De noodtoestand op Wieringen Een interview met burgemeester Kolff Het Wielerseizoen in N.H, is aangebroken Amsterdam's heimonopolie gebroken Crocusjes Donderdag 11 Maart 1937 Derde blad Als men, teneinde eenige hon derden menschen werk te ver schaffen, middenin de Sahara eens een olieput liet aanboren en na afloop zei: „Ziezoo, dat is een prachtig nuttig werk ge weest, arbeiders, blijven jullie nu maar hier!" Wat zouden de menschen dan zeggen? Dit is de vraag, die burgemeester Kolff ilen minister wel eens gesteld heeft, als hij den noodtoestand op Wieringen, ontstaan door de aanwezigheid der werklooze ex- polderwerkers, de Regeering voordroeg. Ja, wat zouden de menschen dan zeggen? In ieder geval zou op zóó'n toestand méér «commentaar los komen dan op de kwestie van „noodelooze bevolking van Wieringen het geval is. En toch is er hier sprake van een overbevolking, wier ontstaanswijze ze ker uniek genoemd mag worden. Daar was jaren geleden, een Regeering, die een grootsch plan van landwinning en werk verschaffing ten uitvoer bracht, doch toen de duizenden arbeiders jaren lang gewerkt hadden, de nieuwe weiden „uit den grond gestampt" waren, de nieuwe dorpjes verre zen, bleek die Regeering niet. gedacht te hebben aan de kolonie werkloozen, die met het nieuwe land mee was opgerezen, daar door de woelige Zuiderzee a. h. w. was „op gespoten" Hadden de klachten der broodeloos wor dende visschers de ooren der Regeering ver stopt voor de belangen dezer droogleggings slachtoffers? Laat ons billijk wezen en nauwkeurig na gaan, hoè de situatie was en is. Daartoe moeten we eerst een onderscheid maken tusschen de arbeiders, die aan de grondslagen van het nieuwe land werkten, 0-a. steenwerkers en rijsvlechters en hen, die het werk van later datum verrichtten, de polderwerkers. Van de eerste groep zijn de meesten weer naar hun woonplaatsen terug getrokken; het is echter de tweede groep, welke zorg baart. Een 520 werklooze man nen zitten daar figuurlijk en letterlijk aan den grond. Ze zijn, in tegenstelling met de eerst genoemde arbeiders, die hun gezin achterlieten en dus alleen voor het werk overkwamen, met gezin-en-al in Wieringen komen wonen. En nadat de inpolderingen gereed waren gekomen, leven zij daar als een schare, nutteloozen, een troostelooze ko lonie stempelaars. Tenminste, deze betiteling is op het grootste gedeelte van hen toepas selijk. IJet iuag zijn, dat een zestig man tij delijk werk vindt aan de Cultuur-Mij. Wie- ringermeer (kielspitten, boompjes planten, enz.), en een ander gedeelte aan de onder houdswerken van den afsluitdijk van tijd tot tijd een boterham verdient, de meesten zijn steuntrekkers. En waren zij nu uit de on middellijke omgeving van Wieringen af komstig, niemand zou aanleiding vinden aan hun aanwezigheid een extra woord te wijden. Doch het merkwaardige is, dat deze menschen uit alle deelen van Nederland af komstig zijn, voornamelijk uit Drente en Brabant, doch ook Zeeland en Groningen leverden hun contingent. Waarom kwamen zij naar hier? Sommi gen, wier wieg in de Noord-Oostelijke Veenkoloniën van ons land stond, hebben al tijd in Duitschland gewerkt, doch toen zij daar geen errtplooi meer vonden, verplaat sten zij hun home heel gemakkelijk naar het Westen. Anderen zijn goed- of kwaadschiks ook Om der wille van het brood hierheen ver trokken. En daar wonen zij nu, meerendeels nog in de keten, die zij destijds met de hun nen betrokken. Aan den Geesterweg, Smerp, Stroe, Noordstroe, Wcsterklief, Koningsweg, Westerland en Elft staan de ritsen keten, onderbroken door talrijke oude boerderijen, door verschillende boeren voor woning ver huurd en vaak door 3 a 4 gezinnen bezet. Ook hebben verscheiden polderwerkers hun intrek genomen in woonwagens, welke, van hun wielen ontdaan, een betere huisvesting bieden dan de keten. Wat die laatste be treft, doet zich hier het eigenaardige feit voor, dat het. Rijk zijn eigen wetten, het. zgn. „ketenverhod' overtreedt! Immers dienen deze tijdelijke ontrekies na het beëindigen der werkverschaffing te worden opgeruimd. Doch de dreigende dakloosheid maakt aan elk wettelijk gezag ten dien aanzien een einde, dus bléven de koten. Alleen te Anna Paulowna is men tot het sloopen van een aantal overgegaan. De bewoonbaarheid van zoo'n keet moet echter niet onderschat wor den. Er zijn arbeiders geweest, die er een bedrag van f 1000.(aan de Zuiderzeewer ken werd door hen goed verdiend), aan ten koste legden! Slechter staat het met de boer derijbehuizing. Het zijn zooals wij reeds zei den, oude boerderijen, aan welke de eige naars geen onderhoudskosten meer besteden en die hun op deze wijze zelfs nog iets op brengen. Vele van deze stulpen moesten eigenlijk onbewoonbaar verklaard worden, doch zij worden door de steuntrekkenden nog hoogelijk gewaardeerd! Aan de Haukes-ha- ven en te Den Oever heeft de vindingrijk heid der woningzoekenden weer een andere uitkomst gevonden: verschillende kleine ar ken liggen daar gemeerd en het zijn heusch de slechtste huisjes nog niet! Wij waren van een en ander wel eenigszin<ï op de hoogte, toen wij Burgemeester L. C. Kolff, in zijn woning te Hippolytushoef in terviewden over de toekomst, van deze men sehen. Mochten wij echter tot nog toe eenigs- zins vervuld zijn geweest van het lot dier Wieringer werkloozen an-sich, thans verne men wij iets over de andere zijde van het vraagstuk en wel over den last die de ee- meente Wieringen door deze toestand onder vindt. Wij hoorden verbazingwekkende cijfers. Het „vreemdelingen-legioen" moet, in aanmer king genomen, dat -ilO van de 520 ..vreemde lingen" gehuwd zijn en hun gezinnen gem'd deld 3 kinderen tellen, met het cijfer vijf De meldt: regee ringspersdienst ARBEIDSBEMIDDELING VOOR DEN NOORDOOS TELIJKEN POLDER. De directeur van den Rijks dienst der werkloosheidsver zekering en arbeidsbemidde ling deelt mede, dat, in over leg met de directie der Zui derzeewerken, bijzondere voorzieningen zijn getroffen voor de arbeidsbemiddeling voor de werken, welke wor den uitgevoerd in verband met de drooglegging van den Noordoostelijken polder. In of nabij de belangrijkste werk punten t.w. Kampen, Vollen- hovede Lemmer en Urk, zijn tijdelijk eenvoudige rijksor ganen der arbeidsbemiddeling gevestigd, welke in het bij zonder met de arbeidsbemid deling voor bovengenoemde werken zijn belast, In de be stekken voor den Noordoos telijken polder is voorgeschre ven, dat de voor de werken noodige arbeiders uitsluitend door'tusschenkomst van deze organen in dienst zullen mo gen worden genomen, Ter voorkoming van misverstand wordt er nadrukkelijk op ge wezen, dat arbeiders uit an dere gemeenten dan die, waar genoemde rijksorganen zijn gevestigd, zich alleen bij het orgaan der arbeidsbemidde ling in de gemeenten, in wel ke zij woonachtig zijn, als werkzoekende kunnen laten inschrijven. Rechtstreeks che inschrijving bij bedoelde rijks organen is dus niet mogelijk. vermenigvuldigd worden, zoodat wij tot een getal van 2000 zielen komen. „Weet U, dat dit een derde gedeelte is van de inwoners van Wieringen?", aldus de burgemeester. Hoe burgervaders ook in het algemeen op uitbreiding van hun gemeente gesteld zijn, hoe gretig zij annexeeren, in dit geval ont moeten wij een ten aanzien van zijn zielen tal sceptisch gestemd burgervader, die ons al spoedig de lasten van zijn ambt op dit punt met groote openhartigheid uiteenzet. „Begrijpt U, dat deze gemeente-vermeerde ring geen succesvolle groei genoemd kan worden?",; zegt hij. „Belastingbetalers zijn hét niet!" opperen wij begrijpend. „Als het dat nog alleen was! Maar zij kosten onze gemeente jaarlijks twee ton!" „Zorgt het Rijk dan niet voor steun?" „Ja Maar U begrijpt, dat deze rijks subsidie, waaraan zeer speciale eischen voor steunverleening zijn verbonden, de ge- meentebegrooting nog niet sluitend maakt." „We zijn armlastig", zegt de heer Kolff. „We doen véél voor de werkloozen, doch kunnen het gevoel, dat deze last niet op onze schouders thuis hoort, niet van ons afzetten. De gemeenten, waar deze men schen thuishooren, immers gaan vrij uit. Wat erger is, zij wenschen de verloren zo nen niet meer binnen hun vesten te ontvan gen. En daar zitten wij nu, als mensch begaan met het lot der werkloozen, doch als gemeente verongelijkt door hun aanwezig heid". „Geeft de Regeering dan geen blijk, ver antwoordelijkheid ten opzichte van Uw ge meente te gevoelen?" vragen wij. „Och, de Regeering vindt den toestand normaal", is het antwoord. „En toch, burgemeester, meenden wij een optimistische noot te hooren tijdens de laat ste raadsvergadering „Daar is reden voor," repliceert, de heer Kolff. „Mijn herhaalde bezoeken aan Den Haag zijn niet zonder resultaat gebleven. De Regeering is thans bezig, bij wijze van proef, wekelijks 1 a 2 gezinnen af te voeren naar hun vroegere woonplaatsen. Het is natuurlijk een druppel aan den emmer. Toch hopen wij op deze wijze een 150 ge zinnen kwijt te raken. Dat deze afvoer zoo langzaam gaat, is te wijten aan het verzet der andere gemeenten. Doch wanneer deze blijven ageeren, dan zal de Regeering tot dwingende maatregelen overgaan. Zij blijkt dus thans voldoende doordrongen van de ongewenschte positie, waarin Wieringen reeds zoo lang verkeert." .Meent U, dat de drooglegging van den Noord-Oostelijken Polder hier een kans biedt?" „Natuurlijk is de toekomstige N.-O Pol der een lichtpunt geworden voor allen, die zich den donkeren toestand aantrokken. Het is helaas echter gebleken, dat wij voor de te werkstelling van krachten in deze nieuwe werkgelegenheid, geen aanspraken van voorrang kunnen maken. Alles zal hier den gewonen, officieelcn weg gaan. Het wordt logisch geacht dat de sollici tanten uit het ruime achterland van den nieuwen polder, uit Lemmer en Urk. den vóórrang hebben. Enkelen van „onze" men schen zullen wellicht mede een kansje krij gen, indien zij het geluk hebben, door on derbazen uit deze streek te worden aange nomen, doch verder moeten zij dit licht puntje maar als gedoofd beschouwen". Een juist ontvangen bericht van den re- geeringspersdienst hetwelk wij hierboven afdrukken, bevestigt de sombere voorspel ling van den heer Kolff Red. „Daarbij komt, dat velen van onze be schermelingen voor de eerste bezigheden aan den nieuwen polder niet in aanmerking komen. Het zijn lang niet allen materiaal werkers; de meesten zijn grondwerkers." Wél geven wij cursussen teneinde hen maatschappelijk verder te brengen, doch doen daarbij de treurige ervaring op, dat het dikwijls boter aan den galg gesmeerd is; de goeden niet te na gesproken.' Er wordt méér cultureel werk verzet dan het publiek wel denkt, doch er is, en dit hangt ten nauwste samen met den aard èn de po litieke vorming der garde, zoo weinig ani mo." In dit verband herinneren wij ons een op roep in 1936 voor een tewerkstelling onder dc bewuste werkloozen. welke een groote teleurstelling werd! Hetgeen een eigenaar- digen kijk geeft op het genre menschen dat hier het onderwerp van bespreking uit maakt. Van den moreelen kant bezien, levert de nederzetting volgens den burgemeester, geen ongewenschten invloed..Zij assimileert zich n.1. niet met de Wieringer bevolking en het is hier het economisch belang, dat het zwaarst weegt. „Weliswaar verschaffen zij de neringdoenden onder ons wat meer ne gotie, doch dit wéégt niet op tegen de las ten. waarmede zij de begrooting èn rde belastingbetalers bezwaren! „Zélf ben ik benieuwd, wét de laatste actie van de Regeering ten gevolge zal hebben", besluit de heer Kolff. Deze nieuwsgierigheid zal ongetwijfeld door alle Wieringers worden gedeeld. WIELRENNEN. De renners zijn klaar voor de start. De Alkmaar der Jan Groot favo riet in de Amateurs klasse. Wat zal Jaap Kuiper presteeren? Een Internationale wedstrijd te Pur- merend. De lichte racekarretjes zijn weer in orde gemaakt, all anger dan een maand trainen de jonge Noordhollandsche renners zich reeds, om toch vooral maar vroegtijdig in vorm te zijn, alles hebben zij voor dit sei zoen op het spel gezet om toch maar niet te leur te stellen algemeen heeft men im mers groote verwachtingen van onze ren ners en dat mag ook, want aan de hand van hetgeen zij vooral aan het einde van het vorige seizoen presteerden doet dit jaar het allerbeste verwachten. Bij de Ama teurs is het de veelbelovende Jan Groot uit Alkmaar, van wie men vexnvacht dat hij dit jaar tot de groote klasse zal gaan bchoo- ren. In tal van wegwedstrijden hoeft hij immers reeds bewezen werkelijk een ren ner met veel aanleg te zijn die echter alleen een felle eindsprint mist en dat is jammer want daardoor zijn hem reeds tal van overwinningen ontgaan. Regelmatig wist hij gelijk toe te komen met renners als Saarloos, Schulte en Van Hoven (die alle drie tot de Olympische ploeg van weg renners behoorden) en, slechts in de eind spurt moest Groot dan het onderspit delven. Ook op de banen te Wieringen en Alkmaar bewees hij meerdere malen onverwoest baar sterk te zijn en al deze factoren te samën hebben er toe bijgedragen dat Jan Groot momenteel door heel Noordhollands Noorderkwartier favoriet is en in een on derhoud dat wij met hem hadden, deelde hij ons mede alles in het werk te zullen stellen om zijn aanhangers niet te leur te stellen. De sympathieke renner Jaap Kui per uit .Tulianadorp, over wie wij al reeds eerder hebben geschreven, heeft zich dit jaar speciaal in België getraind voor de komende wegwedstrijden en niet zonder re sultaat. Jaap is momenteel in staat om er zoo'n 250 K.M. uit te draaien zonder inzin kingen te krijgen en dat zegt ons heel wat als een renner in het vroege voorjaar reeds tot zulk een prestatie in staat is. Inmiddels kunnen wij melden dat Kuiper in de Ronde van Vlaanderen zal meerijden, hij start bij de categorie Onafhankelijken. De Ronde van Vlaanderen is één van de meest be langrijke wedstrijden van het jaar in Bel gië en dat daarvoor de Julianadorper heeft, ingeschreven bewijst dat hij zich bewust voelt van zijn kracht en dal is een heel belangrijke factor. Onze wielermc-dewerker heeft inmiddels Jaap Kuiper ook doen in schrijven voor de Ronde van Purmeivnd, die in April wordt verreden, de ronde van Purmerend is een wegwedstrijd die door tal van groote coureurs zal worden be twist en Jaap wil voor eigen publiek een zeer sterk figuur slaan. Speciaal in deze Lenterit van Noord-Hol land zal hij alles op alles zetten om een goede plaats te bezetten, dit rekent hij zich als een eer aan en tevens wilde hij gaarne Htt Spaansche stoomschip „Mar Cantabrica", dat geladen met oorlogsmateri aal, onderweg was van Amerika naar Barcelona, en in de Golf van Biscaye door oen kruiser der nationalisten werd beschoten. Het Spaansche deel der bemanning werd terstond gefusilleerd. wat binnenhalen van de f 300.- prijzen die er dien dag worden verreden. De ronde van Purmerend zal wel de grootste course wor den die dit jaar in onze provincie wordt verreden en vandaar ook dat er belangstel ling voor bestaat van Maastricht tot Den Helder. Met wie of Kuiper zijn diverse baan wedstrijden zal rijden is nog niet officieel bekend omdat hij van de bekende renner B. van Stek een uitnoodiging heeft ontvan gen om samen een vast koppel te vormen. Eerst zou hij rijden met. den bekenden Alk- maarschen sprinter J. Derksen maar omdat deze voorloopig nog Amateur blijft levert dit tal van bezwaren op en het zou ons dan ook niet verwonderen als hij zich met van Stek verbond hoofdzakelijk uit financieel oogpunt hekeken. Inmiddels zijn we zeer benieuwd aan welken renner hij de voorkeur zal geven. Zooals U dus ziet, we gaven maar enkele voorbeelden van de tallooze die er in ons gebied zijn te noemen, hebben onze wiel renners tal van goede voornemens en we wenschen van harte dat zij volkomen zul len slagen want zij verdienen het Weken lang hebben zij serieus geleefd, op tijd naar bed gegaan, niet gerookt of gedronken, goed geoefend en de spullen zijn goed in orde het kan echter zijn dat ze in de wedstrijd toch niet in de „buurt" komen en dat zijn van die typische verschijnselen in het ie- ven van de wielrenners. De wielersport is zoo moeilijk te begrijpen en men moet het als het ware kunnen aanvoelen waar het zitde moraal moet er zijn, de groote en sterke wil om te winnen! Inmiddels hebben ook de baandirecties van Alkmaar en Wieringen voorbereidende maatregelen getroffen om het komende jaar weer zoo goed mogelijk voor den dag te komen. Aan de renners uit eigen omgeving zal weer veel mogelijkheid geboden worden om hun kunnen te laten zien. Alles is klaar voor de start. Vanmorgen ontving onze sportmedewer- ker juist bericht dat Jaap Kuiper derde is geworden in een wegwedstrijd te België, in de eindsprint werd hij geklopt. Voorts zal Kuiper noch met Derksen noch met van Stek rijden. IN HET HARTJE VAN BERLIJN SISSEN DE HEIMACHINES. Men schrijft ons uit Berlijn: Neen, Amsterdammers, verbeeld je niets meer! Jullie hei-monopolie is gebroken. En hoe! Op het oogenblik sissen op den Potsdamer Platz, dus in het hartje van Berlijn, twee heimachines. Zij spuiten het heele plein vol niet stoom en rook. De palen, die in den grond moeten worden gestampt, zijn ijzeren staven, die een lengte van eventjes 30 meter hebben! Amsterdams Centraal-Station en Beurs van Berlage, waar blijft gij! Zelfs de caissons van het Amsterdamsch Westelijk viaduct drongen niet zoo diep in het inge wand van Moeder Aarde. En dan te beden ken, dat de zandplaat, het Scandinavisch diluvium, dat het Amsterdamsch heiersgilde zoekt gelijk de gouddelver zijn edele metaal, in Amsterdam circa 10 tot 20 meter onder de aarde ligt, maar te Berlijn aan de opper vlakte te vinden is. Het Berlijnsche publiek begrijpt er niets van. Het had nog nooit een hei-stelling ge zien, en het zware hei-blok, dat van 30 me ter hoogte op het metalen hoofd van Jut valt, maakt op de Berlijners een vreemden indruk. Dan dat suizen van den stoom, de lucht van natte aarde en rook, en die bergen zand midden op de straat! Terwijl de twee heimachines met elkaar wedijveren in vlijt en kracht. Niet, dat Berlijn thans huizen op palen gaat bouwen. Het raadsel is slechts, dat er een ondergrondsche spoorweg-verbinding tusschen „Potsdamer Bahnhof' en „Anhalter Bahnhof' midden door het. hartje van Ber lijn wordt tot stand gebracht. Het is een tra ject van de nieuwe „SU-Bahn", een onder- grondschen spoorweg, die de verschillende kopstations van Berlijn (Stettiner Bahnhof, Potsdamer Bahnhof, Anhalter Bahnhof en Görlitzer Bahnhof) met de „Stadtbahn", d.i. de viaducten-spoorweg, die dwars door Ber lijn gaat, zal verbinden, en die tevens aan sluiting heeft op den „Ondergrond", de „U- Bahn". Twee trajecten van deze nieuwen on- dergrondschen spoorweg zijn klaar; er wordt reeds op gereden. Men kan thans, met de zen nieuwen „ondergrond", van Stettiner Bahnhof, Bahnhof Friedrichstrasse, het be langrijkste station aan de „Stadtbahn", be reiken en kan dan nog verder rijden tot aan Unter den Linden, in de onmiddellijke na bijheid van Adlon-Hotel en Brandenburger Tor. Een aansluitend traject is over enkele weken in gereedheid gebracht en verbindt het Brandenburger Tor met Potsdamer Bahnhof aan den Potsdamer Platz. Dan zal de trein uit Potsdam en het Wannseegebied ondergronds tot aan Stettiner Bahnhof door rijden en vervolgens koers naar het Noor den zetten, naar Velten, Oraniënburg of Bernau. Het moeilijkste gedeelte van dezen nieu wen ondergrondse hen spoorweg is wel de verbinding tusschen Potsdamer Bahnhof en Anhalter Bahnhof. De tunnel loopt hier on der de drukke Saarlandstrasse, die niet al te breed is. Aan weerszijden van de Saarland strasse verheffen zich huizen van 5, 6, 7 ver diepingen tot paleizen van 10 verdiepingen en wolkenkrabbers tot 16 verdiepingen toe! Op den Potsdamer Platz moet deze nieuwe lijn onder den ouden ondergrond, die den Wilhelmplatz met Gleisdreieck verbindt, worden doorgeleid. Het overstapstation krijgt hier onderaardsche perrons onder elkaar, zooals wij dat nu reeds op den Nollendorf- platz hebben. Daar zijn deze ijzeren staven van 30 meter lengte voor noodig. Daar heb ben de Berlijnsche „Tiefbauingenieure" hei machines voor laten aanrukken! Maar treurt niet, gij Amsterdamsche heiers, want uw monopolie mag nu gebro ken zijn, een heierslied wordt te Berlijn nog niet gezongen. Het. Duitsche volk mag poëtisch zijn en graag zingen, maar een Duitsch heierslied is nog niet getoonzet. En het zal ook wel niet. getoonzet worden. Want straks, als de nieuwe ondergrondsche spoor weg klaar is, worden de heimachines terzijde gesteld. En over enkele jaren zal geen enkele Berlijner zich nog herinneren, dat er te Ber lijn ook eens geheid werd. De plant als strijdbaar wezen ALS DE PLANTEN ZICH NIET KONDEN VERWEREN, ZOU ONZE AARDE ER HEEL AN DERS UITZIEN. „Waar de mensch zich blijvend geves tigd heeft is de natuur sterk verarmdzei prof. Quanjer in een dezer dagen gehouden voordracht voor de Landbouwhooeeschool te Wageningen. „Want de mensch kan slechts een beperkt aantal plantensoorten ter be vrediging zijner levensbehoeften gebruiken. Bovendien is het. een feit, dat met de toe neming van het aantal individuen der ge kweekte soorten óók het aantal individuen van enkele dieren en bladgroenlóoze orga nismen toeneemt die zich in den aanplant vestigen en den mensch het bezit ervan be twisten." Hoe ziet de kweeker de planten wereld? Verder liet de hoogleeraar uitkomen, dai in de wijze, waarop de mensch de plan tenziekten bestrijdt, diens persoonlijke op^ vatting van de plantenwereld tot uitdruk king komt. Er zijn specialisten in cultuur onder glas en fruittelers, die hun planten, alsof het passieve wezens waren, met be strijdingsmiddelen op de been houden. Dit is het ééne uiterste. Een ander uiterste vormen de bosch bouwers, die het meest oog hebben voor do natuurlijke gezondheid der planten. Tusschen deze twee typen bewegen zicli de landbouwkundigen. De planten zijn echter goen passieve we zens, maar voeren zelf den strijd. Het on derzoek leert ons, dat de weerstand der planten in haar protoplasten (dat zijn d© levende, eiwitachtige stoffen) zetelt. Wel is waar kunnen stoffen, die ln de planten reeds voor de aantasting aanwezig waren de infectie begunstigen of vertragen, soms zelfs verhinderen. Maar pas als de vijand binnen de muren der vesting is door gedrongen, en zich aan daarachter bewaard voedsel heeft tegoed gedaan, komt het tot een handgemeen met de bezetting: de pro toplasten en de celkernen. Dikwijls is waar genomen dat de kern zich beweegt naar den kant van de cel, die door het naderend' organisme wordt bedreigd. In niet-vatbare rassen reageeren de proto plasten veel heviger dan in vatbare rassen. De planfencel verdraagt deze hevige re actie niet en sterft af. waarop ook de bin nengekomen parasiet te gronde gaat. De landbouwwetenschap is op weg de plant als strijdbaar wezen steeds beter te leeren kennen. „Als de planten zich niet konden ver weren, zou onze aarde er heel anders uit zien". aldus de urofessor. De crocusjes kijken van tusschen het gras De wereld verbaasd tegemoet, Het zonnetje brengt ze uit t blauw van r, de lucht Een feesflijken, stralenden groet! Ze zijn zoo bescheiden, die crocusjes klein. En beuren wat schuchter hun kopjes zoo fijn Ze melden het voorjaar, het eerste begin, Als alles nog sluimert en wacht, Dan wordt door hun kleuren, gestrooid langs ons pad, Een groet van de lente gebracht! Dan staan we soms stil in het jonge plantsoeni Kijk...crocusjes...crocusjes tusschen het groen7 Dan weten we, 7 licht en het leven komt weer, En al, wat de aarde vermooit, Straks zijn weer de velden, zoo wijd en zoo ver, Met groen en met bloemen getooid! Dan tintelt het zonnetje over den plas, Dat melden de crocusjes tusschen het grasl En 'f donker der buien, het deert hun niet meer, Hun kleurige blijheid verwón. De crocusjes beuren hun kopjes omhoog En brengen hun groet aan de zon! Hun groet aan het leven, dat kiemende groeit. En straks in zijn volheid weer openbloeit! O, crocusjes...crocusjes tusschen het groen, Zoo need'rig, bescheiden en klein, Hoe leert ge ons telkens in t voorjaars seizoen Vol eenvoud gelukkig te zijn! Gelukkig met al, wat de schepping ons geeft. Wanneer het naar 't licht en de zonneschijn streeft!! KROES Maart 1937. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 9