Langendijker Grocntcnvcilingcn
Heemraadschap Schager Kogge
S N 'J D N
De strijd om de
M „Betty
J31|v Bonn"
De uitkomsten van de inventari
satie groote voorraden
toch minder dan in 193& wat
zal het financieel resultaat zijn
weinig aardappels aange
voerd lage prijzen zeer
slecht voor de verschillende
koolsoorten lage prijzen voor
roode kool bijna alles ver
kocht van gele kool wordt
bijna niets aan den handel ver
kocht opbrengst minimum
prijs f 1.-, ook witte kool doet
het slecht meestal minimum
prijs van SO cent veel draait
door uien goedkoop breek-
peen ongeveer zelfde prijs
bieten laag betere prijzen
voor andijvie bloemkool be
vredigend aanvoer ramme
nas.
Wat de tuinders momenteel het meest
interesseert, is ongetwijfeld de gehouden in
ventarisatie der stapelproducten. Men was
er ook vóór de cijfers bekend waren, wel
van overtuigd, dat de voorraden niet ge
ring zouden zijn en we hoorden al enkelen
beweren, dat het aantal wagons grooter
was dan in 1934. Dit is echler niet het ge
val gebleken. Maar buitengewoon groot is
het verschil met het vorige jaar. Toen wa
ren er 1938 wagons roode, 452 gele, 1155
witte kool. Thans zijn deze getallen 2306,
204(5, 2426, zoodat er van de eerste en de
laatste soort ruim 2 maal, en van de gele
kool zelfs Al4 maal zooveel is als in 1935.
Als men weet, dat het vorige jaar nog niet
van een vluggen handel kon worden ge
sproken daar de vraag het aanbod nog niet
overtrof, dan is het duidelijk, dat men zich
nu met groote zorg afvraagt, hoe het de
zen winter met den afzet zal loopen. Alge
meen js men er van overtuigd, dat, blijven
de exportmoeilijkheden bestaan in dezelfde
mate als verleden jaar, het er voor de tuin
ders zeer somber uitziet. De ellende zou
niet te overzien zijn, als het oen zachte win
ter wordt. Dan zal er heel veel werk moe
ten worden gedaan, wat voor vele uitgave
aan arbeidsloon beteekent, en de ontvang, -
sten zullen gering zijn Als men op het oogen
blik reeds ziet, hoe bijna alle gele kool door
draait, van de witte ook heel wat en de
roode, ofschoon de aanvoeren nog niet groot
zijn, ook nog niet alle kan worden verkocht,
dan is het duidelijk, hoe gerechtvaardigd
de vrees van de tuinders is. Dringend nood
zakelijk zal het zijn, den groven tuinbouw
meer en beteren steun te verleenen. Geen
geld, wordt er gezegd. Maar voor andere
doeleinden is altijd geld te vinden. Moet de
belangrijke tak van bestaan, zooals de tuin
bouw is, dan heelomaal worden vernietigd!
De afgeloopen week was de aanvoer van
aardappelen weer gering en de prijzen we
ken maar weinig af van die der vorige
week. Voor Schotsche muizen werd f 1.70—
f 2.20 betaald. Bonken golden van f 2.
f 2.50. Drielingen f 1.- f 1.30. Blauwe
aardappelen werden verkocht voor f 1.70—
f 2.-. Bevelanders voor f 1.70—f 2.10. Eigen
heimers voor f 2.30 en blauwe Eigenheimers
voor f 2.- f 2.20, een cnkcL partijtje voor
f 2.30 en f 2.50.
Op de koolmarkt bleef alles zoo goed als
bij het oude. Aan roode kool werden ruim
30 spoorwagens aangevoerd. De goede kwa
liteit werd bijna alle verkocht, Ze bracht
f 1.- f 1.50 op. Voor de mooiste en meest
gewilde kon tot f 1,80 worden bedongen,
terwijl een enkel partijtje het tot f 2.- en
f 2.10 bracht. Afwijkend goed werd voor f 1
f 1.20 verkocht, in een zeldzaam geval werd
f 1.40 betaald.
Bedroevend was het weer gesteld met de
gele kool. Voor den handel wordt hiervan
maar weinig afgenomen. Bijna alles ging
als veevoer weg, zelfs de allermooiste par
tijen. Het verkochte bracht f 1.- op, in zeld
zame gevallen f 1.10. De aanvoer was vrij
groot, ongeveer 60 spoorwagons aan beide
veilingen. Bij jden belangrijken voorraad,
welke er van aeze kool is, is het zeer nood
zakelijk, dat er een flink kwantum wordt
geveild.
Bijna even slecht ging het met de witte
kool. Gewone witte kwam er maar weinig
meer. Voor een groot deel bleef ze onver
kocht. De verkochte bracht 80 cent op. Van
de Deensche witte kool werden de grootste
door de zouters afgenomen voor 80 a 90
cent, een enkel partijtje bracht f 1.- op.
Overigens draaide bijna alles door.
Deze week kwam er nog heel wat groene
kool. De prijzen liepen van f 1.50f 3,10.
Afwijkend goed en kleine werden voor f 1.-
f 1.40 verkocht.
Ongeveer 12 spoorwagons uien werden
aan de twee veilingen verhandeld. Alles
kon worden verkocht. Dit is ten minste al
een voldoening. Niettemin waren de prijzen
laag. Alleen voor nep kon het er mee door
f 5.- f 6.80, al naar kwaliteit, doch van
deze sorteering is er maar weinig. Grove
uien brachten f 1.30f 1.80 op, en gewone
(middel groote) f 1.30 tot f 1.60. Drielingen
deden het iets beter dan de vorige weken.
Brachten ze aanvankelijk f 1.90f 2.30 op,
later werd dit f 2.30f 2.70. De vraag voor
dit artikel is zeer bevredigend, doch over 't
geheele land is de aanvoer ook groot.
Ook kan alle aangevoerde peen worden
verkocht. Groot was de aanvoer nog niet:
2 wagons per dag is al heel veel. De groote
peen bracht f 0.90f 1.40 op. Het „vuur"
speelt in deze een rol. Kleine peen werd
voor 50 a 80 cent verkocht.
Gering was ook de anvoer van kroten,
alles kon worden verkocht, doch tegen lage
prijzen, Mooie, kleine bieten brachten f 1.30
f 1.70 op, groote 50 cent..
Niet groot was ook de aanvoer van bloem
kool. Het gunstige weer werkt er aan mee,
dat deze nog ter markt verschijnt. De mooi
ste en grootste Reuzen werden voor f 8.-
f 9.90 verkocht, kleinere of iets afwijken
de brachten f 1,- a f 2.- minder op. Voor
tweede soort werd f 2.40 tot f 4.- betaald,
al naar gelang van de grootte en den aartl
der afwij icing.
Andijvie staat er nog heel wat op den
akker. De weersgesteldheid heeft begrijpe
lijkerwijze de kwaliteit sterk doen vermin
deren. Van deze wordt er aangevoerd. De
prijzen zijn wel wat beter geworden. Een
deel wordt echter naar andere veilingen
gebracht. De minste kwaliteit bracht 50 a
60 cent op, overigens liep ze tot S0 cent, f 1.-
soms tot f 1.40.
Rammenas bracht f 1.70 op.
Hoeveel de arbeiders aan de toe-
voerslooten verdienen kunnen.
De heer Timmerman met vlag en
wimpel tot dijkgraafh erbenoemd.
Wijziging van het Ambtenarenre.
glement en de keur. Heele kal-
ven in het water.! Onderhande
lingen met Werkspoor over een
tandwielkast. Totale kosten
vermoedelijk 122 a 12300^—. Krupp
doet een brutale vraag.
Vergadering van hoofdingelanden van het
Heemraadschap de Schager Kogge op Zater
dag 12 December 1936, des namiddags 2 uur
in Hotel Vredelust te Schagen.
Voorzitter de heer D. P. Timmerman,
dijkgraaf, secretaris-penningmeester de
heer P. Hopman.
De vergadering is voltallig.
Na opening volgt vaststelling van de no
tulen.
Ingekomen stukken.
Van den minister van Sociale Zaken
kwam bericht, dat hij zijn goedkeuring
hecht aan het doen uitvoeren in werk
verschaffing van verbreeding en verdieping
der tocvoerslooten van het het gemaal en
waarin de voorwaarden, waaronder het
werk moet worden uitgevoerd zijn vervat.
In de loonen etc. wordt een overheidssub
sidie toegestaan van 100 pet., evenwel zal
niet meer dan f38.500 vcrioond mogen
worden.
De heer C. Bakker vraagt, wie de loonen
uitbetaalt.
De Voorzitter antwoordt, dat zulks ge
schiedt door degene, die het werk uitvoert;
er is nog correspondentie gaande, wie dat
zal zijn, vermoedelijk wel het Hoogheem
raadschap en niet de Ned. Heidemaatschap
pij, bij wie door een vergissing de uitvoe
ring in handen is gesteld.
De heer J. Schenk Az. informeert wat er
gebeurt, wanneer het bedrag van f38.500
overschreden zal moeten worden, moeten
we dan weer opnieuw aanvragen.
De Voorzitter zegt, dat het zoover niet zal
•komen, de begrooting is ruim opgezet.
De Secretaris deelt mede, dat van 21 Dec.
tot 9 Januari de werkverschaffing tijdelijk
stop moet staan.
De arbeiders uit Schagen mogen 27 cent
verdienen, do anderen 25 cent, maar zij
zullen zooveel mogelijk in accoord werken.
Bovengenoemde bedragen kunnen zij dus
verdienen.
De heer K. Wit vraagt, waar met het
werk begonnen zal worden.
Geantwoord wordt van bij de machine en
dat dan zoo opgewerkt zal worden. Overi
gens moet de uitvoering nog worden uit
gewerkt.
Voorts wordt medegedeeld, dat de goed
keuring van Ged. Staten op het besluit tot
het aangaan van een geldleening nog niet
is afgekomen.
Op den 2den September keurden Ged.
Staten reeds goed het besluit tot het doen
verbreeden en verdiepen der toevoerslooten
in werkverschaffing: eveneens keurden zij
goed het besluit strekkende tot rentegeven-
de belegging van gelden en de op 29 Aug.
j.1. vastgestelde keur.
Van de Vereen, van Noord-Hollandsche
Waterschappen kwam een schrijven inzake
wijziging van het Ambtenarenreglement, en
één inzake watervervuiling. (Zie hieronder).
Tenslotte boden Ged. Staten nog aan een
ontwerp-besluit tot wijziging van het Alge
meen Waterschapsrcglement van Noord-Hol
land. Van het nieuwe reglement kan gezegd
worden, dat- het aangepast is aan na dien
tijd verschenen wetsartikelen, maar dat het
overigens zeer weinig verschillen met het
oude reglement vertoont.
Onderzoek geloofsbrieven.
Aan de orde is het onderzoek van de ge
loofsbrieven van de herkozen Hoofdingelan
den, de heeren A. Grootes en K. Wit, welk
onderzoek wordt ter hand genomen door de
heeren Schenk en Jb. de Veer.
Eerstgenoemde rapporteert alles in orde
te hebben bevonden en adviseert tot toe
lating, waartoe wordt besloten.
De Voorzitter feliciteert de heeren, en
hoopt op dezelfde prettige wijze met hen
door te werken, als tot nu toe het geval is
geweest.
Verkiezing dijkgraaf.
Volgt de verkiezing van een Dijkgraaf,
wegens periodieke aftreding.
Herbenoemd wordt de heer D. P. Timmer
man met op 1 na algemeene stemmen.
Deze laat zich onder dankzegging de
herbenoeming welgevallen.
Bestendiging crediet-overeen-
komst.
Het College van Dag. Bestuur stelt voor
de credietovcreenkomst met de Coöperatie
ve Boerenleenbank te Schagen te bestendi
gen. ter voorziening in de in 1937 benoodig-
de kasgelden. Goedgevonden.
Wijziging Ambtenaren-reglement.
Goedgevonden wordt het Ambtenarcnregle
ment als volgt, aan te vullen:
Art.. 34 le lid achter d.:
2. wegens het bereiken van den 65-jarige,n
leeftijd door ambtenaren, met uitzondering
van den Secretaris en den Penningmeester,
wier leeftijdsgrens voor een dergelijk ont
slag bij 't Algemeen Waterschapsreglement
voor Noordholland is bepaald met ingang
van den dag, waarop zij den 70-jarigen
leeftijd hebben bereikt.
En na art. 36:
Artikel 36 bis; De ambtenaar is verplicht
een verzoek om ontslag zoo tijdig in te die
nen. dat dit door het bevoegde gezag tegen
het einde van het jaar, waarin hij den 65-
jarigen leetfijd zal hebben bereikt, kan
worden verleend. Bij niet voldoening aan
deze verplichting wordt het eervol ontslag
tegen gemeld tijdstip ongevraagd verleend.
Bij het verleenen van ontslag, als bedoeld
in dit artikel, behoeft geen opzeggingster
mijn in acht te worden genomen.
Dijkgraaf en Heemraden stellen voor de
keur aan te vullen met de hierna volgende
bepaling:
liet is verboden:
a. de in het waterschap gelegen wateren
te verontreinigen door het daarin storten
of loozen van straat-, industrie- of huisvuil,
faëcaliën, industrieel afval- of spoelwater,
of andere vloeistoffen of vaste stoffen, wel
ke schadelijk zijn voor de belangen van den
landbouw of de veeteelt;
b. loozingswerken of loozingsinrichtingen
te maken, waardoor of waaruit de onder
a bedoelde stoffen in de in het waterschap
gelegen wateren kunnen worden gelaten of
kunnen afvloeien.
Het onder a gestelde verbod is niet van
toepassing, voor zoover de storting of loo-
zing geschiedt door werken of inrichtingen,
welke vóór de inwerkingtreding van deze
verordening reeds bestonden, tenzij daarin
sindsdien eenige verandering of uitbreiding
is aangebracht.
Het Bestuur kan van deze verbodsbepa
lingen, al dan niet onder nader te stellen
voorwaarden, schriftelijk ontheffing ver
leenen.
De heer Schenk informeert of de politie i
ook op de vervuiling zal toezien en of zij
proces-verbaal kan opmaken.
De Voorzitter denkt van wel, want het is
ook een gemeente-belang, dat. het water
niet vervuilt.
De heer Schenk merkt op, dat je soms
heele kalven in het water ziet!
De heer Smit is van meening, dat het
hem in hoofdzaak in de buitenmenschen
zit. want in de kom wordt de vuilnis toch
opgehaald.
Dé Voorzitter zegt, dat de practijk anders
leert en spr. wijst op den ergerlijken toe
stand, waarin de slootjes achter de huizen
verkeeren.
Conform het voorstel wordt hierna beslo
ten.
Het College van Dag. Bestuur stelt voor
bij een der pompen van het gemaal een
tandwieloverbrenging te doen aanbrengen
en een leening aan te gaan, waaruit de
kosten kunnen worden bestreden.
De Voorzitter deelt mede, dat Ir. Pleyte
bij een herhaald onderzoek zijn vermoeden
geheel bevestigd zag en wel zijn vermoeden,
dat achter de waaier luchtvorming plaats
greep. Dit zal door het aanbrengen van
een tandwielkast verbeteren, ja volgens Ir.
Pleyte zou het dan wel over zijn. De moei
lijkheid is nu nog om de spoed te bereke
nen en dat moet gebeuren door de leveran-
Dat wil zeggen; inhalen, terwijl
uit tegengestelde richting ver
keer nadert en de weg te smal
is voor drie auto's naast elkaar,
'n Manoeuvre, die bijna zeker
naar hospitaal of huis-van-be-
waring voert!
cier van de kast. Ir. Pleyte wil de levering
opdragen aan Werkspoor en niet aan Pan-i
nevis. De laatste n.1. kon geen zekerheid!
geven, dat het gebrek volledig hersteld zou:
zijn na de plaatsing, de eerste daarentegen
geeft die zekerheid wel.
De heer Schenk vraagt naar de kosten
van de kast.
Hem wordt medegedeeld, dat de tandwieV
kast kost f1300, daarbij komt dan nog heli
honorarium en het metselwerk. Met de be-
grooting van f2500 zal dan ook ruimschoots
kunnen worden volstaan. In een confererw
tie, die Voorzitter en Secretaris Zaterdag jl*
met Ir. Pleyte hadden, schatte hij de totalg
kosten op f2200 a f 2300.
Goedgevonden wordt, dat het Dag. Bestuufl
de besprekingen met Werkspoor opent, ter-i
wijl het College machtiging krijgt een geld'
leening aan te gaan van ten hoogste f2500*
Door den Secretaris wordt nog voorgelezen,
welke bedragen verschillende leveranciers)
voor de kast vragen, zoo bijv. de bekendoi
firma Krupp f 1800.—.
De heer Bakker: Krupp f1800.Dat ïg
ook een brutale vraag! (Hilariteit).
Bij de rondvraag wijst de heer C. Smit ea
op, dat voorheen de molen van dep. Hoog*
landspolder het waterpeil van de Mient
aangaf en vraagt of dat nu weer zou zoui
worden.
De Voorzitter oordeelt deze peilaanbren*
ging niet noodig, maar zegt toch toe, dati
het Dag. Bestuur de zaak in overweging
zal nemen. Hierna volgt sluiting.
„Waarom beef je zoo, lieveling?"
„Dat is de liefde!"
F e ullleton
-A door Frledrich
Lindem a n
22)
Opnieuw had zijn beeld een geheel anderen
indruk in mij wakker gemaakt: zooals hij
daar nu zat, was hij plotseling niet meer de
smerige kleine piratenhoofdman met zijn
duistere zaken, maar een eenzaam mensch
door het noodlot achtervolgd.
Ik weet, het klinkt een beetje pathetisch.
Maar op mrj maakte het dien avond zoo'n in
druk in de ellendige kroeg, tusschen de kunst
matige bloemen en de meedoogenlooze spie
gelwanden, een eenzame mensch, die vertellen
moest.
Alleen ik zelf was op dit oogenblik, waarop
ik zoo dicht bij de deur, die toegang tot het
geheim verleende, niet genoeg mensch, niet
genoeg medemensch, en het juiste woord te
vinden, het woord dat niet vragen, doch helpen
wil. Ik geef toe, ik schoot voor dit noodlot
tekort. Ik was toen misschien nog te jong.
Ik kon geen ander woord vinden dan de vraag,
door mijn nieuwsgierigheid ingegeven:
Vertel mij eens, wie was die vrouw?
Ik wist toch, dat hij al eenmaal ontkend
had de vrouw te kennen, en hjj had zoo ge
logen, dat de naiefste het had moeten mer
ken, hij liegt. Hg wilde liegen. En daar was
reden voor. Misschien was het wel dezelfde
reden, die hem als een last drukte. En dat
moest ik aanroeren?
Wie was die vrouw?
Weer verbaasde hy mij door zijn antwoord.
Bliksemvlug richtte hij zich op, zoover als
zgn kromme schouders het toelieten. Zgn
spitse baard, die als een vogelsnavel op zgn
borst gerust had, kwam omhoog. In zgn
kleine oogen blonk een diepe haat.
Die!
Hij siste het woord tusschen zgn tanden.
Woede en verachting drukte het uit. Als een
steekvlam sloeg het in mijn gezicht.
Even zoo vlug Als hij omhoog gekomen was,
zonk hij weer terug, alsof hg zich aan zijn eigen
haat gebrand had. Zijn hoofd was weer tus
schen zijn schouders gezakt. Zgn stem klonk
merkwaardig week, tusschen haat en stree
ling, toen hij nog eenmaal zei:
„Betty Bonn".
Lieve God, die naam! het monogram B.B.
Als het schip?
Hij knikte.
Naar haar had hij het genoemd.
Hg herhaalde, als 't ware om zgn moed
bgecn te rapen tot spreken:
...had het naar haar genoemd.
Een heesche zucht van woede brak uit hem
los, toen hg verder ging:
heeft haar alles geschonken... de
piano... de kleeren..., het schip..., zichzelf...,
alles... zwendel..., leege woorden... een man
die zich zelf schenkt... bedrog... hij heeft haar
bedrogen... vrouwen laten zich bedriegen...,
geld..., een glad gezicht...
Schokkend als het bloed door zijn aderen
kwam het er uit. De ellende was hem de baas
geworden en zijn gal liep over. Hg kon zich
niet meer inhouden. Hij moest spreken. Hij
wist misschien zelf niet, dat hg sprak. Met
starenden blik keek hij naar het marmeren
blad, met een blik, die niets meer zag, die
slechts zgn geheele ziel weerspiegelde.
Ik zat naast hem, maar het had net zoo
goed een ander kunnen zijn. Hg had alleen
maar het gevoel noodig, een ademend wezen
in zgn nabijheid te hebben, een oor, dat naar
hem luisterde, opdat zijn woorden niet in het
niet zouden verdwijnen. He zweeg.
Ik durfde ook niets anders dan zwijgen.
Ieder vreemd geluid had hem aanstonds doen
verstommen. Hij hing op zijn stoel. Hij be
woog zich niet. Hij bewoog alleen zijn lippen
en vormde klanken, die voor my woorden
werden, zinnen, een menschennoodlot, een
tragedie van een man,, „de strgd om Betty
Bonn".
Deze strijd was begonnen als zoovele zee
mansliefden in een havenkroeg, in All Nations
Saloon, Southstreet, Manhattan.
Drie jaar later, 1904 ik was als buiten
gewoon correspondent op het Internationale
Physiologencongres te New York heb ik
den oorsprong dezer tragedie gezocht. Toen
heb ik pas goed begrepen wat Spurling voor
drie jaren te Gibraltar gebiecht had.
Het was, zoowat daar, waar de toegangs-
boog tot de Brooklgn-brug begint een grgs,
nuchter, door kolenstof-besmeerd gebouw,
zooals er aan den waterkant van alle haven
steden te vinden zijn.
In de vier bovenste verdiepingen: kantoren
van makelaars, scheepsagenten, assuradeuren,
die den glans hunner firmanamen door prach
tige gouden letters op borden trachten te ver-
hoogen.
Benede.- de havenkroegen, die het interna
tionaal karakter op gelijke wijze vertoonen,
of ze nu „Stad Antwerpen", „Zum Leucht-
turm" of „L'Ancre d'or" heeten. Hier luidde
de naam zooals reeds gezegd: „All Nations
Saloon" en werd versierd door een kleurrijke
decoratie, waartoe zich de vlaggen van alle
zeevarende naties in een schitterende groep
vereenigd hadden. Achter dit pronkstuk hing,
met spelden aan de smerige gordijnen vast
gemaakt, een verzameling foto's der leden
van een achthoofdige dameskapel, die met
lieftallige glimlachjes, duistere blikken en
slechts half verborgen aanlokkelijkheden on
gehoorde opwinding beloofden. Wie echter
door deze papierensireneverlokkingen hoopvol
gestemd was, werd door de werkelijkheid
grenzeloos ontnuchterd.
Want wanneer men de draaideur achter
zich had laten rondsuizen, bevond men zich
plotseling in een armoedig groot lokaal, dat
met zijn nuchterheid van witgelakte muren en
ijzeren stutten eerder den indruk van een
kelder maakte.
Daarbij zaten aan kleine gele tafeltjes ge
heel onverwacht, slechts welgestelde heeren,
die er uitzagen als kleine boeren uit het
midden-westen of groente handelaren uit de
omgeving der oostelijke 137e straat.
De „All-nations" was een gelegenheid voor
kapiteins, zooals mij Jim Paddock, de eige
naar, niet zonder trotsch vertelde.
Bij hem kwamen de kapiteins der kleine
kustvaartuigen, zeilschepen of stoomboóten,
menschen, die tijdens de uitoefening van hun
beroep er niet beter aan toe waren dan de
gewone matrozen. Aan boord liepen zg rond
in dezelfde smerige kleedij als janmaat, om
dat ze net zoo hard moesten aanpakken als
de lui van den mast.
Alléén als zij een haven binnenliepen, dan
werden zg plotseling aangegrepen door den
ijver, hun positie als kapitein of zelfs als
eigenaar, ook in hun uiteriyke kleedij te ver
toonen. Dan haalden zg ergens onder een
oude versleten jas te voorschijn, knelden hun
nekken in eén gipsverband, deden stijve das*
sen om, zetten mooie petten op en slenterden
aan land; wat kost New-York.
Maar zoodra zij hun drie, vier boodschappen
in de stad, naar den reeder, makelaar of naat!
het Gerechtshof achter den rug hadden, voel*
den zij zich reeds zoo verlamd door het slen*
teren, zoo hulpeloos door de ongewone drukte
op straat, zoo zonder eenig thuis of bekende
of bekendheid met dit vreemde land, dat zij
zielsverheugd waren, bij Jim Paddock voor:
anker te kunnen gaan, om tenminste daar
onder bekenden waarmee tenminste verstan*
dig te praten viel over schepen en vrachten*
in een taal, die naar het zoute water rook eil
naar teer. Want deze gesprekken met de
voorname klerken, de halfwgze schrijvers op
het Gerechtshof, de voorname stuwadoors*
hingen hun al lang de keel uit.
Zoo hokten zij dan per slot van rekening
weer met zgn allen sameh om de ongelijke
tafels van de „All Nations-Saloon", precies
zooals zij aan boord gehokt hadden in de
kleine ruimten, pijpenrookend, zwetsend ea
schimpend..
Alleen konden zij hier af en toe een schuinen
blik werpen naar de dameskapel, die op het
podium, met een prachtig papieren boog ver
sierd, te pronk zat en hun muzikale gaven
uitleefden
Maar deze vrouwelijke muzikanten betee*
kenden voor deze kleinburgers der zee, die zij
nu eenmaal waren, het toppunt der verdor
venheid.
Weken lang op zee hadden zg van da
wildste uitspattingen gedroomd, hadden op
geschept over de ongehoordste avonturen,
die zij aan land beleven zouden, en nu voelden
zij zich plotseling zoo hulpeloos en gebonden*
(Wordt vervolgd.}