Kano-genoegens De conferentie der Oslo-staten Zaadverspreiding Kostbaar melkbrood De overval op de postauto Het rijwielachferlicht Maatregel tegen heidebrand Donderdag 4 Maart 1937 Derde blad De ranke vaartuigen liggen ge reed, wachtend op den eersten zacht en voorjaarszondag, (Van onze sportmedewerker.) Ons land met zijn talrijke wateren, rivie ren en meren, is als bij uitstek geschikt voor yrijwel elke tak van water-toerisme. Men behoeft slechts om zich heen te zien om vast te stellen dat het aantal watersport beoefenaars ieder jaar grooter wordt en nu zullen er nog wel enkele weken overheen gaan, alvorens de booten en bootjes de win terstalling kunnen verlaten, toch valt er op de talrijke groote en kleine werven al bedrij vigheid waar te nemen en worden er al voorbereidingen getroffen om op de eerste zachte voorjaarszondag gereed te zijn om .er.op uit te kunnen trekken. Er wordt hersteld en „gekrabd" om een nieuw laagje bootlak te kunnen aanbrengen meertouwen en wantjes worden nage zien en zoo noodig vervangen, hiel en daar wordt wat vernieuwd en dan liggen de kano's, B. M.-'s „Regenbogen" en wat al andere soorten ranke vaartuigen klaar en wachten hun tijd af. De ontwikkeling van de water sport is mede aan de kano te danken. Kano's! Die hebben ongetwijfeld in niet geringe mate bijgedragen tot de ontwikke ling van de watersport en de kanosport heeft, vooral in het afgeloopen jaar, een officieel tintje gekregen, nadat zij verheven werd tot Ólympische sport! Een kano is een buitengewoon handig scheepje en in vergelijking met de andere booten, betrekkelijk goedkoop. Men kan ei- wedstrijden mee houden en er ook rustig in luieren, men kan er mee zeilen en en dat is een groot voordeel men kan er overal mee komen. Wat dat betreft is de kano in het water wat de fiets is op den weg. In Nederland is de kano in de laatste jaren zeer snel populair geworden. Er werden alom kano clubs opgericht en onderlinge wed strijden werden gehouden. En om de kanosport in het algemeen te bevorderen is daar de Internationale Kano-Bond, die 18 landen omvat en die bij het I.O.C. in 1934 den wensch kenbaar maakte om de kanosport op het Olympische programma te plaatsen. Wanneer zag men de eerste kano? Wat weten wij van de geschiedenis van de kanosport? Bekend is dat de Schot Mac Gregor de kano in 1860 naar het vasteland bracht, met als gevolg dat men in Duitsch- land België Frankrijk, Zwitserland en later Nederland de kano overal op het water kon aantreffen. Eigenlijk is de kano, evenals de kajak, de vouwboot van den Canadees, een toer- bootje. Voor verre afstanden is zulk een scheepje heel geschikt ondanks zijn be scheiden afmetingen. Naast de toersport staat dan de race-sport. Baden Powell als kano-pionier. De eerste kano-races vonden in Engel land en in Schotland plaats. Kapitein Mac Gregor, Lord Baden Powell en anderen wa ren de pioniers op dit gebied. De eerste wedstrijd-kano's werden ook geheel naar het F.ngelsche voorbeeld gemaakt Later ont stond de zeilkano, een smal vlak bootje met vaste zeilen, een kleine cockpit en een glij- zitting, terwijl men 's zomers ook tal van gewone kano's ziet, die op eenvoudige wijze in een zeilkano kunnen worden veranderd Duitschland heeft een waterle- ger van circa 100.000 kanovaar ders. De groote vlucht die de kanosport in Euro pa heeft genomen is in de na-oorlogsche jaren ontstaan. Duitschland staat hierin aan de spits met een „waterleger" van ca. honderdduizend georganiseerde kanovaar ders! Daarbij komt dan natuurlijk nog het groote aantal kanovaarders dat niet in een of andere vereeniging of bond georgani seerd is en dat uiteraard niet te controlee ren is. Ook in Amerika is het kanoën een zeer populaire sport. Telkenjare worden er groote wedstrijden gehouden, waarvan die rond het eiland Manhattan bijzonder ver meldenswaard is. Honderden nemen aan deze groote race, waarbij het parcours zich over een afstand van vijftig kilometer uit strekt deel. Toch, al zit er in de wedstrijdsport een zekere bekoring, de kanosport kan evenwel genoegen verschaffen zonder records en zonder snelheids-wedstrijden. Immers hoe uitstekend leent, dit ranke vaartuigje zich niet om na het werk enkele heerlijke uren op het water te verpoozen, zonder aan een stuk door de peddels in de handen te hebben? Om eens rustig over een meer te glijden, of om een mooie tocht te ondernemen? In Duitschland b.v. is het heel gewoon om de kano per trein of auto mee .te nemen, zoo ver mogelijk' strooni-opSvaarts om daar na bijvoorbeeld een paar honderd kilometer de Rijn af te zakken! - Zee-kanoën. Er zijn zelfs overmoedigen die het onder nemen om met een kano de zee op te zoe ken. Wij bedoelen niet het gewilde ver maak aan onze Noordzee dat men zoo dik wijls in het badseizoen kan zien, n.1. om met de kano wat in de branding te speleva ren, maar werkelijke tochten op zee. En dat is vooralsnog niet erg aan te bevelen. Bo vendien heeft men daarvoor wel bijzondere kano's noodig; het gewone type leent zich daartoe niet. Het beste is dan een kajak, waarin geen water kan binnendringen. Maar zonder twijfel behoort de kano thuis op de rivier, het kanaal of op de meren. Bijzonder comfortabel is ook de grootere Canadeesche kano, die zeer stabiel op het water ligt en in den regel meer dan twee personen kan bevatten. Tenslotte ziet men den laatst en tijd wel kano's met een buitenboordmotor! Die zijn wel het toppunt van luiheid geworden. Hoe dan ook, de kanosport bloeit, ook in ons land en het is maar te hopen dat het niet zoo heel lang meer duurt eer wij de aantrekkelijke ranke scheepjes weer alom op het water zien derland eveneens en daar Nederland geen uitgestrekt wereldrijk heeft, deed het zulks met des te grooter weerzin. Zelfs nu nog is Nederland in een wereld van handelsbe- scherming in zeker opzicht een land van vrijhandel. De invoerrechten op fabrikaten bedragen gemiddeld niet meer dan 12 procent. Vrij handel is voor Nederland even essentieel als water voor een visch: het is centraal gele gen tusschen groot-Brittannië, Duitschland en Frankrijk. Engeland heeft in 1932 op de conferentie van Ottawa de basis gelegd voor den han del binnen het Britsche rijk. In 1930 was Nederland met België, Dene marken, Zweden en Noorwegen, landen, die in ongeveer dezelfde omstandigheden ver- keeren, tot overeenstemming gekomen, dat de douanerechten niet verder zouden worden verhoogd. Finland sloot zich later bij deze overeen komst aan. Deze eerste en in zekeren zin wat zwakke poging heeft geleid tot het belangrijker ver drag van Ouchy, van 1932, waarbij Neder land, België en Luxemburg tot overeenstem ming kwamen aangaande een politiek, wel ke beoogde de tarievenmuren neer te halen. De Ouchy-heweging mislukte, voorname lijk omdat Groot-Brittannië weigerde haar te steunen. Sinds 1930 en 1932 aldus de correspondent, zijn de zaken veranderd. De wereld is thans meer geneigd gunstig te zien naar alle pogingen de handelsbelem meringen uit den weg te ruimen. Tegen niemand gericht. Er is geen sprake van, dat deze conferen tie tegen iemand gericht zou zijn. Het is slechts de kwestie den grondslag te leggen en nog een stukje te vinden van de hopeloos in de war gebrachte legkaart van den wereld handel. De zes „kleine landen" komen in Den Haag samen om na te gaan op welke wijze zij er toe zouden kunnen bijdragen in Europa en de wereld de welvaart terug te brengen. Hun doel zal zijn het terrein te effenen voor andere landen om zich bij hen aan te sluiten. Het doel van de Oslo-staten en dat van de groote mogendheden Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Staten is hetzelfde. BESCHOUWEND ARTIKEL VAN „DAILY TELEGRAPH". HET DOEL VAN DE OSLO-STATEN EN DAT DER WESTERSCHE DE- MOCRATIËN IS HETZELFDE. De Nederlandsche correspondent van de „Dailv Telegraph" schrijft naar aanleiding van de gisteren in Den Haag begonnen be sprekingen'der vertegenwoordigers van de Oslo-staten o.m., dat de conventie van de z.g. Oslo-staten niets anders is dan de uitdruk king van een idee van onzen tijd. Het. houdt niet den wensch in het aanzijn te geven aan een nieuw tijdvak. Veeleer is het juist een nieuw tijdvak, dat het aanzijn geeft aan de gedachte, welke aan deze bijeenkomst ten grondslag ligt. De wereldhandel. De wereldhandel gaat niet in normale ba nen over de wereld. „De wereld is ziek". „De politiek van den wereldhandel is vastgeloo- pen". Deze en dergelijke uitdrukkingen kan men in iedere politieke bijeenkomst vernemen, op iedere bijeenkomst van belangrijke handels delegaties, aan ieder banket, waar politici en bankpresidenten elkander ontmoeten. Ieder een is het daarmede eens. Iedereen weet evenzeer hoe de wereldhan del in deze knoopen is verstrikt geraakt. Er was een tijd, lang geleden, dat eenige landen hebben gemeend, de handelsbelangen van de rest der wereld te mogen negeeren. Groot-Brittannië moest zijn principes ten aanzien van den vrijhandel prijsgeven. Ne WAT DE NATUUR DOET OM DE SOORT IN STAND TE HOUDEN. EEN VALSCHERM ZWEEFT DOOR DE LUCHT. Dr. TL MOLHUYSEN. Me<t uitzondering van bacteriën, diatome- en andere lagere plantaardige organis men, bezitten de planten in het algemeen niet het vermogen van een eigen voortbe weging. Voor de verspreiding van hun za den beschikken de planten echter over al lerlei middelen. De wind als zaad verstuiver. In de eerste plaats komt als middel van vervoer in aanmerking de wind. Om daar van te kunnen gebruik maken, zijn de za den van verschillende planten voorzien van mechanische hulpmiddelen. Zoo beschikken die van vele planten over valschermen. Allen kennen wij den zaadfkrans, het z.g. lampje of kaars van de gewone paarden- bloem, die wij in onze jeugd zoo vaak heb ben „uitgeblazen". Het feit, dat de paarden- bloem zoo algemeen voorkomt, bewijst de deugdelijkheid van deze manier van zaad verspreiding. Wanneer men dezen zaad- krans door een vergrootglas bekijkt, zal men vol bewondering staan over den prachtigen svmetrischen opbouw en over de fijnheid van de zijdeachtige pluim van elk afzonder lijk zaadje, waardoor dit zoo geschikt is, om door de lucht te worden vervoerd. Bijna alle planten van de familie der samengesteld'bloemigen of composieten, waartoe de paardenbloem behoort, zitten dergelijke valschermen. In den bouw van de valschermen zijn echter nog verschillen waar te nemen. Zoo is bijvoorbeeld het val scherm van het zaadje van den paarden bloem eenvoudiger samengesteld dan dat van de moerasspiraea, dat tusschen de hoofddraden een dooreengevlochten netwerk van ragfijne draden vertoont. De dop- vruchtjes van de boschrank hebben weer een geheel andere „parachute": de stijl is hier lang uitgegroeid en dicht bezet met zijdeachtig haar, waardoor een prachtig vruchtpluis wordt gevormd. Elk van die kleine veertjes is bestemd om de rijpe zaad jes door den wind naar verre gronden te vervoeren. Zóó komt het onkruid! Deze vernuftige wijze van zaad- verspreiding heeft echter ook haar keerzijde voor den mensch, want, het zijn lang niet altijd gewenschte ge wassen, die op deze wijze zoo doel treffend worden verspreid. Heit is bij onze landbouwers, maar al te goed bekend, hoe landerijen in de nabijheid van verwaarloosde wegbermen en spoorbanen, mét on kruid en vooral met distels wor den besmet. En geen wonder, want er bestaat bijna geen grens wat den afstand betreft, waarover het distel- pluis door den wind kan worden meegevoerd. Bij sommige soorten anemonen en bij enkele andere ranonkelachtigen. zooals hijvoorbeeld de bovengenoemde boschrank, wordt het. vervoer door de lucht vergemak kelijkt door de aanwezigheid van een lang zijdeachtig pluimweefsel aan den kop van het zaadje. Het gewone riet. dat over vrijwel de ge- heele wereld voorkomt, en het pampasgras, dat onze tuinen siert, danken de schoon heid van hun pluimen aan de zijdeachtige draden, welke dienen voor de verspreiding van het zaad. Het vruchtpluis In halen. Van het grootste economisch belang is het vruchtpluis van de katoenplant, dank zij de lengte, de gelijkmatigheid en de sterkte van de zijdeachtige, witte vezels, welke de zaden bedekken en die bestemd zijn om het vervoer door de lucht te vergemakkelijken. De katoenplanters hebben zich veel moeite gegeven om door teeltkeus de hoeveelheid; van dit vruchtpluis der plant op te voe ren. Jaarlijks wordt het lichte goedje in balen samengeperst, bij millioenen tonnen verhandeld. Ofschoon, wat de voortbrenging van boa- veelheid en lengte van vezel betreft., daar mede niet te vergelijken, doet het vrucht^ pluis van de wilg toch aan katoen denken. De zaden van den wilg zijn gezamenlijk omgeven door fijne, witte vezels; zoodra de rijpe zaaddoos zich opent, worden deze ve zels door den wind verspreid. Het wilgen roosje, zoo genoemd, omdat de zaden en de bladeren gelijkenis vertoonen met die van den wilg. vertoont nochtans een kenmer kend verschil. F.lk zaadje heeft, namelijk zijn eigen vezelkrans. Soortgelijk uitgerust zijn de zaadjes van distelsoorten, welke in de Vereenigde Staten voorkomen. van E. den overval pleegde. Een ander punt van belang Is nog, dat onder de postauto een hoed is gevonden. M. heeft toegegeven, dat deze hoed hem toebehoord heeft. M. is 40 jaar oud en heeft 32 jaar in Ame rika vertoefd. Bij zijn deportatie in 1935 is hij in kennis gekomen met E. Aanval van de op de bakkers. Zuivelcentralc Henri de Amerikaan gearresteerd. Naar men zich zal herinneren, is Den Haag eenige weken geleden in opschud ding gebracht door een brutalen overval op een postauto in de Pieter Bothstraat bij de J. P. Coenstraat, Enkele dagen na het gebeurde wist de politie een der beide daders, E. genaamd, te arresteeren, de andere bleef echter voor- loopig onvindbaar. Naar wij vernemen, is echter Dinsdag in Antwerpen een Belg gearresteerd, tegen wien ernstige verdenking is gerezen, dat hij de tweede dader is. Aanvankelijk weigerde E. elke inlichting omtrent zijn medeplichtige. Hij beweerde den man in het geheel niet te kennen en wist ook niet-, hoe hij heette. De eenige aanduiding, welke hij kon geven was, dat zijn vriend genoemd werd: Henri, de Ame rikaan. Hieruit concludeerde de politie, dat de vluchteling een ouden kennis moest zijn van E., die naar reeds medegedeeld werd eenieen tij-d geleden uit Amerika werd gezet. Dit spoor werd verder uitgewerkt en het bleek, dat F,, in 1935 in Hamburg aan land werd gezet. Uit de scheepslijsten kon men naeaan, dat tegelijk met E. ook een zekere H. M. uit Amerika was gezet en dat die. na korten tijd in Hamburg te heb ben vertoefd, van E. afscheid had genomen en naar Antwerpen was vertrokken. Eenige dagen geleden is een inspecteur van de Haagsche politie naar Antwerpen gegaan en het. mocht hem gelukken den gezochte in zijn woning te arresteeren. De man is van Belgische nationaliteit en is in het Antwerpsche huis van bewaring inge sloten. Zijn portret is aan den chauffeur van de postauto getoond alsmede aan enkele an dere getuigen en allen verklaarden, dat dit de man was, die dien avond in gezelschap In verband met verkregen inlich tingen, dat het in het voornemen zou liggen van de Nederlandsche zui velcentrale om de industrie-melkre- geling voor de Nederlandsche bakke rij met ingang van 1 April in te trekken, waardoor voor het produ- ceeren van melkbrood instede van de tot dusverre goedkoopere indus- triemelk. de duurdere consumptie- melk voortaan zou moeten worden gebezigd, heeft de Nederlandsche vereeniging van werkgevers in het bakkersbedrijf zich tot den minister van landbouw en visscherij ge wend, met. het verzoek te dezer zake geruststellende inlichtingen te mogen ontvangen. Was het het vorig jaar de Maatschappij voor den Landbouw die een aanval op de industrie-melkregeling ondernam, thans schijnen de vertegenwoordigers der belan gen van het consumptiemelkgebied in den boezem der Zuivelcentrale een poging te heb ben gedaan om die belangen te laten prc- valeeren boven die der gèheele veehouderij. De bekende argumenten, n.1. dat de prijzen van het melkbrood door de bakkerij stelsel matig hoog werden gehouden en dat de ge hoopte vermeerderde verwerking van melk door de bakkerij in de practijk niet had plaats gevonden, werden wederom naar vo ren gebracht, ondanks het feit, dat deze in 1936 door de bakkerij afdoende zijn weer legd, met als gevolg een verlenging der in dustrie-melkregeling met een jaar. Prijsverschil water- en melk brood te groot. In een adres aand en minister van Landbouw en Visscherij heeft de Nederlandsche Vereen, van werk gevers in het bakkersbedrijf haar be zwaren tegen deze handelswijze uiteengezet, zich er daarbij op beroe pende, dat de tijdsomstandigheden sinds het overeenkomstige tijdstip van het vorig jaar geenszins zijn gewijzigd, en dat nu, zelfs meer dan te voren te vreezen is, dat indien de melk duurder wordt, het prijsver schil tusschen melk en waterbrood grooter zal worden met het gevolg, dat over het geheel genomen minder melkbrood zal worden geconsumeerd en dus vermindering van de melk- afname zal -plaats vinden. Deze reden klemt thans te meer, daar de broodprijzen stijgende zijn. ondanks de ten minste even sterk gebleven behoefte aan goetfkoop brood, waardoor 't publiek zich dus te eerder zal gaan afwenden van het duurdere melkbrood. Het gaat naar de meening der Nederlandsche Vereeniging van werkgevers in het bakkersbedrijf niet aan, dat aan de belangen van het consumptie melkgebied de belangen en van den consument en van de bakkerij industrie zullen worden opgeofferd A.N.W.B. dringt aan op open baarmaking van de eischen. Ofschoon nu reeds ruim vier maanden ge leden het. nieuwe Motor- en Rijwielreglement van kracht werd, waarin onder meer voor geschreven wordt., dat. met ingang van 1 Jan. 1938 elk rijwiel bij nacht een goedgekeurd achterlicht met reflector moet voeren, zijn de eischen welke aan dit achterlicht gesteld zullen worden nog steeds niet bekend ge maakt. Noch de fabrikanten, noch de handel we ten waaraan zij zich te houden hebben en inmiddels wordt de overgangstermijn steeds korter. Wat naar de meening van den A.N.W.B. bijzonder te betreuren valt is het feit, dat de wielrijders, die reeds nu een achterlicht in gebruik zouden willen nemen, zich daar van veelal laten weerhouden omdat ze niet weten of het wel aan de te stellen eischen zal vol.doen. Hierdoor wordt een vrijwillig streven naar verhoogde verkeersveiligheid van de zijde van een groote groep wegge' bruikers, op ernstige wijze belemmerd. De A.N.W.B., die reeds bij de inwerking treding der nieuwe bepalingen de aandacht van den minister op deze kwestie gevestigd had, heeft thans nogmaals in een adres aan gedrongen op èen zoo spoedig mogelijke openbaarmaking van de eischen, waaraan het achterlicht zal moeten voldoen. Autobotsing te Mierlo Twee gewonden. Op don provincialen weg GeldropMierlo, reed in den vorigen nacht de Helmondsche industriëel A. W. van Thiel in zijn auto, be stuurd door den chauffeur G. Smit. De chauf feur reed met groote snelheid en kwam van de richting Helmond. Uit tegenovergestelde richting naderde de vrachtauto van den Mierloschcn groentenhandelaar Coolen, be stuurd door den eigenaar. Naast hem zat zekere Neerven. In volle vaart reed de auto van den heer Van Thiel de groentenauto in de flank aan. Beide vehikels vlogen naar één kant van den weg. De inzittenden van den groentenwagen kwamen met den schrik vrij. De chauffeur Smit en de heer Van Thiel werden gewond, van wie de laatste zeer ernstig. Beiden zijn naar het St. Anthonius- ziekenhuis te Helmond overgebracht. Het ongeluk moet worden toegeschreven aan het feit, dat de Helmondsche chauffeur plotseling zijn lichten dimde en in het daar door verminderde lichtschijnsel niet goed richting kon houden, zoodat hij de vracht auto raakte. Naar wij vernemen, is de Centrale Werk verschaffing onder leiding van de Neder landsche Heidemaatschappij thans bezig een z.g. brandstrook langs de fietspaden van de Leusderheide aan te leggen, teneinde deze uitgestrekte heideterreinen tegen brand te beveiligen. Zooals bekend komen 's zomers op de Leus derheide telkenmale, veelal door onachtzaam heid, branden voor, waardoor groote opper vlakten heide worden vernield. Aangezien bovendien het geniekamp en ook het lucht- doelkamp op de Leusderheide zijn gevestigd, zoodat het gevaar niet. denkbeeldig is, dat deze kampen bij e«n heidebrand door het vuur zouden kunnen worden aangetast, heeft men gemeend tot bovengenoemde maat regel te moeten overgaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 9