Christiaan de Wet De Turksche diplomatie heeft overwonnen De invloed van voorvruchten WIT!! Stoottroepen naast de Maginot=Linie Maandag 8 Februari 1937. Vierde blad Vreugde in Nanking over de terugkeer uit de gevangenschap van Tsjang-K ai-sjek. „Een volk groeit niet alleen in uiterlijke en materieele dingen, in grondgebied, aantal, nijver heid of rijkdom. De opbouw van een volk is veel meer te danken aan geestelijke beschaving, aan de vorming van een edel nationaal karakter, en handhaving van groote tradities en het. karak ter en de daden van de groote leiders hebben veel met deze geestelijke beschaving te maken. Door zijn voorbeeld, door zijn wapenfeiten, door zijn wereld roem heeft generaal De Wet reusachtig bijgedragen tot de ontwikkeling van ons volkska rakter." Bovenstaand citaat stamt van generaal Smuts, die zij aan zij met De Wet gestreden heeft, in den oorlog van 1S991902, waarin De Nederlandsche boerenstaat in Zuid-Afrika het moest opnemen togen het overmachtige (Albion. En wie zou beter dan Smuts kun nen beoordeelen, wat de Wet voor zijn va derland, dat men er ondanks don verloren oorlog nimmer onder heeft kunnen krijgen en waaruit thans de machtige Unie van Zuid 'Afrika is gegroeid, beteekend heeft. Christiaan de Wet, wiens vijftienden sterf dag wij Donderdag jl. herdachten, heeft meer clan eenig ander gedurende don Boerenoor log de sympathie weten tc verwerven niet slechts van ons eigen volk, maar ook van al degenen in de wereld, die bewondering hadden voor het. Zuïd-Afrikaansche volk, dat imet zooveel dapperheid tegen oen overmach- rtigen vijand streed. Wij Nederlanders zagen in hem met zijn eenvoud, zijn heldenmoed, zijn eerlijkheid en vele andere uitmuntende eigenschappen het tvpe van den echten Hol- landsch-Afrikaner. Dr. van Everdingen, die onet de Wet. de bekende reis naar Europa maakte, beschrijft hem als volgt.: „Christiaan de Wet, de Vrijstater, maar ivoor alles de Boer, de afstammeling van 't Hollandsche ras in Afrika, de ontzagwek kende hater van de vijanden zijns volks, die hij met ongelooflijke genialiteit, met ver- b ij ster end nooit, onderbroken wolslagen be- jkampt, aanvalt, verslaat, ontwijkt, veront rust. en vermoeit maar met. een ridder lijkheid, een gratie, een loffelijkheid van zoo edel gehalte, dat zijn tegenstanders van overzee ontzet staan over zijn kracht en niets dan bewondering hebben voor zijn ^entlemen-ship"... en dat bij een eenvou- digen Boer!" Zijn levensloop. Christiaan Rudolphe de Wet. werd in 1854 He Leeuwkop in den Oranje Vrijstaat gebo ren Als kind leefde hij in den Vrijstaat, maar ging later naar Transvaal en streed daar mede in den eersten Vrijheidsoorlog van 1880 als veldcornet. Reeds in dezen oorlog blonk hij uit. door zijn groote dapperheid en stra tegisch en tactisch inzicht. I-Iij verkrijgt dan langzamerhand, wijl zijn gloeiende vader landsliefde dc aandacht van de Zuid-Afri kaners op hem vestigt, ook pol Rieken in vloed en wordt in 1885 lid van den eersten Transvaalschen Volksraad en in 1887 van den Vrijstaatschen. En wanneer dan in 1899 de Boerenoorlog uitbreekt, benoemt presi dent Steijn hem tot „V eg-gen era al" (oppcr- bevelhebber). En dan komen zijn moeilijkste maar tegelijkertijd zijn glorierijkste jaren. Met waarlijk meesterlijke strategie en tac tiek weet. hij den machtigen vijand bijna drie jaren lang te imponeeren. Men moet er bet verbaal van zijn veldtochten maar eens op na lezen. En toen in 1902 de vrede gesloten werd, die De Wet nimmer gewild heeft, maar die voor het uitgeputte Zuid-Afrikaansche volk welhaast, een noodzakelijkheid was geworden, kon de „veg-generaal" er zich op beroemen, nog nimmer in den strijd het onderspit te hebben gedolven. Onoverwonnen kwam hij naar de stad Vereeniging, met den vasten wil om den komenden vrede tegen te houden, ofschoon Steyn, hem in zijn plaats tot waarnemend staatspresi dent. aanstellend, De Wet op het hart gedrukt had toe te geven, in dien de Transvalers dit ook deden. Iedereen weet, wat het Steyn gekost heefi om den ontcmbaren Vrijstater daartoe te be wegen, hem wien zijn vaderland een deel van zijn lichaam was, een onafscheidelijk deel van zijn bestaan, waarvoor hij zoo hartstochtelijk gestreden had, als zelden ccn patriot gedaan heeft. Zijn bezoek aan Nederland Nog in datzelfde jaar bezocht hij met Dc la Rey en Bot ha ons land. Vele ouderen onder onze lezers zullen zich dit bezoek nog herinneren. Zoo enthousiast was zijn ontvangst hier te lande, dat De Wet al stiller en verlegcner onder de opgewonden heid van de anders zoo kalme Nederlanders werd. Slechts één moment verried De Wet zijn eigen aandoening over de warme ontvangst in het oude vaderland: het was toen hij er zijn voldoening over mocht uit sproken, dat zij hier hun eigen taal, dat hier Nederlandsch konden spreken voor al die juichende menschen, die hen volkomen verstonden en begrepen en hun duidelijk deden voelen, dat zij thuis wa ren! Ook na zijn Europeeschen reis bleef De Wet zijn vaderland met al zijn kracht en verstand dienen. In 1907 werd hij minis ter van Landbouw en aan het tot stand brengen van dc Unie had bij een groot aandeel. In 1914 raakte de Wot's rol in Zuid-Afrika- echter uitgespeeld. Bij het uit breken van den wereldoorlog besloot het Unic-parlemenfc om Duitsch-Zuid-Afrika aan te vallen. Dat was te veel voor den man, die zoo vele jaren tegen de Britten gestre den had en hun den roof van zijn vader land nimmer vergeven heeft. Met Bevers stelde hij het manifest van Steenbokfon tein op en streed aan het hoofd van dc opstandelingen tegen Botha's troepen. Wel licht zweefde hem daarbij een herstel van de oude Boerenrepubliek voor de geest. Daartoe mocht het echter niet komen, zijn troepen werden verslagen en hijzelf ge vangen genomen. Maar spoedig liet men den ouden vrijheidsheld weer vrij. Nadien heeft hij echter in de politiek van zijn land geen rol meer kunnen spelen. Op 6 Febru ari 1922, dus thans 15 jaar geleden, overleed hij. Bij zijn begrafenis vond generaal Hert zog de volgende woorden: „Die Afrikaanse volk sal reg liê, om trots te wees op hem deur alle geslagte en deur alle geslagte heen sal hij die inspireerende toonbeeld wees van die Suid-Afrikaanse volksvrijheid." noodige kennis op Fransclie univer siteiten. De Fransche hoogcscholen vormden om zoo te zeggen het neutrale gebied, dat aan liet natio nale antagonisme zijn scherpte ont nam. Waarschijnlijk had Frankrijk dan ook wel meer kunnen berei ken, want nog kort geleden was de Fransche invloed ook in Turkije nog zeer sterk. Maar zooals de za ken thans staan, schijnt men deze mogelijkheid voorbij hebben te laten gaan, niet in het minst tengevolge van de verdragen met de Syri sche republieken, volgens welke Syrië en dc Libanon tot onafhanke lijke republieken zullen worden ge proclameerd en lid van den Volken bond kunnen worden. De Sandsjak-overeenkomst verleent nu aan bet district Alexandrette een bijzonder statuut, dat onmiddellijk van kracht wordt. Turkije heeft nu het recht binnen drie ja ren tc trachten, de machtsverhouding in Sandsjak ten gunste van de Turksche be volking te verschuiven. Rüstü Aras be schouwt daarom ten rechte de Geneefsche overeenkomst als een succes van zijn di plomatieke activiteit, een activiteit, die men moet het erkennen voor Frankrijk tamelijk onverwacht kwam en als een be langrijk symtoom moet worden beschouwd. De politieke situatie in het Oosten schijnt zich principieel veranderd te hebben. Ankara's nieuwe buitenlandsche politiek. Er valt in de buitenlandsche politiek van Turkije in den laatsten tijd een verande ring waar te nemen. Zoo schijnt de vriend schap met Sovjet-Rusland, ontstaan na den wereldoorlog, zoo langzamerhand ten einde te loopen. Zuivere ideologische factoren vergemakkelijken dezen breuk. Het Turkije van Kemal Ataturk is een echte „Fiihrer- staat" cn behoort typologisch in dc rij der fascistische landen. Oude tradities ver scherpen deze tegenstelling nog. Het mo derne Turksche nationalisme steunt op de oude pan-Turksche idee. De principes, die indertijd door de Tong-Turken werden voor gestaan, zijn in een soort Turkschen ras senleer overgegaan, die zich door Europce- sclie voorbeelden laat beïnvloeden. Kemal Ataturk heeft herhaaldelijk het pan-Islamisme vervloekt. „Een van de voor naamste oorzaken van onze huidige moei lijkheden zijn de niet te realiseercn plan nen van onze vroegere leiders. Zij wilden een rijk, waarin alle Turksche volken ver- eenigd zouden zijn. Deze idealen zijn echter veel tc moeilijk te verwerkelijken". (Uit. een rede van Kemal gehouden in 1922). Daarte genover heeft een van zijn nauwste mede werkers. Ahdullah Soebi, steeds met alle scherpte dc extreme pan-Turksch ideologie verdedigd. Beslissend is ïntusschen artikel 1 van het Kemalistische „nationale ver drag", dat het evangelie van de moderne Turksche nationalisten vormt: „Alle ge bieden geheel afgezien van het feit, of zij binnen de door de vredesvordragen ge trokken grenzen liggen, dan wel daar hui ten die ten aanzien van religie ras of ideaal een geheel vormen, mogen niet verdeeld worden" Dat is de eigenlijke Kemalistische transcriptie van de oude pan-Turksche for mule: „II, dil, din, we oilek birliji". die uitgaat van het ras en naar dc politieke eenheid streeft. Denken wij ons de buitenlandsche poli tiek van Turkije aan deze principes aange past, dan zou het Alexandrctte-conflict heel wat gevaarlijker schijnen, dan liet over het algemeen beoordeeld werd. Zelfs een tijdelijke oplossing ware dan een verheu gend feit. Het schijnt echter, dat de nieu we overeenkomst ook vor dc toekomst als een gelukkige oplossing gelding zal hebben Tegelijkertijd kan men echter aannemen, dat de buitenlandsche pditick van Turkije in anti-Russisch vaanvaler zal geraken. Wal wil het Turksche nationa lisme? Rüstü Aras reist naar Rome Het Sandsjak-conflict is thans door de be moeiingen van de belanghebbende mogend heden geheel uit de wereld geholpen. Parijs en Ankara hebben een formule gevonden, dc an de Turksche cischen tegemoet komt zonder inbreuk te maken op de verdragen, die Frankrijk met Syrië (9 Sopt. 1936) en met den Libanon (13 Nov. 1936) gesloten heeft. Zooals men weet, heeft Engeland op het beslissende moment in de onderhande lingen ingegrepen en daardoor het sluiten van een overeenkomst vergemakkelijkt. Ove rigens schijnt, ook Litwinoff het. Engelsche standpunt gesteund te hebben, waarschijn lijk om de Russisch-Turksche vriendschap, die sinds de conferentie van Montreux wat aan het tanen was, weer iets op te fris-- schen. De nieuwe overeenkomst wordt in Anka ra als een diplomatiek succes voor Turkije beschouwd en ongetwijfeld is dit. ook wer kelijk het geval. Sandsjak met Alexandrette telt op het oogenhlik 220.000 inwoners, waar onder 85.000 Turken, 23.000 Armeniërs en aanhangers van Christelijke sccten en 107 duizend Arabieren. De zeer sterke Turksche minder heid heeft zich, om aan den groeien- den Arabischen invloed weerstand te kunnen bieden, politiek steeds naar Ankara georiënteerd, zonder echter den zuiver cultureelen Fran- schen invloed te bestrijden. Integen deel Zoowel de Turksche als de Ara bische jeugd verschaften zich de De komende besprekingen van Rüstü Aras met graaf Ciano (op 3 Februari) zullen dat nog wel duidelijker aantoonen. De voornaamste tegenstander van Turkije is en blijft van pan-Turksch standpunt uit gezien Rusland, dat niet slechts on telbare Turksche volkeren omvat, maar ook gebeiden, waarin de Turksche bevol king de meerderheid vormt, ingepalmd heeft In de eerste plaats wel het petroleumgebicd van Aserbeidsjan met de hoofdstad Bakoe. Een smakelijk hapje, dat gemakkelijk tot doel van de buitenlandsche activiteit van het nationalistische Turkije kan worden ver heven. Zooals men ziet, de politieke situatie wordt in alle hoeken van de wereld van dag tot dag ingewikkelder. En de groote mogendheden moeten alle gevaren vastbe sloten tegemoet treden, om het ergste te voorkomen. (Nadruk verboden.) Plantenziektenkundigen Dienst Het vraagstuk van de voorvruchten, dat steeds meer de aandacht gaat vragen heeft ons aanleiding gegeven bij verschillende vooraanstaande practici een vragenlijst te laten circuleeren met het verzoek hun er varingen mede te doelen. Zooals reeds in oude tijden bekend was, heeft de voorvrucht wel degelijk invloed op het volgende gewas. Tot voor kort beschouw de rhen dit echter hoofdzakelijk als een kwestie van bemesling; men achtte het n.1. niet wenschelijk om b.v. een gewas, dat veel van een of ander element uit den bo dem opnam te doen volgen door ccn gewas, dat van hetzelfde element ook veel noodig had. Om het maar eens populair te zeggen liet men b.v. geen kalivreter op een kali- vreter volgen. Ook heeft men er reeds vele jaren rekening mede gehouden, dat het af te raden is gewassen op elkander te laten volgen, die door dezelfde ziekten kunnen worden aangetast of die door dezelfde dier soorten (inscctensoortcn) aangevallen wor den. Aan de praktijk denken wij b.v. aan het vuur van de tulpen, dat eveneens schadelijk kan zijn voor lelies, die na de tulpen ge plant worden. Wat dieren betreft wijzen wij b.v. op de aardvlooien, die op ver schillende kruisbloemigc gewassen leven kunnen. Men teelt dus ook, bij voorkeur, geen kool na kool. Hetzelfde geldt voor de draaihartigheid. Nu weten wij wel, dat tegen deze regel, vooral bij ons, veel ge zondigd wordt maar dat doet aan de waar de van de voorbeelden niet af of toe. Zoo zouden er nog veel meer voorbeelden te noemen zijn. De laatste jaren heeft men, afgezien van bemestings- of ziektekundige gevallen, loeren zien, dat toch ongunstige ervaringen kunnen worden opgedaan zon der dat daarvoor een aanwijsbare oor zaak te vinden is. Een bekend geval is, in onze streek, het telen van tulpen op land, waar vorig jaar erwten gestaan hebben. In zeer vele ge vallen zal men dan ccn minder goed tul pengewas hebben. Dat men, zooals men eerst dacht, dan meer vuur zou hebben, is niet juist gebleken. Ook komen uitzonde ringen op dien regel voor en men gaat nu veronderstellen dat het nog afhangt van de variëteit, die men teelt. Dit is echter een kwestie, die zoo ingewikkeld is, dat ccn positief antwoord nog wel wat op zich zal laten wachten. De uitslag van de kleine enquête volgt hieronder en wij houden ons natuurlijk aan bevolen voor verdere opgaven van erva ringen en het zij ieder aangeraden in het komende seizoen zijn oogen den kost te geven en ervaringen mede te deelen. De vrag luidde: Hoe bevalt U het telen van: Goed Slecht Tarwe op uienveld 6 1 Uien op tarweveld 0 4 Uien op tulpenveld 4 3 Tulpen op uienveld 10 1 Uien op aardappelveld 12 4 Aardappelen op uienveld 11 '2 Uien op boonenveld 3 5 Boonen op uienveld 7 0 Uien op erwtenveld 3 10 Erwten op uienveld 5 1 Tulpen op erwtenveld 6 10 Erwten op tulpenveld 4 2 Tulpen op boonenveld 8 4 Gladiolen op knolvoetland 5 Boonen op knolvoetland 9 0 Boonen op Gladiolenland 3 7 Wortelen op uienveld 9 0 Wortelen op koolveld 14 2 Uit dit lijstje kan men zien, dat mee- positieve gegevens te vinden zijn omtrer' goede uitkomsten en dan omtrent slecht of twijfelachtige. Toch is b.v. niemand van de beantwoorders goed te spreken over liet telen van uien op tarweveld, hoewel di rect moet worden toegegeven, dat het aan tal eigenlijk klein is. Boonen op veld, waar vorig jaar gladiolen gestaan hadden g?.r slechts hij 3 van de 10 antwoorden goede resultaten cn tulpen op boonenland konit er niet veel beter af. Tulpen op erwten- land kan toch wel met tamelijk groote ze kerheid slecht genoemd worden omdat van de tamelijk groote hoeveelheid antwoorden slechts 6 gunstig luiden. Van uien op erw tenveld kan hetzelfde worden gezegd. Dit moet, volgens de geruchten, geweten wor den aan het feit, dat uien op envtcnland veel last van aaltjesziekten zouden hebben. Proeven in deze richting zouden zeer ze ker nuttig en interessant zijn. Veel geld behoeven ze ook niet te kosten. Dit geldt niet alleen voor deze combinatie maar voor zeer veel combinaties. Zooals men ziet maken de vlinderbloe mige gewassen over het algemeen geen beste buurt. De combinatie Gladiolen op knolvoetland is erbij opgenomen om te trachten na te gaan, of de zuurheidsgraad wellicht van invloed zou kunnen zijn op het optreden van de bekende gladiolcnziekten. Hierover is niet veel te zeggen. Opzettelijk genomen proeven hebben tot nu toe nog geen posi tieve uitkomsten gegeven. Uit deze stuntelige poging blijkt, dat een rondvraag als deze, maar dan op veel grootere schaal opgezet, ons zeer veel be langrijke dingen zou kunnen leeren. Voorloopig hoop ik, dat men gedurende het volgend seizoen goed op dergelijke ge vallen (en andere) zal letten. Als ik een waarschuwing krijg zal ik veelal wel tijd kunnen vinden om eens te komen kijken. Ook ligt het wellicht op den weg van en kele liefhebbers om moedwillig een van de bovengenoemde combinaties te scheppen. Berichten worden gaarne ingewacht. Dc ambtenaar bij den Plantenziektenkundigen dienst. VAN HERWIJNEN, Sint Pancras. ACHTERSPATBORDEN 'n Goede reflec tor (hoogstens 60 cm boven den grond) alléén Is niet voldoende: bovendien moet k, uw achterspat- i bord wit van kleur zijn, ook overdag dat zegt de wet! Interessante voorstellen van Paul Reynaid en overste De Ganlle. Volksleger <f beroepsleger? Onze Parijsche V.P.B.-corcspondcnt schrijft: Van Fransche zijde wirdt er als bewijs voor de vredelievende bedoelingen van Frankrijk dikwijls op gevezen, dat de Magi- not-linie, deze keten van -estingwerken aan de Fransch-Duitsche gren; voor de defensie politiek beslissend en kar.kteristiek zou zijn Frankrijk heeft door al zjn krachten op de Maginot-Linic te concenreeren te, kennen gegeven, dat het geen effensieve 'plannen heeft, maar slechts aa. de verdediging denkt. Het doel van de rransche militaire politiek was inderdaad >og niet zoo heel lang geleden hoofdzakelijl in de verbetering van de Maginot-Linie gelgen. In dezen zin werd ook nog de ietwat dmonstratief onder nomen reis van den Franchen minister van Oorlog Daladier en den cief van den gene- ralen staf Gamelin naar de Belgisch-Fran- sche grens aan het einc van het vorige jaar uitgelegd. Het betrof lier het onderzoek naar het oude plan tot en verlenging van de Maginot-Linie van Lxemburg tot aan de zee. Nieuwe plannen. In deze Fransche constelatic schijnt thans een verandering te zijr gekomen. Zulks blijkt niet enkel en allca uit het feit, dat er 5 milliard frs. extra oor de luchtvloot ter beschikking zijn gestld, maar ook uit den eisch van breede krigen, dat Frankrijk de beschikking krijgt ver stoottroepen, want dergelijke troepen, lie geheel uit be roepssoldaten zijn samengsteld, hebben een overwegend offensief kaakter. Dit wordt ook toegegeven door de tohtieke voorstan ders van deze idee, b.v. aul Reynaud, die. steeds meer tot. den leideivan rechts wordt. Zij motiveeren hun ciso als volgt: Het komt er op het oogenblikbij dreigende con flicten op aan, den eerste aanval te onder nemen en overal dus iet slechts aan de grenzen van het vaderlad, maar ook op andere plaatsen in Europ, indien dit in het eigen belang op ter ondeneMning van bond- genooten noodzakelijk is sterke en beweeg lijke troepen in het veld te zenden. Deze politici vreezen nu, dat zij voor een derge- lijken offensieven oorlog de bevolking niet zullen kunnen winnen. Zij weten, dat iedere Franschman zijn vaderland verdedigen zal, dus achter de Maginot-Linie even nauwgezet zijn plicht zal doen als tijdens den wereld oorlog, maar zij weten ook, dat de Fransch man zich niet gaarne in het avontuur stort. Daarom is voor dergelijke doeleinden een beroepsleger een noodzakelijkheid. Een dergelijke gedachte wordt van mili tair standpunt uit voorgestaan door de groep rondom overste de Gaulle, die in een zeer lezenswaardig geschrift: Vers 1'armee de métier (Op den weg naar het beroepsleger) dit vraagstuk uitstekend behandeld heeft. De Gaulle eischt een stootleger, dat uit zes linie-divisies bestaat. Tot een dergelijke li nie-divisie behooren een zware brigade met gevechtswagens, een infanterie-brigade, die met haar volledige uitrusting op vracht auto's spoedig overal heen gebracht kan worden, een pionier-afdeeling, een colonne voor de uitvoering van mislijdende manoeu vres, luchteskaders en artillerie-regimenten. Dergelijke divisies zijn volgens de meening van den Franschen overste zeer geschikt om doorbraken mede te ondernemen en verras sende momenten te scheppen; zij kunnen plotseling op de meest onverwachte plaatsen in het veld worden gezonden, het transport systeem in het achterland van den vijand verstoren en den tegenstander steeds weer tot den bewegingsoorlog dwingen. Meer tanks. Deze voorstellen komen tenslotte op een versterking van het Fransche tankwapen neer. Vlak na den wereldoorlog hechtte men in Frankrijk nog weinig aan dit wapen, maar reeds in 1927 kwam in deze opvatting een verandering. Kenteekenend is vooral, dat in 1934 de cavallerie-divisies van Rcims, Charlons en Amiens in gemotoriseerde divi sies veranderd werden en dat men tijdens de laatste manoeuvres overtuigd is geworden van de groote waarde der gevechtswagens. Acht zware pantserdivisies zullen nu op de been gebracht worden. Overigens houden de theorieën van de politici rondom Reynaud en de officieren rondom de Gaulle reke ning met de bevolkingspolitieke fei ten. De achteruitgang der bevolking treedt op het oogenblik weer duide* lijk aan het daglicht. Nu is het na tuurlijk meer dan overdreven, van een stervende natie te spreken, maar anderzijds zegt de idéé van de „levés en masse" niet veel meer. Daaruit concludeert overste de Gaul le, dat het zwaartepunt op de kwali teit moet worden gelegd, d.w.z. dat in de plaats van het groote volksleger het krachtige en beweeglijke stootle ger moet treden. Deze gedachten van de Gaulle en Reynaud hebben echter in Frankrijk nog lang niet overal ingang gevonden. Verschillende Fransche generaals hebben openlijk tegen de overschatting dermogelijkiho den van ccn dergelijk leger gewaarschuwd, waarbij vooral op het moeilijke probleem van de voorziening van brandstoffen gewe zen is. Bovendien is de toestand, nadat dc troepen van Ilitler het Rijnland weer bezet hebben, geheel veranderd. Het offensieve leger is machteloos, zoo argumenteeren de ze kringen, wanneer het na het overschrij den van de grens is blootgesteld aan het vuur van geschut van zwaar kaliber. Het is voor buitenstaanders onmogelijk te zeg gen, in welken zin Frankrijk zijn beslissing nemen zal. Maar in ieder geval blijft het besluit van eind Augustus 193G, het aanta! beroepssoldaten te verhoogen, belangrijk. Dit aantal bedraagt thans goed 100.000, het zijn langdienende onderofficieren, die aan geworven worden. Welken omvang deze verhooging zal aannemen, is nog niet be kend; het hangt er natuurlijk ook van af, hoeveel menschen voor dezen dienst aange worven kunnen worden. Deze beroepssolda ten, die technisch uitstekend zijn onderlegd, vormen natuurlijk het fundament van de stoottroepen, zoodat deze met de verhooging van het aantal beroepssoldaten automatisch zouden kunnen ontstaan, zonder dat daar aan de zeer bepaalde vorm behoeft te wor den gegeven, dien Reynaud en de Gaulle wenschen. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 11