1 GRATIS SCHAGER COURANT „Zeeroof' Raad Barsingerhorn V 1 ■i m Ouderavond te Hippolytushoef „Curaqao", „Zeven Provinciën", en thans de „Triton", ziedaar 3 namen, welke in be- trekkelyk korten tijd een blaam op onze Ne derlandsche vlag hebben geworpen. „Op 9 Maart 1937" zal het later heeten, „moest het Nederlandsche gouvernement wer keloos toezien hoe een Nederlandsch koop- vaapdijschip in volle zee door een kaper werd aangehouden, opgebracht en een deel der lading werd geconfiskeerd". „Zeeroof" in optima forma. Een daad van geweld, gepleegd door een gewapend parti culier vaartuig, in volle zee met het doel zich van de lading meester te maken. Zulk een schip staat niet onder bescher ming van een wettige regeering en wordt desnoods met het geweld der wapenen voor den rechter gedaagd. Ziedaar, nuchter en zakelijk een opsom ming van het feit, door een trawler van Franco's maritieme scheepsmacht tegenover een Nederlandsch koopvaardijschip gepleegd. Er zijn niet de minste verzachtende om standigheden. In het algemeen heeft een oorlogsschip het recht een koopvaardijschip in volle zee aan te houden, wanneer dit oorlogsschip den koop vaarder verdenkt van zeeroof of slavenhan del. Bovendien heeft in oorlogstijd de oever- staat het recht om binnen zijn territoriale grens en Spanje eischt voor zich immer een zeeterritoir op van 16 mijl, terwijl Straat Gibraltar slechts 9 mijl breed is de scheeps papieren der koopvaarders te onderzoeken en de schepen aan te houden; maar geen dezer omstandigheden zijn op Franco's particuliere marine van toepassing. Ook is er geen sprake van blokkade, ook al heeft de generaal deze afgekondigd, im mers: Franco's regeering is geen erkende regee ring en mist alzoodanig het recht om een dergelijke blokkade af te kondigen. In de tweede plaats bestaat er officieel geen oorlogstoestand in Spanje. Er vechten immers geen erkende staten tegen elkaar. Zoodat van oorlogsblokkade om die reden alleen ook al niet gesproken kan worden. En ten derde mist de kleine wit Spaansche marine alle kracht en middelen om een blok kade effectief te doen zijn. Eischen, gesteld in de Parijsche conferentie in 1856 om een blok kade, die internationaal rechterlijk genoemd te krijgen. Nu - helaas wel wat laat twee Neder landsche oorlogsschepen aangewezen zijn om onze koopvaardrjbelangen in de Spaansche wateren te gaan verdedigen vragen wij ons onwillekeurig af, welke consequentie's deze daad met zich brengt en welke gedragslijn de Nederlandsche commandanten zullen hebben te volgen. In het algemeen geniet een koopvaardijschip de bescherming van den oeverstaat, zoodra het schip binnen de territoriale grens is. Hier zal dus een vreemd oorlogsschip als regel niet ingrijpen tenzij deze bescherming onvoldoende is. En dit kan wel van de erkende Spaansche regeering gezegd worden dat daar wel iets aan houdt. Dan is een oorlogsschip zoowel in de territoriale grens als daarbuiten verplicht bescherming te verleenen aan de koopvaardij schepen van dezelfde nationaliteit. In zoo verre hebben dus de Nederlandsche comman danten de handen vrij. Een geval van zeeroof dus en wij hebben in den aanvang betoogd, dat het geval-„Triton" niets anders was door een oorlogsschip geconstateerd, moet met alle hem ten dienste staande middelen verijdeld en gestraft worden en het is dan ook te hopen en te verwachten, dat de Ne derlandsche regeering instructies in dezen zin aan de betrokken commandanten zal hebben gestuurd. Meer echter is nog te hopen en meer nog is te verwachten, dat reeds de aan wezigheid van onze oorlogsschepen den zee- roover ervan zullen doen afschrikken een der gelijke daad te begaan. Tenslotte gaat er van onze zeemacht nog wel eenige faam en ge vechtskracht uit. De praktijk heeft dat ook wel uitgewezen. Den groote mogendheden werd een dergelijke beleediging niet aangedaan. Slechts Dene marken en wij moesten dit slikken. Maar wij hadden geen en zij wel oorlogsschepen ter plaatse. Anders wordt het echter en zeker niet eenvoudiger als Franco's blokkade be schouwd wordt als wel internationaal ge rechtigd. Tenslotte zyn hiervoor ook gereede termen aanwezig, die niet geheel over het hoofd mo gen worden gezien. Ten eerste erkenden twee groote mogend heden, Duitschland en Italië, reeds de witte „Als U haar kende, zou U zich zoo niet over haar uitlaten. Ze is niet zooals denkt, vader, gelooft u me. Ze spreekt nooit anders dan met respect over U en zou niets liever willen dan dat wij ons met elkaar verzoenden." „Terwille van het financieele voordeel... Geen wonder." „Neen vader, ook zónder dat." „Beweert ze dat soms?" „Ja, meerdere malen." „Dus ze prefereert armoede?" schamperde hy. „Wacht maar totdat het eens zoover is! Zoolang er nog uitzicht is, dat hier of daar geld vandaan komt, blijft alles goed en aardig..." „Zy is van een ander slag." „Maar dan toch niet van een beter..." „Schei toch uit, /ader," riep Paul ongeduldig Uit. „U kunt van mij toch niet verlangen, dat ik mjjn vrouw maar aanhoudend door U laat beleedigen." „Ga dan weg. Er is niemand die je tegen houdt te gaan. evenmin als iemand je gevraagd heeft hier te komen." „Als U eens wist wat het me gekost heeft, dat te doen..." „Dat weet ik wel, ik ken je zoo'n beetje". „Ik had het evengoed kunnen laten. Ik wist tóch vooruit dat ik van U niets te verwachten had..." „Omdat je kwam, zooals je nu ongeveer een jaar geleden, bent heengegaan." zei de ander bitter. „Omdat er niets, niéts in je veranderd is. Omdat je er alleen maar op speculeerde, dat Ik veranderd was, murw geworden, door die vele maanden van alleen-zijn. Maar het om gekeerde is juist het geval. Als resultaat van veel en diep nadenken sta ik nu nóg feller tegenover het gebeurde dan destijds." En heftig gesticuleerend, ging hij voort: regeering. Terwijl bovendien alle .groote mo gendheden oogluikend het blokkeeren der Spaansche kusten door Franco's schepen en mijnen toezien. En is dit het geval dan treedt het bepaalde omtrent blokkade, convooi, zee roof, zooals in Parijs, Londen en Den Haag (1856, 1909 en 1907) vastgelegd, in volle werking. Alsdan heeft de witte regeering het recht zijn Marine opdracht te geven in zee koop vaarders aan te houden, op contrabande te onderzoeken en op blokkadebreuk te betrap pen en bij geconstateerde breuk of contra- banda tot prijs te verklaren. De zwakke zijde van deze aanhouding is dan ook echter dat sinaasappelen geen contrabande waren en dat de blokkade breuk van binnen uit, c.q. Valen- cia, geschiedde, terwijl deze als regel van buitenaf, dat wil zeggen, vanuit zee, zal ge schieden. Franco publiceerde destijds bij zijn blokkade-verklaring wel degelijk een lijst van contrabande, doch sinaasappelen stonden daar niet op. Heeft een Hollandsch koopvaardijschip nu geen contrabande aan boord en ziet het zich toch aangehouden en doorzocht, dan zal het zich oogenblikkelijk de hulp verschaffen van een van onze daar aanwezige oorlogsschepen. Omgekeerd constateert ons oorlogsschip een aanhouding dan zal het zich zoo spoedig mo gelijk naar het aangehouden Hollandsche koopvaardijschip begeven en het om te begin nen direct onder zijn convooi nemen. Is dat eenmaal geschied, dan heeft de bel- ligrent ingevolge de Londensche zeerechtver klaring van 1909 (art. 61 en 62) geen recht meer den koopvaarder zonder meer te door zoeken, aan te houden of op te brengen. Zoo dra het schip onder Nederlandsch konvooi ge steld is heeft de aanhouder slechts met den Hollandschen commandant te maken. Deze commandant zal dan met beide partyen con fereren en de bezwaren aanhooren. Blijkt nu 'uit onderzoek, hetzy van de scheepspapieren, hetzij van de lading dat er inderdaad con trabande aan boord is, dan moet de Holland sche commandant het schip de bescherming van zyn convooi ontzeggen, waarna het na tuurlijk direct opgebracht zal worden door den beiligrent. Een dergelqk voorval heeft zich ook in den oorlog eens voorgedaan met een Hollandsche koopvaarder welke werd aangehouden door een Duitsche duikboot. Het geschiedde in zicht van een Hollandsch oorlogsschip, edoch, by het in zicht komen van de duikboot was op het Hol landsche vrachtschip een pak overboord ge gooid, hetgeen door den Duitschen duikboot commandant werd opgepikt en waarin zeer be zwarende papieren voor één der passagiers werden gevonden. Alhoewel het Hollandsche oorlogsschip er zich mede bemoeide, moest deszelfs commandant toegeven, dat hier ge reede aanleiding tot aanhouding en opbrenging was, zoodat hij aan het geval niets kon doen en, zq het noode, moest toezien, dat het schip werd opgebracht. Bestaat er verschil van meening omtrent den aard der contrabande, zoo kan de z.g. „se- questratie regel" worden toegepast, d.w.z. de twijfelachtige contrabande -wordt met het schip voorloopig vrijgegeven en blijft onder toezicht van het eigen gouvernement staan, totdat een prijsgerecht beslist heeft of hier sprake was van contrabande. Dezelfde regels gelden wanneer een koop Mussolini en zijn gevolg bij de opening v: „Als er nog maar een reden geweest was om te trouwen, het zou my zeker even onaan genaam, maar in ieder geval begrypelyker voorgekomen zijn. Maar hier was het niet anders dan een te ver doorgevoerde uiting van verzet, verzet waartoe je als kleine jongen alreeds pogingen aanwendde, maar waarby je dan, evenals nu, stuitte -op myn krachtigen wil. Ik was de sterkste, en ik zal dat blgven ook..." Bij deze laatste woorden, was zijn vuist met een harden slag op de tafel neergekomen. Paul liep naar het venster, dat uitzicht gaf op den achtertuin. Zgn blikken dwaalden over de hooge boomen, die als vage silhouetten tegen den lichten avondhemel oprezen. Zijn vaders driftaanval liet hem onbewogen. Het hinderde hem alleen, dat die muur, die altyd tusschen hen beiden gestaan had en die straks even week, nü weer opgetrokken was. Daar stond zyn vader weer voor hem, zoo als hij hem zoo goed kende. Dezelfde afwy- zende houding, waarin hy hem straks ontving, had hy ook nu weer aangenomen. Eén enkel oogenblik had hij zich laten gaan, even had hy echt als een vader met hem ge sproken. Had hij daar nu misschien al weer spyt van? Het kwam Paul voor, alsof met die veranderde houding ook de atmosfeer in de kamer opeens verkilde. Hy hoorde in de stilte, die er nu tusschen hen lag duidelijk het tikken van de kleine Fransche pendule op den schoorsteen en hy verwonderde zich erover, dat dit fijne, teere uurwerkje zoo'n klankvolume kon voortbrengen. Maar het was immers niet het getik van dat klokje wat hij hoorde, het was het sarrende geluid van die ellendige wekker thuis... Hy kreeg ook weer dat draaierige gevoel in zijn hoofd het kwam hem voor, dat hy weer in vaardijschip van den aanvang af een reis onder convooi van een oorlogsschip maakt, met dien verstande, dat de lading dan onder gouverne- mentstoezicht aan boord gebracht is zoodat nog meer zekerheid bestaat, dat geen contra bande aan boord zal zijn. Én zal er vanzelf sprekend ook minder kans bestaan, dat de beiligrent bezwaar maakt. Geschiedt dit wel, dan indien tenminste de instructies van den commandant niet anders luiden kan opnieuw op vermoedens van het belligrente oorlogs schip de lading onderzocht worden, maar door den Hollandschen convooileider en niet door den aanhouder. Blijkt dan dat de vermoe dens op waarheid berusten en dat dus èn be vrachters, èn gezagvoerder èn convooi com mandant misleid zijn. dan moet de convooi- commandant zyn schip losmaken van de con- vooibescherming en zal het dus weer prijsge- maakt worden. Hij wake echter tegen het ver nietigen van zoo een schip, drage in ieder ge val zorg voor de veiligheid van bemanning, passagiers en scheepspapieren. (Art. 50 Lon densche Zeerechtverklaringen). Uit één en ander moge blyken hoeveel tact en beleid er misschien straks van de comman danten van onze beide oorlogsbodems gevraagd kan worden en hoeveel zorg er besteed zal zijn geworden aan de hen verstrekte instructiën. Hr. Ms. „Java" en Hr. Ms. „Hertog Hen drik" zyn thans aangewezen om deze belang- ryke posten te gaan bezetten. Laat ons hopen, dat het nog niet te laat is om het vertrouwen, dat de Nederlandsche koopvaardyvloot in haar oorlogsmarine heeft, te hebben geschokt. Maar laat ons toch vooral beseffen, dat hier veel eerder een schip ter plaatse had moeten zijn. Een schip met meer gevechtswaarde als ons 35-jarig pantserschip en moge dit incident dui delijk naar voren hebben gebracht, dat hier in Nederland spoedig en belangryk ook aan de grootere eenheden verbeterd moet worden. Dat we behalve de schepen, noodig voor onze eigen Nederlandsche defensie, nog schepen noodig hebben om in gevallen als deze direct en krachtdadig te kunnen ingrypen. Deze een heden kunnen dan dienen als oefenschepen voor ons Nederlandsche personeel en de 22- maandsche miliciens terwyl zij tevens een be- langryke aanwinst zullen zijn voor de Indische Marine waar en hoe dan ook geageerd moge worden. BELANGRIJKE AANBESTEDING IN ZICHT. Naar wij vernemen zal op 6 April a.s. te Utrecht door de Nederlandsche Spoorwegen in het openbaar worden aanbesteed volgens bestek no. 1552 HS. het opruimen van de bestaande overbrugging en het maken van den onderbouw voor een nieuwe brug over de Ringvaart bij K.M. 37.120 en het maken van den onderbouw voor een on derdoorgang van den Provincialen weg bij K.M. 37.024 in den spoorweg Den Helder Amsterdam nabij Hcerhugowaard. De kos ten hiervan worden geraamd op f IGO.000.— en zijn voor rekening van de Provincie Noordholland. ,-an den nieuwen strategischen weg in Lybië dezelfde spanning verkeerde als enkele uren geleden. Niet er aan toegeven, dacht hy, zichzelf tot kalmte dwingend, nu het gevoel van onmacht weer zoo sterk in hem werd. Hy moest zich inhouden nu hij tegenover zyn vader stond. Rustig de zaak onder de oogen te zien, kalm realiseeren wat hem te doen stond... Dit laatste had Diny hem rtraks nog voorgehouden. Diny... Hij moest nu naar haar terug, met leege handen... En over haar lip pen zou weer geen klacht, geen woord van verwyt komen. Alleen zouden haar oogen nog wat droeviger gaan staan... En dat alleen tengevolge vai. die ellende, die ze door hem droeg. Maar was het wel door hém? Of was het door zyn vader, dien onbuigzamen despoot, die zich nu, alsof het heele geval hem niet Interesseerde, met kalme waardigheid achter zyn schryftafel zette. Ja. je kon gemakkelijk kalm zyn als je bulkte van het geld en wist, dat een ander daar uiteindelijk voor zwichten moest. Een groote bitterheid welde in hem op. Hy zag hoe zijn vader zich oogenschynlyk in zyn p perassen verdiepte. Daarmee wou hy hem zeker te kennen geven, dat hy het onderhoud als afgeloopen beschouwde. Besluiteloos liep hy de kamer op en neer. Wat moest ny nu doen. weggaan? Hy zag zijn vader op verschillende formulieren, die voor hem lagen, aanteekeningen maken. Hij was dus inderdaad aan het werk gegaan. Paul's drift laaide hoog op, nu hy zyn zending volkomen mislukt zag. Zyn handen, schynbaar onverschillig in de broekzakken gestoken, bal den zich tot vuisten. Toch gelukte het hem zich te beheerschen. Hij voelde hoe zijn vader even vluchtig naar hem opkeek en zijn wrok jegens hem nam nog toe, toen hij hem op koelen en zakelijken toon hoorde zeggen: De agenda in recordtijd afge werkt. Extra hulp aan werk- loozen. De heer Kater over de hulpverleening van de brand spuit bij den brand bij Kistema- ker. Het besloten gedeelte was vermoedelijk belangrijker dan het openbarel Vergadering van den Raad op Woensdag 17 Maart 1937, 's middags om twee uur. Voorzitter de lieer G. G. Loggers, burge meester; tevens secretaris. Afwezig is de heer Kooijrnan. De Voorzitter opent de vergadering; de no tulen worden aangehouden. Ingekomen stukken. Ingekomen is o.a. een beschikking van den Minister van Soc. Zaken, betreffende \errekening werkloosheidslasten. Voorts 'n beschikking van den Minister van Binninl. Zaken, houdende vaststelling van de extra- bijdrage van het werkloosheidssubsidie- fonds 1936, vastgesteld op f 2130.—. Teruggekomen zijn <le verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld, vergezeld van enkele opmerkingen. B. en W. stellen voor aan de opmerkingen te voldoen. Goedgevonden. Het betreft een formeele kwestie. Dan komt ter tafel een schrijven van den minister van Sociale Zaken, betreffende ex tra-hulp aan werkloozen 1937. B. en W. stellen voor de in dat schrijven bedoelde gemeentelijke bijdrage ad f 2 per werklooze voor 1937 beschikbaar te stellen. Allen voor. Wijziging Algemeene Politiever ordening. B. en W. stellen voor de verordening aan te vullen met een bepaling, krachtens welke het verboden is de voor bekalkcn en beklad den benoodigde materialen gedurende den nacht te vervoeren. Aldus besloten. De rondvraag. Is er gereden voor malle Jan? De heer Kater zegt, dat onze brandweer is geweest bij den brand bij Kistemaker. Was zij opgeroepen? De Voorzitter vraagt, wat de heer Kater eigenlijk bedoelt. De heer Kater antwoordt, dat hij het niet goed kan vinden, dat maar voor malle Jan wordt gereden. Hulp bieden, wanneer dat niet noodig is, vindt spr. malligheid. De Voorzitter meent, dat de brandmeester wellicht dacht, dat de brand in de gemeente was en spr. prijst daarom zijn activiteit; achteraf is het maar goed gebleken, dat de brandweer is uitgerust. De heer Kater noemt het afkeurenswaar dig om zoo maar ergens heen te karren. De Voorzitter prijst nogmaals het optreden van den brandmeester en vraagt den heer Kater of hij er nog meer van wil weten. De heer Kater antwoordt ontkennend. Hierna sluiting van het openbare gedeel te; de raad gaat in comité tor bespreking van eenige wcrkverschaffingsplannen en van de vernieuwing van de brug Lecker- weg. LEDENVERGADERING NOORDER KWARTIER De vereeniging tot Ontwikkeling van den LLandbouw in Hollands Noorderkwartier zal Woensdag 14 April haar vergadering van leden in het Gulden Vlies te Alkmaar houden. De vergadering zal zeer belangrijk worden door onder de te behandelen punten de be handeling van het onderwerp: „De door de Regeering te volgen Landbouw crisis politiek ten aanzien van de Veehouderij", ter hand te nemen. Hiervoor zal de heer H. Ruyter, secrtaris van den Aarts Diocesane R.K. Boerenbond te Arnhem zijne beschouwingen geven. Be halve den heer Ruyter zijn ook andere des kundigen uitgenoodigd om over dit onder werp hunne inzichten kenbaar te maken. Ook niet-leden kunnen deze vergadering bijwonen. „Als je verder niets meer te bespreken hebt Ik heb mijn tyd noodig..." Paul's ergernis nam toe. Wat kon hy stellen tegenover dat autoritaire gebaar waarmee zijn vader hem zyn congé gaf? Hy voelde z'n nagels tegen de palm van zijn hand drukken. Hy moest weggaan, nu direct, anders zou hy in staat zyn de heele boel kort en klein te slaan. Dat zijn vader nu maar niet wou begry'pen wat er in hem om moest gaan. Of deed hy dat wel? Zou hij misschien in4werkelykheid zyn, zooals hy hem straks een oogenblik gezien had... Kostte het hem nu wellicht zélf moeite om in die norschheid te volharden? Als hy het nog eens probeerde, op een zachtere manier... Maar juist op het oogenblik dat hy dit voor nemen ten uitvoer wilde brengen, zag hy hoe zijn vader de telefoon opnam en naar het scheen een kennis opbelde, met wien hy een opgewekt gesprek begon. Hoe kon hy zooiets doen? Wélke houding van hem was nu come- die, deze of die van straks? Zyn vader lachte. Het moest een kosteiyk verhaal zyn, waarnaar hy luisterde. Het was niet langer om aan te hooren. Was hij hém en zyn misère dan heelemaal ver geten „Idioot!" schold hy zichzelf. „Voel je dan niet dat je jezelf, door langer te blyven, steeds kleiner en belachelijker maakt?" En terwijl zijn vader om een nieuwe grap lachte, verliet hij. een scherpe opmerking met kracht terughoudend, het vertrek. Byna op hetzelfde oogenblik, dat Paul in een uiterst nerveuse stemming het huls ver liet. brak de oude Eeerens zyn gefingeerd telefoongesprek af. Er was thans geen spoor van opgewektheid m i Wie zich vanaf heden op de abonneert, ontvangt alle in de maand MAART verschijnende nummers WIERINHEN Dinsdagavond j.I. had in de O.L. school te H.hoef een ouderavond plaats, die door een 43-tal personen werd bezocht. Te ruim acht uur spreekt de heer Van 't Hof het openingswoord uit. Het verheugt spr. zoo'n groot aantal aanwezigen te zien. Het programma vermeldt zang van Miek Kort: deze is echter verhinderd aanwezig te zijn. De notulen, die hierna worden voorge lezen. worden onveranderd goedgekeurd. Van de vergadering te Schagen van de vereeniging voor Tandverzorging, brengt de heer Metselaar verslag uit Hiemitbleek dat de vereeniging eoed floreert. Het batig saldo bedroeg f 18. De heer Van 't Hof zegt het wenschelijk te vinden, dat de ouders van de op 1 April op school komende kinderen lid van de vereeniging worden. De bijdrage is slechts 10 ct. per maand per kind. De tandarts komt hier 6 April weer om de tanden der kinderen na te zien. Op de vorige ouderavond werd het school sparen naar voren gebracht: thans sparen een dertigtal kinderen voor 2\'z a 3 gulden per week. Uit het hierna volgende verslag van den Centralen Ouderraad bleek, dat het bestuur hiervan bestaat uit den heer C. Metselaar Pz., voorz., V. Koorn, secr.-penn. en F. Does burg lid. Ook hot ontwcrp-rcglement werd voorge lezen. Den heer L. Noorden vraagt: „Beslist het bestuur toetreding tot deze raad of doen de leden dat?" De hr Metselaar antwoordt: ,,'t bestuur doet dit en ziet hier veel heil in. Gczamelijk toch kan meer bereikt worden als afzon derlijk." In de hierop volgende pauze werd thee en koek rondgediend terwijl tevens de gele genheid bestond het werk der kinderen te zien. Door den heer van het Hof werd hierna voorgelezen een hoofdstuk uit „Jeugdherin neringen" van Jan Ligthart getiteld „De bewaarschool." Dit was een heel aardig en geschikt stuk. De hierop volgende rondvraag leverde niets op. Nadat de heer Metselaar den heer v. 't Hof bedankt had voor het voorgeleze- ne, sloot de voorzitter deze geanimeerde ouderavond, niet echter zonder nog even het busje bij dc deur voor koek en thee aanbevolen te hebben. POLITIE Verloren een bruine want en een bruine glacc dames handschoen. Inlichtingen bij de Gemeentebode. meer op zyn gezicht te bekennen. Zorgelyk en oud waren opeens de trekken om zyn oogen en mond en van de fiere houding, waarin hy zooeven tegenover zyn weerspannigen zoon had gestaan, was maar weinig meer te ont dekken. Doch die inzinking duurde slechts totdat hy' zich haar bewust werd. Onmiddellyk herstelde hij zich. Hy had zich immers voorgenomen niet meer aan dat ellendige gevoel van ver latenheid toe te geven... Dat was hem de laatste maanden maar ai te dikwyis de baas geworden. Hy. die nooit eenige sentimentali teit gekend had, kon zich nu toch niet door dat gevoel laten overheerschen Een derge- lyke zwakheid paste niet by zyn karakter. Het zou zoover niet komen, dat hy zich liet uitlachen door zijn kennissen en vrienden, wiens respect hy ongetwijfeld afgedwongen had door de consequente houding die hij tegen over zyn zoon aangenomen had, toen deze hem voor een fait-accompli stelde. zy zouden het oude hoofd niet zien buigen, al kostte het zyn leven. Zyn leven... Wat was hem dat eigenlyk nog waard, nu hy zyn jon gen kwyt was? Maar het was toch zyn eigen wil? Dat dacht Paul tenminste... Het zou heel anders kunnen, zeker als hy dat gat ma r stopte met geld, dat gat... dat ze geboord hadden in zijn hart. Maar dat laatste vergaten ze, daar stonden ze niet bij stil, hy niet en zij niet... Zij zouden, als hy hun zin deed, z'n goedhar tigheid en vergevingsgezindheid pry'7cn en zyn zoon zou „met een berouwvol hart" en met „kinderiyke liefde tot hem terugkecren..." Bah, hy werd misselijk "an die liefde die alleen maar opgewekt werd als het iemand naar den zin werd gemaakt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 6