n Raadsels De verwaarloosde boerderij* I l^J1 ll/| 11111111111111L'"1"1 TrrmTnTïïTi Beste Jongens en Meisjes Zoals ik heb beloofd, zal ik ditmaal die briefjes gaan behandelen, welke vorige week wegens tijd- en plaatsgebrek niet meer aan de beurt kwamen. Het is trouwens nog een hele collectie. Tja, wat is dat vorige week Zaterdag droe vig afgelopen met de gspret, hè? 's Middags begon het al te dooien en 's avonds... nu, daar behoef ik zeker niets van te vertellen. Wat wés het glad en wat vonden een boel mensen, die hun zinnen al op de naderende Zondag ge zet hadden, het jammer. Nu, dat kan ik me best indenken. En nu is het kwik in de thermometer weer naar boven geschoten en vermoedelijk is het voor dit keer met de sneeuw en het ijs gedaan. Ofschoon... je kent het rtjmpje van Maart, die z'n staart roert en April, die doet wat-ie wil... De taart is deze week gewonnen door: THEO FERWERDA, Kolhorn, Ttiwm Boekel, Tuitjehorn. De oplossing van jou was goed Truus en wel bedankt voor het toezenden van de raadsels van je. Ik zal ze in myn portefeuille doen en misschien kan ik ze te zijner tijd wel eens plaatsen. Leendert Visser, Dirkshorn. Leendert, ik kom veel by mensen thuis en die hebben twee poesen: de ene heet Gerrit en de andere Moos. Moos en Gerrit zitten ook dikwijls met hun poten op tafel en proberen van den heer des huizes het vlees van z'n bord te snoepen. Zulke kwajongens, hè! Wirn Blaauboer, Oudesluis. Aiiiii! Wim geeft me een standje en lang niet mis ook. Hij schrijft, dat ik beloofd heb aan te komen en... niet geweest ben. Maar Wim... die arme Kin dervriend heetf het soms zó druk, dat hij wel eens een belofte vergeet. Wat zeg je van 't boek? Dat was een wens, die uitkwam, Wim! Dinike List, Aartswoud. Ja Dlneke, griep heb ik ook gehad. Een paar dagen. Brrr, wat was ik koud en wat had ik een pijn in m'n keel. Maar nu ben ik weer kiplekker. jy ook Dirk Speet», Andgk. Ja Dirk, sneeuw is ffln. Daar kun je zalig in rollebollen, zonder dat je je pgn doet en zonder dat je met een kapotte broek thuiskomt. Ik heb er ook van geprofiteerd hoor, maar hoe... dat vertel ik je nu eens niet! Marie Spoor, Dirkshorn. Je vader heeft dus gelgk gekregen, Marie. Er is vorst ge komen en behoorlek ook. Foei, foei, wat tin telden je vingers als je buiten kwam en in je voeten zat bgna geen gevoel meer. Brrr! Greta Groet, Nieuwe Niedorp. Je wilde toch niet beweren Greta, dat het op jullie schoolplaats met zo'n kou dooit? Daar geloof ik niets van. Jij zelf zeker ook niet, hè? Jan Broens, Schagerbrug. Ja, Jan, je raadsels waren goed, hoor, maar vond je die nu z o moeilijk De meeste vonden ze ditmaal makkelijk. Leuk is dat, een ballonnenwedstrijd. Het is alleen maar jammer, dat je niet met de ballon mee kan over vreemde landen en vreemde steden. Gootje Bakker, Lutjewinkel. Oefff, oefff, Cootje heeft een vriendin, die heet Annie de Boer en die is kwaad op me omdat ze een paar keer de raadsels goed heeft opgelost en niet in de krant staat. Tjaaaaa, als de raadsels eerlijk-waar goed geweest zijn... maar weet Annie dat wel héél zeker? En zeg haar maar, dat je nooit in je leven langer dan 5 minuten op iemand boos mag zijn. Ma riet je Butsen, Zuid - Scharwoude. Broertjes van 4 maanden zijn inderdaad heel lief. Het zijn precies van die engeltjes, maar o we als ze hun mond opendoen. Brrrr, dan lijken het wel van die kleine rosé biggetjes, die kun nen óók zo te keer gaan. Hendrik Smit, Moerbeek. Ja, ik zal voor dien oom van jou oppassen. Reken er op. Want ik heb toevallig geen belastingplaatje op m'n fiets en in de auto vergeet ik in de haast wel eens m'n rijbewijs... Stel je voor dat hij me op de bon zet... Grietje Smit, Moerbeek. Nou, of ik blij ben dat ik geen kikker ben! Stel je voor, dat je daar in die sloot moet zitten. Ik bibber er van alleen al bij het denken eraan. Maar de kikkers kruipen meestal heel diep weg hoor. En die slapen nu. Voelen er dus niet veel van. Nellle Kistemaker, St. Maartensbrug. Heel mooi papier heb je, Nellle. En je hebt keurig geschreven op de lijnen, die je moeder voor je getrokken heeft. Bij die gym-uitvoe- ring kom ik misschien wel even kijken. Dan zie ik je wel de reuzezwaai snaken... Tinl Amels. Dat was een heel, heel erg klein briefje Tinl. Ik weet daar bijna geen ant woord op te geven. Z o klein is het. Dat het blijft vriezen zullen alle schaatsenrijders wel gehoopt hebben, denk ik. Gré Kuiper, Zuid-Scharwoude. Was me dit even bof, Gré! op die Huisvlgttentoonstel- ling Geweldig, jij bent vast en zeker voor het geluk in de wereld gekomen. Heb je -al eens een boek gewonnen? Zo niet, dan zal dat wel gauw komen, denk ik. Gwit Dekker, Medemblik. Wat een prachtig rapport Gerrit. Ga zo door en je wordt vast en zeker een kraan van een kerel. Ben je weer uit bed? Vond de dokter het goed? Wees maar voorzichtig, hoorl Mientje van Essen, Petten. Dat is jam mer, Mientje, dat je me niet wilt vertellen, hoe ze nu eigenlijk precies melken. Ik had er nogal zo vast op gerekend. Maar enfin, misschien is er wel een ander vriendje of vriendinnetje, die het eens probeert. Dég Mientje! Theo Ferwerda, Kolhorn. Ik dacht al, wat schrijft me vandaag Theo een rare brief. Van die gekke hanepoten, maar toen ik las dat je een zere hand hebt, begreep ik het. Is hand al weer beter Kwam dat ook van het vechten, Teo...??? Hg zal nu wel gauw genezen van plezier over die lekkere taart. Geri en Dina Jimmink, Schagerbrug. Dat lijkt me een aardig broertje van jullie. Is hg niet bang als hij in de donkere kamer zit? Ik werd vroeger wel eens als ik ondeugend was in het kolenhok gestopt, maar dan schreeuwde ik moord en brand. Zó bang was ik dan! Marietje Glas, Stroet, St. Maarten. Zo, heb je nog een paar dansjes meegemaakt. Dat vond je natuurlijk fijn. Van die non-stopuit- voering heb ik gehoord. Het moet een heel aardige avond geweest zijn. Dag Marietje. Reina v. d. Molen, Winkel. Heerlgk, dat je moeder weer beter wordt, Reina, want als moeder ziek is, dan is het niets gedaan in huis. Dat weet ik zelf nog wel van vroeger. En die oliebollen... wel die komen op het vol gend feest wel weer» nietwaar Marietje Kostelijk, Zuid-Scharwoude. Ja, dat jullie met z'n allen plezier gehad hebben, daar twijfel ik niet aan. Ik zou er wel eens bij geweest willen zijn. Dat spelletje van die pop heb ik al eens zien doen. Dat is anders lang niet gemakkelijk. Nelly Raven, Wikkel. Ja, dat was een grote "brief hoor, en netjes geschreven ook. Ik vind dat postpapier van jou toch zo mooi. Dat is vast wel duur geweest. Shirley Temple staat er op en ze lacht zo aardig. Lag Nelly. Mtynie en Gerie de Jongh, Kolhorn. Ik hoop dat je veel plezier op de uitvoering hebt Mijnie, maar dat zal wel. Die liedjes uit de radio vind ik ook altgd erg aardig. Luister je iedere keer naar meneer Hamel en z'n jonge zangers Jantje Kegeer, Anna Paulowna. Jantje op de slee en met de hond ervoor! Dat zou ik wel eens willen zien. Maar pas op Jantje, want jonge honden kunnen rare sprongen maken en in een wip zit je met je neus in de sneeuw. Albert Breed, Groenveld. Ja, op de schaats ben je al wel geweest, denk ik. Ten minste, als je een échte liefhebber ben en... niet bang bent van de kou. Dik Trom? nu, óf ik het ken. Een prachtboek. Coba Moerland, Oudesluis. Je verhaaltje heb ik gelezen, Coba, maar tot mgn spgt kan ik het niet plaatsen. Het is wel aardig ge schreven, maar het onderwerp vind ik niet zo bgzonder. Schrgf er nog maar eens een en stuur het mij dan maar. Misschien ben je dan gelukkiger. Kees Stoepker, Texel. Ook een vriendje van me, die een verhaal instuurt en die ik ook moet teleurstellen. Ik vind het wel jammer, maar om een goed verhaal te schrgve*... sjonge, dat is nog niet zo érg gemakkelijk. Probeer het ook maar eens. Ziezo vriendenkring, ik ben er door. Was me dét een stapel epistels, die jullie me ge stuurd hebt. Ik kreeg er kippevel van... Maar nu zijn ze allemaal beantwoord (ik heb ook de binnenzakken van m'n jas doorgesnuf feld, hoor!) en dus: jullie kunt weer schrijven. Ik heb een extra grote doos klaargezet om ze allemaal in te doen. Tot volgende week. Kindervriend Opleeefeg raad» ris vorige week. I. Hoogmoed. II. Overvloed. Goede oplossingen ontvangen van: Hendricus P., Keinsmerbrug; Tjeerd v. d. B., Kolhorn; Gerie en Mijnie de J., Kolhorn; Wennie N., Lutjewinkel; Tinie A., Winkel; Neelie B., St. Maarten; Gretha R., Kolhorn; Ali O., Oudkarspel; Nellie R., Burgerbrug; Adriana B., Oudesluis; Annie en Jan B., 't Zand; Coba M., Oudesluis; Annie K., Noord Beemster; Dirk Willem V., Schagen; Marie B., St. Maarten; Gerrit D., Medeblik; Willem en Gerrit B., Oudesluis; Arnoud de R., Kol horn; T. Ferwerda en huisgenooten, Kolhorn; Leendert V., Dirshorn; Geerie P., Dirkshorn; Hillie K., Dirkshorn; Nellie en K. E., Keinsmerbrug; Gerie D., Keinsmerbrug; Trien F. Lutjewinkel; Aagje M., St. Maarten; Gré. K., Zuid Scharwoude; Jan H., Aartswoud; Nellie K., St. Maartensbrug; Hendrica en Greetje S., N. Niedorp; Martha L., Midden- meer; Anna W., Lutjewinkel; Dirk S. Andijk Gretha Z., Folke; Kees Pietje en Ap M., 't Zand; Marie B., Burgerbrug; Piet G., Noord Scharwoude: Cor G.. Groenveld; Klaas D., Schagen; Jan M., Keinsmerbrug; Nellie S., Schagen; Nelly R., Winkel; A. v. S., Gr. Keeten. Nieuwe Raadsels 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Van links naar rechts: 1. gebergte, dat in zee vooruitsteekt. 5. voor mensen met slechte ogen. 7. ander woord voor klam of kleverig. 9. is onmisbaar voor den bakker. 10. keelgeluid. 11. kun je alleen zien. wanneer 't donker is. 12. uitgesmolten stukje vet. Van boven naar beneden: 2. jongensnaam. 3. drgvende woning. 4. bestuurders van vliegmachines. 6. ingewandsdeel van 'n koe, waarvan men worst maakt. 8. meisjesnaam, 10. halt! n. Wie ben Hc? Mgn I ligt niet voor enkel sieraad. In gang of kamer op de grond. Mijn II is zeker 't mooiste sieraad, dat im mer men in tuinen vond. En mgn geheel een vroiyk klantje, in 't klimmen een bg de handje! De nieuwe bewoners van Lindehoeve De jonge Këmp maakt zich heel verdienstelijk. Hoe de buurkinderen mee gingen helpen door Violette Carr. „De boerderg Lindehoeve krijgt nieuwe be woners." „Die sombere boerderg vroeg meneer Pot. „Ja. En van middag toen ik er voorby kwam, zag ik, dat er een jongeman druk aan het werk was. Ik was zo verwonderd, zodat ik stil hield en hem vroeg, wat hg daar uit voerde. Het bleek nu, dat zijn moeders familie jaren geleden Lindehoeve had gekocht, doch daar alle leden der familie verspreid waren in de loop der tijden, hadden ze niet meer naar Lindehoeve omgekeken. Nu heeft echter zgn moeder een groot deel van haar geld ver loren en is besloten daar haar intrek te gaan nemen. Haar grootvader had haar bg zgn dood de Lindehoeve nagelaten hoewel ze het nooit heeft gezien." „Ik ben benieuwd hoe ze het daar vindt," zei Kees. „Dat zegt haar zoon, de jonge Kemp, ook. hy zou wel willen dat zgn moeder het niet in zo'n miserabele toestand zag." „Kunnen ze niet wachten met hier te ko men tot het huls eerst opgeknapt is?" vroeg Mevrouw Pot. „Dat schgnt van niet. Hun tegenwoordige woning is verkocht en de eerste van de vol gende maand moeten zg het huis verlaten. „Dus vandaag over een week. En probeert de jonge Kemp nu om het huis een wat beter aanzien te geven?" „Ja, want terwgl ik er even was, veegde hg de benedenkamers bij. Ik heb nog nooit zo'n stofboel gezien. Het lgkt wel een verzameling vuil van enige jaren." Kees kwam die avond, na het gesprek 's middags tusschen zgn ouders, heel laat thuis. De anderen waren al aan tafel. Toen hem gevraagd werd waar hg vandaan kwartl, aarzelde hg' even. „Ach, zei hg, „toen ik daar straks uit school kwam, ben ik even langs Lindehoeve gelopen om te zien wat de jonge Kemp uitvoerde. O hemeltje, wat een baantje is dat. Als u het goed vindt vader," vervolgde hg. „Zou ik deze dagen graag hem een paar uurtjes helpen. Er is een hoop werk, zelfs voor ons tweeën." „Dat is best jongen. Ik zal zelf ook een paar avonden present zgn,"antwoordde meneer Pot. De volgende dagen vlogen als het ware om. Iedere dag na schooltyd gingen Annie en Kees naar Lindehoeve. En zoo werden ze al heel gauw goede maatjes met onze vriend Kemp. Vaak zei hy: „Ik zou niet geweten hebben, wat ik zonder jullie hulp had moeten begin nen.' Het was nu intusschen al Vrijdag geworden. Kemp vertrok die avond nog naar zijn moeder om zijn familie af te halen en naar hun nieuwe woning te brengen. Hij dacht ongeveer Maan dagavond weer terug te zgn. De verhuiswagen zou echter Zaterdags al komen, vandaar, dat hg aan Kees vroeg: „Zou je het niet erg vinden om de menschen van den verhuiswagen te helpen en de deur te openen dan kunnen zy de meubelen binnen zetten. Als je weer zoo goed wilt zijn de deur te sluiten, dat zou ons heel erg helpen." „Natuurlgk," zei Kees, „ik zal er voor zor gen." „Goedenavond dan, ik kom zo gauw moge- Igk terug", riep Kemp uit en holde weg om nog op tgd aan het station te kunnen zyn. „Dag, tot ziens, Maandagavond", riepen Annie en Kees hem na. 's Avonds aan tafel zei vader: „Morgen gaan moeder en ik naar Amsterdam. Voelen jullie er wat voor om mee te gaan?" „Nou, en of begon Annie, maar plots hield zg op, „ik vergat dat Kees en ik morgen nog verschillende dingen te doen hebben, niet waar Kees?" „Ja. we zullen zowat de hele dag werk hebben," antwoordde deze. „Welnu, in orde," en meneer en mevrouw Pot wisselden samen een blik van verstand houding. De volgende morgen waren Annie en Kees al heel vroeg op Lindehoeve. Ze hadden nu een hele dag voor zich. Nu was de verf van de ramen en deuren aan de buitenkant waarschgnlijk zeer mooi geweest, doch daar was nu niet veel meer van te bespeuren. Annie had voorgesteld, om terwgl de jonge Kemp zgn moeder was gaan halen, het hele huis een verfje te geven. Dit werd besloten. Annie zou de buitengevel doen, terwijl Kees binnen de huiskamer voor zgn rekening zou nemen, zy werkten stug door tot aan het koffiedrinken toe. Annie riep Kees even buiten om hem te laten zien hoe ze opgeschoten was. „Zeg Kees, hoe vindt je het? vroeg ze glunderend. „Nu, dat ziet er fgn uit, het lgkt of het je dagelijks werk is. Keurig! Maar willen we eerst even koffiedrinken, ik val om van de honger." Dat deden zij. Na de maaltyd begonnen de kinderen weer met frisse moed. „Kees, ik weet wat," zei Annie plotseling. „De keurige witte lak, Vaarmee je de deu ren en ramen hiefln de huiskamer hebt gelakt, doet de vloer er nog armoediger uitzien. Ik ben buiten klaar en heb nog veel verf over. Ik zal de vloer gelgk een verfje geven." „Ga je gang maar, ik ben nu ook byna klaar," antwoordde Kees. „Zgn jullie hier?" riep enige tyd later plotseling de stem van vader van de weg af, die nu bg het zien van zyn kinderen uit de auto sprong. „Wij zgn gauwer terug uit Amsterdam dan we dachten en komen even langs om te zien wat jullie uitvoeren." „Dus, U vermoedde wel, dat wg hier wa ren?" „Wij hoopten tenminste jullie hier te vin den." „Komt U ook even kijken, moeder?" riep Annie. „We waren van plan U te verrassen, maar nu U hier eenmaal bent, mag u wel zien, wat we doen." (Slot volgt.) Meester: „Waarom moet je nooit isege flesschën uit een coupéraampe gooien?" Leerling: „Omdat de winkelier er altyd een dubbeltje voor teruggeeft." EEN LUCIFERLEGSPELLETJE. Uit 23 luciferhoutjes, waarvan de koppen eerst afgebrand of afgebroken zgn, leg je een figuur, zoals onze tekening laat zien. Er zyn nu dus acht vierkanten ontstaan. Probeer van deze 8 vierkanten er nu vgf te maken, door het wegnemen van slechts drie lucifers. Denk er eerst goed over na. Welke lucifers moeten weggenomen worden? De andere blgven na tuurlgk op hun plaats liggen. Anneliesje houdt modeshow en Miesjeis een deftige Mevrouw. „Als je een beetje vroeg komt, Mies, dan gaan we heel iets leuks spelen", riep Anne- lies haar vriendin nog na. Deze laatste knikte alleen en zwaaride met haar schooltas ten afscheid. Ja, dat kon een leuke middag worden, zo met z'n beidjes en geen huiswerk gelukkig. Moeder had het vanmorgen goed gevonden dat Miesje bg haar kwam spelen en ook de moeder van Mies vond het goed, tenminste als zg behooriyk haar bord leeg at. En dat deed ze. „Waar ga je spelen, Mies?" vroeg Eddy. haar broertje. „O Ed, niets voor jou hoor. Ik ga met myn poppen bg Annelies spelen. Of wou je soms mee?" voegde Mies er half lachend aan toe. Tot haar stomme verbazing zei Eddy opeens: „Ja, graag!" Moeder en Mies lachten er om, maar moeder zei: „Ach, Eddy, wat heb je daar nu aan, je zoudt het de meisjes misschien maar lastig maken". „He neen, moeder, heus niet, bg Annelies is het altyd zo gezellig!" Moeder lachte eens en zei: „Je bedoelt zeker, dat de moeder van Annelies altyd zulke heerlgke koekjes in huis heeft." „Nou ja," zegt Eddy, „die neem je er op de koop by natuuriyk. „Laat my nu maar met je meegaan," zeurt hg en kgkt zgn zusje heel lief aan. „Ja, mg kan het niet schelen, maar Annelies vindt het vast erg gek". „Ach wel neen, zg vindt het heel gewoon, en anders moet ik de hele middag alleen thuis zitten." Terwijl Mies moeder helpt met de tafel af nemen, trekt Eddy gauw een schone blouse aan en daar hy een beetje teut, roept Mies: „Ed ben je klaar, ik ga weg hoor. En als je mee gaat, moet jg ook een pop voor me dragen". Dat vindt Eddy wel een beetje mal, maar hy kiest eieren voor zgn geld en zonder morren neemt hy een van de poppen op zgn arm. „Jongens," zegt moeder, „niet te laat thuis komen hoor en Eddy, de meisjes niet plagen, anders mag je de volgende keer niet meer mee." Annelies heeft intussen alles thuis klaar gemaakt. Ze is van plan een jurken-tentoon stelling te gaan houden. Alle poppen moeten dan op z'n mooist gekleed zyn en een voor een langs Miesje, die „het publiek" is, deftig heen en weer wandelen. Annelies' moeder noemt dat een modeshow. Annelies mocht een paar weken geleden met haar moeder mee, hoewel moeder haar eigeniyk nog te jong had gevonden. O stil, daar ging de bel. Even luisteren. Ja, het is Mies, maar ze hoort nog een stem. O hemel, Eddy is er ook by. „Dag! Zeg, vind je het gek, ik heb Eddy ook mee gebracht, hy wou zo graag," zegt Mies als zy de kamer binnenkomt. Annelies moet even lachen en zegt: „Wel neen, juist enig, nu hebben we nog meer „publiek". We gaan mo deshow spelen" en Annelies vertelt, wat dat betekent. Zg dribbelt heen en weer om alle poppen nog eens te rangschikken. „Nou Mies, ga jij maar op deze stoel zitten". „En ik?" vroeg Eddy. „Jg biyft natuuriyk staan en af en toe vraag ik je om raad," bedisselt Mies. „Ik zal mgn hoed opzetten, dan is het ech ter." „Ja," zegt Annelies, „en ik zal myn bril van beneden gaan halen." Even later komt zy terug met 'n oud brillenmonteuur van moeder, waar de glazen uit zgn en loopt dan parman tig met de bril op door de kamer heen en, weer. Zg gaat nu met een pop naar buiten, gooit de deur met een zwaai open en roept: No. 1 van het programma: sierlgke middag japon!" Eddy proest en krggt van Mies een por in zyn zij. Intussen komt de pop op de planken en draagt een jurkje van keurige Schotse zgde. Als Annelies de pop wil neer zetten, vraag Mies: „Juffrouw, zoudt u die dame nog eens willen laten terugkomen" en dan wordt de dame teruggeroepen. Het vol gend nummer is een „prachtige avondjapon", zegt Annelies met een strak gezicht. Eddy begrijpt niet, hoe de meisjes zich zo goed kun nen houden en proest van het lachen. Zoo gaat het maar door, de ene poppejurk na de andere, tot Annelies' moeder binnenkomt met een schaaltje amandelkoekjes, die zy zelf ge bakken heeft en voor ieder kind een glas limonade. Terwgl zg aten en dronken werd er druk over de verschilende jurken nage praat, „want", zei Annelies. „dat hoort et nu eenmaal zo bg." Eddy had niets geen spgt, dat hy met Mies meegegaan was. De steur legt een millioen eieren." „Tokt ag na elk ei, meester?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 15