Turnkring HIK. OMGEVING-NIEUWS L*T+B* vergadert Uit Bergen dïsof-figuur van een rechtbank verslaggever. •eachte Redactie, q uw blad van 6 Jan. j.I. komt een ver- slg voor van cle z.g. beleedigingszaak, door di Blok te Bergen tegen mij aanhangig ge makt. •"eitelijk kan van een verslag niet worden gtproken. De inhoud van dat verhaaltje is grotendeels fantasie en daarbij voor mij zer grievend, dat ik er geen genoegen mee kn nemen. Wie de steller van dat fraais is, is mij niet Uk end. Als men echter op z'n schrijverij a gaat misschien zou ik beter, kunnen sreken van gescheld rijst het vermoeden, dt iemand aan het woord is, die de gelegen- fcid heeft aangegrepen en z'n grieven tegen odergeteekende eens te luchten, in plaats Tin een objectief verslaggever. En wil hier- <ider zijn verschillende onjuistheden ach- ireenvolgens opsommen, om ze daarna in ezelfde volgorde recht te zetten. 1. In den aanvang wordt de voorstelling jsgeven, als zou een onjuist bericht in de Jchager Courant mij hebben beïnvloed. 2. Dan word ik een sigarenmaker zonder netier genoemd, die ook al niet van weelde anuit Alkmaar de wijk had genomen naar Jergen. 3. Vervolgens werd ik voorgesteld als èmand, die altijd al aan politiek heeft ge- taan en nu aangewezen is, als voorzitter ;an ontevreden werkloozen. 4. Ik zou een voor dr. Blok compromitee- •end nieuwtje met ware wellust hebben ge- anceerd. 5. Ik zou van mijn geheele verdediging ïiets terecht hebben gebracht, omdat het jeheele geval met den patiënt, zooals het loor mij was voorgesteld, van a— z gelogen :ou zijn. Ad. 1. Het betreft hier geen bericht uit Ie „Schager Courant", doch uit het „Volks blad". De trap aan het adres van den correspon- ient der Schager Courant is dus geheel ten mrechte. Ad. 2. Het is een grove leugen, dat ik een sigarenmaker zonder metier ben. Wanneer le verslaggever de moeite zou willen nemen ïven ten mijnent te komen, dan kan hij zich bvertuigen, dat ik reeds geruimen tijd voor 3igen rekening werk. Mijn leven lang heb ik mijn eigen brood verdiend en nimmer een cent steun genoten, van wien dan ook. De uitlating, dat ik ook al niet van weel de van Alkmaar de wijk heb genomen naar Bergen, acht ik zoo grof en zoo beneden peil, dat ik hierop niet in ga. Dit is geen taal van iemand, die prijs stelt op den naam van fatsoenlijk man. Ad. 3. Wat mijn aan politiek doen betreft, ik heb nimmer minder, doch ook nooit meer aan politiek gedaan, dan de doorsnee geor ganiseerd werkman, wat zeker mijn goed recht is. Dan, dat ik voorzitter zou zijn van een protestcomité van „ontevreden werkloozen", deze opmerking vereischt eenige toelichting. Blijkens den verslaggever bestaan er ook tevreden werkloozen". Misschien wil hij mededeelen, waar die bovennatuurlijke wezens worden aangetrof fen. Ad. 4. Waaruit concludeert de verslagge ver, dat ik met „ware wellust" een nieuw tje heb gelanceerd? Vermoedelijk is deze insinuatie, evenals de andere, hier vóór genoemd, maar zoo uit de lucht gegrepen. Ze paste bepaald zoo mooi in zijn romannetje. Ad. 5. Afgezien van alles, is het een vast staand feit, dat de patiënt nadat hij door dr. Blok was onderzocht bewusteloos in het duin heeft gelegen. Zijn toestand was van dien aard, dat de „ontevreden werkloozen" botje bij botje heb ben gedaan om een auto te kunnen beta len, die den man naar Haarlem bracht. De opzichter bij de werkverschaffing achtte zich onder doktersverklaring niet gerechtigd dit vervoer op 's Rijks kosten te doen geschieden. Dit heb ik goed doen uitkomen in mijn betoog. Mocht ik onverhoopt toch nog op een be paald punt in gebreke zijn gebleven, dan dient in het oog te worden gehouden en de verslaggever, die mij zoo goed meent te kennen, zal dit natuurlijk weten dat ik in sterke mate hardhoorend ben. Het gelispel van den rechter, dit wil ik erkennen,,ging meest langs mij heen. Ik heb hem daarom beleefd verzocht, dichter bij te mogen komen, wat niet werd toege staan. Het was hier in zekeren zin: „Bij U. over U, zonder U." Aan dit alles wil ik nog toevoegen, dat de .patiënt" als getuige was opgeroepen. Ter elfder ure gewerd mij van de recht bank de mededeeling dat de man voor mij een kroongetuige niet verschijnen zou. Wat daarachter zit, weet ik niet, doch zullen we wel nader uitzoeken. De zaak is met de behandeling voor den politierechter nog niet afgeloopen. Met dank voor de plaatsing, Bergen, 6 Januari 1937. D. BERGMAN. Mijnheer de Redacteur, Ik heb heusch geen tijd mij met het ge leuter van den heer Bergman bezig te hou den. Ik heb hem nooit anders gekend dan een querrellant en dat schijnt hij nog te zijn. Ik ken papa Bergman van haver tot gort en ben overigens absoluut geen vijand van hem, maar in dit geval wil ik zeggen, dat hij een figuur heeft geslagen als modder. De groeten aan Bergman, van L. H. OBDAM, Verslaggever. LANGEND1JK VEEL BELANGSTELLING. Gistermiddag hield' de R.K. LTB in hotel „De Burg" een vergadering waarop onge veer 200 RK tuinders aanwezig waren. De heer Quant uit Hccrhugowaard opende ie vergadering op de gebruikelijke wijze. Hierna kreeg de geestelijke adviseur van <len LTB prof. Cleophas uit Warmond het •.voord Spr. begon met er op te wijzen, dat (le organisatie LTB is om de Kath.. tuin ders en Boeren te organiseeren. De oorzaak van den huidigen toestand moet niet wor den gezocht in de een of andere bedrijfs- fechnische zaak maar in.de samenstelling van de sociale maatschappij. Het gaat er om hoe wij staan tegenover de stoffelijke goederen Als men wil werken voor méér dan de behoefte, is men er naast, al wil dit niet zeggen, dat men niet iets mag over leggen voor de toekomst. Wanneer er niet naar behoefte wordt ge produceerd, moet er worden geordend. In de moderne economie is het individu- eele naar voren gekomen. Door de hervorming is het individualisme in den godsdienst gekomen. Daarna kwam het rationalisme. De moderne mensch wordt verblind door den eigenwaan en ziet door den Satan alle schatten der wereld in zijn bereik. De mensch is een rekenmachine geworden, hij rekent uit hoe hij door zoo min mogelijk in spanning de grootste voordeden krijgt Het „zaken zijn zaken" is voor*velen een hoofdmotief geworden. De eigen verantwoordelijkheid van den arbeider is geheel weg. Zie bijv. het Taylor- systeem in de industrie Men krijgt ontzie- lenden arbeid welke ook z'n stempel op den ziel van den arbeider drukt. De verdeeling bij het liberalistisch stel sel, heeft een scheuring tengevolge gehad. Kapitaal en arbeid, bezittenden en niet- bezittenden, de maatschappij van de klas- sestrijd. Ziedaar de tegenstellingen! Het modern economisch stelsel heeft ook het gezin uiteengerukt door vrouwen- en kinderarbeid. De Kerk geeft daarvoor geneesmiddelen. In het bedrijfsleven moeten weer de chris telijke gedachten gelden. De organen welke voor de ordening van het bedrijfsleven noodzakelijk zijn, zijn de sociale organisaties. De minachting over de arbeidskracht der bezitloozen is een zeer ongunstig verschijn sel Kapitaal en arbeid hebben elkaar noo- dig. Beide moeten een redelijke belooning krijgen. De behandeling van de arbeiders onder den invloed van het liberalisme is een verlaging van den mensch. De RK organisaties hebben steeds overleg willen hebben tusschen de arbeiders en .de patroons. Thans viert dit RK beginsel hoogtij, hoe wel de R.K. organisaties er vroeger in wer den bespot door de andere organisaties, die niets van overleg wilden weten. Ons idee is steeds winnende. Spoedig zal dit wettelijk vastgelegd zijn. De vrede tusschen patroon en arbeider zal eerst moeten worden ge- kokend Spr. wees op het groote gevaar wekking om toe te treden tot de organisatie en bij de zwakke horden, die nog afzijdig staan, propaganda te voeren. Nadat eenige vragen waren beantwoord, volgde sluiting. van het communisme en Nat. socialisme. Het zijn geen tegenstellingen, ze zijn ge lijk en beide hebben een helschen inslag. Het doel is het kweeken van een wan- hoopstemming met als uitkomst de redding door den dictator, hetzij nat. soc. of commu nist Tegen beide stelsels moet worden opge treden! Men dient de R.K. sociale vereeni- gingen zoo sterk mogelijk te maken en moet op alle mogelijke manieren voor God strij den. De vereenigingen zijn de fortificaties voor de kerk. Deze willen onze vijanden eerst onderwijzen, om daarna de kerk aan te vallen. Spr. besloot zijn réde met zijn toehoorders het gebed mee te geven van den H. Vincentius a Paolo: „Mijn God, laat mij mijn tijd kennen." (Daverend applaus). Sluit U bij de organisatie aan! De heer Jb. Groen Az., lid der Tweede Kamer, voerde hierna het woord over het onderwerp: „Waarom gij als land- en tuin bouwer niet buiten uw organisatie moogt blijven staan". Spr. zette het doel van de Standsorganisaties uiteen; de behartiging van de stoffelijke belangen van hun leden, maar, op den grondslag van de Katholieke geloofsovertuiging. Hierna wees spr. op de middelen om tot het doel te geraken; n.1. de ontwikkeling op het gebied van de stands- en vakbelan gen; de bevordering van een goed landhouw- credictwezen; waardeering van den land- en tuinbouwstand in het maatschappelijke leven; bevordering van een doeltreffende land- en tuinbouw wetgeving; een goede bedrijfsorganisatie en denland- en tuinbouw een redelijke plaats te doen innemen in de maatschappij. Spr. besprak deze middelen elk afzonderlijk. Spr. zou willen vragen, hoe het er met den land- en tuinbouw zou uitzien, wanneer er geen organisatie was geweest? Waarom waren er zooveel niet georgani seerd in onzen L.T.B.?, vroeg spr. zich af. le. Omdat men al georganiseerd was in de neutrale organisatie. Dat vond spr. niet juist, al wilde hij niets van de neutrale organisaties zeggen. 2e. Omdat velen meenen: ik red me nog wel! Met dezen zal men de grootste moeite hebben. 3e. Omdat anderen zeggen, dat de maat regelen evengoed wel zullen worden geno men. Hierna behandelde spr. de uitvoering van de Landbouwcrisiswetten. welke ook orde ning beteckenen. Er wordt beslist voor en over ons. De organisaties hebben- niets te vertellen. Zoolang de Regeering de toestand als een crisis zag, werden de maatregelen door de Regeering uitgevoerd. Ook waren de organisaties niet sterk genoeg en niet goed genoeg geoutilleerd om de maatregelen uit te voeren. Met den tuinbouw is het precies eender. Wanneer de organisaties sterker waren geweest, zou men ongetwijfeld eerder met de uitvoering der maatregelen zijn belast. Deze gedachtengang wint weer veld. Spr. wees op de opmerkingen van Minister Deckers in de Memorie van Antwoord, waarin op deze mogelijkheden van de uitvoering der maatregelen aan de organisaties wordt ge doeld. Men beeft, dit toegejuicht, doch wan neer de prijzen niet loonend worden gehou den, heeft, deze ordening geen doel. Loonen- de prijzen zijn daarom een eerste voor waarde. Spr. besloot zijn rede met de op oranjefeest. Een goed geslaagde dag, begun stigd door prachtig weer. Een stralende winterochtend, overal wap perende vlaggen, als kleurige getuigenissen van de vreugde voor het groote gebeuren, liet huwelijk van onze Prinses* de Ruine omringd van groen, een op zn Zondags uitgedost Raadhuis, alle étalages even keu rig, kleurig en fleurig en hoog omhoog het gebeier der klokken. Zoo begon Bergen de feestdag. Als de klokken vers lommen klinkt van den torentrans klaroengeschal. De aubade. Nauwelijks is dit verklonken of het oor wordt getroffen door de tonen van Bcrgen's Harmonie. Na déze aubade vragen weer an dere klanken de aandacht: honderden kin derstemmetjes heffen een plechtig Wilhel mus aan. Éen mooi oogenblik daar op het met groen omringde terrein van de oude Ruine. Het leek ons intusschen onjuist ge zien om, net toen de eerste tonen van het Wilhelmus klonken, vlaggetjes aan de kin deren te gaan uitreiken. Veel van het plech tige ging toen verloren. In de korte rede, welke "hierop volgde, herinnerde de heer A. H. P. Blaauw er aan, hoe in tijden' van nood, al3 in 1672, 1747 en 1813 ons volk steeds weer een beroep deed op Oranje en nooit tavergeefs. Waar stormen door Europa woedden, tronen wan kelden en werden weggevaagd. Niet echter bij ons, waar men zich steeds dichter om het Oranjehuis schaarde; meeleefde met het Vorstenhuis en lief en leed. Spr. wees er op, hoe heel ons volk zich gelukkig prees met dit Huwelijk en hoe een ieder vurig hoop te, dat het mocht zijn een zegen voor het Jonge Paar. een zegen voor ons land. Met het Wilhelmus, ontstaan als klaagzang, la ter geworden tot een overwinningslied, werd dit gedeelte van het programma besloten. De Boomplanting. Voorafgegaan door Bergen's Harmonie ging het nu in optocht naar het Van Ree- nenperk, waar door kinderen van de hoog ste klassen der lagere scholen een herden kingsboom zou worden geplant. Nadat de honderden kinderen en ouderen zich hadden geschaard rond de plek, uit gekozen voor den jonsren eik, nam de heer J. W. Macdonald als loco-burgemeester het woord. Spr. begon mede te deelen, dat de Burgemeester door ziekte helaas niet aan wezig kon zijn en heette den oud-burge meester. de leden van het Gemeentebestuur enz. enz. hartelijk welkom. De symbolisohe beteekenis van het plan ten van den boom, waartoe wij hier zullen overgegaan,zal U allen wel duidelijk zijn, vervolgde spr. Wij allen hier tegenwoordig hopen immers, dat ons Kroonprinselijk paar, dat 1.1. Donderdag in den echt werd verbonden, een lang en gelukkig leven te gemoet zal gaan en de voor hen in de toe komst weggelegde taak eerst in de volle kracht van hun leven op zich zal moeten nemen; krachtig als naar wij hopen dan ook deze eik zal zijn. Ook deze eik, straks door de jeugd van ons dorp geplant, zal dan naar wij hopen een stevige boom zijn, die alle stormen en winden kan trotseeron, zooals een Vorsten huis de stormen welke over het Vaderland kunnen trekken moet helpen weerstaan. Daarna werd overgegaan tot het planten van don boom en verzocht spr. de kinderen door de verschillende scholen afgevaardigd, daartoe over te gaan. Nu togen een tiental leerlingen van ver schillende scholen, voorzien met oranje ver sierde schoppen aan het werk en in een minimum van tijd stond daar de jonge eik. De heer Macdonald vervolgde hierop: Als kleine boom is thans deze eik op het nlein geplaatst. Vele malen zullen *wii den boom aanschouwen en langzaam, ja onmerkbaar zijn groei zien toenemen. Gij allen zult dan ook van harte willen medewerken dezen groei te bevorderen, door hpm tegen alle schadelijke invloeden te beschermen, aldus zeïde de locoburge meester. Hij sprak den wensch uit, dat voor de kinderen deze boom het symbool zou zijn van de liefde, welke uitgaat naar ons Vorstenhuis en Vaderland, zooals voor ons allen deze liefde voor Vorstenhuis en Vaderland met den boom moge zijn ge groeid. Met onthloote hoofden, staande rond den jongen hoorn, zongen daarop allen nog eens onze volkshymne. In (1e Ned. Hervormde Kerk had om half elf een Wijdingsdienst plaats, waarin Ds. v. d. Kieboom voorging en welke zeer druk was bezocht. De Zanghalde. Des middags om drie 'UUr verzamelden zich talloozen, groot en klein wederom op het Ruïneterrein, waar de Zanghulrle zou worden gehouden, met medewerking van Bcrgen's Harmonie, het geheel onder lei ding van den heer Jac. Jansen. Geopend werd met twee coupletten van het. Wilhelmus, welke zeer goed en vol toe wijding werden ten gehoore gebracht. Hier op volgde het Jubellied, gecomponeerd door den dirigent, woorden van den heer W. H Tie.lrooij. Nadat nog het Liedje van den Bergenaar en een tweetal andere liederen waren gezongen, was de Zanghulde, welke uitstekend slaagde, teneinde. Ware het niet aardig geweest, indien de voorzitter van het comité na afloop den heer Jansen, die zich zooveel moeite ge troostte dit programmanummer naar wensch te doen slagen en componist is van het fraaie Jubellied, in het openbaar een woord van dank had gebracht voor zijn in tensieve medewerking? Na afloop van de Zanghulde maakte Ber- gen's Harmonie een muzikalen rondgang, welke werd medegemaakt door een groote schare hossende jongelui. Intusschen vermaakte de jeugd zich bij de '"-eef, welke zich bevond op het terrein va»> <!o Rustende Jager, of hij den draaimo len v ~'ke opgesteld was bij de Hoflaan. De Lichtoptocht. Om acht uur was het wederom verzame- Vergadering op Zondag 10 Jan. 1937 in het N.H. Koffiehuis te Schagen. De voorzitter Mr. D. Breebaart, opent de vergadering met een hartelijk woord van welkom, speciaal tot de nieuw toegetreden vereeniging Schagerbrug en den vertegen woordiger van de Schager Courant. Daarna zegt voorzitter den secretaris, den heer Sleutel, te moeten feliciteeren met de aan hem toegekende zilveren medaille van verdienste van het K.N.G.V. De notulen worden voorgelezen en onder dankzegginig onveranderd goedgekeurd. De heer J. G. Boelsums heeft door ver trek naar het buitenland moeten bedanken als secr. van den Kring. Voorzitter dankt alsnog den heer Boel sums voor al hetgeen hij in het belang van den Turnkring heeft gedaan. (.Applaus.) Sparta (Winkel) stelt voor, het athletiek- reglement te wijzigen. Het wordt als be zwaar gevoeld, dat een ieder, die een prijs wint, direct als crack wordt aangemerkt. Zij stelt voor, een indeeling in drie klassen, A, B en C. De Voorzitter wil in principe hierop in gaan en de T.C. op dragen deze plannen nader uit te werken,. Kol hora stelt voor, om den toestand te houden zooals die is, doch alleen een maxi mum te stellen voor de hoogte, tijd of af stand, welke men minstens moet bereiken. Zoodra men beneden of boven dat maximum komt, wordt men bij de cracks ingedeeld. De T.C. durft op 't moment nog niet te zeg gen welk voorstel het meest in aanmer king komt en wil dat eerst eens overwe gen, waarmede de vergadering accoord gaat. De quaestie Hercules-Hygiea. Nu komt de quaestie Hercules-Hygiea te Oudkarspel aan de orde. Deze vereeniging heeft bedankt als lid van den Kring, wat onmogelijk blijkt te zijn, daar zij dan ook moet bedanken'als lid van het K.N.G.V, De grieven welke zij opperden waren ge richt tegen den penningmeester en het keur korps van het Bondje. In officieel bedanken werd als reden op gegeven, „dat het hun niet naar den zin ging'verder niets. De ver. Oudkarspel is uitgenoodigd tot het uitschrijven van een Alg. Ledenver gadering, waarop dan het Kringbestuur aanwezig zou zijn. Zij is hierop echter niet ingegaan. Het Hoofdbestuurslid, de heer v. Rijswijk, heeft toen een conferentie belegd tusschen Kringbestuur en Bestuur van Oudkarspel. Daarbij is de ver. er op gewezen, dat zij niet kunnen bedanken, doch alleen kunnen verzoeken, bij een anderen kring te worden ingedeeld. De grieven werden toegelicht, waarbij bleek, dat den penningmeester geen enkel verwijt trof en Oudkarspel ging daarmee accoord. Verder waren het de juryleden van de ver. Oudkarspel, welke enkele Jaren als jury bij de kringwedstrijden hadden gefun geerd en nu niet waren aangezocht. Ook vond men het niet netjes, dat hun geen bedankje was gezonden, wat evenwel steeds geschiedt en ook thans wel gedaan is. Ook hiermede ging Oudkarspel accoord. Het niet uitnoodigen tot het laten deel nemen van turners van Oudkarspel aan het Heerenkeurkorps, bleek wel gedaan te zijn, want de heeren hadden de circulaire, wel ke aan alle vereenigingen is toegezonden, in hun bezit; doch hadden hem dan zeker niet gelezen. Daar viel dus al heel weinig meer over te praten. Over het finantieel beheer van den pen ningmeester werd men het ook eens na toe lichting door den penningmeester zelf. Dus het Kringbestuur dacht, dat alles weer in orde was. Eenigen tijd hierna schreef de ver. Oud karspel dat zij weer als lid wilde toetre den echter op proef voor den tijd van één jaar, mits men aan hun eischen binnen een maand had voldaan. Welke die eischen waren werd niet vermeld. Daarna kwam nog een briefje, dat de Kring alsnog een week de tijd gegeven werd. Daarna kwam een bedankje in. Het kring bestuur heeft thans genoeg van dit optreden. De voorz. keurt het optreden en hun beleid ten zeerste af en vindt het stellen van een ultimatum aan de kring meer dan onge hoord. Le ver. p. P. (Den Helder) zou gaarne ver nemen of van het vorenstaande mededeeling is gedaan aan het Hoofdbestuur van het KNGV, omdat dan de ver. geroyeerd zou moeten worden. De kring had dit nog niet gedaan, omdat men eerst de Alg. Verg. wilde hooren over dit geval. P.P. vraagt verder of ook nog leden van Oudkarspel hebben deelgenomen aan wed strijden van het KNGV, wat inderdaad het geval blijkt te zijn. Dit had niet mogen ge beuren. Voorgesteld wordt door Kolhorn om bij het Hoofdbestuur er op aan te drin gen om strenger tegen zulke ver. op te tre den, daar de kring anders aan de willekeur van de vereenigingen is blootgesteld. De voorz. stelt voor, dit op de Alg. Verg. van het KNGV ter sprake te brengen. De verg. kan zich in deze volledig met het beleid van het Bestuur vereenigen. Jaarverslagen. De Jaarverslagen van den secretaris en die van de T. C. worden onder dankzegging aan vaard. Uit het jaarverslag bleek, dat twee leden van de aangesloten ver. zich wisten te plaat sen voor het keurkorps KNGV, n.1. Mej. G. Snooij en de-heer J. Molenaar. De rekening van den penn. sluit met een klein nadeelig saldo. De finantieele comm. heeft de boeken en bescheiden in goede orde bevonden. Den penn. wordt voor zijn keurig beleid dank gezegd. Benoemingen. Als lid voor de fin. comm. wordt aange wezen de ver. TAVENU (Heerhugowaard). De penningmeester de heer Jb Sleutel wordt bij acclamatie herbenoemd en neemt zijn be noeming aan. Voor een secretaris heeft het Bestuur den heer C. Bakker uit W.waard op het oog. Do stemming brengt dan ook een overgrooto meerderheid voor dezen persoon. De voorzit ter spreekt de hoop uit, dat de nieuwbenoem de in het belang der kring mag en zal wer ken. Benoeming T.C. Hierin worden resp. als voorz., secr. en comm. gekozen de hoeren S. Keesman, H. Pennckamp en J. P. Molenaar. Tot afgevaardigde voor de Bondsvergade ring wordt gekozen de voorz. Mr. D. Bree baart en tot plaatsvervangend afgev. de penn. Jb. Sleutel, welk» de benoeming aan vaarden. Wedstrijden. De ver. UDI, Kolhorn, vraagt om in Kol horn een openluchtdag of athletiekwedstrij- den te mogen organiseeren, in verband met het 15-jarig bestaan der ver. De kringwedstrijden te A. Paulowna zul len worden gehouden op 21 Febr. '37. De voorjaarswedstfijden zullen wederom in Schagen plaats vinden. Besloten wordt de athletiekdag in Kolhorn te houden. Voorgesteld wordt om cle le graad turners op de eereavond mee te laten wedstrijden, omdat anders in hoofdzaak de dames domi- neeren. Kolhorn vraagt tevens toestemming om het Dames- en Hecren-Keurkorps van het Bondje H.N.K. op hun uitvoering te laten optreden op 21 Nov. 1937. De rondvraag levert verder weinig bijzon ders op. De voorz. sluit dan deze vergadering met een hartelijk woord van dank aan allen en speciaal aan den vertegenwoordiger van de Schager Courant. len. Ditmaal bij het Raadhuis, vanwaar de Lichtstoet vertrekken zou. Reeds ver voor het vastgestelde uur verdrongen zich velen bijri en ingang van ons Gemeentehuis waar de lampions en fakkels zouden worden uitge reikt. En toen eindelijk alles in orde was en Bergen's Harmonie een vroolijken marsch inzette, zette zich een lange lichten de stoet in beweging. De optocht had overal langs den weg veel bekijks, het was dan ook een aardig gezicht de tallooze lampions tus schen de met rossige gloed brandende fak kels door de donkere lanen te zien trekken. De stemming was opperbest, tal van beken de melodieën werden lustig meegezongen cn het geheel vormde een dansende, jui chende schare. Wij kunnen dan ook gerust zeggen, dat deze Lichtoptocht een waardig slot vormde van het officieele gedeelte van het program ma. Waarmede we natuurlijk niet zeggen, dat daarmede om' negen uur de pret uit was. Integendeel, er viel nog veel te zien, op straat en in de café's. De verlichting van de Ruïne, aangebracht onder bekwame leiding van onzen gemeen te-architect, den heer J. Roggeveen, was bui tengewoon goed geslaagd en wekte terecht ieders bewondering. Prachtig deden het de kleurige, op smaakvolle wijze aangebrachte lampions tusschen het donkere dennen groen; schitterend deed ook de aloude kerk het, beschenen door een viertal schijnwer pers. Kerkgebouw en toren leken in het daglicht te staan. Hoog in den torentrans gloeiden tal van roods lichtjes, hetgeen een buitengewoon mooi effect gaf. Een leuke vondst waren de beide sneeuwpoppen, die uitgluurden boven de aloude Ruïnemuren en met hun rood gloeiende neuzen de lach lust opwekten van allen, die de verlichting in oogenschouw namen. Een aparte vermelding verdient ook de verlichting van het perceel van den heer Kollmer, op den hoek van Kerkstraat en Dorpsstraat, welke een zeer voornamen in druk maakte. In de cafc's werd het na den optocht zeer druk. Het comité verzamelde al z'n leden en pok die van de sub-comité's in het Oran- jehotel. waar ervoor werd gezorgd, dat de stemming er geducht inkwam. Dank zij het goede voorbeeld, volgde al heel gauw het publiek en de polonaise werd dan ook tot een waar succes. In de Rustende Jager waar de groote zaal op keurige, wijze was versierd, was het prop vol. Ook hier heerschte, evenals in de ande re dansgelegenheden een uitbundige vreug de. Zoo werd ook in onze gemeente het Prin selijk Huwelijk op waardige wijze gevierd, door geen wanklank verstoord. De nieuwe dag was reeds lang aangebro ken, voordat de laatste feestgangers huis waarts keerden. NIEUWE NIEDORP Een begin van brand. Bij den heer p. Warnaar aan de Langereis ontstond een begin van brand, welke echter gelukkig in de kiem gesmoord werd. De bewoners opmerkzaam gemaakt door ver dachte geluiden begaven zich naar de dorsch- vloer, waar zij door een dichten rook wer den ontvangen. Op den zolder gekomen bleek, dat een ver- bi ndingspijp van den eenen schoorsteen naar den anderen vervaardigd van asbest, gioeiend heet was en voor een deel uit el kander was gesprongen. Door onmiddellijk krachtdadig ingrijpen is hier erger voorkomen. Een gelukkig toe val was het, dat dit in de morgenuren ge beurde, want indien hetzelfde in den nacht of bij afwezigheid der bewoners had plaats gevonden, waren de gevolgen ongetwijfeld ernstiger geweest. Z1JPE De voorzitter van het Centrale Stembu reau heeft tot lid van den gemeenteraad be noemd verklaard (in de vacature ontstaan door het overlijden van den heer P. de Boer Ez.,) den lieer W. Bos te Oudesluis. De heer Bos behoort tot den vrijheidshond. Zijn naam komt voor op de gecombineerde lijst van den V. D. en Vrijheidsbond. BENOEMD Met ingang van 1 Januari 1937 is be noemd tot Hoogheemraad van het Hoog heemraadschap van de uitwaterende slui zen in Kennemerland en West-Friesland de heer J. Bruin Czn. te Zijpe SINT MAARTEN Met ingang van 1 Januari 1937 is be noemd tot Heemraad van het ambacht van Westfriesland, genaamd Geestermerambachf de heer D. Swart te Sint Maarten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7