omdat, zooals de Kroon overwoog,
door de benoeming van een ander dan den
burgemeester tot secretaris, de mogelijkheid
tot bezuiniging bij voorbaat te niet gedaan
zou worden, te meer daar in den Raad van
Winkel door den burgemeester was meege
deeld, dat het in het voornemen lag Win
kel ook als gemeente met gecombineerde
functies aan te wijzen.
De heer K. kon zich met dit te zijnen aan
zien genomen besluit niet vereenigen, en
wendde zich tot het Ambtenarengerecht te
Amsterdam. Hij verzocht daarbij het besluit
van de Kroon nietig te verklaren en dus zijn
benoeming tot secretaris van kracht te doen
blijven, subsidiair hem een schadevergoeding
toe te kennen.
De gronden, waarop de heer K. zijn beroep
baseerde, kwamen in hoofdzaak hierop neer,
dat hij de Kroon niet bevoegd achtte om op
grond van het algemeen belang zijn benoe
ming te vernietigen, terwijl hij tevens op
kwam tegen de aangevoerde motiveering van
het Kroonbesluit, omdat hij die veronderstel
de mogelijkheid dat geen bezuiniging zou
worden verkregen, een te vage en onjuiste
motiveering achtte, welke niet op redelijke
gronden steunde en zelfs blijkens de cijfers
in strijd met de feiten was.
Het Ambtenarengerecht te Amsterdam
verklaarde den heer K. in zijn beroep niet-
ontvankelijk, overwegende, dat de heer K.
geen ambtenaar in den zin der wet was, en
dus geen recht had zich op het Ambtena
rengerecht te beroepen. Het Gerecht stelde
zich op het standpunt, dat de heer K. aan het
feit, dat hij tot secretaris was benoemd, nog
niet de positie van ambtenaar kon ontlee-
nen, omdat hij zijn betrekking nog niet aan
vaard had. Voorts betoogde dit College, dat
zijn positie van ambtenaar ter secretarie
en/of waarnemend secretaris hem evenmin
kon baten, daar het besluit der Kroon hem
niet als zoodanig, dus als ambtenaar ter
secretarie, raakte, en de Ambtenarenwet de
beperking inhoudt, dat het besluit tegen den
persoon in die bepaalde hoedanigheid geno
men moet zijn, wil hij daartegen in beroep
kunnen komen. Nu het Ambtenarengerecht
hem als benoemd secretaris niet als ambte
naar aanmerkte, kon hij dus niets uitrich
ten tegen het Kroonbesluit. Maar het Amb
tenarengerecht ging zelfs nog verder: aange
nomen alzoo redeneerde het College, dat de
heer IC wel als ambtenaar beschouwd
mocht worden, toen hij benoemd werd, dan
was hij dat toch in geen geval meer, toen
hij in beroep kwam, want toen had de
Kroon die benoeming al vernietigd, en was
hij dus geen ambtenaar en geen secretaris
meer! Maar de Ambtenarenwet geeft ook aan
gewezen ambtenaren een recht van beroep,
en dus moest het Gerecht als laatste punt
nog overwegen, of de heer K. als gewezen
ambtenaar in beroep kon komen. Neen, zei
het Gerecht, ook dat kan niet, want hij is
geen gewezen ambtenaar, daar immers zijn
benoeming vernietigd is, en dus de heer K,
geacht moet worden nooit benoemd te zijn
geweest!
De heer K. werd dus naar huis ge
zonden zonder dat over de zaak,
waar het eigenlijk om ging, een oor
deel werd uitgesproken.
Het leek er derhalve op, of zij,
'die in ons blad als hun meening had
den verkondigd, dat de heer K. geen
recht had zich" op het Ambtenarenge
recht te beroepen, in 't gelijk gesteld
waren.
Mr. Dr. Buiskool echter, die als raadsman
van den heer IC optrad, en die reeds eerder
in ons blad een afwijkende meening had
weergegeven, adviseerde zijn cliënt in hoo-
ger beroep te gaan, daar hij de beslissing van
het Gerecht niet houdbaar oordeelde. Aldns
geschiedde, en thans heeft het Centrale Ge
recht te Utrecht, het hoogste college, belast
met de rechtspraak in ambtenaren-zaken, het
vonnis van het Amsterdamsche College ver
nietigd, en beslist, dat de heer K. wel dege
lijk aan zijn benoeming het recht van amb
tenaar-zijn ontleende. Dit opperste Gerecht
deelde de zienswijze van den raadsman van
den heer IC Uit deze beslissing kunnen wij
aanhalen, dat het Centrale Gerecht van mee
ning is, dat volgens de Ambtenarenwet hij
ambtenaar is, die is aangesteld om in open
baren dienst werkzaam te zijn hier te lande.
De benoeming van den heer K. beteekent,
dat hij werd aangesteld tot secretaris der ge
meente, zoodat hij vanaf dat oogenblik ze
ker ambtenaar in den zin der wet werd.
Daaraan doet het IC B. van 22 Febr. waarbij
die benoeming werd vernietigd, niets af,
want zoo zegt ook het Centrale Gerecht
de heer K. komt immers juist op tegen dit
Koninklijk Besluit, en hij vraagt de vernieti
ging daarvan. Dit IC B. heeft dus niets te
maken met de beantwoording der vraag, of
de heer K. ambtenaar was of is. Dit is reeds
beslist door zijn benoeming. Het Centrale Ge
recht verklaart dan, dat ook geen enkele an
dere grond voor niet-ontvankelijkheid is ge
bleken, zoodat de beslissing van Amsterdam
niet in stand kan blijven, en de zaak voor
verdere afdoening op de bezwaren moet wor
den teruggewezen naar dat gerecht
Wat beteekent dit alles?
Dat het Ambtenarengerecht in Amsterdam
nu zal moeten uitmaken, of de Kroon be
voegd was de benoeming van den heer K
te vernietigen. Het zal nu dus gaan over de
feiten en principes zelf, juist wat de opzet
van het beroep van den heer IC was.
Het spreekt van zelf, dat deze be
slissing van den hoogsten rechter in
Utrecht de zaak veel verder brengt
Deze beslissing is voor den ambtena
renstand van zeer veel belang. Het is
de eerste beslissing over deze prin-
cipieele vraag, en nu is dus uitge
maakt, dat de benoeming tot een
functie in openbaren dienst den be
trokkene tot ambtenaar stempelt, en
hem de aan die positie verbonden
rechten geeft, ook al heeft hij zijn
functie nog niet daadwerkelijk aan
vaard. Hier wordt dus de rechtspo
sitie der ambtenaren belangrijk mee
gebaat.
Van den uiteindelijken afloop van deze,
cause celèbre valt nog niet veel te zeggen.
Het gaat nu vooral om een waardeering der
feiten, terwijl de vraag, of hier vernietiging
wegens strijd met het algemeen belang kon
mocht plaats hebben, een zeer belangrijke
rechtsvraag is, welke eveneens beslist zal
moeten worden. De feiten spelen nu een rol,
en wij blijven van meening, dat de heer K,
de feiten op zijn hand heeft. Zooals wij inder
tijd reeds betoogden, is hij een bekwaam
ambtenaar, ter zake kundig, en is hij be
noemd conform een wetsbepaling, die toen
nog volledig van kracht was. De Kroon heeft
herhaaldelijk doen blijken, zelfs in Decern-
ber 1935 nog, dat zij dergelijke benoemingen
niet mocht aantasten, wanneer de benoemde
geschikt en bekwaam geacht moest worden.
Het motief der bezuiniging zal ook een rol
spelen, daar immers als eenige grond voor
de vernietiging der benoeming is aange-
.voerd, dat de mogelijkheid van, bezuiniging
verloren zou kunnen gaan. We hebben reeds
eerder aangetoond, dat de benoeming van
den heer K. juist wel bezuiniging meebracht,
zoodat wij ook in dat opzicht de kansen .van
den heer K. hoog aanslaan.
Nu zal de lezer kunnen vragen: maar wat
gebeurt er nu, wanneer de heer IC nu eens
gehandhaafd zou moeten worden in zijn be-
noeming? Er is al een secretaris, n.1. de
burgemeester, en Winkel kan toch geen twee
secretarissen hebben? De Ambtenarenwet
voorziet in deze moeilijkheid. Wanneer n.L
het Gerecht van oordeel is, dat de vernieti
ging door de Kroon onrechtmatig is, dan kan
toch die vernietiging voor gedekt gehouden
worden, en dan wordt de heer K. dus toclt
geen secretaris. Het Gerecht zegt dan: de
benoeming is terecht geschied, de vernieti
ging is onrechtmatig, maar om redenen van:
openbaar belang laten wij die benoeming
toch vervallen, omdat er maar één secretaris
kan zijn. In dat geval bepaalt dan het Ge
recht een geldsom, welke door de Staat aan
den betrokkene betaald moet worden, indien
er finantieele schade geleden is of in de toe
komst geleden zal kunnen worden. Waar
hier de heer K. als Secretaris meer verdiend
zou hebben dan hij nu als ambtenaar ter
secretarie verdient, lijdt hij ontegenzegge
lijk finantieele schade, en zijn er dus alles
zins termen om een schadeloosstelling toe te
wijzen, wanneer de rechter het Kroonbesluit
onrechtmatig zou achten.
De tweede ronde -in deze zaak zal nu dus
ingaan. Vol belangstelling zullen we de ver
dere ontwikkeling der dingen blijven vol
gen, overtuigd, dat onze lezers met ons van
meening zijn, dat recht gedaan moet wor
den.
De toestand in de
visscherij
HOEWEL EENIGE VERBETERING
VALT TE BESPEUREN KUNNEN
STEUNMAATREGELEN NOG NIET
GEMIST WORDEN.
Hoewel bij enkele onderdeelen van het
visscherijbedrijf wel eenige verbetering
valt te bespeuren, moet worden toegegeven
dat de toestand in de visscherij, zoowel de
zee- als de zoutwatervisscherij, nog te wen-
schen overlaat, zoodat steunmaatregelen
niet gemist kunnen worden.
Bij het afsluiten van handelsverdragen
worden de belangen van de visscherij zoo
veel mogelijk in het oog gehouden.
Dat nog altijd te veel buitenlandsche visch
hier te lande wordt ingevoerd, kan niet
worden toegegeven.
De minister heeft een commissie inge
steld, welke tot taak heeft na te gaan,
welke mogelijkheden in het conservee-
ren van visch gelegen kunnen zijn om
een regelmatig prijsverloop te verkrijgen
dan tot dusverre bestaat.
Ten einde te komen tot meer bevredigen
de uitkomsten voor het gamalenvisscherij-
bedrijf en om de veelvuldig voorkomende
ontduikingen van de minimum prijsregeling
te ontgaan, is de minister overgegaan tot
de oprichting van een verkoopkantoor
voor garnalen, waardoor de financieele
band lusschen visschers en handelaren kon
worden verbroken, omdat alle aangevoerde
garnalen aan het verkoopkantoor moeten
worden afgeleverd, welk kantoor daarna de
garnalen weer doorgeeft aan de handela
ren.
Ruw weer op het
IJsselmeer
De deklading van een zolderschuit
te water gegleden.
Huizen. Gistermorgen werden twee zol
derschuiten van de firma de Boer te Pur-
merend op het IJsselmeer naar Huizen ge
sleept, toen de sleep door een bui werd
overvallen. Beide schuiten, die elk geladen
waren met twee tanks, bestemd voor een
fabriek tot verwerking van afvalproducten,
welke te Huizen in oprichting is, begonnen
door den hevigen golfslag te flchvunmeleii
met het gevolg, dat van een der schuiten
de lading te water 'geraakte. De twee tanks,
die een afmeting van 3.75 bij 2.50 meter
hebben, kwamen op een plaats terecht, waar
de bodem drassig is, zoodat het bergen wel
eenige moeilijkheden zal meebrengen.
Het ongeval is geschied benoorden Oud-
Naarden, op 3 k.m. W.N.W. van Huizen. De
rijkswaterstaat zal heden bij de gezonken
tanks een lichtboei plaatsen.
Persoonlijke ongelukken zijn niet voorge
komen. De firma was tegen risico verzekerd.
Zij verbetert het Engelsch record
500 yards borstcrawl.
Liverpool. Gisteravond werden te Liver
pool liefdadigheidswedstrijden gehouden,
waarbij de clou van den avond werd ge
vormd door het zwemmen van Rie Masten
broek.
Gnze landgenoote was uitgenoodigd te
probeeren het Engelsche record over 500
yards borstcrawl te verbeteren en zij is
daarin op schitterende wijze geslaagd. Zij
legde dezen afst&nd n.1. af in den tijd van
6 min. 21.2 sec., waarmede zij het oude En
gelsche record van mevr. Badcock met niet
minder dan 22.4 s. veitieterde. De Engelsche
zwemster bad haar record op 30 September
1929 gevestigd. Rie Mastenbroek zwom in
schitterenden stijl en verliet na afloop van
haar bijzondere prestatie volkomen frisch 't
water. Tot verbazing van het overtalrijke
publiek toonde de Nederlandsche zwemster
geen spoor van uitputting. Heden vertrekt
Rie, die vergezeld is van haar trainster,
mevr. Braun, weer naar Nederland,
vermo eienis faan - ing .,ijhwgk gkogk ogk
De dader op het spoor?
Amsterdam. Den geheelen dag, even
als in de avonduren en een deel van den
nacht is de Amsterdamsche inspecteur van
politie, de heer J. van den Berg1 chef van
net bureau Spaarndammerstraat er met een
aantal rechercheurs op uit geweest, tenein
de de hand te kunnen leggen op een in den
Jordaan wonenden man, die reeds meerma
len met de politie in aanraking is geweest,
tegen wien overtuigende aanwijzingen be
staan, dat hij de dader is van den gruwelij-
ken roofmoord, waarvan in het benedenhuis
van perceel Groote Bickerstraat 77b, de 61-
jarigc mej. van Teeseling slachtoffer is ge
worden.
De aanwijzingen tegen den man berusten
o.m. op het feit, dat de dactyloscopische
dienst van de centrale recherche op eenige
voorwerpen in het perceel vingerafdrukken
heeft gevonden, welke geïdentificeerd zijn
als afkomstig van den genoemden persoon,
terwijl er ook nog een andere aanwijzing te
gen hem kan worden aangevoerd, welke met
dat al zijn daderschap vrijwel doen vast
staan. De mogelijkheid bestaat, dat de da
der de stad heeft verlaten.