Anna Paulownapolder. Grieptijd! De ideale vrouwelijke detective Openbare vergadering van Hoofdingelan den van den Anna Paulownapolder op Za terdag 2 Januari 1937, des voorin, te 11 uur in het Polderhuis. Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans, Dijkgraaf en secretaris de heer C. Keijzer. Tegenwoordig alle Heemraden, terwijl van de Hoofdingelanden afwezig zijn de heer A. van den Berg, wegens verminde ring, de heeren Van Stipriaan, Tijsen en Zoete, wegens ongesteldheid en de heer Lubbert, vermoedelijk wegens afwezigheid. De Voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom. Nu de vergadering zoo kort na de jaarwisseling plaats heeft, biedt hij de leden en hun gezinnen zijne beste wenschen aan. Hij spreekt verder de hoop uit, dat de algemeene toestand, die wel eenige verbetering op sommige punten vertoont, blijvend en in beteekenis vooruit mag gaan en dat de polder en allen die daar zijn, hiervan een billijk voordeel genieten zullen. Hij wenscht dat in het algemeen, doch voor de aanwezigen en de hunnen in het bijzonder. Het zou wel heerlijk zijn, wan neer de vreugde in ons Vorstelijk Gezin, waarin zoo algemeen in den lande wordt deelgenomen, zou inluiden een verbetering van den algemeenen toestand in ons va derland. Hij stelt voor bewijs van onze deelneming in die vreugde te betoonen door het ver zenden van gelukstelegrammen aan het Vorstelijk Bruidspaar en aan Hare Majesteit de Koningin. Met instemming wordt hiertoe besloten. Bij de kennisgeving van verhindering heeft de heer Van Stipriaan tevens gevoegd de wensch van een gelukkig nieuwjaar. Dit laatste wenschen wij, zegt de Voorzitter, we- derkeerig en gaarne ook onze afwezige be stuursleden toe, waarbij wij de hoop uitspre ken dat zij, die ongesteld zijn, spoedig en vol ledig hunne gezondheid mogen henvinnen. De notulen van de vorige vergadering wor den hierna gelezen en met dank aan den secretaris vastgesteld. Medegedeeld wordt, dat door het Dage- lijksch Bestuur een verzoek is gezonden aan Ged. Staten om te bevorderen dat de dooi den polder te betalen bijdrage aan het Hoogheemraadschap Noordhollands Noor derkwartier volgens staat A verlaagd wordt. Lr blijkt uit ,dat de polder in de laatste 5 jaren gemiddeld f 3400 per jaar meer heeft betaald dan het bedrag hetwelk het Hoogh. heeft uitgegeven voor werken welke van den polder zijn overgenomen. Een afschrift van het verzoek is aan het Hoogheemraad schap, verzonden met verzoek daaraan ad- haesie te willen betuigen,. De mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Het Dagelijksch Bestuur stelt voor over te gaan tot conversie der geldleening gesloten in 1913, op 15 Febr. a.s., per resto bedragen de f18000 en van de geldleening in 1930 gesloten, per resto f72000 bedragende. De Voorzitter deelt mede, dat de Nuts- spaarbank te Alkmaar bereid is eerstge noemde leening te verstrekken tegen 3.875 en dat het Indisch Pensioenfonds, waarbij laatstgenoemde leening loopt, bereid is eene nieuwe lecning tot aflossing van de bestaan de te sluiten tegen 4 De percentages waartegen de leeningen thans loopen bedra gen respectievelijk en 4^, terwijl de looptijd is resp. 9 en 24 jaren. Meerdere leeningen komen niet voor con versie in aanmerking, omdat deze nog slechts kort geleden gesloten zijn en bedon gen is dat conversie gedurende de eerste 5 jaren is uitgesloten. De heer Van Balen Blanken vindt de ver laging van 4 'A tot niet van zoo groote beteekenis. Bij hem rijst de vraag of het gunstige moment voor conversie reeds is be reikt en of het niet beter is het nog een jaar aan te zier,. De voorzitter zegt dat indien handel en industrie opleven en van die zijde ook weer een beroep wordt gedaan op de geldmarkt er licht weer neiging tot verhooging van den rentestandaard zal komen. Onwillekeu rig kijkt men naar leeningen die tegen zijn gesloten, doch daarbij wordt uit het oog verloren dat deze meestal beneden pari worden gesloten en dat die leeningen verhandelbaar zijn. De polder is aangewe zen op lichamen die dc gelden blijvend, d. w.z. gedurende den geheelen looptijd kun nen missen. Om die redenen kan de polder nimmer leenen op dezelfde voorwaarden als b.v. het Rijk of een groote gemeente. eenmaal beroepshalve was, mij nog niet aan een vrouw binden, hoewel al mijn innerlijke wenschen in tegenspraak waren. De voorbe reidingen voor dit onverwacht en onvoorzien verschijnsel zou myn gedachten verstrooien, mijn wenschen terughouden, zouden mijn on rust en mijn onzekerheid meer kracht geven om over het laatste afscheid heen te stappen en zooals ik toen beweerde gevaarlyke uren lichter maken. Toen Nancy mij dus nog eens vroeg: Reist ge met hen mee? Toen bedacht ik mij niet langer en ant woordde: In ieder geval ga ik morgenvroeg naar Spurling en hem er over spreken. Wij liepen een paar passen door. Nancy zweeg. Zy dacht aan iets. Dat kon ik duidelijk zien. Was zich misschien óók thans voor het eerst bewust geworden, dat de scheiding daar door onafwendbaar was en dan nog wel op een dag, die Spurling aanwijzen zou. Plotseling wendde zij zich tot mij. Zij bleef staan. Zij keek mij vast in de oogen. Haar stem, waaraan ze tevergeefs poogde een vasten klank te geven, beefde van emotie, toen zy langzaam maar duidelijk sprak: En ik ga ook mee. Een schok voer mij door het hart. Ik zag nog niet eens het gewaagde van een dergelijke situatie, nog niet eens den stroom van ge klets, die in Gibraltar losbreken zou. Ik zag alleen dat hierdoor met een slag al mijn goede voornemens-over afscheid en zoo, ov?r boord geworpen werden, dat dit tijdstip alleen maar een paar dagen, die noodzake lijkerwijze alleen maar een beproeving voor onze harten zouden beteekenen, verschoven werd. De heer Wilms vraagt of conversie der leeningen te allen tijde mogelijk is waarop de voorzitter bevestigend antwoordt. De heer Stammes gevoelt er ook voor om nog eenigen tijd te wachten. De voorzitter wijst er op dat het moei lijk zal zijn precies het juiste tijdstip te kiezen. Het voorstel van het Dagelijksch bestuur wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Van het P.E.N. is een verzoek ingekomen om uitgifte in erfpacht van een terreintje op den berm van den Van Ewijcksvaartweg nabij den Kleiweg, voor den bouw van een transformatorhuisje. Met den Rijkswater staat is overleg gepleegd in verband met overname van dezen weg in de toekomst en daar werd de wensch te kennen gegeven dat het gebouwtje zou blijven 10 M. uit de beharding van den weg. Met dezen wensch is rekening gehouden, doch nu vraagt het P.E.N. het geheele terrein gele gen tusschen het gebouwtje en den weg, wat bij de overdracht van den weg moeilijk heden kan opleveren. Het Dagelijksch Be stuur heeft daarom geschreven daartegen bezwaar te hebben en slechts dat gedeelte wil overdragen hetwelk niet bestemd is als weg te worden gebruikt. Het Dag. Bestuur stelt daarom voor een kleiner.terrein, waar van de grootte nader zal worden bepaald in erfpacht uit te geven, tegen de gebruike lijke vergoeding en op de gebruikelijke voor waarden. Hiertoe wordt besloten. Het comité hetwelk in deze gemeente ge vormd is voor dc feestelijkheden in verband met het vorstelijk huwelijk heeft het voor nemen een boom te planten op het punt LANGENDIJK Te Broek op Langendijk is overleden de heer C. Slot, die een aantal jaren keur meester was bij de veiling van de Langen- dijker Groentencentrale. In het leven der tuindersorganisaties stond hij vaak vooraan, waar het betrof misstanden te hekelen of in het belang van den vooruitgang op ve lerlei gebied, den tuinbouw betreffendë, werkzaam te zijn. Bij den aanvang der veiling te Broek op Langendijk heeft de veilingleider, de heer S. de Boer, den nieuw benoemden betaal meester bij de kooplieden en aanvoerders ingeleid. Hij sprak op dezen eersten veilings dag van 1937 den wensch uit, dat de samen werking een aangename zal zijn. Waar de heer Pastoor reeds gedurende verscheidene jaren op het Betaalkantoor werkzaam was, is hij geen onbekende voor beide partijen en wordt, niet aan een goede samenwerking ge twijfeld. De minimumprijs van de roode kool is van f 1.— op f 1.40 gebracht, die van de gele van f 1.— op f 1.20 en van de Deenschè witte van 80 cent op fl.Deze verhooging was meer dan noodig en het is te hopen, dat de ze minimumprijzen weer spoedig worden ver hoogd. Er zijn hier buitengewoon veel zieke menschen. De griep heerscht hier n.1, in vrij lievige mate. Gelukkig is' de ziekte niet van ernstigen aard. De maximumprijzen van naar Duitsch- land te exporteeren roode kool is f3.50, die van gele op f3.en die van witte op f2.50 gesteld. Als er nu maar veel wordt ge vraagd. De doorgedraaide sluitkool mag niet meer uit de hand worden verkocht. Die kool moet n.1. als veevoeder worden geveild en de prijs mag niet beneden de 20 cent per 100 K.p. dalen. Kanarie-fokkers. Aan den Langendijk zijn een aantal ama teur-kanariefokkers, die naar men ons me dedeelt, plannen koesteren, om aan den Lan gendijk een vereeniging van beoefenaren dezer edele sport te stichten. De heer P. Mo lenaar Lz. zal gaarne de gewcnschte inlich tingen verstrekken. BROEK OP LANGENDIJK. Concert „De Lofstem". Door het Chr. Mannenkoor „De Lofstem" werd een uitvoering gegeven in de Ncd. Herv. Kerk. Medewerking verleenden K. Wagenaar (orgel) en Toon van 't Riet (te nor). Waar liet koor onder de bekwame lei ding van dien heer Paul Kok zich reeds een goeden naam heeft verworven, zoo.vcl hier als elders, heeft het ook nu weer ge- Maar wat moest er dan gebeuren in Ge nua? In een vreemde stad? Deze vragen vervulden mij op dit oogen- blik met een grooten angst en met een groot geluk. Mijn tegenspraak was daardoor ook zwak. Maar Nancy, bedenk u toch wat wilt ge doen op dat schip? Zij zag het net zoo goed, dat mijn tegen stand zeer zwak \yas. Haar besluit stond des te meer vast. Nu wil ik met deze menschen omgaan, ik wil met ze spreken. Ik zei: Nancy, Nancy, ge kent het schip niet. Ge weet niet wat het beteekent, op dit wrak ook slechts een halven dag te moeten leven, te ademen. Dat is me hetzelfde. Ik zou op het aller ergste zijn voorbereid. En het andere, Nancy. Neen, als gij mee gaat, moet ik aan land blijven. Gy waarom? Omdat ze ons niet samen op zoo'n avontuur mogen aantreffen. En denkt ge dat wanneer ik alleen on der deze zeelui verkeer, ze in Gibraltar milder zullen oordeelen? Zij had gelijk. Maar uw vader. Vader zal willen, wat ik wil. Ik doe het toch voor hem. Ik wist maar al te goed, dat deze laatste zin maar betrekkelijke waarde bezat. Zeker, het was natuurlijk ook eensdeels schaamte over de nederlaag van haar vader, die haar tot dit avontuurlijke plan dreef. Maai bij haar was het evengoed ook de vrees voor een afscheid, de brandende wensch, het uur van afscheid als was het maar voor een paar dagen op te schuiven. En dat was het waar de Zwarteweg de W. Zandvaartsweg verlaat! De Voorzitter heeft met enkele le den van het comité de plaats voor dien boom uitgezocht. aDe ter plaatse staande lantaarn zal van gemeentewege worden ver plaatst. De boom zal komen tusschen de mu ziektent en dc verplaatste lantaarn. Ten behoeve van den boom zal de grond over een oppervlakte met een middellijn van 6 meter los gemaakt worden en dit terrein zal door liet comité van een solide en vol doende afrastering worden voorzien. De be doeling is nu dat de polder de boom en afrastering overneemt en verder onderhoudt De Voorzitter stelt voor tot die overneming lè besluiten, welk voorstel zonder hoofdelij ke stemming wordt aangenomen. Bij de hierop gevolgde rondvraag infor meert de heer Schilderman of het Dage lijksch Bestuur spoedig overgaat tot ver huur van het grasgewas. Er zijn enkele huurders, die gaarne zekerheid willen heb ben met het oog op de bemesting. De Voorzitter zegt dat het Dag. Bestuur heeft besloten tot verhuur aan dezelfde ver huurders (met een enkele uitzondering) te gen dezelfde prijzen. De secretaris heeft door de vele drukte ook in andere func- tie's nog geen gelegenheid gehad de nieuwe huurovereenkomst voor te bereiden. De heer Van Balen Blanken vraagt of de verlichting van het Polderhuis geschiedt op kosten van den polder of van den Dijk graaf. Als hij verneemt dat dit geschiedt op kosten van den Dijkgraaf brengt hij hem hiervoor hulde en hartelijk dank. Hij vindt deze geste prachtig. Teekenen van instemming. De vergadering wordt vervolgens gesloten toond tot iets groots in staat te zijn. Behalve een kleine uitzondering, was de weergave van een 8-tal nummers zeer mooi te noemen. Vooral was dit het geval met „Mijn taal" van L. Mens en „Gute Nacht' van Greimers. Ter afwisseling was voor deze gelegen heid Mej. M. Verhagen (alt) te Laren ge ëngageerd. Telegrafisch was echter bericht binnen gekomen, dat ze door ziekte was verhinderd, zoodat in haar plaats optrad het koorlid Toon van 't Riet, die op voor treffelijke wijze heeft medegewerkt tot het welslagen van dezen avond. Evonzoo was dit het geval met den orge list Klaas Wagenaar. wiens kunnen meer malen door ons is vermeld. Op verzoek werd nog toegezongen „Beati Mortui" van F. Mendélssohn. Deze kunstvolle avond werd door Ds. Van Baaien op de gebruikelijke wijze geopend en gesloten. ZUIDSCHARWOUDE. Men deelt ons mee, dat het Werkfonds geen medewerkipg zal verleenen aan het verzoek van den Raad van Zuidscharwoude om over het nieuwe kanaal bij de Lange Balk een rijbrug te leggen en tevens de daar op aansluitende wegen op te hoogen in over eenstemming met de hellingen van de brug. Met een en ander zou over de 2_ ton ge moeid zijn, wat een te groot bedrag is in ver houding tot het belang, dat er bij betrok ken is. De heer Jb. Berkhout vierde gisteren zijn 40-jarig jubileum als Kerkvoogd bij de Ned. Herv. Kerk. Gedurende 38 jaar heeft hij te vens de administratie gevoérd. Thans is de heer Berkhout voornemens, wegens gevor derden leeftijd als zoodanig te bedanken. ST. PANCRAS. Alhier werd Oudejaarsavond een rijwiel, dat onbeheerd buiten stond, ontvreemd. Zou liet Oudejaar soms op dit karretje verdwenen zijn? W1ER1NGERMEER De voetbalwedstrijd Flevo IBerkhout I ging niet door. DE EERSTE. In verband met de Vorstelijke Huwelijks feesten heeft de firma Nipshagcn een mooie verlichting aangebracht. Godachtig aan het spreekwoord: Wanneer een schaap over den dam is volgen er meer, willen we aanne men, dat er spoedig meerdere illuminaties zullen volgen. ZURE 'T ZAND. Bij den heer J. van Beusekom bracht een schaap 2 lammeren, wat gezien de tijd» van het jaar wel iets bijzonders mag worden genoemd. ook, wat mij zwak maakte, wat mij dezen tocht plotseling in een nieuw licht, ja zelfs in een^jchoonen glans tooverde: nog eenmaal acht dagen elk alleen met Nancy bij zwel lende zeilen, op een zilveren zee, onder den prachtigen sterrenhemel. Ik zou beslist de om geving vergeten, waarin wij ons bevonden, het doel, de eigenlijke oorzaak van deze reis. Ik droomde van deze vaart als van een eindeloos geluk. En dit alles bij elkaar, deed mij per slot „ja" zeggen, toen Nancy mij vroeg of ik den volgenden morgen op haar wachten wilde om met mij mee naar Spurling te gaan. Deze 24e Januari was weer een der heldere, bijna zomersche winterdagen, die reeds eiken geur der komende Lente bij zich hebben. Wij hadden elkaar op de markt ontmoet en liepen nu over den steiger. Voor ons het beeld van de oude haven, de bocht van Algeciras en scherp geteekende Spaansche kust. Rechts in de haven dobberde nog steeds alleen en ge meden de „Betty Bonn". Daarvoor verhief zich de „Frisco" achter een stapel zakken. Maar ik geloof dat wij niet veel van dit alles zagen. In ons beiden was de spanning der komende scheiding. Wij keken elkaar niet aan. Wij spraken nauwelijks een woord met elkaar, alleen om elkaar niet te laten merken, wat in ons om- ging- Misschien gevoelden wij beiden al zoo iets van schaamte, omdat wij aan onze innigste wenschen zoo gemakkelijk toegegeven hadden Maar we konden niet meer terug. De een voor de andere niet. Zoo kwamen wij aan boord van de „Frisco". Hier ging alles veel eenvoudiger, dan ik mij voorgesteld had. Spurling kwam ons zeer beleefd tegemoet, toen wij de trap naar de kajuit afgingen, en GEVOLG VAN KWAKKELWINTERS. Ongure mistdagen, afgewisseld door hagel of regen, kenmerken den tijd van het oogenblik. Het noodlottige gevolg van de onbe stendigheden van het weer is niet uitgebleven; alom kotpen gevallen van griep voor. Dat de geschiedenis sedert lang griep- perioden kende, is uit eeuwen oude archieven gebleken. Griep en verkoudheid in min of meer ern stige mate zijn im ons land geen onbekende Wij zijn er bij de voortdurende wisselingen van ons onbestendige klimaat al aan gewend regelmatig griep-patiënten in onze directe omgeving te zien; verkoudheden vinden wij zelfs heel normaal en de meesten onzer ma ken steevast een langere of kortere verkoud- heidsperiode mee. In deze dagen echter nu wij dagelijks de meest grillige weersveranderingen meema ken, nu een dag van vorst gevolgd wordt door een regendag, hagel en sneeuw afwis selen met mist en wij ons eigenlijk door geen afdoende kleeding wapenen kunnen tegen de invloeden van deze steeds wisselende weersgesteldheden, heeft de griep een mee- doogenlooze verspreiding vertoond en grijpt overal om zich heen, in bijkans elk gezin slachtoffers makend. Wie geneigd zou zijn ^e denken, dat griep epidemieën een verschijnsel vormen van den modernen tijd, vergist zich; onze voorvade ren hadden er voortdurend mee te kampen, waarbij zij dan nog veelal de moderne ont- smettings- en antigriepmiddelen, die wij kennen moesten onberen. En al was de latere naam „influenza" nog niet uitgevon den, de griep zelf is ouder dan de man die BARS1NGERH0RN Burgerlijke Stand. Geboren: IJda Wilhelmina, dochter van Johannes Cornelis Mulder en van Elisabeth van Duin; Catharina Johanna, dochter van Jan van der Werf en van Johanna Holema; Pieter, zoon van Pieter Zwakman en van Guurtje Dekker; Janna Helena, dochter van Cornelis Kempe en van Anthonia Hame link; Gerrit Fedde, zoon van Pieter van der Zee en van Grietjen de Ruiter; Trijntje, dochter van Pieter Meijer en van Aaltje van Polen; Adrianus. zoon van Adrianus van Alteren en van Hendrikje van der Klok. Ondertrouwd: Jan Koster, oud 23 jaren, landarbeider, wonende te Winkel en Maria Cornclia Glerum, oud 18 jaren, zonder be roep, wonende te Barsingerhorn; Oskar Ku- haupt, oud 32 jaren, metselaar, wonende te Barsingerhorn en- Frieda Kalinsky, oud 31 jaren, zonder beroep, wonende te Keu len. Getrouwd: Jan Koster en Maria Cornelia Glerum. Overleden: Pieter Rempt, oud 59 jaren. Ingekomen: Mej. S. Cohn, E. J. Gold- sohmidt, Mej. H. Grau, Mej. E. Hanauer; M. Hirsch, S. Kahn, H. H. E. Kalb, Mej. E. Kaufmann, A. Levy, F. Löwensteih, Mej. M. Marx, Mej. M. Mühlfelder, F. Rosenberger, H. Salomon, H. Silberstein, R. Sternberg, H. Unna, A. Wringlowitz allen uit Duitsch- land naar werkdorp Stichting Joodsche Ar beid te Nieuwesluis; K. van Hoorn en ge zin van 's-Hertogenbosch naar Kolhorn, ark G. Nierop van Diepenheim naar Barsinger horn, A 39. Vertrokken: F. Baerwald en echtg. naar Nd. Amerika; H. Löwenberg, R. Weile, A. Hirsch naar Amsterdam, Prins Hendrikkade 124; F. Lissauer, F. Pollak naar Argentië; W. Nathan, L. Elsas, W. Cahn naar Zuid Afrika; F. Kramer naar Amsterdam, Zuh der Amstellaan 270; A. Michel naar buiten land; Mej. T. A. Baan naar Wieringen, den Oever, Dijkstr. 8; A. J. Damen en gezin naar Den Helder, Spoorstr. 37; J. Leistra naar Broek op Langendijk, a. b. „Trio"; M. J. Schwabacher naar Schoonhoven, Koestr. 134a; D. Fijnheer naar Winkel, Lutjewin kel; G de Heer naar Oterleek, Stompetoren Noordervaart; Mej. J van der Heide naar Wieringerwaard, Westfr.dijk C 34; H. Toes naar Zijpe, Schagerbrug F 96a. zoo bleef hij gedurende ons heele gesprek. Spurling zei niet veel. Dit liet hij aan den stuurman over, dien hij er bij geroepen had. Maar over zyn heele we zen lag een bijna mild verdriet. De scherpte van zijn stem en van zijn zin nen was gebroken, niet omdat hij in onze voelde ik duidelijk, het kwam van binnen uit. tegenwoordigheid het niet durfde, maar dit De opheffing van het onderzoek en van het bergloon scheen niet alleen een zware druk van hem te hebben afgenomen, waaronder hy tot op heden geleefd had, maar waarschijn lijk had hij hierin ook een genoegdoening ge vonden, die zijn zelfbewustzijn gesterkt had. Het weinige, dat hij zei: was helder en zeker. Hij deed geën oogenblik verwonderd of opgewonden» over Nancy's wensch om mee te varen, ja, hy behandelde haar zelfs met een ietwat hoekige, vaderlijke hoffelijkheid. Crane sprak natuurlijk des te meer. Maar daar Spurling van te voren reeds geen enkele bedenking geopperd had en den stuurman alles overliet, was er natuurlijk niets voor hem recht te praten. Hij zou zijn hut vrij maken voor Nancy en bij de bemanning gaan wonen. Voor mij wilde hij een opklapbaar bed in de kajuit opslaan. Dat zou aiatuurlijk niet zoo gemakkelijk zijn, vooral bij hooge zee niet, maar bij dit mooie Januariweer en een gunstigen wind rekende Crane hoogstens een dag of vier zeilen. Ook over den prijs waren wij het direct eens want het was eenvoudig belachelijk in vergelijk met den prijs van welke stoomboot dan ook. Ik betaalde wat verlangd werd en nam mij in stilte voor, de fooien niet te sparen. Wordt vervolgd. deze naam voor het eerst gebruikte. In het bijzonder in de kwakkelwinters, die men vroeger even veelvuldig kende als wij tegen woordig, ontstonden ware griep-epidemieëru Een oude Fransche kroniek van 1239 vertelt ons van een Decembermaand, waarin het weer regenachtig was en zacht en waarin de Seine in een dikke mist werd gehuld. De geheele bevolking van Parijs liep hoestend! en niezend door de stad en de geneesheereni kenden een abnormale drukte en konden het niet af Met groote nauwkeurigheid heefti Parijs haar griepperiodes geboekstaafd, en zij zijn buitengewoon talrijk. De bekende griffier van het Gerechtshof Nicolaas de Baye maakt in zijn rapporten van 1404 en 1414 melding van een groot aantal griepgevallen onder de wetgevers van het land. In 1404 werden alle advocaten en rechters min of meer ernstig verkouden en tijdens de rechtzittingen en pleidooien werd er zoo verschrikkelijk gehoest, dat de griffier ternauwernood in staat was al het gesprokene nauwkeurig te volgen en op te teekenen. Tien jaar later ontstond op nieuw een allerhevigste griep-epidemie. Op Maandag den 5en Maart kon er niet ge pleit worden, aldus De Baye. „Zelf heb ik dezen nacht niet kunnen slapen" voegt hij en aan toe „ik werd gekweld door hevige hoofdpijn, pijn in mijn beenen, schouders en heupen". Drie weken lang duurde de griepplaag ditmaal. In 1407 werd Parijs nog maals overstroomd door een gricp-golf. In 1510 gebeurde het, dat men afzag van het zingen der missen, omdat het geheele koor neus- en keelaandoeningen had. Het ergste was dat het intusschcn nog niemand gelukt was de ziekte te bestrijden. Weliswaar werden schuchtere pogingen gedaan met kamfer en andere medicamenten om de aan vallen af te slaan en er weerstand tegen te bieden, maar het had weinig of geen resul taat. In November 1676 schreef een vreemde ling die door de Fransche hoofdstad trok: „Op 7 Maart werden wij overvallen door een lichte koorts, die een gevolg was van een soort verkoudheid, die hier heerscht. In veer tien dagen hebben de apothekers hun voorrad den siroop, kandijsuiker cn drop van een ge heel ajar, verbruikt". De ongesteldheid ver spreidde zich zoo algemeen dat men van een modekwaal sprak. Eerst in 1776, dus honderd jaar later, komt het. woord „griep" voor. In dat jaar heerschte de ziekte met groote he vigheid, de winter was niet streng, maar buitengewoon nat. In Frankrijk ontstond de naam „griep", die aanduidt, dat de ziekte iemand plotseling aangrijpt, overrompelt als het ware. Afdoen de middelen vond men er niet tegen; de voornaamste bestrijder was het weer, n.1. de droge koude. Zoodra het begon te vriezen, verdween de griep allengs en nieuwe geval len kwamen niet voor. Toch konden in de 18e eeuw de spotters niet nalaten de humor van het geval te zien en een satvriek tooneelstuk „De Griep" werd overal vertoond en ondervond overal de grootste belangstelling. Tegen het einde van de 19e eeuw, nadat het woord „influ enza" in zwang was gekomen, bestond ep zelfs een bekend spotliedje: „Tout le monde 1'a tout le monde 1'a rinfluenza!" dat overal werd gezongen. In den winter van 1889 heeft de griep ernstig in ons land huisgehouden. Met on rustbarende snelheid werd stad na stad aangetast; duizenden werden op het ziek bed geworpen en de doctoren stonden door- gaan's machteloos. Ditmaal openbaarde de griep zich als een ernstige infectieziekte met allerlei bijziekten en he thing voorna melijk van het gesternte van den patiënt af, in hoeverre hij de ziekte te boven kwam Spoedig werd de verwekker van de influ enza microscopisch ontdekt als een kleine staafvormige bacil, die bijzonder besmette lijk was. Waar kinderen en jeugdige perso nen meer de algemeene ziekteverschijnselen vertoonen bij influenza, tast de ziekte bij ouderen meestal een der organen aan, heel vaak de longen. Bijna altijd openbaart de griep zich enkele dagen van te voren door een algemeen „on lekker voelen" een groote loomheid in de beenen en het verdwijnen van de eetlust. Twee of drie dagen later stijgt de tempera tuur, meestal tot 40 gr. er ontstaat door gaans pijn bij de oogen, in de ledematen en vooral in de spieren. Daarbij komen dan nog de bekende verkoudheidsverschijnselen, hoest x slijmvliesontsteking. Aldoende en algemeene middelen tegen de griep kan men zonder meer niet noemen, ieder geval is individueel en zoodra de eerste verschijn selen zich openbaren, doet men het beste zich niet meer aan de invloeden van het weer bloot te stellen en onder de wol te gaan. Gebeurt dit tijdig dan is de ziekte meestal na enkele dagen voorbij en moet de patiënt, bij het weer naar buiten begeven natuurlijk dubbel voorzichtig zijn en zich zoo afdoend mogelijk beschermen. Griep is een lastige ziekte die hoofdzake lijk in overgangstijdperken en in het bijzon der van herfst naar winter voorkomt; het echte kwakkelweer is de voornaamste ver oorzaker van deze ziekte en het is daarom alleen al dat het droge, vries-koude heel wat meer te waardeeren valt dan hot zgn. zachtere weer dat zooveel erger gevolgen met zich kanx meebrengen, iets dat wij in ons land regelmatig ondervinden. Welke eischen stelt Scotland YarcU Londen (V.P.B.) Scotland Yard, het be roemde Engelsche politieapparaat, gelooft aan het nut van vrouwelijke hulp in den strijd tegen de onderwereld. Juist op dit gebied streeft men er naar de vrouwen een grooter aandeel in het gevaarlijke werk te geven en het is interessant, dat naar de ze ventig plaatsen, die er vacant zijn, niet min der dan ongeveer 1100 dames gesolliciteerd hebben. Scotland Yard heeft tot cisch ge steld, dat de dames moeten voldoen aan de navolgende eischen: Ouderdom: tusschen 24 en 35 jaar; on gehuwd; goede tanden, goede oogen en goede ooren; lengte minstens 165 cm, prettig karakter; sympathieke verschijning; goed opgevoed en goed geluimd Volgens de mee ning van Scotland Yard zijn voor dit beroep in liet bijzonder onderwijzeressen, kinder- verpleegstcrs en vroegere studenten geschikt Op liet oogenblik zijn er reeds 20 vrouwelij ke detectives en 3 inspcctrices bij Scotland \arcl werkzaam De salarissen zijn vrij hoog een gewone agente verdient f 35.- een serge ante f 45.- en een inspectrice f 65 per week.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7