Raad
De trouwgetuigen
De strijd om de
k. „B etty
JJgv Bonn"
Donderdag 10 December des namiddag 3
uur kwam de raad dezer gemeente onder
voorzitterschap 'van Burgemeester Sutman
Meijer ter vergadering bijeen. Voorzitter
opende de vergadering met een kort wel
komstwoord, waarna de notulen der vori
ge vergadering onveranderd werden goed
gekeurd.
Ingekomen stukken.
a. Verzoek om subsidie van de Vereeni-
ging tot bevordering van het landbouwon
derwijs voor Hoorn e.o. voor de cursus
1930'37
Daar op 15 September 1934 een gelijk ver
zoek werd afgewezen en zich geen wijzi
ging in de omstandigheden heeft voorge
daan, stellen Burgemeester en WetlTouders
voor ook thans afwijzend te beschikken.
Goedgekeurd.
b. Schrijven van de Neutrale Winkeliers-
vereeniging d.d. 9 November 1936, inhou
dend'een motie van afkeuring over het be
leid van Burgemeester en Wethouders de
middenstand betreffende.
Burgemeester en Wethouders stellen den
Raad voor dit schrijven buiten behande
ling te laten, aangezien door Burgemeester
en Wethouders hiervan reeds akte is ge
nomen. Goedgekeurd.
c. Verzoek van K. van Stralen d.d. 17 No
vember om aanleg van een laagspannings
net.
B. en W. stellen voor, tot aanleg over te
gaan. Goedgekeurd.
d. Verzoek van N. Bankras, d.d. 14 Sep
tember 1936 om aanleg van een laagspan
ningsnet.
B. en W. stellen voor tot aanleg over te
gaan.
Naar aanleiding van dit verzoek zegt de
heer Tromp, dat hij den aanleg voor één
arbeiderswoning wel wat duur vindt, en
zou de opmerking willen maken dat als
die man dat nu wel wil betalen maar 't
niet kan we toch voor moeilijkheden zou
den kunnen komen te staan. Voorz. zegt
met de betrokkene over deze zaak gespro
ken te hebben en dat met deze een over
eenkomst was aangegaan waarin werd be
paald dat als hij met do betaling in gebre
ke zou blijven dit van zijn inkomsten zou
worden afgehouden. Tromp was hierover
tevreden en 't voorstel werd aangenomen.
Mededeelingen.
a. Ged. Staten hebben vastgesteld:
le. op 11 November 1936, no. 60, de ge
meenterekening 1934;
2e. op 11 November 1936 de rekening van
het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf over '34.
b. Ged. Staten hebben goedgekeurd:
Op 18 November 1936 het besluit tot het
aangaan van een rckening-courant-overeen-
komst met de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten.
c. Ged. Staten hebben op 18 November
1936 de ontvangst bericht van de Verorde
ning tot beperking van reclame in hét niet
landelijk gedeelte der gemeente.
d. Ged. Staten hebben op 18 November
1936 hunne beslissing verdaagd omtrent het
raadsbesluit tot het aangaan van eene gcld-
leening van f 57.000.
B. en W. stellen voor deze mededeelingen
,voor kennisgeving aan te nemen.
Kennisgeving aangenomen.
Veldwachtersverordening.
Blijkens schrijven van den Commissaris
der Koningin bestaat er bezwaar tegen de in
de vergadering van 23 October jl. vastge
stelde verordening tot wijziging der veld-
wachtersvcrordoning. Oorzaak hiervan is,
dat B. en W. niet bekend waren met het feit,
dat het bij den Minister van Defensie geen
bezwaar ontmoet, dat, ook nu het capitulan-
tenstelscl is ingevoerd, in een vacature van
gemeente-veldwachter, een veldwachter uit
een andere gemeente wordt benoemd. Hier
door wordt redactiewijziging noodzakelijk en
bicden B. en W. een nieuw ontwerp ter
vaststelling aan. Goedgekeurd.
Prijsopdrijving.
De Burgemeester heeft de bevoegdheid om
bij prijsopdrijving van goederen, hierop be
slag te doen leggen. Aan den betrokkene
dient een schadeloosstelling te worden ver
leend. B. en W. stellen voor hiertoe een cre-
diet beschikbaar te stellen van f 2500.—.
Goedgekeurd.
Middenweg.
Het ligt in het voornemen van B. en W.
zooveel mogelijk voortgang te maken met het
verbeteren in werkverschaffing van den
Middenweg in de kom der gemeente.
Ten einde de beschikking over voldoende
stopspecie te verkrijgen, stellen B. en W.
vooi- een perceel grond, groot 4960 M2., aan
te koopen voor f 525, vermeerderd met de
bijkomende kosten. Hiervan zal minstens
8000 M3. specie gehaald kunnen worden
f 0.07.
Voorzitter zegt, dat 't altijd een bezwaar
was om stopgrond te krijgen en dat B. en
W. hierom bovenstaand voorstel doen. Voor
zitter zegt, dat in bovengenoemden prijs niet
inbegrepen zijn de lasten die de gemeente
aan den Polder II.H. Waard schuldig zal
zijn. Verder wijst spr. op t nut van deze
werkverschaffing en dat de mogelijkheid
bestaat dat de Provincie zeer zeker in de
matcrieele kosten zal bijdragen.
De heer Tromp rekende uit, dat de lasten
ahn den Polder pl.m. f 200 zou bedragen,
hetgeen Voorzitter niet meeviel. Verder
wijst spr. er op, dat het afgraven van grond
slechts volgens een zekere polderverorde
ning wordt toegestaan en dan vindt spr. het
ook een bezwaar dat. er door het bedoelde
perceel een overpad loopt.
Nadat hierover nog even was gepraat, werd
het voorstel van B. en W. aangenomen.
Kasgeldleening.
B. en W. stellen voor hun College te mach
tigen gedurende het jaar 1937 kasgeldleenin-
gen aan te gaan tegen een rente van ten
hoogste. IV2 boven het promesse-disconto
van de Nederlandsche Bank, zulks met dien
verstande, dat. het op eenig tijdstip van dat
jaar opgenomen bedrag een som van f 64.500
niet zal mogen overschrijden. Goedgekeurd.
Begrooting Burgerlijk Armbestuur 1937.
B. en W. bieden de begrooting voor den
dienst 1937 van het Burgerlijk Armbestuur
ter goedkeuring aan en stellen voor een sub
sidie van f 10.000.te verleenen.
De begrooting van het B. A. voor den
dienst 1937 sloot met een bedrag .van
f 13426.67, waarbij de gemeentesubsidie van
f 10.000 is verwerkt.
De heer Bancras vindt de subsidie wel
wat laag daar er z.i. steeds meer en meer
menschen op 't B. A. zijn aangewezen.
Voorzitter zegt dat als in de toekomst
mocht blijken dat de subsidie niet toereikend
is, deze dan altijd nog kan worden opge
voerd.
De heer v. Elfen zegt, dat voorzitter in een
vorige vergadering eens had gezegd, dat bet
B. A. gereorganiseerd zou worden, doch spr.
had hieromtrent later niet meer van gehoord
en vraagt aan Voorzitter of dit zoo is.
Voorzitter zegt, dat men hieraan druk
werkt, doch dat de zaak nog al ingewikkeld
is en zoodoende veel tijd vraagt en zoodoen
de kan dit nog wel even duren.
Begrooting G.E.B. 1937.
Deze wordt vastgesteld: Girodienst In
komsten f39119.98, uitgaven f34905.47, saldo
f4214.51.
Naar aanleiding hiervan zegt de heer
Tromp, dat het de bedoeling was geweest
dat de R.K. fractie met een voorstel voor een
nieuwe regeling voor kindertoeslag voor de
ambtenaren van het G.E.B. zou komen, doch
men was hiermede nog niet geréfcd. Spr.
wees er op dat dan de winst dus wel iets
minder zou zijn.
Voorzitter is het hiermede eens.
Gemeentebegrooting 1937.
De heer Dekkers vx-aagt of het niet mo
gelijk is dat in het vervolg aan de raadsleden
een begrooting wordt toegestuurd, daar men
dan beter de tijd had om deze te bestudee-
ren.
Voorzitter zegt, dat dit nogal zeer be
zwaarlijk is daar er dan naast de begrooting
ook een memorie van toelichting zal moeten
gaan en dit zou nog heel wat kosten met
zich meebrengen en dan zou 't nog een
vraag zijn of 't aan het doel beantwoordde.
De heer Tromp wijst er op, dat men heeft
kunnen constateeren, dat onze gemeente aan
den rand staat tot de noodlijdende gemeen
ten te behooren.
Voorzitter beaamt dit.
De hoer Dekkers vindt de post voor den
bouwkundige, den heer Reijendam, overbo
dig.
Voorzitter bestreed dit en toonde met en
kele voorbeelden de noodzakelijkheid hier
van aan".
Voorts wijst de heer Dekkers er op dat de
Gemeentegeneesheer Dr. Spierings, zijn werk
zaamheden bijna geheel afdraagt aan zijn
assistent Dr. Zwart. Spr. vraagt of zulks wet
telijk is toegestaan.
Voorzitter zegt dat zulks mede in verband
met de ziekte van Dr. Spiegings was en dat
Dr. Spierings toch altijd de verantwoordelijk
heid draagt. Spr. voegt er aan toe dat er tot
heden nog nooit klachten binnen zijn geko
men.
De heer Tromp vraagt naar de f25.— die
zijn uitgetrokken voor de championsteelt, hoe
of Voorzitter die wil besteden.
Voorzitter licht toe dat.door den heer Ilar-
tog proeven zijn genomen en 't resultaat zeer
bevredigend was.
't Ligt in de bedoeling om eens een pro
paganda avond te organiseeren waarop de
mogelijkheid van deze teelt nader wordt
toegelicht.
Oe heer v. El ten vraagt of 't niet was
op de begrooting uit te trekken een bijdra
ge voor de kosten voor het ziekenfonds.
Voorz. zegt dat men zich dan op gevaar
lijk terrein begeeft. Er konden dan wel eens
meer aanvragen komen dan wenschelijk
was.
De heer Dekkers vraagt of 't niet moge
lijk is dat aan de beide muziekvereenigin-
gen f 15.- inplaats van f 10.- subsidie wordt
verleend.
Voorz. .acht 't verstandiger om dit be
drag zoo te laten daar we anders de kans
loopen dat het heelemaal van de begrooting
wordt geschrapt daar deze dit jaar wel zeer
scherp onder de loup zal worden genomen
Voorts pleitte de heer Dekkers om een sub
sidie te geven al was het dan maar f 5.-
aan de Openbare Leeszaal te Alkmaar.
Voorz. zegt dat men dat niet kan doen
daar er ook in onze gemeente bibliothce-
ken zijn er die het heel erg noodig hebben
en die krijgen ook piets.
De heer Groenland vraagt waarvoor of
de f 275.- subsidie bestemd voor huwelijks
feest van H. K.n. Prinses Juliana en Z. D.
II. Prins Bernhard zal worden besteed.
Voorz. zegt dat er in de gemeente de som
van f 108.is ingezameld hiervan komt
de helft vor het nationaal geschenk en de
andere helft zou voor een avondfeest zijn,
doch men begrijpt dat men van f 50 geen
feest kan vieren. De Commissie heeft thans
besloten om alleen een kinderfeest te hou
den. Daar door 't Rijk is toegestaan dat
men f 0.25 per kind uit de gemeente kas
mag trekken en er op 900 kinderen wordt
gerekend is dit een bedrag van f 225.- Dus
blijft daar misschien nog f 50.- van over
De begrooting is sluitend gemaakt met
oen bedrag voor de gewone dienst fl9134S.47
Kapitaal dienst ft 88994.48.
In het laatste bedrag is f 75000 kasgeld
leening begrepen.
Voor den gewonen dienst, was in vergelij
king met 1936 een achteruitgang van f 10855.
Of dit bedrag door het Rijk of door het re
servefonds van het G.E.B., dat f 44000 groot
is, zal worden gedekt, is nog dubieus.
Voorloopig is het de extra bijdrage van het
werkloosheidssubsidiefonds met f 7356, en
f 3500 belastipgbijdrage, die reeds betaald is.
De volgende subsidies worden verleend.
le. een subsidie van f 40.te verleenen
aan de beide plaatselijke afdeelingen van
den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm;
2e. een subsidie van f 80.te verleenen
aan de beide plaatselijke afdeelingen van de
Burgerwacht;
3. een subsidie van f 150 te verleenen
aan het Centraal Genootschap voor Kin-
derhorstellings- en Vacantiekolonies te Am
sterdam.
4. een subsidie van f 1000 te verleenen
aan de plaatselijke afdeeling van de Ver-
eeniging Het Witte Kruis.
5. een subsidie van f 25 te verleenen aan
de Malaria-commisie voor Noordholland.
6. oen bijdrage van f 10 aan elk' der
Muziekverenigingen „H.U.G.O." en „Hou
KORT VERHAAL
door VICTOR VAN DUKE.
„Zoo, één trouwgetuige hebben wij", zei
de jonge bruid verheugd.
„Wie is die edele man?", vroeg de bruide
gom.
„Jouw vriend Frans Blever heeft 't toch
beloofd."
„Die goeie jongen!" O
„Nu moet jij voor den tweeden getuige
zorgen", zei het bruidje.
„De tweede getuige? Is een dan niet ge
noeg?"
„Je weet toch dat men er twee moet heb
ben!"
„Heb jij geen vriendin, die het wil zijn?"
„Heb jij geen vriendin - ik heb alleen
maar jou", zei het bruidje en keek verliefd
naar den jongeman.
Ernst zuchtte. Dan zou hij dus iemand
op moeten zoeken. Wat een kruis! Zoo'n
bruiloft geeft toch een heelebocl moeite, nog
afgezien van de kosten! Allereerst wendde
hij zich perb rief tot zijn vriend George.
Deze antwoordde uit Amsterdam, dat hij
tot half December verhinderd was, om te
komen, maar hij verzocht hem, toch den
dag van het huwelijk te willen melden. En
Ernst antwoordde, dat hun huwelijk den ze
ventienden van deze maand zou plaats heb
ben. Waarop George beloofde, dat hij in
geen geval dien datum zou vergeten. „Een
beste kerel mijn beste vriend!" zei Ernst.
„Misschien wil Mijnheer Muller getuige
zijn", veronderstelde de bruid.
De bruidegom gaat hem bezoeken, maar
Mijnheer Muller is verhuisd, hij is naar Gro
ningen vertrokken. God zij met hem!
Ernst schrijft naar Noman. Noman ant
woordt niet. Dan gaat Ernst hem opzoeken.
Noman is thuis. Hij is bezig om aardappelen
te koken. Dat is altijd zijn „Fort" geweest.
Groene kool koken kan hij niet.
„Eet smakelijk!" zegt Ernst, „waarom heb
je me niet geschreven?"
„Ik had mijn pols verzwikt."
„Dan kon je toch wel met je andere hand
schrijven! Of twee regels aan je vriendin
dicteeren!"
„Ik kan niet met mijn linkerhand schrij
ven, en Olly is er niet".
„Nu ja, dat doet er niet toe, kun je nu,
den 17den, of niet?"
„Wil je echt gaan trouwen?" informeert
Noman voorzichtig.
„Wij zijn al elf jaar verloofd", helpt Ernst
hem herinneren.
„Je bent een man van eer!" zegt Noman.
„Afkloppen", zegt Ernst.
„Jij blijft altijd dezelfde", lacht Noman.
en Trou" voor het geven van een volkscon
cert door elk der vereenigingen;
7. een subsidie van f 275 te verleenen
aan de ingestelde commissie voor het or
ganiseeren der feestelijkheden ter gelegen
heid van het huwelijk van H.K.H. Prinses
Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard.
8. een subsidie van f 25 te verleenen aan
het comité voor Huish. voorlichting.
9. een subsidie van f 50 te verleenen aan
elk der beide afdeelingen van den L.T.B.,
voor twee te geven tuinbouwcursussen in
den winter 1937;
10. een subsidie van f 10 te verleenen aan
het Comité tot bestudeering en bestrijding
van de iepziekte te Wageningen.
11e een bijdrage van f 130.- te verleenen aan
de vereeniging ingevolge de Landarbeiders-
wet, ten behoeve van den ophaaldienst;
T2e afwijzend te beschikken op een subsidie
aanvraag van het Bestuur der vereeniging
tot oprichting en instandhouding eener
openbare leeszaal te Alkmaar voor haar
correspondentschap te Heerhugowaard.
„Natuurlijk wil ik getuige zijn. Wie is de
andere?"
„Frans Blever".
„Schitterend. En wannee^ fietsen we naar
het stadhuis?"
„Wij waren van plan om te loopen, maar
als je wilt kun je wel op de fiets komen".
„Prachtig, ik kom wel naast jullie fietsen.
Ik zet natuurlijk mijn cylinder op; waar
voor heeft men zoo'n meubel anders."
„Frans komt waarschijnlijk met een pet
op. Alsjeblieft zeg, geen plechtigheden!
Vergeet het dus niet. De zeventiende, om
half twaalf, op 't stadhuis, kamer num
mer
„De zeventiende? Maar beste kerel, dan
zouden wij al heel vroeg met vacantie uit-
gaa.n! Kan het niet den zestienden?"
„Neen, dat gaat niet, de dag is al afge
sproken Jullie kunnen toch daarna nog l
met vacantie gaan! En als het dan al te laat J
is, gaan jullie den volgenden dag! Die va-
cautie loopt niet weg."
„Ik vind het erg jammer, dat ik jullie niet
van dienst kan zijn. Maar kijk, Olly's vacan
tie is den volgenden dag afgeloopen, en zij
wil nog een keer de zee zien!"
„Ja, dan is er niets aan te doen. Jainmerjj
enfin, zwem maar lekker!"
Als Ernst ontmoedigd weer op straat staat,
komt hij den krantenman tegen, een scheef-
gegroeid mannetje, dat voortdurend glim-*
lacht.
„Ha", zegt Ernst, „Meester Vonke, opent u
uw hand eens en sluit uw oogen!"
Gehoorzaam steekt Vonke zijn hand uit, en
Ernst drukt er een gulden in.
„Ziezoo, u moet onze tweede trouwgetuige
zijn! Nu kunt u niet weigeren. U moet het
beslist doen!"
Vonke is er ontroerd van. „Zoo veel eer,
Mijnheèr!" zegt hij.
„Ach, onzin", weert Ernst af. Maar de Oude
krantenman wil het geldstuk niet houden.
„Voor je spaarpot, vrind, voor je spaarpot!!
Heb je me indertijd niet verteld, dat je nog
eens ging trouwen?"
„Ik ben altijd zoo alleen", zegt de oude
man beschaamd, „en de winter is zoo lang!"
„Dat is zeker zoo. In ieder geval kunt U
op ons rekenen voor getuigen!"
Vonke lachte verlegen. Zijn kleine voeten;
lijken nog kleiner in reusachtige vilten
schoenen.
„Den zeventienden van deze maand Irou-
tven wij", bekent hij dan beschaamd. „Des
morgens om elf uur vindt het huwelijk
plaats',' zegt hij dan plechtig.
„Dat klopt als een bus", juicht Ernst, „131
om elf uur, wij om half twaalf! Wij helpen
elkaar! U bent mijn getuige, en ik de Uwe!"
Én Vonke belooft: „Ik kom!"
Strafverordening.
Door B. en W. wordt een verordening in
houdende de nog geldende strafverordenin
gen ter vaststelling aangeboden welkewordt
goedgekeurd.
Aan de agenda wordt nog toegevoegd de
benoeming van een lid van hel
Burgerlijk Armbestuur.
Op de voordracht komen voor de h.h. P<
Bakker en K. Bakker. Na stemming wordt
de heer P. Bakker met algeineene stemmen
benoemd.
Voorts nog benoeming leden van de com
missie van Bijstand voor het G.E.B. Gekozen
werden de h.h. Quant, Tromp en v. El ten.
Hierna was de agenda afgewerkt en sloot
voorzitter met een woord van dank dé ver
gadering.
F eullleton
door Friedrich
LinCj©rnan
20)
Thompson probeerde, de harde scherpe wijze
van spreken, die Trevor op zulke momenten
had, na te doen. Het gelukte hem slecht. De
puntige woorden vermaalde hij tusschen zijn
gauwgomlippen. Het was niet eens komisch.
Die idioot, dat kost hem zijn baantje, ik
heb tegen hem geschreeuwd en ben opgestaan.
Hij wilde mg nog tot de deur begeleiden.
Maar: Doe verder geen moeite, heb ik gezegd,
blijft U zitten. Heb Winch meegenomen en
heb de deur met een smak achter mij dicht
geslagen. De Consul is hier veel te slap.
Die heeft me maar steeds teruggehouden,
anders had ik den. kerel nog wat anders ge
zegd.
Nee, neen, Consul, dat is in orde. Maar
enfin, nu gaat het pas beginnen. Dit neger-
dorp zal wat beleven. En die andere, die zal
Billy Thompson leeren kennen, Zgn nek zal
ik omdraaien.
Vandaag nog.
Consul, gij gaat oogenblikkelgk naar den
President van het Gerechtshof, naar... naar...
Sir William Douglas.
Dus ge gaat naar Bil Douglas, leg hem
de zaak uit en vertel die kerel gezegd heeft.
Dreig hem met den Minister van Handel, met
den Minister van Buitenlandsche Zaken. Dreig
hem met de heele Regeering. Voor mijn part
met oorlog. Ze kunnen het niet benauwd ge
noeg krijgen. Wij zijn vrije Amerikaansche
burgers en verlangen ons recht en ons schip.
Niet, Winch?
Deze bewoog zich even in zijn stoel.
Praat niet zoo veel Winch. Ge hebt ge
lijk. Wij gaan naar Spurling. Hello! Hij riep
den waard. Bolston kwam direct achter zijn
palmen vandaan.
Wat blieft U?
Schrijfpapier, couvert en een bediende.
Maar vlug!
Deze toon was voor Jimmie Bolston, niet
tegenstaande zijn nieuwsgierigheid, toch een
beetje te erg. Hg hernam hoorbaar zgn waar
digheid.
Boven in de schrijftafel, alstublieft. Een
bediende zal ik U door den portier laten
brengen!
Thompson bromde en stond op.
Vooruit, vooruit, Consul. Ge moet weg
naar den President. Ik zal Spurling laten
komen.
Hg gaf Spring de hand. Ook deze ver
dween.
Dus bleef ik alleen met den zwijgzamen
Winch. Hij zoog aan zijn pijp als een kind
aan zgn melkflesch. Hg was steeds kalm ge
bleven. Thompson ontnam hem alles, zelfs de
opwinding. Hij had zijn voeten op een rieten
stoel gelegd en keek met zijn kleurlooze
oogen naar de lucht."
Ik hield dit zwijgen niet langer uit. Ik
moest weten, wat er ging gebeuren.
Neem me niet kwalijk, Mr. Winchester.
Spurling? Gaat ge naar Spurling?
Hij draaide zijn hoofd niet eens om, brom
de tusschen zijn tanden:
Ge kunt meegaan.
Nu ja, maar:
Spurling? Ge bedoelt toch Kapitein
Spurling van de „Frisco"?
Natuurlijk Wie anders.
Ge zijt van dezelfde meening als de
Consul: n.1. dat Spurling niets met de ver
dwijning van de „Betty Bonn" te maken
heeft?
Ach natuurlijk!
Hierdoor werd ik niet wijzer. Maar daar
kwam Thomson al weer aangerend. Hij had
den Hotelboy een brief in zijn hand gedrukt
met eenige „hurry up" en „take to your
heels". Nu wierp hij zich krakend in een stoel.
Spurling is verstandiger dan die para
grafenschender. Daar is tenminste mee te
praten.
Nu kon ik mgn vraag herhalen:
Ik zei daar juist tegen Mr. Winchester:
dus gij gelooft ook, dat Spurling aan deze
heele geschiedenis geen schuld heeft?
Thompson draaide zich in zijn stoel om
als een geharpoeneerde walrus en staarde
mij met kogelronde oogen aan. Dat was iets
buitengewoons voor hem.
Spurling? Deze Spurling? Dacht ge, dat
hij er niks mee te maken had? Mensch zijt
ge...? Spurling? Ik ken Spurling toch. Dat is
waarlijk niet voor het eerst, dat die zoo iets
aan de hand heeft. Die man leeft daar toch
van. Of dacht ge misschien, dat die nog ooit
een fatsoenlijke vracht op zijn schip krijgt?
Deze „Frisco" dobbert toch zeker al sinds
den zondvloed op Godsgenade over de wateren
rond. De boot zit nog vrij goed in elkaar. Zei
len en tuig is in orde. Maar verder? Er zijn
er zooveel van die kerels. Meestal kruisen zij
hier voor de Amerikaansche kusten en vis-
schen naar drijfhout, dat van de groote rivie
ren in de zee terechtkomt. Maar alles wat er
verder voorkomt, visschen zij ook. En als zij
er een beetje behulpzaam bg moeten zijn, dat
het een of ander in het water valt, dan zijn zij
ook niet vies uitgevallen.
Piraten zijn het, echte zeeroovers, anders
niet. Alleen een fatsoenlijke zeeroof met bijl
en entermes durven zij niet wagen. Daar zijn
zij te laf voor.
Die „vinden" alleen maar wat. En hun
grootste hoop is, eenmaal een heel schip, zoo
mogelijk met lading en al te „vinden" om het
bergloon op te strijken. Geef zoo'n kerel een
halve flesch rum, dan moet ge eens hooren
wat zoo'n vent allemaal vertelt.
Dan praat hij den heelen avond over niets
anders dan over den grooten slag, dien hij
doen zal, en als hij dan genoeg geld bij elkaar
heeft, wat hij zelf gelooft, al in zijn zak te
hebben, dan wordt hij sentimenteel als een oud
negerwijf en jankt wat over een klein huisje
met een stuk land, dat hij koopen wil, met
stiefmoedertjes en vergeetmijnietjes en een
vogel in een kooitje en een schommelstoel. Zoo
zgn ze allemaal. Daar droomen ze van. En
dezen Spurling is het nu gelukt. Maar dat hg
bij de heele geschiedenis betrokken is, dat be
greep ik vanaf het oogenblik, toen ik hoorde,
dat hij de „Betty Bonn" binnengebracht had.
Dit moest Trevor eens gehoord hebben! Dan
was hij op stel en sprong met een bevel tot
inhechtenisneming te voorschijn gekomen.
Maar zoolang Thompson nog op zijn praatstoel
zat, informeerde ik verder:
Neem me niet kwalijk, meneer Thomp
son, als ge er zoo vast van overtuigd zijt, dat
Spurling nu juist niet onschuldig is aan het
verdwijnen der „Betty Bonn" - bemanning,
waarom dringt ge dan juist op een gerechtelijk
onderzoek aan?
Thomson keek me alleen maar medelijdend
van terzijde aan. Hij nam mij niet au serieux,
anders had hij alle reden gehad, net zoo hard
tegen mij te brullen als tegen Trevor.
De Rechtbank? Jonge man, nu zal ik U
eens een goeden raad geven: Naar het Gerecht
loopt ge alleen dan, als ge ongelijk hebt of tijd
wil winnen, wat precies hetzelfde is. Maar hier
is alles volkomen duidelijk. Neen, ik onderhan
del liever met Spurling zelf. Dat gaat vlugger
en is ook goedkooper.
Toch probeerde ik nog een nieuwe ziens*
wgze.
Als Spurling aan de kaak gesteld wordt
en daartoe kunt gij blijkbaar zelf medewer
ken dan zijt ge toch van de betaling van
het bergloon af?
Vanaf dit oogenblik scheen Thomson alla
Europeesche krantenmenschen voor hopeloozQ
ze groentjes te houden. Hij schudde alleen be
denkelijk met zijn hoofd.
Vereerd jongmensch, hebt ge U misschien
door dien ouden idioot ook iets op de mouw
laten spelden? Als deze akelige landrot, dia
niet eens stuurboord en bakboordzijde van el
kaar kan onderscheiden, als die werkelijk
denkt, dat hij deze doorgewinterde zeeschuimer
dit brok galgenaas, deze Spurling aan de galg
kan helpen... Great Scot! Die zou zich toch
nooit in Gibraltar wagen, als hij niet absoluut
zeker wist, dat hem niets gebeuren kon. Die
had de schuit eeder naar Groenland of wie
weet waar gesleept, als hij Trevor niet rustig
bij den neus kon nemen. Neen... neen...
Plotseling scheen hem iets in te vallen.
En bovendien, wat zou de Rijksadvocaat
wel zeggen, als Spurling van zijn bergloon af
zag? Zou dat niet het grootste bewijs zijn, dat
hij niets met de geheele geschiedenis te doen
had?
Nog voordat ik deze zonderlinge vraag kon
beantwoorden, kwam de hotelbediende terug,
zweetend van ijver, rukte zijn muts van het
hoofd en reikte Thompson met een gewichtige
beweging een brief.
(Wordt vervolgd.)