EUROPA WAPENT ZICH Van handgranaten tot afweerkanonnen De infanterie ruikt anders dan de artillerie, tenminste voor de legerhonden Het probleem van afweer voor de pantserwagens -- Minister-president Baldwin uitte in een politieke vergadering de volgende woorden: „Een land, dat niet bij machte is, de noo- dige voorzorgsmaatregelen voor zijn ver dediging te nemen, zal nooit macht in deze wereld hebben, noch moreel, noch mate rieel!" Heel Europa, men kan gerust zeggen, de geheele wereld leeft in een gespannen toe stand en er is wellicht slechts een onbe duidend voorval noodig, om een oorlog te laten uitbreken. De diplomaten doen allerlei stappen, doch VLIEGTUUGREPARATIE TUSSCHEN HEMEL EN AARDE. Een Amerikaansch passagiersvliegtuig, dat met vijf toeristen een rondvlucht boven Pensacola in Florida ondernam, geraakte dezer dagen in een zeer hachelijke positie. De piloot maakte juist toebereidselen tot 'n landing, toen hij onder zich een opgewon den menigte menschen zag, die luid schreeuwden en gebaarden en die onmis kenbaar trachtten, hem te beduiden, dat er iets niet in den haak was aan zijn toe stel. De piloot boog zich zoo ver mogelijk bakkersknecht, zich- aan, om. te trachten het landingsgestel te repareeren. Hij boog zich zoo ver mogelijk over den rand van het vliegtuig, werd door medepassagiers aan de voeten vastgehouden en zweefde alzoo letterlijk tusschen hemel en aarde. In dezen benarden toestand gelukte het nem het landingsgestel zoo te bevestigen dat de landing geen gevaar zou kunnen op leveren. En inderdaad kon de piloot de machine een kwartier later „op den grond zetten". De vele honderden menschen, die het adembenemend waagstuk van den jonge man vanaf den grond hadden gadegeslagen, bereidden den bakkersknecht een enthou siaste ontvangst op het vliegveld! intusschen zijn de dingen om ons heen niet beter, doch wel slechter geworden. Het is voldoende in dit verband te wijzen op den Italiaansch-Abessijnschen oorlog, de sancties, de Spaansche burgeroorlog, enz. Ieder land heeft dus voor zijn leger en vloot in de eerste plaats te zorgen, voor het geval, dat het land aangevallen wordt, zoodat men zich met uitzicht op een gun stig gevolg teweer kan stellen. De algemeene dienstplicht is jarenlang reeds de hooge school voor de discipline van onze jonge mannen geweest, niet in tusschen om van de jonge mannen geest driftige aanhangers van den oorlog te maken. Wie dat denkt, vergist zich deer lijk. Wel echter dat hij, omdat hij zijn eigen land en volk kent en liefheeft, besloten is zijn land in geval van nood met de wape nen te verdedigen. Om de wapenen echter tegen iemand te richten, moet men èr mee weten om te gaan en daarvoor dient de algemeene dienstplicht. Behalve de gewone krijgsdienst, het lee- ren gehoorzamen, marcheeren, het hantee- ren en uit elkaar halen van een geweer, het leeren schieten, heeft de soldaat tegen woordig nog vele andere dingen te leeren. Noemen wij slechts enkele voorbeelden: luchtafweer, gasaanvallen, het leeren om gaan met tanks en het afweergeschut zoo wel voor vliegmachines, oorlogsbodems als voor de gepantserde wagens, afweer voor tanks! Wat klinkt dit eenvoudig en toch, hoevele problemen heeft men met dit eene woord aangeroerd! Toen in de tweede helft van den wereld oorlog plotseling de langzaam, maar gesta dig, zich overal overheen werkende tanks verschenen, die op rupsbanden liepen, zelfs door water en vuur gingen, moest men zich behelpen met de eenige wapenen, die men had; dit waren handgranaten, machinege weervuur op de kijkgaten gericht, licht veldgeschut, terwijl iets laten geweren van zwaarder kaliber en ook zwaardere machi negeweren de eerste afweerwapenen waren. Worden deze door bekwame soldaten ge hanteerd, dan is het mogelijk een tankover- val af te slaan. Tengevolge van de vrijwel geheele mo toriseering van het geschut werd de vraag naar afweerwapenen van de vijandelijke gepantserde strijdkrachten spoedig zeer dringend en zoo ziet men overal, dat de verschillende legers zich snel bewegelijke, gepantserde kanonnen en machinegeweer wagens aanschaffen om den gepantserden aanval af te slaan. Vanzelfsprekend gaat het daarom wapenen te construeeren, die in staat zijn, de gebruikelijke pantsers van allerlei soort strijdwagens te doorboren, dus zoowel voor de snelle gepantserde voertuigen die door cavallerie in de meeste landen worden gebruikt als voor de tanks van zwaar geschut voorzien. Het ligt echter voor de hand, dat slechts het „juiste schot" ondersteund door een zeer nauwkeurig werkend optisch instru- BIJ DE ILLUSTRATIESi Hierboven: Het nieuwste wapen tegen de pantserwa gens is het pantserafweerkanon, een geschut met klein kaliber voor directe schoten, welk wapen op wielen met rubberbanden rust. Van links boven naar rechts beneden: De tanks met hun rupsbanden gaan steeds recht op hun doel af. De militaire honden worden in kennis goed verzorgd en met veel geduld afgericht De afdeeling zware artillerie op het oefenveld. De pantserwagens, wiens ontwikkeling sinds den oorlog nieuwe wapenen noodig gemaakt heeft. Links beneden: Oefeningen met pantserwagens. uit het toestel en constateerde tot zijn schrik, dat een gedeelte van het landings gestel had losgelaten van den romp van de machine. Een landing in dezen toestand was onmogelijk. Het apparaat zou onge twijfeld vernield zijn geworden, waarbij het hoogstwaarschijnlijk in brand zou zijn gevlogen. De vlieger, die vulpen noch potlood bij zich had, was evenwel zoo vindingrijk van een der vrouwelijke passagiers een lippen stift te leenen. Hiermee krabbelde hij op een vel papier enkele woorden. Hij ver zocht vanaf het vliegveld een andere ma chine te doen opstijgen, die hem een sterk touw kon brengen en het papier, waarop hij zijn verzoek had neergeschreven, wierp hij omlaag. Weldra stegen twee vliegtuigen van het veld op en trachtten de machine, welke in nood verkeerde, een touw toe te wer pen. Doch alle pogingen mislukten. Tenslot te kon de piloot van het gehavende toestel de vlucht ook niet eindeloos voortzetten; de brandstof raakte op en men móest on der alle omstandigheden trachten te lan den. Toen bood een 22-jarige jongeman, die tot de passagiers behoorde, van beroep een. Zoo geldt hetzelfde voor de afweer door middel van tanks wat een herdershond doet bij de kudde, aan het begin, in het midden en aan het eind der kudde steeds de veiligheid verzekeren, dat moet de tank doen bij de troepen. Wij willen nu iets zeggen over de plaats van den hond in het leger. Waartoe echter vraagt men zich onwillekeurig af, gebruikt het leger tegenwoordig nog honden als middel om berichten over te brengen? Is dat in een tijd van telefoon en radio dan niet overbodig? De hond is ook thans nog voor het leger een gewichtig en mis schien het meest geliefde middel voor het overbrengen van berichten. Want al de tech nische middelen tezamen werken alleen on der normale omstandigheden; de radio kan gestoord worden door verschillende oorza ken, telefoonleidingen kunnen stukgescho ten worden, lichtseinen zijn bij nevel bijna ment zijn werk kan doen tegen deze snel bewegende wagens. Dientengevolge heeft men afweergeschut gemaakt en machinegeweren van groot ka liber, die de pantserplaten met groote kracht stukschieten. Een verdere stap voor uit is het, deze afweerwapenen over alle legerafdeelingen te distrubueeren, die in 'n eventueelen oorlog tegenover pantserwa gens kunnen komen te staan. Zoo zien wij dat infanterie, cavallerie, artillerie, maar ook de pantserkolonnen zelf in stijgende mate met pantserafweerwapenen worden uitgerust. Door de erkenning van deze vorderingen zijn alle moderne legers begonnen hun af weerwapenen te motoriseeren, waarbij ver schillende wegen zijn ingeslagen, naast afweergeschut en zware machinegeweren, die door gepantserde rupswielentanks ge trokken worden, vindt men afweergeschut op gemotoriseerde gepantserde onderstellen, vast gemonteerd. Hand in hand met de technische vol maaktheid der afweerwapenen gaat het streven door een bijzonder goed berichten- systeem om ieder oogenblik in staat te zijn op de door vijandelijke tanks bedreigde plaatsen zoo spoedig mogelijk met het af weergeschut te verschijnen. De draadlooze telegrafie is hiervoor wel het aangewezen hulpmiddel en de moderne legers schijnen op dit gebied reeds een hooge graad van ontwikkeling te hebben bereikt. Ook de vliegers moeten het hunne er toe bijdragen deze afweer nog grooter en doeltreffender te maken. Bijzondere eischen stelt het probleem als het er om gaat marcheerende troepen tegen de tankovervallen te behoeden. Want een door pantserwagens overvallen troepen af deeling moet met de zwaarste verliezen rekening houden, als ze niet over voldoen de afweergeschut beschikt. der infanterie door en naast elkaar gaan en de wegen, die de honden hebben af te leggen, zich vaak kruisen, heeft men de honden der ar tillerie aan een andere lucht gewend dan die der infanterie. Iedere hond blijft nu bij zijn eigen geur. Voor een hond ruikt dus inder daad de cavallerie an ders dan de infanterie. De meest gewensch- te eigenschappen van een legerhond zijn wel, dat hij zich niet te veel aan één van de soldaten hecht, doch zich ook weer niet door een ieder laat lok ken. Hij moet tegen scherpe geuren kun nen. Hij moet een galoppeerenden gang hebben, maar geen draver zijn, niet te kort behaard; hij moet bestand zijn tegen aller lei weersgesteldheid en ook door prikkel draadversperringen kunnen kruipen zon der zich te verwonden. Hij moet zooveel mogelijk de kleur van het landschap heb ben. Het beste eigent zich de herdershond voor dit werk, hoewel hij een draver is. Als een hond anderhalf jaar oud is, be gint de opleiding. De leeftijdsgrens voor het leger is meestal zeven, jaar, dus tame lijk laag, zelfs voor een hond. En daarna? De legerhond heeft het daarna goed. Ze krijgen genadebrood zonder andere dien sten te behoeven te verrichten. Maar over' het algemeen eten de dieren dit genade brood niet lang, want de soldaten, die zich aan de dieren hebben gewend, krijgen, als zij het aanvragen, meestal toestemming den hond mee naar huis_- te riemen, waar -de dieren het dan nog jaren lang goed kun nen hebben. of in het geheel niet te zien. Als alle appa raten en machines falen, dan is de mensch op zichzelf aangewezen. Als bij de berich tendienst niets meer te gebruiken is, dan heeft men nog altijd den hond. En dat is het, wat boven de liefde van den mensch tot het dier juist de legerhond in de troep zoo gewaardeerd maakt. In vele landen hebben verschillende Infanterie- en artillerie-regimenten een aantal van deze honden. Iedere hond loopt tusschen twee soldaten in. En wat doen de dieren? Hun voornaamste taak is het overbren gen van berichten, die zij in een kokertje aan den halsband dragen. Moet een hond nu van een afdeeling uit een bericht naar een andere afdeeling overbrengen, dan hebben zij een kunstmatig spoor te volgen. Daarvoor wordt een zekere reukstof ge bruikt, die men op den bodem druppelt. Op deze manier is het mogelijk een spoor van vijf kilometer lengte te maken, waar langs de hond heen en weer gaat. Daar nu de posten van de artillerie en die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 11