Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Raad Wieringerwaard
Feuilleton
HET RAADSEL
riuis
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 1 Maart.
A1 k m a ar.
ZUCHT NAAR LUXE.
Op den eersten dag van Lentemaand
maakte onze alleen-rechtsprekende rechter
persoonlijk kennis met mejuffrouw A. E..
Deze jongedame had zich, gestimuleerd
door een haar bij verstek opgelegde gevan
genisstraf van een kwart jaar, genoopt ge
zien, zich persoonlijk met deze voor haar
nogal gewichtige aangelegenheid te be
moeien en was tegen dit vonnis in verzet
gekomen. Op 28 Dec. was namelijk tegen
haar een zaak behandeld, betreffende dief
stal van 2 gulden, ten nadeele van haar
patroon J. B., kaaswinkelier te Alkmaar,
alwaar zij in betrekking was. liet meisje
dat uit het woonwagenkamp was voortge
komen, leek oogenschijnlijk een keurig
kind en voldeed uitstekend, tot eensklaps
bleek, dat haar eerlijkheid niet boven ver
denking was verheven. Voorts kwam nog
aan het licht, dat zij ook niet afkeerig was
van oplichting, zooals hij onderzoek bleek.
O.m. had zij ook bij de firma St. dit kunstje
uitgehaald en op naam van movrouw H.
B. uit de Houttil, waar de jonge dame des
tijds het hazenpad scheen te hebben ge
kozen en van geen belangstelling blijk had
gegeven, werd besloten haar tot 3 maanden
separatie te veroordeelen.
Thans was de jongedame behoorlijk pre
sent, vergezeld van haar vader.
Aangezien het meisje de vorige maal geen
dagvaarding had ontvangen, week de Offi
cier af van zijn usance, opposantc het al
lerlaatst te bedienen en word dc zaak con
tra A. direct gerepriseerd. Het meisje er
kende het haar ten laste gelegde, dat was
niet veel in verhouding met hetgeen zij tij
dens haar verblijf in Alkmaar had uitge
spookt. De heer Wiggcrs had zich echter
reeds met het meisje, dat van goeden wille
scheen te zijn, bezig gehouden en achtte de
reclasseeringskansen niet ongunstig. Nadat
beklaagde door den Politierechter nog eens
krachtig, maar toch vaderlijk was ver
maand en haar nadrukkelijk was gewezen
op de gevaren van de zucht naar boven
haar bereik staande weelde en opschik,
werd besloten het dwalende kind over te
laten aan de zorg van den heer Wiggers
en op de zitting van 12 April e.k. te beslis
sen hoe verder met haar te handelen,
B e r ge n.
EEN BERGER HORLOGESMID DIE NIETS
ANDERS DEED DAN EMMERS
OMTRAPPEN.
Onlangs verscheen voor den Politierechter
de heer A. II. B., een horlogemaker te Ber
gen. die zirh méér had geïnteresseerd voor
dc kunst dan voor zijn werk en zich met
zooveel toewijding had gewijd aan de jazz
muziek, als slagwerker, dat hij ten slotte
geen „slag werk" meer kreeg. Hij raakte
daardoor op zwart zaad. kon zijn leveran
ciers niet meer betalen en fingeerde toen
een inbraak, ten einde de assurantie-pen
ningen te bemachtigen en op deze bedric-
gelijke wijze zijn vrijwel zekeren onder
gang althans een tijdje te traineeren.
Maar de Borger politie is ook niet van ge
zond verstand en opmerkingsgave ontbloot,
althans en al heel gauw zat do goocheme
horlogemaker-slagwerker cr muurvast tus-
schon en stond terecht ter zake valschc aan
gifte. Alvorens echter tot veroordeeling
over te gaan, wilde men het eerst nóg eens
met een reclassecringsrapport prohcencn,
doch helaas, het bleek dat het hier boter
aan de galg was gesmeerd en de candidaat-
reclassant niet hot minste verantwoorde
lijkheidsgevoel had bijgeleerd. De heer Wig
gers had hij zoo'n beetje beschouwd als
een quantité negligeable en zijn wederver
schijning op dc zondaarsbank maakte he
den een zoo weinig gunstigen indruk, dat
unaniem werd besloten hem tot een on
voorwaardelijke straf van 3 maanden te
veroordeelen.
A1 k ma a r.
EEN MYSTERIEUS VERVAJ.SCHINGS-
ZAAKJE.
De Amsterdamsche pikeur K. B. vloog in
agitatie van het zondaarsbankje naar het
podium der gerechtigheid, toen hij terecht
stond wegens valsehheid in geschrifte en
verduistering van 25 pop ten nadeele van
zekere mevrouw J. uit Amsterdam. Mijne
heer B. zou dan dat geld bij den heer H. J.
H. is diens kwaliteit van bestuurslid der
Alkm. Harddraverijvereeniging op een door
mevrouw J. geteekende kwitantie hebben
ontvangen. Het betrof hier een wedderij op
een "paard, genaamd Pinkerton. Maar B.
verklaard, nu, dat dit alles was geschied
met goedvinden van mevr. J. en hij met de
f25.crediteuren van mevr. J. had vol
daan. Wat thans door mevr. J. onder eede
bevestigd werd.
De Officier scheen huiverig in dit rare
soepje te gaan roeren en requireerde maar
liever vrijspraak, waarmede de Politierech
ter zich vereenigde.
Z ij p e.
EEN KNOKPARTIJTJE TUSSCHEN
AANNEMER EN GRONDWERKER.
Den grondwerker Jan P., die te Zijpe
werkzaam was aan wegenaanleg, had op
26 Aug. in opdracht een walletje op te
hoogen en scheen dien arbeid niet te ver
richten naar genoegen van den aannemer
D. J. B. De aanmerkingen die B. daarover
maakte, vonden evenwel ook geen behagen
bij den grondwerker en deze nam toen zijn
schop ter hand. om dat den heer B. eens
afdoende duidelijk te maken. Een formeelc
knokpartij ontstond, waarbij werkgever en
werknemer weinig ordelievend over den
grond rolden. Ook de opzichter A. mengde
zich mede in den strijd, die werd bij
gewoond door den inmiddels noodlottig
om het leven gekomen arbeider D. Spaans.
De grondwerker P. compareerde thans ter
zake het hem ten laste gelegde molest van
den aannemer ter zitting en gaf blijk geen
geboren diplomaat te zijn, doch ten slotte
kwam hij er, gelet op hetgepn hem was
ten laste gelegd, nog bijzonder genadig met
f15 boete of 10 dagen af.
Den H e ld e r.
DE BLAUWE KNOOP MOET ER AAN TE
PAS KOMEN.
J. H. W., visscher te Den Helder, heeft
bij den Alkmaarschen Politierechter een
niet al tc gunstigen naam, want diverse
malen hebben wij zijn Herculische gestalte
in de Rechtszaal kunnen bewonderen. J. H.
W. is een mannetje dat een beetje te veel
van innemen houdt en wanneer hij dan,
om 't populair uit te drukken, flink in de
olie is. wordt hij lastig, zéér lastig zelfs
en verbeeldt zich dan dat iedereen door
hem gemaakt en gebroken kan Worden. Op
den 3en Januari verkeerde Jan Hendrik
weer in kennelijken staat en moest iedcren
voorbijganger minder aangenaam ervaren,
hoe hard zijn mokerslagen aankwamen, tot
dat een agent hem zou overbrengen naar
het beruchte lokaaltje. Jan beging nu de
groote domheid van verzet en geweld te
plegen, waarvoor hij nu 't zondaarsbankje
mocht stofeeren. 't Eigenaardigste was wel,
dat de krachtpatser nu hij zoo mak was
als een pasgeboren lammetje, vooral toen
de Officier een maand gev.straf vroeg.
De Politierechter vroeg toen aan Jan, of
hij zich wilde bekeeren, door bijv. lid te
worden van een geheelonthoudersvereeni-
ging. Jan voelde toen zijn kans aan en be
loofde voortaan water te drinken, inplaats
van Bachus-brouwsel. Toen werd besloten
de zaak te schorsen tot 12 April, wanneer
de' heer Wiggers met 'n rapport zal komen.
Den Helder.
DE TRADITIONEELE ZWIJNTJES
JAGER?
Op Zondag 24 Januari bevond de Hel-
dersche landarbeider P. van D. zich te
Wieringerwaard, toen 't plots bij hem op
kwam dat hij iets had vergeten. Goede
raad bleek duur te zijn. P. pakte een on
beheerd rijwiel en peddelde weg, zeer tot
ongemak van den 17-jarigen P. K., die nu
kon loopen en zich voor de keuze gesteld
zag, een nieuw karretje te koopen of altijd
per beenenwagen door 't leven te gaan.
Maar gelukkig voor hem, kon hij zich
vaag een denkbeeld vormen omtrent den
dader en dit vage beeld werd alras door
de Heldersche politie omgewerkt in een
groot succes, door den dader 2 uur na dc
verdwijning op te sporen. P. van D. diende
nu een aardig verhaaltje op, wat hier op
neer kwam, dat hij 't karretje heelemaal
niet wilde houden, maar enkel ongevraagd
in bruikleen had genomen. De Officier, die
in den man nog geen volleerden booswicht
zag, eischte tenslotte 7 dagen gev.straf.
De verdachte, die de bui had voelen aan
komen. had zich van te voren met den
reclasseeringsambtenaar in verbinding ge
steld en deze had hein geadviseerd een
voorw. straf te vragen. Nu. de Politierech
ter, die vandaag weer bijzonder goed op
dreef was en rake en geestige opmerkin
gen de zaal inslingerde, schorste het onder
zoek tot 19 April, teneinde nog de persoon
lijke meening te kunnen hooren van den
heer Wiggers.
Z ij p e.
VORSTENHUWELIJK EN KANNIBA
LISME.
Hoe heeft ons Nederlandsche volk niet
intens meegewerkt met het huwelijk van
onze Kroonprinses. Nu kon men juichen,
omdat 't, sprookje werkelijkheid was ge
worden. En zoo werd er alom feest gevierd,
iedere stad en elk dorp naar eigen inzicht.
Zoo was ook te Zijpe een groot feest geor
ganiseerd, hetwelk zijn hoogtepunt vond in
de danszaal van den heer Schrieken.
Honderden feestgangers uit alle naburige
gemeenten waren er opgekomen, alle ge
tooid in hun beste feestgewaad. Men voelde
zich één, alleen de Pettemer dijkwerker P.
R., 26 jaar oud, wilde ook dien dag nog
besteden voor propaganda van zijn poli'
kc gezindheid en zocht ruzie met P. M.,
veehouder te Burgerbrug die wat de poli
tieke gezindheid betrof, precies in de con
tramine was. Dit verdroot den man uit Pet
ten zoo zeer, dat hij zich te buiten ging
aan ergerlijk kannibalisme, door dc niets
kwaads vermoedende Burgerbrugger een
bierglas over 't gezicht te halen. Deze aan
haling kwam verschrikkelijk hard aan en
liet behalve veel bloed, ook nog een groot
blijvend litteeken na. Maar gelukkig werd
de laffe dader heden flink aangepakt en
werd hem 1 maand gevangenisstraf opge
legd, conform den eisch.
Het zal P. R. coed doen, wanneer hij In
deze maand eenige hoeken doorleest, hoe hij
zich in de beschaafde wereld hoort te ge
dragen.
Den Helder.
EEN SCHELE, EN BARON EN
EEN KLAP.
De volgende scène speelde zich af op den
lsten dag van 't jaar 1937 in de Keizer
straat te Den Heider. Eerste toonecl de
Keizerstraat met al haar vertier. 2e toonecl
de hoofdpersonen vertoonen zich, en wel
II. S. 26 jaar, werkman van beroep en de
schildorsknccht J. K., oud 19 jaar; 3c too
necl de schildersknecht voelt een voorwerp
op zijn besten bolhoed nederdalen en hoorf
zich aangesproken met „Ah, die Baron van
Münchhauson!". 4e Tooneel; 't Schilders-
knechtje draait zich hoos om en zegt tot
don arbeider: „zoo, deed jij dat!", waarop
de arheider van repliek dient, en de schil
dersknecht een kaakslag toedient. 5e Too
neel: dc terechtzitting voor den Politie
rechter. De met S. aangesprokene fungeert
als verdachte. K.. alias dc Baron von
Münchhauson, kreeg de rol van getuige toe
gewezen en hoewel zijn optreden baron
achtig was. in werkelijkheid staat hij als
schildersknechtje ingeschreven. Direct gooit
de schildersknecht alias de Baron onge
vraagd zijn mond wijd open en verscheurt
alzoo de plechtige stilte; 't leukste was
echter dat hij later ontkende iets gezegd te
hebben.
Toen nam de Politierechter weer de louw-
tjes in handen en zoo kregen wij 't boven
omschreven verhaal met al zijn humor te
hooren, zeer tot genoegen van 't ook nu
weer talrijk opgekomen auditorium. De Of
ficier, die dapper had meeeedaan aan 't
gelach, dat telkens op de tribune weer
klonk, hield een oer-geestig requisitoir en
kwam tot de conclusie, dat de Baron geen
baron was en vond tenslotte voor de kaak-
slaf f5 of 3 dagen genoeg. Intusschen doet
de baron voor t.' laatst in deze zaak nog
van zich hooren, door als een tallat over
eind te slaan en wederom een ongevraagd
en bovendien onbeleefde interruptie in des
Officicr's requisitoir te werpen. Doch een
dreigend tandengesis van diverse kanten
deed hem zwijgen. Uitspraak conform den
eisch. Toen verdween H. S. door de link-
sc.he en de valschelijk belichte baron, die
geen baron was, door den rcchteruitgang,
nagestaard door een glunderende zaal.
Maandagavond half acht vergaderde de
Baad voltallig onder leiding van Burge
meester Kaan. Secretaris de heer W. J. Los.
Na voorlezing der notulen volgen eenige
mededeelingen: le dat in verband met het
gesprokene in de vorige vergadering over
het losloopen van honden, dc politieveror
dening door B. en W. is nagegaan. Geble
ken is dat wijziging niet noodig is. B. en
W. kunnen, zoo noodig, het losloopen ver
bieden.
2e dat het te kort van t Comité van de
Oranjefeesten f 16 bedroeg en inmiddels
door ons werd betaald. Er was tot een
maximum van f 25.besloten.
3e dat van de vereeniging van Ned. Ge
meenten een circulaire is ontvangen betref
fende samenwerking van gemeenten. Een
en ander is nog in voorbereiding.
De voorzitter lichtte toe. dat er wel on
derdeden zijn die zich voor samenwerking
leencn zooals brandweer, bouw- en woning
toezicht e.d. Dc bedoeling is om streeksge
wijze vergaderingen te beleggen om die
mogelijkheden te bespreken.
Wat bouw- en woningtoezicht betreft, is
voorzitter van meening, dat wij als gemeen
te er wel buiten kunnen blijven. Onze te
genwoordige opzichter is daar voldoende
mee bekend.
Voorzitter stelt er prijs op dit in den
Raad tc brengen en vraagt of de Raad kan
meegaan met de gedachte dat ten opzichte
van bouw- en woningtoezicht onze gemeen
te op zich zelf blijft. Uit dc besprekingen
over dit punt blijkt wel dat allen het met
den voorzitter eens zijn.
4e werd medegedeeld dat in verhand met
werkverschaffing de verbetering van den
Barsingerweg in voorbereiding is. Als werk-
object zal dat minder zijn dan aanvankelijk
was gedacht, omdat er niet zooveel aan ge
daan zal worden als was voorgesteld.
Het egaliseeren van de voormalige tram
baan aan den Noorddijk is zeker een heel
mooi werk.
B. en W. hebben nog een klein werkob-
ject in zicht n.1. het draineeren van een
klein gedeelte van het sportterrein. Dit is
wel noodig.
5e dat de nieuwe verkeersborden zijn
besteld en de maximum snelheid is vastge
steld op 30 km. terwijl ook linies en rechts
zal worden aangegeven.
Ingekomen stukken
1 Brief van Gcd. Staten betreffende goed
keuring der besluiten tot onderhandsche
verhuur van tuingrond bij dc begraafplaats
en weiland achter het sportterrein.
2 Dankbetuiging Com. voor huishoudelijke
voorlichting voor gebruik schoollokaal. Op
gemerkt werd dat de gehouden cursus ge
heel aan het doel heeft beantwoord.
3 Notulen vlecschkeuringsdienst van de
vergadering 20 Januari j.1.
4 Brief van Ged. Staten waarbij wordt
afgewezen het verzoek om het presentiegeld
voor dc raadsleden van f 2.op f 3.- te
brengen.
5 Aanneming benoeming van dc heer C.
Rczclman als lid van de Comm. v. toezicht
op het l.o. en armvoogdij en van de Hecren
v.d. Kolk en Sieswerda als leden der comm.
tot wering van schoolverzuim.
6 Mcdedeeling van den heer C. Haring-
„Vrienden!" snoof Ellen. Een mooie jongen!
Een paar ochtenden geleden komt hij bij
Eliza Moorshef in den winkel om een post
zegel en een spoorboekje, hy moest met den
trein van half tien naar Maxton. Ik haal
'm nog gemakkelijk, zei ie. En toen we
's avonds aan de thee zaten, komt die jonge,
blonde Orchard binnen, die met de bus op
Ledlington rijdt. Hij kreeg een stoel en een
kop thee, omdat-ie nog familie is van Eliza
d'r schoonzuster, en toen zegt-ie: ik heb den
heelen dag menschen van Forsham naar
Ledlington gereden."
„Mag dat soms niet?" informeerde Amabel.
„Het laken ligt nog niet recht, Ellen."
„Van mij wel. Ze hoeven alleen niet te
zeggen, dat ze met den trein naar Maxton
gaan, en dan doodbedaard op de stoep van
Queen's Hotel te staan."
„Maar Ellen..."
„Tom Orchard heeft 'm met zijn eigen
oogen gezien. Om kwart over negen vertelt
die vent, dat-ie den trein naar Maxton zal
halne en om half twaalf ziet Tom hem vijftig
mijl d'r vandaan op een stoep, en hij wou niet
gezien worden ook, want toen mijnheer
Bronson er aan kwam in z'n Rolls Royce
ook toevallig! sprong-ie gauw het hotel
weer in, Tom Órchard heeft het met z'n eigen
oogen gezien."
„Wat gaat het ons cigenlyk aan?" vond
Amabel. „De sprei ligt achter je op den stoel."
Met een somber gezicht legde Ellen de sprei
uit. Maar haar woordenstroom was nog niet
gestuit.
„Tom Orchard heeft mevrouw King ook
gezien in Medlington, met zooveel pakjes als
ze maar dragen kon. Je begrijpt niet waar
sommige menschen het geld vandaan halen,
als ze niet eens hun rekeningen bij Eliza
Moorshed kunnen betalen."
huizen dat hij de benoeming tot lid der
Comm. tot wering van schoolverzuim niet
aanneemt
Wijziging begrooting 1987.
B. en W. hadden gehoopt dat de begroo-
ting zou worden goedgekeurd. De opmer
kingen zijn wel niet zoo veel en betreffen
in hoofdzaak principieele kwesties. De ge-
heele nota van opmerkingen werd voorgele
zen. Ook moet deze voortaan eerst aan Ged.
Staten worden gezonden alvorens ze in den
Raad wordt behandeld.
Door Gcd. Staten wordt verzocht de vol-
geennd wijzigingen in de begrooting aan te
brengen: ie het presentiegeld van de leden
van stembureaux te verlagen van f 5.
op f 4.per dag en per lid, inclusief ver
teringen.
2c de aflossing van het als leening voor
schoolbomv gebruikte reservefonds niet aan
den gewonen dienst ten goede laten komen,
doch te bestemmen voor het opnieuw vor
men van dit fonds.
3e de bijdrage voor de H.B.S. te verdubbe
len. Tot nog toe werden deze bijdragen
steeds over het verstreken jaar betaald. Te
beginnen in 1937 is dit verschuldigd over
het loopende jaar, zoodat 1937 inet de bij
dragen over 1936 en 1937 wordt belast.
Op voorstel van B en W. wordt besloten
wat deze punten betreft, aan het verlangen
van Ged. Staten te voldoen.
4e de leening, aangegaan voor schqol-
houw rentende 41,4% te converteeren en bij
de conversie gebruik fe maken van het ka
pitaal van liet begraafplaatsfonds, momen
teel groot f 4250.
In afwijking hiervan wordt voorgesteld
genoemd kapitaal te besteden voor conver
sie der leening aangegaan voor deelname
in de N.V. Spoor (tram)weg Wieringen—
Schagen, groot, pro resto f 4200.
Wat de ïeening schoolbouw betreft (thans
nog f 39950.) heeft voorzitter met den Di
recteur van de Nutsspaarbank te Alkmaar
gesproken en is men daar bereid de rente
met y±% te verlagen.
5e Van het batig saldo van 1935 een be
drag van f 2500.over te brengen naar de
algemeene reserve. De post onvoorzien zal
daardoor teruggaan tot f 422.
Ten einde meer ruimte te houden om
eventueele overschrijvingen te kunnen
dekken, stellen B. en W. voor, f500 minder
naar de reserve over te brengen, zoodat
de post onvoorzien op ruim f900.blijft
Aldus wordt besloten.
Wanneer Ged. Staten vasthouden aan het
bedrag van f 2500, wordt machtiging ge
vraagd aan den Raad, dat het Dag. Bestuur
dat bedrag reserveert.
De begrooting wordt aldus opnieuw vast
gesteld en zal aan Ged. Staten worden
gezonden.
Evenals vorig jaar werd nu door B. en
W. voorgesteld aan den secr.-boekhouder
van het Burg. Armbestuur een gratificatie
toe te kennen, groot f 50 voor het uitbeta
len van wcrkloozensteun.
Allen stemden voor het oude bedrag.
7e. Een voorstel tot wijziging bijdrage
aan Middenstandsborgsteliingsfonds. Ten
einde de bemoeiingen zoo groot mogelijk te
kunnen doen zijn, streeft het fonds naar
vergrooting van het inkomen en tracht dit
te hereiken door de kapitaalsbijdrage te ver
minderen en inplaats hiervoor te vragen een
jaarlijkschc bijdrage a 2 cent per inwoner
gedurende 5 jaar. Voor Wieringerwaard:
komt dit neer op oen restitutie van f60.
op de kapitalstorting groot f 180.- en het
verleenen van een jaarlijksche bijdrage ad
f25.De totale kosten zullen alz^o stij
gen van f 1S0.tot f 245.
B. en W. stellen voor op een daartoe
strekkend verzoek gunstig te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt het voor
stel aangenomen.
Als lid van de Commissie tot wering
van schoolverzuim, werd met algemeene
stemmen de heer J. Koomcn gekozen.
Bij de rondvraag vroeg de heer K. Rol of
de aanplakborden eigendom zijn van de
gemeente.
Uit de besprekingen bleek, dat ze eigen
dom zijn van den Polder.
De heer Rol vroeg verdet in verband met
de a.s. verkiezingen of op die borden ge
plakt mag worden.
De Voorzitter zeidc, dat het kalken op de
wegen verboden kan worden. Mocht het
wcnschelijk zijn om reclame te maken, dan
zouden we in overleg kunnen treden met
het polderbestuur.
De heer Gooscns zou door hen die dit
wenschcn, zelf een bord willen laten maken
èn die te plaatsen op een door Gemeente of
Polder aan te wijzen plaats.
De Voorzitter wil dit wel bevorderen.
Hierna sluiting.
Amabel stond voor het raam te kijken.
„Ik zou maar voortmaken, Ellen', drong ze
aan. „Er komt onweer opzetten. We zijn net
op tijd klaar."
Ellen keek naar de lucht en haastte zich.
Julian Forsham was bij de thee zeer stil.
Telkens moest hij denken aan dat moment In
het bosch, toen hij in een flits het gezicht
van Annie Brown had meenen te zien.
Achteraf beschouwd, was dit visioen echter
een pure onmogelijkheid. De indruk moest een
reflex zijn van Brownie's verhaal ovr het on
weer; de herinnering, hoe Annie zich in haar
schrik aan hem had vastgeklampt en het over
eenkomstige gedrag van een andere bange
vrouw, dien middag. Hoe kon mademoiselle
Lemoine, de Frangaise met zwart haar, hem
doen denken aan het dorpskind Annie met
haar roode haar en een spraak, zooals die van
Jenny? Mademoiselle Lemoine scheen een
vrouw van de wereld, bereisd en ontwikkeld.
En dat ze hem „Julian" had genoemd? Och,
een vrouw doet soms zulke onmogelijke dingen
als haar zenuwen haar de baas worden! Mis
schien had de angst en zijn beschermende
greep een vage verliefheid voor een moment
tot een felle vlam opgeblazen. Neen, verbeel
ding had moeilijk buitensporiger te werk kun
nen gaan.
Verstrooid gaf hjj antwoord op miss Miller's
moeizame pogingen om de conversatie gaande
te houden. Amabel sprak weinig, ze was big
dat ze kon stilzitten en uitrusten.
Ze waren bijna klaar voor de thee, toen
Anita King aangediend werd.
(Wordt vervolgd.
VAN HET
ONBEWOONBARE TT
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS
31*
„Dezen keer met schetsboeken. Ik heb al
van een stuk of tien scholen orders; ze zijn
opgetogen over de kwaliteit van het papier."
Ze lachten allebei, en toen vroeg de Fransch-
man: „Hoe gaat het met mademoiselle
Anaïs?"
Terwyl Molloy den naam uitsprak, keek
hg rond. Jane stond onbeweegigk, Sir Charles
was aan een nieuwe serie katjes begonnen.
De naam scheen geen van drieën iets te
zeggen.
Molloy sprak verder met afgemeten stem:
„Heel goed", vertelde de Engelschman,
„maar ik geloof, dat ze het daar buiten nogal
vervelend vindt." En daarop lachte de
Franschman en zei: „Mademoilselle Anaïs,
met haar temperament, met jullie mist en
jullie Engelsche Zondagen en jullie flegma, ah
lala!" Molloy aarzelde, keek weer rond. „Dat
is alles", eindigde hg.
Sir Charles richtte zgn blik op Molloy.
„En waarom denkt u, dat die interessante
conversatie over de valsche bankbiljetten
ging?" vroeg hy\
„Dat zal ik u uitleggen. Toen ik infor
meerde. bleek de eene heer te reizen voor een
Engelsche papierfirma en de andere in Fran-
sche wgnen. Heel onschuldig, zult u zeggen...
maar de naam van de dame verklapte de zaak.
Het oude liedje.
Sir Charles vergat het laatste poesje van
een snor te voorzien.
„U zei: verleden jaar. Kunt u den datnm
noemen?"
„Ja, het was zeventien Maart."
„De naam Anaïs schynt u een heeleboel te
zeggen", ging Sir Charles voort. „Kent u de
dame in kwestie?"
„Niet persoonlyk. Maar ik hoorde een paar
jaar geleden dat ze eerste werk deed in valsch
bankpapier."
„Wie is ze?"
Molloy aarzelde. ,.Ze noemen haar made
moiselle Anaïs. Vóór den oorlog is ze naar
Rusland gegaan met een zekeren Paul Ka-
razoff. Zóó heb ik het eerst van haar gehoord,
van Russische kameraden. Karazof is in '16
gestorven, en toen is zij weer naar Pary's ge
gaan en met dat andere werk begonnen. Dat
is al wat ik weet, heeren."
„Heel veel is het niet", oordeelde Sir
Char'.es.
„Toch meer dan u eerst wist", pareerde
Molloy.
„Welken naam gaven die twee heeren op?"
„De Engelsche zei, dat hy Robinson heette,
de andere noemde zich Lebrun. Ze zullen
natuurlijk wel anders geheeten hebben. Naar
de firma's heb ik niet geïnformeerd."
„Hebt u die mannen gezien?"
„Dat kon ik niet, ik sliep als een os en ze
vertrokken vroeg. Ik heb alles verteld wat ik
weet: ik hoop. dat u er iets aan hebt." Terwyl
hij sprak, stond hij op. Jane zag door zijn
grootdoenerij heen, dat hij zich niet op zijn
gemak voelde en graag zoo gauw mogelyk
weg wilde.
„Het komt me voor", mengde ze zich in het
gesprek, „dat hy wel meer weet, speciaal over
die vrouw".
„Dacht ik ook", viel Sir Charles haar bg:
„Spreek op, Molloy. Hoe ziet ze er uit?"
„Ik heb haar immers nooit gezien", hield
Molloy vol.
„Daarom kunt u nog wel iets van haar
uiterlijk weten.
„Misschien hebben de kameraden er wel
eens iets over gezegd", gaf Molloy na eenige
aarzeling toe. „Laat eens kijken ik geloof,
dat ze rood haar heeft."
Het was Jane, die de volgende vraag
stelde; ze had geen oog van Molloy af gehad.
„Is die Anaïs een Frangaise?" vroeg ze
opeens.
„Van huis uit een Engelsche", verklaarde
hg onwillig.
„Anaïs is niet bepaalde en Engelsche naam",
kwam Sir Charles tusschenbelde. „Weet u
ook of ze zoo heette en of ze uit Engeland
kwam?"
„Hm, ze noemden haar „Rooie Annie" vóór
ze naar Rusland vertrok.
HOOFDSTUK XXVIII.
Amabel had het druk dien dag, om met
Ellen de twee nieuwe slaapkamers in orde te
brengen, die ze, zooals ze met Julian had af
gesproken, in gebruik zou nemen. Ellen kon
niet nalaten, haar gevoelens aangaande miss
Miller te luchten.
„Ik begrijp niet, dat mynheer Miller z'n
zuster vanavond niet thuis wil hebben. Als je
toch een paar dagen weg bent geweest, kom
je niet graag in een leeg huis, een man ten
minste niet."
„Het laken ligt scheef aan jouw kant Ellen",
vermaande Amabel. „En je moest je opmer
kingen over mijn vrienden liever vóór je
houden!"