De politiek van Joego-Slavië
New York's burgemeester
beleedigt Hitier
KIJKEN i> KOOPEN tij C10ECK
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
De Britsche Arbeiderspartij
en de Defensie
De belijdeniskerk
BuUenlandsch
Overzicht
Rust aan het front
VRIJDAG 5 MAART 1937. 80e Jaargang. No. 10204.
Uitgave der N.V. v.h. Trapman Co. Schogen.
Habsburg-herstel zal niet worden geduld
De kleine Entente nog steeds een eenheid
Minister-president Stojadinowitsj heeft in het Zuid-Sla
vische parlement een rede over de buitenlandsche politiek
gehouden. Hij stelde vast, dat Zuid-Slavië met alle groote en
kleine Europeesche staten vriendschappelijke betrekkingen
onderhoudt. Na het uit den weg ruimen der misverstanden
is de verhouding tot Italië uitstekend geworden. Tegenover
de gebeurtenissen in Spanje zal het land de grootste neutra
liteit in acht blijven nemen. De betrekkingen met Oostenrijk
zijn goed, niettemin zal iedere propaganda voor de restaura
tie der Habsburgers aldus Stojadinowitsj in Zuid Sla
vië een vijandige gezindheid ontmoeten.
Do betrekkingen met de groote
mogendheden.
Vervolgens besprak Stoyadinowitsj de be
trekkingen met de groote Europeesche mo
gendheden, waarbij hij er op wees, dat deze
betrekkingen zich in het laatste jaar in een
volkomen vricndschappelijken geest hebben
ontwikkeld. Spr. geloofde niet, dat het noo-
dig is te wijzen op de traditioneele vriend
schap, welke Joego-Slavië met Frankrijk ver
bindt. (Applaus.). Deze vriendschap is diep
geworteld in het hart van onze volken.
Joego Slavië blijft de vriend van Frank
rijk, welke het steeds was.
Met Gróot-Brittannië bestaan eveneens be
trekkingen van oprechte vriendschap. Joego-
Slavië ziet in Groot-Brittannië den machti
gen verdediger van den vrede in Europa.
(Applaus.)
Tusschen Joego-Slavië en het Duitsche rijk
bestaat thans geen enkele onmin. Joego-Sla
vië heeft met Duitschland op tal van punten
contact; vooral op oeconomisch gebied. De
koninklijke regeering zal steeds al haar po
gingen aanwenden om deze vriendschappe
lijke atmosfeer in de betrekkingen tusschen
de beide landen nog meer te ontwikkelen.
[(Applaus.)
Met Italië, aldus de minister-president,
ontwikkelen zich onze betrekkingen meer ep
meer. Het schijnt, dat de horizont op de Adri-
atische zee is opgeklaard en dat er veelbe-
tcekenende voorboden zijn voor hartelijke
betrekkingen tusschen Italië en Joego-Sla
vië. (Instemming.)
Ten aanzien van Midden-Europa en den
Balkan verheugen wij ons in een buitenge
woon gunstige positie, daar wij ons daar
binnen het kader van twee organen bevin
den, welker doel bekend zijn, welker bases
en systemen reeds lange jaren gevestigd zijn
en die geheel samengaan.
De Kleine Entente.
De landen der Kleine Entente zijn door
een van de eerste regionale verdragen met
elkander sinds vele jaren verbonden. Zij is
gesticht om den status cruo in Centraal'en
Oost Europa te handhaven. De Kleine En
tente dient nog vandaag de wettige en
vitale belangen harer leden cn in de eerste
plaatg de idéé van den algemeenen vrede
zetf.
In den Balkan bestaat eenzelfde toestand,
'die meer en meer het karkater van stabili
teit en een definitieve regeling aanneemt.
Sinds de verwezenlijking van den Balkan-
bond werd de Balkan het voorbeeld van een
zeldzame solidariteit en eendracht tusschen
de volken.
Na gewezen te hebben op de buitenge
woon hartelijke toetrekkingen met Bulgarije
kwam Stoyadinowitsj te spreken over de
verhouding met de Öostenrijksche repu
bliek. „Wij streven er naar, dat onze be
trekkingen correct blijven en niet zullen
worden vertroebeld, hoewel de Öostenrijk
sche regeering het noodig heeft geoordeeld
verleden jaar de militaire clausules van 't
vredesverdrag van St. Germaïn eenzijdig
op te zeggen, een feit, waarvan wij maar
niet enkel acte konden nemen, evenmin
als de andere staten der Kleine Entente.
Hoewel zekere Öostenrijksche kringen
volharden bij propaganda voor den terug
keer der Habsburgers (protesten tegen de
Habsburgers) hopen wij toch, dat de ver
antwoordelijke personen in Oostenrijk niets
in dit opzicht zullen doen, wat ernstige
provocaties in Midden-Europa zou kunnen
uitlokken. In hel eerste en tweede geval
Sblijft onze houding bijgevolg onveranderd.
Wij zullen geen eenzijdige opzeg
ging van verdragen toestaan en ten
aanzien van de restauratie der Habs
burgers is de houding der Koninklij
ke Regeering vastberaden negatief,
zooals zij dat steeds was. (Enthousi
aste algeheele instemming).
Onze betrekkingen met Hongarije, aldus
spr., zijn in het. afgeloopen jaar aanmerke
lijk verbeterd sinds den geest van correcte
en goede nabuurschap. Onze betrekkingen
met Albanië zijn goed.
De situatie van het land zeer
gunstig.
Ik meen te kunnen zeggen, aldus besloot
de minister, dat de tegenwoordige situatie
van Joego Slavië zeer gunstig is. Ons land
wordt thans en terecht beschouwd als een
der voornaamste elementen van orde in den
Balkan en in geheel Z.O. Europa.
STOJADINOWITSJ.
Wij zijn al onze bestaande bondgenoot
schappen getrouw gebleven, maar wij slaag
den er verder in den kring onzer vriend
schappen uit te breiden.
Ons leger moet evenwel materieel en mo
reel sterk 'zijn .en goed uitgerust.
(Huldebetooging aan het leger. De minis
ter van marine en leger, generaal Maritsj,
staat op en buigt om de Kamer te bedan
ken). Ons leger, aldus ten slotte Stoyadino
witsj, zal er steeds op berekend zijn zijn
taak en zijn plicht jegens het vaderland te
vervullen. (Langdurige toejuichingen).
Men zal symbolische verminde
ringen voorstellen.
De parlementsfractie der arbeiderspartij
lieeft gisterenavond medegedeeld, dat zij
bij de afzonderlijke behandeling der begroo
tingen voor leger, vloot en luchtmacht
„symbolische" verminderingen der geraam
de credieten zal voorstellen. De partij zal
er evenwel van afzien, stemming over deze
verminderingen te vragen. De fractie be
houdt, zich haar standpunt voor ten aan
zien van de stemming over de defensiebe-
grootingen in haar geheel, die in Juli zal
plaatsvinden.
Eerste Kamer
Justitie afgedaan Binnen-
landsche Zaken. De nationale
vlag.
Den Haag, 4 Maart 1937.
Het dozijn sprekers bij Justitie is heden
toch niet vol gekomen; de elfde was de heer
Van Vessem (N.S.B.) en toen kreeg minister
Van Schaik het woord.
De rede van den bewindsman bracht niet
zoo heel veel nieuws, afgezien van enkele
concrete mededeelingen, zoo wat betreft een
spoedig te verwachten herziening van het
Kinderrecht en van een vreemdelingenrecht
en regeling nopens verplichte verzekering
van autohouders legen de gevolgen van wet
telijke aansprakelijkheid. Ook is een her
classificatie van de kantongerechten te ver
wachten.
Het algemeen beleid van den minister
betrof o.a. zijn inzichten aangaande de ge-
zagshandhaving, en hier ontmoette hij aller
eerst den heer Van Vessem, die nogmaals
ontkende, dat de N.S.B. revolutionnaire nei
gingen zou hebben, dit mede in verband met
de bekende ordeverstoringen op vergaderin
gen. Nu had de N.S.B. afgevaardigde ge
zegd, dat, indien partijgenooten al eens iets
verkeerds deden, dit kwam.door dè wijze,
waarop zij in hun vorige politieke groep wa
ren „opgevoed". De N.S.B. bestaat nog slechts
vijf jaar en is de opvoeding harer leden
begonnen, aldus Mr. Van Vessem.
Minister Van Schaik meende goed te doen
te herinneren aan een artikel in „Volk en
Vaderland" van 30 October jl., waarin het
optreden van de ordeverstoorders werd ver
heerlijkt als heldcnverrichtingen. Dit z°u
kwalijk te rijmen zijn niet paedagof?10--
Z.Exc. ontkende voorts, dat. er een streven
zou zijn naar plagerij van de N.S.S-ï de wet-
Duitschland protesteert te Was
hington.
La Guardia, burgemeester van New
York, heeft onlangs 'n «redevoering
gehouden voor dc vrouwenafdeeling
van 't Amerikaansch-Joodsche con
gres, waarin hij zich in onvriende
lijke bewoordingen over Hitier heeft
uitgelaten. La Guardia heeft het
hierin gehad over: „de fanatiekeling
met het bruine hemd, die thans den
wereldvrede bedreigt."
Volgens I/a Guardia zou de beste oplossing
deze zijn, om in een gebouw van de we
reldtentoonstelling van 1939 een gruwelka
mer in te richten en in deze kamer den
bruinhemdigen fanatiekeling tentoon te stel
len. De Duitsche regeering heeft deze uitla
tingen van dien aard geacht, dat zij door
middel van het Duitsche gezantschap te
Washington heeft laten protesteeren. Ook
de Duitsche pers heeft, zooals was te ver
wachten, heftig gereageerd. „Wanneer La
Guardia", aldus de Deutsche Allgemeine
Zeitung, „zich vermeet, den leider van een
volk van 60 milliocn zielen te beleedigen,
dan moet hij op zijn minst een klap om de
ooren hebben."
Staatssecretaris Huil heeft in antwoord
op vragen van journalisten gezegd, niet op
de hoogte te zijn van de redevoering in kwes
tie. Hij betreurde het echter, dat deze door
een andere regeering als beleedigcnd is
beschouwd.
Geen kunstenaar kan een beel
tenis van Hitier maken.
Toen La Guardia er van in kennis werd
gesteld, dat de Duitsche regeering te Was
hington tegen zijn uitlatingen had geprotes
teerd, zeide hij: „Zij hebben volkomen ge
lijk. Zij konden niet anders dan protestee
ren. Ik ken geen artist, zij het schilder of
beeldhouwer, die in staat zou zijn ecniglid
protesteert
HESS IN HET GESCHIL GEMENGD.
WORDEN DE KERKELJKE VER-
KIEZINGEN UITGESTELD TOT
MEI?
Uit welingelichte bron verluidt,
weet Un. Press te melden, dat de ker
kelijke verkiezingen, welke op 11
April a.s. zouden worden gehouden,
zijn uitgesteld tot Mei.
De reden hiervan is gelegen in
het feit, dat men het niet eens kan
worden over de verkiezingsregeling.
De belijdeniskerk heeft namelijk op grond
van de. door den rijksminister voor kerke
lijke aangelegenheden, dr. Kerrl, gehouden
rede bij den plaatsvervanger van den
„Fuehrer", Hess, gesprot est eerd tegen het op
treden van Kerrl als verkiezingscommissa-
De Luthersche kerkeraad heeft zich bij dit
protest aangesloten. Dientengevolge hebben
vertegenwoordigers van de belijdeniskerk en
van den Lutherschen kerkeraad eenstemmig
LA GUARDIA.
van de huidige Duitsche regeering uit te
beelden (voor de tentoonstelling), Hitier in
cluis".
Heftige reactie op de rede van
La Guardia.
De rede van burgemeester van New-
York, La Guardia, heeft een heftige reac
tie in de Duitsche pers veroorzaakt.
„La Guardia is zelf een Jood", merkt de
„Deutsche Allgemeine Zeitung" op, „maar
hij is tegelijkertijd opperburgemeester van
Ncw-York, een ambt dat toch zeker ver
plichtingen oplegt.
De „Boersenzeitung" legt speciaal den na
druk op het gedeelte van La Guardia s rede,
waarin deze verklaarde, dat hij in het voor
de wereldtentoonstelling ontworpen ge
bouw een gruwelkamer wil inrichten en in
deze kamer de figuur van den bruingehem-
den fanaticus, die thans den wereldvrede
bedreigt, zal tentoonstellen."
„Wat La Guardia, aldus de „Boersenzei
tung", hier op het gebied van brutaliteit ge
presteerd heeft, overtreft alles, wat van de
zen kwajongen tot nog toe inzake „Deut-
schenhetze" bekend geworden is. Men moet
tot de regeering der Vereenigde Staten de
ernstige vraag richten, wat zij denkt te
doen, om binnen het kader van haar gezag
de meest primitieve wetten van de interna
tionale betamelijkheid te doen eerbiedigen"
tegenover het ministerie voor kerkelijke aan
gelegenheden te kennen gegeven, dat zij in
geen geval kunnen deelnemen aan een recht-
streeksche verkiezing van een nieuwe na
tionale synode.
Deze verkiezing van de door den Staat ge-
wenschte synode moet geschieden via de ver
kiezing van Gemeentelijke Kerkeraden, van
districtssynodes, enz.
Beide partijen zijn het er over eens,
dat een deelneming aan de verkie
zing door de groep der Thueringsche
Duitsche christenen als kerkelijke
groep in geen geval kan worden er
kend.
Het is duidelijk, dat hierdoor in het rijks-
ministerie voor kerkelijke aangelegenheden
eenige verwarring is gesticht, waar men
thans naar een nieuwe oplossing van de
kwestie zoekt.
De onderhandelingen tusschen dc belijde
niskerk en den Lutherschen kerkeraad ver-
loopen intusschen in volkomen harmonie. In
hoofdzaken is men het reeds eens. Ook de
besprekingen met organisaties als de evange
listhe vrouwenhulp, de mannenorganisaties,
de jeugdverecnigingen, enz., die zich bij het
eenheidsfront der belijdeniskerk willen aan
sluiten, leveren succes op. Men ziet derhalve
de toekomst optimistisch tegemoet, al gaan
er geruchten, dat de verkiezingen voorloopig
niet zullen plaats vinden.
ten en verordeningen moeten zonder meer
worden nageleefd en normale betoogingen,
van welke zijde ook, zullen de vereischte
bescherming moeten genieten. Maar wat de
rechters betreft, die lid der N.S.B. zijn, de
minister kan daartégen nog niets doen,
doch wel zal hij onderzoeken hoe een einde
kan worden gemaakt aan het onbevredi
gende feit, dat. rechters lid kunnen zijn van
een organisatie, wrelke voor ambtenaren ver
boden is.
De zaak-Rics kon Z. Exc. nog niet nader
belichten; eerst later zal dat mogelijk zijn.
Het z.g. Geldersche. tarwe-schandaal is in
onderzoek. - De zaak van de jongelieden uit
Broek op Langendijk voor de Alkmaar-
sche rechtbank heeft de minister nagegaan,
doch van pressie om niet in hooger beroep te
gaan bleek hem niets. Intusschen zal E.Exc.
zich nog eens met den verdediger der ver
dachten in verbinding stellen.
Mr. Janssen de Limpens iR.K.) had maat
regelen gevraagd tegen de „rechtskundige
adviseurs" of zaakwaarnemers, en wel in
dier voege, dat voor deze semi-rechtgcleer-
den een officieel examen zou worden inge
steld. De minister moest van zulke „half-
advocaten" niet veel hebben, al had hij te
recht waardeering voor de goede praktizijns.
Binwenlandsche Zaken kreeg een beurt.
De eerste spreker was de heer Hermans
(S.D.A.P.) die opkwam voor benoeming van
Sociaal-Democraten als burgemeester. Voorts
oefende hij scherpe critiek op de gestie
van den burgemeester van Velsen, die o.a.
zei, dat de werkloozen „luie lammelingen"
zijn,- terwijl aldus de Senator ieder
een weet." hoe de werkloozen hunkeren naar
werk. Hij achtte dezen burgemeester niet
waardig voor het eere-ambt. Dan had de
afgevaardigde heel wat meer waardeering
neen, groote bewondering voor den
Haagschen burgemeester, die in den Raad
zoo prachtig weet op te komen tegen fas
cistische critiek.
_Mr. Kropman (R.K.) bleek veel waardee
ring te hebben voor het beleid van minis
ter De Wilde, doch hij moest een uitzonde
ring maken voor diens gestie inzake dc
gemeentelijke autonomie.
Hij bespeurde bij den bewindsman een
neiging tot centralisatie, welke hem onge-
wenscht voorkwam.
Jhr. De Savornin Lohman (CH) hesprak
de kwestie van de nationale vlag. De afge
vaardigde betreurde het recente KB. waar
bij het rood-wit-blauw als de nationale kleu
ren worden aangemerkt. De regeering kon
digde aan, dat nadere maatregelen zullen
volgen. Welke? vroeg prof. Lohman. De
minister interumpeerde: Wettelijk!
Waarom werd dan op die wet vooruitge-
loopen? zoo ging de Senator verder. Theore
tisch bestaat, immers de mogelijkheid, dat
die wet wordt verworpen!
Jhr. Lohman wilde in geen enkel opzicht
zeggen, dat de voorstanders van het RWB
daarom minder Oranjegezind zouden zijn,
maar de afgevaardigde zag analogie tus
schen de vlag en ons volkslied. Het oude
Wilhelmus kwam weer naar vorén, nadat
het Wien Neerlands Bloed den boventoon
had gevoerd. Aldus was er eveneens een toe
nemende belangstelling voor hot Oranje-
witblauw. Doch het KB maakte ccn pijn
lijken indruk op de voorstanders van het
OWB. Waarom heeft de Regcering de ont
wikkeling van zaken niet afgewacht? vroeg
de heer Lohman want z.i. vormen de twee
vlaggen geen tegenstelling, het ging slechts
om een historische waardeering. De Sena
tor erkende, dat er één nationaal svmbool
moet zijn, doch zal het I\B werkelijk een
heid brengen? Hij vreesde, dat zich nu een
ware „vlaggenkwestie" zal gaan openbaren
aangezien de aanhangers van het OWB zeer
teleurgesteld zijn.
Morgen wordt het debat voortgezet.
Japan als een gevaar
in het Verre Oosten
Be onafhankelijkheid van de
Philippijnen.
In 1935 heeft de Ver. Staten aan de Phi
lippijnen onafhankelijkheid beloofd, als de
toen ingestelde constitutioneele regeering
zou slagen als autonome regeering. Deze be
slissing heeft de rcgcering van de Ver.
Staten op economische gronden genomen.
Maar aan die zelfstandigheid was een ge
vaar verbonden en men heeft beweerd, dat
wanneer Amerika zich terug zou trekken,
Japan de Philippijnen binnen zou trekken,
omdat zij een begeerd gebied voor Japan
vormt.
Zoowel in Amerika en op de Philippijnen
is men het gevaar van de onafhankelijk
heid in gaan zien, omdat de Philippijnen
niet in staat zouden zijn die onafhankelijk
heid te verdedigen.
De bezorgdheid van de Philippijnsche re
geering is aanleiding geweest, dat deze het
onafhankclijkheidsproblecm reeds nu onder
het oog heeft gezien, schreef de N.R. Crt.
in een hoofdartikel, aan dit onderwerp ge
wijd. Op liet oogenblik is een delegatie,
onder leiding van den president Manuel
Quézen in Washington op bezoek.
Het toeval heeft gewild, dat president
Quézen het tijdstip van zijn bezoek aan
Washington bijzonder gunstig gekozen heeft
zegt het blad. De gebeurtenissen van de
laatste maanden in Japan zijn toch in Ame
rika niet onopgemerkt gebleven.
De steeds grooter wordende feitelijke
macht over de regeering, welke leger en
vloot oefenen, is bij de laatste kabinets
wisseling duidelijk aan het licht getreden.
De gisteren bekend geworden benoeming
van Sato tot Minister van buitenlandsche
zaken is al evenmin geschikt om gerust
stellend te werken. Aan zijn werkzaamheid
te Genéve, waar hij tijdens de bezetting
van Mantsjoerije een steeds onverzoenlij
ker politiek is gaan voeren, en waar hij
openlijk verklaarde, dat Japan geen inmen
ging van andere landen in de aangelegen
heden van het Verre Oosten zal dulden, zit
voor de Vereenigde Staten een hittere bij
smaak. Met een zoo onverzoenlijk man als
minister van buitenlandsche zaken en naar
expansie strevende leger en vloot als
motoren van het regeeringsbeleid, zal
Amerika allerminst gerust zijn over de
buitenlandsche politiek van Japan.
Het blad meent dat president Quézen's
zending slagen zal. Dit ook al, omdat de sa
menwerking tusschen de Ver. Staten en En
geland den laatsten tijd is versterkt en
Engeland's krachtige houding zal ongetwij
feld ook invloed op Amerika oefenen.
Engeland heeft er groot belang bij, dat
dc Philippijnen een bevriend blok blijven,
want zouden deze overgaan in Engeland
niet vriendelijk gezinde handen, dan zou
dit een sterke bedreiging van de Engel-
sche positie in den Stillen Oceaan betee-
kenen. Daarop heeft Engeland zijn grooten
vriend ongetwijfeld gewezen.
SPANJE
20 Duitsche tanks naar Spanje.
Aan alle fronten was het gisteren een
kalme dag, doch van vele zijden komen
aanwijzingen van een spoedige hervatting
der operaties op groote schaal. Men denkt
daarbij aan de regimenten, die deelgenomen
hebben aan den opmarsche naar Malaga en
waarvan sommige thans naar 't centrale
front worden overgebracht Wat de gevechten
bij de Jarama en den weg naar Valencia be
treft, staat het vrijwel vast, dat de recht-
schen tot ten Westen van den weg Yan
Arganda naar Morata de Tajuna zijn te
ruggedrongen.
De Manchester Guardia weet, te melden,
dat de Duitschers het vrijwilligersverbod
hebben overtreden doordat eind Februari
een zending van twintig tanks voor Fran
cos troepen Duitschland heeft verlaten
evenals de manschappen die deze tanks
moeten bedienen. De tanks welke men aan
de Spanjaarden toevertrouwt, schijnen
meer te lijden te hebben van de inzitten
den dan van degenen, die daarbuiten tot
taak hebben de tanks onbruikbaar te ma
ken.
Aanval op Oviedo voorloopig ge
staakt
Ook de toestand bij Oviedo vertoont geen
nieuwe ontwikkeling. Een bijzonder corres
pondent van Havas meldt daaromtrent uit
Burgos: De regeeringstroepen hebben er,
althans voor het oogenblik, van afgezien te
trachten zich van de stad meester te maken
Zij ondernemen geen massale aanvallen
meer en stellen zich tevreden met overval
len, ten einde de kleine operaties, die de
rechtsclien aan dit front ondernemen ter
verbetering van hun stellingen te heiemme
ren. Het bombardement van Oviedo wordt
nog slechts met tusschcnpoozen voortgezet
De stad heeft verschrikkelijk geleden on
der het geschutvuur. De toren der kathe
draal is weggeschoten tut aan het schip der
kerk. Het ziekenhuis is zwaar gehavend.