Een jubileum o/llL&rs gelijk mei het Vorstelijk huwelijk Als Ge rheumatische pijn in de schouders hebt, laat Uw vrouw U dan eens wrijven met Akker's Kloosterbalsem dat hèlptl Als Ge U ïoo gebrand hebt dat de vellen erbij hangen, of dal er blaren onstaan zoo Sroot als een rijksdaalder, oe er dan Klooslerbalsem op, dat hèlptl Als die kwajongen weer aan '1 stoeien is geweest, en thuis komt vol schrammen en builen, doe er dan Kloosterbalsem op, dat helpt Uw Groofmoedér kende de vaftóuds zoo beroemde en beproefde Akker's Kloosterbalsem reeds als het meest betrouwbare middel, dat in geen enkel huisgezin mag ontbreken* Wat goed is, blijft goed en dagelijks nog bewijst Akker's Kloosterbalsem onschatbare diensten als wondmid del, als wrijf middel en huidmiddeL Zorg er voor altijd een pot Klooster balsem in huis te hebben, die komt' elk oogenblik van pas. Niet voor niet» noemt men Akker's Kloosterbalserii vanouds: „de koning der balsems"* Als Ge Uw voet' verstuikt, doordat Ge zijt uitgegleden, doe «v dan Kloosterbalsem op, dal hèlptl Als Ge niet overeind kunt komen, door die venijnige steken van 't spit in Uw rug) doe er dan Kloosterbalsem op, dat hèlptl Als Uw handen ge sprongen en vol kloven zijn, zoodat 't bloed eruit loopt, of als Uw huid weer schraal wordt, doe er dan waf Kloosterbalsem op, dal hèlptl Als Ge door Uw beroep in weer en wind moet loopen en daardoor wintervoeten krijgt, doe er dan eens wat Akker's» Kloosterbalsem op,! dat hèlptl 'Als de oude dag U parten speelt, en de spieren niet meer willen zooals Gij dat wenscht, doe er dan eens wat Akker's Kloosterbalsem op, dal hèlptl 'er doos-45-cent. Potten van 62'/a cent, f 1.04 en i 1.82. Hoe grooter pott hoe voordeeligerl Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten., tevoren gekozen springstok af te pielen, die hen bij het kiefte-eieren zoeken over de Sloot en zou dragen. Dat was speciaal aan de voorzijde, dicht tegen den Middenweg, waar het altijd luw was en de westenwind weinig vat op het hout had. De menschen in 't Ouwe Huis, die verder niets met het bosch te maken hadden, om dat het bij de aan de andere zij van den weg gelegen plaats hoorde, zagen al die din gen en nog veel meer en hadden er hun vreugde aan. Zij zagen al vroeg in het voor jaar, als nog nergens anders gele bloempjes te bekennen waren, de trossen van het Speenkruid zich ontwikkelen tot lange slier ten en als de fietser, moe van een langen trap tegen een stijven wind bij het bosch gekomen, even afstapte om in de beschut ting er van wat tot zich zelf te komen en zijn oogen over het statig gedoe liet waren, voelden zij zich verheugd omdat een ander „hun bosch" ook mooi vond. Tot op een zekeren nacht de vlammen hoog oplaaiden en in bulderende vraatzucht 't Ouwe Huis voor zich opeischten en het bosch, dat het laatste worden zou in de Waard, zijn trouwe wachter van jaren her verloor. En de menschen? Zij bouwden maar veel kleiner en veel minder solied dan het vorige op dezelfde plaats een ander huis. Niemand lette daar echter op, want het was een modern huis in vorm en uitzicht gelijk aan andere huizen, die de laatste ja ren gebouwd waren. En degenen, die er in kwamen wonen, schenen een ander slag be woners ook te zijn. Hun was het bosch vreemd. Zij verstonden de stem er van niet meer. Hun kinderen speelden niet meer in de groene heerlijkheid, noch haalden er gras voor de geiten, noch zochten er dorren. De tijd van voor den oorlog, waarin ook de werkman een weinig uit het niveau van zijn vroeger bestaan werd opgeheven, steeg een ieder een beetje naar het hoofd. Andere normen deden zich gelden. De vroeger zoo zeer gewaardeerde geit, de armelui's koe bij uitnemendheid, ondervond niet meer de waardeering, die een vroeger geslacht er aan toekende. Men haalde koe melk bij een of anderen buurman of wel liet den melkboer, die toch alle dagen met zijn wagen langs kwam, aankomen. Het doode hout uit het bosch gaf maar rommel in huis. De briketten van den brandstoffenboer borg men veel zindelijker en zij namen minder ruimte in beslag. Petroleumstellen deden bij massa's hun intrée ook in 't kleinburgerlijk leven. De tijd was aan het veranderen en met den tijd veranderden de menschen. Het bosch stond temidden van deze din gen en bleef voorloopig voor het oog van den leek nog hetzelfde. Doch de kenner merkte op dat niet meer zoo naarstig nieuwe aanplant plaats vond. Men liet het bosch verwaar- loozen. IJs- en Volksvermaak te Nieuwe Niedorp viert 7 Januari zijn gou den jubileum. Men vraagt zich misschien af, of dit feest wel de moeite van herdenken waard is. Maar dat kunnen slechts zij vragen, die met onzen plaatselijken toestand slecht op de hoogte zijn. De Niedorper weet dat IJs- en Volksvei»- maak vanaf de oprichting een vereeniging is geweest, welke steeds weer de IJs- en Volksfeesten organiseerde en daardoor voor vele middenstanders een bron van inkomsten was en bij ijsgelegenheid een goed werkgever is geweest, waarop ik nader terug kom. Als men de moeite neemt, de notulen vanaf de oprichting eens door te bladeren, dan valt het op hoezeer de kijk op en waardee ring van sport is veranderd. Zoo zeide een der groote voormannen voor Volksfeesten op een Algemeen vergadering in 1889: „IJs- vreugd, ik noem het ijsleed. IJssport is en blijft gevaarlijk. Je rijdt in een barst en je valt je kop te pletter". En dat zegt een be stuurslid van een vereeniging voor volksver maak. Alsof er een beter object dan juist de ijssport voor ware te vinden! IJ. en V. werd opgericht 7 Januari 1887, nadat een Commis sie reeds 26 Januari 1885 was benoemd tot stichting van een ijsclub. De Koninklijke goedkeuring werd aangevraagd op 1 Novem ber 1886. Eén ding is vanaf het begin steeds het zelfde gebleven: De twee stroomingen voor IJsfeesten en Volksfeesten. Zoover ging dit zelfs dat al heel spoedig ook de geld middelen werden gesplitst, waarvan men echter later is teruggekomen. Het bestuur nam direct op 25 Januari 1887 met goeden moed op zich om naast enkele ijsfeestes ook de organisatie voor Volks feesten op 17 Februari bij gelegenheid van 's Konings 70ste verjaardag te verzorgen. Opvallend is dat toen een feest heel wat meer zorgen gaf als tegenwoordig met onze telefoon en snelverkeer. Voor de kinderen werd een poppenkast vertoond van Prof. Louis Hofman te Amsterdam voor f 15 met. Salontaai. De Commissie had de keus of de professor straat of salon zou babbelen. Ver der werd meegewerkt door de plaatselijke vereenigingen, een non-stop-uitvoering zou den we thans zeggen en werd een voorstel ling gegeven met de Sciopticon of verbeterde tooverlantaarn met beweegbare en onbe weegbare platen. Bij het opmaken der kas kwam men echter tot de ontstellende ont dekking van een tekort van f 22.13. Dit bracht de gemoederen zoo heftig in beweging, dat op dc algemeene vergadering in November 1887 het Bestuur besloot het te kort te dekken en en bloc wilde aftreden. Na vele scherpe debatten en verwijten werd de kwestie in der minne geschikt en het Bestuur besloot het nog eens te probeeren. Het Bestuur bleef paraat en heeft naast de vele volksfeesten nog vele groote en kleine ijsfeesten georganiseerd. De eerste groote hardrijderij voor Paren werd gehou den in 1888 om prijzen van f 40 f 20 f 10 In 1890 volgde de eerste voor schoonrijden om geldprijzen te samen negentig gulden, waar wij als kampioen aantreffen R. C. Blaauboer te Wieringerwaard, de vader van onze Ned. Kampioene schoonrijden Mevr. de BoerBlaauboer. De eerste kermis op de Rijd werd gehou den op 13 en 18 Januari 1893, na een hiislukking in 1891) en wel met een batig saldo van f 78.30. Dit was een groot suc ces. In 1895 kwam toen voor het eerst een wedstrijd in het kunstrijden, waarvoor zeer veel belangstelling was en welke f 110. entrée opbracht. In 1901 zagen we op de Rijd de toen beroemde kunstschaatsrijdster F. C. Cardes. IJ en V. trad in 1904 toe als lid van Ï.Ts- bond Hollandsch Noorderkwartier (IJ.H. N.) welke vereeniging toen voor de toe gangswegen, verzekeririgsfonds enz. een groote plaats innam. In een vergadering op 30 October 1934 werd op voorstel van 't be stuur besloten het lidmaatschap weer op te zeggen. IJ en V. werd lid van de K.N.S.B. en besloot tevens een ronde baan van 500 me ter te maken welke op onze groote Rijd uitmuntpnd. wag,uit. te poeren.^En^oo.Jieett, zich ook hier het wedstrijdrijden (dank zij de K.N.S.B,) steeds meer ontwikkelt in de richting van het amateurisme. Aangezien er toen nog weinig aangesloten veréenigingen waren kwamen veel lange baan wedstrijden eri die voor schoonrijden naar Niéuwe Nie dorp, zoodat wij in deze omgeving steeds meer liefhebbers kregen, en op de Rijd vele mooie en groote wedstrijden zijn gehouden met steeds zeer veel publiek. Wij hebben daardoor in deze omgeving le klas amateur rijders gekregen, Zoo heeft IJ en V het voorrecht gehad in haar midden te hebben Mevr. Schoorl-Keet- man, die kampioene van Noord-Holland werd in 't schoonrijden en Willem Keet man die door bemiddeling van IJ en V naar het buitenland is geweest, eveneens kam pioen van Noord-Holland maar dan in het hardrijden. Trouwens vele mooie successen zijn in deze omgeving geboekt. Jammer zou het zijn als enkele onzer beste amateurs overgingen naar het Beroepsrijden.. DEN HELDER Laten zij bedenken, dat toch altijd het amateurisme het hoogst bereikbare ideaal in de sport is. KERMISSEN OP DE RIJD Ook zijn op de Rijd, na enkele mislukkingen twee ijskermissen gevierd en wel één in Januari 1917 4 dagen. Deze bracht in het laad je drie duizend negenhonderd en tach tig gulden met een uitgaaf van f 3260.- De derde kermis in 1929 bracht op f 3003.97 waarmede de uitgaven juist konden worden gedekt. Maar al geeft zoo'n kermis voor de kas niet veel, voor de ingezetenen des te meer, als men b.v. nagaat, dat in den winter 1929 werd betaald aan arbeidsloon f 975.38 en aam de middenstanders te N. Niedorp in 6 dagen f2451.25, behalve hetgene er is inge bracht buiten de ijsclub om. Ook in gewone winters werden steeds aan arbeidsloonen flinke bedragen uitbetaald, wat ook door het gemeentebestuur werd erkend en door subsidies gesteund. Zomerfeesten. Ook op 't gebied der zomerfeesten heeft IJ. en V. veel gedaan. De grootste triomf op dat terrein was wel onze schut-harddravcrij met vuurwerk, welke steeds veel publick trok, wat ook voor velen een aardig voordeel gaf. Zeker komt een woord van hulde toe aan alle stoere werkers, die deel uitmaakten van het Bestuur der vereeniging. Va.n de le venden zullen wij ze niet bij name noemen, maar bij dit jubileum moet zeker even worden herinnerd aan wijlen den heerW. C. Visser, mede-oprichter en voorzitter, die bij zijn overlijden in 1917 deze functie nog be kleedde. En verder zijn zoon, wijlen den heer A. Visser, onze zoo onvermoeide se cretaris, die eveneens bij IJs- en Volksver maak steeds in herinnering zal blijven. Dan nog een woord van hulde en damk aan de Ned. Herv. Weezen-administratie voor de finantieele hulp als het noodig was. HOOGWOUD BURGERLIJKE STAND. GEBOREN: Ida Theresia, dochter van Ja- cob Berkhout en van Johanna Beers. Cor- nelia, dochter van Jacob Glas en van Ouke Slagter. Te Hoorn geboren: Jacobus Nicolaas zoon van C. Poland en Joh. Baltus. GETROUWD: Frederik Dijkstra, oud 33 jaren, landarbeider, wonende te Hoogwoud en Anna Raa, oud 23 jaar, zonder beroep, wonende te Hoogwoud. Overleden: Frederik Verlaat, oud 54 jaar, ongehuwd. Trijntje Zilver, weduwe van An- dries Verweij, oud 80 jaar (te Alkmaar over leden), Reindert Schekerman, echtgenoot v. Jannetje de Ruiter, oud 26 jaar (le Hoorn overleden), Johannes Stokman, weduwnaar van Clasina Laan, oud 67 jaar. INGEKOMEN: Jacobus Nicolaas Poland, zoon van Cornelis Poland en Johanna Bal tus uit Hoorn in Weere K 4. Jan Pijl, 7on der beroep, van Wógnum in Aartswoud F 14. Vertrokkken: Antonius Kayer, van Zuid einde D 47 naar Opmeer. Cornelis de Lange, van Weere K 38 naar Norg. Lorenz de Vries, van Aartswoud F 23a naar Wieringerwaard. Regina Genee, van Langereis A 35 naar Wognum. Wilhelmina Kayer, van Zuid einde D 44 naar Oude Niedorp. WINKEL GEVONDEN. Een zwartlederen tasch, hoofdzakelijk in houdende vischgerei, een rijwielbelasting- merk en een huissleutel. Inlichtingen ten Raadhuize. Griep, Influenza. .tL/l herstellen, zijn een paar Mijnhardt's Poeders Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw drogist. ven. Daarvoor had Thompson wel gezorgd, met brieven van de Handelskamer uit New- York en Genua, met dreigbrieven van den be vrachter en geadresseerde. Bovendien ging het bfl de „Frisco" over Amerikanen, over buitenlanders in elk geval, al was Söe oor sprong van het schip dan ook Engelsch. Er konden diplomatieke verwikkelingen uit voort komen. Daar voelde Sir Douglas zich niet tegen opgewassen. En dan de vervelende opmerkingen, die hij hier zelf te Gibraltar te hooren zou krijgen, van zijn vrienden en be- bekenden, deze kleinstadtroep, deze kolonie verzameling. Niet dat Douglas daar nu zoo erg bang voor was, maar hij was in zijn hart zelf een te erge provinciaal, om op zyn leeftijd nu nog de neiging te voelen, buiten zijn boekje te gaan. Nee, nee, hij wilde de „Betty Bonn" vrij hebben, en daarom moest hij ook de „Frisco" laten gaan. Dan was toch met een slag een eind gemaakt aan alle narigheid: Mensch, Trevor, begrijpt ge dat dan niet." Sir William Douglas was een voorname oude heer. Zijn toon van zooeven was allang weer gezacht. Met zijn zachte, vaderlijk wel willende stem sprak hij Trevor toe. Luister nu eens goed, beste vriend. Wat kan ons nu toch gebeuren Bedenkingen Na komende vorderingen? Waarvandaan dan? Niet een der belanghebbenden heeft zich ge meld. Wie bekommert zich dan ook nog om deze „outcasts", deze paria's der zee, die zij dan ook zijn? Een mooi gezelschap. Moeten wij hun vuile wasch doen? Nee, Trevor. Ik heb respect voor Uw zin voor rechtvaardigheid. Zeker, zeker. Maar wij Rechter, zijn er toch voor om de maatschappij te beschermen. En als hier zoo'n paar paria's elkaar den nek af snijden, laten wy ons er dan niet mee be moeien. Wie heeft er schade van? Thompson? Thompson wil betalen. De duivel weet, waarom? Maar laat hem zijn gang gaan. En juist hij, Trevor, juist hij zou de schade kunnen doen. Hij en zijn eindeloos proces. Want eindeloos en hopeloos is het. Dat zult u me zelf moeten toegeven. De passagier? Ik begrijp waarlijk niet, waarom ge zoo'n buitengewone waarde hecht aan dezen meneer Deerkson. Een man, die uit gerekend op de „Frisco" zich inscheept om naar Genua te gaan en dan een boot neemt naar Londen, dat is toch werkelijk geen aan gename getuige. En gelooft ge werkelijk* dat die U iets anders zou vertellen dan Spurling? Bovendien: waarom heeft die man geen teeken van leven gegeven op de verschillende aanvragen Hoe? Wat? Nu, luister goed, Trevor, nu gaat Uw fantasie toch wel een beetje te ver. Deze... deze... passagier zou een overlevende, een hoe ge hem ook noemen wilt, van de „Betty Bonn" zijn? Veroorloof mij dan, dat ook ik mijn fantasie een beetje in beweging zet: wanneer ik in dit geval Spurling was en ik had al zoo en zooveel menschenlevens op mijn geweten, dan had ik beslist ook dezen laatsten overlevende van de „Betty Bonn" overboord gesmeten, inplaats van hem naar Gibraltar te brengen. Dat hij hem per slot van rekening toch nog op de lijst gezet heeft, is louter angst van hem geweest, dat wij toch achter het bestaan van dezen meneer Deekson gekomen zouden zijn. En zeker zou hij het ook niet gedaan hebben, als hij er niet van overtuigd was, dat dit hem geen schade berokkenen kon. Neen, neen, Trevor, laat loopen, en de heele bende daarbij. Maar man, wees nu toch een verstandig. Kom eens hier, laten we nu eens rustig overleggen, wat wij het beste doen kunnen. Per saldo hebt u toch nog een rech- terpruik.te verliezen Zoo ongeveer zou de heer Douglas daar achter de deur wel tot Trevor gesproken heb ben. Of Trevor zwichtte? Ik geloofde het. Het was natuurlijk een opflikkering geweest, een fantasie, waarvan hij de grenzen en de conse quentie niet zoo snel had kunnen realiseeren. Want ook ik wist werkelijk niet, wat hij met dien passagier zou gauw wilde beginnen, met dezen Zweed of Noor of wat hij dan ook zijn mocht. Sir Douglas zou hem wel bijbrengen, wat het beste was. Sir Douglas was een... diplomaat. Wat ik niet gelooven kon, was, dat het hem zoo gauw gelukt was. Nauwelijks waren twintig minuten verloopen of opeens ver stomde het gerucht op de publieke tribune. Men stond op. De zes gingen weer op hun plaatsen zitten. Trevor was zoo wit als zyn pruik. Hij ging zitten. Hij keek niemand aan. Hij teekende nietszeggende figuren op een stuk papier. Hij zei geen enkeL woord meer. Sir Douglas daartegenover was weer even mild en vriendelijk. De rechtbank is er van overtuigd, dat zij kan afzien van de getuigenis van den pas sagier. De rechtbank oordeelt, dat ook door hem geen nieuwe gezichtspunten naar voren kunnen worden gebracht. De uitspraak blijft dus gehandhaafd. De Rijksadvocaat heeft zijn aanvraag weer ingetrokken. Voetgeschuifel op de publieke tribune. Sir Williams stém kreeg een officieelen klank. Hiertegenover staat, dat de Rechtbank den Kapitein der „Frisco" de opmerking niet kan besparen, dat hij papieren lichtzinnig en tegen de wet indruischend behandeld heeft. De Rechtbank oordeelt een rechtmatig verwyt tegenover den Kapitein inzake de behandeling der scheepspapieren, volkomen op zijn plaats. Onderdrukt gelach op de publieke tribune. Sir Douglas: Ik verzoek het publiek elke persoonlijke meeningsuiting na te laten. Nog enkele van deze opmerkingen en ik laat de publieke tri bune ontruimen. Vanaf dit moment liep de machine weer ge- ruischloos en glad. Nog enkele officieele op merkingen. De zitting was afgeloopen. De Rechtbank verhief zich en ging. Wij stonden op en drongen naar buiten. Ik zag nog, dat de stuurman een flesch uit zijn zak haalde en dronk. Good luck, riep Thompson. Men lachte. Dus het was gebeurd. De misdaad was ge schied zooals Trevor zei. Deze waanzinnige geschiedenis uit de wereld geholpen, zooals Thompson meende. Gibraltar herkreeg zyn rust van provincie stad weer. Een paar arme duivels voelden zich rijk. Maar verder waren wij geen steek. Niet de kleinste tip van de sluier van het eigenlijke geheim der „Betty Bonn" was opgetild. Het was nog even even groot als voor een maand, met dit verschil, dat er niemand meer was die zich om de oplossing bekommerde. Vader is oud geworden in dezen eenen nacht na de zitting van gisteren, zei Nancy. Hij kan niet meer; hij durft niet meer. Ge kent hem. Ge weet, hoe het bij hem vanbin nen er uit ziet. Nu de spanning verdwenen is, laat hij zich gaan, laat alles over zich heen komen. Ik viel haar in de rede. Neem me niet kwalijk, Nancy, maar dat is nog het verstandigste wat hij op 't oogen blik doen kan. Maar Nancy sprak op zeldzaam opgewon den toon: Neen, neen, gij mannen kunt duizend maal zeggen: stop, afgeloopen, niet meer aan denken. Bij mij ontstaat een heel ander gevoel. Ik kan het niet verdragen. Ik kan niet uit lou ter noodzakelij kheidsgevoel het lot van een groep menschen zoomaar als nietbestaand aannemen. Uit het geval „Betty Bonn" is door alle mogelijke omstandigheden het geval „Trevor" gegroeid. De zaak „Trevor" is afgeloopen. Goed. daar kan ik genoegen mee nemen, hoewel het mij persoonlijk diep grieft. Maar daarmee is De zaak „Betty Bonn" is toch niet van bui- Daardoor zijn de verdwenenen niet weer tot het leven teruggeroepen. Daarmee is de mis daad niet gewroken. Dat kan toch zoo maar niet in den doofpot gestopt worden, alleen om dat het twee menschen niet aangenaam ia, wanneer er over gesproken wordt. Wanneer gy uw oogen en ooren dichtstopt, dan zal ik De tranen schoten haar in de oogen. Zij kon niet verder spreken. Ik probeerde haar te kal- meeren. Nancy, Nancy, ge moet niet onrechtvaar dig worden, zeker niet tegenover uw vader. De zaak „Betty Bonn" is toch nieyt van bui tenaf, zooals gy het noemt, begraven en in den doofpot gestopt. De zaak „Betty Bonn" heeft zich zelf begraven. Uw vader heeft werkelijk alles gedaan, om het raadsel op te lossen. Ja zelfs heeft hij te veel gedaan. Maar het onderzoek is niettegen staande dit alles geen stap verder gekomen. Niets heeft het vermoeden of verdenking kun nen rechtvaardigen. Dat is toch de eenige re den, waarom het onderzoek is stopgezet. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 11