Raad De trouwgetuigen De strijd om de k. „B etty JJgv Bonn" Donderdag 10 December des namiddag 3 uur kwam de raad dezer gemeente onder voorzitterschap 'van Burgemeester Sutman Meijer ter vergadering bijeen. Voorzitter opende de vergadering met een kort wel komstwoord, waarna de notulen der vori ge vergadering onveranderd werden goed gekeurd. Ingekomen stukken. a. Verzoek om subsidie van de Vereeni- ging tot bevordering van het landbouwon derwijs voor Hoorn e.o. voor de cursus 1930'37 Daar op 15 September 1934 een gelijk ver zoek werd afgewezen en zich geen wijzi ging in de omstandigheden heeft voorge daan, stellen Burgemeester en WetlTouders voor ook thans afwijzend te beschikken. Goedgekeurd. b. Schrijven van de Neutrale Winkeliers- vereeniging d.d. 9 November 1936, inhou dend'een motie van afkeuring over het be leid van Burgemeester en Wethouders de middenstand betreffende. Burgemeester en Wethouders stellen den Raad voor dit schrijven buiten behande ling te laten, aangezien door Burgemeester en Wethouders hiervan reeds akte is ge nomen. Goedgekeurd. c. Verzoek van K. van Stralen d.d. 17 No vember om aanleg van een laagspannings net. B. en W. stellen voor, tot aanleg over te gaan. Goedgekeurd. d. Verzoek van N. Bankras, d.d. 14 Sep tember 1936 om aanleg van een laagspan ningsnet. B. en W. stellen voor tot aanleg over te gaan. Naar aanleiding van dit verzoek zegt de heer Tromp, dat hij den aanleg voor één arbeiderswoning wel wat duur vindt, en zou de opmerking willen maken dat als die man dat nu wel wil betalen maar 't niet kan we toch voor moeilijkheden zou den kunnen komen te staan. Voorz. zegt met de betrokkene over deze zaak gespro ken te hebben en dat met deze een over eenkomst was aangegaan waarin werd be paald dat als hij met do betaling in gebre ke zou blijven dit van zijn inkomsten zou worden afgehouden. Tromp was hierover tevreden en 't voorstel werd aangenomen. Mededeelingen. a. Ged. Staten hebben vastgesteld: le. op 11 November 1936, no. 60, de ge meenterekening 1934; 2e. op 11 November 1936 de rekening van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf over '34. b. Ged. Staten hebben goedgekeurd: Op 18 November 1936 het besluit tot het aangaan van een rckening-courant-overeen- komst met de Bank voor Nederlandsche Ge meenten. c. Ged. Staten hebben op 18 November 1936 de ontvangst bericht van de Verorde ning tot beperking van reclame in hét niet landelijk gedeelte der gemeente. d. Ged. Staten hebben op 18 November 1936 hunne beslissing verdaagd omtrent het raadsbesluit tot het aangaan van eene gcld- leening van f 57.000. B. en W. stellen voor deze mededeelingen ,voor kennisgeving aan te nemen. Kennisgeving aangenomen. Veldwachtersverordening. Blijkens schrijven van den Commissaris der Koningin bestaat er bezwaar tegen de in de vergadering van 23 October jl. vastge stelde verordening tot wijziging der veld- wachtersvcrordoning. Oorzaak hiervan is, dat B. en W. niet bekend waren met het feit, dat het bij den Minister van Defensie geen bezwaar ontmoet, dat, ook nu het capitulan- tenstelscl is ingevoerd, in een vacature van gemeente-veldwachter, een veldwachter uit een andere gemeente wordt benoemd. Hier door wordt redactiewijziging noodzakelijk en bicden B. en W. een nieuw ontwerp ter vaststelling aan. Goedgekeurd. Prijsopdrijving. De Burgemeester heeft de bevoegdheid om bij prijsopdrijving van goederen, hierop be slag te doen leggen. Aan den betrokkene dient een schadeloosstelling te worden ver leend. B. en W. stellen voor hiertoe een cre- diet beschikbaar te stellen van f 2500.—. Goedgekeurd. Middenweg. Het ligt in het voornemen van B. en W. zooveel mogelijk voortgang te maken met het verbeteren in werkverschaffing van den Middenweg in de kom der gemeente. Ten einde de beschikking over voldoende stopspecie te verkrijgen, stellen B. en W. vooi- een perceel grond, groot 4960 M2., aan te koopen voor f 525, vermeerderd met de bijkomende kosten. Hiervan zal minstens 8000 M3. specie gehaald kunnen worden f 0.07. Voorzitter zegt, dat 't altijd een bezwaar was om stopgrond te krijgen en dat B. en W. hierom bovenstaand voorstel doen. Voor zitter zegt, dat in bovengenoemden prijs niet inbegrepen zijn de lasten die de gemeente aan den Polder II.H. Waard schuldig zal zijn. Verder wijst spr. op t nut van deze werkverschaffing en dat de mogelijkheid bestaat dat de Provincie zeer zeker in de matcrieele kosten zal bijdragen. De heer Tromp rekende uit, dat de lasten ahn den Polder pl.m. f 200 zou bedragen, hetgeen Voorzitter niet meeviel. Verder wijst spr. er op, dat het afgraven van grond slechts volgens een zekere polderverorde ning wordt toegestaan en dan vindt spr. het ook een bezwaar dat. er door het bedoelde perceel een overpad loopt. Nadat hierover nog even was gepraat, werd het voorstel van B. en W. aangenomen. Kasgeldleening. B. en W. stellen voor hun College te mach tigen gedurende het jaar 1937 kasgeldleenin- gen aan te gaan tegen een rente van ten hoogste. IV2 boven het promesse-disconto van de Nederlandsche Bank, zulks met dien verstande, dat. het op eenig tijdstip van dat jaar opgenomen bedrag een som van f 64.500 niet zal mogen overschrijden. Goedgekeurd. Begrooting Burgerlijk Armbestuur 1937. B. en W. bieden de begrooting voor den dienst 1937 van het Burgerlijk Armbestuur ter goedkeuring aan en stellen voor een sub sidie van f 10.000.te verleenen. De begrooting van het B. A. voor den dienst 1937 sloot met een bedrag .van f 13426.67, waarbij de gemeentesubsidie van f 10.000 is verwerkt. De heer Bancras vindt de subsidie wel wat laag daar er z.i. steeds meer en meer menschen op 't B. A. zijn aangewezen. Voorzitter zegt dat als in de toekomst mocht blijken dat de subsidie niet toereikend is, deze dan altijd nog kan worden opge voerd. De heer v. Elfen zegt, dat voorzitter in een vorige vergadering eens had gezegd, dat bet B. A. gereorganiseerd zou worden, doch spr. had hieromtrent later niet meer van gehoord en vraagt aan Voorzitter of dit zoo is. Voorzitter zegt, dat men hieraan druk werkt, doch dat de zaak nog al ingewikkeld is en zoodoende veel tijd vraagt en zoodoen de kan dit nog wel even duren. Begrooting G.E.B. 1937. Deze wordt vastgesteld: Girodienst In komsten f39119.98, uitgaven f34905.47, saldo f4214.51. Naar aanleiding hiervan zegt de heer Tromp, dat het de bedoeling was geweest dat de R.K. fractie met een voorstel voor een nieuwe regeling voor kindertoeslag voor de ambtenaren van het G.E.B. zou komen, doch men was hiermede nog niet geréfcd. Spr. wees er op dat dan de winst dus wel iets minder zou zijn. Voorzitter is het hiermede eens. Gemeentebegrooting 1937. De heer Dekkers vx-aagt of het niet mo gelijk is dat in het vervolg aan de raadsleden een begrooting wordt toegestuurd, daar men dan beter de tijd had om deze te bestudee- ren. Voorzitter zegt, dat dit nogal zeer be zwaarlijk is daar er dan naast de begrooting ook een memorie van toelichting zal moeten gaan en dit zou nog heel wat kosten met zich meebrengen en dan zou 't nog een vraag zijn of 't aan het doel beantwoordde. De heer Tromp wijst er op, dat men heeft kunnen constateeren, dat onze gemeente aan den rand staat tot de noodlijdende gemeen ten te behooren. Voorzitter beaamt dit. De hoer Dekkers vindt de post voor den bouwkundige, den heer Reijendam, overbo dig. Voorzitter bestreed dit en toonde met en kele voorbeelden de noodzakelijkheid hier van aan". Voorts wijst de heer Dekkers er op dat de Gemeentegeneesheer Dr. Spierings, zijn werk zaamheden bijna geheel afdraagt aan zijn assistent Dr. Zwart. Spr. vraagt of zulks wet telijk is toegestaan. Voorzitter zegt dat zulks mede in verband met de ziekte van Dr. Spiegings was en dat Dr. Spierings toch altijd de verantwoordelijk heid draagt. Spr. voegt er aan toe dat er tot heden nog nooit klachten binnen zijn geko men. De heer Tromp vraagt naar de f25.— die zijn uitgetrokken voor de championsteelt, hoe of Voorzitter die wil besteden. Voorzitter licht toe dat.door den heer Ilar- tog proeven zijn genomen en 't resultaat zeer bevredigend was. 't Ligt in de bedoeling om eens een pro paganda avond te organiseeren waarop de mogelijkheid van deze teelt nader wordt toegelicht. Oe heer v. El ten vraagt of 't niet was op de begrooting uit te trekken een bijdra ge voor de kosten voor het ziekenfonds. Voorz. zegt dat men zich dan op gevaar lijk terrein begeeft. Er konden dan wel eens meer aanvragen komen dan wenschelijk was. De heer Dekkers vraagt of 't niet moge lijk is dat aan de beide muziekvereenigin- gen f 15.- inplaats van f 10.- subsidie wordt verleend. Voorz. .acht 't verstandiger om dit be drag zoo te laten daar we anders de kans loopen dat het heelemaal van de begrooting wordt geschrapt daar deze dit jaar wel zeer scherp onder de loup zal worden genomen Voorts pleitte de heer Dekkers om een sub sidie te geven al was het dan maar f 5.- aan de Openbare Leeszaal te Alkmaar. Voorz. zegt dat men dat niet kan doen daar er ook in onze gemeente bibliothce- ken zijn er die het heel erg noodig hebben en die krijgen ook piets. De heer Groenland vraagt waarvoor of de f 275.- subsidie bestemd voor huwelijks feest van H. K.n. Prinses Juliana en Z. D. II. Prins Bernhard zal worden besteed. Voorz. zegt dat er in de gemeente de som van f 108.is ingezameld hiervan komt de helft vor het nationaal geschenk en de andere helft zou voor een avondfeest zijn, doch men begrijpt dat men van f 50 geen feest kan vieren. De Commissie heeft thans besloten om alleen een kinderfeest te hou den. Daar door 't Rijk is toegestaan dat men f 0.25 per kind uit de gemeente kas mag trekken en er op 900 kinderen wordt gerekend is dit een bedrag van f 225.- Dus blijft daar misschien nog f 50.- van over De begrooting is sluitend gemaakt met oen bedrag voor de gewone dienst fl9134S.47 Kapitaal dienst ft 88994.48. In het laatste bedrag is f 75000 kasgeld leening begrepen. Voor den gewonen dienst, was in vergelij king met 1936 een achteruitgang van f 10855. Of dit bedrag door het Rijk of door het re servefonds van het G.E.B., dat f 44000 groot is, zal worden gedekt, is nog dubieus. Voorloopig is het de extra bijdrage van het werkloosheidssubsidiefonds met f 7356, en f 3500 belastipgbijdrage, die reeds betaald is. De volgende subsidies worden verleend. le. een subsidie van f 40.te verleenen aan de beide plaatselijke afdeelingen van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm; 2e. een subsidie van f 80.te verleenen aan de beide plaatselijke afdeelingen van de Burgerwacht; 3. een subsidie van f 150 te verleenen aan het Centraal Genootschap voor Kin- derhorstellings- en Vacantiekolonies te Am sterdam. 4. een subsidie van f 1000 te verleenen aan de plaatselijke afdeeling van de Ver- eeniging Het Witte Kruis. 5. een subsidie van f 25 te verleenen aan de Malaria-commisie voor Noordholland. 6. oen bijdrage van f 10 aan elk' der Muziekverenigingen „H.U.G.O." en „Hou KORT VERHAAL door VICTOR VAN DUKE. „Zoo, één trouwgetuige hebben wij", zei de jonge bruid verheugd. „Wie is die edele man?", vroeg de bruide gom. „Jouw vriend Frans Blever heeft 't toch beloofd." „Die goeie jongen!" O „Nu moet jij voor den tweeden getuige zorgen", zei het bruidje. „De tweede getuige? Is een dan niet ge noeg?" „Je weet toch dat men er twee moet heb ben!" „Heb jij geen vriendin, die het wil zijn?" „Heb jij geen vriendin - ik heb alleen maar jou", zei het bruidje en keek verliefd naar den jongeman. Ernst zuchtte. Dan zou hij dus iemand op moeten zoeken. Wat een kruis! Zoo'n bruiloft geeft toch een heelebocl moeite, nog afgezien van de kosten! Allereerst wendde hij zich perb rief tot zijn vriend George. Deze antwoordde uit Amsterdam, dat hij tot half December verhinderd was, om te komen, maar hij verzocht hem, toch den dag van het huwelijk te willen melden. En Ernst antwoordde, dat hun huwelijk den ze ventienden van deze maand zou plaats heb ben. Waarop George beloofde, dat hij in geen geval dien datum zou vergeten. „Een beste kerel mijn beste vriend!" zei Ernst. „Misschien wil Mijnheer Muller getuige zijn", veronderstelde de bruid. De bruidegom gaat hem bezoeken, maar Mijnheer Muller is verhuisd, hij is naar Gro ningen vertrokken. God zij met hem! Ernst schrijft naar Noman. Noman ant woordt niet. Dan gaat Ernst hem opzoeken. Noman is thuis. Hij is bezig om aardappelen te koken. Dat is altijd zijn „Fort" geweest. Groene kool koken kan hij niet. „Eet smakelijk!" zegt Ernst, „waarom heb je me niet geschreven?" „Ik had mijn pols verzwikt." „Dan kon je toch wel met je andere hand schrijven! Of twee regels aan je vriendin dicteeren!" „Ik kan niet met mijn linkerhand schrij ven, en Olly is er niet". „Nu ja, dat doet er niet toe, kun je nu, den 17den, of niet?" „Wil je echt gaan trouwen?" informeert Noman voorzichtig. „Wij zijn al elf jaar verloofd", helpt Ernst hem herinneren. „Je bent een man van eer!" zegt Noman. „Afkloppen", zegt Ernst. „Jij blijft altijd dezelfde", lacht Noman. en Trou" voor het geven van een volkscon cert door elk der vereenigingen; 7. een subsidie van f 275 te verleenen aan de ingestelde commissie voor het or ganiseeren der feestelijkheden ter gelegen heid van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard. 8. een subsidie van f 25 te verleenen aan het comité voor Huish. voorlichting. 9. een subsidie van f 50 te verleenen aan elk der beide afdeelingen van den L.T.B., voor twee te geven tuinbouwcursussen in den winter 1937; 10. een subsidie van f 10 te verleenen aan het Comité tot bestudeering en bestrijding van de iepziekte te Wageningen. 11e een bijdrage van f 130.- te verleenen aan de vereeniging ingevolge de Landarbeiders- wet, ten behoeve van den ophaaldienst; T2e afwijzend te beschikken op een subsidie aanvraag van het Bestuur der vereeniging tot oprichting en instandhouding eener openbare leeszaal te Alkmaar voor haar correspondentschap te Heerhugowaard. „Natuurlijk wil ik getuige zijn. Wie is de andere?" „Frans Blever". „Schitterend. En wannee^ fietsen we naar het stadhuis?" „Wij waren van plan om te loopen, maar als je wilt kun je wel op de fiets komen". „Prachtig, ik kom wel naast jullie fietsen. Ik zet natuurlijk mijn cylinder op; waar voor heeft men zoo'n meubel anders." „Frans komt waarschijnlijk met een pet op. Alsjeblieft zeg, geen plechtigheden! Vergeet het dus niet. De zeventiende, om half twaalf, op 't stadhuis, kamer num mer „De zeventiende? Maar beste kerel, dan zouden wij al heel vroeg met vacantie uit- gaa.n! Kan het niet den zestienden?" „Neen, dat gaat niet, de dag is al afge sproken Jullie kunnen toch daarna nog l met vacantie gaan! En als het dan al te laat J is, gaan jullie den volgenden dag! Die va- cautie loopt niet weg." „Ik vind het erg jammer, dat ik jullie niet van dienst kan zijn. Maar kijk, Olly's vacan tie is den volgenden dag afgeloopen, en zij wil nog een keer de zee zien!" „Ja, dan is er niets aan te doen. Jainmerjj enfin, zwem maar lekker!" Als Ernst ontmoedigd weer op straat staat, komt hij den krantenman tegen, een scheef- gegroeid mannetje, dat voortdurend glim-* lacht. „Ha", zegt Ernst, „Meester Vonke, opent u uw hand eens en sluit uw oogen!" Gehoorzaam steekt Vonke zijn hand uit, en Ernst drukt er een gulden in. „Ziezoo, u moet onze tweede trouwgetuige zijn! Nu kunt u niet weigeren. U moet het beslist doen!" Vonke is er ontroerd van. „Zoo veel eer, Mijnheèr!" zegt hij. „Ach, onzin", weert Ernst af. Maar de Oude krantenman wil het geldstuk niet houden. „Voor je spaarpot, vrind, voor je spaarpot!! Heb je me indertijd niet verteld, dat je nog eens ging trouwen?" „Ik ben altijd zoo alleen", zegt de oude man beschaamd, „en de winter is zoo lang!" „Dat is zeker zoo. In ieder geval kunt U op ons rekenen voor getuigen!" Vonke lachte verlegen. Zijn kleine voeten; lijken nog kleiner in reusachtige vilten schoenen. „Den zeventienden van deze maand Irou- tven wij", bekent hij dan beschaamd. „Des morgens om elf uur vindt het huwelijk plaats',' zegt hij dan plechtig. „Dat klopt als een bus", juicht Ernst, „131 om elf uur, wij om half twaalf! Wij helpen elkaar! U bent mijn getuige, en ik de Uwe!" Én Vonke belooft: „Ik kom!" Strafverordening. Door B. en W. wordt een verordening in houdende de nog geldende strafverordenin gen ter vaststelling aangeboden welkewordt goedgekeurd. Aan de agenda wordt nog toegevoegd de benoeming van een lid van hel Burgerlijk Armbestuur. Op de voordracht komen voor de h.h. P< Bakker en K. Bakker. Na stemming wordt de heer P. Bakker met algeineene stemmen benoemd. Voorts nog benoeming leden van de com missie van Bijstand voor het G.E.B. Gekozen werden de h.h. Quant, Tromp en v. El ten. Hierna was de agenda afgewerkt en sloot voorzitter met een woord van dank dé ver gadering. F eullleton door Friedrich LinCj©rnan 20) Thompson probeerde, de harde scherpe wijze van spreken, die Trevor op zulke momenten had, na te doen. Het gelukte hem slecht. De puntige woorden vermaalde hij tusschen zijn gauwgomlippen. Het was niet eens komisch. Die idioot, dat kost hem zijn baantje, ik heb tegen hem geschreeuwd en ben opgestaan. Hij wilde mg nog tot de deur begeleiden. Maar: Doe verder geen moeite, heb ik gezegd, blijft U zitten. Heb Winch meegenomen en heb de deur met een smak achter mij dicht geslagen. De Consul is hier veel te slap. Die heeft me maar steeds teruggehouden, anders had ik den. kerel nog wat anders ge zegd. Nee, neen, Consul, dat is in orde. Maar enfin, nu gaat het pas beginnen. Dit neger- dorp zal wat beleven. En die andere, die zal Billy Thompson leeren kennen, Zgn nek zal ik omdraaien. Vandaag nog. Consul, gij gaat oogenblikkelgk naar den President van het Gerechtshof, naar... naar... Sir William Douglas. Dus ge gaat naar Bil Douglas, leg hem de zaak uit en vertel die kerel gezegd heeft. Dreig hem met den Minister van Handel, met den Minister van Buitenlandsche Zaken. Dreig hem met de heele Regeering. Voor mijn part met oorlog. Ze kunnen het niet benauwd ge noeg krijgen. Wij zijn vrije Amerikaansche burgers en verlangen ons recht en ons schip. Niet, Winch? Deze bewoog zich even in zijn stoel. Praat niet zoo veel Winch. Ge hebt ge lijk. Wij gaan naar Spurling. Hello! Hij riep den waard. Bolston kwam direct achter zijn palmen vandaan. Wat blieft U? Schrijfpapier, couvert en een bediende. Maar vlug! Deze toon was voor Jimmie Bolston, niet tegenstaande zijn nieuwsgierigheid, toch een beetje te erg. Hg hernam hoorbaar zgn waar digheid. Boven in de schrijftafel, alstublieft. Een bediende zal ik U door den portier laten brengen! Thompson bromde en stond op. Vooruit, vooruit, Consul. Ge moet weg naar den President. Ik zal Spurling laten komen. Hg gaf Spring de hand. Ook deze ver dween. Dus bleef ik alleen met den zwijgzamen Winch. Hij zoog aan zijn pijp als een kind aan zgn melkflesch. Hg was steeds kalm ge bleven. Thompson ontnam hem alles, zelfs de opwinding. Hij had zijn voeten op een rieten stoel gelegd en keek met zijn kleurlooze oogen naar de lucht." Ik hield dit zwijgen niet langer uit. Ik moest weten, wat er ging gebeuren. Neem me niet kwalijk, Mr. Winchester. Spurling? Gaat ge naar Spurling? Hij draaide zijn hoofd niet eens om, brom de tusschen zijn tanden: Ge kunt meegaan. Nu ja, maar: Spurling? Ge bedoelt toch Kapitein Spurling van de „Frisco"? Natuurlijk Wie anders. Ge zijt van dezelfde meening als de Consul: n.1. dat Spurling niets met de ver dwijning van de „Betty Bonn" te maken heeft? Ach natuurlijk! Hierdoor werd ik niet wijzer. Maar daar kwam Thomson al weer aangerend. Hij had den Hotelboy een brief in zijn hand gedrukt met eenige „hurry up" en „take to your heels". Nu wierp hij zich krakend in een stoel. Spurling is verstandiger dan die para grafenschender. Daar is tenminste mee te praten. Nu kon ik mgn vraag herhalen: Ik zei daar juist tegen Mr. Winchester: dus gij gelooft ook, dat Spurling aan deze heele geschiedenis geen schuld heeft? Thompson draaide zich in zijn stoel om als een geharpoeneerde walrus en staarde mij met kogelronde oogen aan. Dat was iets buitengewoons voor hem. Spurling? Deze Spurling? Dacht ge, dat hij er niks mee te maken had? Mensch zijt ge...? Spurling? Ik ken Spurling toch. Dat is waarlijk niet voor het eerst, dat die zoo iets aan de hand heeft. Die man leeft daar toch van. Of dacht ge misschien, dat die nog ooit een fatsoenlijke vracht op zijn schip krijgt? Deze „Frisco" dobbert toch zeker al sinds den zondvloed op Godsgenade over de wateren rond. De boot zit nog vrij goed in elkaar. Zei len en tuig is in orde. Maar verder? Er zijn er zooveel van die kerels. Meestal kruisen zij hier voor de Amerikaansche kusten en vis- schen naar drijfhout, dat van de groote rivie ren in de zee terechtkomt. Maar alles wat er verder voorkomt, visschen zij ook. En als zij er een beetje behulpzaam bg moeten zijn, dat het een of ander in het water valt, dan zijn zij ook niet vies uitgevallen. Piraten zijn het, echte zeeroovers, anders niet. Alleen een fatsoenlijke zeeroof met bijl en entermes durven zij niet wagen. Daar zijn zij te laf voor. Die „vinden" alleen maar wat. En hun grootste hoop is, eenmaal een heel schip, zoo mogelijk met lading en al te „vinden" om het bergloon op te strijken. Geef zoo'n kerel een halve flesch rum, dan moet ge eens hooren wat zoo'n vent allemaal vertelt. Dan praat hij den heelen avond over niets anders dan over den grooten slag, dien hij doen zal, en als hij dan genoeg geld bij elkaar heeft, wat hij zelf gelooft, al in zijn zak te hebben, dan wordt hij sentimenteel als een oud negerwijf en jankt wat over een klein huisje met een stuk land, dat hij koopen wil, met stiefmoedertjes en vergeetmijnietjes en een vogel in een kooitje en een schommelstoel. Zoo zgn ze allemaal. Daar droomen ze van. En dezen Spurling is het nu gelukt. Maar dat hg bij de heele geschiedenis betrokken is, dat be greep ik vanaf het oogenblik, toen ik hoorde, dat hij de „Betty Bonn" binnengebracht had. Dit moest Trevor eens gehoord hebben! Dan was hij op stel en sprong met een bevel tot inhechtenisneming te voorschijn gekomen. Maar zoolang Thompson nog op zijn praatstoel zat, informeerde ik verder: Neem me niet kwalijk, meneer Thomp son, als ge er zoo vast van overtuigd zijt, dat Spurling nu juist niet onschuldig is aan het verdwijnen der „Betty Bonn" - bemanning, waarom dringt ge dan juist op een gerechtelijk onderzoek aan? Thomson keek me alleen maar medelijdend van terzijde aan. Hij nam mij niet au serieux, anders had hij alle reden gehad, net zoo hard tegen mij te brullen als tegen Trevor. De Rechtbank? Jonge man, nu zal ik U eens een goeden raad geven: Naar het Gerecht loopt ge alleen dan, als ge ongelijk hebt of tijd wil winnen, wat precies hetzelfde is. Maar hier is alles volkomen duidelijk. Neen, ik onderhan del liever met Spurling zelf. Dat gaat vlugger en is ook goedkooper. Toch probeerde ik nog een nieuwe ziens* wgze. Als Spurling aan de kaak gesteld wordt en daartoe kunt gij blijkbaar zelf medewer ken dan zijt ge toch van de betaling van het bergloon af? Vanaf dit oogenblik scheen Thomson alla Europeesche krantenmenschen voor hopeloozQ ze groentjes te houden. Hij schudde alleen be denkelijk met zijn hoofd. Vereerd jongmensch, hebt ge U misschien door dien ouden idioot ook iets op de mouw laten spelden? Als deze akelige landrot, dia niet eens stuurboord en bakboordzijde van el kaar kan onderscheiden, als die werkelijk denkt, dat hij deze doorgewinterde zeeschuimer dit brok galgenaas, deze Spurling aan de galg kan helpen... Great Scot! Die zou zich toch nooit in Gibraltar wagen, als hij niet absoluut zeker wist, dat hem niets gebeuren kon. Die had de schuit eeder naar Groenland of wie weet waar gesleept, als hij Trevor niet rustig bij den neus kon nemen. Neen... neen... Plotseling scheen hem iets in te vallen. En bovendien, wat zou de Rijksadvocaat wel zeggen, als Spurling van zijn bergloon af zag? Zou dat niet het grootste bewijs zijn, dat hij niets met de geheele geschiedenis te doen had? Nog voordat ik deze zonderlinge vraag kon beantwoorden, kwam de hotelbediende terug, zweetend van ijver, rukte zijn muts van het hoofd en reikte Thompson met een gewichtige beweging een brief. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 10