1
GRATIS
SCHAGER
COURANT
„Zeeroof'
Raad Barsingerhorn
V 1
■i m
Ouderavond te
Hippolytushoef
„Curaqao", „Zeven Provinciën", en thans
de „Triton", ziedaar 3 namen, welke in be-
trekkelyk korten tijd een blaam op onze Ne
derlandsche vlag hebben geworpen.
„Op 9 Maart 1937" zal het later heeten,
„moest het Nederlandsche gouvernement wer
keloos toezien hoe een Nederlandsch koop-
vaapdijschip in volle zee door een kaper werd
aangehouden, opgebracht en een deel der
lading werd geconfiskeerd".
„Zeeroof" in optima forma. Een daad van
geweld, gepleegd door een gewapend parti
culier vaartuig, in volle zee met het doel zich
van de lading meester te maken.
Zulk een schip staat niet onder bescher
ming van een wettige regeering en wordt
desnoods met het geweld der wapenen voor
den rechter gedaagd.
Ziedaar, nuchter en zakelijk een opsom
ming van het feit, door een trawler van
Franco's maritieme scheepsmacht tegenover
een Nederlandsch koopvaardijschip gepleegd.
Er zijn niet de minste verzachtende om
standigheden.
In het algemeen heeft een oorlogsschip het
recht een koopvaardijschip in volle zee aan
te houden, wanneer dit oorlogsschip den koop
vaarder verdenkt van zeeroof of slavenhan
del. Bovendien heeft in oorlogstijd de oever-
staat het recht om binnen zijn territoriale
grens en Spanje eischt voor zich immer
een zeeterritoir op van 16 mijl, terwijl Straat
Gibraltar slechts 9 mijl breed is de scheeps
papieren der koopvaarders te onderzoeken en
de schepen aan te houden; maar geen dezer
omstandigheden zijn op Franco's particuliere
marine van toepassing.
Ook is er geen sprake van blokkade, ook
al heeft de generaal deze afgekondigd, im
mers:
Franco's regeering is geen erkende regee
ring en mist alzoodanig het recht om een
dergelijke blokkade af te kondigen.
In de tweede plaats bestaat er officieel
geen oorlogstoestand in Spanje. Er vechten
immers geen erkende staten tegen elkaar.
Zoodat van oorlogsblokkade om die reden
alleen ook al niet gesproken kan worden.
En ten derde mist de kleine wit Spaansche
marine alle kracht en middelen om een blok
kade effectief te doen zijn. Eischen, gesteld in
de Parijsche conferentie in 1856 om een blok
kade, die internationaal rechterlijk genoemd
te krijgen.
Nu - helaas wel wat laat twee Neder
landsche oorlogsschepen aangewezen zijn om
onze koopvaardrjbelangen in de Spaansche
wateren te gaan verdedigen vragen wij ons
onwillekeurig af, welke consequentie's deze
daad met zich brengt en welke gedragslijn de
Nederlandsche commandanten zullen hebben
te volgen.
In het algemeen geniet een koopvaardijschip
de bescherming van den oeverstaat, zoodra
het schip binnen de territoriale grens is. Hier
zal dus een vreemd oorlogsschip als regel niet
ingrijpen tenzij deze bescherming onvoldoende
is. En dit kan wel van de erkende Spaansche
regeering gezegd worden dat daar wel iets
aan houdt. Dan is een oorlogsschip zoowel in
de territoriale grens als daarbuiten verplicht
bescherming te verleenen aan de koopvaardij
schepen van dezelfde nationaliteit. In zoo
verre hebben dus de Nederlandsche comman
danten de handen vrij. Een geval van zeeroof
dus en wij hebben in den aanvang betoogd,
dat het geval-„Triton" niets anders was
door een oorlogsschip geconstateerd, moet
met alle hem ten dienste staande middelen
verijdeld en gestraft worden en het is dan
ook te hopen en te verwachten, dat de Ne
derlandsche regeering instructies in dezen zin
aan de betrokken commandanten zal hebben
gestuurd. Meer echter is nog te hopen en
meer nog is te verwachten, dat reeds de aan
wezigheid van onze oorlogsschepen den zee-
roover ervan zullen doen afschrikken een der
gelijke daad te begaan. Tenslotte gaat er van
onze zeemacht nog wel eenige faam en ge
vechtskracht uit.
De praktijk heeft dat ook wel uitgewezen.
Den groote mogendheden werd een dergelijke
beleediging niet aangedaan. Slechts Dene
marken en wij moesten dit slikken. Maar wij
hadden geen en zij wel oorlogsschepen ter
plaatse.
Anders wordt het echter en zeker niet
eenvoudiger als Franco's blokkade be
schouwd wordt als wel internationaal ge
rechtigd.
Tenslotte zyn hiervoor ook gereede termen
aanwezig, die niet geheel over het hoofd mo
gen worden gezien.
Ten eerste erkenden twee groote mogend
heden, Duitschland en Italië, reeds de witte
„Als U haar kende, zou U zich zoo niet over
haar uitlaten. Ze is niet zooals denkt, vader,
gelooft u me. Ze spreekt nooit anders dan met
respect over U en zou niets liever willen dan
dat wij ons met elkaar verzoenden."
„Terwille van het financieele voordeel...
Geen wonder."
„Neen vader, ook zónder dat."
„Beweert ze dat soms?"
„Ja, meerdere malen."
„Dus ze prefereert armoede?" schamperde
hy.
„Wacht maar totdat het eens zoover is!
Zoolang er nog uitzicht is, dat hier of daar
geld vandaan komt, blijft alles goed en
aardig..."
„Zy is van een ander slag."
„Maar dan toch niet van een beter..."
„Schei toch uit, /ader," riep Paul ongeduldig
Uit. „U kunt van mij toch niet verlangen, dat
ik mjjn vrouw maar aanhoudend door U laat
beleedigen."
„Ga dan weg. Er is niemand die je tegen
houdt te gaan. evenmin als iemand je gevraagd
heeft hier te komen."
„Als U eens wist wat het me gekost heeft,
dat te doen..."
„Dat weet ik wel, ik ken je zoo'n beetje".
„Ik had het evengoed kunnen laten. Ik wist
tóch vooruit dat ik van U niets te verwachten
had..."
„Omdat je kwam, zooals je nu ongeveer een
jaar geleden, bent heengegaan." zei de ander
bitter. „Omdat er niets, niéts in je veranderd
is. Omdat je er alleen maar op speculeerde, dat
Ik veranderd was, murw geworden, door die
vele maanden van alleen-zijn. Maar het om
gekeerde is juist het geval. Als resultaat van
veel en diep nadenken sta ik nu nóg feller
tegenover het gebeurde dan destijds."
En heftig gesticuleerend, ging hij voort:
regeering. Terwijl bovendien alle .groote mo
gendheden oogluikend het blokkeeren der
Spaansche kusten door Franco's schepen en
mijnen toezien. En is dit het geval dan treedt
het bepaalde omtrent blokkade, convooi, zee
roof, zooals in Parijs, Londen en Den Haag
(1856, 1909 en 1907) vastgelegd, in volle
werking.
Alsdan heeft de witte regeering het recht
zijn Marine opdracht te geven in zee koop
vaarders aan te houden, op contrabande te
onderzoeken en op blokkadebreuk te betrap
pen en bij geconstateerde breuk of contra-
banda tot prijs te verklaren. De zwakke zijde
van deze aanhouding is dan ook echter dat
sinaasappelen geen contrabande waren en dat
de blokkade breuk van binnen uit, c.q. Valen-
cia, geschiedde, terwijl deze als regel van
buitenaf, dat wil zeggen, vanuit zee, zal ge
schieden. Franco publiceerde destijds bij zijn
blokkade-verklaring wel degelijk een lijst van
contrabande, doch sinaasappelen stonden daar
niet op.
Heeft een Hollandsch koopvaardijschip nu
geen contrabande aan boord en ziet het zich
toch aangehouden en doorzocht, dan zal het
zich oogenblikkelijk de hulp verschaffen van
een van onze daar aanwezige oorlogsschepen.
Omgekeerd constateert ons oorlogsschip een
aanhouding dan zal het zich zoo spoedig mo
gelijk naar het aangehouden Hollandsche
koopvaardijschip begeven en het om te begin
nen direct onder zijn convooi nemen.
Is dat eenmaal geschied, dan heeft de bel-
ligrent ingevolge de Londensche zeerechtver
klaring van 1909 (art. 61 en 62) geen recht
meer den koopvaarder zonder meer te door
zoeken, aan te houden of op te brengen. Zoo
dra het schip onder Nederlandsch konvooi ge
steld is heeft de aanhouder slechts met den
Hollandschen commandant te maken. Deze
commandant zal dan met beide partyen con
fereren en de bezwaren aanhooren. Blijkt nu
'uit onderzoek, hetzy van de scheepspapieren,
hetzij van de lading dat er inderdaad con
trabande aan boord is, dan moet de Holland
sche commandant het schip de bescherming
van zyn convooi ontzeggen, waarna het na
tuurlijk direct opgebracht zal worden door
den beiligrent.
Een dergelqk voorval heeft zich ook in den
oorlog eens voorgedaan met een Hollandsche
koopvaarder welke werd aangehouden door een
Duitsche duikboot. Het geschiedde in zicht van
een Hollandsch oorlogsschip, edoch, by het in
zicht komen van de duikboot was op het Hol
landsche vrachtschip een pak overboord ge
gooid, hetgeen door den Duitschen duikboot
commandant werd opgepikt en waarin zeer be
zwarende papieren voor één der passagiers
werden gevonden. Alhoewel het Hollandsche
oorlogsschip er zich mede bemoeide, moest
deszelfs commandant toegeven, dat hier ge
reede aanleiding tot aanhouding en opbrenging
was, zoodat hij aan het geval niets kon doen
en, zq het noode, moest toezien, dat het schip
werd opgebracht.
Bestaat er verschil van meening omtrent den
aard der contrabande, zoo kan de z.g. „se-
questratie regel" worden toegepast, d.w.z. de
twijfelachtige contrabande -wordt met het
schip voorloopig vrijgegeven en blijft onder
toezicht van het eigen gouvernement staan,
totdat een prijsgerecht beslist heeft of hier
sprake was van contrabande.
Dezelfde regels gelden wanneer een koop
Mussolini en zijn gevolg bij de opening v:
„Als er nog maar een reden geweest was
om te trouwen, het zou my zeker even onaan
genaam, maar in ieder geval begrypelyker
voorgekomen zijn. Maar hier was het niet
anders dan een te ver doorgevoerde uiting van
verzet, verzet waartoe je als kleine jongen
alreeds pogingen aanwendde, maar waarby je
dan, evenals nu, stuitte -op myn krachtigen
wil. Ik was de sterkste, en ik zal dat blgven
ook..."
Bij deze laatste woorden, was zijn vuist met
een harden slag op de tafel neergekomen.
Paul liep naar het venster, dat uitzicht gaf
op den achtertuin. Zgn blikken dwaalden over
de hooge boomen, die als vage silhouetten
tegen den lichten avondhemel oprezen.
Zijn vaders driftaanval liet hem onbewogen.
Het hinderde hem alleen, dat die muur, die
altyd tusschen hen beiden gestaan had en die
straks even week, nü weer opgetrokken was.
Daar stond zyn vader weer voor hem, zoo
als hij hem zoo goed kende. Dezelfde afwy-
zende houding, waarin hy hem straks ontving,
had hy ook nu weer aangenomen.
Eén enkel oogenblik had hij zich laten gaan,
even had hy echt als een vader met hem ge
sproken.
Had hij daar nu misschien al weer spyt van?
Het kwam Paul voor, alsof met die veranderde
houding ook de atmosfeer in de kamer opeens
verkilde. Hy hoorde in de stilte, die er nu
tusschen hen lag duidelijk het tikken van de
kleine Fransche pendule op den schoorsteen
en hy verwonderde zich erover, dat dit
fijne, teere uurwerkje zoo'n klankvolume kon
voortbrengen.
Maar het was immers niet het getik van dat
klokje wat hij hoorde, het was het sarrende
geluid van die ellendige wekker thuis... Hy
kreeg ook weer dat draaierige gevoel in zijn
hoofd het kwam hem voor, dat hy weer in
vaardijschip van den aanvang af een reis onder
convooi van een oorlogsschip maakt, met dien
verstande, dat de lading dan onder gouverne-
mentstoezicht aan boord gebracht is zoodat
nog meer zekerheid bestaat, dat geen contra
bande aan boord zal zijn. Én zal er vanzelf
sprekend ook minder kans bestaan, dat de
beiligrent bezwaar maakt. Geschiedt dit wel,
dan indien tenminste de instructies van den
commandant niet anders luiden kan opnieuw
op vermoedens van het belligrente oorlogs
schip de lading onderzocht worden, maar
door den Hollandschen convooileider en niet
door den aanhouder. Blijkt dan dat de vermoe
dens op waarheid berusten en dat dus èn be
vrachters, èn gezagvoerder èn convooi com
mandant misleid zijn. dan moet de convooi-
commandant zyn schip losmaken van de con-
vooibescherming en zal het dus weer prijsge-
maakt worden. Hij wake echter tegen het ver
nietigen van zoo een schip, drage in ieder ge
val zorg voor de veiligheid van bemanning,
passagiers en scheepspapieren. (Art. 50 Lon
densche Zeerechtverklaringen).
Uit één en ander moge blyken hoeveel tact
en beleid er misschien straks van de comman
danten van onze beide oorlogsbodems gevraagd
kan worden en hoeveel zorg er besteed zal zijn
geworden aan de hen verstrekte instructiën.
Hr. Ms. „Java" en Hr. Ms. „Hertog Hen
drik" zyn thans aangewezen om deze belang-
ryke posten te gaan bezetten. Laat ons hopen,
dat het nog niet te laat is om het vertrouwen,
dat de Nederlandsche koopvaardyvloot in haar
oorlogsmarine heeft, te hebben geschokt. Maar
laat ons toch vooral beseffen, dat hier veel
eerder een schip ter plaatse had moeten zijn.
Een schip met meer gevechtswaarde als ons
35-jarig pantserschip en moge dit incident dui
delijk naar voren hebben gebracht, dat hier in
Nederland spoedig en belangryk ook aan de
grootere eenheden verbeterd moet worden. Dat
we behalve de schepen, noodig voor onze eigen
Nederlandsche defensie, nog schepen noodig
hebben om in gevallen als deze direct en
krachtdadig te kunnen ingrypen. Deze een
heden kunnen dan dienen als oefenschepen
voor ons Nederlandsche personeel en de 22-
maandsche miliciens terwyl zij tevens een be-
langryke aanwinst zullen zijn voor de Indische
Marine waar en hoe dan ook geageerd moge
worden.
BELANGRIJKE AANBESTEDING
IN ZICHT.
Naar wij vernemen zal op 6 April a.s. te
Utrecht door de Nederlandsche Spoorwegen
in het openbaar worden aanbesteed volgens
bestek no. 1552 HS. het opruimen van
de bestaande overbrugging en het maken
van den onderbouw voor een nieuwe brug
over de Ringvaart bij K.M. 37.120 en het
maken van den onderbouw voor een on
derdoorgang van den Provincialen weg bij
K.M. 37.024 in den spoorweg Den Helder
Amsterdam nabij Hcerhugowaard. De kos
ten hiervan worden geraamd op f IGO.000.—
en zijn voor rekening van de Provincie
Noordholland.
,-an den nieuwen strategischen weg in Lybië
dezelfde spanning verkeerde als enkele uren
geleden. Niet er aan toegeven, dacht hy,
zichzelf tot kalmte dwingend, nu het gevoel
van onmacht weer zoo sterk in hem werd. Hy
moest zich inhouden nu hij tegenover zyn
vader stond. Rustig de zaak onder de oogen
te zien, kalm realiseeren wat hem te doen
stond... Dit laatste had Diny hem rtraks nog
voorgehouden. Diny... Hij moest nu naar haar
terug, met leege handen... En over haar lip
pen zou weer geen klacht, geen woord van
verwyt komen. Alleen zouden haar oogen nog
wat droeviger gaan staan... En dat alleen
tengevolge vai. die ellende, die ze door hem
droeg. Maar was het wel door hém? Of was
het door zyn vader, dien onbuigzamen despoot,
die zich nu, alsof het heele geval hem niet
Interesseerde, met kalme waardigheid achter
zyn schryftafel zette.
Ja. je kon gemakkelijk kalm zyn als je
bulkte van het geld en wist, dat een ander
daar uiteindelijk voor zwichten moest. Een
groote bitterheid welde in hem op. Hy zag
hoe zijn vader zich oogenschynlyk in zyn
p perassen verdiepte. Daarmee wou hy hem
zeker te kennen geven, dat hy het onderhoud
als afgeloopen beschouwde.
Besluiteloos liep hy de kamer op en neer.
Wat moest ny nu doen. weggaan? Hy zag zijn
vader op verschillende formulieren, die voor
hem lagen, aanteekeningen maken. Hij was
dus inderdaad aan het werk gegaan.
Paul's drift laaide hoog op, nu hy zyn zending
volkomen mislukt zag. Zyn handen, schynbaar
onverschillig in de broekzakken gestoken, bal
den zich tot vuisten. Toch gelukte het hem
zich te beheerschen.
Hij voelde hoe zijn vader even vluchtig naar
hem opkeek en zijn wrok jegens hem nam nog
toe, toen hij hem op koelen en zakelijken toon
hoorde zeggen:
De agenda in recordtijd afge
werkt. Extra hulp aan werk-
loozen. De heer Kater over de
hulpverleening van de brand
spuit bij den brand bij Kistema-
ker. Het besloten gedeelte was
vermoedelijk belangrijker dan
het openbarel
Vergadering van den Raad op Woensdag
17 Maart 1937, 's middags om twee uur.
Voorzitter de lieer G. G. Loggers, burge
meester; tevens secretaris.
Afwezig is de heer Kooijrnan.
De Voorzitter opent de vergadering; de no
tulen worden aangehouden.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is o.a. een beschikking van
den Minister van Soc. Zaken, betreffende
\errekening werkloosheidslasten. Voorts 'n
beschikking van den Minister van Binninl.
Zaken, houdende vaststelling van de extra-
bijdrage van het werkloosheidssubsidie-
fonds 1936, vastgesteld op f 2130.—.
Teruggekomen zijn <le verordeningen op
de heffing en invordering van schoolgeld,
vergezeld van enkele opmerkingen.
B. en W. stellen voor aan de opmerkingen
te voldoen. Goedgevonden.
Het betreft een formeele kwestie.
Dan komt ter tafel een schrijven van den
minister van Sociale Zaken, betreffende ex
tra-hulp aan werkloozen 1937.
B. en W. stellen voor de in dat schrijven
bedoelde gemeentelijke bijdrage ad f 2 per
werklooze voor 1937 beschikbaar te stellen.
Allen voor.
Wijziging Algemeene Politiever
ordening.
B. en W. stellen voor de verordening aan
te vullen met een bepaling, krachtens welke
het verboden is de voor bekalkcn en beklad
den benoodigde materialen gedurende den
nacht te vervoeren.
Aldus besloten.
De rondvraag. Is er gereden
voor malle Jan?
De heer Kater zegt, dat onze brandweer is
geweest bij den brand bij Kistemaker. Was zij
opgeroepen?
De Voorzitter vraagt, wat de heer Kater
eigenlijk bedoelt.
De heer Kater antwoordt, dat hij het niet
goed kan vinden, dat maar voor malle Jan
wordt gereden. Hulp bieden, wanneer dat
niet noodig is, vindt spr. malligheid.
De Voorzitter meent, dat de brandmeester
wellicht dacht, dat de brand in de gemeente
was en spr. prijst daarom zijn activiteit;
achteraf is het maar goed gebleken, dat de
brandweer is uitgerust.
De heer Kater noemt het afkeurenswaar
dig om zoo maar ergens heen te karren.
De Voorzitter prijst nogmaals het optreden
van den brandmeester en vraagt den heer
Kater of hij er nog meer van wil weten.
De heer Kater antwoordt ontkennend.
Hierna sluiting van het openbare gedeel
te; de raad gaat in comité tor bespreking
van eenige wcrkverschaffingsplannen en
van de vernieuwing van de brug Lecker-
weg.
LEDENVERGADERING NOORDER
KWARTIER
De vereeniging tot Ontwikkeling van den
LLandbouw in Hollands Noorderkwartier
zal Woensdag 14 April haar vergadering
van leden in het Gulden Vlies te Alkmaar
houden.
De vergadering zal zeer belangrijk worden
door onder de te behandelen punten de be
handeling van het onderwerp: „De door de
Regeering te volgen Landbouw crisis politiek
ten aanzien van de Veehouderij", ter hand
te nemen.
Hiervoor zal de heer H. Ruyter, secrtaris
van den Aarts Diocesane R.K. Boerenbond
te Arnhem zijne beschouwingen geven. Be
halve den heer Ruyter zijn ook andere des
kundigen uitgenoodigd om over dit onder
werp hunne inzichten kenbaar te maken.
Ook niet-leden kunnen deze vergadering
bijwonen.
„Als je verder niets meer te bespreken hebt
Ik heb mijn tyd noodig..."
Paul's ergernis nam toe. Wat kon hy stellen
tegenover dat autoritaire gebaar waarmee zijn
vader hem zyn congé gaf? Hy voelde z'n
nagels tegen de palm van zijn hand drukken.
Hy moest weggaan, nu direct, anders zou hy
in staat zyn de heele boel kort en klein te
slaan.
Dat zijn vader nu maar niet wou begry'pen
wat er in hem om moest gaan. Of deed hy dat
wel? Zou hij misschien in4werkelykheid zyn,
zooals hy hem straks een oogenblik gezien
had... Kostte het hem nu wellicht zélf moeite
om in die norschheid te volharden? Als hy
het nog eens probeerde, op een zachtere
manier...
Maar juist op het oogenblik dat hy dit voor
nemen ten uitvoer wilde brengen, zag hy hoe
zijn vader de telefoon opnam en naar het
scheen een kennis opbelde, met wien hy een
opgewekt gesprek begon. Hoe kon hy zooiets
doen? Wélke houding van hem was nu come-
die, deze of die van straks?
Zyn vader lachte. Het moest een kosteiyk
verhaal zyn, waarnaar hy luisterde.
Het was niet langer om aan te hooren. Was
hij hém en zyn misère dan heelemaal ver
geten
„Idioot!" schold hy zichzelf. „Voel je dan
niet dat je jezelf, door langer te blyven, steeds
kleiner en belachelijker maakt?"
En terwijl zijn vader om een nieuwe grap
lachte, verliet hij. een scherpe opmerking met
kracht terughoudend, het vertrek.
Byna op hetzelfde oogenblik, dat Paul in
een uiterst nerveuse stemming het huls ver
liet. brak de oude Eeerens zyn gefingeerd
telefoongesprek af.
Er was thans geen spoor van opgewektheid
m i
Wie zich vanaf heden
op de
abonneert, ontvangt alle
in de maand MAART
verschijnende nummers
WIERINHEN
Dinsdagavond j.I. had in de O.L. school te
H.hoef een ouderavond plaats, die door een
43-tal personen werd bezocht.
Te ruim acht uur spreekt de heer Van
't Hof het openingswoord uit. Het verheugt
spr. zoo'n groot aantal aanwezigen te zien.
Het programma vermeldt zang van Miek
Kort: deze is echter verhinderd aanwezig te
zijn. De notulen, die hierna worden voorge
lezen. worden onveranderd goedgekeurd.
Van de vergadering te Schagen van de
vereeniging voor Tandverzorging, brengt de
heer Metselaar verslag uit Hiemitbleek dat
de vereeniging eoed floreert. Het batig
saldo bedroeg f 18.
De heer Van 't Hof zegt het wenschelijk
te vinden, dat de ouders van de op 1 April
op school komende kinderen lid van de
vereeniging worden. De bijdrage is slechts
10 ct. per maand per kind. De tandarts
komt hier 6 April weer om de tanden der
kinderen na te zien.
Op de vorige ouderavond werd het school
sparen naar voren gebracht: thans sparen
een dertigtal kinderen voor 2\'z a 3 gulden
per week.
Uit het hierna volgende verslag van den
Centralen Ouderraad bleek, dat het bestuur
hiervan bestaat uit den heer C. Metselaar
Pz., voorz., V. Koorn, secr.-penn. en F. Does
burg lid.
Ook hot ontwcrp-rcglement werd voorge
lezen.
Den heer L. Noorden vraagt: „Beslist het
bestuur toetreding tot deze raad of doen
de leden dat?"
De hr Metselaar antwoordt: ,,'t bestuur doet
dit en ziet hier veel heil in. Gczamelijk
toch kan meer bereikt worden als afzon
derlijk."
In de hierop volgende pauze werd thee en
koek rondgediend terwijl tevens de gele
genheid bestond het werk der kinderen te
zien.
Door den heer van het Hof werd hierna
voorgelezen een hoofdstuk uit „Jeugdherin
neringen" van Jan Ligthart getiteld „De
bewaarschool." Dit was een heel aardig en
geschikt stuk. De hierop volgende rondvraag
leverde niets op.
Nadat de heer Metselaar den heer
v. 't Hof bedankt had voor het voorgeleze-
ne, sloot de voorzitter deze geanimeerde
ouderavond, niet echter zonder nog even
het busje bij dc deur voor koek en thee
aanbevolen te hebben.
POLITIE
Verloren een bruine want en een bruine
glacc dames handschoen.
Inlichtingen bij de Gemeentebode.
meer op zyn gezicht te bekennen. Zorgelyk en
oud waren opeens de trekken om zyn oogen
en mond en van de fiere houding, waarin hy
zooeven tegenover zyn weerspannigen zoon
had gestaan, was maar weinig meer te ont
dekken.
Doch die inzinking duurde slechts totdat hy'
zich haar bewust werd. Onmiddellyk herstelde
hij zich. Hy had zich immers voorgenomen
niet meer aan dat ellendige gevoel van ver
latenheid toe te geven... Dat was hem de
laatste maanden maar ai te dikwyis de baas
geworden. Hy. die nooit eenige sentimentali
teit gekend had, kon zich nu toch niet door
dat gevoel laten overheerschen Een derge-
lyke zwakheid paste niet by zyn karakter.
Het zou zoover niet komen, dat hy zich liet
uitlachen door zijn kennissen en vrienden,
wiens respect hy ongetwijfeld afgedwongen
had door de consequente houding die hij tegen
over zyn zoon aangenomen had, toen deze hem
voor een fait-accompli stelde.
zy zouden het oude hoofd niet zien buigen,
al kostte het zyn leven. Zyn leven... Wat was
hem dat eigenlyk nog waard, nu hy zyn jon
gen kwyt was?
Maar het was toch zyn eigen wil? Dat
dacht Paul tenminste... Het zou heel anders
kunnen, zeker als hy dat gat ma r stopte
met geld, dat gat... dat ze geboord hadden in
zijn hart. Maar dat laatste vergaten ze, daar
stonden ze niet bij stil, hy niet en zij niet...
Zij zouden, als hy hun zin deed, z'n goedhar
tigheid en vergevingsgezindheid pry'7cn en zyn
zoon zou „met een berouwvol hart" en met
„kinderiyke liefde tot hem terugkecren..."
Bah, hy werd misselijk "an die liefde die
alleen maar opgewekt werd als het iemand
naar den zin werd gemaakt.
(Wordt vervolgd.)