Langendijker Grocntcnvcilingcn Heemraadschap Schager Kogge S N 'J D N De strijd om de M „Betty J31|v Bonn" De uitkomsten van de inventari satie groote voorraden toch minder dan in 193& wat zal het financieel resultaat zijn weinig aardappels aange voerd lage prijzen zeer slecht voor de verschillende koolsoorten lage prijzen voor roode kool bijna alles ver kocht van gele kool wordt bijna niets aan den handel ver kocht opbrengst minimum prijs f 1.-, ook witte kool doet het slecht meestal minimum prijs van SO cent veel draait door uien goedkoop breek- peen ongeveer zelfde prijs bieten laag betere prijzen voor andijvie bloemkool be vredigend aanvoer ramme nas. Wat de tuinders momenteel het meest interesseert, is ongetwijfeld de gehouden in ventarisatie der stapelproducten. Men was er ook vóór de cijfers bekend waren, wel van overtuigd, dat de voorraden niet ge ring zouden zijn en we hoorden al enkelen beweren, dat het aantal wagons grooter was dan in 1934. Dit is echler niet het ge val gebleken. Maar buitengewoon groot is het verschil met het vorige jaar. Toen wa ren er 1938 wagons roode, 452 gele, 1155 witte kool. Thans zijn deze getallen 2306, 204(5, 2426, zoodat er van de eerste en de laatste soort ruim 2 maal, en van de gele kool zelfs Al4 maal zooveel is als in 1935. Als men weet, dat het vorige jaar nog niet van een vluggen handel kon worden ge sproken daar de vraag het aanbod nog niet overtrof, dan is het duidelijk, dat men zich nu met groote zorg afvraagt, hoe het de zen winter met den afzet zal loopen. Alge meen js men er van overtuigd, dat, blijven de exportmoeilijkheden bestaan in dezelfde mate als verleden jaar, het er voor de tuin ders zeer somber uitziet. De ellende zou niet te overzien zijn, als het oen zachte win ter wordt. Dan zal er heel veel werk moe ten worden gedaan, wat voor vele uitgave aan arbeidsloon beteekent, en de ontvang, - sten zullen gering zijn Als men op het oogen blik reeds ziet, hoe bijna alle gele kool door draait, van de witte ook heel wat en de roode, ofschoon de aanvoeren nog niet groot zijn, ook nog niet alle kan worden verkocht, dan is het duidelijk, hoe gerechtvaardigd de vrees van de tuinders is. Dringend nood zakelijk zal het zijn, den groven tuinbouw meer en beteren steun te verleenen. Geen geld, wordt er gezegd. Maar voor andere doeleinden is altijd geld te vinden. Moet de belangrijke tak van bestaan, zooals de tuin bouw is, dan heelomaal worden vernietigd! De afgeloopen week was de aanvoer van aardappelen weer gering en de prijzen we ken maar weinig af van die der vorige week. Voor Schotsche muizen werd f 1.70— f 2.20 betaald. Bonken golden van f 2. f 2.50. Drielingen f 1.- f 1.30. Blauwe aardappelen werden verkocht voor f 1.70— f 2.-. Bevelanders voor f 1.70—f 2.10. Eigen heimers voor f 2.30 en blauwe Eigenheimers voor f 2.- f 2.20, een cnkcL partijtje voor f 2.30 en f 2.50. Op de koolmarkt bleef alles zoo goed als bij het oude. Aan roode kool werden ruim 30 spoorwagens aangevoerd. De goede kwa liteit werd bijna alle verkocht, Ze bracht f 1.- f 1.50 op. Voor de mooiste en meest gewilde kon tot f 1,80 worden bedongen, terwijl een enkel partijtje het tot f 2.- en f 2.10 bracht. Afwijkend goed werd voor f 1 f 1.20 verkocht, in een zeldzaam geval werd f 1.40 betaald. Bedroevend was het weer gesteld met de gele kool. Voor den handel wordt hiervan maar weinig afgenomen. Bijna alles ging als veevoer weg, zelfs de allermooiste par tijen. Het verkochte bracht f 1.- op, in zeld zame gevallen f 1.10. De aanvoer was vrij groot, ongeveer 60 spoorwagons aan beide veilingen. Bij jden belangrijken voorraad, welke er van aeze kool is, is het zeer nood zakelijk, dat er een flink kwantum wordt geveild. Bijna even slecht ging het met de witte kool. Gewone witte kwam er maar weinig meer. Voor een groot deel bleef ze onver kocht. De verkochte bracht 80 cent op. Van de Deensche witte kool werden de grootste door de zouters afgenomen voor 80 a 90 cent, een enkel partijtje bracht f 1.- op. Overigens draaide bijna alles door. Deze week kwam er nog heel wat groene kool. De prijzen liepen van f 1.50f 3,10. Afwijkend goed en kleine werden voor f 1.- f 1.40 verkocht. Ongeveer 12 spoorwagons uien werden aan de twee veilingen verhandeld. Alles kon worden verkocht. Dit is ten minste al een voldoening. Niettemin waren de prijzen laag. Alleen voor nep kon het er mee door f 5.- f 6.80, al naar kwaliteit, doch van deze sorteering is er maar weinig. Grove uien brachten f 1.30f 1.80 op, en gewone (middel groote) f 1.30 tot f 1.60. Drielingen deden het iets beter dan de vorige weken. Brachten ze aanvankelijk f 1.90f 2.30 op, later werd dit f 2.30f 2.70. De vraag voor dit artikel is zeer bevredigend, doch over 't geheele land is de aanvoer ook groot. Ook kan alle aangevoerde peen worden verkocht. Groot was de aanvoer nog niet: 2 wagons per dag is al heel veel. De groote peen bracht f 0.90f 1.40 op. Het „vuur" speelt in deze een rol. Kleine peen werd voor 50 a 80 cent verkocht. Gering was ook de anvoer van kroten, alles kon worden verkocht, doch tegen lage prijzen, Mooie, kleine bieten brachten f 1.30 f 1.70 op, groote 50 cent.. Niet groot was ook de aanvoer van bloem kool. Het gunstige weer werkt er aan mee, dat deze nog ter markt verschijnt. De mooi ste en grootste Reuzen werden voor f 8.- f 9.90 verkocht, kleinere of iets afwijken de brachten f 1,- a f 2.- minder op. Voor tweede soort werd f 2.40 tot f 4.- betaald, al naar gelang van de grootte en den aartl der afwij icing. Andijvie staat er nog heel wat op den akker. De weersgesteldheid heeft begrijpe lijkerwijze de kwaliteit sterk doen vermin deren. Van deze wordt er aangevoerd. De prijzen zijn wel wat beter geworden. Een deel wordt echter naar andere veilingen gebracht. De minste kwaliteit bracht 50 a 60 cent op, overigens liep ze tot S0 cent, f 1.- soms tot f 1.40. Rammenas bracht f 1.70 op. Hoeveel de arbeiders aan de toe- voerslooten verdienen kunnen. De heer Timmerman met vlag en wimpel tot dijkgraafh erbenoemd. Wijziging van het Ambtenarenre. glement en de keur. Heele kal- ven in het water.! Onderhande lingen met Werkspoor over een tandwielkast. Totale kosten vermoedelijk 122 a 12300^—. Krupp doet een brutale vraag. Vergadering van hoofdingelanden van het Heemraadschap de Schager Kogge op Zater dag 12 December 1936, des namiddags 2 uur in Hotel Vredelust te Schagen. Voorzitter de heer D. P. Timmerman, dijkgraaf, secretaris-penningmeester de heer P. Hopman. De vergadering is voltallig. Na opening volgt vaststelling van de no tulen. Ingekomen stukken. Van den minister van Sociale Zaken kwam bericht, dat hij zijn goedkeuring hecht aan het doen uitvoeren in werk verschaffing van verbreeding en verdieping der tocvoerslooten van het het gemaal en waarin de voorwaarden, waaronder het werk moet worden uitgevoerd zijn vervat. In de loonen etc. wordt een overheidssub sidie toegestaan van 100 pet., evenwel zal niet meer dan f38.500 vcrioond mogen worden. De heer C. Bakker vraagt, wie de loonen uitbetaalt. De Voorzitter antwoordt, dat zulks ge schiedt door degene, die het werk uitvoert; er is nog correspondentie gaande, wie dat zal zijn, vermoedelijk wel het Hoogheem raadschap en niet de Ned. Heidemaatschap pij, bij wie door een vergissing de uitvoe ring in handen is gesteld. De heer J. Schenk Az. informeert wat er gebeurt, wanneer het bedrag van f38.500 overschreden zal moeten worden, moeten we dan weer opnieuw aanvragen. De Voorzitter zegt, dat het zoover niet zal •komen, de begrooting is ruim opgezet. De Secretaris deelt mede, dat van 21 Dec. tot 9 Januari de werkverschaffing tijdelijk stop moet staan. De arbeiders uit Schagen mogen 27 cent verdienen, do anderen 25 cent, maar zij zullen zooveel mogelijk in accoord werken. Bovengenoemde bedragen kunnen zij dus verdienen. De heer K. Wit vraagt, waar met het werk begonnen zal worden. Geantwoord wordt van bij de machine en dat dan zoo opgewerkt zal worden. Overi gens moet de uitvoering nog worden uit gewerkt. Voorts wordt medegedeeld, dat de goed keuring van Ged. Staten op het besluit tot het aangaan van een geldleening nog niet is afgekomen. Op den 2den September keurden Ged. Staten reeds goed het besluit tot het doen verbreeden en verdiepen der toevoerslooten in werkverschaffing: eveneens keurden zij goed het besluit strekkende tot rentegeven- de belegging van gelden en de op 29 Aug. j.1. vastgestelde keur. Van de Vereen, van Noord-Hollandsche Waterschappen kwam een schrijven inzake wijziging van het Ambtenarenreglement, en één inzake watervervuiling. (Zie hieronder). Tenslotte boden Ged. Staten nog aan een ontwerp-besluit tot wijziging van het Alge meen Waterschapsrcglement van Noord-Hol land. Van het nieuwe reglement kan gezegd worden, dat- het aangepast is aan na dien tijd verschenen wetsartikelen, maar dat het overigens zeer weinig verschillen met het oude reglement vertoont. Onderzoek geloofsbrieven. Aan de orde is het onderzoek van de ge loofsbrieven van de herkozen Hoofdingelan den, de heeren A. Grootes en K. Wit, welk onderzoek wordt ter hand genomen door de heeren Schenk en Jb. de Veer. Eerstgenoemde rapporteert alles in orde te hebben bevonden en adviseert tot toe lating, waartoe wordt besloten. De Voorzitter feliciteert de heeren, en hoopt op dezelfde prettige wijze met hen door te werken, als tot nu toe het geval is geweest. Verkiezing dijkgraaf. Volgt de verkiezing van een Dijkgraaf, wegens periodieke aftreding. Herbenoemd wordt de heer D. P. Timmer man met op 1 na algemeene stemmen. Deze laat zich onder dankzegging de herbenoeming welgevallen. Bestendiging crediet-overeen- komst. Het College van Dag. Bestuur stelt voor de credietovcreenkomst met de Coöperatie ve Boerenleenbank te Schagen te bestendi gen. ter voorziening in de in 1937 benoodig- de kasgelden. Goedgevonden. Wijziging Ambtenaren-reglement. Goedgevonden wordt het Ambtenarcnregle ment als volgt, aan te vullen: Art.. 34 le lid achter d.: 2. wegens het bereiken van den 65-jarige,n leeftijd door ambtenaren, met uitzondering van den Secretaris en den Penningmeester, wier leeftijdsgrens voor een dergelijk ont slag bij 't Algemeen Waterschapsreglement voor Noordholland is bepaald met ingang van den dag, waarop zij den 70-jarigen leeftijd hebben bereikt. En na art. 36: Artikel 36 bis; De ambtenaar is verplicht een verzoek om ontslag zoo tijdig in te die nen. dat dit door het bevoegde gezag tegen het einde van het jaar, waarin hij den 65- jarigen leetfijd zal hebben bereikt, kan worden verleend. Bij niet voldoening aan deze verplichting wordt het eervol ontslag tegen gemeld tijdstip ongevraagd verleend. Bij het verleenen van ontslag, als bedoeld in dit artikel, behoeft geen opzeggingster mijn in acht te worden genomen. Dijkgraaf en Heemraden stellen voor de keur aan te vullen met de hierna volgende bepaling: liet is verboden: a. de in het waterschap gelegen wateren te verontreinigen door het daarin storten of loozen van straat-, industrie- of huisvuil, faëcaliën, industrieel afval- of spoelwater, of andere vloeistoffen of vaste stoffen, wel ke schadelijk zijn voor de belangen van den landbouw of de veeteelt; b. loozingswerken of loozingsinrichtingen te maken, waardoor of waaruit de onder a bedoelde stoffen in de in het waterschap gelegen wateren kunnen worden gelaten of kunnen afvloeien. Het onder a gestelde verbod is niet van toepassing, voor zoover de storting of loo- zing geschiedt door werken of inrichtingen, welke vóór de inwerkingtreding van deze verordening reeds bestonden, tenzij daarin sindsdien eenige verandering of uitbreiding is aangebracht. Het Bestuur kan van deze verbodsbepa lingen, al dan niet onder nader te stellen voorwaarden, schriftelijk ontheffing ver leenen. De heer Schenk informeert of de politie i ook op de vervuiling zal toezien en of zij proces-verbaal kan opmaken. De Voorzitter denkt van wel, want het is ook een gemeente-belang, dat. het water niet vervuilt. De heer Schenk merkt op, dat je soms heele kalven in het water ziet! De heer Smit is van meening, dat het hem in hoofdzaak in de buitenmenschen zit. want in de kom wordt de vuilnis toch opgehaald. Dé Voorzitter zegt, dat de practijk anders leert en spr. wijst op den ergerlijken toe stand, waarin de slootjes achter de huizen verkeeren. Conform het voorstel wordt hierna beslo ten. Het College van Dag. Bestuur stelt voor bij een der pompen van het gemaal een tandwieloverbrenging te doen aanbrengen en een leening aan te gaan, waaruit de kosten kunnen worden bestreden. De Voorzitter deelt mede, dat Ir. Pleyte bij een herhaald onderzoek zijn vermoeden geheel bevestigd zag en wel zijn vermoeden, dat achter de waaier luchtvorming plaats greep. Dit zal door het aanbrengen van een tandwielkast verbeteren, ja volgens Ir. Pleyte zou het dan wel over zijn. De moei lijkheid is nu nog om de spoed te bereke nen en dat moet gebeuren door de leveran- Dat wil zeggen; inhalen, terwijl uit tegengestelde richting ver keer nadert en de weg te smal is voor drie auto's naast elkaar, 'n Manoeuvre, die bijna zeker naar hospitaal of huis-van-be- waring voert! cier van de kast. Ir. Pleyte wil de levering opdragen aan Werkspoor en niet aan Pan-i nevis. De laatste n.1. kon geen zekerheid! geven, dat het gebrek volledig hersteld zou: zijn na de plaatsing, de eerste daarentegen geeft die zekerheid wel. De heer Schenk vraagt naar de kosten van de kast. Hem wordt medegedeeld, dat de tandwieV kast kost f1300, daarbij komt dan nog heli honorarium en het metselwerk. Met de be- grooting van f2500 zal dan ook ruimschoots kunnen worden volstaan. In een confererw tie, die Voorzitter en Secretaris Zaterdag jl* met Ir. Pleyte hadden, schatte hij de totalg kosten op f2200 a f 2300. Goedgevonden wordt, dat het Dag. Bestuufl de besprekingen met Werkspoor opent, ter-i wijl het College machtiging krijgt een geld' leening aan te gaan van ten hoogste f2500* Door den Secretaris wordt nog voorgelezen, welke bedragen verschillende leveranciers) voor de kast vragen, zoo bijv. de bekendoi firma Krupp f 1800.—. De heer Bakker: Krupp f1800.Dat ïg ook een brutale vraag! (Hilariteit). Bij de rondvraag wijst de heer C. Smit ea op, dat voorheen de molen van dep. Hoog* landspolder het waterpeil van de Mient aangaf en vraagt of dat nu weer zou zoui worden. De Voorzitter oordeelt deze peilaanbren* ging niet noodig, maar zegt toch toe, dati het Dag. Bestuur de zaak in overweging zal nemen. Hierna volgt sluiting. „Waarom beef je zoo, lieveling?" „Dat is de liefde!" F e ullleton -A door Frledrich Lindem a n 22) Opnieuw had zijn beeld een geheel anderen indruk in mij wakker gemaakt: zooals hij daar nu zat, was hij plotseling niet meer de smerige kleine piratenhoofdman met zijn duistere zaken, maar een eenzaam mensch door het noodlot achtervolgd. Ik weet, het klinkt een beetje pathetisch. Maar op mrj maakte het dien avond zoo'n in druk in de ellendige kroeg, tusschen de kunst matige bloemen en de meedoogenlooze spie gelwanden, een eenzame mensch, die vertellen moest. Alleen ik zelf was op dit oogenblik, waarop ik zoo dicht bij de deur, die toegang tot het geheim verleende, niet genoeg mensch, niet genoeg medemensch, en het juiste woord te vinden, het woord dat niet vragen, doch helpen wil. Ik geef toe, ik schoot voor dit noodlot tekort. Ik was toen misschien nog te jong. Ik kon geen ander woord vinden dan de vraag, door mijn nieuwsgierigheid ingegeven: Vertel mij eens, wie was die vrouw? Ik wist toch, dat hij al eenmaal ontkend had de vrouw te kennen, en hjj had zoo ge logen, dat de naiefste het had moeten mer ken, hij liegt. Hg wilde liegen. En daar was reden voor. Misschien was het wel dezelfde reden, die hem als een last drukte. En dat moest ik aanroeren? Wie was die vrouw? Weer verbaasde hy mij door zijn antwoord. Bliksemvlug richtte hij zich op, zoover als zgn kromme schouders het toelieten. Zgn spitse baard, die als een vogelsnavel op zgn borst gerust had, kwam omhoog. In zgn kleine oogen blonk een diepe haat. Die! Hij siste het woord tusschen zgn tanden. Woede en verachting drukte het uit. Als een steekvlam sloeg het in mijn gezicht. Even zoo vlug Als hij omhoog gekomen was, zonk hij weer terug, alsof hg zich aan zijn eigen haat gebrand had. Zijn hoofd was weer tus schen zijn schouders gezakt. Zgn stem klonk merkwaardig week, tusschen haat en stree ling, toen hij nog eenmaal zei: „Betty Bonn". Lieve God, die naam! het monogram B.B. Als het schip? Hij knikte. Naar haar had hij het genoemd. Hg herhaalde, als 't ware om zgn moed bgecn te rapen tot spreken: ...had het naar haar genoemd. Een heesche zucht van woede brak uit hem los, toen hg verder ging: heeft haar alles geschonken... de piano... de kleeren..., het schip..., zichzelf..., alles... zwendel..., leege woorden... een man die zich zelf schenkt... bedrog... hij heeft haar bedrogen... vrouwen laten zich bedriegen..., geld..., een glad gezicht... Schokkend als het bloed door zijn aderen kwam het er uit. De ellende was hem de baas geworden en zijn gal liep over. Hg kon zich niet meer inhouden. Hij moest spreken. Hij wist misschien zelf niet, dat hg sprak. Met starenden blik keek hij naar het marmeren blad, met een blik, die niets meer zag, die slechts zgn geheele ziel weerspiegelde. Ik zat naast hem, maar het had net zoo goed een ander kunnen zijn. Hg had alleen maar het gevoel noodig, een ademend wezen in zgn nabijheid te hebben, een oor, dat naar hem luisterde, opdat zijn woorden niet in het niet zouden verdwijnen. He zweeg. Ik durfde ook niets anders dan zwijgen. Ieder vreemd geluid had hem aanstonds doen verstommen. Hij hing op zijn stoel. Hij be woog zich niet. Hij bewoog alleen zijn lippen en vormde klanken, die voor my woorden werden, zinnen, een menschennoodlot, een tragedie van een man,, „de strgd om Betty Bonn". Deze strijd was begonnen als zoovele zee mansliefden in een havenkroeg, in All Nations Saloon, Southstreet, Manhattan. Drie jaar later, 1904 ik was als buiten gewoon correspondent op het Internationale Physiologencongres te New York heb ik den oorsprong dezer tragedie gezocht. Toen heb ik pas goed begrepen wat Spurling voor drie jaren te Gibraltar gebiecht had. Het was, zoowat daar, waar de toegangs- boog tot de Brooklgn-brug begint een grgs, nuchter, door kolenstof-besmeerd gebouw, zooals er aan den waterkant van alle haven steden te vinden zijn. In de vier bovenste verdiepingen: kantoren van makelaars, scheepsagenten, assuradeuren, die den glans hunner firmanamen door prach tige gouden letters op borden trachten te ver- hoogen. Benede.- de havenkroegen, die het interna tionaal karakter op gelijke wijze vertoonen, of ze nu „Stad Antwerpen", „Zum Leucht- turm" of „L'Ancre d'or" heeten. Hier luidde de naam zooals reeds gezegd: „All Nations Saloon" en werd versierd door een kleurrijke decoratie, waartoe zich de vlaggen van alle zeevarende naties in een schitterende groep vereenigd hadden. Achter dit pronkstuk hing, met spelden aan de smerige gordijnen vast gemaakt, een verzameling foto's der leden van een achthoofdige dameskapel, die met lieftallige glimlachjes, duistere blikken en slechts half verborgen aanlokkelijkheden on gehoorde opwinding beloofden. Wie echter door deze papierensireneverlokkingen hoopvol gestemd was, werd door de werkelijkheid grenzeloos ontnuchterd. Want wanneer men de draaideur achter zich had laten rondsuizen, bevond men zich plotseling in een armoedig groot lokaal, dat met zijn nuchterheid van witgelakte muren en ijzeren stutten eerder den indruk van een kelder maakte. Daarbij zaten aan kleine gele tafeltjes ge heel onverwacht, slechts welgestelde heeren, die er uitzagen als kleine boeren uit het midden-westen of groente handelaren uit de omgeving der oostelijke 137e straat. De „All-nations" was een gelegenheid voor kapiteins, zooals mij Jim Paddock, de eige naar, niet zonder trotsch vertelde. Bij hem kwamen de kapiteins der kleine kustvaartuigen, zeilschepen of stoomboóten, menschen, die tijdens de uitoefening van hun beroep er niet beter aan toe waren dan de gewone matrozen. Aan boord liepen zg rond in dezelfde smerige kleedij als janmaat, om dat ze net zoo hard moesten aanpakken als de lui van den mast. Alléén als zij een haven binnenliepen, dan werden zg plotseling aangegrepen door den ijver, hun positie als kapitein of zelfs als eigenaar, ook in hun uiteriyke kleedij te ver toonen. Dan haalden zg ergens onder een oude versleten jas te voorschijn, knelden hun nekken in eén gipsverband, deden stijve das* sen om, zetten mooie petten op en slenterden aan land; wat kost New-York. Maar zoodra zij hun drie, vier boodschappen in de stad, naar den reeder, makelaar of naat! het Gerechtshof achter den rug hadden, voel* den zij zich reeds zoo verlamd door het slen* teren, zoo hulpeloos door de ongewone drukte op straat, zoo zonder eenig thuis of bekende of bekendheid met dit vreemde land, dat zij zielsverheugd waren, bij Jim Paddock voor: anker te kunnen gaan, om tenminste daar onder bekenden waarmee tenminste verstan* dig te praten viel over schepen en vrachten* in een taal, die naar het zoute water rook eil naar teer. Want deze gesprekken met de voorname klerken, de halfwgze schrijvers op het Gerechtshof, de voorname stuwadoors* hingen hun al lang de keel uit. Zoo hokten zij dan per slot van rekening weer met zgn allen sameh om de ongelijke tafels van de „All Nations-Saloon", precies zooals zij aan boord gehokt hadden in de kleine ruimten, pijpenrookend, zwetsend ea schimpend.. Alleen konden zij hier af en toe een schuinen blik werpen naar de dameskapel, die op het podium, met een prachtig papieren boog ver sierd, te pronk zat en hun muzikale gaven uitleefden Maar deze vrouwelijke muzikanten betee* kenden voor deze kleinburgers der zee, die zij nu eenmaal waren, het toppunt der verdor venheid. Weken lang op zee hadden zg van da wildste uitspattingen gedroomd, hadden op geschept over de ongehoordste avonturen, die zij aan land beleven zouden, en nu voelden zij zich plotseling zoo hulpeloos en gebonden* (Wordt vervolgd.}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6