De weg door het Geestmerambacht, Fruitteelt enz. James Braddock en zijn komende strijd tegen Max Schmeling De strijd om de. „B etty Bonn" Wat U smaakt hoeve ik niet te weten, Heer Zoïlus! gij hebt een kwade maag. Wat, bij gezonde liên, goê mondkost wordt geheet en, Dat is 't, waarnaar ik vraag. STARING. De dichter Staring was ongetwijfeld een veelzijdig en wijs man. Hij kon het mei weinig woorden duidelijk en raak zcgg m. I-Iet. wijze woord „De Meester, in zijn Wijs heid, wikt, De Leerling, in zijn Waan, be schikt," waarmee Meester zijn leerling eeni- ge dagen geleden tot „inbinden" aanspoorde zou zeker op z'n plaats zijn, wanneer het geen de Meester in zijn wijsheid neerschreef „niet de waarheid overeenstemde. Hij meet zijn leerling echter een veel groo tore plaats toe in de propaganda voor liet Flan-Zeeman dan hem eerlijk toekomt. Om maar bij het begin te beginnen, stelt onder getekende vast, dat hij zichzelf geen oor deel heeft aangematigd over de weg door het Geestmerambacht, fruitteelt, enz. Precies zooals Meester zijn taak als pers man opvat, (vervulde hij haa'r maar zoo) vat de Leerling ze op, n.1. voorlichting ge ven als er iets nieuws is en daarvan mel ding maken. Zoo is het ook gegaan mot dit zg. Plan-Zeeman. In de eerste artikelen over dit plan in 1035 wordt wel degelijk gezegd, „dat een plan om aan de moeilijk heden te ontkomen door den hoer P. Zee man, oud-tuinder te Alkmaar is ontworpen." Meerdere malen wordt er verder gesproken over ons bezoek aan den geestelijken vader van het Plan en wa< er dan ook in de eerste tijd over het Plan-Zeeman is geschreven-, kwam uit den mond van nu wijlen den heer P. Zeeman. Ook de gewraakte bewering, welken aan ons wordt toegeschreven, lat de aanleg van een weg dwars door het G. A. een levensbelang voor den Langendijk zou zijn, welke bewering tot vervelens toe herhaald wordt, is van Z. afkomstig, na tuurlijk in verhand mof het plan. Z. zeide n.1., „dat voor de ontwikkeling van de fruit teelt het wonen op en nanst het bedrijf van onuitsprekelijk belang is". Dat deze zin geheel uit z'n verband wordt weergegeven, n.1. als vervolg op het artikel dat voor het door hem aangehaalde ver scheen, pleit niet voor de objectiviteit van den Meester en den getrouwen lezer, die daarover in de S. C. onder den datum 20 Sept. '35 schreef. Men dient dus tot goed begrip van deze zaak niet schrijver dezes als propagandist van het Plan-Zeeman te zien, doch als den persman, die een nieuw idéé onder de aandacht van de lezers van zijn krant brengt. Nieuwe ideeën worden eerst wantrouwend bekeken Dat is ook bij dit plan wel uitgekomen. Thans ziet men echter, dat de tuindersorganisaties het plan propageeren. Zie maar eens, wat de plan nen der organisaties waren, ontypuwd on de vergadering met de burgemeesters, Ged. Staten-leden enz. „Wij zijn van meening, dat. lot. welk, re sultaat ook het onderzoek van de vier Sno even genoemde instanties mag leiden, de weg door het Geestmerambacht op het eer ste plan moet staan." (Zie verder mijn art. van 17 Dec. j.1.). Om. de suggestie weg te nemen, dat alleen onderget. zich voor het plan zou hebben gespannen, verwijzen wij onzen Meestor eens te "lezen wat een redacteur van liet N. l-Ioll. Dae-blad over deze plannen heeft geschreven Dat wij de deskundigheid bezitten om te bcoordeelen, of de fruitcultuur in het G. A. zou kunnen worden ingevoerd zouden wij niet gaarne beweren, evenals wij deze kwaliteiten niet bij den Meester veronder stellen. Wel achten wij ons capabel, te bcoor deelen, wat de waarde is van liet geschrijf van onzen geheimen tegenstander, die niet met z'n naam voor den dag durft te komen. Voor ons zelf behoeft hij dit niet te doen, wij kennen hem, doch voor de lezers die oen en ander in de krant hebben gevolgd, zou bet wel eens interessant zijn te weten wie deze met spek schietende beunhazen-jager wel is. Ren voorbeeld van die schrijf-taotiek, of liever techniek: „In zijn ijver om de kromme zaak recht te trachten te praten haalt de schrijver nog enkele domme dingen uit, waarmee hij op nog duidelijker wijze zijn verregaande on kunde aan den dag legt", schrijft Meester. De eerste domheid zou zijn, dat wij vertel den, dat onze bron niet in St. Pancras was geslagen, maar dat wij putten uit de notu len van de vergadering, waarover hier al meer is geschreven. Dat hebben wij echter nimmer geschre ven. Dit bestaat slechts in de fantasie van den schrijver, die toch i e ts wil zeggen om zijn houding te rechtvaardigen. Dat, onze schrijverij niet subjectief, maar objectief is geweest, hebben wij in het begin reeds aangetoond. Er werd in het nummer van 27 Nov. j.1. critiek uitgeoefend op een bericht, waarin melding word gemaakt, dat. do weg door het G. A. in de verg, van Prov. Staten zou worden besproken. Dit bericht zouden wij dus hebben geput uit de notulen van de vergadering van Burgemeesters, enz. Hoe krijgt hij het voor elkaar!!! En, is er in Prov. Staten niet over ge sproken? Toch wel, zeker. Hoe een en ander verder zal verloonen, zullen wij kalm afwachten, schreven wij. In de aan het einde van deze maand te houden vergadering van Burgemeesters, Ged. Statenleden enz. zal deze zaak wel nader worden toegelicht. Verder beweert onze heer Zoïlus, dat wij de lezers misleiden, wanneer wij er op wij- zon, hoezeer de wenschelijkheid van den weg door het G.A. en een of andere cultuurwij ziging door verschillende vooraanstaande personen uit het G. A. wordt gevoeld. Geen der heèren Van Spengler, Slot, Ootjers, Groen en Du Burck welke wij o.m. citeemlen (wij citeeren er echter meer) zouden zich in gee nerlei opzicht in dien geest hebben uitgela ten. „Dat staat niet in de notulen te lezen, gezwegen nog van de vraag, of die notulen een juiste weergave van het gesprokene geven", vervolgt hij. Hierdoor wordt dus le onderget. beschul digd de notulen valsch te hebben geciteerd en 2e do juistheid van de notulen in twijfel getrokken. Deze notulen zijn onderteekend door de hecren C. Timmerman, Jac. Groen Az. en L. Kalverdijk, resp. secretarissen van de C.B.T.B.j de r.lc. L.T.B. en de Ned. Tuin ders hond. Wij stellen ieder, die zulks wenscht, in de gelegenheid, de citaten te vergelijken met de officieele notulen, welke naar Ged. Staten werden gezonden, ingevolge het besluit van de vergadering: „om te zorgen voor getrouwe notuleering van het gesprokene, en deze notulen ten spoedigste te doen toekomen aan Ged. Staten, opdat dat College de sa menvoeging van alle gegevens kan bevorde ren en dan te overwegen oen eindrapport in een tweede te beleggen vergadering van dezelfde samenstelling te behandelen. Wanneer de notulen dus niet juist zijn, zijn Ged, Staten verkeerd ingelicht. Wij begrijpen niet dat de schrijver, ais voorstander van juiste voorlichting niet tegen deze onware voorlichting is opgekomen in het bericht van 27 Nov. 1938,. waarin hij schrijft: „Wij heb ben trachten te weten te komen, wat liet resultaat van deze vergadering is geweest en daarbij is ons het volgende gebleken: (zie liet besluit, dat wij zooeven hebben geci teerd). Tussehen haakjes zij hier vermeld, dat de schrijver zelf bij die vergadering te genwoordig was en de notulen van die ver gadering van 19 Sept. al weken lang in huis had! Nu wij van de notulen gebruik maken zijn ze opeens twijfelachtig, omdat het in Mees ters kraam niet te pas komt. Wat de door ons geciteerde personen be treft, hebben wij, om volledig te zijn ook hen geciteerd die zich niet positief uitspra ken voor den weg door het G.A. Voor de juiste voorlichting, begrijpt U. In de krant van 29 Dec., zegt de schrijver, dat de heeren Van Spengler, Slot, Ootjers, Groen en Du Buik zich geenerlei opzicht voor de wenschelijkheid hebben uitgespro ken. AI zullen wij aannemen, dat de notulen niet woordelijk, juist zijn, mogen wij toch verwachten en vertrouwen, dat de bedoeling der heeren werd weergegeven. Wij citeeren van de hierboven genoemde vijf heeren er twee, die zich positief voor den weg uitspra ken. Burgemeester Spengler heeft altijd veel sympathie gehad voor de plannen van ons overleden Statenlid, den heer P. Zeeman en is ook van meening, dat er aan de hand In de Amerikaansche bokswe- F eullleton door Friedrich Lindem a n 35. Maar Nancy liet zich niet in slaap wiegen. Jawel, stopgezet, en nog wel op een oogenblik, waarop eindelijk een werkelijke ge tuige te voorschijn komt. Bedoelt ge meneer Deerkson? Ja, de zoogenaamde passagier. Ik wist werkelijk niet Hij is de eenige aan boord der „Frisco", de eenige, die het zoogenaamde vinden der „Betty Bonn" heeft meegemaakt, en die geen aanspraak op bergloon heeft, de eenige dus, die open durft te spreken. Toch kan ik niet inzien, wat die nog te vertellen zou hebben. Wanneer deze zeldzame jonge man werke lijk iets weet, denkt ge dan, dat Spurling of wie dan ook, die iets te verbergen heeft, hem naar Gibraltar zou meegesleept hebben of hem ergens laten te voorschijn komen? Zij schudde koppig haar hoofd. Of gü mannen nu al duizerïd excuses hebben, voor mij is het duidelijk hier is de oplossing. Neem me niet kwalijk, Nancy...... Zij stampvoette. Neen en nog eens neen! Dan zal ik deze Emrao Deerkson erbij halen. Ge zult hem niet kunnen vinden. Plotseling wendde zij haar hoofd af: de tra nen stonden in haar oogen. Ook gijook gij wilt me nu in den steek laten. Nu begreep ik alles. Dat was het dus, ja, dat was het, wat haar zoo opgewonden ge maakt had. Het was niet alleen het roemlooze einde van het proces, het was onafwijsbaar ze ker dat ik door dit einde haar „in den steek" zou laten. Het was haar vrees voor het afscheid, die haar opwond. Ook ik moest toegeven, dat mij het naderend afscheid zwaar viel. Ik moest echter op reis. Moest weer in mijn oude bedrijf terug. Maar ik was bang voor het moment van het afscheid, omdat ik lang niet zeker was, dat dit afscheid tegelijkertijd een nieuwe toekomst zou beteekenen, een toe komst met Nancy. Ik vertrouwde mijn hart niet. Daarom bleef ik haar ook een antwoord schuldig. Zoo gingen wij dus dezen 23en Januari des morgens vroeg, zwijgend naast elkaar voort, de Wall Road af, de markt voorbij en naar de haven. Ik geloof niet. dat wij op dit oogen blik ons bewust waren van de richting die wij insloegen. Wij liepen voort, ieder met zijn eigen ge dachten bezig, die in wezen om hetzelfde mid delpunt draaiden. Onderaan bij de wit-grauwe muren van het oude kasteel, hieldóh wij gelijkertijd halt. De. stuurman, stuurman Crane, was plotse ling op onzen weg verschenen. Hij droeg zyn blauwlakensch uitgaanspak en was alweer in zijn bekende stemming geraakt door de Whisky. Ik moest, na de opwinding door ons ge sprek, lachen om het gezicht, dat hy trok, !toen wij zoo volkomen onverwacht op hem af stevenden. van den huidigen toestand iets gebeuren moet. Indien men tot 'n gecombineerde mee ning kan komen, zegt bij namens de gemeen ten Z. en N. Scharwoude gaarne alle moge lijke medewerking toe". (Veel sympathie voor de plannen, dus ook voor den weg. M.K.) Dc heer J. Ootjers, weth. v. Noordschar- woude gevoelt veel. voor de totstandkoming van een groote weg als werkobject." (Niet over den weg gesproken zeker. M.K.) Voor de andere sprekers zie men ons art. van 17 Dec. 1936. Verder waren er nog de wethouders Zut en Hart van Koedijk en de heer. Bijpost, die zich voor den weg uitspraken, om nog maar te zwijgen van de organisaties, welke de ver gadering had bijeengeroepen, in welke plan nen de weg door het Geestmerambacht op 't alleereerste plan staat. Uit het bovenstaande kan men zien, dat 't motto wat wij hier boven plaatsten volko men op onzen Meester van toepassing is. Dat hij „een kwade maag" heeft, gelijk Zoi- lus blijkt wel duidelijk. Hij ziet er niet tegen op, de zaken verkeerd voor te stellen en zinnen te verdraaien, om maar de gelegen- reld blijft de aandacht voortdu rend ges-pannen door den regel- maligen strijd om den wereld titel in het zwaargewicht. Nau welijks is die behaald, of promo tors brengen nieuwe namen naar voren van boksers, die tot een strijd om den titel bereid zijn. Thans zijn de voorberei dingen voor den 3en Juni in vol len gang; op dien dag immers zal Braddock zijn titeV'Verdedi- gen tegen Max Schmeling. (Van onzen sport-medewerker) Het is duidelijk dat de belangstelling van insiders in Amerikaansche bolcskringen den laat sten tijd grooten deels uitgaat naar de conditie van den houder van het wereld kampioenschap zwaargewicht James Brad dock en dat is waarlijk geen wonder nu nog maar zes maanden ons scheiden van een der grootste titelgevechten, n.1. de wedstrijd op 3 Juni 1937 waarin James Braddock zijn titel zal moeten verdedigen tegen Max Schmeling Zoo er een bokser is, die een lange reeks van tegenslagen lo overwinnen had, alvo rens hij in de gelegenheid kwam den be geerden titel te veroveren, dan is het. voor zeker Braddock wel. Er was een tijd dat Braddock het boksen er aan wilde geven. Dat was na zijn nederlagen tegen Lough- ran en Leo Lomski.Hij had toen 20.000 dollar bij elkaar gebokst en terecht meende zijn vrouw dat zij van dat bedrag best rus tig Iconden verder leven. Maar Braddock volgde dan raad van een vriend en ging speculeeren. Hij verloor al zijn geld en er bleef dus weinig anders overd an weer in den ring te verschijnen. Zijn eerste wed strijd, tegen Bill- Jones, een bokser van beduidend mindere klasse dan Branddock, werd een mislukking Jones versloeg hem. Dat was dus geenszins een bemoedigende come-back voor James. Zijn tweede kans tegen Harold Mays bracht nog geen over winning: ditmaal eindigde de strijd onbe slist. Hierna trok Braddock zich terug voor een maandenlange training om vervolgens geheel in de oude conditie, uit te komen tegen zijn vroegeren tegenstander Joe Mon- te Het werd een lievige strijd en Braddock behaalde de overwinning. Het vertrouwen kwam terug en twee andere overwinningen volgden. Daarop zagen zijn promotors naar zwaardere partijen voor hem uit. In 1931 ontmoette hij Érnie Schaaf in den ring, maar moest diens meerderheid erkennen en verloor In 1931 en '32 verloor hij daarop nog verschillende partijen, vaak tegen on bekende krachten. Toen hij daarop in New York tot overmaat van ramp nog met een Hallo, stuurman, nu is het elke dag zoo'n beetje Zondag, niet? Hy zwaaide zyn hand als groet. Hallo, gentleman, eerlyk verdiend hoor! Hij wilde ons voorbij, maar Nancy hield hem by zijn arm vast. Een enkel woord, stuurman, waarheen wilde eigenlijk uw passagier? Hij moest eerst een oogenblik nadenken. Passagier? Wat voor 'n passagier? Nu, deze Emmo Deerkson? Ach, die kleine, de scheepsjongen; ja, weet ik dat, waarheen die wou? Was die dan scheepsjongen? Wie? Bij U op de „Frisco". By ons? Ge zei toch zooeven, dat de scheeps jongen geweest is. Ach, zoo, neen! Hy begon plotseling luid en zonder eenige reden te lachen. Die was geen scheepsjongen. Dat was een passagier. Maar ziet ge, op zoo'n lange reis, dan wordt het voor zoo'n jonge man een beetje vervelend en dan gaat hij voor scheeps jongen spelen. En die naam heeft hy bij ons aan boord gehouden. Zoo is het. Iets was mij onverklaarbaar in dit gesprek en in de plotselinge begripsstoring bij den stuurman. Zou het werkelijk komen door de dronken schap zoo vroeg op den morgen? Of was er werkelijk iets aan de hand met dien scheeps jongen of koksmaatje, Emmo Deerkson? Ik viel hem in de rede. Ziet ge, Crane, dat was gistermorgen, toch een vervloekt onaangename geschiedenis, dat ge op het allerlaatste moment nog met een passagier op de proppen kwam. Hij haalde zijn schouders op. De oude is gek. heid te hebben kinderachtige vitterijen te kunnen neerschrijven, over het werk van anderen. Wij zouden hem iin overweging willen geven, de laatste zinnen van het allereerste artikel over het Plan Zeeman eens goed over te lezen. Hier volgen ze: Groote bezwaren zullen aan de uitvoering van deze plannen kleven, doch de ernst van den toestand van deze eerstijds zoo welvarende streek wettigt deze offers. Zonder ingrijpen zal nimmer ver betering kunnen komen. Bezwaren zullen er genoeg worden geopperd, doch dan moeten betere middelen worden aangewezen". Dat zeide Piet Zeeman. Inplaats van zon der reden op Uw ondeskundigen collega te vitten, zou het heter zijn, wanneer Gij iets beters wist voor te stellen. Zoo Gij niet des kundig zijt, treedt dan ook toe tot het Koor der Zwijgenden, waarin Gij alle andere on deskundigen wenscht te zien opgenomen en wacht dan af, tot wel terzake kundigen en goedingelichte menschen, U iets kunnen zeg gen, evenals M. KUIPER Fz., Zuidscharwoude. MAX SCHMELING. gebroken rib den ring betrad, ondanks he vige protesten van zijn manager, leed hij niet alleen een gevoelige nederlaag, (tegen den Duitscher Birkie). maar was tegelijker tijd voor eenige maanden uitgeschakeld. Tegenslag op tegenslag volgde voor Brad dock. Een maal hersteld, kwam hij uit te gen Levandowslti en ditmaal liep hij een ernstige blessure aan een der handen op. Braddock zag thans het onmogelijke van zijn situaitie in en trok zich terug. Hij zocht en vond werk als dokarbeider en was nau welijks een tijdje aan den slag, toen er een staking uitbrak en hij weer op straat stond. De armoede in het gezin van den bokser werd steeds grooter, totdat eindelijk het geluk kwam. Een manager, overtuigd van zijn kracht, boodh em aan 'n maandenlange training te bekostigen om hem voor te bereiden tot een, strijd om den wereldtitel. Met taaie volharding begon Braddock aan een minu- tiuze training. Dag aan dag oefende hij, maandenlang, totdat de dag van zijn groo- ten wedstrijd tegen Max Bear was aange broken. Onnoodig te zeggen dat Bear favoriet, was bij het Amerikanasche publiek, dat de naar Braddock al lang vergeten was. Het verloop van den strijd was echter verras send: liet werd een grandioze overwinning voor Braddock, die zich tactisch en tech nisch overtuigend de meerdere van zijn te genstander toonde. En waartoe is Braddock thans in staat? Dit is de groote vraag waarmee men zich „over there" bezig houdt, nu de voorberei ding voor den grooïen strijd tegen Schme ling in vollen gang zijn. Wanneer Braddock op den 3en Juni 1937 tegen Max Schmeling in den ring komt, dan zijn er al weer twee jaar verloopen, se dert hij den wereldtitel behaalde. Braddock is gedurende dien tijd niet Averkeloos geble ven. Wel is waar verscheen hij niet in offi cieele wedstrijden maar op een groote tour Waarom? Waarom heeft hy hem op de lijst erby geschreven Als hij den naam weggelaten had, dan had geen haan er naar gekraaid. Maar als Deerkson zich nu daarna nog eens aangemeld had? Die zal zich niet aanmelden. Waarom niet Waarom? Crane zag mij onderzoekend met zijn kleine waterige oogen aan. Hij antwoordde met een vraag. Ja, waarom zou die zich wel melden? Omdat de Rechtbank alle getuigen, die iets over de „Betty Bonn" zouden kunnen zeggen, opgeroepen heeft. Chane wilde doorgaan. Die weet niet meer dan wy. Maar ik moet verder. Billy Thompson...... Ik hield hem nog even terug. Nog een vraag Crane. Zijn er wel eens meer passagiers aan boord? Passagiers? Ja, als zij betalen. Maar ge zijt er toch niet op ingericht? Ingericht? Bedoelt ge een hut? Neen, dat hebben we niet. Maar dan ruil ik om en slaap bij de manschappen. Op die manier krijg ik ook nog een deel van het passagegeld. En als ik me nu eenvoudig bij u als passagier zou opgeven, zoudt gij my met u dan meenemen? Als ge naar Genua wilt, en geld hebt, waarom niet? Maar nu heb ik toch werkelijk geen tijd meer. Billy wacht me. Mo'in, mo'in. Met deze woorden schoof hij mij eenvou dig opzij en ging verder. Toen hij een eindje verder was, greep Nan cy mij plotseling bij mijn arm. Vaart ge met hem mee? Deze vraag verraste mij. Ik had op 't oogenblik, toen ik mij tot Crane wendde, werkelijk niet het minste idee, een passage op de „Frisco" bij Spurling, Crane nee die hij door de Vereenïgde Staten heeft gemaakt, heeft hij in niet minder dan zestig plaatsen demonstKatie-partijen gebokst. Hij is dan ook -den gelieelen zomer in traning gebleven, enna de onderbre king door een rustperiode, ten gevolge van een jichtaandoening in een der armen, heeft hij zijn training weer hervat. Ten ge volge van genoemde aandoening is ook de termijn van don wedstrijd uitgesteld en de datum verschoven. De kuiperijen die er tegen Braddock in de Amerikaansche bokswereld van zekere zijde zijn ondernomen, hebben zijn naam en zijn roep niet vermogen te schaden; daarentegen getuigt het van weinig inzicht óm de kracht en prestaties van Braddock in twijfel te trekken of te onderschatten. Braddock is oorspronkelijk van Iersche af stamming en hij is 'n heel ander wedstrijd'- type als bijv. Joe Louis, Het valt niet tegen te spreken, dat de hou der van den wereldtitel in al zijn wedstrij den iemand van karakter en een man van gevoel is gebleken en verre van eon vecht machine. Die eigenschappen zullen onge twijfeld ook zijn wedstrijd tegen Schmeling kenmerken. Uit Amerika kwamen dezer dagen de eerste opmerkingen van Braddock over zijn aanstaanden .wedstrijd tegen Max Schmeling „Ik moet onwillekeurig lachen, wanneer iedereen nu al Schmeling als de overwin- naer van den 3en Juni ziet", heeft hij gezegd en hij voegde er aan toe dat hij in een heel andere stijl als Louis zijn partij zal boksen. In het algemeen kan men aan deze, in Amerika als voortreffelijk reclamemiddel ge bruikte opmerking, niet zulk een heel groote waarde hechten. Men weet echter van James Braddock dat hij geenszins tot de „opsnij ders" mag worden gerekend en mag zeker niet over het hoofd zien dat de wereldkam pioen over een formidabele linksche be schikt, zooals trouwens, in het algemeen ge sproken, zijn heele stijl Schmeling niet zoo goed zal liggen als dat met dien van Louis het geval was. Nu is het aan den anderen kant een feit, dat Schmeling weer het type van den bokser is, die zich bij iederen tegenstander weet aan te passen en dit is van bijzonder veel belang die zijn tegenstander nooit zal onderschatten. Schmeling zelf heeft ver schillende malen verklaard dat het naar zijn. me&ning geheel onjuist is om Braddock niet als een waardigen tegenstander of recht vaardigen houder van den titel van wereld kampioen te beschouwen. Het was voor Braddock een niet onbelang rijk voordeel dat hij in de gelegenheid ge weest is om Max Schmeling in zijn strijd tegen Louis te volgen, terwijl bovendien de filmopnamen van dezen wedstrijd hem in staat stelden, de nauwkeurige details na te gaan. Tal van bijzonderheden in den aanvalstac- tiek van zijn aanstaanden tegenstander heeft hij tot in de finesses kunnen nagaan, De wijze waarop Schmeling zijn stooteni plaatst en zijn tactiek in het lijf-aan-lijfwerk, dit alles heeft Braddock als het ware bestu deerd, wat ontegenzeggelijk van groot belang is en waartegen een bokser zooveel mogelijk stelling nemen kan. Het is in deze omstan digheden dan ook volmaakt overdreven en ongegrond om te beweren dat Schmeling den titel al in zijn zak heeft. Het is zeer waar schijnlijk dat de strijd tegen Braddock voor Max Schmeling zwaarder zal worden dan dien tegen Louis was, Zeer zeker ook at daarom, omdat hij komt te staan tegenover een tegenstander met een technischer eni minder gemakkelijk te doorziene wedstrijd-- techniek. Het ware voorbarig nu reeds voorspellin gen te doen. De vorm die Max Schmeling heeft laten zien in zijn wedstrijd tegen Joe Louis rechtvaardigt eenhoopvolle verwach ting, dat is alles wat er van gezegd kan worden. Anderzijds kan men er zeker van zijn dat Braddock zijn titel met hand en tand zal verdedigen en alles op alles zal zetten om dien te behouden. .en met zijn èndere been staat de man, die de verkeersre gels niet kent, in de gevangenis. en Co. te beleggen. Ik had het zoo maar gezegd, om den stuur man een beetje aan den tand gevoeld te voe len, hoe of hy reageeren zou, wanneer inder daad zoo'n vraag gesteld werd. Want na het gesprek tussehen hem en Nancy had ik het gevoel gehad, dat deze Emmo Deerkson, mis schien inderdaad nooit passagier geweest was. Nu leek het toch weer van wel. Gaat ge mee! Ja, nu Nancy zoo er op aandrong, begon de gedachte aan zoo'n reis werkelijk vasten vorm bij mij aan te nemen. Zelfs op de „Frisco" kon het nooit zoo lang duren. Van Gibraltar naar Genua schat ik op ongeveer vier zes dagen. Deze vrije tijd zou ik nog nuttig kunnen maken ook. Maar voor alles gold, vier zes dagen op dit schip tussehen deze menschen, waarop een zware verdenking van een misdaad rustte en waarom heen nog steeds een onopgelost raad sel zweefde, deze voorstelling, werkte op myn fantasie. Ik was geen oogenblik hang voor deze mannen. Ik was er van overtuigd, dat Spurling geen moordenaar, zeeroover of iets dergelijks was. Misschien ontdekte ik op deze reis nog meer byzonderheden over het geheim der „Betty Bonn". Dit alles, lokte mij. Maar er kwam nog niets anders bij; wan neer ik als passagier aan boord der „Frisco" ging, behoefde ik niet langer zelf omtrent het tijdstip van mijn vertrek te beslissen, dan zou het niet meer in mijn macht liggen, wanneer ik Nancy voor het laatst de hand zou kunnen drukken. Ik zag het zelf nu ook duidelijk. Uit angst voor een afscheid zou ik mijn vertrek telkens opnieuw uitstellen, zou ik op 't laatste de kracht missen, afscheid te nemen, en ik was toch vast besloten,betreffende dit afscheid. Ik wilde mij als wereldvagebond, die ik nu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6