iwrrxiL Langendijker Groentenveilingen SPORT Ook al griep? AKKERTJES Voetbal Plantenziektenkundigen Dienst De strijd om de „Betty Bon n" Groote voorraden stapelproduc- ten geleidelijke opruiming het loopt buitengewoon tegen blijven de prijzen zoo slecht, dan is men op steun aangewezen maar die is veel te gering ge volg: algemeene verarming slechte prijzen voor aardappelen roode kool van f 1.40—f 2; een deel draait door van de gele draait zeer veel door meestal minimumprijs zeer slecht is het ook voor de Deensche witte: minimumprijs en doordraaien groene kool afwisselende prijzen uien slecht peen redelijk lage prijzen voor bieten min der aanvoer van bloemkool lagere, afwisselende prijs aan voer rammenas veel te laag in prijs andijvie 50 cent De voorraden stapelproducten, welke nog bij onze tuinders aanwezig zijn, zijn nog vrij groot. Dit zit 'm natuurlijk in de goede teelt Er komen ook flinke hoeveelheden aan de veilingen. Dat ruimt op. Doch het is slechts het normale kwantum, dat wordt aange voerd, misschien nog wel'iets minder, want de prijzen zijn van dien aard, dat er heel weinig geriskeerd wordt, als men de kat nog maar een tijdje uit den boom kijkt. De meeste bouwers beseffen echter ongetwijfeld, dat, als men de voorraden niet geleidelijk opruimt, er straks zulk een overvoerde markt zou komen, waardoor de prijzen nog lager zouden worden dan ze nu al zijn. En er is geld noodig voor levensonderhoud! Het loopt inderdaad weer buitengewoon tegen voor de tuinders. Het beetje vorst, dat we hebben gehad, is alweer over, zoodat het wachten op winterweer blijft. Maar eiken dag is er een, denkt de tuinder. De mogelijk heid van stevige vorst wordt met den dag kleiner. En als die niet de helpende hand aan den Langendijker tuinbouw biedt, dan zal het weer op den steun aan moeten. Wat dat beteekent, weten onze bouwers al. Nooit is die steun van dien aard, dat men komt aan den productieprijs, waarin ook het loon van den tuinder zelf tot een redelijk bedrag is begrepen. Er wordt dan weer met verlies gewerkt. De tuinbouwer boert achteruit. Dat doet hij nu al 6 jaar en dan moeten het sterke beenen zijn, die deze tegenslagen kun nen dragen. Zoo is het te begrijpen, dat onze, vroeger zoo welvarende tuindersstreek, al meer en meer verarmt. Zoo nu en dan moe ten er enkelen het bijltje bij neerleggen, door gaans menschen, die op leeftijd zijn geko men. Met het tuinder-zijn is het voor hen voor altijd gedaan. Alle illusies, alle hoop vervlogen na een leven van harden arbeid. Oud en arm, ziedaar hun loon. En uit deze triestcn toestand biedt geen enkele veilirig'sdag uitkomst. Alles was weer Veel te laag in prijs, de afgeloopen week. Aardappels, die nog aan beide veilingen wer den aangevoerd, brachten prijzen op, die een bespotting zijn, van wat het zou moeten we zen. Slechts f2.20 brachten beste blauwe Ei genheimers op, soms, maar bij groote uit zondering, iets meer. Eigenheimers, blanke, deden f2.10. Een enkel partijtje Schotsche muizen deed fl.60f2; Drielingen brach ten f 1.90 op en Friso f 1.80. En dan de verschillende koolsoorten! Slecht, bedroevend slecht ging het er mee. Veel van de aangevoerde roode kool bracht niet den minimumprijs op. Het afwijkende goed draaide bijna allemaal door. Doch niet alleen dit, ook eerste soort kon, voor wat de groote sortcering en de kleinste betrof, vaak geen kooper vinden. Middelgroote kool werd gekocht voor prijzen van fl.60—f2.— en f2.20, een enkele maal f2.30. Aan beide vei lingen werd in totaal bijna 70 spoorwagens roode kool aangevoerd, waarvan het groot ste gedeelte aan de veiling van den Noorder- marktbond. Helaas trad nog geen verbetering in voor de gele kool. Integendeel het ging er nog slechter mee. Van deze koolsoort is maar heel weinig te verkoopen, zoodat veel voor de tweede maal moet worden aangeboden, wanneer het dan voor de koeien wordt be stemd. Wat verkocht werd, bracht f 1.20, een enkele maal f 1.30 op. En dat voor 100 K.G. van de mooiste kool. Ook hiervan werden ongeveer 70 spoorwagens aan de veilingen gebracht, het grootste gedeelte aan die van de L.G.C. Van de Deensche witte wordt nog een ge deelte door de zouters afgenomen voor den inmaak van zuurkool, en wel de grootste. De prijs was doorgaans f 1.soms 1 of 2 dubbeltjes hooger. Een belangrijk gedeelte draaide door. De koeboeren zijn de voor naamste afnemers. Het is duidelijk, dat deze prijzen, zoowel van gele en roode als Deensche witte ver be neden den productieprijs liggen, zoodat al leen een flinke steun op deze producten de houders er van kan schadeloos stellen. Daar alle reserves bij verreweg de meesten zijn opgeteerd, kunnen zij alleen op die wijze voor den ondergang worden behoed. Dank zij het zachte weer, is er nog altijd aanvoer van groene kool aan de Broeker veiling. De prijzen van dit product loopen vrij ver uiteen, afhankelijk van grootte en kwa liteit. De kleinste brachten f 1.f 1.60 op, grootere tot f 2.50 en de grootste van f 2,80— f 4.20. De aanvoer van uien was grooter. De prij zen waren slecht. Enkele partijtjes nep brachten tot ruim f 6.op met uitzondering. Drielingen waren ook gedaald. Zelden werd een prijs boven f2.50 besteed. Veel werd voor f2.f2.40 verkocht, enkele partijen daalden tot beneden f2.Voor gewone uien werd f 1.f 1.40 betaald, een enkele maal 1 of 2 dubbeltjes meer. Ook grove uien deden het slecht. Ze brachten f 1.20f 1.80 op. De aan voer beliep ongeveer 18 spoorwagens. De aanvoer van wortelen was nog niet groot. De prijzen konden beter zijn, ze z'n echter niet zoo slecht al die der meergenoem de producten. Kleine peen bracht 60 a 80 cent op, groote fl— fl.80, vurige aanmerkelijk minder. De bietenaanvoer kon grooter zijn. Op som mige dagen was er nogal vraag naar dit ar tikel, ofschoon de prijzen daarbij laag ble ven. Mooie, kleine gingen van f 1.20f 1.90, groote van 60 cent tot 90 cent en matige onge veer f 1. De aanvoer van bloemkool wordt al klei ner. De prijzen werden er deze week niet beter op. Aanvankelijk kon voor de mooiste en grootste van f7f8.60 worden bedongen, voor de kleinere f4.50f6.Later zakte deze prijs met f 1 a f2.50. Tweede soort bracht in den aanvang f2.10—f3.60 op, later f2.10 —f2.50. De aanvoer van rammenas had niet veel te beteekenen. De prijzen waren aan den zeer lagen kant n.1. f 1.20—f 1.90. Een hoeveelheid andijvie bracht f0.50 op. Die hoofdpijn, dat gevoel van ziek zijn en die pijnen overal zullen dan snel verdwijnen met Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER-CACHETS K.G.B. I—VOORWAARTS I 0-0 Een gebrek aan schutters doet zich gevoelen Goed werk van de V.-achterhoede. In een vrijwel gelijk opgaanden strijd, heb ben KGB en Voorwaarts de punten gedeeld. Voor de rust was KGB de sterkste, en mocht Voorwaarts van geluk spreken dat ze er zonder kleeren scheuren afkwam in de tweede helft echter waren de rollen omge keerd. Het gelijke spel geeft de verhouding dan ook goed weer. Bij Voorwaarts ontbra ken de schutters, wat toch bewezen kan wor den geacht door het feit, dat Voorwaarts in de laatste 4 wedstrijden twee doelpun ten scoorde, maar tevens 6 winstpunten boekte. Voor de voorhoede mag een cn an der minder prettig klinken, voor de achter hoede met den keeper aan 't hoofd .is het een compliment. Zij toch zijn in deze vier wedstrijden niet eenmaal gepasseerd gewor den. Over den wedstrijd het volgende. Om ruim half drie laat scheidsrechter Phillip- pie uit Hoorn beginnen. KGB wint de toss en Voonvaarts trapt af. Dadelijk is het K GB, welke de bal overneemt, en eenige snel le aanvallen volgen. Een paar harde schoten gaan juist naast het Voonvaarts doel. Met een mooie kopbal van den middenvoor, weet de keeper wel raad. Voorwaarts bepaalt zich tot een enkele doorbraak, maar gevaar levert het niet op. Weer komt KGB terug; een ophooping van spelers voor het Voor waarts doel, een schot, KGB juicht, maar de scheidsrechter heeft juist voor buiten spel gefloten. Voorwaarts wordt nu wakker Ruwe,gesprongen handen barsten en groeven, jeukend en branderig, ge zwollen en rood. Neen, zóó kunt U zich niet in gezelschap vertoonen. Waarom ook? Zwitsal - de zalf met onbegrijpelijke geneeskracht maakt ook Uw handen weer zacht, glad en blank. Vraag het oordeel van Moeders, die het gevoelige huidje van hun kinderen met Zwitsal behandelen, zij kénnen de waarde van deze Zwitsersche Balsem. 5 cèo sjjM mot DOOZEN 30 «n 60 e. TUBE 25 c. POEDER In STROOIBUS 40 c. geschud, de linksbuiten gaat er van door, een pracht voorzet volgt maar de mooie kans wordt om zeep gebracht, meters naast Aan den anderen kant, krijgt KGB twee corners te nemen, maar ook zonder succes. Tot aan de rust behoudt KGB het beste van het spel, maar hoe er gewerkt wordt de Voorwaarts achterhoede weet van geen wijken. De tweede helft begint met een serie aan vallen van Voorwaarts. Als de linksbuiten een pracht kans krijgt schiet hij .precies in keepers handen. Weer een mooie voor zet, maar nu kopt de rechtsbuiten, die naar binnen is geloopen, huizen hoog over. Het KGB publiek begint zich te roeren, maar de bezoekers zijn niet weg te slaan. KGB moet het van een enkele doorbraak hebben, verder dan de beide backs brengen ze het nooit. Weer gaat Voorwaarts er van door, Kos zal schieten, maar wordt omver gewerkt, en de scheidsrechter wijst naar de witte stip. Penalty. S. Mettes plaatst zich achter de bal, het schot belandt tegen de lat, en wordt weg gewerkt. Nu is KGB niet meer te houden, met man en macht gaat de bal nu naar vo ren, een schot op 2 a afstand volgt maar de Voorwaartskeeper redt vallende. De laatste minuten zijn voor KGB, de bal is niet voor het Voorwaarts doel weg te krijgen. Onder geweldige spanning komt het einde: de stand is dubbel blank geble ven, waarmede beide partijen tevreden kun nen zijn. DTS in de meerderheid, de jongens wisten er echter geen munt uit te slaan. Tegen het einde van den wedstrijd zette MFC op; de voorhoede faalde evenwel en zoo kwam 't einde aan dezen aardigen wed strijd. De puntjes werden eerlijk gedeeld. De leiding van den scheidsrechter was goed, al floot hij wel wat veel. WAARLAND. Con-Zelo-nieuwsCon-Zelo; 1 speelde thuis tegen Rood-Wit 1 en wón met, 4—2... MFC I—DTS I 0—0. Zondag werd in Medemblik deze match ge speeld, met het bovengenoemde blanco resul taat. Er was tamelijk veel publiek toen in den mist werd begonnen. DTS speelde voor de rust voor den wind en was wel in de meerderheid. J. Dekker had al direct een dot van een kans, welke echter om zeep werd gebracht. Er werden zoo heel wat meer kan sen onbenut gelaten, hetgeen wel te wijten was aan de minder goede schotvaardigheid van de DTS-voorhoede, welke steeds strand de op de verdediging van MFC, die zeer goed stand hield. Over het algemeen was het spel van de MFC-voorhoede ook minder van gehalte dan van de achterhoede. Het lag dan ook wel aan de voorhoede, dat geen doel punten werden gemaakt. De rust brak aan met DTS in de meerder heid, doch een blanco stand. Na de thee was de mist opgetrokken het geen echter op het spel weinig invloed had. Tot pl.m. 20 minuten voor het einde was DIRKSHORN I—SCHOORL II. 4-0. Voor een vrij talrijk publiek heeft Dirks- horn als reactie op de nederlaag vorige week te Koedijk geleden nu een mooie en verdiende 4—0 overwinning op de Schoorl- menschen weten te behalen. Dirkshorn is hierdoor in „de running" gebleven voor het kampioenschap, dat nog wel in een zeer ver verschiet schemert maar in dezen vorm spelend, is het mogelijk om dat te bereiken. Er ontwikkelde zich na het begin een vlot te partij voetbal op het zeer zware terrein, met D. toch duidelijk aanwijsbaar als de sterkere. Van der Molen en Blauw waren er uitstekend „in". Hun terugspelen op den kee per, het afnemen en retourneeren, was alles „O K.". Maar even daarna zien we een Schoorl speler in 't beruchte gebied gedeci deerd hands maken, maar scheidsrechter had niets gezien en er kwam dus geen penalty. Schoorl's voorhoede die af en toe mooi open spelend los wist te komen, kon echter het juiste schot niet vinden, daar mankeerde den geheelen wedstrijd door bij S. juist alles aan. De eerste goal wordt door Van Teulingen na goed aangeven van de middenlinie, zui ver en hoog ingeschoten en de stand was 10 voor D.F.C. Het spel golft op en neer, met beide ploegen afwisselend aanvallend en het is uit één dezer aanvallen dat Schuit goed doorloopt en de overigens uitstekende S. kee per voor de tweede maal het nakijken geeft. 2—0. D. is over het algemeen een graad sterker, het had Schoorl, wat men zou noemen, „in de hand", waarbij niet gedacht moet worden dat het zoo was, dat D. deed wat het wilde, Maar er was dat likje overwicht dat een ploeg rustig maakt, er gebeurt dan meer wel overwogen, het klopt dan zoomaar allemaal. Vooral de D. middcnlinie gaf met J. v. d. Molen, Ben de Vet en Doorn een uitsteken de partij dezen middag: er werd gestuwd en aangegeven zooals het moet. Dat zagen we in lang niet zoo. Na een kleine opflikkering verflauwde S.'s spel. En nu gaf D. verder den toon aan. De derde goal door Sloof voor D.F.C. gemaakt Was van pracht gehalte: een solo-ren door de achterhoede 'werd besloten met een vliegend schot, dat onhoudbaar was. Het is Van Teulingen die no. 4 maakt, na best opbrengen van Numan. En dan gelooft men het wel. Het einde kwam met een 40 stand voor D.F.C. Een goede wedstrijd is het geweest voor alle D.F.C. spelers en ook een wedstrijd die fair gespeeld is: het was span nend en mooi. Eerst naar LINKS, dan naar RECHTS uitkijken vóór u oversteekt, en..., even uw beurt af wachten. (Neem lie ver een latere tram dan., de auto van den „Eerste Hulp dienst".) I Winterb espuiting en van vruchtboomen (vervolg). Wie ons vorig stukje omtrent winterbe spuitingen gelezen heeft zal gezien hebben, dat gedurende den betrekkelijken rust van den winter zoogoed als alle houtachtige ge wassen met vruchtboomcarbolineum ge spoten kunnen worden. Deze bespuitingen helpen echter niet te gen zwamziekten, hoewel ze soms indirect daarop van gunstigen invloed zijn. Tegen vlekkige, gebarsten en misvormde vruch ten helpt het dus niet. Daan-oor dienen de bespuitingen tijdens den groei, dus als de boomen in blad staan. Dan moeten echter; andere spuitmiddelen gebruikt worden. Op het oogenblik moeten wij ons dus bepalen tot de vrucht boomcarbolineum. In de eerste plaats dient opgemerkt te worden, dat de bespuitingen natuurlijk goed moeten worden uitgevoerd, dat wil zeggen, er moet met kracht gespoten worden om dat dan de vloeistof diep doordringt, ver volgens moet dichtbij het hout gespoten worden en tenslotte moet men er rekening mede houden, dat de takken rond zijn en dat men die takken dus van verschillende kanten moet bespuiten. Wat het klaarmaken van de oplossing be treft kan worden opgemerkt, dat het ver keerd is om eerst de carbolineum in dö spuit te doen en er dan de benoodigde hoe veelheid water bij te doen. Men moet dus eerst de afgemeten hoeveelheid water in de spuit doen en dan moet de afgerekende hoeveelheid carbolineum erbij gedaan wor den terwijl natuurlijk goed geroerd moet worden. Bij het oplossen moet een melkach tige vloeistof ontstaan. Is de kleur donker, dan mankeert er wat aan de carbolineum of aan het water. De vruchtboomcarbolineum kan b.v. uitgevroren zijn of het water kan te zout zijn. Wie bijzonderheden opmerkt bij het ma ken van oplossingen behoeft slechts een briefkaartje te schrijven, dan wordt het verder wel voor hem uitgezocht. De vruchtboomcarbolineumsoorten van dö gewone handelskwaliteiten zijn veelal wel goed omdat de verschillende fabrikanten onder toezicht staan van den Plantenziek tenkundigen dienst, die overal in het land en op verschillende tijdstippen monsters van de verschillende soorten trekt. In een enkel geval kan het gebruikte water te hard zijn, dat wil zeggen, er kan teveel kalk in aanwezig zijn. Dit kan ver holpen worden door soda aan het water toe te voegen. Het beste is echter dit door de fabriek of door den Plantenziektenkundi gen dienst te laten uitrekenen, tenzij men zelf voldoende chemische kennis heeft. Men kan spuiten tot op het oogenblik, dat er; werking in de knoppen komt. Dan moet men ermede ophouden omdat andei's do kans op beschadiging te groot wordt. Voor, alle vruchtboomsoorten valt het oogenblik, waarop men niet met vruchtboomcarboline um mag spuiten dus niet samen Ook do ondervinding spreekt wel een woordje me de, evenals soortenkwestie. Tenslotte zij erop gewezen, dat de me- dedeeling No. 33 van den Plantenziekten kundigen dienst „sproeien en sproeiers" en No. 73 „sproeischema voor vruchtboomen'* zooveel nuttige gegevens bevatten en zoo goedkoop zijn, dat ook den bezitter van een kleinen tuin kan worden aangeraden za aan te schaffen. Ze kunnen besteld worden bij ondergetee- kende en bij den Plantenziektenkundigen dienst te Wageningcn. Vragen op dit gebied worden gaarne door den ambtenaar bij den Plantenziekten kundigen dienst beantwoord. VAN HERWIJNEN St. Pancras, Feuilleton door Friedrich L i n d e m a n 47. De sleepboot bracht het door de Narrows tot op de hoogte van Sandy Hook. Hier haakte zij af, gaf drie signalen en de „Betty Bonn" heesch alle zeilen in een frisschen Westen wind. Koerste naar de Azoren. Had tot op heden de dronkenschap van het huwelijksfeest, de opwinding van de uitreis, de nieuwheid der omgeving de bemanning in een vrooljjke bui gehouden, nu begon het alledagsleven der zee. Het land was ver dwenen. De wachten waren ingedeeld. Glover ging naar beneden naar zijn jonge vrouw. Andrew Gilling had de eerste wacht. Hij begon dus eens goed poolshoogte te nemen van den vreemdeling dien zij 's nachts aan boord ge bracht hadden en dien zg vergeten hadden. Gilling, de „wilde", had een zwak voor men schen, die „shanghait" of met andere woorden gezegd „door zichzelf gestolen" waren. Zooals hij zei: ze moesten eerst getemd worden, dan waren het de beste werklui. Hij ontsloot de deur van het zeilhok. Een wolk van teerlucht en alcohol kwam hem tegemoet. Voor hem op den grond lag de man en sliep. Hg stootte hem met zijn voet ruw en zei: Sta op, daar! De vreemde draaide zich om en bromde iets, dat klonk als een bestelling voor den kellner. De stuurman nam den half bewustelooze bij zijn kraag en sleepte hem op dek. Toen sloeg hg een emmer water uit zee op en goot het den man over zijn hoofd uit. Deze ijskoude groet, ontnuchterde hem in zooverre, dat hij langzaam overeind kwam en om zich heen keek. Dan drong het langzamerhand tot hem door, waar hg was. Met een sprong was hg overeind, sloeg wild met zijn armen om zich heen en schreeuwde, half in 't Engelsch, half in 't Spaansch, dat hg eischte, dat men hem zoo spoedig mogelijk weer aan land zou brengen; het schip moest keeren, hij was wederrechtelijk hier naar toe gesleept. Gilling's eenig antwoord op dezèn woorden stroom, die vergezeld ging van een stroom vloeken, was een vuistslag, die den woeden den man als een blok ter aarde deed storten. Slechts voor een seconde echter. Reeds was hg weer op de been en vloog op den stuurman toe als een tijger. Deze ken de het spelletje echter. Gilling, geoefend, vierkant, toegerust met ijzeren bicept, hield zijn hoofd tusschen zijn schouder vast en hamerde met zgn reuzen vuisten erop met de regelmaat van een stoomhamer. De andere was allang ontnuch terd. Hiervoor in de plaats had een nieuwe roes hem bevangen, een blinde woede, iemand te treffen, te slaan, te verwonden. Hij rende tegen Gilling op met een dierlijke felheid en wildheid. Hij was een goed ander half' hoofd grooter dan den stuurman. Hg was jong, hoogstens dertig, had zwart haar en waanzinnig gloeiende oogen in een bijna olijfbruin gezicht. Maar toch was het een ongelijke strijd. Als een oud ërvaren bokser, dreef de stuurman zijn tegenstander voor zich uit, tot hfj hem in een hoek gedreven had. Hier sloeg hij hem tegen den grond en liet hem liggen. Daarna ging hij kalm, zooals hij gekomen was, weer naar achteren. Hij wist maar al te good hoeveel paar oogen achter de deuren zijn bewegingen stuk voor stuk volgden en dat deze krachtsuiting beslissend was voor zijn positie aan boord. Maar wat hij niet wist was, dat d't gevecht het begin beteekende van alle ongelukkige omstandigheden en geheimzinnige daden, die zich onafwendbaar samenvoegen zouden tot het geheim der „Betty Bonn". Nauwelijks was de stuurman naar achteren verdwenen, of uit de dekhut kwamen voor zichtig vijf mannen te voorschijn, die den ge kwetste naar binnen haalden. Emmo Deerkson moest warm water halen. Met een grog van whisky trachtte men den man weer bij te brengen. Veel was er niet voor noodig. Met hernieuwde kracht braakte deze verwenschingen uit tegen het heele schip en tegen „hem daar voor". Deze jonge wilde heette Tonio Ibarra. Hij was een Spanjaard, uitgeweken, en had te New-York bij een vruchtenhandelaar ge werkt. Zwaar werk gedaan. Maar, madre de dios, op dit ellendige schip zou hg geen hand uitsteken en als deze ellen dige stuurman hem nóg eens durfde aan te' raken. Dana por todos santo, dan zou hij, Tonio Ibarra, uezen slavenhandelaar mee naar de hel nemen. De andere zes, vanaf den roodharigen Schot Jack Dugan tot den kajuitsjongen Emmo Deerkson toe, zaten stom en roerloos naar deze woede-uitingen van den Spanjaard te luisteren. Alleen dit eene begrepen zij allen goed: de partijen waren gesplitst: hier de bemanning en daar de „wilde". Waartoe de kapitein be hoorde, was nog niet zeker. Maar zg, in het manschappenlogies, zouden zeker samengaan tegen dien achter in de kajuit. En als onderpand voor deze bond gaf ieder een stuk kleeren weg, die een broek of een jas of wat hij missen kon, aan Tonio Ibarra. Charlie Moore, de Cockney, die de ronse laar Bert Fisher asui boord had laten brengen, dook in zijn zeekist, haalde iets te voorschijn en drukte het zonder iets verder te zeggen den Spanjaard in de hand: een dolkmes. Hoe zou de kapitein zgn? Deze vraag ging ook Andrew Gilling aan 't hart. Dat wil zeg gen: voor hem beteekende het niet zoozeer een vraag, dan wel: dit of dat. Op de schepen, die hg tot heden bestuurd had, was altijd maar een baas geweest, An drew Gilling, en niemand anders. Wanneer de kapitein zich in het begin er tegen verzette, dan was het meestal tot uit eenzettingen gekomen, die alleen tot woorden en schelden beperkt bleven. De matelooze kracht van den stuurmna was altgd de beste hulp geweest voor zgn grenzelooze zelfbe wustheid. Dat hij steeds, na elke reis, weer afgemonsterd werd, kon hem absoluut niets schelen, daar de kapiteins nog graag geld toe betaalden alleen om hem kwgt te raken. Dat was voor hem slechts een bewgs te meer voor hun stommiteit. En dat de reeders hem nooit het bevel over een schip gaven, dat was alleen maar hopelooze kortzichtigheid van die lieden. Adrew Gilling liep op het dek op en neer. Achter hem aan 't roer, stond roerloos Bob Harley, een der Frisco bemanning. Andrew Gilling rookte zwijgend zgn pgp als een vreedzaam burger, die 's Zondagsmorgens na kerkgang nog een morgenwandelingetje doet. Maar zijn vogelblik zag alles wat er op het schip plaats vond. Zij zag ook de bewe ging voor in het manschapslogies. Eenmaal, toen Emmo Deerkson ongezien de kombuis in wilde glippen, riep hij hem toe: Kok, de Spanjaard krijgt niets te eten, voor dat ik bevel daartoe geef, begrepen? Het antwoord was een gedempt vloeken in de dekhut. Adrew Gilling had iets anders verwacht. Lafaards! Ziezoo dat zaakje was opge knapt. Een heel andere toon heerschte in de kajuit. Pianospelen, lachen, zingen, een heldere vrou-i wenstem en een donkere mannenbas, den ge heelen morgen lang. Andrew Gilling trok zijn mondhoeken om laag. Die vierden daar wittebroodsweken. Dat stoeide en pakte en kuste maar, om slecht van te worden. Andrew Gilling liep een paar maal stampend over de dekhut. Maar die lieten zich niet storen in hun ver liefdheid. Steeds maar weer dat gesmoes en opwindende lachen. Dat moest ook anders worden. Waren per slot van rekening nu op een schip en niet meer bg Jim Paddock. Toen hg aan 't eind van de wacht hijzelf had 's middags bij Emmo Deerkson in de kom buis gegeten alleen om te hooren hoe zij daar beneden in de manschaplogie op zouden reageeren toen hij de kajuit binnenkwam, stond wijn op tafel. Betty zat met loshangend haar voor de piano en hamerde een wilde muziek. Glover, met gloeiend gezicht en zwaaiende armen, danste wild rond en riep lachend tegen Gilling: Hoho, stuurman, zoo leven wg nu. vooruit, menschen, waar blijft ge nu? Kom hier, meemaken! Maar Gilling werkte als een koude douche. Met zijn harde commandostem zei hij: Ik ben hier stuurman en geen dans meester, kapitein Glover. De muziek zweeg. Glover mompelde iets van: Nu, nu, Gilling. Maar deze schoof den kapitein eenvoudig opzij, trok zijn zeejas uit, hing die aan een spijker, ging aan tafel zitten en begon zijn zeelaarzen uit te trekken. Daarbij zei hg: Deze flauwe kul moet ophouden. Ik wil rust hebben als ik van de wacht kom. Buiten dien, wat moeten de menschen daarvan den ken? Glover werd bloedrood van woede. Zoo afgemaakt te worden in tegenwoordig heid van Betty en dan nog wel door zijn eigen stuurman. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6