Langendijker Groentenveilingen Nederlandsche fruitteelt bedreigd Uit onze Omgeving Feuilleton HET RAADSEL De slechte toestand in den tuin bouw het onderwerp van den dag slechter dan ooit de kooplui krijgen geen orders mooiste goed draait door prijzen ver beneden productie kosten aanvoer aardappels lage prijzen roode kool draait gedeeltelijk door het mooiste goed brengt f2 op nog slechter met de gele kool minimumprijs of iets meer witte kool brengt f 1 op van beide soorten is grootste deel onverkoopbaar groene kool, lage prijzen idem. taaie gele buitengewoon slecht voor uien, ondanks kleine aanvoer peen lager idem bieten- aanvoer prei en boerekool. Op welke vergadering van tuinders men ook komt en ook in andere bijeenkomsten en gesprekken, is de huidige toestand in den tuinbouw het onderwerp, waarop het gesprek uitloopt, Dat. ligt voor de hand. lm mers de gang van zaken in den tuinbouw bepaalt de welvaart van de gchcele bevol king, En wie nu weer den toestand op de veilingen de laatste week heeft waargeno men moet wel tot de conclusie komen, dat het met de welvaart, hiervan bedoeld, wel allerdroevigst, moet gesteld zijn. Erger dan de laatste weck kan het wel bijna niet. Bij den aanvoer van uien en peen toonen de kooplui nog wat belangstelling, voor die van roode kool veel minder en als gele en witte kool wordt aangeboden, verlaten zij al gauw hun plaats in de veilingbank, omdat, welke qualiteit goed er ook wordt aangeboden, zij toch geen orders hebben, hoe klein ook, om het te koopen. Een ellen dige toestand is het. Keurig goed, van uit gelezen qualiteit, het is niets waard. De groenteveiling, bedoeld als markt voor men- echelijk voedsel, kostelijke groenten, met zorg gekweekt, krijgt meer aspect van een veiling voor veevoer. Niet, dat zoo iets perse minderwaardig zou moeten zijn, doch de productiekosten van deze groenten zijn veel hooger dan ze dat voor dierlijk voed sel zouden moeten zijn. Die productiekosten worden niet beloond, dat is het ergste. Maar waarvan moet de tuinder dan leven. Een voudig van den steun. Maar met dien steun gaat het ook slecht. Wat beteekent het ten slotte, als gevolg wordt gegeven aan het verzoek, den steun wat eerder uit te kee- ren, als er niet meer wordt uitgekeerd. De schuldeischers krijgen wat vroeger een deel van hun geld, doch de tuinder schiet er weinig mee op. Aan beide veilingen werden deze week nog aardappelen aangevoerd, al was het dan ook in geringe mate. Blauwe Eigenhei mers brachten f2.-f 2.40 op een enkel par tijtje werd voor f 1.80 verkocht, terwijl voor zeer puike tot f 8.- word betaald. Eigenheimers golden van f 1.80f 2.20 Voor blauwe aardappelen werd f 2.50 besteed. Tn onze vorige overzichten hebben wa telkens moeten wijzen op de lage prijzen, voor roode kool besteed. Men zou gemeend hebben, dat het wel niet slechter kon. Die meening is echter fout gebleken, want deze week werden de prijzen nog lager. Kon de vorige week voor mooi driepondsch goed nog f 2.50 f 2.80 worden bedongen, nu zakten deze prijzen tot f 2.of iets meer in Iets zwaarder goed bracht weer 20 a 40 cent minder op en de zwaarste sorteering gold, voor zoover ze verkocht werd f 1.40 F.r draaide deze week aanmerkelijk meer door dan gewoonlijk en soms was voor mooie eerste qualiteit geen kooper te vin den. Het grootste kwantum werd aange voerd aan de veiling van den Noordermarkt bond n.1. rond 75. spoorwagons, en aan de Broeker veiling 28. Een bijzonder Iustelooze stemming lag ook over de gele-koolmarkt. Van deze koolsoort werd nog veel minder voor men- schelijke consumptie verkocht. Verreweg het grootste deel draaide door. Kool van 2 tot 3 pond werd nog het meest gekocht en bracht f 1.30 f 1.50 op, zwaardere ging, zoover ze verkocht werd voor f 1.20 van de hand. Een groot deel draaide door. Aan beide veilingen werden. 105 spoorwagons aangevoerd, waarvan het grootste deel zijn bestemming als veevoer vond of werd ver nietigd. Bijna nog slechter ging het met de Deen- sche witte kool. Werd onlangs nog een deel door de zouters afgenomen, ook dit is verminderd. Zeer weinig werd er van deze koolsoort verkocht. De aanvoer over- treft verre het aanhod. Wat verkocht werd, bracht, f 1.- per 100 kg. op. Overigens werd de kool vernietigd of kwam bij de koeien terecht. Een treurig beeld van den ontred derden toestand in deze eens welvarende tuinbouwstreek. Niet minder dan ongeveer 160 spoorwagons van 10.000 kg. werden aan beide veilingen aangevoerd. Groene kool kwam er nog heel wat aan de Broeker veiling. De mooiste bracht f 2,10 f 2.50 op. Minder gcwenschte qualiteit ging voor f 1.20 f 1.70 van de hand. Ook werden aan de veiling te Noord-schar wonde nog enkele partijen taaie gelo ver handeld. Als uitzondering werd hier nog een prijs van f 3.50 besteed. Overigens lagen de prijzen tusschen f 1.20 en f 2.50 Nog slechter dan de laatste weken liep het met de uien. Was de prijs iets beter tijdens den aankoop van dit artikel voor het plan-Deterding. thans is het slechter dan slecht. Voor drielingen werd de heele week niet meer dan 60 cent per 100 kg. besteed. Veel van de gewone uien ging ook voor denzclfden prijs weg. Wat daarboven kwam, bracht 70 of 80 cent op. Voor een en kel partijtje grove uien werd iets boven f 1 betaald; overigens werd er 7000 cent voor gemaakt. De aanvoer was deze week veel geringer dan de vorige. Voor peen was de markt ook minder wil lig. Grove peen bracht, al naar qualiteit 80 cent tot f 1.50 op; een enkel kwam daar een weinig boven. Voor kleine peen werd 50—70 cent betaald. De mooiste kleine bieten werden ver kocht voor f 1. tot 1.20 grootere voor 60-80 ct Er zijn ook nog prijzen besteed van 40 en 50 cent. Prei bracht f 2.50 op en boerekool f 1.50 CRITIEK OP DE HANDELSMISSIE NAAR ARGENTINIë. WAAR GAAN WIJ HEEN? Onder den titel „Ergerlijk" vinden wij in „De Tuinderij" een scherp verweer tegen de verlaging van diverse monopolie-heffin gen, welke de regeering de laatste weken het buitenland weer heeft toegestaan. Deze verlaging betreft de heffing op ver- sche bananen van 2Va ct. op 2 ct. per K.G. netto en die op buitcnlandsche appelen tot 2 ct. per K.G. Wij hebben, aldus het blad. deze berich ten met ergernis gelezen en ook in de krin gen van onze fruitteelt zijn deze mededee- lingen al zeer ongunstig ontvangen het geen voorwaar geen wonder is. Alweer heeft de rcgecring toegegeven aan den voortdurenden drang van den im- porthandcl naar verlaging der monopolie- heffingen en opnieuw zijn hierbij de be langen van den Nedcrlandschcn tuinbouw genegeerd. Wij moeten ons er goed rekenschap van geven, waaróm het Invoermonopolic is in gesteld. Immers, om de Nederlandsche fruittelers te beschermen tegen de overstroo ming van onze markt met goedkoope bui tcnlandsche fruitsoortcn. welke tegen dum pingprijzen werden aangeboden De importhandcl heeft langzamerhand, profitcerende van valutaverschillen en later genoegen nemende met kleinere winsten, de prijzen dermate weten te verlagen, dat do invoer-werende functie van het luvoer- monopolie volkomen werd geneutraliseerd. Zulks is regelrecht ten nadecle van den afzet van het eigen fruit: waar bananen zitten, is voor appelen en peren geen plaats. In plaats dat men de binncnlandsche markt reserveert voor een zoo groot moge- lijken afzet van producten van eigen bo dem, wordt met blijkbare blindheid voor de nuchtere werkelijkheid de eene verla ging van vreemd fruit na de andere op on ze markt toegestaan. Het streven van den Nederlandscben fruitteler om den consument goed fruit te geven, kan alleen slagen als het Nederlandsche afzetgebied op redelijke wijze wordt beschermd tegen de buitenlandsche over strooming. En die bescherming ligt in de onverzwakte handhaving van de monopolieheffingen. In tegenstelling met het buitenland, waar de Staat aan de nationale fruitteelt met allerlei kunst- en vliegwerk nieuw leven moet inblazen, berust in ons land de opbloei van de fruitcultures geheel op par ticulier initiatief. Onze fruittelers hebben het. recht, van de Overheid te verlangen, dat dit initiatief be schermd zal worden door de verdediging van het onverzwakte Invoermonopolie te gen de aanvallen van hen. die niet eer zul len rusten, dan wanneer deze bescherming is verdwenen. Het feit, dat de Nederl. regeering on langs gedurende het tijdvak 6 Februari30 Juni 1937 aan Argentinië een contingent van 5 millioen K.G. appelen en 500 ton peren heeft toegestaan tegen het verlaagde invoerrecht van 2 ct. per K.G., vormt een tweede bron van ellende voor onze kwee kers. Argentinië kon op deze concessie geen rechten doen gelden, aangezien het in vroe gere jaren geen appelen of peren in ons land heeft ingevoerd en men brengt deze concessie in verband met het welslagen der Nederl. Handelsmissie in Argentinië. Het is ons altijd een raadsel geweest, hoe men er toe komen kon, met maatregelen van dit gehalte als inzet in den vreemde te gaan onderhandelen niet ten bate van een verruiming van den afzet van onze tuinbouwproducten, maar veelal ten be hoeve van de industrie. Met die politiek heeft men willens en wetens de belangen van den tuinbouw aan die van andere Nederlandsche bedrijfsgroe pen ondergeschikt gemaakt. Dat men aan een handelsmissie een vrij willige verlaging van onze monopolierech- tcn op appelen en peren als een te bezigen offerande meegeeft naar een land, dat in 1936 voor ruim 67 millioen gulden in Ne derland aan goederen heeft ingevoerd en voor „slechts" 10 millioen gulden uit ons land heeft betrokken aan een land dus. dat zevenmaal zooveel aan ons verkoopt als het van ons koopt, zie, dat gaat ons toch verre boven de pet. Waarom in vredesnaam moest, aan deze handelsmissie die een invoeroverschot ach ter zich heeft van tientallen millioencn gul dens, een lammetje uit de kudde der mo nopolieheffingen worden meegegeven? De tijden, dat. afgezanten naar verre landen door middel van kostbare geschenken van hunne goede gezindheid blijk moesten ge ven, zijn reeds lang voorbij. Tegenwoordig regeert de nuchtere zakelijkheid en met za kelijke overwegingen is deze gift zeker niet in overeenstemming. De uitvoer van Nederlandsche tuinbouw producten wordt naar alle kanten belem merd: zelden of nooit wordt bij onderhan delingen iets ten gunste van onze export- verruiming. die toch zoo bitter en bitter noodig is. verkregen Een paar weken gele den nog maakte Engeland onzen tomaten- invoer wederom moeilijker. Het is moeilijk, om bij het waarnemen van dergelijke dingen niet bitter te wor den, aldus het blad. D. H. ROODHUYZEN&Co.N.v. MAKELAARS SUIKER - RUBBER - KOFFIE CACAO per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V. DAM 2a Taleloon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C B««nNl» 2. Tat.1 30012 - T.Ugramadrar CARLOS-AMSTERDAM JA BARSINGERHORR KOLHORN. AUTOCRATIE—DEMOCRATIE. Vrijdagavond sprak de Edelachtbare Heer Burgemeester G. G. Loggers voor de Afd. BarsingerhornKolhorn van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Hij behandelde het belangwekkende onderwerp „Regee- ringsvormen" (en in het bijzonder de tegen stelling democratie-autocratie). De aanwezigen volgden met grootc aan dacht deze lezing, wat, vooral bleek, toen aan het slot. enkele belangwekkende vragen werden gedaan. Wij geven hierbij een kort overzicht der le zing: Spreker begint zijn lezing met de opmer king, dat het niet zijn bedoeling is „alle" regeeringsvormen te behandelen. Hij wil zich bepalen tot twee hoofdvormen: de autocra tische en de democratische regeeringsvor men. Na uiteengezet te hebben, wat in 't bijzon der onder deze vormen is te verstaan, volgt een geschiedkundig overzicht. Behandeld worden de regeeringsvormen der primitieve volken, de Grieksche Staten, het Romeinsche rijk, de Middeleeuwen en de nieuwere tijd. Voorts worden de belangrijkste staatsrechte lijke theorieën uit die dagen besproken. Uit voerig wordt stilgestaan bij de moderne de mocratie, waarbij spreker zijn gehoor ver wijst naar het werk van Prof. Bonger: „Pro blemen der Democratie." In ons land liggen de democratische ideeën verankerd in 5e Constitutioneele mo narchie met Ministerieele Verantwoordelijk heid en Parlementair Stelsel. De Ministers, met den Koning de regeering vormende, zijn verantwoording schuldig aan de Volksverte genwoordiging. Deze verantwoordelijkheid kunnen 2c alleen dragen, wanneer hun po litiek wortelt in de politiek van de meerder heid in het parlement. Het zwaartepunt van de richting van het rcgeeringsbeleid ligt der halve in liet, Parlement, d.i. in liet volk. Dit stelsel heeft bezwaren, welke duidelijk aan den dag treden wanneer het parlement is samengesteld uit een veelheid van par tijen, die afzonderlijk geen meerderheid vormen. Hoe grooter de partijspitsing, des te moeilijker de parlementaire regceringsvorm is te handhaven. De Koning heeft naar sprekers meening in dit stelsel een belangrijke taak. Hij heeft er voor te waken, dat de politieke souve- rein, dat is de regeering in overeenstemming is met de w e r k e 1 ij k e souverein, dat is het volk. Als zoodanig dus een stabiel ele ment in ons staatsbestuur. De voordeel en van den democi atischen re- geeringsvorm zijn: 1. Een bestuur door en voor de leden der gemeenschap, welke zelf verant woordelijk is. 2. Openbare c o n t r ol e en openbare c r i- ti ek. 3. Geestelijke vrijheid: Vrijheid van gedachtenwisseling. Vrijheid van godsdienst. Vrijheid van vergadering, van vereeni- ging, enz., enz. Er zijn natuurlijk ook nadeelen, doch welk regeeringsstelsel kan volmaakt zijn? Het gaat niet om het beste, doch het best-moge lijke. Als nadeelen worden .doorgaans ge noemd: 1. De democratie kan machteloos worden door felle partijstrijd. Daarom is aankwee king van gezindheid tot samenwerking eisch. 2. Afhankelijkheid van de leiders tegen over „hun" kiezers. Het zelfstandig dragen van verantwoordelijkheid is noodig. Een Fransch hoogleeraar heeft aan de kwestie van de leiders in de democratie, in de vorige eeuw, reeds aandacht gescbonken. Het groote sociale probleem zegt hij bestaat daarin, om op de juiste wijze binnen den staat in evenwicht te stellen de keurbende en de massa. Hij komt tot de slotsom dat. de democratie, de besten moet kiezen om zich door haar te laten leiden, dat is niet alleen wenschejijk, maar voor de democratie het eenige behoud cn heil. Vervolgens worden critischc beschouwin gen gegeven over de autocratie. De voordee- len liggen min of meer besloten in de aan de democratie verbonden nadoelen. Het is een spiegelbeeld zegt Prof. Bonger. Als nadeelen der autocratie treden naar voren: 1. In veel gevallen toont de autocratie dat ze niet de belangen van het volk beoogt, maar die van haar drager. 2. De autocratie kenmerkt zich in den re gel door imperialisme, oorlogszuchtigheid, enz. 3. Het rechtsbewustzijn der natie komt niet meer voldoende naar voren. Een buiten gewoon groot gevaar. Spreker komt tenslotte tot de conclusie dat de rechts staat verre te verkiezen is bo ven de mach 1 sstaaf. Hij meent dat de autocratie als gevolg van economische nood, ook een bewijs is van geestelijken nood. De mensch ontvlucht de verantwoordelijkheid en gaat op in de mas sa. Prof. Jung zegt het aldus: Zoowel de ont wikkelde als de onontwikkelde laat in den steek wat hij geleerd heeft en neemt vormen uit oertijden over en alles nivelleert zich in dc collectiviteit. Het vragen om een ty- rannos, het verlangen naar den oudheiden- schen godsdienst moet zoo gezien wor den Het zijn wanhoopsdaden en anders niet* Laten ze, zegt spreker, blijven gelooven in een wereldorde, welke ons voortstuwt geeste lijk en zedelijk. We weten dat de harde strijd om de macht er is, maar vergeten we niet dat er ook is de droom van liet land der toekomst. Hoe grooter de nood des te ster ker moet in ons groeien het verlangen naar recht en naar vrijheid. Met Thorbeckc mogen wc zeggen: de wer kelijkheid moet naar ons ideaal worden ge richt. Niemand heeft het in de hand, maar waarheen stuurt hij die het niet in het oog heeft? BARSINGERHORN. Oprichting Oranjevereeniging Barsingerhorn. Zaterdagavond werd in café „De Fortuin'* een vergadering gehouden, om te komen tot oprichting ecner Oranjevereeniging in onze gemeente. Aanwezig 14 personen. Verder waren en kele schriftelijke sympathie-betuigingen ge stuurd. De voorloopige leiding berustte bij den Edelachtb. heer Burgemeester G. G„ Loggers. Spr. opent met een hartelijk wel* kom. Het doel der bijeenkomst mag als he kend worden verondersteld, zoodat spr. hierbij niet lang behoeft stil te staan. Hij vraagt of dc aanwezigen bereid zijn, ge zamenlijk een Oranjevereeniging te stich ten. Als hierop bevestigend is geantwoord, wordt allereerst een ontwcrp-reglement be handeld. Enkele onderdeden zullen nog nader worden besproken, doch de algemee- ne opzet van het reglement wordt goedge keurd, waarmee de verecniging feitelijk haar beslag heeft verkregen. Krachtens dit reglement, wordt overge gaan tot de bestuursverkiezing. Tot voor zitter wordt benoemd de Edelachtb. heer G. G. Loggers. Verder worden uit ieder dorp 2 bestuursleden gekozen, voor Barsin gerhorn: J. J. Werner en J. Schlahmilch, voor Kolhorn: Jb. Kistemakcr en G. L. M. de Mol, voor I-Iaringhuizcn: P. Blom en G. Jannes. Het bestuur verdeelt de functies, waarbij tot secretaris wordt aangewezen de heer G. L. M. de Mol en tot penningmeester da heer J. J. Werner.. Vastgesteld wordt een minimum-contri butie van 25 cent. terwijl rechtspersonen het bedrag zelf kunnen vaststellen. Ook bewoners uit de naaste omgeving (o.a. Win- kelcr Strook) kunnen als lid toetreden. Het saldo van het voormalige „Oranje comité" zal in de kas der nieuwe verecni ging worden gestort. Bij de rondvraag maakt de heer Joch'. Blaauboer de opmerking, dat op de scho len. zooals hem ter oore is gekomen^ niet voldoende aandacht aan de vader- landsche liederen zou worden besteed en of het zoo noodig niet op den weg der ver ecniging zou liggen, hierin verbetering te brengen. De Burgemeester meent dat de heer Blaauboer hierop gerust kan zijn daar zé ker in de laatste twee jaar, veel aandacht aan dc vaderlandsche liederen is besteed. De heer de Mol deelt mede, dat op de school (e Kolhorn in dc middelklassen, dus drie jaar lang, deze liederen worden ge leerd en in de hoogste klasse voldoende worden herhaald. In een kort sluilingswoord sprak do Burgemeester zijn voldoening uit over het bereikte resultaat, waarna de vergadering uiteenging. VAN HET ONBEWOONBARE Naar het EngeUch bewerkt door THEA BLOEMERS 36) De bewusteloosheid duurde maar heel kort, haar eerste gewaarwordingen waren echter buitengewoon verward. Duisternis; iets, dat op haar drukte, een belemmering van haar ademhaling, iets zachts en wits over haar heele gezicht; schokkende bewegingen en de stem van een man. Weer probeerde ze te screeuwen, maar ze kon het niet. Opeens werd ze neergezet. Ze voelde de leuningen van en stoel onder haar armen, dukken en trekken rondom haar beenen; toen werd de doek van haar gezicht afgenomen, zij haalde ruimer adem en opende haar oogen. Ze was in een kelder, waar electrisch licht brandde. Het was een groote kelder met ge witte muren en een steenen vloer, maar helder verlicht. Drie lampen lieten alle voorwerpen met groote duidelijkheid zien. Amabel keek verbijsterd naar die voorwerpen, die haar aan de inventaris van een kleine drukkerij deden denken. Zij hoorde de stem van een man zeggen: „Leg het op het bureautje, vooraan, dan ziet hg het zeker, zorg vooral, dat jy niet gezien wordt." Er volgde een lach en geritsel van vrouwen- kleeren, het geluid van een deur, die werd dichtgedaan achter haar. Ze probeerde op te staan, maar bemerkte, dat iets haar aan I den stoel vasthield. „Doet u maar geen moeite!" Het was dezelfde mannenstem, die sprak. Ongeloof, de stem van Bronson! Nu kwam hij zelf te voorschijn. Hjj stond een paar meter van haar af en keek haar ernstig aan. ,Het spijt me zeer. dat dit noodig was, me vrouw Grey", vervolgde hij. „XJ zult mij wei op mijn woord van eer gelooven, als ik dit zeg". „Mijnheer Bronson, u moet gek zijn!" hügde Amabel. Haar geest weigerde normaal te functionneeren; ze kon alleen Bronson maar aanstaren cn zich afvragen, of dit een booze droom was. „Gek is iedereen op z'n tijd", verklaarde Bronson droog, „maar sommigen van ons hebben methoden in hun dwaasheid. Het was heel onaangenaam, dat u dien doorgang in de kast vanmiddag ontdekte, des te onaangena mer, omdat we op het punt stonden onze po gingen, om u uit het huis te verdrijven, op te geven." „Uw pogingen?" „Ja, het werd te gevaarlijk. We hadden niet gedacht, dat het zooveel moeite zou kosten om u weg te krijgen. En toen mijnheer Fors- ham zich er mee begon te bemoeien, besloten wtj het maar op te geven. U had verder rustig een half jaar kunen blijven, als u niet per ongeluk die gang had ontdekt. Ik veronderstel tenminste, dat het een toeval was?" „Ja, het was een toeval." Bronson slaakte een zucht van verlichting. „Dus mijnheer Forsham weet er niets van?" Amabel schudde het hoofd. „Beste mevrouw Grey", antwoordde Bron son, „ik wou dat u het niet hoefde te begrij pen. Ik kon geen bewoners in de villa hebben, omdat ik de kelders voor zaken gebruik". „Mijnheer Forsham is In de kelders ge weest", viel Amabel in. „Niet in deze kelders, mevrouw. De gewone toegang er heen moet jaren en jaren geleden al dichtgemetseld zijn, waarschijnlijk omdat ze in tijden van geloofs- en politieke vervol ging dienden om vluchtelingen te herbergen ze waren niet anders te bereiken dan door dien geheimen doorgang in de kast en door een tunnel, die op het kasteel uitkomt. Alleen maar enkele ingewijden kenden het bestaan daarvan. Ik heb de kelders en de overige toe gangen in orde laten maken." De deur achter haar ging open en er kwam iemand binnen. „Is 't gelukt?" vroeg Bronson scherp. Het antwoord werd gegeven door een stem, die Amabel kende en toch niet kende, „Natuurlijk, er was immers niets aan." Het was de stem van Jenny, maar dieper en beschaafder. De vrouw, die gesproken had, kwam naar voren en nam Bronson by den arm. „Wat nu?" vroeg ze. Amabel staarde haar aan. Het was Jenny en toch weer niet Jenny. Op het eerste gezicht zou niemand verschil gezien hebben, maar by nadere beschouwing waren er hon derd verschillen. De gelijkenis school in het haar, de matte, witte huid. De verschillende waren talryk. Wie was het? Bronson gaf antwoord op de vraag van dé vrouw. „Ga maar naar het kasteel en wacht' daar. Als Frosham haar niet vindt, zal hy daar wel heen komen. Laat hem in de huiskamer en zorg dat hy daar wacht, terwyi je my op belt". „Dan ga ik maar direct. Ik zal me eerst even toonbaar maken". Het feit, dat zij zich niets aantrokken van haar tegnwoordigheid, deed Amabel beseffen in hoe groot gevaar zy verkeerde. Zij zouden niet spreken, alsof zy er niet by was en in haar tegenwoordigheid plannen maken om Julian om den tuin te leiden, als zy niet, in de overtuiging van deze menschen, reeds vol komen onschadelijk was. Zij zag de vrouw de kamer doorloopen en stilstaan voor een spiegel, die aan den tegenovergestelde muur hing. Onder den spiegel stond een tafeltje, met allerlei toiletbenoodigheden beladen. De vrouw ging onbekommerd haar uiterlijk verzorgen. Eerst hield ze zich met haar ge zicht bezig; toen borstelde zy het roode haar weg van haar voorhoofd, ooren en hals en spelde het dicht tegen haar hoofd; eindelyk zette zy een zwarte pruik op en schikte die zorgvuldig. Het was mademoiselle Lemoine, die zich omkeerde! Ze leek niets meer op Jenny. De verdwijning van het roode haar had die ge- lykenis te niet gedaan en zwarte wenkbrauwen en wimpers verdonkerden de oogen zoo, dat de overeenkomst met de lichte oogen van Jenny niet meer opviel. „U zoudt me niet herkend hebben, wel me vrouw Grey?" vroeg mademoiselle Lemoine, weer met de trillende „r" en het Fransch accent. Zonder op antwoord te wachten, ging zij door een deur in den rechtschen muur. Vluch tig zag Amabel daar achter een smalle gang. Toen ging de deur dicht en zy was weer met Bronson alleen. „Mynheer Bronson", begon ze, „u zult u toch niet verbeelden, dat er niet naar mij gezocht zal worden?" „O, neen", zei Bronson, „ik heb myn maat regelen genomen." Hy sprak volkomen kalm, met zyn gewone stem. Toch waren hetn iet meer de heer Bronson en mevrouw Grey, buren, die vriendschappeiyk met elkaar om gingen, maar een gevaarlijk man, een mis dadiger, en een vrouw, die hem als een be zwarende getuige in den weg stond. „Wanneer mynheer Forsham nog niet terug is, komt hij toch zeker om half zeven", ging Amabel voort. „Hy is nog niet terug", vertelde Bronson", „dat dacht u misschien, omdat de telefoon ging, maar daar zorgden wy voor; dat was een klein kunstje, om u in de slaapkamer te krijgen. Als mijnheer Forsham komt, zal hij een beverig briefje van u vinden met de bood schap, dat u het niet langer kunt uithouden en niet nalaten zijn conclusie uit die mede- deeling, te'trekken." Amabel liet een scherpen kreet hooren. Weer zag ze zichzelf, niet kwaads vermoe dend, de woorden neerschrijvend, met niet te vaste hand en ze stelde zich voor, hoe Julian ze lezen zou. De gedachte deed haar alle kalmte verliezen en met plotseling opvlam mende woede viel ze uit: „Ik begrijp niet, dat u zich niet schaamt om uw dochter over te leveren aan het gezel schap van iemand als mademoiselle Lemoine!" Het bloed schoot den man naar het gezicht. Een oogenblik dacht Amabel dat hij haar slaan zou. Ze zag, dat hij zich met geweld beheerschen moest. Eindelijk beet hij haar toe: „Pas op uw woorden. Ik kan dergelijke uit latingen niet dulden. Mademoiselle Lemoine is mijn vrouw." HOOFDSTUK XXXIH. Julian Forsham legde de hoorn weer op het toestel. De naam „Miller" klonk hem nog in de ooren. Dus Miller, die hij het meest van allen verdacht had, was een inspecteur van Scotland Yard! Als hij het niet uit Charley's engen mond had gehoord, zou hy het niet ge lood hebben; maar nu was iedere twijfel buitengesloten. Hy moest zich onmiddellyk met Miller in verbinding stellen. De detective had geen telefoon in „Brugzicht", maar Edward Berkeley zou een briefje laten brengen. Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6