TWEE UITERSTEN
ODEREVUE
Van nachtkleeding
naar bruidstoilet
is een groote stap
Zaterdag 6 Februari 1937.
Vierde blad
HET ondergoed gehoorzaamt in de
laatste jaren meer en meer aan de
wet, dat het onder de japon, die het
bedekt, volkomen onzichtbaar zijn moet. De
ze regel is de toets der onderklceding ge
worden. Alle ondergoed dat onder de japon
„markeert" of zich ook maar vermoeden laat,
moet afgekeurd worden, óók al zou het in
andere opzichten nog zoo mooi zijn; ander*
zijds is onderkleeding, waarvan de aanwe
zigheid volkomen onopgemerkt blijft, geheel
en al aanvaardbaar, óók al mist zij iedere
.versiering.
Deze grondregel geldt voor alle seizoenen.
In dit koude jaargetij behoort men aan on
derkleeding zeker den eisch te stellen, dat
zij de vitale deelen des lichaams behoorlijk
beschermt en bij voorbeeld geen onbedekt
„no man's land" beginnen laat op de plaats
waar de kous eindigt maar zij behoeft
daarom nog niet verzwarend op de figuur te
werken. Dun wollen ondergoed, dat zonder
één plooitje overal de lichaamslijn volgt, doet
het even goed als een verzameling kleding
stukken, die. over elkaar worden aangetrok
ken, de huidademhaling grondig belemme
ren en op stuk van zaken toch niet veel be
ter dan een hygiënisch-rationeel wollen pak
je beschutten.
Alle versieringen zijn in dezen tijd overbo
dig. En 's zomers eigenlijk ook, want de ten-
denz in het goede seizoen de onderkleeding
tot haar meest simpele uitdrukking terug te
brengen, schijnt zich voor den komenden
zomer nog scherper te zullen uitspreken dan
reeds het geval was. Wat in een sportieven
tijd als de onze zeker niet verwonderen kan
en trouwens, zonder meer toejuiching ver
dient.
Over wat wij 's nachts te dragen hebben,
..bestaat .er niet zooveel eenstemmigheid.
Twee stroomingen bestrijden elkaar. De eer
ste houdt het op zoo luxueus-mogelijke nacht-
japonnen de pyama vindt nog maar wei
nig aanhang die meer op scheppingen
van de „haute couture" dan op die van den
lingerie-fabrikant lijken; de tweede is er op
uit ook de kleeding voor den nacht te ver
eenvoudigen. Het ziet er naar uit dat de
aanhangsters van den eenvoud terrein win
nen, want de dure nachtjapon, die wel heel
mooi maar in vele opzichten ook heel on-
practisch is en meer van een elegant désha-
billé dan van iets anders heeft, wordt min
der en minder gekocht.
Als vroeger een meisje trouwen ging, stel
de zij er een zekere eer in ondergoed en
nachtjaponnen te bezitten, die een verruk
king voor de oogen waren, en als zij zelf
goed met de naald wist om te gaan, zat zij
uren en dagen en weken te borduren op
MAGALP
Avondjapon van purperen kant met ot-
toman-jaquette in dezelfde tint.
Ontwerp: Lucien Lelong, Parijs
Gedeponeerd model P.A.I.S.
(Reproductie verboden.)
lapjes stof, die zooveel inspanning en oogen
vermoeienis zeker niet waard waren. Het
moderne meisje is wat haar „dessous" be
treft heel wat spoediger klaar. Zij kiest ze
eenvoudig en practisch, zonder kanten en
zonder borduursels. Versieringen worden be
ter aangebracht op kleedingstukken, die te
zien komen.
De nachtjapon gaat dezelfde richting als
de rest. De kleuren zelfs wijzigen zich. Tot
voor betrekkelijk korten tijd waren de meeste
nachtjaponnen roze of perzikkleurig; tegen
woordig zijn ze maïsgeel, lichtblauw en
blauw-grijs. De „robes de nuit" zijn verder
van een stof, die niet kreukelt en niet from
melt, een stof waarop de nacht geen vat
heeft.
In dit verband zou ik nog even willen op
merken dat het in ieder geval aanbeveling
verdient 's nachts geen enkel kleedingstuk te
dragen, dat men overdag gedragen heeft; de
nachtjapon alléén is voldoende en deze laat
ste wordt zonder ceintuur gedragen. Het
lichaam moet 's nachts zich volkomen ont
spannen kunnen en nergens mogen banden
of knoopen drukken. De huidademhaling
moet geen enkele belemmering ondervinden.
Met het oog daarop worden tegenwoordig
„robes de nuit" ontworpen, die nauwelijks
nog dien naam verdienen en die eigenlijk al
leen in een tot de heupen reikend jakje be
staan. De rest van het lichaam blijft onbe
dekt en wie aan deze dracht went doet voor
de rest van haar leven van de lange nacht
japon met vreugde afstand. Deze jakjes zijn
voor den winter van niet-kriebelende wol en
voor den zomer van linnen of van linon.
Zij geven het vraagstuk van de nachtklee
ding een nieuwe oplossing, die alle jonge
vrouwen zeker met vreugde begroeten zul
len.
Van onder- en nachtkleeding naar het
bruidstoilet is zeker een heele stap, maar als
de actualiteit der mode zich met uitersten
bezig houdt, behoeven wij er ons geen ge
wetensbezwaar over te maken haar op dit
terrein te volgen. Daarenboven wordt het
voorjaar, voor bruiden en bruidstoiletten het
ware seizoen, en er is dus reden te over een
paar woorden te zeggen over het toilet, dat
door de uitverkorenen op den dag, dien zij
terecht als een der gelukkigste van haar le
ven beschouwt, gedragen wordt.
Voor het bruidstoilet blijft zich, ondanks
vele pogingen andere kleuren in zwang te
brengen, wit, in verschillende tonaliteiten,
handhaven. Is de bruid jong dan wordt als
stof voor het toilet gewoonlijk crêpe geko
zen crêpe d'Albène bijvoorbeeld en de
versiering bestaat uit fronsjes, die de taille
markeeren, de mouwen, die lang moeten
zijn, om de polsen wat van haar strakken
eenvoud ontnemen,'en om den hals geluk
kige en sierlijke effecten te weeg brengen.
Als hoofdtooi wordt een kanten mutsje ge
dragen of een van geborduurde tulle. Pail
letten en pareltjes kunnen voor de noodige
schittering zorg dragen. Dit meer eenvou
dige toilet kan zonder sleep gedragen wor
den, maar de rok moet in ieder geval lang
zijn.
De wat oudere bruid, doet wellicht het best
haar keus op ivoor-satijn te vestigen, dat rijk
en somptueus aandoet, en waarbij een sleep
uitmuntend past. Als ceintuur kan een air
veren cordelière dienst doen en de tullen
sluier kan door een krans camelia's worden
vastgehouden. Zeer nieuw is de sleep, die in
de linkernaad van de rok een aanvang
neemt, vervolgens om het lichaam gedra
peerd wordt en daarna in sleep eindigt.
Wat de bruidsmeisjes betreft, is iedere
fantasie veroorloofd, mits de toiletten een
harmonisch geheel vormen. Voor deze toile -
ten wordt thans vooral veel crêpe-georgett
gebruikt; zij moeten een frisschen kleurigeu
indruk maken.
De moeders van het jonge paar doen het
best in laken of fluweel gekleed te gaar:.
Heeft het huwelijk plaats in een jaargetijd'
waarin bont gedragen wordt, dan is er alle
reden de toiletten van bontversieringen te
voorzien. Vooral zilvervos komt in aanmer
king. De blouses der „moeders" kunnen van
met-goud-geborduurde kant zijn of zelfs van
lamé, de hoeden zijn van fluweel en de
handschoenen van peau de Suède. Zo
wordt een even chic als ceremonieel geheei
verkregen.
De toiletten van jongere zusters, nichten
en andere jonge meisjes, die aan de plechtig
heid deelnemen, zullen bij voorkeur van flu
weel zijn, maar iedere somberheid moet
vermeden worden. De rokken zijn lang
tenzij het zeer jonge meisjes betreft maar
eenvoudig. Een al te gesouligneerde ,make
up" dient vermeden te worden. Een beetje
rouge en wat poeder, hoe onzichtbaarder,
hoe beter aangebracht, kunnen er mee door,
maar het getuigt niet van goeden smaak
een trouwplechtigheid „dik in de verf" bij te
wonen. Als u naar de opera gaat kunt u uw
schade in dat opzicht zonder bezwaar inha
len.
GERTRUDE,
Koning Carnaval in Nioe.
L*t n k s i
RITSELENDE TAFT EN SOEPELE ZIJDE De combinatie taft
en zijde is bij dit avondjaponnetje buitengewoon góed geslaagd. De
rococo strikjes aan hals en taille geven er een bijzonder cachet aan.
Laat echter een ieder die niet in 't bezit is van een overslank fi
guurtje zich er voor hoeden dit japonnetje te kiezen.
Rechts:
In de mode voor het a.s. voorjaar-seizoen sullen geen daverende
omwentelingen plaats hebben. Deze eenvoudige sportmantel is er
alweer een bewijs van. De breede schouders blijven behouden, terwijl
de lange rij knoopen het geheel zeer opfleurt. Men ziet ook hier al
weer uit, dat de japonnetjes en mantels van vorig jaar nog lang
niet ouderwetsch zijn geworden.
Midden:
GEBREIDE BLOEMEN VOOR KRAAG EN MANCHETTEN Het
verdient aanbeveling haakzijde en dunne pennen te gebruiken. Voor
de bloemen begint men 18 steken op te zetten, daarna 10 naalden
recht en 10 naalden averecht te breien. De bloemblaadjes bestaan
slechts uit 11 steken, daar de overigen de bloembodem moeten vor
men en tevens het verkregen plissée bij elkander moeten trekken tot
een roset (Zie patroon dat de halve bloem toont.) Voor de bloembodem
wordt een klein donker vierkantje gemaakt, dat naderhand opgenaaid
wordt