RAAD ZIJPE
De strijd om de
„Betty
Bonn"
De controle op de werk-
loozen werkt uitmuntend.
En niet ten koste van bona
fide werkloozen. - De sa
menstelling van commis
sies - Geen electrisch ver-
keerssignaal. - De brand-
stoffentoeslag aan werk
loozen. - Een geldleening.
Het voormalige raadhuis
aan de V.V.V. te Petten. -
De rekening-courant-over-
eenkomst met de Coöp.
Zuivelbank te Alkmaar op
gezegd.
De begrooting 1937 aange
boden.
Geen vrees voor noodlij
dendheid en geen belas-
tingverhooging.
De wenschen van Plaatse
lijk Belang te 't Zand. -
Nieuwe verordeningen.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 8
September 1936. des voormiddags half 10
uur.
Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart, bur
gemeester; secretaris de heer J. A. de Boer.
Afwezig is de heer P. de Boer, wegens
ongesteldheid.
De Voorzitter spreekt den wensch uit, dat
hij weer spoedig hersteld moge zijn. Een
bijzonder welkom richt snr. tot den heer
Doedens, die ernstig ongesteld is geweest.
De notulen worden onveranderd vastge
steld.
Mededeelingen.
Van een groot aantal mededeelingen en
ingekomen stukken vermelden we, dat
Ged. Staten bericht zonden, dat van hun
college geen voorstel tot vereeniging van
de gemeenten Zijpe en Callantsoog is te
•verwachten.
De heer Doorn vraagt hoe het nu gaat
met de afrekening van de ter zake ge
maakte onkosten.
De Voorzitter zegt dat iedere gemeente
haar eigen kosten betaalt. Die zijn voor
onze gemeente echter niet groot.
De heer Doorn vindt ze toch nogal be
langrijk en het was te voorzien dat ze
toch geen vruchten zouden afwerpen.
De Voorzitter zegt dat wel eens meer
uitgaven worden gedaan, die achteraf niet
noodig bleken. Spr. begrijpt niet wat de
heer Doorn met zijn opmerking voor heeft;
het lijkt spr. beter verder over deze zaak
niet te spreken.
Voor de vacature Hoofd der O. L. school
te Schagerbrug zijn 69 sollicitatiën inge
komen.
Omtrent de samenstelling van de Plaat
selijke Commissie van advies van het Mid-
denstandsborgstellingsfonds Hollands Noor
derkwartier doet. de Voorzitter mededee-
ling. (Reeds eerder door ons medegedeeld).
Eveneens wordt mededeeling gedaan over
de samenstelling van de Commissie ter be
oordeeling van de te verleenen bijdragen
in de contributie van het Ziekenfonds en
van de Plaatselijke Commissie van Samen
werking voor Bijzondere Nooden.
Aan de commissie is toegevoegd de heer
Kraakman, verder is geoordeeld dat waar
er reeds een katholiek iq de commissie
zitting had, het niet noodig was, dat een
lid van het R.K. Armbestuur zitting had.
De heer Doedens uit daarover zijn te
leurstelling, de Voorzitter heeft zelf in de
vorige vergadering reeds medegedeeld, dat
het gewenscht was, dat de heer Van der
Sluijs, als voorzitter van het Armbestuur,
zitting had.
De heer Veltman merkt op dat het in
deze zaak niet gaat om armlastigen.
De Voorzitter onderschrijft deze opmer
king.
De heer Doedens weerspreekt dit. Armen
zorg heeft de meeste bekendheid in deze
zaak, de heeren Van der Sluijs en Blom
kennen als leden van het Armbestuur 't
best de nooden vqn de burgerij.
De heer Bruin zegt dat de heer Meijer
goed op de hoogte is met den toestand in
de gemeente en heeft in hom alle vertrou
wen.
De heer Dignum beaamt dit, maar toch
gevoelt spr. voor het standpunt van den
heer Doedens.
De heer Veltman zegt dat het juist de
bedoeling van den Minister is geweest, de
menschen uit de armlastigheid te houden.
Het zelfde is toch met de werkloosheid het
geval, in die commissie is ook geen arm
voogd benoemd.
B. en W. nemen deze zaak terug en
zullen haar in de volgende vergadering
opnieuw ter tafel brengen.
Bij de mededeeling over de samenstel
ling van de Plaatselijke Commissie van
Samenwerking voor Bijzondere Nooden,
merkt de heer Blom op, dat de Doopsge
zinde Diaconie te Zuid-Zijpe nooit iets
geeft aan de armen en toch is deze instel
ling in genoemde commissie vertegen
woordigd.
De heer Dignum zegt dat aan particuliere
instellingen niet de verplichting kan wor
den opgelegd voor de armen te zorgen, dat
is de plicht van het Rijk. Wat doet de
S.D.A.P. voor de armen?
De heer Veltman: Dat is een politieke
vereeniging.
Van J. Henstra was een verzoek inge
komen om vergoeding ingevolge art. 13
der L.O.- wet 1920.
Het kind is pas 8 Januari 1937 leerplich
tig en de heer Henstra is inmiddels uit de
gemeente vertrokken.
Van den Minister van Sociale Zaken
was een schrijven ingekomen betreffende
de controle op werkloozen. Z. E. gaat ac-
coord met het hieromtrent door den Raad
genomen besluit.
De controle werkt reeds en naar de Voor
zitter opmerkt, zeer naar genoegen. Het sa
laris van f700 voor den controleur is er
reeds uit gekomen.
De heer Veltman vraagt zich af, of dit
niet ten koste van de werkloozen is.
De Voorzitter zegt van niet ten koste van
de bona-fide werkloozen.
De heer Veltman betwijfelt dit, maar zal
er straks nog wel over spreken.
De heer Doorn kan. ook niet gelooven,
dat er zooveel ten onrechte door de werk
loozen zou zijn ontvangen.
De Voorzitter zegt dat als het. een tientje
per week is, het reeds f520 per jaar is. Ver
der kan spr. er in 't openbaar niet over
spreken.
Inzake de werkverschaffing door Zijpe en
Hazepolder wordt medegedeeld, dat het pol
derbestuur bereid is 65 in de kosten bij
te dragen de 10 die na een overheids
subsidie van 90 blijft, te betalen.
Door B. en W. is getracht van het. polder
bestuur een hoogcre subsidie te verkrijgen,
teneinde van het rouleersysteem vrijgesteld
te worden.
De heer Dignum oordeelt, dat het schrij
ven van het polderbestuur niet weergeeft
de bespreking door de molenmeesters ge
voerd.
Diverse opmerkingen worden gemaakt,
maar meer dan eens wordt opgemerkt, dat
men over deze zaak in 't openbaar niet te
veel moet zeggen.
De heer Veltman wijst nog eens op <|e fu
neste gevolgen van het rouleer-systeem. La
ten B. en W. nogmaals al het mogelijke in
't werk stellen om van het rouleersysteem
af te komen.
T.a.v. verlaging van de brandverzekerings
premie voor gemeente-eigendommen wordt
medegedeeld, dat deze is teruggebracht van
f 233.G0 tot f 107.60.
Een electrisch verkeerssignaal.
De Vereeniging „Algemeen Belang" te
Schagerbrug verzoekt tot plaatsing van een
electrisch verkeerssignaal bij de Grootebrug
te Schagerbrug. De vereeniging is bereid
f 25 bij te dragen in de plaatsingskosten.
De Voorzitter noemt het een mooi ver
zoek, maar één dat geen blijk geeft van
veel werkelijkheidszin. De kosten zullen
minstens f 1000 bedragen, bovendien de on
voorzichtigheid van de automobilisten is
veelal oorzaak van de voorkomende onge
vallen. Het verkeer is er niet zoo druk en
zal straks als de primaire weg klaar is, be
duidend minder worden. Spr. licht toe, dat
de gedachte oplossing practisch niet moge
lijk is.
Toch moet er wel wat gebeuren en met
het polderbestuur zal overleg gepleegd
worden over het plaatsen van waarschu
wingsborden.
De heer Bruin acht het verkeer ter plaatse
wel druk, reeds een 80-tal zandauto's pas-
seeren er. Er moet toch wat gebeuren.
De heer Doedens noemt als het groote
verkeersobstakel de koepel van het café „Het
wapen van Zijpe" De hoeken aan weerszij
den van den weg zijn veel te veel uitge
bouwd en in de toekomst zal daar aandacht
aan geschonken worden. Reeds bij voorbaat
moet de rooilijn gewijzigd worden.
De heer Jansma noemt als oplossing aan
koop van de koepel.
De heer Doorn wijst op den toestand te
St. Maartensbrug, vooral in dh toekomst.
Na eenige bespreking wordt goedgevonden
dat tot plaatsing van waarschuwingsbor
den wordt overgegaan.
Diverse verslagen kwamen in en zullen
circuleeren.
Practisch reeds aldus geregeld.
D e gezamenlijke Landarbeidersbonden
zonden een circulaire inhoudende een ver
zoek betreffende tewerkstelling van de
werklooze leden in de werkverschaffing en
verstrekking van bijslagen.
Het verzoek komt ieder jaar in en uit de
conclusies blijkt, dat practisch hier reeds
gebeurt, wat wordt gevraagd, aldus spreekt
de Voorzitter zich uit.
Dé heer Doedens bepleit nog eens dat zij
die uit werlcloozcnkassen trekken brandstof
fentoeslag krijgen. Het zal een prikkel we
zen om zich tegen werkloosheid te verzeke
ren.
De Voorzitter zegt, dat het reeds gebeurt,
alleen mag de totale uitkeering niet komen
boven het vastgestelde steunbedrag. Wij mo
gen daar niet boven gaan, want de gemeen
te krijgt een rijkssubsidie.
De heer Nannis merkt op, dat het gaat
om de gezinnen, man en vrouw of man en
vrouw en 1 kind die, een aanvulling op
hun kasuitkeering krijgen tot de steunuit-
keering.
Voor die gezinnen zou de brandstoffentoe-
slag evenwel voor rekening der gemeente
moeten blijven.
De Voorzitter zegt, dat ook in die geval
len de gemeente niet mag steunen.
De heer Veltman is het met de opvatting
van den heer Nannis eens en spr. zal daar
voor een voorstel indienen.
De Voorzitter houdt vol, dat het blijkens
schrijven van den minister ongeoorloofd is.
Het is dan toch dwaas om met een dergelijk
voorstel te komen.
De heer Veltman vindt dat niet dwaas,
de Raad kent de nooden en de Raad kan
een dergelijk besluit nemen.
De heer Doorn zegt, dat men niet alles
moet vragen.
De Voorzitter: En dan later er in loopen,
neen, daar voel ik niet voor.
Do heer Veltman stelt voor te besluiten
aan de werkloozen, die een kasuitkee
ring genieten, een brandstoftoeslag van f 1.
te geven.
De Voorzitter zegt, dat als de Raad dat be
sluit, de uitvoering pas geschiedt als het
door den Minister is goedgekeurd.
De heer Nannis meent, dat er een misver
stand is tusschen den Minister en onze mee
ning.
Het voorstel van den heer Veltman wordt
z. h. s. aangenomen en de Voorzitter zegt
dat het den Minister gevraagd zal worden.
Behandeld worden verzoeken om onthef
fing hondenbelasting, ontheffing schoolgeld
en idem vermakelijkheidsbelasting van di
verse commissies voor het houden van
kermis-volksspelen.
B. en W. achten deze laatste verzoeken
billijk, maar de wet verzet zich tegen net
verleenen van ontheffing, naar het oordeel
van den Secretaris en Voorzitter. De Wet
houders oordeelen er echter anders over en
de Raad besluit de ontheffing van verma
kelijkheidsbelasting te verleenen.
Een geldleening.
Tot betaling van de 80 van de in 1921
geschatte waarde van het schoolgebouw
en terrein van het R.K. Schoolbestuur te
't Zand (tot een bedrag van f57.600.—) stel
len B. en W. voor een annuïteitsleening
aan te gaan tegen een koers van 100 met
jaarlijksche annuïteiten van f2964.50, bere
kend naar een rentevoet van 4 1/8 De
geldleening te plaatsen bij de N.V. Alge-
meene Levensverzekering Maatschappij te
Rotterdam.
Op 't oogenblik moet worden betaald een
jaarlijksch bedrag van f4474.08.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Vastgesteld wordt het bedrag der gemeen
telijke vergoeding over 1934, voor de beide
R.K. scholen, n.1. voor 't Zand op f2937.06,
voor Burgerbrug op f867.30.
Alsvoren voor den cursus voor bijzonder
vervolgonderwijs aan de R.K. School te Bur
gerbrug, tot een bedrag van f55.12.
Onderhandsche verhuring van weiland.
B. en W. stellen voor eenige aan de ge
meente toebehoorende perceelen weiland aan
P. Kapitein onderhands te verhuren, voor
een jaar op dezelfde voorwaarden. De huur
der gaat hiermee accoord.
Aldus wordt besloten.
Voorts vragen B. en W. machtiging tot
openbare verhuring van de te Schagerbrug
gelegen landerijen voor den tijd van één
jaar.
De tegenwoordige huurder, de heer Van
Schaik, gevoelt er niet voor dat de loopen-
de huurt ij d op dezelfde voorwaarden wordt
verlengd.
Wordt goedgevonden.
Het Raadhuis te Petten.
B. en W. stellen voor om het voormalig
raadhuis te Pelten aan den openbaren
dienst te onttrekken en het ge'bouw met
bijbehoorenden grond voor de som van
f i.en onder bepaalde voorwaarden te
verkoopen aan de Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer te Petten.
Het gebouw zal gebezigd moeten worden
als vereenigingsgebouw en voor inlichtings-
bureau ten bate van het vreemdelingenver
keer. Het zal niet tot particuliere woning
bestemd worden en zal niet vervreemd
mogen worden.
Nadat de heer Jansma heeft opgemerkt,
dat het gebouw naar opbouwwaarde ver
zekerd dient te worden, wijst spr. er op,
dat het huidige stempellokaal een ruïne is
en spr. vraagt of een lokaal bij het raad
huis niet voor stempellokaal gebezigd kan
worden.
De Voorzitter zegt, dat dit aan de V.V.V.
gevraagd zal worden.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Ja a rwedde-verhoo gin g
B. en W. stellen voor, goed te keuren het
besluit van het Algemeen Weeshuis, om
•de jaarwedde van den Weesvader met f100
te verhoogen en nader te bepalen op f750,
ingaande 1 October 1936.
Goedgevonden.
Geen zaken meer met de Coöp.
Zuivelbank.
B. en W. stellen voor:
a. tot intrekking van het Raadsbesluit
van 31 Oct. 1922, waarbij de Coöp. Zuivel
bank te Alkmaar is aangewezen als bank
instelling, waarbij de Gemeente-ontvanger
overtollige kasgelden moet beleggen;
b. tot het aangaan met de Coöp. Boe
renleenbank te Schagerbrug van een re-
kening-courant-overeenkomst.
De Voorzitter licht toe dat de huidige
overeenkomst B. en W. niet langer bevre-
„Jö, kfjk eens wat een buik!"
„Ach, dat begrijp jij niet, dat is heel
modern, die man heeft een „stroomlijn!"
digde, in verband met het feit, dat de
kosten f50 per jaar bedragen en niet in
overeenstemming zijn met de gekweekte
rente. Bovendien was het lastig deze over
eenkomst buiten de gemeente te hebben
en is de rente bij de Boerenleenbank te
Schagerbrug voor het bedrag beneden
f 10.000 Vi hooger.
De heer Doedens acht het wenschelijk
dat bij het opnemen van gelden door 2 le
den van het college van B. en W. moet
worden geteekend.
De Voorzitter acht het niet noodig en het
is lastig.
De heer Veltman onderstreept de wensche-
lijkheid door den heer Doedens genoemd.
De heer Jansma wijst erop, dat de ver
antwoordelijkheid op den ontvanger rust,
het betreft hier dus een vormquaestie.
Het amendement-Doedens wordt verwor
pen met 7 tegen 3 stemmen, voor stemden
de heeren Doedens, Veltman en Doorn.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
daarna besloten.
Aangeboden wordt het verslag van den
toestand der gemeente over de jaren 1931
tot en met 1935.
De gemeentebegrooting voor 1937.
B. en W. bieden aan de Gemeentebe
grooting dienst 1937 met bijlagen, in totaal
sluitende op f"236.604.98 en met een post
onvoorzien van f 1714.16.
De Voorzitter zegt dat B. en W. er in
geslaagd zijn de bcgrooting behoorlijk slui
tend te maken zonder vrees voor nood
lijdendheid.
De heer. Doorn: En zonder belastingvar-
hooging!
De Voorzitter: Ja, zonder belastingver-
hooging.
Het subsidie aan het Burgerlijk Armbe
stuur is uitgetrokken op f 27500.
Besloten wordt tot wijziging van de Ge
meentebegrooting, dienst 1936 en vastgesteld
wordt het le suppletoir kohier der belasting
op de honden, dienst 1936.
Benoemingen.
Achtereenvolgens worden herbenoemd:
De heer C. Smit tot lid van het Burgerlijk
Armbestuur;
Mevr. S. RezelmanGrootes tot regentes van
het Algemeen Weeshuis;
de heer J. A. de Boer tot lid van de Plaat
selijke Commissie van Toezicht op het L. O.
Opnieuw worden benoemd leden van de
Commissiën tot wering van schoolverzuim.
Plaatselijk Belang te 'tZand
adresseert.
Door het Bestuur der Vereeniging Plaat
selijk Belang te 'tZand wordt verzocht:
a. Het stofvrij maken van den weg langs
de Oostzijde van het N.-H. Kanaal te
't Zand;
b. tot invoering van een ventverbod;
c. tot verbetering van de straatverlichting
te 'tZand;
d. betreffende toezicht op het aan. te leg
gen rijwielpad te 'tZand.
Het ventverbod wordt gevraagd, omdat te
F e ullleton
door Friedrich
L i n d e m a n
17)
Zegt Spurling. V^der: de poging het
registernummer weg te krabben.
Nonsens, zegt Cardigan.
Daarover moet per slot het Gerecht oor
deelen.
Maar men verdaagt regelmatig de zit
ting.
Zeker. Maar slechts om een derde reden.
En die ls?
De menschen van de „Frisco" hebben zelf
toegegeven, dat kort voor het aan boord
gaan van den stuurman Crane, nog minstens
drie menschen op de „Betty Bonn" geweest
zijn.
Aha, de theekopjes.
Juist. De tegenspraak over de plaats
van de kopjes heeft kapitein Spurling zelf
getracht goed te maken, door te spreken over
een vergissing van den stuurman. De kopjes
hadden niet op de tafel in de kajuit, maar in
het matrozenlogies gestaan. De meening, dat
drie menschen nog aan boord geweest moeten
zyn, heeft hfl echter even goed volgehouden.
Dan is toch alles in orde.
Alleen maar, waar zyn die drie men
schen gebleven?
Verdwenen.
En wat wil dat zeggen? soms over boord
gegaan? Zooals ge u misschien kunt her
inneren: de booten zyn voltallig. Of denkt
ge misschien, dat drie menschen, die kalm
zitten te ontbijten, het volgende half uur over
de reeling zullen springen?
No. Maar gij zult u misschien ook wel
herinneren, dat op dien morgen niet alleen
de „Frisco" maar ook een vreemde boot in
de nabijheid was.
Jawel, het Duitsche stoomschip „Schöne-
feld", zooals ik intusschen heb kunnen vast
stellen. Dit schip heeft niemand der „Betty
Bonn" aan boord genomen.
En de Duitsche kapitein gelooft ge eer
der dan den Amerikaansche, Spurling?
Het gaat hier niet om de geloofwaardig
heid van twee kapiteins of twee landen, maar
het Duitsche schip had reeds 120 passagiers
aan boord en is een geheim opnemen van 3
passagiei's midden op zee, onmogelijk.
Dus Spurling heeft iets uit den weg ge
ruimd.
Dat heb ik niet gezegd. Maar wanneer
bij het mij op den man af vraagt en gij prijs
stelt op mijn persoonlijke meening ik leg
wederom den nadruk op „persoonlijke" mee
ning dan ben ik inderdaad die meening
toegedaan, dat Spurling iets verduisterd
heeft.
Hij heeft daadwerkelijk de drie overleven
den aan boord genomen en ergens aan land
gezet. Als schadeloostelling voor zijn bereid
willigheid en als zwijggeld maakt hij aan
spraak op het bergloon.
Zeer interessant, en hebt gij u mis
schien ook reeds een theorie gevormd over de
noodzakelijkheid, deze drie te laten verdwe
nen?
Daarvoor heb ik niet slechts een theorie.
Daarvoor heb ik zelfs een bewijs. Aan boord
van de „Betty Bonn" is een misdaad ge
pleegd. Het mes met de bloedvlekken...
Nu begon echter de droge Amerikaan te
lachen: hij lachte en lachte of hij gekiteld
werd.
Trevor en ik keken hem aan, of hij gek
geworden was. Doch dit maakte hem nog
vroolyker. Hij sloeg met zijn handen op zijn
knieën en proeste telkens opnieuw het uit.
Hahahaha... bloed... hahahaha... olie...
hahahaha... bloed... zuiver Amerikaansche
olie...
Mij ging dit uitdagend lachen als een steek
doorde borst.
Ik keek Trevor aan. Die zat roerloos de
handen op de zijleuningen van den stoel, zijn
ellebogen omhoog, alsof hij elk oogenblik van
plan was den Consul naar de keel te vliegen.
Wat beteekent dat?
Deze lachte en lachte hem blijkbaar hart
grondig uit.
De kern van uw geweldige thorie...
hahaha... het zwaard der wrake... hahaha...
Consul!
Trevor schreeuwde hem toe, bloedrood van
woede. En op den klank van zijn stem werd
de Consul plotseling weer een en al ernst. Hij
bemerkte -wel, dat het hier meer beteekende,
dan een ongepaste grap.
Rijksadvocaat!
Snijdend zei Trevor:
Neem me niet kwalijk, maar gy schijnt
de ware toedracht te kennen.
Reeds had de Consul zijn handen weer in de
zakken.
Toch niet, Ik heb mij alleen veroorloofd
de zoogenaamde bloedvlekken op uw entermes
door den ook u bekenden apotheker Stood te
laten onderzoeken.
Het resultaat van dit onderzoek kreeg ik
een half uur geleden. Het luidt: De donker
bruine vlekken op het lemmet van het mes
zijn een vermenging van dik geworden olie,
roest en vuil.
Apotheker Stood voegde hier nog aan toe:
minstens sinds den slavenoorlog heeft het mes
geen bloed meer te zien gekregen, niet eens
ossenbloed.
Trevor zei niets op dezen hoon. Hfi verde
digde niet eens zijn rechterlijke waardigheid,
waarop hij toch anders altjjd zoo stond. Roer
loos zat hij in het donker.
Hij was zeer bleek, anstig bleek in het
groene gaslicht.
Ik was op het ergste voorbereid. Mijn hart
klopte in myn keeL
Maar Spring was tevreden met zijn goed-
koope succes.
Dus gij ziet, mijnheer de Rijksadvocaat,
dat ge ten onrechte een Amerikaansch burger
beschuldigd hebt. Ik kan niet nalaten te zeg
gen, dat het mij voorkomt, dat dit gebeurd is
op grond van een moedwillige theorie.
Ik veronderstel, dat ik thans spoedig bericht
zal krijgen over den datum van de nog steeds
uitgestelde zitting van het Admiraliteitsge
recht.
Dit was teveel voor Trevor. Hij ging stram
staan. Zijn woorden kwamen stroef, doch zeer
beheerscht ewit.
Het gaat hier niet om mijn, noch om de
theorie van wie dan ook. Wat ik u gezegd
heb, was in ieder geval mijn persoonlijke mee-
niing, waaraan gy blijkbaar niet de juiste be-
teekenis hebt willen hechten. Ik heb daaraan
niets toe te voegen. Mijn beschikkingen zullen
zooals tot op heden steeds, niet door een
meening, maar door het Gerecht gedicteerd
worden. Goeden avond, meneer de Consul
Spring.
Een buiging, vormelijk en koel. De uitge
strekte hand van den Consul zag hij niet.
Deze ging weg, onbekommerd en voldaan
als een jongen, die er van overtuigd is, den
andere een geweldigen hak te hebben gezet.
Jimmie Bolton was natuurlijk al op de
hoogte. Dat had ik ook moeilijk anders kunnen
verwachten. Maar dat hij zoo snel kon om
draaien, dat was toch een verrassing voor mij!
Reeds den volgenden middag stond hy al
weer in de Hall van zijn Hotel onder de blik
ken palmen en hield een redevoering tot zyn
vrienden. Jimmie Bolston was verontwaar
digd:
Het bly'ft een schande, een niet af was-
schen schande, ons zoo onder de oogen der
geheele wereld, geblameerd te hebben.
De barometer te Gibraltar stond dus voor
Trevor wederom op storm.
Toen de geschiedenis met het mes, of wat
het dan ook was, bekend werd, ja, eigenlijk
tot gisteren nog, heb ik gedacht: „die Trevor,
alle achting hoor, dat ls toch een kerel. Maar
nu dit weer... gaf Mac Cannister openlijk
toe."
Maar Mac Cannister was nog niet zoo heel
lang in Gibraltar, daarom zei hij ook vaak
nonsens.
Anders had hij moeten weten, dat dat juist
de kwestie was: haar hadden ze nu hun oor-
spronkelijken afkeer van Trevor overwonnen,
hadden hem voor twee dagen nog als een ech
ten Brit, ja, zelfs bijna als een nationalen held
gevierd, en nu deze blamage.
Wij zijn antuurlijk stomverslagen, natuur
lijk. Maar zooiets zegt men toch niet Mac!
Wat my betreft, ik heb nooit echt geloofd
aan dezen merkwaardigen meneer Trevor met
zijn broodmes, bromde Kapitein Conway en
klemde zyn oogglas vaster in het oog. Zoo'n
kerel behoort tegen den muur gezet te worden
of op de Fidschi-eilanden.
Trouwens ik ben vanmorgen dezen kapi
tein tegengekomen, dezen kapitein Spurling
van de „Frisco". Buitengewoon beleefd mensoh,
ik begrijp niet goed, hoe men op zoo'n ge
dachte kan komen. Zooveel menschenkennis
mag men toch wel by een jurist, een Rijks
advocaat, verwachten.
Daarom hoort hij hier ook niet thuis.
Daarom is hy ook 'eigenlijk een beleediging,
een slag in 't gezicht. Boycotten moest men
dezen man. Een aanklacht tegen hem indienen
by den Minister van Justitie. Gibraltar is een
eere-zaak, Gibraltar is de sleutel der Sngel-
sche wereldmacht. Gibraltar mag zulke on-
welvoegeiykheden niet dulden. Gibraltar is de
toets voor werkelijke kennis.
En wanneer Londen dat niet inziet, dan
moeten wij inwoners, onze stem verheffen...
En dus verhief Jimmie Bolston opnieuw
zyn stem in het „Bristol-parlement". De drie
anderen zaten erbij, knikten en bewonderden
hem: toch een duivelskerel, die Bolston, zoo
als die steeds zijn woorden bij elkaar wist te
zoeken.
(Wordt vervolgd.)