De dans van de lotosbloem
Hoopvolle verwachting voor
de wintersportbeoefenaars
De reuzendiamant als
kogel des doods
KORT VERHAAL
Het is weer winter. Hoe zal het
weer worden? Zullen wij de ver
langde sneeuw krijgen? Deze
vraag leeft in de harten van alle
wintersportliefhebbers! De vrien
den v. d. ski- en bosleesport zul
len het op prijs stellen van des
kundige zijde iets over de voor
uitzichten voor dezen winter te
.vernemen.
De sneeuw beteekent voor tallooze bergbe
woners een broodwinning. Als zij in het be
gin van den winter met bezorgde blik naar
de lucht kijken, heeft dit al een bijzondere re
den. Iedere dalbewoner weet dat voor hem
en de overige bewoners van het gebergte, de
winter een bron van inkomsten geworden
is, die voor het grootste deel van het jaar
in htm levensonderhoud moet voorzien, en
hoewel men iederen winter kan rekenen op
een groot aantal gasten voor de wintersport
in elk gebied, dat daarvoor geschikt is,
hangt het toch van het weer af, of het be
zoek zóó groot wordt, dat het inderdaad een
yerdienste voor den bergbewoner beteekent
In dit opzicht hebben de laatste jaren
groote teleurstellingen gebracht. Evenals de
laatste zomers, behalve dan de zomer van
1936, weinig regen brachten, zijn ook de
winters vanaf 1931 zeer arm aan sneeuw ge
weest, en hebben vooral in het groote sei
zoen, dat duurt van half December tot en
met Februari, niet aan de verwachtingen
beantwoord. Zelfs in internationaal bekende
wintersportgebieden gingen de wedstrijden
die men georganiseerd had, niet door. Der
gelijke storingen in de weersgesteldheid zijn
niet alleen een belemmering voor de sport-
feesten, maar zij brengen vooral den maat
schappelijk afhankelijken bewoner een groot
yerlies.
De periode der sneeuwarme winters is mis
schien beëindigd! De ommekeer in den
weerstoestand is eigenlijk al in den vorigen
winter ingetreden, toen tegelijkertijd niet
het toenemende maximum van zonnevlek
ken, dat in 1939 te verwachten is, een groo-
tere neerslag intrad, die in Februari 1936 ge
durende de Olympische Winterspelen tot een
enorme sneeuwval in de Beiersche Alpen
leidde. Maar ook de overige sneeuwsport-
gebieden profiteerden toen veertien dagen
.van de sneeuw.
Naar de algemeene weerstoestand van de
laatste maanden te oordeelen, die natuur
lijk maar zeer beperkte gevolgtrekkingen
.voor de toekomst toelaat, zal de grootere
neerslag van den afgeloopen zomer en
herfst in de komende winterweken aan
houden, ja zelfs toenemen. Het valt echter
moeilijk te zeggen, wanneer deze sneeuw
val zal zijn. Juist in het klimaat van Mid
den-Europa komen groote verschillen
voor. maar wij mogen verwachten, dat zich
reeds betrekkelijk vroeg, tenminste in stre
ken hooger dan 1000 Meter, een duurzame
sneeuwlaag vormt.
Het komt vooral aan op den neerslag. De
meening, dat bij een goed wintersport jaar
een koude en strenge winter hoort, moet
sterk worden tegengesproken. Het karakter
.van den winter is in dit opzicht voor de
vorming van sneeuwlagen in het gebergte
niet beslissend, maar het komt op den rijk
dom aan neerslag van den winter aan. Al
is een winter op het vlakke land in het al
gemeen nogal mild, dan beteekent dat voor
het gebergte, waar met hoogten van meer
dan 100 Meter rekening moet worden ge
houden, iets geheel anders. Wij moeten niet
vergeten, dat de temperatuur elke 100 Me
ter één graad warmte verliest. Wanneer wij
dus in de vlakte regen hebben bij een tem
peratuur van 5 graden, dan zal reeds in 'n
gebergte met een hoogte van 600 M. i.p.v.
regen sneeuw vallen en de barometer 0 tot 1
gr. vorst aanwijzen. Wanneer 't weer er dus
in het vlakke land troosteloos uitziet, be
hoeft de wintersportliefhebber zich daarom
in het geheel niet te bekommeren, want hij
weet, dat hij in het gebergte een flinke laag
sneeuw zal aantreffen.
Als wij nu verder in aanmerking nemen,
dat de normale gemiddelde temperatuur op
het vlakke land gedurende December 1.0
graad, in Januari 0, en in Februari 1 a 2
graden bedraagt, dan kan men gemakkelijk
hieruit afleiden, dat de temperaturen van de
bekende sportgebieden onder nul liggen.
Het is waar, dat de West-Duische sport
gebieden minder begunstigd zijn, daar ze
op de plaats liggen, waar de warme lucht-
stroomen van den Oceaan het land binnen
komen. Met een gemiddelde hoogte van 600
a 800 Meter benoorden de West-Duitsche ber
gen nog tot die luchtstreek, die kan wor
den beinvloed door dooi weer, terwijl bij ber
gen van meer dan 1000 Meter een totale om
slag van het weer, het smelten van de
sneeuw tot gevolg heeft. In dit opzicht is het
Zuid-Duitsche gebergte gunstiger gelegen
voor de wintersport, omdat aan den eenen
kant de wintersportplaatsen aanzienlijk hoo
ger liggen dan de West-Duitsche en zij aan
den anderen kant minder last hebben van
den invloed van den Oceaan.
Overigens kan men de slechte reputatie,
die de Westenwind in den winter heeft, n.1.
dat hij dooi veroorzaakt, niet laten gelden
voor de bergstreken. Al is de Westenwind op
het vlakke land gewoonlijk een zachte zee
wind, die zelfs in Januari een temperatuur
stijging van minstens 7 graden kan veroor
zaken, heeft in het gebergte dezelfde lucht
stroom door de lagere temperatuur daar bo
ven, slechts een geringe stijging tot gevolg.
Als de Westenwind in de vlakte dooi en re
gen brengt, dan beteekent dit voor de berg
streken, vooral boven de 1000 Meter, dat men
spoedig sneeuw verwachten kan.
Men kan erop rekenen dat de voorwaarden
voor de wintersport dezen winter veel gun
stiger zullen zijn, dan in de afgeloopen ja
ren. Niet gezien van het standpunt, dat de
winter 1936—1937 beslist koud en langdu
rig zal zijn, maar op grond van de mogelijk
heid, dat de aan neerslag arme periode ten
einde is en in den winter de regenval zal
aanhouden, die wij dezen zomer reeds had
den. Dan zal de regen in de vlakte, in over
eenstemming met de temperatuursdaling,
die afhankelijk is van de hoogte, in de Duit-
sche Middel- en Hooggebergten overwegend
in den vorm van sneeuw neervallen, en
dan zouden wij de wintersportvrienden een
welgemeend „Skiheil!" kunnen toeroepen.
DE WAANZINNIGE WEDDENSCHAP
IN DE MANHATTAN-CLUB.
Een goede afloop van een treu
rige sensatie. Een werkloos
timmerman ontvangt onver
wachts 10.000 dollar. Als den
millionnairszonen het geld van
hun vader naar het hoofd stijgt.
Eenige dagen geleden ontving de werk-
looze timmerman Jozeph Ruzcika onver
wacht 10.000 dollar. Dit is het eenige heuge
lijke van deze waanzinnige weddenschap
van twee millionnairszoons.
Vroeger tien jaar geleden lag het geld
tenminste voor de „upper ten" als het
ware op straat. Iedere zaak, die ze begon
nen bracht schatten op. En tegelijkertijd
met deze geldzegen kwam de verkwisting,
de zucht naar sensatie.
Vooral de zoons van deze multimillion-
nairs werden door deze waanzinnige harts
tocht opgezweept. Het waren jonge men-
schen, die weliswaar zelf nog geen cent
verdiend hadden maar die door het geld
van hun vader hun verstand verloren.
Het verzamelpunt van deze jonge heeren
was toentertijd de Manhattan'Club en
hier begon ook de geschiedenis van deze
waanzinnige weddenschap.
Op een avond zaten twee vrienden, Hen-
ry Holmes en John van Driberg tegenover
elkaar in de Manhattan-Club, beide zoons
van millionnairs.
Ze hadden genoeg van de vermaken van
het leven, en hun eenige hartstocht als
ze dat begrip kenden was hun mede-
menschen te tractoeren op sensaties. Wat
kan de wereld ons nog bieden?... meende
Henry Holmes. Wat. zou je ervan zeggen
als we, nu we toch genoeg hebben van
deze wereld eens een zelfmoord-wedden
schap zouden aangaan? De voorwaarden
kunnen we wel daar ginds in het kantoor
opstellen...
Zoo gezegd, zoo gedaan! In het kantoor
schaarden zich een aantal vrienden om
de beide levensmoede millionnairszoons,
die nu inderdaad begonnen de plotselinge
inval om te zetten in een precies omlijn
de vorm van een weddenschap: Ieder
moest een bedrag van 5000 dolar betalen.
Binnen een week moesten beide zelfmoord
gepleegd hebben. Degeen die de grootste
sensatie veroorzaakte en de meest origi
neels manier van zelfmoord bedacht hqd
de weddenschap gewonnen.
Hoe kan echter iemand winnen als de
beide partijen dood waren?"
De vindingrijke heeren wisten er wel
raad op. We zullen beide een adresboek
doorbladeren en de een of andere naam
prikken. De candidaat van degeen die wint
krijgt over tien jaar de 10.000 dollar uitbe
taald!
Deze belachelijke weddenschap werd
werkelijk tot in de puntjes vastgelegd en
door de beide vrienden en nog eenige ge
tuigen onderteekend.
Toen ging men lachend naar huis, vooral
omdat de vrienden het geval geen oogenblik
ernstig opvatten, en er geen oogenblik
aan dachten, dat de millionnairszoons het
werkelijk meenden.
Drie dagen later wisten ze echter wel
beter: Driberg was tegen den avond in
zijn vliegtuig opgestegen, en kruiste over
New York tegen middernacht. Toen zagen
plotseling eenige voorbijgangers in de
lucht een helder licht als een vuurpijl
als een fakkel viel een brandend lichaam
naar beneden. Driberg landde half ver
koold op de straat. Hij had in de lucht
petroleum over zijn kleeren gegooid en
was als brandende fakkel naar beneden
gestort. Nu, als dat geen sensatie was?
De ouders deden alle moeite het publiek
aan het verstand te brengen dat men hier
te doen had met een ongeluk dat hun zoon
waarschijnlijk door een explosie van streek
was geraakt en uit het toestel was ge
sprongen. Alleen zijn vrienden uit de Man-
hattan-Club wisten de waarheid.
Een van deze vrienden was zoo verstan
dig dat moet tot zijn eer gezegd worden
Henry Holmes voortaan zorgvuldig te
bewaken opdat hij de waanzinnige wed
denschap niet ook ernstig zou opvatten.
En toch acht dagen na het aangaan van
UIT het donker van den parkeerenden
wagen maakte zich een schaduw los
en trad op de kleine Indische toe,
die juist den tooneeluitgang met vlugge
pasjes wilde verlaten.
„Vimala!" fluisterde een stem, het kleine
wezentje schrok alsof zij op een booze daad
betrapt was en sloeg de groote, donkere
oogen naar den grond: „Niemand weet,
waar ik ben".
„Dan is het goed!" zei de donkere, man
nelijke stem, de portier van een donkergroe
ne cabriolet werd geopend, zij stegen in
en dadelijk reed de wagen weg. De kleine
ging dicht bij den bestuurder zitten, als
of zij beschutting en warmte zocht. „Ik
ben zoo bang, Harry!" zei ze zacht.
„Angst kan een liefde alleen maar mooi
er maken, Vamila!" lachte de trotsche be
stuurder, zonder een blik van den gevaarlij
ken weg voor hem af te wenden.
„Als Raga er iets van te weten komt,
wordt ik uit den troep gestooten. De kunst
is onze liefde, zegt hij altijd. Wie zich aan
een ander wijdt, is voor ons onbruikbaar
geworden. Ook Naba Koemar moest gaan,
toen zijn genegenheid voor een blank meis
je sterker werd, dan Raga dit wenschte".
„Maak je nu geen zorgen, zoolang ik bij
je ben zal je niets overkomen".
„Dat weet ik, maar als het noodlot zich
tusschen ons plaatst, wat dan?"
„Dan zal mijn kleine, dappere Vimala
weten te wachten."
„Wachten?! Ook wachten heb ik geleerd.
In Manipoeri, mijn vaderland, op onze
tochten door de wereld, in de tempels dei-
Goden en op de tooneelen der steden. Eens
heb ik gewacht tot men mij uit de schare
van danseressen zou halen, daarna heb ik
gewacht op een klein beetje geluk, dat jij
me hebt gegeven, Harry. Jij, de Engelsch-
man aan een vreemde danseres."
„Het was op de „Miss Mabel" dat ik je
voor het eerst zag. Je stond aan de rai-
ling toen ik in Dublin aan boord kwam.
Wij gingen beiden naar Liverpool."
„Het waren de mooiste uren van mijn
leven, ook al had ik steeds angst voor on
zen leider. Maar nu is spoedig alles voorbij
Harry. Binnen een week verlaat onze troep
Engeland. Ons gastspel in Londen besluit
onze Europeesche tournee."
„Dan zullen wij elkaar in langen tijd
niet 'meer zien, Vimala!"
„Je moet mee naar Indië gaan, Harry. Ik
heb geld genoeg, voor ons..."
„Neen, dat gaat niet, kleintje. Mijn plicht
bindt mij aan Engeland. Ik moet in Lon
den blijven, als ik tenminste niet spoedig
hier of daar heen gezonden wordt."
„Is dat mogelijk"?
„Ja Misschien heb jij het in je macht om
te bewerken dat ik naar hdië wordt over
geplaatst."
„Ik, Harry?"
„Het ligt in jouw handen mij naar Bom-
bay te halen, Vimala. Men heeft je kort
geleden enkele documenten ter bewaring ge
geven;
Geschrokken keek het meisje den man
aan. „Neenneenwat weet jij daar
vanals Raga
„Raga komt er niets van te weten en
ook jou zal niets geschieden als je mij die
stukken geeft. Je weet heelemaal niet, wat
men jou ter bewaring heeft gegeven, Vi
mala, voor welke dingen men jouw on
voorzichtigheid misbruikt heeft. Jij draagt
de namen bij je van hen, die met Engeland
oorlog willen gaan voeren, de namen van
gezworenen en volksophitsers, die heimelijk
bij elkaar gekomen zijn en veel leed over
Indië zullen brengen, als wij niet te voren
vrede stichtten en hen konden overtuigen,
hoe slecht hun plannen waren."
„En wat kan ikwat zal ik
„Je zult mij die stukken geven, zoodat
ik er voor kan zorgen, dat ik bij je kan
blijven... langen tijdmisschien wel
voor altijd".
De auto reed langzaam door een eenzame
villawijk, de man had zijn rechterarm om
de schouders van de kleine danseres ge
legd en streek haar zacht over het raven*
zwarte haar. „Wil je mij de stukken bren-
de weddenschap was ook Henry Holmes
dood.
„En hoe Is hij gestorven?" „Hij heeft
zich doodgeschoten!" Nu dat is niet be
paald origineel! Nu deze weddenschap een
maal bestaat heeft Driberg ongetwijfeld
gewonnen". Toch niet! Want Henry
Holmes had zijn pistool met een diamant
geladen, een van de mooiste steenen, die
hij had kunnen vinden. Die heeft hij met
een oud wapen door zijn hoofd geschoten.
In alle stilte kwam de Manhattan-Club
bijeen: de treurige overwinning werd toe
gekend aan Henry Holmes.
Tegelijkertijd werd het bedrag van 10.000
dollar bij de Amerikaansche staatsbank
gedeponeerd, zonder verder commentaar,
alleen met de mededeeling, dat dit bedrag
over tien jaar utgekeerd moest worden
aan den timmerman Jozeph Ruzcika.
En eigenlijk moet men toegeven, dat de
geschiedenis daarmede tot een „happy end"
gekomen is, waar de Amerikanen altijd bij
zonder op zijn gesteld: want deze werklooze
timmerman zal het geld zeker beter gebrui
ken dan de beide millionnairszoons, voor
wie het leven niets meer beteekende.
WELKE ZIJN DE SCHRANDERSTE
DIEREN?
Een Belgische rijkszoöloog, die tientallen
van jaren in alle koloniale landen der we
reld heeft gereisd, heeft thans uit eigen
ervaring een interessant overzicht over de
intelligentie der dieren uitgegeven, welke in
menig opzicht in tegenspraak staat met
de tot heden gehuldigde opvattingen. Fun
damenteel was altijd bij de beoordeeling der
bevattelijkheid:
1 Bekwaamheid te overleggen,
2 Geheugen.
3 Geschiktheid tot leeren.
In de dierenwereld vond hij acht „ster
ren" op de rij af als volgt geclassificeerd:
a) de Menschapen, waaronder de Chim
pansee wegens zijn merkwaardige handig-
en vaardigheid, welke zoover gaan, dat hij
zelfs aan een tafel kan eten en zichzelf kan
aankleeden de eerste plaats inneemt De
Orang-oetan wedijvert met den chimpan
see wat de handigheid aangaat, maar wordt
nog bijzonder merkwaardig door zijn plot
selinge invallen. De Gorilla is misschien
nog bekwamer, maar niet zoo handelbaar,
niet zoo gedwee, en „eigengereid" bij het
leeren.
b) de Olifant. Is een dierenphilosoof eerste
klas. Is hij eenmaal gevangen, dan begrijpt
hij al spoedig dat zijn leven onder de nieu
we omstandigheden gemakkelijker is en
gen, Vimala?" vroeg hij zacht. „Ja" zei ze
droomerig en onder den invloed van dit
heimelijke uur
Raga trad de garderobe van Vimala bin
nen, die voor haar schmincktafel zat en
vluchtig de wenkbrouwen natrok.
„Was er iemand, die mij wilde spreken?"
vroeg zij schuw en toch met een zekere
haast in haar stem.
„Neen!" zei de Indiër met de koude oogen
en legde onverschillig zijn armen over
zijn zwarte kimono over elkaar. „Ver
wacht je iemand?"
„Neen...ja...toch, een kennis, die ik op
het schip heb leeren kennen. Hij wilde mij
den laatsten avond een bezoek brengen".
„Het is vandaag de laatste voorstelling.
Wie vandaag niet komt, kan bij ons niet
meer terecht. Over enkele uren begint de
reis over de zee naar het vaderland."
„Ik weet het", antwoordde zij deemoedig.
„Vergeet de bijzonderheden van den dans
der Lotosbloem niet, Vilama, Je danst hem
vandaag voor het eerst; Vishnoe, de god der
schepping, roept je tot leven. Je ontwaakt
en opent betooverd je bladeren, je bloeit
ter eere van Vishnoe, tot dan Shiwa na
dert, de God der vernietiging, om je te
doen verwelken. Vergeet het rythme niet in
Kerva-Tal en Dadra-Tal!"
„Ik zal aan alles denken, Raga".
De Indiër keek de danseres doordringend
aan, zoodat zij zich vermoeid afwendde,
tei-wijl hij. zacht de garderobe verliet. Vi
mala sprong op, toen de deur achter hem
in het slot viel. Als zware slagen waren
deze woorden op haar neergekomen: „Wie
vandaag niet komt, kan bij ons niet meer
terecht!" En Harry? Harry? Sinds den dag
dat zij hem het document bracht, is hij
niet meer naar haar toe gekomen, al haar
pogingen hem te bereiken, zijn zonder ge
volg gebleven. Slechts de stijve, correcte
bediende had haar toendertijd de stukken
teruggegeven. Lachend en hoffelijk, een
lachen, dat haar overal vervolgde.
Een plotseling besluit verhardde haar
trekken. Zij moest Harry nog eenmaal zien
nog eenmaal! Haastig wierp zij een
bonte doek over haar hoofd en liep vlug
door de lange gangen naar de portiersloge,
waar zij zich telefonisch met Harry Poo
ling liet verbinden. De oude portier legde
zijn hand op den horen en vroeg zacht:
„Prive-woning of villa?" „Privéwoning!" zei
Vimala en nam de horen van hem over.
„Hallo?" fluisterde zij. „Ja, hier Mevrouw
Pooling. Wie wenscht U te spreken? Har
ry? Mijn man is nog niet thuis!"
Met een harden slag viel de horen op
den grond, verschrikt ving de portier de
kleine danseres op, die bijna het bewustzijn
verloren had.
„Het is niets! heelemaal niets!" zei
Vimala toonloos en sloop schuw weg.
In een loge van het overvolle theater za
ten Raga en Skirodekar. „Nu zul je de
geeft alle pogingen tot ontvluchten op. Hif
is nooit te oud om wat te leeren en leidt
met een enkel woord gecommandeerd
zelfstandig geheele arbeidstroepen. Zijn
slaapkamer, al is het dan ook slechts een
stal, sluit hij zelf als het weder koud i^
en laat de deur open, zoolang het warm!
weer is.
c) de Hond. Heeft het voordeel, met don
mensch sinds duizenden van jaren in ven»
binding te staan. De geschiktheid om hems
te schooien, is zeer groot. Daarentegen is
hij geenszins in staat, zoo juist, logisch of
consequent te denken als een aap.
d) de Bever. Beschikt over een algemeen
sterk constructief instinct. Bekend zijn de
pogingen om door zelfgegraven tunnels uit
de zoölogische tuinen te ontsnappen of
bruggen over de tralies heen te bouwen ont
weg te komen.
e) het Paard. Kan door lange africhting
zoo ontvankelijk worden gevormd, dat hef
gelijk de „denkende paarden" bewijzen
op de geringste teekens van den meestee
reageert.
f) de Zeehond. Leert zeer snel en herin*
nert zich lang. Maar de'zeehond voert in;
beginsel zijn kunststukken alleen maar uit,
om er visch mee te verdienen. Daardoor
ziet men dan ook op iedere variété-tooneel'
en in elk circus, dat zeehonden alleen dan
prompt werken, als zij naderhand mef
visch gevoed worden.
g) de Beer. Heeft een geprononceerd gevoel
voor humor Hij werkt in zekere mate
voor de galerij. Alle foefjes, kunststukjes en
trucs die hij hier of daar geleerd heeft,
voert hij alleen dan uit, als hij de zeker*
heid heeft daarvoor applaus te oogsten.
Overigens is hij slim genoeg om het
droge brood, dat men hem geeft, eerst in
het water te doopen en het pas te eten als
het een beetje geweekt is.
h) de Kat. Zij is tot op zekere hoogte
slim, houdt echter volhardend vast aam
haar eigen levensrechten. Zij leeft haam
eigen leven zoo zeer, dat zij niemand ter
wereld gehoorzaamt wanneer het haar
niet past.
Op 'n drogen weg moet uw auto
bij 40 km per uur binnen 16
meter kunnen stoppen. Maar bij
80 km per uur is die remweg
niet 32, maar 64 meter!
kleine zien, die ik de stukken gaf", zei Ra*
ga tegen zijn begeleider.
„Denk je, dat ze bij haar veilig zijn?"
„Neen!"
„Waarom heb je ze haar dan gegeven?"
„Omdat de echte stukken op de plaats
van bestemming zouden komen."
„Heeft zij vervalschte stukken gekregen?"
„Ja, zij heeft ze terug. De lijst was reeds
in hanclen van de Britsche geheime politie,
die zich nu de grootste moeite geeft, diq
menschen te zoeken die nooit hebben be-
staan".
,Goed Raga, heel goed! Men moet 'steeds
voor zijn werk zorgen.! Maar stil!"
De dans der Lotosbloenii
De gordijnen werden opengetrokken,
Voor het bonte zijden scherm die in zware
plooien over het tooneel hingen, zaten met
gekruiste beenen jonge Bengaalsche musi-
ci, die in hun witte kleeding op hun eigen*
aardige eentonige, rythmische wijzen speel
den. Vimala knielde in een kleurengedwarï
van prachtige stoffen op den grond, van
opzij naderde in gouden opschik de God
Vishnoe en danste om de sluimerende lo
tosbloem die door de lyrisch-zachte klank
der Sarode met langzame en fijn afgewo
gen bewegingen ontwaakte, terwijl de God
heid op den achtergrond verdween. Toen
danste Vimala. Een wonderlijke strakheid
lag over haar tot een masker geworden
gezicht, in zachte lijnen bewog haar slank
lichaam, dat tot een dansend geheel leek
te zijn geworden. Steeds sneller klonken de
rhytmen, steeds inniger werd het spel dei;
handen, steeds verwarrender het musicee-
ren der Indiërs. Toen trad uit een rooden
vlam Shiwa naar voren en vernietigde in
zijn dans de bekoorlijke lotosbloem, terwijl
trommels gongs en Senmbalen in zinbetoo-
verende klanken speelden.
Vilama danste verder licht en soepel,
zag de donkere gapende afgrond van de
toeschouwersruimte niet, hoorde niet meer
de scherpe maat van de muziek, voelde het
verterende vuur binnen in haar niet meer
zij zag slechts den grooten, knappen
man, die het geluk in haar leven had ge
bracht voor een paar uur, het geluk, waar
mede zij weg wilde dansen uit dit
leven in een anderDof sloeg het
kleine lichaam van de danseres tegen den
harden tooneelgrond aan. Onmiddellijk
brak de muziek af, snel viel het doek, on
rust en opwinding stroomden door de ruim
te. De inspecient en de tooneelknechts lie
pen naar haar toe, er werd om een dokter
geroepen. Op sterke armen werd Vimala
naar haar kleedkamer gebracht. De haas
tig toegeloopen theaterarts schudde het
hoofd, nam van de toilettafel der danseres
een leeg flcschje en zei zacht: Vergiftigd."
.Verwelkt" fluisterde Raga. „Anne. kleine
Lotosbloem.!"
i