Anna Paulownapolder.
Grieptijd!
De ideale vrouwelijke
detective
Openbare vergadering van Hoofdingelan
den van den Anna Paulownapolder op Za
terdag 2 Januari 1937, des voorin, te 11 uur
in het Polderhuis.
Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans,
Dijkgraaf en secretaris de heer C. Keijzer.
Tegenwoordig alle Heemraden, terwijl
van de Hoofdingelanden afwezig zijn de
heer A. van den Berg, wegens verminde
ring, de heeren Van Stipriaan, Tijsen en
Zoete, wegens ongesteldheid en de heer
Lubbert, vermoedelijk wegens afwezigheid.
De Voorzitter opent de vergadering en heet
allen hartelijk welkom. Nu de vergadering
zoo kort na de jaarwisseling plaats heeft,
biedt hij de leden en hun gezinnen zijne
beste wenschen aan. Hij spreekt verder de
hoop uit, dat de algemeene toestand, die
wel eenige verbetering op sommige punten
vertoont, blijvend en in beteekenis vooruit
mag gaan en dat de polder en allen die daar
zijn, hiervan een billijk voordeel genieten
zullen. Hij wenscht dat in het algemeen,
doch voor de aanwezigen en de hunnen in
het bijzonder. Het zou wel heerlijk zijn, wan
neer de vreugde in ons Vorstelijk Gezin,
waarin zoo algemeen in den lande wordt
deelgenomen, zou inluiden een verbetering
van den algemeenen toestand in ons va
derland.
Hij stelt voor bewijs van onze deelneming
in die vreugde te betoonen door het ver
zenden van gelukstelegrammen aan het
Vorstelijk Bruidspaar en aan Hare Majesteit
de Koningin. Met instemming wordt hiertoe
besloten.
Bij de kennisgeving van verhindering
heeft de heer Van Stipriaan tevens gevoegd
de wensch van een gelukkig nieuwjaar. Dit
laatste wenschen wij, zegt de Voorzitter, we-
derkeerig en gaarne ook onze afwezige be
stuursleden toe, waarbij wij de hoop uitspre
ken dat zij, die ongesteld zijn, spoedig en vol
ledig hunne gezondheid mogen henvinnen.
De notulen van de vorige vergadering wor
den hierna gelezen en met dank aan den
secretaris vastgesteld.
Medegedeeld wordt, dat door het Dage-
lijksch Bestuur een verzoek is gezonden aan
Ged. Staten om te bevorderen dat de dooi
den polder te betalen bijdrage aan het
Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier volgens staat A verlaagd wordt.
Lr blijkt uit ,dat de polder in de laatste 5
jaren gemiddeld f 3400 per jaar meer heeft
betaald dan het bedrag hetwelk het Hoogh.
heeft uitgegeven voor werken welke van
den polder zijn overgenomen. Een afschrift
van het verzoek is aan het Hoogheemraad
schap, verzonden met verzoek daaraan ad-
haesie te willen betuigen,.
De mededeeling wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Het Dagelijksch Bestuur stelt voor over te
gaan tot conversie der geldleening gesloten
in 1913, op 15 Febr. a.s., per resto bedragen
de f18000 en van de geldleening in 1930
gesloten, per resto f72000 bedragende.
De Voorzitter deelt mede, dat de Nuts-
spaarbank te Alkmaar bereid is eerstge
noemde leening te verstrekken tegen 3.875
en dat het Indisch Pensioenfonds, waarbij
laatstgenoemde leening loopt, bereid is eene
nieuwe lecning tot aflossing van de bestaan
de te sluiten tegen 4 De percentages
waartegen de leeningen thans loopen bedra
gen respectievelijk en 4^, terwijl de
looptijd is resp. 9 en 24 jaren.
Meerdere leeningen komen niet voor con
versie in aanmerking, omdat deze nog
slechts kort geleden gesloten zijn en bedon
gen is dat conversie gedurende de eerste 5
jaren is uitgesloten.
De heer Van Balen Blanken vindt de ver
laging van 4 'A tot niet van zoo groote
beteekenis. Bij hem rijst de vraag of het
gunstige moment voor conversie reeds is be
reikt en of het niet beter is het nog een jaar
aan te zier,.
De voorzitter zegt dat indien handel en
industrie opleven en van die zijde ook weer
een beroep wordt gedaan op de geldmarkt
er licht weer neiging tot verhooging van
den rentestandaard zal komen. Onwillekeu
rig kijkt men naar leeningen die tegen
zijn gesloten, doch daarbij wordt uit
het oog verloren dat deze meestal beneden
pari worden gesloten en dat die leeningen
verhandelbaar zijn. De polder is aangewe
zen op lichamen die dc gelden blijvend, d.
w.z. gedurende den geheelen looptijd kun
nen missen. Om die redenen kan de polder
nimmer leenen op dezelfde voorwaarden als
b.v. het Rijk of een groote gemeente.
eenmaal beroepshalve was, mij nog niet aan
een vrouw binden, hoewel al mijn innerlijke
wenschen in tegenspraak waren. De voorbe
reidingen voor dit onverwacht en onvoorzien
verschijnsel zou myn gedachten verstrooien,
mijn wenschen terughouden, zouden mijn on
rust en mijn onzekerheid meer kracht geven
om over het laatste afscheid heen te stappen
en zooals ik toen beweerde gevaarlyke
uren lichter maken.
Toen Nancy mij dus nog eens vroeg:
Reist ge met hen mee?
Toen bedacht ik mij niet langer en ant
woordde:
In ieder geval ga ik morgenvroeg naar
Spurling en hem er over spreken.
Wij liepen een paar passen door. Nancy
zweeg. Zy dacht aan iets. Dat kon ik duidelijk
zien. Was zich misschien óók thans voor het
eerst bewust geworden, dat de scheiding daar
door onafwendbaar was en dan nog wel op
een dag, die Spurling aanwijzen zou.
Plotseling wendde zij zich tot mij. Zij bleef
staan.
Zij keek mij vast in de oogen. Haar stem,
waaraan ze tevergeefs poogde een vasten
klank te geven, beefde van emotie, toen zy
langzaam maar duidelijk sprak:
En ik ga ook mee.
Een schok voer mij door het hart. Ik zag
nog niet eens het gewaagde van een dergelijke
situatie, nog niet eens den stroom van ge
klets, die in Gibraltar losbreken zou.
Ik zag alleen dat hierdoor met een slag al
mijn goede voornemens-over afscheid en zoo,
ov?r boord geworpen werden, dat dit tijdstip
alleen maar een paar dagen, die noodzake
lijkerwijze alleen maar een beproeving voor
onze harten zouden beteekenen, verschoven
werd.
De heer Wilms vraagt of conversie der
leeningen te allen tijde mogelijk is waarop
de voorzitter bevestigend antwoordt.
De heer Stammes gevoelt er ook voor om
nog eenigen tijd te wachten.
De voorzitter wijst er op dat het moei
lijk zal zijn precies het juiste tijdstip te
kiezen.
Het voorstel van het Dagelijksch bestuur
wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Van het P.E.N. is een verzoek ingekomen
om uitgifte in erfpacht van een terreintje
op den berm van den Van Ewijcksvaartweg
nabij den Kleiweg, voor den bouw van een
transformatorhuisje. Met den Rijkswater
staat is overleg gepleegd in verband met
overname van dezen weg in de toekomst
en daar werd de wensch te kennen gegeven
dat het gebouwtje zou blijven 10 M. uit
de beharding van den weg. Met dezen
wensch is rekening gehouden, doch nu
vraagt het P.E.N. het geheele terrein gele
gen tusschen het gebouwtje en den weg,
wat bij de overdracht van den weg moeilijk
heden kan opleveren. Het Dagelijksch Be
stuur heeft daarom geschreven daartegen
bezwaar te hebben en slechts dat gedeelte
wil overdragen hetwelk niet bestemd is als
weg te worden gebruikt. Het Dag. Bestuur
stelt daarom voor een kleiner.terrein, waar
van de grootte nader zal worden bepaald
in erfpacht uit te geven, tegen de gebruike
lijke vergoeding en op de gebruikelijke voor
waarden. Hiertoe wordt besloten.
Het comité hetwelk in deze gemeente ge
vormd is voor dc feestelijkheden in verband
met het vorstelijk huwelijk heeft het voor
nemen een boom te planten op het punt
LANGENDIJK
Te Broek op Langendijk is overleden de
heer C. Slot, die een aantal jaren keur
meester was bij de veiling van de Langen-
dijker Groentencentrale. In het leven der
tuindersorganisaties stond hij vaak vooraan,
waar het betrof misstanden te hekelen of
in het belang van den vooruitgang op ve
lerlei gebied, den tuinbouw betreffendë,
werkzaam te zijn.
Bij den aanvang der veiling te Broek
op Langendijk heeft de veilingleider, de heer
S. de Boer, den nieuw benoemden betaal
meester bij de kooplieden en aanvoerders
ingeleid. Hij sprak op dezen eersten veilings
dag van 1937 den wensch uit, dat de samen
werking een aangename zal zijn. Waar de
heer Pastoor reeds gedurende verscheidene
jaren op het Betaalkantoor werkzaam was,
is hij geen onbekende voor beide partijen en
wordt, niet aan een goede samenwerking ge
twijfeld.
De minimumprijs van de roode kool is
van f 1.— op f 1.40 gebracht, die van de gele
van f 1.— op f 1.20 en van de Deenschè witte
van 80 cent op fl.Deze verhooging was
meer dan noodig en het is te hopen, dat de
ze minimumprijzen weer spoedig worden ver
hoogd.
Er zijn hier buitengewoon veel zieke
menschen. De griep heerscht hier n.1, in vrij
lievige mate. Gelukkig is' de ziekte niet van
ernstigen aard.
De maximumprijzen van naar Duitsch-
land te exporteeren roode kool is f3.50, die
van gele op f3.en die van witte op f2.50
gesteld. Als er nu maar veel wordt ge
vraagd.
De doorgedraaide sluitkool mag niet
meer uit de hand worden verkocht. Die kool
moet n.1. als veevoeder worden geveild en
de prijs mag niet beneden de 20 cent per 100
K.p. dalen.
Kanarie-fokkers.
Aan den Langendijk zijn een aantal ama
teur-kanariefokkers, die naar men ons me
dedeelt, plannen koesteren, om aan den Lan
gendijk een vereeniging van beoefenaren
dezer edele sport te stichten. De heer P. Mo
lenaar Lz. zal gaarne de gewcnschte inlich
tingen verstrekken.
BROEK OP LANGENDIJK.
Concert „De Lofstem".
Door het Chr. Mannenkoor „De Lofstem"
werd een uitvoering gegeven in de Ncd.
Herv. Kerk. Medewerking verleenden K.
Wagenaar (orgel) en Toon van 't Riet (te
nor). Waar liet koor onder de bekwame lei
ding van dien heer Paul Kok zich reeds
een goeden naam heeft verworven, zoo.vcl
hier als elders, heeft het ook nu weer ge-
Maar wat moest er dan gebeuren in Ge
nua? In een vreemde stad?
Deze vragen vervulden mij op dit oogen-
blik met een grooten angst en met een
groot geluk.
Mijn tegenspraak was daardoor ook zwak.
Maar Nancy, bedenk u toch wat wilt
ge doen op dat schip?
Zij zag het net zoo goed, dat mijn tegen
stand zeer zwak \yas. Haar besluit stond des
te meer vast.
Nu wil ik met deze menschen omgaan,
ik wil met ze spreken.
Ik zei:
Nancy, Nancy, ge kent het schip niet.
Ge weet niet wat het beteekent, op dit wrak
ook slechts een halven dag te moeten leven,
te ademen.
Dat is me hetzelfde. Ik zou op het aller
ergste zijn voorbereid.
En het andere, Nancy. Neen, als gij mee
gaat, moet ik aan land blijven.
Gy waarom?
Omdat ze ons niet samen op zoo'n
avontuur mogen aantreffen.
En denkt ge dat wanneer ik alleen on
der deze zeelui verkeer, ze in Gibraltar milder
zullen oordeelen?
Zij had gelijk.
Maar uw vader.
Vader zal willen, wat ik wil. Ik doe het
toch voor hem.
Ik wist maar al te goed, dat deze laatste
zin maar betrekkelijke waarde bezat.
Zeker, het was natuurlijk ook eensdeels
schaamte over de nederlaag van haar vader,
die haar tot dit avontuurlijke plan dreef. Maai
bij haar was het evengoed ook de vrees voor
een afscheid, de brandende wensch, het uur
van afscheid als was het maar voor een
paar dagen op te schuiven. En dat was het
waar de Zwarteweg de W. Zandvaartsweg
verlaat! De Voorzitter heeft met enkele le
den van het comité de plaats voor dien
boom uitgezocht. aDe ter plaatse staande
lantaarn zal van gemeentewege worden ver
plaatst. De boom zal komen tusschen de mu
ziektent en dc verplaatste lantaarn. Ten
behoeve van den boom zal de grond over
een oppervlakte met een middellijn van 6
meter los gemaakt worden en dit terrein
zal door liet comité van een solide en vol
doende afrastering worden voorzien. De be
doeling is nu dat de polder de boom en
afrastering overneemt en verder onderhoudt
De Voorzitter stelt voor tot die overneming
lè besluiten, welk voorstel zonder hoofdelij
ke stemming wordt aangenomen.
Bij de hierop gevolgde rondvraag infor
meert de heer Schilderman of het Dage
lijksch Bestuur spoedig overgaat tot ver
huur van het grasgewas. Er zijn enkele
huurders, die gaarne zekerheid willen heb
ben met het oog op de bemesting.
De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur
heeft besloten tot verhuur aan dezelfde ver
huurders (met een enkele uitzondering) te
gen dezelfde prijzen. De secretaris heeft
door de vele drukte ook in andere func-
tie's nog geen gelegenheid gehad de nieuwe
huurovereenkomst voor te bereiden.
De heer Van Balen Blanken vraagt of de
verlichting van het Polderhuis geschiedt
op kosten van den polder of van den Dijk
graaf. Als hij verneemt dat dit geschiedt
op kosten van den Dijkgraaf brengt hij
hem hiervoor hulde en hartelijk dank. Hij
vindt deze geste prachtig. Teekenen van
instemming.
De vergadering wordt vervolgens gesloten
toond tot iets groots in staat te zijn.
Behalve een kleine uitzondering, was de
weergave van een 8-tal nummers zeer mooi
te noemen. Vooral was dit het geval met
„Mijn taal" van L. Mens en „Gute Nacht'
van Greimers.
Ter afwisseling was voor deze gelegen
heid Mej. M. Verhagen (alt) te Laren ge
ëngageerd. Telegrafisch was echter bericht
binnen gekomen, dat ze door ziekte was
verhinderd, zoodat in haar plaats optrad
het koorlid Toon van 't Riet, die op voor
treffelijke wijze heeft medegewerkt tot het
welslagen van dezen avond.
Evonzoo was dit het geval met den orge
list Klaas Wagenaar. wiens kunnen meer
malen door ons is vermeld.
Op verzoek werd nog toegezongen „Beati
Mortui" van F. Mendélssohn.
Deze kunstvolle avond werd door Ds. Van
Baaien op de gebruikelijke wijze geopend
en gesloten.
ZUIDSCHARWOUDE.
Men deelt ons mee, dat het Werkfonds
geen medewerkipg zal verleenen aan het
verzoek van den Raad van Zuidscharwoude
om over het nieuwe kanaal bij de Lange
Balk een rijbrug te leggen en tevens de daar
op aansluitende wegen op te hoogen in over
eenstemming met de hellingen van de brug.
Met een en ander zou over de 2_ ton ge
moeid zijn, wat een te groot bedrag is in ver
houding tot het belang, dat er bij betrok
ken is.
De heer Jb. Berkhout vierde gisteren zijn
40-jarig jubileum als Kerkvoogd bij de Ned.
Herv. Kerk. Gedurende 38 jaar heeft hij te
vens de administratie gevoérd. Thans is de
heer Berkhout voornemens, wegens gevor
derden leeftijd als zoodanig te bedanken.
ST. PANCRAS.
Alhier werd Oudejaarsavond een rijwiel,
dat onbeheerd buiten stond, ontvreemd.
Zou liet Oudejaar soms op dit karretje
verdwenen zijn?
W1ER1NGERMEER
De voetbalwedstrijd Flevo IBerkhout I
ging niet door.
DE EERSTE.
In verband met de Vorstelijke Huwelijks
feesten heeft de firma Nipshagcn een mooie
verlichting aangebracht. Godachtig aan het
spreekwoord: Wanneer een schaap over den
dam is volgen er meer, willen we aanne
men, dat er spoedig meerdere illuminaties
zullen volgen.
ZURE
'T ZAND.
Bij den heer J. van Beusekom bracht een
schaap 2 lammeren, wat gezien de tijd» van
het jaar wel iets bijzonders mag worden
genoemd.
ook, wat mij zwak maakte, wat mij dezen
tocht plotseling in een nieuw licht, ja zelfs
in een^jchoonen glans tooverde: nog eenmaal
acht dagen elk alleen met Nancy bij zwel
lende zeilen, op een zilveren zee, onder den
prachtigen sterrenhemel. Ik zou beslist de om
geving vergeten, waarin wij ons bevonden, het
doel, de eigenlijke oorzaak van deze reis. Ik
droomde van deze vaart als van een eindeloos
geluk.
En dit alles bij elkaar, deed mij per slot
„ja" zeggen, toen Nancy mij vroeg of ik den
volgenden morgen op haar wachten wilde om
met mij mee naar Spurling te gaan.
Deze 24e Januari was weer een der heldere,
bijna zomersche winterdagen, die reeds eiken
geur der komende Lente bij zich hebben.
Wij hadden elkaar op de markt ontmoet en
liepen nu over den steiger. Voor ons het beeld
van de oude haven, de bocht van Algeciras en
scherp geteekende Spaansche kust. Rechts in
de haven dobberde nog steeds alleen en ge
meden de „Betty Bonn". Daarvoor verhief
zich de „Frisco" achter een stapel zakken.
Maar ik geloof dat wij niet veel van dit
alles zagen. In ons beiden was de spanning
der komende scheiding.
Wij keken elkaar niet aan. Wij spraken
nauwelijks een woord met elkaar, alleen om
elkaar niet te laten merken, wat in ons om-
ging-
Misschien gevoelden wij beiden al zoo iets
van schaamte, omdat wij aan onze innigste
wenschen zoo gemakkelijk toegegeven hadden
Maar we konden niet meer terug. De een
voor de andere niet. Zoo kwamen wij aan
boord van de „Frisco".
Hier ging alles veel eenvoudiger, dan ik mij
voorgesteld had.
Spurling kwam ons zeer beleefd tegemoet,
toen wij de trap naar de kajuit afgingen, en
GEVOLG VAN KWAKKELWINTERS.
Ongure mistdagen, afgewisseld
door hagel of regen, kenmerken
den tijd van het oogenblik. Het
noodlottige gevolg van de onbe
stendigheden van het weer is
niet uitgebleven; alom kotpen
gevallen van griep voor. Dat de
geschiedenis sedert lang griep-
perioden kende, is uit eeuwen
oude archieven gebleken.
Griep en verkoudheid in min of meer ern
stige mate zijn im ons land geen onbekende
Wij zijn er bij de voortdurende wisselingen
van ons onbestendige klimaat al aan gewend
regelmatig griep-patiënten in onze directe
omgeving te zien; verkoudheden vinden wij
zelfs heel normaal en de meesten onzer ma
ken steevast een langere of kortere verkoud-
heidsperiode mee.
In deze dagen echter nu wij dagelijks de
meest grillige weersveranderingen meema
ken, nu een dag van vorst gevolgd wordt
door een regendag, hagel en sneeuw afwis
selen met mist en wij ons eigenlijk door geen
afdoende kleeding wapenen kunnen tegen
de invloeden van deze steeds wisselende
weersgesteldheden, heeft de griep een mee-
doogenlooze verspreiding vertoond en grijpt
overal om zich heen, in bijkans elk gezin
slachtoffers makend.
Wie geneigd zou zijn ^e denken, dat griep
epidemieën een verschijnsel vormen van den
modernen tijd, vergist zich; onze voorvade
ren hadden er voortdurend mee te kampen,
waarbij zij dan nog veelal de moderne ont-
smettings- en antigriepmiddelen, die wij
kennen moesten onberen. En al was de
latere naam „influenza" nog niet uitgevon
den, de griep zelf is ouder dan de man die
BARS1NGERH0RN
Burgerlijke Stand.
Geboren: IJda Wilhelmina, dochter van
Johannes Cornelis Mulder en van Elisabeth
van Duin; Catharina Johanna, dochter van
Jan van der Werf en van Johanna Holema;
Pieter, zoon van Pieter Zwakman en van
Guurtje Dekker; Janna Helena, dochter van
Cornelis Kempe en van Anthonia Hame
link; Gerrit Fedde, zoon van Pieter van
der Zee en van Grietjen de Ruiter; Trijntje,
dochter van Pieter Meijer en van Aaltje van
Polen; Adrianus. zoon van Adrianus van
Alteren en van Hendrikje van der Klok.
Ondertrouwd: Jan Koster, oud 23 jaren,
landarbeider, wonende te Winkel en Maria
Cornclia Glerum, oud 18 jaren, zonder be
roep, wonende te Barsingerhorn; Oskar Ku-
haupt, oud 32 jaren, metselaar, wonende
te Barsingerhorn en- Frieda Kalinsky, oud
31 jaren, zonder beroep, wonende te Keu
len.
Getrouwd: Jan Koster en Maria Cornelia
Glerum.
Overleden: Pieter Rempt, oud 59 jaren.
Ingekomen: Mej. S. Cohn, E. J. Gold-
sohmidt, Mej. H. Grau, Mej. E. Hanauer;
M. Hirsch, S. Kahn, H. H. E. Kalb, Mej. E.
Kaufmann, A. Levy, F. Löwensteih, Mej. M.
Marx, Mej. M. Mühlfelder, F. Rosenberger,
H. Salomon, H. Silberstein, R. Sternberg,
H. Unna, A. Wringlowitz allen uit Duitsch-
land naar werkdorp Stichting Joodsche Ar
beid te Nieuwesluis; K. van Hoorn en ge
zin van 's-Hertogenbosch naar Kolhorn, ark
G. Nierop van Diepenheim naar Barsinger
horn, A 39.
Vertrokken: F. Baerwald en echtg. naar
Nd. Amerika; H. Löwenberg, R. Weile, A.
Hirsch naar Amsterdam, Prins Hendrikkade
124; F. Lissauer, F. Pollak naar Argentië;
W. Nathan, L. Elsas, W. Cahn naar Zuid
Afrika; F. Kramer naar Amsterdam, Zuh
der Amstellaan 270; A. Michel naar buiten
land; Mej. T. A. Baan naar Wieringen, den
Oever, Dijkstr. 8; A. J. Damen en gezin
naar Den Helder, Spoorstr. 37; J. Leistra
naar Broek op Langendijk, a. b. „Trio"; M.
J. Schwabacher naar Schoonhoven, Koestr.
134a; D. Fijnheer naar Winkel, Lutjewin
kel; G de Heer naar Oterleek, Stompetoren
Noordervaart; Mej. J van der Heide naar
Wieringerwaard, Westfr.dijk C 34; H. Toes
naar Zijpe, Schagerbrug F 96a.
zoo bleef hij gedurende ons heele gesprek.
Spurling zei niet veel.
Dit liet hij aan den stuurman over, dien hij
er bij geroepen had. Maar over zyn heele we
zen lag een bijna mild verdriet.
De scherpte van zijn stem en van zijn zin
nen was gebroken, niet omdat hij in onze
voelde ik duidelijk, het kwam van binnen uit.
tegenwoordigheid het niet durfde, maar dit
De opheffing van het onderzoek en van het
bergloon scheen niet alleen een zware druk
van hem te hebben afgenomen, waaronder hy
tot op heden geleefd had, maar waarschijn
lijk had hij hierin ook een genoegdoening ge
vonden, die zijn zelfbewustzijn gesterkt had.
Het weinige, dat hij zei: was helder en
zeker. Hij deed geën oogenblik verwonderd of
opgewonden» over Nancy's wensch om mee te
varen, ja, hy behandelde haar zelfs met een
ietwat hoekige, vaderlijke hoffelijkheid.
Crane sprak natuurlijk des te meer. Maar
daar Spurling van te voren reeds geen enkele
bedenking geopperd had en den stuurman
alles overliet, was er natuurlijk niets voor
hem recht te praten. Hij zou zijn hut vrij
maken voor Nancy en bij de bemanning gaan
wonen. Voor mij wilde hij een opklapbaar bed
in de kajuit opslaan.
Dat zou aiatuurlijk niet zoo gemakkelijk
zijn, vooral bij hooge zee niet, maar bij dit
mooie Januariweer en een gunstigen wind
rekende Crane hoogstens een dag of vier
zeilen. Ook over den prijs waren wij het direct
eens want het was eenvoudig belachelijk in
vergelijk met den prijs van welke stoomboot
dan ook.
Ik betaalde wat verlangd werd en nam mij
in stilte voor, de fooien niet te sparen.
Wordt vervolgd.
deze naam voor het eerst gebruikte. In het
bijzonder in de kwakkelwinters, die men
vroeger even veelvuldig kende als wij tegen
woordig, ontstonden ware griep-epidemieëru
Een oude Fransche kroniek van 1239 vertelt
ons van een Decembermaand, waarin het
weer regenachtig was en zacht en waarin de
Seine in een dikke mist werd gehuld. De
geheele bevolking van Parijs liep hoestend!
en niezend door de stad en de geneesheereni
kenden een abnormale drukte en konden
het niet af Met groote nauwkeurigheid heefti
Parijs haar griepperiodes geboekstaafd, en
zij zijn buitengewoon talrijk.
De bekende griffier van het Gerechtshof
Nicolaas de Baye maakt in zijn rapporten
van 1404 en 1414 melding van een groot
aantal griepgevallen onder de wetgevers
van het land. In 1404 werden alle advocaten
en rechters min of meer ernstig verkouden
en tijdens de rechtzittingen en pleidooien
werd er zoo verschrikkelijk gehoest, dat de
griffier ternauwernood in staat was al het
gesprokene nauwkeurig te volgen en op
te teekenen. Tien jaar later ontstond op
nieuw een allerhevigste griep-epidemie. Op
Maandag den 5en Maart kon er niet ge
pleit worden, aldus De Baye. „Zelf heb
ik dezen nacht niet kunnen slapen" voegt
hij en aan toe „ik werd gekweld door hevige
hoofdpijn, pijn in mijn beenen, schouders
en heupen". Drie weken lang duurde de
griepplaag ditmaal. In 1407 werd Parijs nog
maals overstroomd door een gricp-golf.
In 1510 gebeurde het, dat men afzag van
het zingen der missen, omdat het geheele
koor neus- en keelaandoeningen had. Het
ergste was dat het intusschcn nog niemand
gelukt was de ziekte te bestrijden. Weliswaar
werden schuchtere pogingen gedaan met
kamfer en andere medicamenten om de aan
vallen af te slaan en er weerstand tegen te
bieden, maar het had weinig of geen resul
taat. In November 1676 schreef een vreemde
ling die door de Fransche hoofdstad trok:
„Op 7 Maart werden wij overvallen door een
lichte koorts, die een gevolg was van een
soort verkoudheid, die hier heerscht. In veer
tien dagen hebben de apothekers hun voorrad
den siroop, kandijsuiker cn drop van een ge
heel ajar, verbruikt". De ongesteldheid ver
spreidde zich zoo algemeen dat men van een
modekwaal sprak. Eerst in 1776, dus honderd
jaar later, komt het. woord „griep" voor. In
dat jaar heerschte de ziekte met groote he
vigheid, de winter was niet streng, maar
buitengewoon nat.
In Frankrijk ontstond de naam „griep", die
aanduidt, dat de ziekte iemand plotseling
aangrijpt, overrompelt als het ware. Afdoen
de middelen vond men er niet tegen; de
voornaamste bestrijder was het weer, n.1. de
droge koude. Zoodra het begon te vriezen,
verdween de griep allengs en nieuwe geval
len kwamen niet voor.
Toch konden in de 18e eeuw de spotters
niet nalaten de humor van het geval te
zien en een satvriek tooneelstuk „De Griep"
werd overal vertoond en ondervond overal
de grootste belangstelling. Tegen het einde
van de 19e eeuw, nadat het woord „influ
enza" in zwang was gekomen, bestond ep
zelfs een bekend spotliedje: „Tout le monde
1'a tout le monde 1'a rinfluenza!" dat overal
werd gezongen.
In den winter van 1889 heeft de griep
ernstig in ons land huisgehouden. Met on
rustbarende snelheid werd stad na stad
aangetast; duizenden werden op het ziek
bed geworpen en de doctoren stonden door-
gaan's machteloos. Ditmaal openbaarde de
griep zich als een ernstige infectieziekte
met allerlei bijziekten en he thing voorna
melijk van het gesternte van den patiënt
af, in hoeverre hij de ziekte te boven kwam
Spoedig werd de verwekker van de influ
enza microscopisch ontdekt als een kleine
staafvormige bacil, die bijzonder besmette
lijk was. Waar kinderen en jeugdige perso
nen meer de algemeene ziekteverschijnselen
vertoonen bij influenza, tast de ziekte bij
ouderen meestal een der organen aan, heel
vaak de longen.
Bijna altijd openbaart de griep zich enkele
dagen van te voren door een algemeen „on
lekker voelen" een groote loomheid in de
beenen en het verdwijnen van de eetlust.
Twee of drie dagen later stijgt de tempera
tuur, meestal tot 40 gr. er ontstaat door
gaans pijn bij de oogen, in de ledematen en
vooral in de spieren. Daarbij komen dan
nog de bekende verkoudheidsverschijnselen,
hoest x slijmvliesontsteking. Aldoende en
algemeene middelen tegen de griep kan
men zonder meer niet noemen, ieder geval
is individueel en zoodra de eerste verschijn
selen zich openbaren, doet men het beste
zich niet meer aan de invloeden van het
weer bloot te stellen en onder de wol te
gaan. Gebeurt dit tijdig dan is de ziekte
meestal na enkele dagen voorbij en moet de
patiënt, bij het weer naar buiten begeven
natuurlijk dubbel voorzichtig zijn en zich
zoo afdoend mogelijk beschermen.
Griep is een lastige ziekte die hoofdzake
lijk in overgangstijdperken en in het bijzon
der van herfst naar winter voorkomt; het
echte kwakkelweer is de voornaamste ver
oorzaker van deze ziekte en het is daarom
alleen al dat het droge, vries-koude heel
wat meer te waardeeren valt dan hot zgn.
zachtere weer dat zooveel erger gevolgen
met zich kanx meebrengen, iets dat wij in
ons land regelmatig ondervinden.
Welke eischen stelt Scotland YarcU
Londen (V.P.B.) Scotland Yard, het be
roemde Engelsche politieapparaat, gelooft
aan het nut van vrouwelijke hulp in den
strijd tegen de onderwereld. Juist op dit
gebied streeft men er naar de vrouwen een
grooter aandeel in het gevaarlijke werk te
geven en het is interessant, dat naar de ze
ventig plaatsen, die er vacant zijn, niet min
der dan ongeveer 1100 dames gesolliciteerd
hebben. Scotland Yard heeft tot cisch ge
steld, dat de dames moeten voldoen aan de
navolgende eischen:
Ouderdom: tusschen 24 en 35 jaar; on
gehuwd; goede tanden, goede oogen en
goede ooren; lengte minstens 165 cm, prettig
karakter; sympathieke verschijning; goed
opgevoed en goed geluimd Volgens de mee
ning van Scotland Yard zijn voor dit beroep
in liet bijzonder onderwijzeressen, kinder-
verpleegstcrs en vroegere studenten geschikt
Op liet oogenblik zijn er reeds 20 vrouwelij
ke detectives en 3 inspcctrices bij Scotland
\arcl werkzaam De salarissen zijn vrij hoog
een gewone agente verdient f 35.- een serge
ante f 45.- en een inspectrice f 65 per
week.