RAAD ZIJPE De strijd om de „Betty Bonn" De controle op de werk- loozen werkt uitmuntend. En niet ten koste van bona fide werkloozen. - De sa menstelling van commis sies - Geen electrisch ver- keerssignaal. - De brand- stoffentoeslag aan werk loozen. - Een geldleening. Het voormalige raadhuis aan de V.V.V. te Petten. - De rekening-courant-over- eenkomst met de Coöp. Zuivelbank te Alkmaar op gezegd. De begrooting 1937 aange boden. Geen vrees voor noodlij dendheid en geen belas- tingverhooging. De wenschen van Plaatse lijk Belang te 't Zand. - Nieuwe verordeningen. Vergadering van den Raad op Dinsdag 8 September 1936. des voormiddags half 10 uur. Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart, bur gemeester; secretaris de heer J. A. de Boer. Afwezig is de heer P. de Boer, wegens ongesteldheid. De Voorzitter spreekt den wensch uit, dat hij weer spoedig hersteld moge zijn. Een bijzonder welkom richt snr. tot den heer Doedens, die ernstig ongesteld is geweest. De notulen worden onveranderd vastge steld. Mededeelingen. Van een groot aantal mededeelingen en ingekomen stukken vermelden we, dat Ged. Staten bericht zonden, dat van hun college geen voorstel tot vereeniging van de gemeenten Zijpe en Callantsoog is te •verwachten. De heer Doorn vraagt hoe het nu gaat met de afrekening van de ter zake ge maakte onkosten. De Voorzitter zegt dat iedere gemeente haar eigen kosten betaalt. Die zijn voor onze gemeente echter niet groot. De heer Doorn vindt ze toch nogal be langrijk en het was te voorzien dat ze toch geen vruchten zouden afwerpen. De Voorzitter zegt dat wel eens meer uitgaven worden gedaan, die achteraf niet noodig bleken. Spr. begrijpt niet wat de heer Doorn met zijn opmerking voor heeft; het lijkt spr. beter verder over deze zaak niet te spreken. Voor de vacature Hoofd der O. L. school te Schagerbrug zijn 69 sollicitatiën inge komen. Omtrent de samenstelling van de Plaat selijke Commissie van advies van het Mid- denstandsborgstellingsfonds Hollands Noor derkwartier doet. de Voorzitter mededee- ling. (Reeds eerder door ons medegedeeld). Eveneens wordt mededeeling gedaan over de samenstelling van de Commissie ter be oordeeling van de te verleenen bijdragen in de contributie van het Ziekenfonds en van de Plaatselijke Commissie van Samen werking voor Bijzondere Nooden. Aan de commissie is toegevoegd de heer Kraakman, verder is geoordeeld dat waar er reeds een katholiek iq de commissie zitting had, het niet noodig was, dat een lid van het R.K. Armbestuur zitting had. De heer Doedens uit daarover zijn te leurstelling, de Voorzitter heeft zelf in de vorige vergadering reeds medegedeeld, dat het gewenscht was, dat de heer Van der Sluijs, als voorzitter van het Armbestuur, zitting had. De heer Veltman merkt op dat het in deze zaak niet gaat om armlastigen. De Voorzitter onderschrijft deze opmer king. De heer Doedens weerspreekt dit. Armen zorg heeft de meeste bekendheid in deze zaak, de heeren Van der Sluijs en Blom kennen als leden van het Armbestuur 't best de nooden vqn de burgerij. De heer Bruin zegt dat de heer Meijer goed op de hoogte is met den toestand in de gemeente en heeft in hom alle vertrou wen. De heer Dignum beaamt dit, maar toch gevoelt spr. voor het standpunt van den heer Doedens. De heer Veltman zegt dat het juist de bedoeling van den Minister is geweest, de menschen uit de armlastigheid te houden. Het zelfde is toch met de werkloosheid het geval, in die commissie is ook geen arm voogd benoemd. B. en W. nemen deze zaak terug en zullen haar in de volgende vergadering opnieuw ter tafel brengen. Bij de mededeeling over de samenstel ling van de Plaatselijke Commissie van Samenwerking voor Bijzondere Nooden, merkt de heer Blom op, dat de Doopsge zinde Diaconie te Zuid-Zijpe nooit iets geeft aan de armen en toch is deze instel ling in genoemde commissie vertegen woordigd. De heer Dignum zegt dat aan particuliere instellingen niet de verplichting kan wor den opgelegd voor de armen te zorgen, dat is de plicht van het Rijk. Wat doet de S.D.A.P. voor de armen? De heer Veltman: Dat is een politieke vereeniging. Van J. Henstra was een verzoek inge komen om vergoeding ingevolge art. 13 der L.O.- wet 1920. Het kind is pas 8 Januari 1937 leerplich tig en de heer Henstra is inmiddels uit de gemeente vertrokken. Van den Minister van Sociale Zaken was een schrijven ingekomen betreffende de controle op werkloozen. Z. E. gaat ac- coord met het hieromtrent door den Raad genomen besluit. De controle werkt reeds en naar de Voor zitter opmerkt, zeer naar genoegen. Het sa laris van f700 voor den controleur is er reeds uit gekomen. De heer Veltman vraagt zich af, of dit niet ten koste van de werkloozen is. De Voorzitter zegt van niet ten koste van de bona-fide werkloozen. De heer Veltman betwijfelt dit, maar zal er straks nog wel over spreken. De heer Doorn kan. ook niet gelooven, dat er zooveel ten onrechte door de werk loozen zou zijn ontvangen. De Voorzitter zegt dat als het. een tientje per week is, het reeds f520 per jaar is. Ver der kan spr. er in 't openbaar niet over spreken. Inzake de werkverschaffing door Zijpe en Hazepolder wordt medegedeeld, dat het pol derbestuur bereid is 65 in de kosten bij te dragen de 10 die na een overheids subsidie van 90 blijft, te betalen. Door B. en W. is getracht van het. polder bestuur een hoogcre subsidie te verkrijgen, teneinde van het rouleersysteem vrijgesteld te worden. De heer Dignum oordeelt, dat het schrij ven van het polderbestuur niet weergeeft de bespreking door de molenmeesters ge voerd. Diverse opmerkingen worden gemaakt, maar meer dan eens wordt opgemerkt, dat men over deze zaak in 't openbaar niet te veel moet zeggen. De heer Veltman wijst nog eens op <|e fu neste gevolgen van het rouleer-systeem. La ten B. en W. nogmaals al het mogelijke in 't werk stellen om van het rouleersysteem af te komen. T.a.v. verlaging van de brandverzekerings premie voor gemeente-eigendommen wordt medegedeeld, dat deze is teruggebracht van f 233.G0 tot f 107.60. Een electrisch verkeerssignaal. De Vereeniging „Algemeen Belang" te Schagerbrug verzoekt tot plaatsing van een electrisch verkeerssignaal bij de Grootebrug te Schagerbrug. De vereeniging is bereid f 25 bij te dragen in de plaatsingskosten. De Voorzitter noemt het een mooi ver zoek, maar één dat geen blijk geeft van veel werkelijkheidszin. De kosten zullen minstens f 1000 bedragen, bovendien de on voorzichtigheid van de automobilisten is veelal oorzaak van de voorkomende onge vallen. Het verkeer is er niet zoo druk en zal straks als de primaire weg klaar is, be duidend minder worden. Spr. licht toe, dat de gedachte oplossing practisch niet moge lijk is. Toch moet er wel wat gebeuren en met het polderbestuur zal overleg gepleegd worden over het plaatsen van waarschu wingsborden. De heer Bruin acht het verkeer ter plaatse wel druk, reeds een 80-tal zandauto's pas- seeren er. Er moet toch wat gebeuren. De heer Doedens noemt als het groote verkeersobstakel de koepel van het café „Het wapen van Zijpe" De hoeken aan weerszij den van den weg zijn veel te veel uitge bouwd en in de toekomst zal daar aandacht aan geschonken worden. Reeds bij voorbaat moet de rooilijn gewijzigd worden. De heer Jansma noemt als oplossing aan koop van de koepel. De heer Doorn wijst op den toestand te St. Maartensbrug, vooral in dh toekomst. Na eenige bespreking wordt goedgevonden dat tot plaatsing van waarschuwingsbor den wordt overgegaan. Diverse verslagen kwamen in en zullen circuleeren. Practisch reeds aldus geregeld. D e gezamenlijke Landarbeidersbonden zonden een circulaire inhoudende een ver zoek betreffende tewerkstelling van de werklooze leden in de werkverschaffing en verstrekking van bijslagen. Het verzoek komt ieder jaar in en uit de conclusies blijkt, dat practisch hier reeds gebeurt, wat wordt gevraagd, aldus spreekt de Voorzitter zich uit. Dé heer Doedens bepleit nog eens dat zij die uit werlcloozcnkassen trekken brandstof fentoeslag krijgen. Het zal een prikkel we zen om zich tegen werkloosheid te verzeke ren. De Voorzitter zegt, dat het reeds gebeurt, alleen mag de totale uitkeering niet komen boven het vastgestelde steunbedrag. Wij mo gen daar niet boven gaan, want de gemeen te krijgt een rijkssubsidie. De heer Nannis merkt op, dat het gaat om de gezinnen, man en vrouw of man en vrouw en 1 kind die, een aanvulling op hun kasuitkeering krijgen tot de steunuit- keering. Voor die gezinnen zou de brandstoffentoe- slag evenwel voor rekening der gemeente moeten blijven. De Voorzitter zegt, dat ook in die geval len de gemeente niet mag steunen. De heer Veltman is het met de opvatting van den heer Nannis eens en spr. zal daar voor een voorstel indienen. De Voorzitter houdt vol, dat het blijkens schrijven van den minister ongeoorloofd is. Het is dan toch dwaas om met een dergelijk voorstel te komen. De heer Veltman vindt dat niet dwaas, de Raad kent de nooden en de Raad kan een dergelijk besluit nemen. De heer Doorn zegt, dat men niet alles moet vragen. De Voorzitter: En dan later er in loopen, neen, daar voel ik niet voor. Do heer Veltman stelt voor te besluiten aan de werkloozen, die een kasuitkee ring genieten, een brandstoftoeslag van f 1. te geven. De Voorzitter zegt, dat als de Raad dat be sluit, de uitvoering pas geschiedt als het door den Minister is goedgekeurd. De heer Nannis meent, dat er een misver stand is tusschen den Minister en onze mee ning. Het voorstel van den heer Veltman wordt z. h. s. aangenomen en de Voorzitter zegt dat het den Minister gevraagd zal worden. Behandeld worden verzoeken om onthef fing hondenbelasting, ontheffing schoolgeld en idem vermakelijkheidsbelasting van di verse commissies voor het houden van kermis-volksspelen. B. en W. achten deze laatste verzoeken billijk, maar de wet verzet zich tegen net verleenen van ontheffing, naar het oordeel van den Secretaris en Voorzitter. De Wet houders oordeelen er echter anders over en de Raad besluit de ontheffing van verma kelijkheidsbelasting te verleenen. Een geldleening. Tot betaling van de 80 van de in 1921 geschatte waarde van het schoolgebouw en terrein van het R.K. Schoolbestuur te 't Zand (tot een bedrag van f57.600.—) stel len B. en W. voor een annuïteitsleening aan te gaan tegen een koers van 100 met jaarlijksche annuïteiten van f2964.50, bere kend naar een rentevoet van 4 1/8 De geldleening te plaatsen bij de N.V. Alge- meene Levensverzekering Maatschappij te Rotterdam. Op 't oogenblik moet worden betaald een jaarlijksch bedrag van f4474.08. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Vastgesteld wordt het bedrag der gemeen telijke vergoeding over 1934, voor de beide R.K. scholen, n.1. voor 't Zand op f2937.06, voor Burgerbrug op f867.30. Alsvoren voor den cursus voor bijzonder vervolgonderwijs aan de R.K. School te Bur gerbrug, tot een bedrag van f55.12. Onderhandsche verhuring van weiland. B. en W. stellen voor eenige aan de ge meente toebehoorende perceelen weiland aan P. Kapitein onderhands te verhuren, voor een jaar op dezelfde voorwaarden. De huur der gaat hiermee accoord. Aldus wordt besloten. Voorts vragen B. en W. machtiging tot openbare verhuring van de te Schagerbrug gelegen landerijen voor den tijd van één jaar. De tegenwoordige huurder, de heer Van Schaik, gevoelt er niet voor dat de loopen- de huurt ij d op dezelfde voorwaarden wordt verlengd. Wordt goedgevonden. Het Raadhuis te Petten. B. en W. stellen voor om het voormalig raadhuis te Pelten aan den openbaren dienst te onttrekken en het ge'bouw met bijbehoorenden grond voor de som van f i.en onder bepaalde voorwaarden te verkoopen aan de Vereeniging voor Vreem delingenverkeer te Petten. Het gebouw zal gebezigd moeten worden als vereenigingsgebouw en voor inlichtings- bureau ten bate van het vreemdelingenver keer. Het zal niet tot particuliere woning bestemd worden en zal niet vervreemd mogen worden. Nadat de heer Jansma heeft opgemerkt, dat het gebouw naar opbouwwaarde ver zekerd dient te worden, wijst spr. er op, dat het huidige stempellokaal een ruïne is en spr. vraagt of een lokaal bij het raad huis niet voor stempellokaal gebezigd kan worden. De Voorzitter zegt, dat dit aan de V.V.V. gevraagd zal worden. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Ja a rwedde-verhoo gin g B. en W. stellen voor, goed te keuren het besluit van het Algemeen Weeshuis, om •de jaarwedde van den Weesvader met f100 te verhoogen en nader te bepalen op f750, ingaande 1 October 1936. Goedgevonden. Geen zaken meer met de Coöp. Zuivelbank. B. en W. stellen voor: a. tot intrekking van het Raadsbesluit van 31 Oct. 1922, waarbij de Coöp. Zuivel bank te Alkmaar is aangewezen als bank instelling, waarbij de Gemeente-ontvanger overtollige kasgelden moet beleggen; b. tot het aangaan met de Coöp. Boe renleenbank te Schagerbrug van een re- kening-courant-overeenkomst. De Voorzitter licht toe dat de huidige overeenkomst B. en W. niet langer bevre- „Jö, kfjk eens wat een buik!" „Ach, dat begrijp jij niet, dat is heel modern, die man heeft een „stroomlijn!" digde, in verband met het feit, dat de kosten f50 per jaar bedragen en niet in overeenstemming zijn met de gekweekte rente. Bovendien was het lastig deze over eenkomst buiten de gemeente te hebben en is de rente bij de Boerenleenbank te Schagerbrug voor het bedrag beneden f 10.000 Vi hooger. De heer Doedens acht het wenschelijk dat bij het opnemen van gelden door 2 le den van het college van B. en W. moet worden geteekend. De Voorzitter acht het niet noodig en het is lastig. De heer Veltman onderstreept de wensche- lijkheid door den heer Doedens genoemd. De heer Jansma wijst erop, dat de ver antwoordelijkheid op den ontvanger rust, het betreft hier dus een vormquaestie. Het amendement-Doedens wordt verwor pen met 7 tegen 3 stemmen, voor stemden de heeren Doedens, Veltman en Doorn. Conform het voorstel van B. en W. wordt daarna besloten. Aangeboden wordt het verslag van den toestand der gemeente over de jaren 1931 tot en met 1935. De gemeentebegrooting voor 1937. B. en W. bieden aan de Gemeentebe grooting dienst 1937 met bijlagen, in totaal sluitende op f"236.604.98 en met een post onvoorzien van f 1714.16. De Voorzitter zegt dat B. en W. er in geslaagd zijn de bcgrooting behoorlijk slui tend te maken zonder vrees voor nood lijdendheid. De heer. Doorn: En zonder belastingvar- hooging! De Voorzitter: Ja, zonder belastingver- hooging. Het subsidie aan het Burgerlijk Armbe stuur is uitgetrokken op f 27500. Besloten wordt tot wijziging van de Ge meentebegrooting, dienst 1936 en vastgesteld wordt het le suppletoir kohier der belasting op de honden, dienst 1936. Benoemingen. Achtereenvolgens worden herbenoemd: De heer C. Smit tot lid van het Burgerlijk Armbestuur; Mevr. S. RezelmanGrootes tot regentes van het Algemeen Weeshuis; de heer J. A. de Boer tot lid van de Plaat selijke Commissie van Toezicht op het L. O. Opnieuw worden benoemd leden van de Commissiën tot wering van schoolverzuim. Plaatselijk Belang te 'tZand adresseert. Door het Bestuur der Vereeniging Plaat selijk Belang te 'tZand wordt verzocht: a. Het stofvrij maken van den weg langs de Oostzijde van het N.-H. Kanaal te 't Zand; b. tot invoering van een ventverbod; c. tot verbetering van de straatverlichting te 'tZand; d. betreffende toezicht op het aan. te leg gen rijwielpad te 'tZand. Het ventverbod wordt gevraagd, omdat te F e ullleton door Friedrich L i n d e m a n 17) Zegt Spurling. V^der: de poging het registernummer weg te krabben. Nonsens, zegt Cardigan. Daarover moet per slot het Gerecht oor deelen. Maar men verdaagt regelmatig de zit ting. Zeker. Maar slechts om een derde reden. En die ls? De menschen van de „Frisco" hebben zelf toegegeven, dat kort voor het aan boord gaan van den stuurman Crane, nog minstens drie menschen op de „Betty Bonn" geweest zijn. Aha, de theekopjes. Juist. De tegenspraak over de plaats van de kopjes heeft kapitein Spurling zelf getracht goed te maken, door te spreken over een vergissing van den stuurman. De kopjes hadden niet op de tafel in de kajuit, maar in het matrozenlogies gestaan. De meening, dat drie menschen nog aan boord geweest moeten zyn, heeft hfl echter even goed volgehouden. Dan is toch alles in orde. Alleen maar, waar zyn die drie men schen gebleven? Verdwenen. En wat wil dat zeggen? soms over boord gegaan? Zooals ge u misschien kunt her inneren: de booten zyn voltallig. Of denkt ge misschien, dat drie menschen, die kalm zitten te ontbijten, het volgende half uur over de reeling zullen springen? No. Maar gij zult u misschien ook wel herinneren, dat op dien morgen niet alleen de „Frisco" maar ook een vreemde boot in de nabijheid was. Jawel, het Duitsche stoomschip „Schöne- feld", zooals ik intusschen heb kunnen vast stellen. Dit schip heeft niemand der „Betty Bonn" aan boord genomen. En de Duitsche kapitein gelooft ge eer der dan den Amerikaansche, Spurling? Het gaat hier niet om de geloofwaardig heid van twee kapiteins of twee landen, maar het Duitsche schip had reeds 120 passagiers aan boord en is een geheim opnemen van 3 passagiei's midden op zee, onmogelijk. Dus Spurling heeft iets uit den weg ge ruimd. Dat heb ik niet gezegd. Maar wanneer bij het mij op den man af vraagt en gij prijs stelt op mijn persoonlijke meening ik leg wederom den nadruk op „persoonlijke" mee ning dan ben ik inderdaad die meening toegedaan, dat Spurling iets verduisterd heeft. Hij heeft daadwerkelijk de drie overleven den aan boord genomen en ergens aan land gezet. Als schadeloostelling voor zijn bereid willigheid en als zwijggeld maakt hij aan spraak op het bergloon. Zeer interessant, en hebt gij u mis schien ook reeds een theorie gevormd over de noodzakelijkheid, deze drie te laten verdwe nen? Daarvoor heb ik niet slechts een theorie. Daarvoor heb ik zelfs een bewijs. Aan boord van de „Betty Bonn" is een misdaad ge pleegd. Het mes met de bloedvlekken... Nu begon echter de droge Amerikaan te lachen: hij lachte en lachte of hij gekiteld werd. Trevor en ik keken hem aan, of hij gek geworden was. Doch dit maakte hem nog vroolyker. Hij sloeg met zijn handen op zijn knieën en proeste telkens opnieuw het uit. Hahahaha... bloed... hahahaha... olie... hahahaha... bloed... zuiver Amerikaansche olie... Mij ging dit uitdagend lachen als een steek doorde borst. Ik keek Trevor aan. Die zat roerloos de handen op de zijleuningen van den stoel, zijn ellebogen omhoog, alsof hij elk oogenblik van plan was den Consul naar de keel te vliegen. Wat beteekent dat? Deze lachte en lachte hem blijkbaar hart grondig uit. De kern van uw geweldige thorie... hahaha... het zwaard der wrake... hahaha... Consul! Trevor schreeuwde hem toe, bloedrood van woede. En op den klank van zijn stem werd de Consul plotseling weer een en al ernst. Hij bemerkte -wel, dat het hier meer beteekende, dan een ongepaste grap. Rijksadvocaat! Snijdend zei Trevor: Neem me niet kwalijk, maar gy schijnt de ware toedracht te kennen. Reeds had de Consul zijn handen weer in de zakken. Toch niet, Ik heb mij alleen veroorloofd de zoogenaamde bloedvlekken op uw entermes door den ook u bekenden apotheker Stood te laten onderzoeken. Het resultaat van dit onderzoek kreeg ik een half uur geleden. Het luidt: De donker bruine vlekken op het lemmet van het mes zijn een vermenging van dik geworden olie, roest en vuil. Apotheker Stood voegde hier nog aan toe: minstens sinds den slavenoorlog heeft het mes geen bloed meer te zien gekregen, niet eens ossenbloed. Trevor zei niets op dezen hoon. Hfi verde digde niet eens zijn rechterlijke waardigheid, waarop hij toch anders altjjd zoo stond. Roer loos zat hij in het donker. Hij was zeer bleek, anstig bleek in het groene gaslicht. Ik was op het ergste voorbereid. Mijn hart klopte in myn keeL Maar Spring was tevreden met zijn goed- koope succes. Dus gij ziet, mijnheer de Rijksadvocaat, dat ge ten onrechte een Amerikaansch burger beschuldigd hebt. Ik kan niet nalaten te zeg gen, dat het mij voorkomt, dat dit gebeurd is op grond van een moedwillige theorie. Ik veronderstel, dat ik thans spoedig bericht zal krijgen over den datum van de nog steeds uitgestelde zitting van het Admiraliteitsge recht. Dit was teveel voor Trevor. Hij ging stram staan. Zijn woorden kwamen stroef, doch zeer beheerscht ewit. Het gaat hier niet om mijn, noch om de theorie van wie dan ook. Wat ik u gezegd heb, was in ieder geval mijn persoonlijke mee- niing, waaraan gy blijkbaar niet de juiste be- teekenis hebt willen hechten. Ik heb daaraan niets toe te voegen. Mijn beschikkingen zullen zooals tot op heden steeds, niet door een meening, maar door het Gerecht gedicteerd worden. Goeden avond, meneer de Consul Spring. Een buiging, vormelijk en koel. De uitge strekte hand van den Consul zag hij niet. Deze ging weg, onbekommerd en voldaan als een jongen, die er van overtuigd is, den andere een geweldigen hak te hebben gezet. Jimmie Bolton was natuurlijk al op de hoogte. Dat had ik ook moeilijk anders kunnen verwachten. Maar dat hij zoo snel kon om draaien, dat was toch een verrassing voor mij! Reeds den volgenden middag stond hy al weer in de Hall van zijn Hotel onder de blik ken palmen en hield een redevoering tot zyn vrienden. Jimmie Bolston was verontwaar digd: Het bly'ft een schande, een niet af was- schen schande, ons zoo onder de oogen der geheele wereld, geblameerd te hebben. De barometer te Gibraltar stond dus voor Trevor wederom op storm. Toen de geschiedenis met het mes, of wat het dan ook was, bekend werd, ja, eigenlijk tot gisteren nog, heb ik gedacht: „die Trevor, alle achting hoor, dat ls toch een kerel. Maar nu dit weer... gaf Mac Cannister openlijk toe." Maar Mac Cannister was nog niet zoo heel lang in Gibraltar, daarom zei hij ook vaak nonsens. Anders had hij moeten weten, dat dat juist de kwestie was: haar hadden ze nu hun oor- spronkelijken afkeer van Trevor overwonnen, hadden hem voor twee dagen nog als een ech ten Brit, ja, zelfs bijna als een nationalen held gevierd, en nu deze blamage. Wij zijn antuurlijk stomverslagen, natuur lijk. Maar zooiets zegt men toch niet Mac! Wat my betreft, ik heb nooit echt geloofd aan dezen merkwaardigen meneer Trevor met zijn broodmes, bromde Kapitein Conway en klemde zyn oogglas vaster in het oog. Zoo'n kerel behoort tegen den muur gezet te worden of op de Fidschi-eilanden. Trouwens ik ben vanmorgen dezen kapi tein tegengekomen, dezen kapitein Spurling van de „Frisco". Buitengewoon beleefd mensoh, ik begrijp niet goed, hoe men op zoo'n ge dachte kan komen. Zooveel menschenkennis mag men toch wel by een jurist, een Rijks advocaat, verwachten. Daarom hoort hij hier ook niet thuis. Daarom is hy ook 'eigenlijk een beleediging, een slag in 't gezicht. Boycotten moest men dezen man. Een aanklacht tegen hem indienen by den Minister van Justitie. Gibraltar is een eere-zaak, Gibraltar is de sleutel der Sngel- sche wereldmacht. Gibraltar mag zulke on- welvoegeiykheden niet dulden. Gibraltar is de toets voor werkelijke kennis. En wanneer Londen dat niet inziet, dan moeten wij inwoners, onze stem verheffen... En dus verhief Jimmie Bolston opnieuw zyn stem in het „Bristol-parlement". De drie anderen zaten erbij, knikten en bewonderden hem: toch een duivelskerel, die Bolston, zoo als die steeds zijn woorden bij elkaar wist te zoeken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6