Promotie
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Feuilleton
HET RAADSEL
JnLuis
Uit onze Omgeving
V ergeten*****
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 9 Februari.
W i n k e I.
EEN CHARMEUR MET ONGEREGELDE
NEIGINGEN.
De kleine, magere schildersgezel Jac. M.,
vroeger vermoedelijk vertoevende in dit ar
rondissement, had Maandagavond reeds te
Oósterbeek het stalen ros bestogen en zich
een ongeluk getrapt om tijdig in Alkmaar
te: zijn, alwaar hij moest terecht staan we
gens ontvoering van een 16-jarig, dus
minderjarig meisje uit Winkel, dat. hij, zoo
als de deftige term luidt, op 17 Juni 1936
met haar toestemming had onttrokken aan
hot ouderlijke gezag. Vermoedelijk had hij
dit niet uit te vlakken misdrijf, waarop bij
artikel 279 Strafrecht een maximum van G
jaar gevangenisstraf is gesteld, niet ge
pleegd. om alleen met haar naar de poffer
tjeskraam te gaan, aangezien deze zaak op
grond van het zedekwetsende met gesloten
deuren werd behandeld.
Den H e 1 d er.
HIJ KWAM ZONDER FIETS. GEROOKTE
;BOKKEM EN ONTBIJTKOEK THUIS.
Dje Zand temer notabele P. Bakker was op 11
December naar Den Helder op stap ge
weest per fiets en had daar voor moeder de
vrouw en andere penaten een geronkt ma-
kroelt je of spekhokkem en een zacht ont-
3) ijl koekje ingeslagen. Nabij de Kooij be
zocht hij nog een café en parkeerde zijn
fiets buiten aan den weg legen den café
muur, wat een zwijntjesjager een welkome
gelegenheid boodt zich van dit rijwiel mees
ter te maken. Toen dus baas Piet na zijn
glaasje op de valreep te hebben verwerkt,
weer huiten kwam, om zijn weg naar
't Zand te vervolgen, constateerde hij tot
zijn schrik en woede, dat zijn rijwiel, plus
koek, makreeltjc en rijwiclplaatje in koker,
spoorloos waren verdwenen. Gretig accep
teerde hij het royale aanbod om zich per
auto thuis te laten brengen en nam in den,
geest als voor ecuwig afscheid van zijn
rijwiel.
Maar de politie van deze dagen is ook
5n het boer eland niet voor de poes en na
verloop van tijd l^am warempel Piet Bak
ker's fiets weer aan de oppervlakte der
criminaliteit. Een rijwielhandelaar te Gro
ningen, Jan Edele, had deze fiets namelijk
voor f 1-0.50 gekocht van een jeugdigen
schilder uit Grootognst, zekere Sake R. en
de gemeenteveldwachter uit dit dorp, Roel
Mulder, die behalve een schitterende inspec-
tcursuitrusting en een welgedaan uiterlijk,
ook een goed normaal politieversland heeft,
nam aldaar het corpus delieti in beslag,
terwijl de vermoedelijke dader, Sake R., hier
bovengenoemd en in het minder aanbeve
lenswaardig bezit van ver van loffelijk
justitieel verleden, achter slot en grendel
werd gezet.
Het rijwiel,' een Gazelle, no. 459612, door
den securen Piet Bakker zorgvuldig geno
teerd, kon nu door den wettigen eigenaar,
ondanks de vele veranderingen, die het had
ondergaan, als zijn eigendom worden her
kend. Maar de makreel en de koek ging
het gezin Bakker den neus voorhij, ver
moedelijk had jongeheer Sake zich daar
over wel ontfermd.
Deze jonge kerel, e-cn stevig gebouwde
knaap en een soort geveltoerist, die al eens
de bekende Martini-toren te Groningen had
beklommen, het schijnt dat die gevel
klauteraars allemaal een soorl kronkel in
de hersens hebben, ook in Alkmaar hebben
we zoo'n dergelijke acrobaat had nu cell
ier niets anders te doen, dan de hokke
bank te beklimmen. Zwaar geboeid werd
hij binnen gebracht en onder zeer zorgvul
dicc bewaking gehouden, op grond van het
feit, dat hij vroeger ook al eens is wegge
tippchl onder het oog van de politie en
men in Alkmaar dus geen risico wilde ne
men.
Voor en aleer hij den diefstal pleegde,
had hij allerlei vreemde avonturen beleefd
en was zelfs te Antwerpen opgepakt en
als ongewenschte vreemdeling over de Bel
gische grens geschopt. De Belgische justitie
was trouwens allerminst op zijn gezelschap
gesteld, want ook in België was hij alreeds
veroordeeld ter zake rijwieldiefstal erf der
gelijke gasten kan men als kiespijn missen.
Zijn houding voor de ra,eerv. strafkamer
VAN HET
ONBEWOONBARE U
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS
14)
We hebben hem hier getroffen en we gaan
nu op zijn jacht een beetje kruisen." Er was
veel in dien toon: Jirnmy en het jacht; het
vormde het hoofdmotief van den brief. Daphne
besloot met twee, postcripta: „Ik heb nog
een knot witte zij noodig om mijn jumper af
te maken. Ik sluit een staaltje in, let u pre
cies op de tint Ze probeeren je altijd het
verkeerde in je handen te stoppen". Amabel
zocht nauwkeurig tusschen de blaadjes van
den brief en in de enveloppe; er viel geen
staaltje te ontdekken. Daarop las zij het
tweede postcriptum: „Wilt u me wat nagel
lak sturen? Ik heb het vergeten. Ik bedoel
dat goedje, waar u zoo het land aan hebt en
dat volgens u naar Pruisisch zuur ruikt. Alst
ublieft geen andere soort." Toen volgde er
een kinderlijk rijtje kussen. Amabel glimlach
te en voelde iets vochtigs in haar oogen.
Na een poosje nam ze andere brieven ter
hand. Eerst die van miss Lee:
„Het weer is werkelijk......" Amabel sloeg
het weer over. „De keukenschoovstcen,....."
Ook den schoorsteen Het ze ongeduldig voor
wat die was. „Ik heb haar vooruit gewaar-
was ook méér dan misselijk. Inplaats ruiter
lijk te erkennen, beweerde hij de fiets te
Amsterdam voor f7.30 te hebben gekocht,
doch op alles wat hij geliefde te beweren,
lag de leugen zoo dik, dat hij niet alle-en
de sympathie van don Officier, maar ook
van mr. Schuurman, zijn verdediger, in de
plaats van mr. Winkel, geheel verspeelde.
Gerequireerd werd 2 jaar gevangenisstraf
on de verdediger, die. geen enkel lichtpuntje
kon ontdekken, bepaalde zich to refcree-
rén aan het oordeel der rechtbank.
Uitgeest.
BEDRIF.GELIJKE BANKBREUK.
De middagzilling werd gevuld met een
zaak, betreffende bankbreuk, o£ o-m .hqt
Korter te zeggen, bed rj egel ij k.e verkorting
der rechten van schuldeischcrs in een fail
lissement, welk proces nog al eens enkele
omotioncclc oogenblikken verschafte on
waar het gezegde van Fouché. de Franscho
minister van politie onder Napoleon, Cher
choz la femme, nogal een belangrijke rol
speelde.
Terecht stond dan als verdacht van be-
driegclijkc bankbreuk de kruidenier Frcd. B.
te Uitgeest, in verband dat hij op 23 Mei
j 1. den curator in zijn door hern zelf aan
gevraagd faillissement. Mr. G. A. de Lange,
uit Alkmaar, onware opaaven zou hebben
verstrekt. Hij had namelijk dezen jurist ter
hand gesteld een tweetal boeken, oji de ad
ministratie van de zaak betrekking hebben
de en waarin als debet en credit slechts
eon bedrag voorkwam van f160.—.
Het was toen al voornamelijk de echtgé-
noote, mevr. Wilhelmina B.—v. R., die het
woord deed, zoodat. de curator zelfs gedwon
gen was haar de kamer uit te sturen, om-
dal zij te véél praatte (en haar man te
weinig.) Mr. de Lange na-m toen nolens vo-'
lens genoegen met de schamele administra
lie, doch een paar dagen later kwam hij
echter tot de conclusie, dat hot zaakje niet
klopte en zond den administrateur van zijn
advocatenkantoor, don heer P. C. Riko, er
op uit, om zoo mogelijk meer bescheiden
op te snorren. Deze heer kweet zich uit
stekend van zijn taak en bracht een groot
aantal boeken mede met zooveel gegevens
dat nog een bedrag van pl.m. f 930.— kon
worden achterhaald, Deze boeken had Riko
gevonden in een schrijfbureau, op planken
en zelfs in een bedstede! Al deze boeken on
bescheiden bleken producten te zijn van de
vrouw, die de administratie on het gel
delijk beheer had gevoerd. Er kwamen ech
ter in het faillissement zooveel onregelma-
WlERlNGERWAAtW
Vergadering van dc Begrafenisvereeniging
op Dinsdagavond onder leiding van den
heer C. Haringhuizen, secretaris de heer
C. van Zandwijk.
Aanwezig 12 leden.
Op de tafel waren enkele bekers met si
garen neergezet in verhand met het 10-ja-
rig bestaan der vereeniging.
Bij de opening memoreerde voorzitter dat
de lieer Speels destijds het idee had geóp
perd om hier een begrafenisvereeniging op
te richten met het gevolg dat er inderdaad
toe besloten werd. Als eerste voorzitter fun
geerde Ds. Groeneveld. De heer Jb. Kaan
Kz. stelde de middelen beschikbaar om de
eerste bènoodigdhcden aan te schaffen. Be
gonnen werd met een' klein aantal leden,
welk getal sterk is uitgebreid, n.1. tot ruim
400. Die toename is te danken aan dc goede
werking der vereeniging. Voorzitter wil ook
wel verklaren dat. de toewijding en de
ernst waarmee de dragers hun taak heb
ben vervuld ook hebben bijgedragen aan de
bloei der vereeniging. In deze gemeente
gaat bijna geen enkele begrafenis buiten de
vereeniging om en het mag tot verheugenis
stemmen dat niet alleen de schuld is afge
lost, doch dat er momenteel een reserve
kapitaal aanwezig is van ruim f 2000. We
kunnen dus met genoegen terugzien op dit
10-jarig tijdperk.
In het. jaarverslag werd hulde gebracht
aan de vier bestuursleden C. Haringhuizen,
P. Ilarder, H. Sijhrands en Jb. Kaan Kz.,
die vanaf de oprichting bestuurslid zijn ge
weest. Het ledental is thans 434. In 1936
hebben 13 begrafenissen plaats gehad, waar
van 9 van niet leden. Er zijn 10 leden ver
trokken, terwijl 30 nieuwe leden zijn toege
treden.
De rekening van den penningmeester was
bereids nagezien door de hccren S. Sies-
schuwd, dat hij rookte bij Oostenwind," dacht
zij.
„MarmadukeJa, dat was het, waar
ze naar zocht. „Marmaduke is hier vanmor
gen komen aanloopen. Hij zat voor de voor
deur. Hij leek nogal moe, maar hij is anders
heel goed. Om nu op den keukenschoorsteen
terug te komenAmabel liet zich bijna
verleiden tot een leelijke uitdrukking, van
Daphne afgeluisterd.
Zij opende Agaath's briefdie was bondig
en gedecideerd, zooals do schrijfster zelf.
„Kun je het nogal stellen? Wil je me over
hebben voor het week-end? Zoo ja, dan kom
ik Zaterdagmiddag. Cyril is er niet, ik zit 'n
beetje verlegen met mezelf."
Amabel overwoog het voorstel. Agaath een
paar dagen over, het was niet kwaad. Het zou
„de menschen" tevreden stellen enhet
zou ook wel prettig zijn. Agaath had zoo iets
stevigs over zich. Zij stopte de brieven in
haar tasch en ging naar het dorp.
Het postkantoor was tevens warenhuis. Je
kon er ondergoed koopen, spek en zeep en
kaas, snoepgoed en varkenslapjes. Amabel
keek rond en moest lachen, toen zij aan de
opdracht van Daphne dacht. Ze telegrafeerde
naar Agaath. Toen kocht ze drie petroleum
lampjes met blikken reflector, een kan olie
en drie stevige, ijzeren knippen. De lampjes
en de olie zouden vóór donker bezorgd wor
den; de knippen nam ze, met wat schroeven,
mee in een blauw papiertje.
Opgewekt wandelde ze naar huls. De rij
kussen onderaan Daphne's brief had haar goed
gedaan, en ze had het nog nooit zoo prettig
gevonden, dat Agaath kwam.
Toen tegen theetijd Julian kwam, vond hij
haar in de beste stemming en standvastig in
haar weigering van Daphne's gezelschaup.
tigheeïon voor, volgens oordeel van den cü-
lator, dat. de zaak werd gesteld in handen
van den heer-Officier van Justitie, met het
hierboven door óns gereleveerde onaange
name gevolg voor bel wettelijke hoofd van
het bedrijf, den heer Fred. B.
Ook thans beweerde de verdachte bank
roetier zich met de boekhouding absoluut
niet bemoeid te hebben en ontkende ecnig
opzet te hebben gehad, den curator te heb-
l en willen misleiden. Als getuige k dé
charge werd op verzoek van den verdedi
ger, mr. v. d. Loos, o.m. ook nog gehoord
mevr. B.v. R. Deze dame verklaarde even.
eens dat haar man zich niet met de boek
houding bemoeide. Zij had destijds aan don
curator nog ter hand gesteld de aanwezige
contanten pl.m. 35 gulden. De boeken, die
naar de meening van'den curator, tijdens
zijn bezoek niet zichtbaar waren, lagen vol
gens deze dame, open en bloot. Het schijnt
dat dë failliete zaak later door de echtge-
noote, die niet in gemeenschap van goede
ren met den heer B. was gehuwd, is over
genomen, en onder haar auspiciën, maar
thans wettelijk, wordt voortgezet.
Het ontbrak, gedurende de behandeling
van deze bedricgclijke bankbreukerij niet
aan komische momenten en de hilariteit
was groot, toen de Officier mevrouw B.
sarcastisch toevoegde: Is uw man dan zoo'n
doetje?, en de slagvaardige dame ripos-
teerde; Dat. is wel mogelijk, maar daar heb
i k geen lastvan!
Overigens was de Officier allesbehalve te
spreken over de rol die de verdachte in dit
faillissement had gespeeld en die lang niet
O-Kée was. Voorts cispte de vertegenwoor
diger van de staande magistratuur scherp
de weinig ridderlijke houding van den ver
dachte, om zich achter vrouwenrokken te
verschuilen. De Officier wilde de andere
vcrdache zaken in dit faillissement, zooals
•de cyclostiel, schrijfmachine en vleesch-
marhinp -maar niet eens aanroeren, doch
hecritiseerde krachtig de waarde van de
mentaliteit van den verdachte, die zich zelf
failliet had aangegeven en het thans deed
voorkomen, of de administratie hem geheel
onbekend was. Tn verband met den ernst
van 't feit, achtte de Officier dan ook een
strenge straf noodig en requireerde, waar
6 jaar gev, als maximum is gesteld, 1 jaar
gevangenisstraf.
Mr. v. d. Loos hield daarop een uitvoerig
pleidooi, trachtende een voor zijn cliënt
meer gunstig licht, op. dc zaak te werpen,
alvorens hij tot vrijspraak concludeerde.
In deze en andere zaken over 14 dagen
d. i. 23 Fcbr., uitspraak.
werda en W. Pcereboom. Eerstgenoemde
deelde mede alles in volkomen orde te heb
ben bevonden. In 1936 werd begonnen met
een saldo van f 1924.16V2. Totale ontvang
sten f 3224.26, uitgaven f 1174.03Vk, alzoo
een batig saldo ad f 2050.22V2. Den pen
ningmeester werd decharge verleend.
Verkiezing bestuursleden.
De heer H. Sijbrands werd met op een na
algemeene stemmen herkozen, terwijl voor
den heer C. Haringhuizen, die niet meer
in aanmerking wenschte te komen, burge
meester Kaan werd gekozen. De heer Kaan
vond 't jammer dat de heer Haringhuizen
gemeend heeft voor een herbenoeming te
moeten bedanken, doch spr. zaltrachten
om dc functie met de zelfde sympathie te
vervullen. *£-•". 7 - -
Als afgevaardigde naar de algemeene ver
gadering werd de heer van Zandwijk aan
gewezen.
Goedgevonden werd dat eventueel nog
een bestuurslid zal meegaan.
Als commissieleden voor het nazien der
rekening 1937, werden wederom aangewe
zen de heeron Sieswei-da en Peereboom.
Op voorstel van den heer Sicswerda werd
als no. drie aan de commissie toegevoegd
de heer C. Rezelman Jz. Elk jaar kan dan
één van de drie woi'deu vervangen door een
ander.
Rondvraag.
Dc heer Jb. Kaan Kz. kan niet nalaten
om in deze laatste bijeenkomst .door den
heer Haringhuizen geleid, hem hartelijk te
bedanken voor al hetgeen hij in het be
lang der vereeniging heeft gedaan. De heer
Kaan stelde voor den heer Haringhüizen
als. blijk van waardeering te benoemen als
cere-voorzitter, W.dt onder applaus werd
goedgevonden..
De heer Haringbuizen was onder dank
zegging bereid dit te aanvaarden.
De heer A Rob bracht in het midden dat
de regenwaterbak bij het huis van ouden
van dagen zeer hinderlijk is bij het uitdra
gen. Zal onderzocht worden en ter kennis
van het gemeentebestuur worden gebracht.
Dc heer Harder zou evenals Warmenhui-
„Ik wou maar dat je zuster vanavond al
kwam," zei hij.
Maar ze glimlachte nu om haar eigen
vrees.
„Ik was vanmorgen zenuwachtig; ik denk
er nu heel anders over, heusch. Het moet een
verdwaalde kat geweest zijn. Ik schaam me
een beetje over mezelf, maar ik zal me ver
der beter houden."
Julian staarde in het vuur.
„Ga liever naar de Berkely's vanavond",
raadde hij aan. „Of neen, je deed het best er
heelemaal van af te zien en naar huis te
gaan."
„Mijn huis is verhuurd," zei Amabel, „ik
heb geen ander huis dan dit."
Julian bleef in gepeins voor zich uitstaren.
„Wil je me morgenavond hier laten logee-
ren?" vroeg hij. „Als je zuster er is, kan nie
mand er iets op aa.n te merken hebben."
„Natuurlijk" stemde ze toe.
„Dus je wilt niet naar de Berkeley's?" her
haalde hij voor hij vertrok.
„Weineenik héb knippen op de deuren
gemaakt en ik doe niet open, wat- er ook ge
beurt."
„Op welke deuren?"
„Daar,"- ze wees naar haar slaapkamer, en
op de tusschenduur naar de kamer van Je
tante. Georgina. Ik wil eens zien of ik die
dicht kan houden vannacht." Ze voelde even
een huivering, en ze lachte om die te ver
jagen.
Julian scheen niet veel lust te hebben om te
gaan.
„Ik zie dat je hier in de gang en In de hall
lampjes hebt opgehangen", zei hij.
„Ja, ik wil licht hebben en den heelen nacht
't electrisch licht aanhouden komt nogal duur.
Bovendien heeft dat de hebbelijkheid, op
het critiekc moment uit te gaan; daarom wou
zen bij den bond willen bespreken dat het
loon van de dragers niet in mindering werd
gebracht van eventueele steun of van het
geen in werkverschaffing wordt verdiend.
De heeren Sijbrands en Burgemeester Kaan
merken op, dat dit toch niet zou worden
goedgevonden.
Verder is dc heer Harder van oordeel dat
paardenbespanning voor de vereeniging
voordeeliger is dan auto's. In een verslag
van Noordscharwoude stond vermeld dat
de heer Wolfswinkel thans voor rouwkoets
en twee volgkoetsen f 25 berekent.
Opgemerkt werd dat Wieringerwaard
verder af gelegen is. Evenwel kan wel eens
overleg gepleegd worden met den hee»* Ple
vier, die ook af en toe al geassisteerd wordt
door den heer Wolfswinkel.
Bij de sluiting betuigt voorzitter weder-
keerig dank aan den secretaris voor de
prettige samenwerking en in het algemeen
voor het vertrouwen in hem gesteld en
sprak den wcnsch uit dat de vereeniging
steeds goed zal functioneeren.
KORT VERHAAL
door EMPé.
Eindelijk had Koos Spierman het durven
wagen het meisje zijner droomen zijn
eeuwige liefde te verklaren.
Wekenlang zat het voornemen hem
dwars. Gedurende lange, slapelooze nach
ten repeteerde hij de rede. waarin hij van
plan was zijn aanzoek uit te spreken, maar
de moed voor de daadwerkelijke tenuitvoer
brenging van dit snoode plan had hem lan
gen tijd ontbroken.
Tenslotte was het er toch van gekomen,
dat wil zeggen: het aanzoek kwam, de
schitterende speech, die begon met „mijne
teerbeminde Rosa" en in een poezig zachte'
woordenlicfkozing eindigde, bleef achter
wege. doordat Koos zoo zenuwachtig was,
dat zijn geheugen hem totaal in den steek
liet en zijn tong insubordinatie pleegde.
Rosa was in het geheel niet van streek,
ze nam hem eens op en zei toen zeer be
slist: „Luister es Kobus, ik vind je een aar
dige jongen en ik ga graag met je uit.. Je
bent ook een fatsoenlijke jongen en ik zou
je wel als man willen hebben, maar je ver
dient nog niet genoeg om een gezin te kun
non onderhouden. Zie eerst maar eens pro
motie te maken, daarna zullen we wel ver
der praten".
Eerst was Koos door deze woorden bitter
teleurgesteld, maar toen de beteekenis ervan
goed tot hem doordrong, was hij zielsgeluk
kig. Ze wilde met hem, ze had hem niet
afgewezen, alleen, ze wilde natuurlijk een
zekere vaste basis hebben, waar ze trou
wens groot gelijk in had.
Per slot van rekening zat hij nu al zeven
jaar op dat fabriekskantoor, lang. genoeg
om eens een pietsie hooger te kunnen ko
men.
En de patroon had veertien dagen lang
een fanatiek plichtsgetrouwe klerk aan
Kobus Spierman, maar de promotie
bleef uit. -.
Toen gooide hij .het over een andere boeg
en liet; telkens, als hij met. de^ baas of de
chef sprak, doorschemeren, dat hij toch ei
genlijk onmisbaar was en niemand, met al
les zoo goed op de hoogte kon zijn.als hij.
Totdat de baas uitviel: „Spierman, doe
nu je werk maar, zooals het van je ver
langd wordt, meer verwacht ik niet van je."
De promotie, kwam niet.
Daarna begon Kobus te letten op alles,
wqt zijn collega's deden. Zoodra hij een
fout of tekortkoming ontdekte, wist hij het
langs een omwegje aan den baas over ie
brieven.
De baas gaf het door aan den chef, die
zijn maatregelen trof, en negeerde Kobus
volkomen, deed alsof hij lucht voor hem was.
Het was moeilijk om promotie te maken,
om sous-chef of zooiets te worden, en zonder
promotie wilde Rosa niet met hem trouwen.
Koos deed een laatste, wanhopige poging,
kocht eén kist fijne sigaren en nam die mee
naar kantoor.
Hij moest er veertien dagen voor krom
liggen, doch het kon niet anders, omdat het
zijn laatste kans was.
Telkens, wanneer hij de kans schoon zag.
presenteerde hij den chef een sigaar en
deed hevig beleefd en onderdanig tegen hem.
De eerste Keer vroeg de chef hem, of hij
jarig was, de tweede maal nam hij het
dure rookertjo met een onverschillig gcbaai
ik het zoo eens probeeren. Ze zijn foei leelqk,
maar nuttig."
Julian nam afscheid en kwam toen weer
terug.
„Zul je me opbellen, als er iets is?"
„Ja, heusch, maar 't zal niet noodig zijn;
ik ben van plan eens flink te slapen."
Amabel zag hem de trap afgaan en hoorde
hem de voordeur achter zich dichttrekken.
Toen zocht zij haar plaatsje in de zitkamer
weer op en las Daphne's brief nog eens aan
dachtig over.
HOOFDSTUK XII.
Amabel's voorspelling, dat ze eens flink
slapen zou, werd vervuld. Ze ging om tien
uur naar bed en liet een olielampje branden
op de gang en een tweede, laag gedraaid,
in den hoek van haar kamer. Zij deed beide
deuren op de knip en ze sliep door van het
oogenblik, dat haar hoofd het kussen voelde,
tot Jenny's kloppen haar wekte.
„Alstublieft, mevrouw", zei ze, het kopje
neerzettend. En toen. „Ellen is er."
„Wat?" vröeg Amabel verrast.
„Ellen is er", herhaalde Jenny, zichtbaar
verlegen. En vóór zq meer kon zeggen, stond
Ellen al in de kamer, in haar werkjapon,
zonder hoed of handschoenen.
Ellen kéék Jenny letterlijk de kamer uit.
Toen kwam ze dicht bij het bed staan en begon
met zachte, onzekere stem;
„Ik ik kon het niet met mijn geweten
overeenbrengen. Ik ben gisteravond terug
gekomen." Ze zweeg even en er was iets van
trots in de uitdrukking van haar gezicht:
„Hebt u dat papier op het postkantoor niet
gezien? Kleine kamer te huur met of zonder
pension."
„Kon miss Lee je niet houden?"
Jantje kreeg met zijn verjaardag,
Van z'n oom een groote doos,
Toen hij 'f deksel openmaakte,
Zat hij even sprakeloos!
Heel een leger van soldaten
Lag er netjes ingepakt,
Ruiters, tamboers, en kanonnen,
Rood en geel en zwart gelakt!
Maar toen Jan er mee wou spelen,
Nam z'n moeder stil z'n hand,
En ze zei: „M'n lieve jongen,
„Boe dat speelgoed aan den kant,
„Dat is niets voor kleine Jantje!
„Waarom niet, m'n lieve vent?
„Dat zal moeder je vertellen,
,Als je groot geworden bent!"
Jaren later, op Jan's jaardag,
Kwam er weer een fijn pakket,
En de inhoud werd aandachtig
Op de tafel neergezet.
Toen marcheerden, galoppeerden
Legers keurig in de lak,
Tamboers, ruiters en soldaten
Langs het breede tafelvlak!
Jantje lachte, commandeerde:
„Moeder, ik ben generaal!"
En z'n kind'cr-fantasietje
Spon daarbij een heel verhaal.
Vader glunderde aandachtig,
Moeder kwam eens bij hem staan
Maar, wat z'eenmaal stil gezegd had,
Kijkdaar dacIU ze niet meer aan!
O, zoovele kleine Jantjes,
Spelen weer het oude spel
Met hun kleurige soldaatjes,
Of ze houden weer appél!
En we vinden het natuurlijk,
Dit ligt alles in de lijn!
Omdat we in enk'le jaren
Toch zoo veel vergeten zijn!!
KROES
Februari 1937. (Nadruk verboden)*
aan en toen hij de derde sigaar kreeg, zei
hij niets, maar ging het privé-kantoor van
den baas binnen.
Nog dienzelfden middag verschenen er
twee heeren op kantoor, Kobus werd ontbo
den en ze namen hem in een taxi mee naar
het bureau van politie, waar hij werd inge
sloten.
De jongste bediende, die de taxi zag weg
rijden, begreep, dat hij nu de kleine kas,
het geldbakje in de lessenaar van den boek
houder, met rust zou moeten laten.
Kobus Spierman kwam, na een vrijspre
kend vonnis wegens' gebrek aan bewijs, als
een verstokt vrouwenhater uit het Huis van
Bewaring.
Rosa had toen verkeering met een onder
officier en kende hem niet meer.
Interviewer; „Waaraan schrijft U het be
gin van Uw succes toe?"
„Self made" man: „Ik denk, omdat ik het
was, die van de kantoorbedienden het
hardste lachte om de moppen van den
baas".
„Ze wou met wat graag houden! Ze heeft
een weduwe met een kind in huis, en het is
zonde, dat ik het zeg, mevrouw; maar ik kon
de wurm niet uitstaan. Dat kun je wel eens
zoo hebben, nietwaar? En toen begon mijn
geweten te spreken, zoo van: waarom heb je
mevrouw ook in den steek gelaten? Nou en
ik had dat papier gezien, toen in naar het
station ging en toen ik gisteravond terug
kwam, heb ik dat kamertje genomen."
Ze wachtte even, greep Amabel's hand en
vervolgde op een geheel anderen toon, vol
pathetische genegenheid:
„O, mevrouw, ik kon u heusch niet alleen
laten."
En er viel een traan op Amabel's deken.
Om drie uur ging Amabel Agaath van den
trein halen. Op de brug passeerden ze Julian.
Mevrouw Moreland, die naar het villatje van
de Millers had gekeken, vroeg, toen ze hem
voorbij waren:
„Wie is die knappe man?"
Amabel keek aan den anderen kant van
het rijtuig uit het raampje.
„Mijnheer Forsham", zei ze, nauwelijks het
hoofd omwendend.
„Familie van Julian Forsham?"
„Het is Julian Forsham?"
„Ken je hem?"
„Dat spreekt vanzelf. Ik woon in het huis
van zijn broer". En na een pauze van enkele
seconden: „Hij komt het week-end bij ons
doorbrengen".
Agaath keek verbaasd.
„Hij is een oude kennis, zie je", legde
Amabel uit. „Ik heb hem en de Berkeley's, die
hier wonen, al vroeger leeren kennen. Het
was heel prettig ze allemaal weer eens te
ontmoeten."
(Wordt vervolgd.)