Turnkring HIK.
OMGEVING-NIEUWS
L*T+B* vergadert
Uit Bergen
dïsof-figuur van een rechtbank
verslaggever.
•eachte Redactie,
q uw blad van 6 Jan. j.I. komt een ver-
slg voor van cle z.g. beleedigingszaak, door
di Blok te Bergen tegen mij aanhangig ge
makt.
•"eitelijk kan van een verslag niet worden
gtproken. De inhoud van dat verhaaltje is
grotendeels fantasie en daarbij voor mij
zer grievend, dat ik er geen genoegen mee
kn nemen.
Wie de steller van dat fraais is, is mij niet
Uk end. Als men echter op z'n schrijverij
a gaat misschien zou ik beter, kunnen
sreken van gescheld rijst het vermoeden,
dt iemand aan het woord is, die de gelegen-
fcid heeft aangegrepen en z'n grieven tegen
odergeteekende eens te luchten, in plaats
Tin een objectief verslaggever. En wil hier-
<ider zijn verschillende onjuistheden ach-
ireenvolgens opsommen, om ze daarna in
ezelfde volgorde recht te zetten.
1. In den aanvang wordt de voorstelling
jsgeven, als zou een onjuist bericht in de
Jchager Courant mij hebben beïnvloed.
2. Dan word ik een sigarenmaker zonder
netier genoemd, die ook al niet van weelde
anuit Alkmaar de wijk had genomen naar
Jergen.
3. Vervolgens werd ik voorgesteld als
èmand, die altijd al aan politiek heeft ge-
taan en nu aangewezen is, als voorzitter
;an ontevreden werkloozen.
4. Ik zou een voor dr. Blok compromitee-
•end nieuwtje met ware wellust hebben ge-
anceerd.
5. Ik zou van mijn geheele verdediging
ïiets terecht hebben gebracht, omdat het
jeheele geval met den patiënt, zooals het
loor mij was voorgesteld, van a— z gelogen
:ou zijn.
Ad. 1. Het betreft hier geen bericht uit
Ie „Schager Courant", doch uit het „Volks
blad".
De trap aan het adres van den correspon-
ient der Schager Courant is dus geheel ten
mrechte.
Ad. 2. Het is een grove leugen, dat ik een
sigarenmaker zonder metier ben. Wanneer
le verslaggever de moeite zou willen nemen
ïven ten mijnent te komen, dan kan hij zich
bvertuigen, dat ik reeds geruimen tijd voor
3igen rekening werk.
Mijn leven lang heb ik mijn eigen brood
verdiend en nimmer een cent steun genoten,
van wien dan ook.
De uitlating, dat ik ook al niet van weel
de van Alkmaar de wijk heb genomen naar
Bergen, acht ik zoo grof en zoo beneden
peil, dat ik hierop niet in ga. Dit is geen
taal van iemand, die prijs stelt op den naam
van fatsoenlijk man.
Ad. 3. Wat mijn aan politiek doen betreft, ik
heb nimmer minder, doch ook nooit meer
aan politiek gedaan, dan de doorsnee geor
ganiseerd werkman, wat zeker mijn goed
recht is.
Dan, dat ik voorzitter zou zijn van een
protestcomité van „ontevreden werkloozen",
deze opmerking vereischt eenige toelichting.
Blijkens den verslaggever bestaan er ook
tevreden werkloozen".
Misschien wil hij mededeelen, waar die
bovennatuurlijke wezens worden aangetrof
fen.
Ad. 4. Waaruit concludeert de verslagge
ver, dat ik met „ware wellust" een nieuw
tje heb gelanceerd?
Vermoedelijk is deze insinuatie, evenals
de andere, hier vóór genoemd, maar zoo uit
de lucht gegrepen. Ze paste bepaald zoo
mooi in zijn romannetje.
Ad. 5. Afgezien van alles, is het een vast
staand feit, dat de patiënt nadat hij door
dr. Blok was onderzocht bewusteloos in
het duin heeft gelegen.
Zijn toestand was van dien aard, dat de
„ontevreden werkloozen" botje bij botje heb
ben gedaan om een auto te kunnen beta
len, die den man naar Haarlem bracht.
De opzichter bij de werkverschaffing
achtte zich onder doktersverklaring niet
gerechtigd dit vervoer op 's Rijks kosten
te doen geschieden. Dit heb ik goed doen
uitkomen in mijn betoog.
Mocht ik onverhoopt toch nog op een be
paald punt in gebreke zijn gebleven, dan
dient in het oog te worden gehouden
en de verslaggever, die mij zoo goed meent
te kennen, zal dit natuurlijk weten dat
ik in sterke mate hardhoorend ben.
Het gelispel van den rechter, dit wil ik
erkennen,,ging meest langs mij heen. Ik
heb hem daarom beleefd verzocht, dichter
bij te mogen komen, wat niet werd toege
staan. Het was hier in zekeren zin: „Bij
U. over U, zonder U."
Aan dit alles wil ik nog toevoegen, dat
de .patiënt" als getuige was opgeroepen.
Ter elfder ure gewerd mij van de recht
bank de mededeeling dat de man voor
mij een kroongetuige niet verschijnen
zou. Wat daarachter zit, weet ik niet, doch
zullen we wel nader uitzoeken. De zaak is
met de behandeling voor den politierechter
nog niet afgeloopen.
Met dank voor de plaatsing,
Bergen, 6 Januari 1937.
D. BERGMAN.
Mijnheer de Redacteur,
Ik heb heusch geen tijd mij met het ge
leuter van den heer Bergman bezig te hou
den. Ik heb hem nooit anders gekend dan
een querrellant en dat schijnt hij nog te zijn.
Ik ken papa Bergman van haver tot gort
en ben overigens absoluut geen vijand van
hem, maar in dit geval wil ik zeggen, dat
hij een figuur heeft geslagen als modder.
De groeten aan Bergman, van
L. H. OBDAM, Verslaggever.
LANGEND1JK
VEEL BELANGSTELLING.
Gistermiddag hield' de R.K. LTB in hotel
„De Burg" een vergadering waarop onge
veer 200 RK tuinders aanwezig waren.
De heer Quant uit Hccrhugowaard opende
ie vergadering op de gebruikelijke wijze.
Hierna kreeg de geestelijke adviseur van
<len LTB prof. Cleophas uit Warmond het
•.voord Spr. begon met er op te wijzen, dat
(le organisatie LTB is om de Kath.. tuin
ders en Boeren te organiseeren. De oorzaak
van den huidigen toestand moet niet wor
den gezocht in de een of andere bedrijfs-
fechnische zaak maar in.de samenstelling
van de sociale maatschappij. Het gaat er
om hoe wij staan tegenover de stoffelijke
goederen Als men wil werken voor méér
dan de behoefte, is men er naast, al wil
dit niet zeggen, dat men niet iets mag over
leggen voor de toekomst.
Wanneer er niet naar behoefte wordt ge
produceerd, moet er worden geordend.
In de moderne economie is het individu-
eele naar voren gekomen.
Door de hervorming is het individualisme
in den godsdienst gekomen. Daarna kwam
het rationalisme.
De moderne mensch wordt verblind door
den eigenwaan en ziet door den Satan alle
schatten der wereld in zijn bereik. De
mensch is een rekenmachine geworden, hij
rekent uit hoe hij door zoo min mogelijk in
spanning de grootste voordeden krijgt
Het „zaken zijn zaken" is voor*velen een
hoofdmotief geworden.
De eigen verantwoordelijkheid van den
arbeider is geheel weg. Zie bijv. het Taylor-
systeem in de industrie Men krijgt ontzie-
lenden arbeid welke ook z'n stempel op den
ziel van den arbeider drukt.
De verdeeling bij het liberalistisch stel
sel, heeft een scheuring tengevolge gehad.
Kapitaal en arbeid, bezittenden en niet-
bezittenden, de maatschappij van de klas-
sestrijd. Ziedaar de tegenstellingen!
Het modern economisch stelsel heeft ook
het gezin uiteengerukt door vrouwen- en
kinderarbeid.
De Kerk geeft daarvoor geneesmiddelen.
In het bedrijfsleven moeten weer de chris
telijke gedachten gelden.
De organen welke voor de ordening van
het bedrijfsleven noodzakelijk zijn, zijn de
sociale organisaties.
De minachting over de arbeidskracht der
bezitloozen is een zeer ongunstig verschijn
sel Kapitaal en arbeid hebben elkaar noo-
dig. Beide moeten een redelijke belooning
krijgen. De behandeling van de arbeiders
onder den invloed van het liberalisme is
een verlaging van den mensch.
De RK organisaties hebben steeds overleg
willen hebben tusschen de arbeiders en .de
patroons.
Thans viert dit RK beginsel hoogtij, hoe
wel de R.K. organisaties er vroeger in wer
den bespot door de andere organisaties, die
niets van overleg wilden weten. Ons idee is
steeds winnende. Spoedig zal dit wettelijk
vastgelegd zijn. De vrede tusschen patroon
en arbeider zal eerst moeten worden ge-
kokend Spr. wees op het groote gevaar
wekking om toe te treden tot de organisatie
en bij de zwakke horden, die nog afzijdig
staan, propaganda te voeren.
Nadat eenige vragen waren beantwoord,
volgde sluiting.
van het communisme en Nat. socialisme.
Het zijn geen tegenstellingen, ze zijn ge
lijk en beide hebben een helschen inslag.
Het doel is het kweeken van een wan-
hoopstemming met als uitkomst de redding
door den dictator, hetzij nat. soc. of commu
nist
Tegen beide stelsels moet worden opge
treden! Men dient de R.K. sociale vereeni-
gingen zoo sterk mogelijk te maken en moet
op alle mogelijke manieren voor God strij
den. De vereenigingen zijn de fortificaties
voor de kerk. Deze willen onze vijanden
eerst onderwijzen, om daarna de kerk aan
te vallen. Spr. besloot zijn réde met zijn
toehoorders het gebed mee te geven van den
H. Vincentius a Paolo: „Mijn God, laat mij
mijn tijd kennen." (Daverend applaus).
Sluit U bij de organisatie aan!
De heer Jb. Groen Az., lid der Tweede
Kamer, voerde hierna het woord over het
onderwerp: „Waarom gij als land- en tuin
bouwer niet buiten uw organisatie moogt
blijven staan". Spr. zette het doel van de
Standsorganisaties uiteen; de behartiging
van de stoffelijke belangen van hun leden,
maar, op den grondslag van de Katholieke
geloofsovertuiging.
Hierna wees spr. op de middelen om tot
het doel te geraken; n.1. de ontwikkeling
op het gebied van de stands- en vakbelan
gen; de bevordering van een goed landhouw-
credictwezen; waardeering van den land- en
tuinbouwstand in het maatschappelijke
leven; bevordering van een doeltreffende
land- en tuinbouw wetgeving; een goede
bedrijfsorganisatie en denland- en tuinbouw
een redelijke plaats te doen innemen in de
maatschappij. Spr. besprak deze middelen
elk afzonderlijk.
Spr. zou willen vragen, hoe het er met den
land- en tuinbouw zou uitzien, wanneer er
geen organisatie was geweest?
Waarom waren er zooveel niet georgani
seerd in onzen L.T.B.?, vroeg spr. zich af.
le. Omdat men al georganiseerd was in
de neutrale organisatie. Dat vond spr. niet
juist, al wilde hij niets van de neutrale
organisaties zeggen.
2e. Omdat velen meenen: ik red me nog
wel! Met dezen zal men de grootste moeite
hebben.
3e. Omdat anderen zeggen, dat de maat
regelen evengoed wel zullen worden geno
men.
Hierna behandelde spr. de uitvoering van
de Landbouwcrisiswetten. welke ook orde
ning beteckenen. Er wordt beslist voor en
over ons. De organisaties hebben- niets te
vertellen. Zoolang de Regeering de toestand
als een crisis zag, werden de maatregelen
door de Regeering uitgevoerd. Ook waren
de organisaties niet sterk genoeg en niet
goed genoeg geoutilleerd om de maatregelen
uit te voeren. Met den tuinbouw is het
precies eender.
Wanneer de organisaties sterker waren
geweest, zou men ongetwijfeld eerder met de
uitvoering der maatregelen zijn belast. Deze
gedachtengang wint weer veld. Spr. wees
op de opmerkingen van Minister Deckers
in de Memorie van Antwoord, waarin op
deze mogelijkheden van de uitvoering der
maatregelen aan de organisaties wordt ge
doeld. Men beeft, dit toegejuicht, doch wan
neer de prijzen niet loonend worden gehou
den, heeft, deze ordening geen doel. Loonen-
de prijzen zijn daarom een eerste voor
waarde. Spr. besloot zijn rede met de op
oranjefeest.
Een goed geslaagde dag, begun
stigd door prachtig weer.
Een stralende winterochtend, overal wap
perende vlaggen, als kleurige getuigenissen
van de vreugde voor het groote gebeuren,
liet huwelijk van onze Prinses* de Ruine
omringd van groen, een op zn Zondags
uitgedost Raadhuis, alle étalages even keu
rig, kleurig en fleurig en hoog omhoog het
gebeier der klokken. Zoo begon Bergen de
feestdag. Als de klokken vers lommen klinkt
van den torentrans klaroengeschal.
De aubade.
Nauwelijks is dit verklonken of het oor
wordt getroffen door de tonen van Bcrgen's
Harmonie. Na déze aubade vragen weer an
dere klanken de aandacht: honderden kin
derstemmetjes heffen een plechtig Wilhel
mus aan. Éen mooi oogenblik daar op het
met groen omringde terrein van de oude
Ruine. Het leek ons intusschen onjuist ge
zien om, net toen de eerste tonen van het
Wilhelmus klonken, vlaggetjes aan de kin
deren te gaan uitreiken. Veel van het plech
tige ging toen verloren.
In de korte rede, welke "hierop volgde,
herinnerde de heer A. H. P. Blaauw er aan,
hoe in tijden' van nood, al3 in 1672, 1747
en 1813 ons volk steeds weer een beroep
deed op Oranje en nooit tavergeefs. Waar
stormen door Europa woedden, tronen wan
kelden en werden weggevaagd. Niet echter
bij ons, waar men zich steeds dichter om het
Oranjehuis schaarde; meeleefde met het
Vorstenhuis en lief en leed. Spr. wees er op,
hoe heel ons volk zich gelukkig prees met
dit Huwelijk en hoe een ieder vurig hoop
te, dat het mocht zijn een zegen voor het
Jonge Paar. een zegen voor ons land. Met
het Wilhelmus, ontstaan als klaagzang, la
ter geworden tot een overwinningslied, werd
dit gedeelte van het programma besloten.
De Boomplanting.
Voorafgegaan door Bergen's Harmonie
ging het nu in optocht naar het Van Ree-
nenperk, waar door kinderen van de hoog
ste klassen der lagere scholen een herden
kingsboom zou worden geplant.
Nadat de honderden kinderen en ouderen
zich hadden geschaard rond de plek, uit
gekozen voor den jonsren eik, nam de heer
J. W. Macdonald als loco-burgemeester het
woord. Spr. begon mede te deelen, dat de
Burgemeester door ziekte helaas niet aan
wezig kon zijn en heette den oud-burge
meester. de leden van het Gemeentebestuur
enz. enz. hartelijk welkom.
De symbolisohe beteekenis van het plan
ten van den boom, waartoe wij hier zullen
overgegaan,zal U allen wel duidelijk zijn,
vervolgde spr. Wij allen hier tegenwoordig
hopen immers, dat ons Kroonprinselijk
paar, dat 1.1. Donderdag in den echt werd
verbonden, een lang en gelukkig leven te
gemoet zal gaan en de voor hen in de toe
komst weggelegde taak eerst in de volle
kracht van hun leven op zich zal moeten
nemen; krachtig als naar wij hopen dan
ook deze eik zal zijn.
Ook deze eik, straks door de jeugd van
ons dorp geplant, zal dan naar wij hopen
een stevige boom zijn, die alle stormen en
winden kan trotseeron, zooals een Vorsten
huis de stormen welke over het Vaderland
kunnen trekken moet helpen weerstaan.
Daarna werd overgegaan tot het planten
van don boom en verzocht spr. de kinderen
door de verschillende scholen afgevaardigd,
daartoe over te gaan.
Nu togen een tiental leerlingen van ver
schillende scholen, voorzien met oranje ver
sierde schoppen aan het werk en in een
minimum van tijd stond daar de jonge eik.
De heer Macdonald vervolgde hierop: Als
kleine boom is thans deze eik op het nlein
geplaatst. Vele malen zullen *wii den boom
aanschouwen en langzaam, ja onmerkbaar
zijn groei zien toenemen.
Gij allen zult dan ook van harte willen
medewerken dezen groei te bevorderen,
door hpm tegen alle schadelijke invloeden
te beschermen, aldus zeïde de locoburge
meester. Hij sprak den wensch uit, dat voor
de kinderen deze boom het symbool zou
zijn van de liefde, welke uitgaat naar ons
Vorstenhuis en Vaderland, zooals voor
ons allen deze liefde voor Vorstenhuis en
Vaderland met den boom moge zijn ge
groeid.
Met onthloote hoofden, staande rond den
jongen hoorn, zongen daarop allen nog eens
onze volkshymne.
In (1e Ned. Hervormde Kerk had om half
elf een Wijdingsdienst plaats, waarin Ds.
v. d. Kieboom voorging en welke zeer druk
was bezocht.
De Zanghalde.
Des middags om drie 'UUr verzamelden
zich talloozen, groot en klein wederom op
het Ruïneterrein, waar de Zanghulrle zou
worden gehouden, met medewerking van
Bcrgen's Harmonie, het geheel onder lei
ding van den heer Jac. Jansen.
Geopend werd met twee coupletten van
het. Wilhelmus, welke zeer goed en vol toe
wijding werden ten gehoore gebracht. Hier
op volgde het Jubellied, gecomponeerd door
den dirigent, woorden van den heer W. H
Tie.lrooij. Nadat nog het Liedje van den
Bergenaar en een tweetal andere liederen
waren gezongen, was de Zanghulde, welke
uitstekend slaagde, teneinde.
Ware het niet aardig geweest, indien de
voorzitter van het comité na afloop den
heer Jansen, die zich zooveel moeite ge
troostte dit programmanummer naar
wensch te doen slagen en componist is van
het fraaie Jubellied, in het openbaar een
woord van dank had gebracht voor zijn in
tensieve medewerking?
Na afloop van de Zanghulde maakte Ber-
gen's Harmonie een muzikalen rondgang,
welke werd medegemaakt door een groote
schare hossende jongelui.
Intusschen vermaakte de jeugd zich bij
de '"-eef, welke zich bevond op het terrein
va»> <!o Rustende Jager, of hij den draaimo
len v ~'ke opgesteld was bij de Hoflaan.
De Lichtoptocht.
Om acht uur was het wederom verzame-
Vergadering op Zondag 10 Jan.
1937 in het N.H. Koffiehuis te
Schagen.
De voorzitter Mr. D. Breebaart, opent de
vergadering met een hartelijk woord van
welkom, speciaal tot de nieuw toegetreden
vereeniging Schagerbrug en den vertegen
woordiger van de Schager Courant.
Daarna zegt voorzitter den secretaris, den
heer Sleutel, te moeten feliciteeren met de
aan hem toegekende zilveren medaille van
verdienste van het K.N.G.V.
De notulen worden voorgelezen en onder
dankzegginig onveranderd goedgekeurd.
De heer J. G. Boelsums heeft door ver
trek naar het buitenland moeten bedanken
als secr. van den Kring.
Voorzitter dankt alsnog den heer Boel
sums voor al hetgeen hij in het belang van
den Turnkring heeft gedaan. (.Applaus.)
Sparta (Winkel) stelt voor, het athletiek-
reglement te wijzigen. Het wordt als be
zwaar gevoeld, dat een ieder, die een prijs
wint, direct als crack wordt aangemerkt.
Zij stelt voor, een indeeling in drie klassen,
A, B en C.
De Voorzitter wil in principe hierop in
gaan en de T.C. op dragen deze plannen
nader uit te werken,.
Kol hora stelt voor, om den toestand te
houden zooals die is, doch alleen een maxi
mum te stellen voor de hoogte, tijd of af
stand, welke men minstens moet bereiken.
Zoodra men beneden of boven dat maximum
komt, wordt men bij de cracks ingedeeld.
De T.C. durft op 't moment nog niet te zeg
gen welk voorstel het meest in aanmer
king komt en wil dat eerst eens overwe
gen, waarmede de vergadering accoord
gaat.
De quaestie Hercules-Hygiea.
Nu komt de quaestie Hercules-Hygiea te
Oudkarspel aan de orde. Deze vereeniging
heeft bedankt als lid van den Kring, wat
onmogelijk blijkt te zijn, daar zij dan ook
moet bedanken'als lid van het K.N.G.V,
De grieven welke zij opperden waren ge
richt tegen den penningmeester en het keur
korps van het Bondje.
In officieel bedanken werd als reden op
gegeven, „dat het hun niet naar den zin
ging'verder niets.
De ver. Oudkarspel is uitgenoodigd tot
het uitschrijven van een Alg. Ledenver
gadering, waarop dan het Kringbestuur
aanwezig zou zijn. Zij is hierop echter niet
ingegaan. Het Hoofdbestuurslid, de heer v.
Rijswijk, heeft toen een conferentie belegd
tusschen Kringbestuur en Bestuur van
Oudkarspel.
Daarbij is de ver. er op gewezen, dat zij
niet kunnen bedanken, doch alleen kunnen
verzoeken, bij een anderen kring te worden
ingedeeld.
De grieven werden toegelicht, waarbij
bleek, dat den penningmeester geen enkel
verwijt trof en Oudkarspel ging daarmee
accoord.
Verder waren het de juryleden van de
ver. Oudkarspel, welke enkele Jaren als
jury bij de kringwedstrijden hadden gefun
geerd en nu niet waren aangezocht.
Ook vond men het niet netjes, dat hun
geen bedankje was gezonden, wat evenwel
steeds geschiedt en ook thans wel gedaan
is. Ook hiermede ging Oudkarspel accoord.
Het niet uitnoodigen tot het laten deel
nemen van turners van Oudkarspel aan het
Heerenkeurkorps, bleek wel gedaan te zijn,
want de heeren hadden de circulaire, wel
ke aan alle vereenigingen is toegezonden,
in hun bezit; doch hadden hem dan zeker
niet gelezen. Daar viel dus al heel weinig
meer over te praten.
Over het finantieel beheer van den pen
ningmeester werd men het ook eens na toe
lichting door den penningmeester zelf. Dus
het Kringbestuur dacht, dat alles weer in
orde was.
Eenigen tijd hierna schreef de ver. Oud
karspel dat zij weer als lid wilde toetre
den echter op proef voor den tijd van één
jaar, mits men aan hun eischen binnen een
maand had voldaan. Welke die eischen
waren werd niet vermeld.
Daarna kwam nog een briefje, dat de
Kring alsnog een week de tijd gegeven werd.
Daarna kwam een bedankje in. Het kring
bestuur heeft thans genoeg van dit optreden.
De voorz. keurt het optreden en hun beleid
ten zeerste af en vindt het stellen van een
ultimatum aan de kring meer dan onge
hoord.
Le ver. p. P. (Den Helder) zou gaarne ver
nemen of van het vorenstaande mededeeling
is gedaan aan het Hoofdbestuur van het
KNGV, omdat dan de ver. geroyeerd zou
moeten worden.
De kring had dit nog niet gedaan, omdat
men eerst de Alg. Verg. wilde hooren over
dit geval.
P.P. vraagt verder of ook nog leden van
Oudkarspel hebben deelgenomen aan wed
strijden van het KNGV, wat inderdaad het
geval blijkt te zijn. Dit had niet mogen ge
beuren. Voorgesteld wordt door Kolhorn
om bij het Hoofdbestuur er op aan te drin
gen om strenger tegen zulke ver. op te tre
den, daar de kring anders aan de willekeur
van de vereenigingen is blootgesteld.
De voorz. stelt voor, dit op de Alg. Verg.
van het KNGV ter sprake te brengen.
De verg. kan zich in deze volledig met het
beleid van het Bestuur vereenigen.
Jaarverslagen.
De Jaarverslagen van den secretaris en die
van de T. C. worden onder dankzegging aan
vaard.
Uit het jaarverslag bleek, dat twee leden
van de aangesloten ver. zich wisten te plaat
sen voor het keurkorps KNGV, n.1. Mej. G.
Snooij en de-heer J. Molenaar.
De rekening van den penn. sluit met een
klein nadeelig saldo.
De finantieele comm. heeft de boeken en
bescheiden in goede orde bevonden.
Den penn. wordt voor zijn keurig beleid
dank gezegd.
Benoemingen.
Als lid voor de fin. comm. wordt aange
wezen de ver. TAVENU (Heerhugowaard).
De penningmeester de heer Jb Sleutel wordt
bij acclamatie herbenoemd en neemt zijn be
noeming aan.
Voor een secretaris heeft het Bestuur den
heer C. Bakker uit W.waard op het oog. Do
stemming brengt dan ook een overgrooto
meerderheid voor dezen persoon. De voorzit
ter spreekt de hoop uit, dat de nieuwbenoem
de in het belang der kring mag en zal wer
ken.
Benoeming T.C. Hierin worden resp. als
voorz., secr. en comm. gekozen de hoeren S.
Keesman, H. Pennckamp en J. P. Molenaar.
Tot afgevaardigde voor de Bondsvergade
ring wordt gekozen de voorz. Mr. D. Bree
baart en tot plaatsvervangend afgev. de
penn. Jb. Sleutel, welk» de benoeming aan
vaarden.
Wedstrijden.
De ver. UDI, Kolhorn, vraagt om in Kol
horn een openluchtdag of athletiekwedstrij-
den te mogen organiseeren, in verband met
het 15-jarig bestaan der ver.
De kringwedstrijden te A. Paulowna zul
len worden gehouden op 21 Febr. '37.
De voorjaarswedstfijden zullen wederom
in Schagen plaats vinden.
Besloten wordt de athletiekdag in Kolhorn
te houden.
Voorgesteld wordt om cle le graad turners
op de eereavond mee te laten wedstrijden,
omdat anders in hoofdzaak de dames domi-
neeren.
Kolhorn vraagt tevens toestemming om
het Dames- en Hecren-Keurkorps van het
Bondje H.N.K. op hun uitvoering te laten
optreden op 21 Nov. 1937.
De rondvraag levert verder weinig bijzon
ders op.
De voorz. sluit dan deze vergadering met
een hartelijk woord van dank aan allen en
speciaal aan den vertegenwoordiger van de
Schager Courant.
len. Ditmaal bij het Raadhuis, vanwaar de
Lichtstoet vertrekken zou. Reeds ver voor
het vastgestelde uur verdrongen zich velen
bijri en ingang van ons Gemeentehuis waar
de lampions en fakkels zouden worden uitge
reikt. En toen eindelijk alles in orde was
en Bergen's Harmonie een vroolijken
marsch inzette, zette zich een lange lichten
de stoet in beweging. De optocht had overal
langs den weg veel bekijks, het was dan ook
een aardig gezicht de tallooze lampions tus
schen de met rossige gloed brandende fak
kels door de donkere lanen te zien trekken.
De stemming was opperbest, tal van beken
de melodieën werden lustig meegezongen
cn het geheel vormde een dansende, jui
chende schare.
Wij kunnen dan ook gerust zeggen, dat
deze Lichtoptocht een waardig slot vormde
van het officieele gedeelte van het program
ma. Waarmede we natuurlijk niet zeggen,
dat daarmede om' negen uur de pret uit
was. Integendeel, er viel nog veel te zien,
op straat en in de café's.
De verlichting van de Ruïne, aangebracht
onder bekwame leiding van onzen gemeen
te-architect, den heer J. Roggeveen, was bui
tengewoon goed geslaagd en wekte terecht
ieders bewondering. Prachtig deden het de
kleurige, op smaakvolle wijze aangebrachte
lampions tusschen het donkere dennen
groen; schitterend deed ook de aloude kerk
het, beschenen door een viertal schijnwer
pers. Kerkgebouw en toren leken in het
daglicht te staan. Hoog in den torentrans
gloeiden tal van roods lichtjes, hetgeen een
buitengewoon mooi effect gaf. Een leuke
vondst waren de beide sneeuwpoppen, die
uitgluurden boven de aloude Ruïnemuren
en met hun rood gloeiende neuzen de lach
lust opwekten van allen, die de verlichting
in oogenschouw namen.
Een aparte vermelding verdient ook de
verlichting van het perceel van den heer
Kollmer, op den hoek van Kerkstraat en
Dorpsstraat, welke een zeer voornamen in
druk maakte.
In de cafc's werd het na den optocht zeer
druk. Het comité verzamelde al z'n leden
en pok die van de sub-comité's in het Oran-
jehotel. waar ervoor werd gezorgd, dat de
stemming er geducht inkwam. Dank zij het
goede voorbeeld, volgde al heel gauw het
publiek en de polonaise werd dan ook tot
een waar succes.
In de Rustende Jager waar de groote zaal
op keurige, wijze was versierd, was het prop
vol. Ook hier heerschte, evenals in de ande
re dansgelegenheden een uitbundige vreug
de.
Zoo werd ook in onze gemeente het Prin
selijk Huwelijk op waardige wijze gevierd,
door geen wanklank verstoord.
De nieuwe dag was reeds lang aangebro
ken, voordat de laatste feestgangers huis
waarts keerden.
NIEUWE NIEDORP
Een begin van brand.
Bij den heer p. Warnaar aan de Langereis
ontstond een begin van brand, welke echter
gelukkig in de kiem gesmoord werd. De
bewoners opmerkzaam gemaakt door ver
dachte geluiden begaven zich naar de dorsch-
vloer, waar zij door een dichten rook wer
den ontvangen.
Op den zolder gekomen bleek, dat een ver-
bi ndingspijp van den eenen schoorsteen
naar den anderen vervaardigd van asbest,
gioeiend heet was en voor een deel uit el
kander was gesprongen.
Door onmiddellijk krachtdadig ingrijpen
is hier erger voorkomen. Een gelukkig toe
val was het, dat dit in de morgenuren ge
beurde, want indien hetzelfde in den nacht
of bij afwezigheid der bewoners had plaats
gevonden, waren de gevolgen ongetwijfeld
ernstiger geweest.
Z1JPE
De voorzitter van het Centrale Stembu
reau heeft tot lid van den gemeenteraad be
noemd verklaard (in de vacature ontstaan
door het overlijden van den heer P. de Boer
Ez.,) den lieer W. Bos te Oudesluis. De
heer Bos behoort tot den vrijheidshond.
Zijn naam komt voor op de gecombineerde
lijst van den V. D. en Vrijheidsbond.
BENOEMD
Met ingang van 1 Januari 1937 is be
noemd tot Hoogheemraad van het Hoog
heemraadschap van de uitwaterende slui
zen in Kennemerland en West-Friesland de
heer J. Bruin Czn. te Zijpe
SINT MAARTEN
Met ingang van 1 Januari 1937 is be
noemd tot Heemraad van het ambacht van
Westfriesland, genaamd Geestermerambachf
de heer D. Swart te Sint Maarten.