Arrondissements rechtbank te Alkmaar Raad Wieringerwaard Feuilleton HET RAADSEL riuis VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 1 Maart. A1 k m a ar. ZUCHT NAAR LUXE. Op den eersten dag van Lentemaand maakte onze alleen-rechtsprekende rechter persoonlijk kennis met mejuffrouw A. E.. Deze jongedame had zich, gestimuleerd door een haar bij verstek opgelegde gevan genisstraf van een kwart jaar, genoopt ge zien, zich persoonlijk met deze voor haar nogal gewichtige aangelegenheid te be moeien en was tegen dit vonnis in verzet gekomen. Op 28 Dec. was namelijk tegen haar een zaak behandeld, betreffende dief stal van 2 gulden, ten nadeele van haar patroon J. B., kaaswinkelier te Alkmaar, alwaar zij in betrekking was. liet meisje dat uit het woonwagenkamp was voortge komen, leek oogenschijnlijk een keurig kind en voldeed uitstekend, tot eensklaps bleek, dat haar eerlijkheid niet boven ver denking was verheven. Voorts kwam nog aan het licht, dat zij ook niet afkeerig was van oplichting, zooals hij onderzoek bleek. O.m. had zij ook bij de firma St. dit kunstje uitgehaald en op naam van movrouw H. B. uit de Houttil, waar de jonge dame des tijds het hazenpad scheen te hebben ge kozen en van geen belangstelling blijk had gegeven, werd besloten haar tot 3 maanden separatie te veroordeelen. Thans was de jongedame behoorlijk pre sent, vergezeld van haar vader. Aangezien het meisje de vorige maal geen dagvaarding had ontvangen, week de Offi cier af van zijn usance, opposantc het al lerlaatst te bedienen en word dc zaak con tra A. direct gerepriseerd. Het meisje er kende het haar ten laste gelegde, dat was niet veel in verhouding met hetgeen zij tij dens haar verblijf in Alkmaar had uitge spookt. De heer Wiggcrs had zich echter reeds met het meisje, dat van goeden wille scheen te zijn, bezig gehouden en achtte de reclasseeringskansen niet ongunstig. Nadat beklaagde door den Politierechter nog eens krachtig, maar toch vaderlijk was ver maand en haar nadrukkelijk was gewezen op de gevaren van de zucht naar boven haar bereik staande weelde en opschik, werd besloten het dwalende kind over te laten aan de zorg van den heer Wiggers en op de zitting van 12 April e.k. te beslis sen hoe verder met haar te handelen, B e r ge n. EEN BERGER HORLOGESMID DIE NIETS ANDERS DEED DAN EMMERS OMTRAPPEN. Onlangs verscheen voor den Politierechter de heer A. II. B., een horlogemaker te Ber gen. die zirh méér had geïnteresseerd voor dc kunst dan voor zijn werk en zich met zooveel toewijding had gewijd aan de jazz muziek, als slagwerker, dat hij ten slotte geen „slag werk" meer kreeg. Hij raakte daardoor op zwart zaad. kon zijn leveran ciers niet meer betalen en fingeerde toen een inbraak, ten einde de assurantie-pen ningen te bemachtigen en op deze bedric- gelijke wijze zijn vrijwel zekeren onder gang althans een tijdje te traineeren. Maar de Borger politie is ook niet van ge zond verstand en opmerkingsgave ontbloot, althans en al heel gauw zat do goocheme horlogemaker-slagwerker cr muurvast tus- schon en stond terecht ter zake valschc aan gifte. Alvorens echter tot veroordeeling over te gaan, wilde men het eerst nóg eens met een reclassecringsrapport prohcencn, doch helaas, het bleek dat het hier boter aan de galg was gesmeerd en de candidaat- reclassant niet hot minste verantwoorde lijkheidsgevoel had bijgeleerd. De heer Wig gers had hij zoo'n beetje beschouwd als een quantité negligeable en zijn wederver schijning op dc zondaarsbank maakte he den een zoo weinig gunstigen indruk, dat unaniem werd besloten hem tot een on voorwaardelijke straf van 3 maanden te veroordeelen. A1 k ma a r. EEN MYSTERIEUS VERVAJ.SCHINGS- ZAAKJE. De Amsterdamsche pikeur K. B. vloog in agitatie van het zondaarsbankje naar het podium der gerechtigheid, toen hij terecht stond wegens valsehheid in geschrifte en verduistering van 25 pop ten nadeele van zekere mevrouw J. uit Amsterdam. Mijne heer B. zou dan dat geld bij den heer H. J. H. is diens kwaliteit van bestuurslid der Alkm. Harddraverijvereeniging op een door mevrouw J. geteekende kwitantie hebben ontvangen. Het betrof hier een wedderij op een "paard, genaamd Pinkerton. Maar B. verklaard, nu, dat dit alles was geschied met goedvinden van mevr. J. en hij met de f25.crediteuren van mevr. J. had vol daan. Wat thans door mevr. J. onder eede bevestigd werd. De Officier scheen huiverig in dit rare soepje te gaan roeren en requireerde maar liever vrijspraak, waarmede de Politierech ter zich vereenigde. Z ij p e. EEN KNOKPARTIJTJE TUSSCHEN AANNEMER EN GRONDWERKER. Den grondwerker Jan P., die te Zijpe werkzaam was aan wegenaanleg, had op 26 Aug. in opdracht een walletje op te hoogen en scheen dien arbeid niet te ver richten naar genoegen van den aannemer D. J. B. De aanmerkingen die B. daarover maakte, vonden evenwel ook geen behagen bij den grondwerker en deze nam toen zijn schop ter hand. om dat den heer B. eens afdoende duidelijk te maken. Een formeelc knokpartij ontstond, waarbij werkgever en werknemer weinig ordelievend over den grond rolden. Ook de opzichter A. mengde zich mede in den strijd, die werd bij gewoond door den inmiddels noodlottig om het leven gekomen arbeider D. Spaans. De grondwerker P. compareerde thans ter zake het hem ten laste gelegde molest van den aannemer ter zitting en gaf blijk geen geboren diplomaat te zijn, doch ten slotte kwam hij er, gelet op hetgepn hem was ten laste gelegd, nog bijzonder genadig met f15 boete of 10 dagen af. Den H e ld e r. DE BLAUWE KNOOP MOET ER AAN TE PAS KOMEN. J. H. W., visscher te Den Helder, heeft bij den Alkmaarschen Politierechter een niet al tc gunstigen naam, want diverse malen hebben wij zijn Herculische gestalte in de Rechtszaal kunnen bewonderen. J. H. W. is een mannetje dat een beetje te veel van innemen houdt en wanneer hij dan, om 't populair uit te drukken, flink in de olie is. wordt hij lastig, zéér lastig zelfs en verbeeldt zich dan dat iedereen door hem gemaakt en gebroken kan Worden. Op den 3en Januari verkeerde Jan Hendrik weer in kennelijken staat en moest iedcren voorbijganger minder aangenaam ervaren, hoe hard zijn mokerslagen aankwamen, tot dat een agent hem zou overbrengen naar het beruchte lokaaltje. Jan beging nu de groote domheid van verzet en geweld te plegen, waarvoor hij nu 't zondaarsbankje mocht stofeeren. 't Eigenaardigste was wel, dat de krachtpatser nu hij zoo mak was als een pasgeboren lammetje, vooral toen de Officier een maand gev.straf vroeg. De Politierechter vroeg toen aan Jan, of hij zich wilde bekeeren, door bijv. lid te worden van een geheelonthoudersvereeni- ging. Jan voelde toen zijn kans aan en be loofde voortaan water te drinken, inplaats van Bachus-brouwsel. Toen werd besloten de zaak te schorsen tot 12 April, wanneer de' heer Wiggers met 'n rapport zal komen. Den Helder. DE TRADITIONEELE ZWIJNTJES JAGER? Op Zondag 24 Januari bevond de Hel- dersche landarbeider P. van D. zich te Wieringerwaard, toen 't plots bij hem op kwam dat hij iets had vergeten. Goede raad bleek duur te zijn. P. pakte een on beheerd rijwiel en peddelde weg, zeer tot ongemak van den 17-jarigen P. K., die nu kon loopen en zich voor de keuze gesteld zag, een nieuw karretje te koopen of altijd per beenenwagen door 't leven te gaan. Maar gelukkig voor hem, kon hij zich vaag een denkbeeld vormen omtrent den dader en dit vage beeld werd alras door de Heldersche politie omgewerkt in een groot succes, door den dader 2 uur na dc verdwijning op te sporen. P. van D. diende nu een aardig verhaaltje op, wat hier op neer kwam, dat hij 't karretje heelemaal niet wilde houden, maar enkel ongevraagd in bruikleen had genomen. De Officier, die in den man nog geen volleerden booswicht zag, eischte tenslotte 7 dagen gev.straf. De verdachte, die de bui had voelen aan komen. had zich van te voren met den reclasseeringsambtenaar in verbinding ge steld en deze had hein geadviseerd een voorw. straf te vragen. Nu. de Politierech ter, die vandaag weer bijzonder goed op dreef was en rake en geestige opmerkin gen de zaal inslingerde, schorste het onder zoek tot 19 April, teneinde nog de persoon lijke meening te kunnen hooren van den heer Wiggers. Z ij p e. VORSTENHUWELIJK EN KANNIBA LISME. Hoe heeft ons Nederlandsche volk niet intens meegewerkt met het huwelijk van onze Kroonprinses. Nu kon men juichen, omdat 't, sprookje werkelijkheid was ge worden. En zoo werd er alom feest gevierd, iedere stad en elk dorp naar eigen inzicht. Zoo was ook te Zijpe een groot feest geor ganiseerd, hetwelk zijn hoogtepunt vond in de danszaal van den heer Schrieken. Honderden feestgangers uit alle naburige gemeenten waren er opgekomen, alle ge tooid in hun beste feestgewaad. Men voelde zich één, alleen de Pettemer dijkwerker P. R., 26 jaar oud, wilde ook dien dag nog besteden voor propaganda van zijn poli' kc gezindheid en zocht ruzie met P. M., veehouder te Burgerbrug die wat de poli tieke gezindheid betrof, precies in de con tramine was. Dit verdroot den man uit Pet ten zoo zeer, dat hij zich te buiten ging aan ergerlijk kannibalisme, door dc niets kwaads vermoedende Burgerbrugger een bierglas over 't gezicht te halen. Deze aan haling kwam verschrikkelijk hard aan en liet behalve veel bloed, ook nog een groot blijvend litteeken na. Maar gelukkig werd de laffe dader heden flink aangepakt en werd hem 1 maand gevangenisstraf opge legd, conform den eisch. Het zal P. R. coed doen, wanneer hij In deze maand eenige hoeken doorleest, hoe hij zich in de beschaafde wereld hoort te ge dragen. Den Helder. EEN SCHELE, EN BARON EN EEN KLAP. De volgende scène speelde zich af op den lsten dag van 't jaar 1937 in de Keizer straat te Den Heider. Eerste toonecl de Keizerstraat met al haar vertier. 2e toonecl de hoofdpersonen vertoonen zich, en wel II. S. 26 jaar, werkman van beroep en de schildorsknccht J. K., oud 19 jaar; 3c too necl de schildersknecht voelt een voorwerp op zijn besten bolhoed nederdalen en hoorf zich aangesproken met „Ah, die Baron van Münchhauson!". 4e Tooneel; 't Schilders- knechtje draait zich hoos om en zegt tot don arbeider: „zoo, deed jij dat!", waarop de arheider van repliek dient, en de schil dersknecht een kaakslag toedient. 5e Too neel: dc terechtzitting voor den Politie rechter. De met S. aangesprokene fungeert als verdachte. K.. alias dc Baron von Münchhauson, kreeg de rol van getuige toe gewezen en hoewel zijn optreden baron achtig was. in werkelijkheid staat hij als schildersknechtje ingeschreven. Direct gooit de schildersknecht alias de Baron onge vraagd zijn mond wijd open en verscheurt alzoo de plechtige stilte; 't leukste was echter dat hij later ontkende iets gezegd te hebben. Toen nam de Politierechter weer de louw- tjes in handen en zoo kregen wij 't boven omschreven verhaal met al zijn humor te hooren, zeer tot genoegen van 't ook nu weer talrijk opgekomen auditorium. De Of ficier, die dapper had meeeedaan aan 't gelach, dat telkens op de tribune weer klonk, hield een oer-geestig requisitoir en kwam tot de conclusie, dat de Baron geen baron was en vond tenslotte voor de kaak- slaf f5 of 3 dagen genoeg. Intusschen doet de baron voor t.' laatst in deze zaak nog van zich hooren, door als een tallat over eind te slaan en wederom een ongevraagd en bovendien onbeleefde interruptie in des Officicr's requisitoir te werpen. Doch een dreigend tandengesis van diverse kanten deed hem zwijgen. Uitspraak conform den eisch. Toen verdween H. S. door de link- sc.he en de valschelijk belichte baron, die geen baron was, door den rcchteruitgang, nagestaard door een glunderende zaal. Maandagavond half acht vergaderde de Baad voltallig onder leiding van Burge meester Kaan. Secretaris de heer W. J. Los. Na voorlezing der notulen volgen eenige mededeelingen: le dat in verband met het gesprokene in de vorige vergadering over het losloopen van honden, dc politieveror dening door B. en W. is nagegaan. Geble ken is dat wijziging niet noodig is. B. en W. kunnen, zoo noodig, het losloopen ver bieden. 2e dat het te kort van t Comité van de Oranjefeesten f 16 bedroeg en inmiddels door ons werd betaald. Er was tot een maximum van f 25.besloten. 3e dat van de vereeniging van Ned. Ge meenten een circulaire is ontvangen betref fende samenwerking van gemeenten. Een en ander is nog in voorbereiding. De voorzitter lichtte toe. dat er wel on derdeden zijn die zich voor samenwerking leencn zooals brandweer, bouw- en woning toezicht e.d. Dc bedoeling is om streeksge wijze vergaderingen te beleggen om die mogelijkheden te bespreken. Wat bouw- en woningtoezicht betreft, is voorzitter van meening, dat wij als gemeen te er wel buiten kunnen blijven. Onze te genwoordige opzichter is daar voldoende mee bekend. Voorzitter stelt er prijs op dit in den Raad tc brengen en vraagt of de Raad kan meegaan met de gedachte dat ten opzichte van bouw- en woningtoezicht onze gemeen te op zich zelf blijft. Uit dc besprekingen over dit punt blijkt wel dat allen het met den voorzitter eens zijn. 4e werd medegedeeld dat in verhand met werkverschaffing de verbetering van den Barsingerweg in voorbereiding is. Als werk- object zal dat minder zijn dan aanvankelijk was gedacht, omdat er niet zooveel aan ge daan zal worden als was voorgesteld. Het egaliseeren van de voormalige tram baan aan den Noorddijk is zeker een heel mooi werk. B. en W. hebben nog een klein werkob- ject in zicht n.1. het draineeren van een klein gedeelte van het sportterrein. Dit is wel noodig. 5e dat de nieuwe verkeersborden zijn besteld en de maximum snelheid is vastge steld op 30 km. terwijl ook linies en rechts zal worden aangegeven. Ingekomen stukken 1 Brief van Gcd. Staten betreffende goed keuring der besluiten tot onderhandsche verhuur van tuingrond bij dc begraafplaats en weiland achter het sportterrein. 2 Dankbetuiging Com. voor huishoudelijke voorlichting voor gebruik schoollokaal. Op gemerkt werd dat de gehouden cursus ge heel aan het doel heeft beantwoord. 3 Notulen vlecschkeuringsdienst van de vergadering 20 Januari j.1. 4 Brief van Ged. Staten waarbij wordt afgewezen het verzoek om het presentiegeld voor dc raadsleden van f 2.op f 3.- te brengen. 5 Aanneming benoeming van dc heer C. Rczclman als lid van de Comm. v. toezicht op het l.o. en armvoogdij en van de Hecren v.d. Kolk en Sieswerda als leden der comm. tot wering van schoolverzuim. 6 Mcdedeeling van den heer C. Haring- „Vrienden!" snoof Ellen. Een mooie jongen! Een paar ochtenden geleden komt hij bij Eliza Moorshef in den winkel om een post zegel en een spoorboekje, hy moest met den trein van half tien naar Maxton. Ik haal 'm nog gemakkelijk, zei ie. En toen we 's avonds aan de thee zaten, komt die jonge, blonde Orchard binnen, die met de bus op Ledlington rijdt. Hij kreeg een stoel en een kop thee, omdat-ie nog familie is van Eliza d'r schoonzuster, en toen zegt-ie: ik heb den heelen dag menschen van Forsham naar Ledlington gereden." „Mag dat soms niet?" informeerde Amabel. „Het laken ligt nog niet recht, Ellen." „Van mij wel. Ze hoeven alleen niet te zeggen, dat ze met den trein naar Maxton gaan, en dan doodbedaard op de stoep van Queen's Hotel te staan." „Maar Ellen..." „Tom Orchard heeft 'm met zijn eigen oogen gezien. Om kwart over negen vertelt die vent, dat-ie den trein naar Maxton zal halne en om half twaalf ziet Tom hem vijftig mijl d'r vandaan op een stoep, en hij wou niet gezien worden ook, want toen mijnheer Bronson er aan kwam in z'n Rolls Royce ook toevallig! sprong-ie gauw het hotel weer in, Tom Órchard heeft het met z'n eigen oogen gezien." „Wat gaat het ons cigenlyk aan?" vond Amabel. „De sprei ligt achter je op den stoel." Met een somber gezicht legde Ellen de sprei uit. Maar haar woordenstroom was nog niet gestuit. „Tom Orchard heeft mevrouw King ook gezien in Medlington, met zooveel pakjes als ze maar dragen kon. Je begrijpt niet waar sommige menschen het geld vandaan halen, als ze niet eens hun rekeningen bij Eliza Moorshed kunnen betalen." huizen dat hij de benoeming tot lid der Comm. tot wering van schoolverzuim niet aanneemt Wijziging begrooting 1987. B. en W. hadden gehoopt dat de begroo- ting zou worden goedgekeurd. De opmer kingen zijn wel niet zoo veel en betreffen in hoofdzaak principieele kwesties. De ge- heele nota van opmerkingen werd voorgele zen. Ook moet deze voortaan eerst aan Ged. Staten worden gezonden alvorens ze in den Raad wordt behandeld. Door Gcd. Staten wordt verzocht de vol- geennd wijzigingen in de begrooting aan te brengen: ie het presentiegeld van de leden van stembureaux te verlagen van f 5. op f 4.per dag en per lid, inclusief ver teringen. 2c de aflossing van het als leening voor schoolbomv gebruikte reservefonds niet aan den gewonen dienst ten goede laten komen, doch te bestemmen voor het opnieuw vor men van dit fonds. 3e de bijdrage voor de H.B.S. te verdubbe len. Tot nog toe werden deze bijdragen steeds over het verstreken jaar betaald. Te beginnen in 1937 is dit verschuldigd over het loopende jaar, zoodat 1937 inet de bij dragen over 1936 en 1937 wordt belast. Op voorstel van B en W. wordt besloten wat deze punten betreft, aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen. 4e de leening, aangegaan voor schqol- houw rentende 41,4% te converteeren en bij de conversie gebruik fe maken van het ka pitaal van liet begraafplaatsfonds, momen teel groot f 4250. In afwijking hiervan wordt voorgesteld genoemd kapitaal te besteden voor conver sie der leening aangegaan voor deelname in de N.V. Spoor (tram)weg Wieringen— Schagen, groot, pro resto f 4200. Wat de ïeening schoolbouw betreft (thans nog f 39950.) heeft voorzitter met den Di recteur van de Nutsspaarbank te Alkmaar gesproken en is men daar bereid de rente met y±% te verlagen. 5e Van het batig saldo van 1935 een be drag van f 2500.over te brengen naar de algemeene reserve. De post onvoorzien zal daardoor teruggaan tot f 422. Ten einde meer ruimte te houden om eventueele overschrijvingen te kunnen dekken, stellen B. en W. voor, f500 minder naar de reserve over te brengen, zoodat de post onvoorzien op ruim f900.blijft Aldus wordt besloten. Wanneer Ged. Staten vasthouden aan het bedrag van f 2500, wordt machtiging ge vraagd aan den Raad, dat het Dag. Bestuur dat bedrag reserveert. De begrooting wordt aldus opnieuw vast gesteld en zal aan Ged. Staten worden gezonden. Evenals vorig jaar werd nu door B. en W. voorgesteld aan den secr.-boekhouder van het Burg. Armbestuur een gratificatie toe te kennen, groot f 50 voor het uitbeta len van wcrkloozensteun. Allen stemden voor het oude bedrag. 7e. Een voorstel tot wijziging bijdrage aan Middenstandsborgsteliingsfonds. Ten einde de bemoeiingen zoo groot mogelijk te kunnen doen zijn, streeft het fonds naar vergrooting van het inkomen en tracht dit te hereiken door de kapitaalsbijdrage te ver minderen en inplaats hiervoor te vragen een jaarlijkschc bijdrage a 2 cent per inwoner gedurende 5 jaar. Voor Wieringerwaard: komt dit neer op oen restitutie van f60. op de kapitalstorting groot f 180.- en het verleenen van een jaarlijksche bijdrage ad f25.De totale kosten zullen alz^o stij gen van f 1S0.tot f 245. B. en W. stellen voor op een daartoe strekkend verzoek gunstig te beschikken. Met algemeene stemmen wordt het voor stel aangenomen. Als lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim, werd met algemeene stemmen de heer J. Koomcn gekozen. Bij de rondvraag vroeg de heer K. Rol of de aanplakborden eigendom zijn van de gemeente. Uit de besprekingen bleek, dat ze eigen dom zijn van den Polder. De heer Rol vroeg verdet in verband met de a.s. verkiezingen of op die borden ge plakt mag worden. De Voorzitter zeidc, dat het kalken op de wegen verboden kan worden. Mocht het wcnschelijk zijn om reclame te maken, dan zouden we in overleg kunnen treden met het polderbestuur. De heer Gooscns zou door hen die dit wenschcn, zelf een bord willen laten maken èn die te plaatsen op een door Gemeente of Polder aan te wijzen plaats. De Voorzitter wil dit wel bevorderen. Hierna sluiting. Amabel stond voor het raam te kijken. „Ik zou maar voortmaken, Ellen', drong ze aan. „Er komt onweer opzetten. We zijn net op tijd klaar." Ellen keek naar de lucht en haastte zich. Julian Forsham was bij de thee zeer stil. Telkens moest hij denken aan dat moment In het bosch, toen hij in een flits het gezicht van Annie Brown had meenen te zien. Achteraf beschouwd, was dit visioen echter een pure onmogelijkheid. De indruk moest een reflex zijn van Brownie's verhaal ovr het on weer; de herinnering, hoe Annie zich in haar schrik aan hem had vastgeklampt en het over eenkomstige gedrag van een andere bange vrouw, dien middag. Hoe kon mademoiselle Lemoine, de Frangaise met zwart haar, hem doen denken aan het dorpskind Annie met haar roode haar en een spraak, zooals die van Jenny? Mademoiselle Lemoine scheen een vrouw van de wereld, bereisd en ontwikkeld. En dat ze hem „Julian" had genoemd? Och, een vrouw doet soms zulke onmogelijke dingen als haar zenuwen haar de baas worden! Mis schien had de angst en zijn beschermende greep een vage verliefheid voor een moment tot een felle vlam opgeblazen. Neen, verbeel ding had moeilijk buitensporiger te werk kun nen gaan. Verstrooid gaf hjj antwoord op miss Miller's moeizame pogingen om de conversatie gaande te houden. Amabel sprak weinig, ze was big dat ze kon stilzitten en uitrusten. Ze waren bijna klaar voor de thee, toen Anita King aangediend werd. (Wordt vervolgd. VAN HET ONBEWOONBARE TT Naar het Engelsch bewerkt door THEA BLOEMERS 31* „Dezen keer met schetsboeken. Ik heb al van een stuk of tien scholen orders; ze zijn opgetogen over de kwaliteit van het papier." Ze lachten allebei, en toen vroeg de Fransch- man: „Hoe gaat het met mademoiselle Anaïs?" Terwyl Molloy den naam uitsprak, keek hg rond. Jane stond onbeweegigk, Sir Charles was aan een nieuwe serie katjes begonnen. De naam scheen geen van drieën iets te zeggen. Molloy sprak verder met afgemeten stem: „Heel goed", vertelde de Engelschman, „maar ik geloof, dat ze het daar buiten nogal vervelend vindt." En daarop lachte de Franschman en zei: „Mademoilselle Anaïs, met haar temperament, met jullie mist en jullie Engelsche Zondagen en jullie flegma, ah lala!" Molloy aarzelde, keek weer rond. „Dat is alles", eindigde hg. Sir Charles richtte zgn blik op Molloy. „En waarom denkt u, dat die interessante conversatie over de valsche bankbiljetten ging?" vroeg hy\ „Dat zal ik u uitleggen. Toen ik infor meerde. bleek de eene heer te reizen voor een Engelsche papierfirma en de andere in Fran- sche wgnen. Heel onschuldig, zult u zeggen... maar de naam van de dame verklapte de zaak. Het oude liedje. Sir Charles vergat het laatste poesje van een snor te voorzien. „U zei: verleden jaar. Kunt u den datnm noemen?" „Ja, het was zeventien Maart." „De naam Anaïs schynt u een heeleboel te zeggen", ging Sir Charles voort. „Kent u de dame in kwestie?" „Niet persoonlyk. Maar ik hoorde een paar jaar geleden dat ze eerste werk deed in valsch bankpapier." „Wie is ze?" Molloy aarzelde. ,.Ze noemen haar made moiselle Anaïs. Vóór den oorlog is ze naar Rusland gegaan met een zekeren Paul Ka- razoff. Zóó heb ik het eerst van haar gehoord, van Russische kameraden. Karazof is in '16 gestorven, en toen is zij weer naar Pary's ge gaan en met dat andere werk begonnen. Dat is al wat ik weet, heeren." „Heel veel is het niet", oordeelde Sir Char'.es. „Toch meer dan u eerst wist", pareerde Molloy. „Welken naam gaven die twee heeren op?" „De Engelsche zei, dat hy Robinson heette, de andere noemde zich Lebrun. Ze zullen natuurlijk wel anders geheeten hebben. Naar de firma's heb ik niet geïnformeerd." „Hebt u die mannen gezien?" „Dat kon ik niet, ik sliep als een os en ze vertrokken vroeg. Ik heb alles verteld wat ik weet: ik hoop. dat u er iets aan hebt." Terwyl hij sprak, stond hij op. Jane zag door zijn grootdoenerij heen, dat hij zich niet op zijn gemak voelde en graag zoo gauw mogelyk weg wilde. „Het komt me voor", mengde ze zich in het gesprek, „dat hy wel meer weet, speciaal over die vrouw". „Dacht ik ook", viel Sir Charles haar bg: „Spreek op, Molloy. Hoe ziet ze er uit?" „Ik heb haar immers nooit gezien", hield Molloy vol. „Daarom kunt u nog wel iets van haar uiterlijk weten. „Misschien hebben de kameraden er wel eens iets over gezegd", gaf Molloy na eenige aarzeling toe. „Laat eens kijken ik geloof, dat ze rood haar heeft." Het was Jane, die de volgende vraag stelde; ze had geen oog van Molloy af gehad. „Is die Anaïs een Frangaise?" vroeg ze opeens. „Van huis uit een Engelsche", verklaarde hg onwillig. „Anaïs is niet bepaalde en Engelsche naam", kwam Sir Charles tusschenbelde. „Weet u ook of ze zoo heette en of ze uit Engeland kwam?" „Hm, ze noemden haar „Rooie Annie" vóór ze naar Rusland vertrok. HOOFDSTUK XXVIII. Amabel had het druk dien dag, om met Ellen de twee nieuwe slaapkamers in orde te brengen, die ze, zooals ze met Julian had af gesproken, in gebruik zou nemen. Ellen kon niet nalaten, haar gevoelens aangaande miss Miller te luchten. „Ik begrijp niet, dat mynheer Miller z'n zuster vanavond niet thuis wil hebben. Als je toch een paar dagen weg bent geweest, kom je niet graag in een leeg huis, een man ten minste niet." „Het laken ligt scheef aan jouw kant Ellen", vermaande Amabel. „En je moest je opmer kingen over mijn vrienden liever vóór je houden!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6