iwrrxiL
Langendijker Groentenveilingen
SPORT
Ook al griep?
AKKERTJES
Voetbal
Plantenziektenkundigen Dienst
De strijd om de
„Betty
Bon n"
Groote voorraden stapelproduc-
ten geleidelijke opruiming
het loopt buitengewoon tegen
blijven de prijzen zoo slecht, dan
is men op steun aangewezen
maar die is veel te gering ge
volg: algemeene verarming
slechte prijzen voor aardappelen
roode kool van f 1.40—f 2; een
deel draait door van de gele
draait zeer veel door meestal
minimumprijs zeer slecht is
het ook voor de Deensche witte:
minimumprijs en doordraaien
groene kool afwisselende prijzen
uien slecht peen redelijk
lage prijzen voor bieten min
der aanvoer van bloemkool
lagere, afwisselende prijs aan
voer rammenas veel te laag in
prijs andijvie 50 cent
De voorraden stapelproducten, welke nog
bij onze tuinders aanwezig zijn, zijn nog vrij
groot. Dit zit 'm natuurlijk in de goede teelt
Er komen ook flinke hoeveelheden aan de
veilingen. Dat ruimt op. Doch het is slechts
het normale kwantum, dat wordt aange
voerd, misschien nog wel'iets minder, want
de prijzen zijn van dien aard, dat er heel
weinig geriskeerd wordt, als men de kat nog
maar een tijdje uit den boom kijkt. De
meeste bouwers beseffen echter ongetwijfeld,
dat, als men de voorraden niet geleidelijk
opruimt, er straks zulk een overvoerde markt
zou komen, waardoor de prijzen nog lager
zouden worden dan ze nu al zijn. En er
is geld noodig voor levensonderhoud! Het
loopt inderdaad weer buitengewoon tegen
voor de tuinders. Het beetje vorst, dat we
hebben gehad, is alweer over, zoodat het
wachten op winterweer blijft. Maar eiken
dag is er een, denkt de tuinder. De mogelijk
heid van stevige vorst wordt met den dag
kleiner. En als die niet de helpende hand
aan den Langendijker tuinbouw biedt, dan
zal het weer op den steun aan moeten. Wat
dat beteekent, weten onze bouwers al. Nooit
is die steun van dien aard, dat men komt
aan den productieprijs, waarin ook het loon
van den tuinder zelf tot een redelijk bedrag
is begrepen. Er wordt dan weer met verlies
gewerkt. De tuinbouwer boert achteruit. Dat
doet hij nu al 6 jaar en dan moeten het
sterke beenen zijn, die deze tegenslagen kun
nen dragen. Zoo is het te begrijpen, dat onze,
vroeger zoo welvarende tuindersstreek, al
meer en meer verarmt. Zoo nu en dan moe
ten er enkelen het bijltje bij neerleggen, door
gaans menschen, die op leeftijd zijn geko
men. Met het tuinder-zijn is het voor hen
voor altijd gedaan. Alle illusies, alle hoop
vervlogen na een leven van harden arbeid.
Oud en arm, ziedaar hun loon.
En uit deze triestcn toestand biedt geen
enkele veilirig'sdag uitkomst. Alles was weer
Veel te laag in prijs, de afgeloopen week.
Aardappels, die nog aan beide veilingen wer
den aangevoerd, brachten prijzen op, die een
bespotting zijn, van wat het zou moeten we
zen. Slechts f2.20 brachten beste blauwe Ei
genheimers op, soms, maar bij groote uit
zondering, iets meer. Eigenheimers, blanke,
deden f2.10. Een enkel partijtje Schotsche
muizen deed fl.60f2; Drielingen brach
ten f 1.90 op en Friso f 1.80.
En dan de verschillende koolsoorten!
Slecht, bedroevend slecht ging het er mee.
Veel van de aangevoerde roode kool bracht
niet den minimumprijs op. Het afwijkende
goed draaide bijna allemaal door. Doch niet
alleen dit, ook eerste soort kon, voor wat de
groote sortcering en de kleinste betrof, vaak
geen kooper vinden. Middelgroote kool werd
gekocht voor prijzen van fl.60—f2.— en
f2.20, een enkele maal f2.30. Aan beide vei
lingen werd in totaal bijna 70 spoorwagens
roode kool aangevoerd, waarvan het groot
ste gedeelte aan de veiling van den Noorder-
marktbond. Helaas trad nog geen verbetering
in voor de gele kool. Integendeel het ging er
nog slechter mee. Van deze koolsoort is maar
heel weinig te verkoopen, zoodat veel voor
de tweede maal moet worden aangeboden,
wanneer het dan voor de koeien wordt be
stemd. Wat verkocht werd, bracht f 1.20, een
enkele maal f 1.30 op. En dat voor 100 K.G.
van de mooiste kool. Ook hiervan werden
ongeveer 70 spoorwagens aan de veilingen
gebracht, het grootste gedeelte aan die van
de L.G.C.
Van de Deensche witte wordt nog een ge
deelte door de zouters afgenomen voor den
inmaak van zuurkool, en wel de grootste.
De prijs was doorgaans f 1.soms 1 of 2
dubbeltjes hooger. Een belangrijk gedeelte
draaide door. De koeboeren zijn de voor
naamste afnemers.
Het is duidelijk, dat deze prijzen, zoowel
van gele en roode als Deensche witte ver be
neden den productieprijs liggen, zoodat al
leen een flinke steun op deze producten de
houders er van kan schadeloos stellen. Daar
alle reserves bij verreweg de meesten zijn
opgeteerd, kunnen zij alleen op die wijze
voor den ondergang worden behoed.
Dank zij het zachte weer, is er nog altijd
aanvoer van groene kool aan de Broeker
veiling. De prijzen van dit product loopen vrij
ver uiteen, afhankelijk van grootte en kwa
liteit. De kleinste brachten f 1.f 1.60 op,
grootere tot f 2.50 en de grootste van f 2,80—
f 4.20.
De aanvoer van uien was grooter. De prij
zen waren slecht. Enkele partijtjes nep
brachten tot ruim f 6.op met uitzondering.
Drielingen waren ook gedaald. Zelden werd
een prijs boven f2.50 besteed. Veel werd voor
f2.f2.40 verkocht, enkele partijen daalden
tot beneden f2.Voor gewone uien werd
f 1.f 1.40 betaald, een enkele maal 1 of 2
dubbeltjes meer. Ook grove uien deden het
slecht. Ze brachten f 1.20f 1.80 op. De aan
voer beliep ongeveer 18 spoorwagens.
De aanvoer van wortelen was nog niet
groot. De prijzen konden beter zijn, ze z'n
echter niet zoo slecht al die der meergenoem
de producten. Kleine peen bracht 60 a 80 cent
op, groote fl— fl.80, vurige aanmerkelijk
minder.
De bietenaanvoer kon grooter zijn. Op som
mige dagen was er nogal vraag naar dit ar
tikel, ofschoon de prijzen daarbij laag ble
ven. Mooie, kleine gingen van f 1.20f 1.90,
groote van 60 cent tot 90 cent en matige onge
veer f 1.
De aanvoer van bloemkool wordt al klei
ner. De prijzen werden er deze week niet
beter op. Aanvankelijk kon voor de mooiste
en grootste van f7f8.60 worden bedongen,
voor de kleinere f4.50f6.Later zakte
deze prijs met f 1 a f2.50. Tweede soort bracht
in den aanvang f2.10—f3.60 op, later f2.10
—f2.50.
De aanvoer van rammenas had niet veel te
beteekenen. De prijzen waren aan den zeer
lagen kant n.1. f 1.20—f 1.90.
Een hoeveelheid andijvie bracht f0.50 op.
Die hoofdpijn, dat gevoel van
ziek zijn en die pijnen overal
zullen dan snel verdwijnen met
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER-CACHETS
K.G.B. I—VOORWAARTS I 0-0
Een gebrek aan schutters doet
zich gevoelen Goed werk van
de V.-achterhoede.
In een vrijwel gelijk opgaanden strijd, heb
ben KGB en Voorwaarts de punten gedeeld.
Voor de rust was KGB de sterkste, en mocht
Voorwaarts van geluk spreken dat ze er
zonder kleeren scheuren afkwam in de
tweede helft echter waren de rollen omge
keerd. Het gelijke spel geeft de verhouding
dan ook goed weer. Bij Voorwaarts ontbra
ken de schutters, wat toch bewezen kan wor
den geacht door het feit, dat Voorwaarts
in de laatste 4 wedstrijden twee doelpun
ten scoorde, maar tevens 6 winstpunten
boekte. Voor de voorhoede mag een cn an
der minder prettig klinken, voor de achter
hoede met den keeper aan 't hoofd .is het
een compliment. Zij toch zijn in deze vier
wedstrijden niet eenmaal gepasseerd gewor
den.
Over den wedstrijd het volgende. Om
ruim half drie laat scheidsrechter Phillip-
pie uit Hoorn beginnen. KGB wint de toss
en Voonvaarts trapt af. Dadelijk is het K
GB, welke de bal overneemt, en eenige snel
le aanvallen volgen. Een paar harde schoten
gaan juist naast het Voonvaarts doel. Met
een mooie kopbal van den middenvoor, weet
de keeper wel raad. Voorwaarts bepaalt
zich tot een enkele doorbraak, maar gevaar
levert het niet op. Weer komt KGB terug;
een ophooping van spelers voor het Voor
waarts doel, een schot, KGB juicht, maar
de scheidsrechter heeft juist voor buiten
spel gefloten. Voorwaarts wordt nu wakker
Ruwe,gesprongen handen
barsten en groeven, jeukend en branderig, ge
zwollen en rood. Neen, zóó kunt U zich niet
in gezelschap vertoonen. Waarom ook? Zwitsal
- de zalf met onbegrijpelijke geneeskracht
maakt ook Uw handen weer zacht, glad en
blank. Vraag het oordeel van Moeders, die
het gevoelige huidje van hun kinderen met
Zwitsal behandelen, zij kénnen de waarde
van deze Zwitsersche Balsem. 5
cèo sjjM mot
DOOZEN
30 «n 60 e.
TUBE 25 c.
POEDER In
STROOIBUS
40 c.
geschud, de linksbuiten gaat er van door,
een pracht voorzet volgt maar de mooie
kans wordt om zeep gebracht, meters naast
Aan den anderen kant, krijgt KGB twee
corners te nemen, maar ook zonder succes.
Tot aan de rust behoudt KGB het beste
van het spel, maar hoe er gewerkt wordt
de Voorwaarts achterhoede weet van geen
wijken.
De tweede helft begint met een serie aan
vallen van Voorwaarts. Als de linksbuiten
een pracht kans krijgt schiet hij .precies
in keepers handen. Weer een mooie voor
zet, maar nu kopt de rechtsbuiten, die naar
binnen is geloopen, huizen hoog over.
Het KGB publiek begint zich te roeren,
maar de bezoekers zijn niet weg te slaan.
KGB moet het van een enkele doorbraak
hebben, verder dan de beide backs brengen
ze het nooit. Weer gaat Voorwaarts er van
door, Kos zal schieten, maar wordt omver
gewerkt, en de scheidsrechter wijst naar de
witte stip. Penalty.
S. Mettes plaatst zich achter de bal, het
schot belandt tegen de lat, en wordt weg
gewerkt. Nu is KGB niet meer te houden,
met man en macht gaat de bal nu naar vo
ren, een schot op 2 a afstand volgt maar
de Voorwaartskeeper redt vallende.
De laatste minuten zijn voor KGB, de
bal is niet voor het Voorwaarts doel weg
te krijgen. Onder geweldige spanning komt
het einde: de stand is dubbel blank geble
ven, waarmede beide partijen tevreden kun
nen zijn.
DTS in de meerderheid, de jongens wisten
er echter geen munt uit te slaan.
Tegen het einde van den wedstrijd zette
MFC op; de voorhoede faalde evenwel en
zoo kwam 't einde aan dezen aardigen wed
strijd. De puntjes werden eerlijk gedeeld.
De leiding van den scheidsrechter was
goed, al floot hij wel wat veel.
WAARLAND.
Con-Zelo-nieuwsCon-Zelo; 1 speelde thuis
tegen Rood-Wit 1 en wón met, 4—2...
MFC I—DTS I 0—0.
Zondag werd in Medemblik deze match ge
speeld, met het bovengenoemde blanco resul
taat. Er was tamelijk veel publiek toen in
den mist werd begonnen. DTS speelde voor
de rust voor den wind en was wel in de
meerderheid. J. Dekker had al direct een dot
van een kans, welke echter om zeep werd
gebracht. Er werden zoo heel wat meer kan
sen onbenut gelaten, hetgeen wel te wijten
was aan de minder goede schotvaardigheid
van de DTS-voorhoede, welke steeds strand
de op de verdediging van MFC, die zeer
goed stand hield. Over het algemeen was het
spel van de MFC-voorhoede ook minder van
gehalte dan van de achterhoede. Het lag dan
ook wel aan de voorhoede, dat geen doel
punten werden gemaakt.
De rust brak aan met DTS in de meerder
heid, doch een blanco stand.
Na de thee was de mist opgetrokken het
geen echter op het spel weinig invloed had.
Tot pl.m. 20 minuten voor het einde was
DIRKSHORN I—SCHOORL II. 4-0.
Voor een vrij talrijk publiek heeft Dirks-
horn als reactie op de nederlaag vorige
week te Koedijk geleden nu een mooie
en verdiende 4—0 overwinning op de Schoorl-
menschen weten te behalen. Dirkshorn is
hierdoor in „de running" gebleven voor het
kampioenschap, dat nog wel in een zeer ver
verschiet schemert maar in dezen vorm
spelend, is het mogelijk om dat te bereiken.
Er ontwikkelde zich na het begin een vlot
te partij voetbal op het zeer zware terrein,
met D. toch duidelijk aanwijsbaar als de
sterkere. Van der Molen en Blauw waren er
uitstekend „in". Hun terugspelen op den kee
per, het afnemen en retourneeren, was alles
„O K.". Maar even daarna zien we een
Schoorl speler in 't beruchte gebied gedeci
deerd hands maken, maar scheidsrechter had
niets gezien en er kwam dus geen penalty.
Schoorl's voorhoede die af en toe mooi open
spelend los wist te komen, kon echter het
juiste schot niet vinden, daar mankeerde
den geheelen wedstrijd door bij S. juist alles
aan.
De eerste goal wordt door Van Teulingen
na goed aangeven van de middenlinie, zui
ver en hoog ingeschoten en de stand was 10
voor D.F.C. Het spel golft op en neer, met
beide ploegen afwisselend aanvallend en het
is uit één dezer aanvallen dat Schuit goed
doorloopt en de overigens uitstekende S. kee
per voor de tweede maal het nakijken geeft.
2—0.
D. is over het algemeen een graad sterker,
het had Schoorl, wat men zou noemen, „in
de hand", waarbij niet gedacht moet worden
dat het zoo was, dat D. deed wat het wilde,
Maar er was dat likje overwicht dat een
ploeg rustig maakt, er gebeurt dan meer wel
overwogen, het klopt dan zoomaar allemaal.
Vooral de D. middcnlinie gaf met J. v. d.
Molen, Ben de Vet en Doorn een uitsteken
de partij dezen middag: er werd gestuwd en
aangegeven zooals het moet. Dat zagen we
in lang niet zoo.
Na een kleine opflikkering verflauwde S.'s
spel. En nu gaf D. verder den toon aan. De
derde goal door Sloof voor D.F.C. gemaakt
Was van pracht gehalte: een solo-ren door de
achterhoede 'werd besloten met een vliegend
schot, dat onhoudbaar was.
Het is Van Teulingen die no. 4 maakt, na
best opbrengen van Numan. En dan gelooft
men het wel. Het einde kwam met een 40
stand voor D.F.C. Een goede wedstrijd is het
geweest voor alle D.F.C. spelers en ook een
wedstrijd die fair gespeeld is: het was span
nend en mooi.
Eerst naar LINKS,
dan naar RECHTS
uitkijken vóór u
oversteekt, en...,
even uw beurt af
wachten. (Neem lie
ver een latere tram
dan., de auto van
den „Eerste Hulp
dienst".)
I
Winterb espuiting en van
vruchtboomen (vervolg).
Wie ons vorig stukje omtrent winterbe
spuitingen gelezen heeft zal gezien hebben,
dat gedurende den betrekkelijken rust van
den winter zoogoed als alle houtachtige ge
wassen met vruchtboomcarbolineum ge
spoten kunnen worden.
Deze bespuitingen helpen echter niet te
gen zwamziekten, hoewel ze soms indirect
daarop van gunstigen invloed zijn. Tegen
vlekkige, gebarsten en misvormde vruch
ten helpt het dus niet. Daan-oor dienen de
bespuitingen tijdens den groei, dus als de
boomen in blad staan. Dan moeten echter;
andere spuitmiddelen gebruikt worden.
Op het oogenblik moeten wij ons dus
bepalen tot de vrucht boomcarbolineum.
In de eerste plaats dient opgemerkt te
worden, dat de bespuitingen natuurlijk goed
moeten worden uitgevoerd, dat wil zeggen,
er moet met kracht gespoten worden om
dat dan de vloeistof diep doordringt, ver
volgens moet dichtbij het hout gespoten
worden en tenslotte moet men er rekening
mede houden, dat de takken rond zijn en
dat men die takken dus van verschillende
kanten moet bespuiten.
Wat het klaarmaken van de oplossing be
treft kan worden opgemerkt, dat het ver
keerd is om eerst de carbolineum in dö
spuit te doen en er dan de benoodigde hoe
veelheid water bij te doen. Men moet dus
eerst de afgemeten hoeveelheid water in
de spuit doen en dan moet de afgerekende
hoeveelheid carbolineum erbij gedaan wor
den terwijl natuurlijk goed geroerd moet
worden. Bij het oplossen moet een melkach
tige vloeistof ontstaan. Is de kleur donker,
dan mankeert er wat aan de carbolineum of
aan het water. De vruchtboomcarbolineum
kan b.v. uitgevroren zijn of het water kan
te zout zijn.
Wie bijzonderheden opmerkt bij het ma
ken van oplossingen behoeft slechts een
briefkaartje te schrijven, dan wordt het
verder wel voor hem uitgezocht.
De vruchtboomcarbolineumsoorten van dö
gewone handelskwaliteiten zijn veelal wel
goed omdat de verschillende fabrikanten
onder toezicht staan van den Plantenziek
tenkundigen dienst, die overal in het land
en op verschillende tijdstippen monsters
van de verschillende soorten trekt.
In een enkel geval kan het gebruikte
water te hard zijn, dat wil zeggen, er kan
teveel kalk in aanwezig zijn. Dit kan ver
holpen worden door soda aan het water toe
te voegen. Het beste is echter dit door de
fabriek of door den Plantenziektenkundi
gen dienst te laten uitrekenen, tenzij men
zelf voldoende chemische kennis heeft. Men
kan spuiten tot op het oogenblik, dat er;
werking in de knoppen komt. Dan moet
men ermede ophouden omdat andei's do
kans op beschadiging te groot wordt. Voor,
alle vruchtboomsoorten valt het oogenblik,
waarop men niet met vruchtboomcarboline
um mag spuiten dus niet samen Ook do
ondervinding spreekt wel een woordje me
de, evenals soortenkwestie.
Tenslotte zij erop gewezen, dat de me-
dedeeling No. 33 van den Plantenziekten
kundigen dienst „sproeien en sproeiers" en
No. 73 „sproeischema voor vruchtboomen'*
zooveel nuttige gegevens bevatten en zoo
goedkoop zijn, dat ook den bezitter van een
kleinen tuin kan worden aangeraden za
aan te schaffen.
Ze kunnen besteld worden bij ondergetee-
kende en bij den Plantenziektenkundigen
dienst te Wageningcn.
Vragen op dit gebied worden gaarne
door den ambtenaar bij den Plantenziekten
kundigen dienst beantwoord.
VAN HERWIJNEN St. Pancras,
Feuilleton
door Friedrich
L i n d e m a n
47.
De sleepboot bracht het door de Narrows
tot op de hoogte van Sandy Hook. Hier haakte
zij af, gaf drie signalen en de „Betty Bonn"
heesch alle zeilen in een frisschen Westen
wind. Koerste naar de Azoren.
Had tot op heden de dronkenschap van het
huwelijksfeest, de opwinding van de uitreis,
de nieuwheid der omgeving de bemanning in
een vrooljjke bui gehouden, nu begon het
alledagsleven der zee. Het land was ver
dwenen.
De wachten waren ingedeeld. Glover ging
naar beneden naar zijn jonge vrouw. Andrew
Gilling had de eerste wacht. Hij begon dus
eens goed poolshoogte te nemen van den
vreemdeling dien zij 's nachts aan boord ge
bracht hadden en dien zg vergeten hadden.
Gilling, de „wilde", had een zwak voor men
schen, die „shanghait" of met andere woorden
gezegd „door zichzelf gestolen" waren. Zooals
hij zei: ze moesten eerst getemd worden, dan
waren het de beste werklui. Hij ontsloot de
deur van het zeilhok. Een wolk van teerlucht
en alcohol kwam hem tegemoet. Voor hem op
den grond lag de man en sliep.
Hg stootte hem met zijn voet ruw en zei:
Sta op, daar!
De vreemde draaide zich om en bromde iets,
dat klonk als een bestelling voor den kellner.
De stuurman nam den half bewustelooze
bij zijn kraag en sleepte hem op dek. Toen
sloeg hg een emmer water uit zee op en goot
het den man over zijn hoofd uit. Deze ijskoude
groet, ontnuchterde hem in zooverre, dat hij
langzaam overeind kwam en om zich heen
keek.
Dan drong het langzamerhand tot hem
door, waar hg was.
Met een sprong was hg overeind, sloeg wild
met zijn armen om zich heen en schreeuwde,
half in 't Engelsch, half in 't Spaansch, dat
hg eischte, dat men hem zoo spoedig mogelijk
weer aan land zou brengen; het schip moest
keeren, hij was wederrechtelijk hier naar toe
gesleept.
Gilling's eenig antwoord op dezèn woorden
stroom, die vergezeld ging van een stroom
vloeken, was een vuistslag, die den woeden
den man als een blok ter aarde deed storten.
Slechts voor een seconde echter.
Reeds was hg weer op de been en vloog
op den stuurman toe als een tijger. Deze ken
de het spelletje echter.
Gilling, geoefend, vierkant, toegerust met
ijzeren bicept, hield zijn hoofd tusschen zijn
schouder vast en hamerde met zgn reuzen
vuisten erop met de regelmaat van een
stoomhamer. De andere was allang ontnuch
terd.
Hiervoor in de plaats had een nieuwe roes
hem bevangen, een blinde woede, iemand te
treffen, te slaan, te verwonden.
Hij rende tegen Gilling op met een dierlijke
felheid en wildheid. Hij was een goed ander
half' hoofd grooter dan den stuurman. Hg
was jong, hoogstens dertig, had zwart haar
en waanzinnig gloeiende oogen in een bijna
olijfbruin gezicht.
Maar toch was het een ongelijke strijd. Als
een oud ërvaren bokser, dreef de stuurman
zijn tegenstander voor zich uit, tot hfj hem
in een hoek gedreven had.
Hier sloeg hij hem tegen den grond en liet
hem liggen.
Daarna ging hij kalm, zooals hij gekomen
was, weer naar achteren.
Hij wist maar al te good hoeveel paar
oogen achter de deuren zijn bewegingen stuk
voor stuk volgden en dat deze krachtsuiting
beslissend was voor zijn positie aan boord.
Maar wat hij niet wist was, dat d't gevecht
het begin beteekende van alle ongelukkige
omstandigheden en geheimzinnige daden, die
zich onafwendbaar samenvoegen zouden tot
het geheim der „Betty Bonn".
Nauwelijks was de stuurman naar achteren
verdwenen, of uit de dekhut kwamen voor
zichtig vijf mannen te voorschijn, die den ge
kwetste naar binnen haalden.
Emmo Deerkson moest warm water halen.
Met een grog van whisky trachtte men den
man weer bij te brengen. Veel was er niet
voor noodig. Met hernieuwde kracht braakte
deze verwenschingen uit tegen het heele schip
en tegen „hem daar voor".
Deze jonge wilde heette Tonio Ibarra.
Hij was een Spanjaard, uitgeweken, en had
te New-York bij een vruchtenhandelaar ge
werkt. Zwaar werk gedaan.
Maar, madre de dios, op dit ellendige schip
zou hg geen hand uitsteken en als deze ellen
dige stuurman hem nóg eens durfde aan te'
raken. Dana por todos santo, dan zou hij,
Tonio Ibarra, uezen slavenhandelaar mee naar
de hel nemen.
De andere zes, vanaf den roodharigen Schot
Jack Dugan tot den kajuitsjongen Emmo
Deerkson toe, zaten stom en roerloos naar
deze woede-uitingen van den Spanjaard te
luisteren.
Alleen dit eene begrepen zij allen goed: de
partijen waren gesplitst: hier de bemanning
en daar de „wilde". Waartoe de kapitein be
hoorde, was nog niet zeker. Maar zg, in het
manschappenlogies, zouden zeker samengaan
tegen dien achter in de kajuit.
En als onderpand voor deze bond gaf ieder
een stuk kleeren weg, die een broek of een
jas of wat hij missen kon, aan Tonio Ibarra.
Charlie Moore, de Cockney, die de ronse
laar Bert Fisher asui boord had laten brengen,
dook in zijn zeekist, haalde iets te voorschijn
en drukte het zonder iets verder te zeggen
den Spanjaard in de hand: een dolkmes.
Hoe zou de kapitein zgn? Deze vraag ging
ook Andrew Gilling aan 't hart. Dat wil zeg
gen: voor hem beteekende het niet zoozeer
een vraag, dan wel: dit of dat.
Op de schepen, die hg tot heden bestuurd
had, was altijd maar een baas geweest, An
drew Gilling, en niemand anders.
Wanneer de kapitein zich in het begin er
tegen verzette, dan was het meestal tot uit
eenzettingen gekomen, die alleen tot woorden
en schelden beperkt bleven. De matelooze
kracht van den stuurmna was altgd de beste
hulp geweest voor zgn grenzelooze zelfbe
wustheid. Dat hij steeds, na elke reis, weer
afgemonsterd werd, kon hem absoluut niets
schelen, daar de kapiteins nog graag geld toe
betaalden alleen om hem kwgt te raken.
Dat was voor hem slechts een bewgs te
meer voor hun stommiteit. En dat de reeders
hem nooit het bevel over een schip gaven, dat
was alleen maar hopelooze kortzichtigheid
van die lieden.
Adrew Gilling liep op het dek op en neer.
Achter hem aan 't roer, stond roerloos Bob
Harley, een der Frisco bemanning.
Andrew Gilling rookte zwijgend zgn pgp als
een vreedzaam burger, die 's Zondagsmorgens
na kerkgang nog een morgenwandelingetje
doet. Maar zijn vogelblik zag alles wat er op
het schip plaats vond. Zij zag ook de bewe
ging voor in het manschapslogies.
Eenmaal, toen Emmo Deerkson ongezien
de kombuis in wilde glippen, riep hij hem
toe:
Kok, de Spanjaard krijgt niets te eten,
voor dat ik bevel daartoe geef, begrepen?
Het antwoord was een gedempt vloeken in
de dekhut. Adrew Gilling had iets anders
verwacht.
Lafaards! Ziezoo dat zaakje was opge
knapt.
Een heel andere toon heerschte in de kajuit.
Pianospelen, lachen, zingen, een heldere vrou-i
wenstem en een donkere mannenbas, den ge
heelen morgen lang.
Andrew Gilling trok zijn mondhoeken om
laag. Die vierden daar wittebroodsweken. Dat
stoeide en pakte en kuste maar, om slecht van
te worden. Andrew Gilling liep een paar maal
stampend over de dekhut.
Maar die lieten zich niet storen in hun ver
liefdheid. Steeds maar weer dat gesmoes en
opwindende lachen. Dat moest ook anders
worden. Waren per slot van rekening nu op
een schip en niet meer bg Jim Paddock.
Toen hg aan 't eind van de wacht hijzelf
had 's middags bij Emmo Deerkson in de kom
buis gegeten alleen om te hooren hoe zij
daar beneden in de manschaplogie op zouden
reageeren toen hij de kajuit binnenkwam,
stond wijn op tafel.
Betty zat met loshangend haar voor de
piano en hamerde een wilde muziek. Glover,
met gloeiend gezicht en zwaaiende armen,
danste wild rond en riep lachend tegen Gilling:
Hoho, stuurman, zoo leven wg nu.
vooruit, menschen, waar blijft ge nu? Kom
hier, meemaken!
Maar Gilling werkte als een koude douche.
Met zijn harde commandostem zei hij:
Ik ben hier stuurman en geen dans
meester, kapitein Glover.
De muziek zweeg. Glover mompelde iets
van:
Nu, nu, Gilling.
Maar deze schoof den kapitein eenvoudig
opzij, trok zijn zeejas uit, hing die aan een
spijker, ging aan tafel zitten en begon zijn
zeelaarzen uit te trekken. Daarbij zei hg:
Deze flauwe kul moet ophouden. Ik wil
rust hebben als ik van de wacht kom. Buiten
dien, wat moeten de menschen daarvan den
ken?
Glover werd bloedrood van woede.
Zoo afgemaakt te worden in tegenwoordig
heid van Betty en dan nog wel door zijn eigen
stuurman.
(Wordt vervolgd).