DE DRIE MUSKETIERS 11 M il 11111111111 li nul 111 li lüinvin in 111 if» Raadsels KAPERS OP DE KUST WiSES, Beste Jongens en Meisjes Zoals het de laatste tijd zo langzamerhand gewoonte is geworden, moet ik dit maal de briefjes weer beantwoorden van twee weken f geleden. Het aantal inzenders van raadsels en brieven neemt nog steeds toe en ik vrees s eerlyk, dat het niet lang meer zal duren, of ik moet ze in 3-en gaan delen. Enfin, wie dan leeft, wie dan zorgt, zoals het spreekwoord zegt. Overigens... hebben jullie gemerkt hoe de Lente onverwachts gekomen is? En dat ondanks het feit, dat de kalender nog niet de 21ste aangewezen heeft. Overal groenen de weiden al weer, overal merkt je het begin van jong leven en nog een paar weken... en we zitten midden in het schoon ste deel van het jaar. Het boek is ditmaal gewonnen door: GRIETJE EN WOLTER KOK, Oudesluis, Spoorbrug G 19, die wij natuurlyk hartelijk feliciteren met hun succes. Arnotid de Ruyter, Kolhorn. Ja, dat boek was een buitenkansje Arnoud. Zo zie je maar, al duurt het soms wat lang, aan de beurt kom je altijd. Joo Schrleken, Stolpervlotbrug. Welkom in de kring Joo, natuurlijk mag je raadsels oplossen en briefjes schrijven, maar... liever niet op een briefkaart. Krijg ik de volgende week een grot^J brief?? Gerie Dekker, Keinsmerbrug. Ja, spelen met een. fornuisje ei^dan allerlei heerlijkheden bakken, dat is het ideaal van een massa jonge meisjes Gerie. En het is een fijn spel om de Zondag door te brengen. Ddééé-g! Dirk van Dyk, Dirk vergeet zijn adres op het briefje te schrijven, zodat ik deze week wel van hem hoor, waar hij precies woont. Dat je kleine broertje hard schreeuwt en je uit de slaap houdt... wel, dat mogen kleine broertjes nu eenmaal doen. Zo was jij óók, Dirk. Gerrie en Janie Broekhuizen, Schagen. Aiiii, dat was een briefje van twee zinnen, en dat is te weinig, jongedame's. Volgende week een brief van 2 zijdje's en een groter ant woord van den Kindervriend. Nellie en Kees Evert, Keinsmerbrug. De Ruigeweg ken ik heel goed. Daar heb ik al heel wat voetstapjes liggen, Nellie en Kees. Is de familie uit Heiloo al weer weg? Was het gezellig?? Dirk Speets, Andyk.In April al verhoging en wat. denk je...?? Over of niet over? Nog even hard aanpakken en dan komt het best voor elkaar, clenk ,-k. Gretha Spit, Wieringerwerf. Hartelijk welkom Gretha en bedankt voor je mooie lange brief. Dat heb je zeker van Theo Fer- werda géhoord, dat ik altijd blij ben met lange brieven? Vond je de raadsels niet moei lijk? Mynie en Gerie de Jongh, Kolhorn. Dall Is een aardige meester, die zich door zijn meisjes laat inwrijven, Mijnie en Gerie. Vast en zeker nog een jonge man. Hoe heet hij Robbie Keyzer, Kreil. Ja, het is koud ge weest, maar dat moet je voor de sneeuw over hebben, Robbie. We worden toch al niet ver wend. Uit het leven van Dik Trom ken ik. Ik vond het altijd prachtig. Jy zeker ook? Gré Kuiper, Zuid Schanvoude. Ja, sneeuw is heel mooi, Gré. Dan is het net of de hele wereld een sprookje is, vind je niet? Wat een heerlijke dag heb jy met je vriendin gehad, een hele dag buiten. Ik word jaloers op je. Gerrit Mooy, IJmuiden O. Zo, daar hebben we een oude Barsingerhorner, die nu in IJmui den woont, maar die nog een boel vrienden in de polder heeft. Maar je wordt opgenomen in de kring hoor! Dan blijft er contact, wat jij! Jan Brommer, Barsingerhom. Ik geloof, dat jü veel van aardrijkskunde houdt, Jan. Nu, ik hield er vroeger ook van hoor. Je bezoekt door de landkaart %llc landen ter wereld en daar kun je in je hart zo fijn bij fantaseren, In een wip zit je van Groenland in Patagonië. Weet je waar Patagonië ligt...? Dirk Broers, Breezand. Nee, je briefje was om de drommel niet weggeraakt, "Dirk. Stel je voor. Er is wel eens een meisje ge weest, die me beschuldigde, dat ik haar briefje tweemaal niet beantwoord had, maar ik heb er altijd zo'n vermoeden van gehad, dat ze vergeten heeft ze te posten. Die teddybeer van jullie zou ik wel eens willen zien. Kees Stoepker, Texel. Jij bent een echte boekenliefhebber, Kees en je hebt gelijk hoor. 't Is erg leerzaam veel te lezen, tenminste als je de goede boeken weet te krijgen. Van dat briefje dat te laat was... ja dat vind ik voor jou ook jammer, Kees. All Ootjers, Oudkarspel. Heet jij Geno- veva in de operette? Dat vind ik een pracht- naam. Ik heb eens een boek gelezen over Geno- veva van Brabant, dat was een sprookje. Wel bedankt voor je mededeling over bedelstuk- jes. Ik wist werkelijk niet dat het zo in elkaar Gré Molenaar, Zuid Scharwoude. Jaap Snoek van Volendam heb ik eens door mijn meester op school horen voorlezen, maar dat is nü al 16 jaar geleden. Ik vind het heel mooi en weet nog dat er van die grappige zwarte prentjes instonden. Nu ook nog? Gretha Klare, Kolhorn. Ik heb direct m'n zakspiegeltje er bij gehaald en daar las ik het spiegelschrift: er stond „Kindervriend". Dat vriendinnetje, dat de krant met haar Opa leest, mag raadsels insturen en briefjes. Dat blyft in de familie. D&&6Agl Marietje Butsen, Zuid Schanvoude. Wat zou ik graag al die uitvoeringen van m'n jonge vriendinnen meemaken, Marietje, Maar helaas... ik heb niet altijd even veel tijd, zodat er heel wat m'n neus voorbij gaan. Veel ple zier hoor! Wim en Gert Blaauboer, Slikkerdtyk. Ja, dat heb ik gezien, Wim en Gert, dat jullie boerderij verbrand was. Op een Zaterdag reed ik er langs en toen zag ik de resten. Wat jammer, dat alles zo in de vlammen is opge gaan, ik heb jullie boekenschat toen nog ge zien. Ik hoop dat jullie maar weer spoedig een boek winnen en dat je vader in Schagen spoe dig werk vindt, zodat jullie speelgoedvoorraad weer aangevuld kan worden. Hendricus Peetoom, Keinsmerbrug. Die lammetjes zijn lieve beesten. Je kunt er uren naar staan kijken en steeds weer schiet je in de lach om die malle bokkesprongen, die die lammeren maken. Hoe vind je dat nu; lamme ren, die bokkesprongen maken... Arie en Elmert Marees, Nesdyk. Ja, die kale knikker van jullie heb ik gezien. Kolos saal, wat glom die. Het leek wel o- er boter op gesmeerd was. Groeit het haar alweer Jacoba Moerland, Oudesluis. Dat melken ga ik van de zomer proberen en als het goed gaat, zal ik het je direct schrijven. Dan heb je me dat geleerd. Ik zal zien dat er ruimte over blijft voor het versje. Ik vond het erg aardig. Marietje en Wimpie Boontjes, Stolpen. Ja, die lange wandeling iedere dag naar school valt niet mee, Marietje en Wimpie, maar denk maar zo; het wordt weer lente. En dan is het heerlijk langs de weg. Wat jullie! Jaap Smit, Dirkshorn. Van de sneeuw is weinig meer te bespeuren op het ogenblik Jaap en... ik ben blij toe. Het moet nu maar gauw warm worden, zodat je weer kunt zwemmen en aan het strand in Petten en Callantsoog kunt liggen. Dé&é&g! Zo, dat was 't laatste briefje van de stapel. Geweldig, wat een massa was dat. En hij groeit nog maar stedes aan. Deze week dus weer allemaal een briefje. Tot de volgende week, Kindervriend Oplossingen raadsels vorige week: 1. Ede. 2. Ierseke. 3. Nykerk. 4. Drachten. 5. Haarlem 6. Oldenzaal. 7. Vreeswyk. 8. Enkhuizen. 9. Noorwegen. n. Vliegenier. Goede oplossingen ontvangen van: Henk v. d. S., Schagerbrug; Annie K., Nd.- Beemster; G. ^S., Burgerbrug; C. S. v. d. H„ Petten; Jan S., Winkel; Corrie K. en Henk K.; Alkmaar; Aagje J., Petten; Mientje v. E., Trijnie T., Broek op Langendyk; Nellie en Kees E., Keinsmerbrug; C. B., Hoogwoud; Gerrie D., Keinsmerbrug; Kees S., Texel; Ab. B., Stompetoren; D. B., Schagen; Petronella S., Schagen; Theunis S., Schagen; Martha K-, Schagen; Annie B., Schagen; Grethe K.t Kol horn; Marie B., Sint Maarten; Rie van R., Schagen; Hendricus P. .Keinsmerbrug; N. de G., Lutjewinkel; Jan K. .Lutjewinkel; Aagje M., Sint Maarten; P. B., Schagen; Maap S., Langereis; Hendrina Grietje S., Moerbeek; Cor W., Lutjewinkel; Trijnje B., N. Niedorp; Annie W., Lutjewinkel; Jan B., N. Niedorp; Annie B., Schagerbrug; Truus B., Harenkar spel; Betsie de Goede; Marie S., Dirkshorn; Leendert V., Dirkshorn; Adri van Z., Winkel; Theo F., Kolhorn; Arnoud de R., Kolhorn; Gerrit V., N. Niedorp; Jn. van Sch., Groote Keeten; Jannie B., Burgerbr,ug; Mary Janna B., Burgerbrug; Gerrit D., Medemblik; Jacoba G., Oudesluis; Nellie K., Sint Maartensbrug; Gré K., Zuid-Scharwoude; Wennie N., Lutje winkel; Dineke L., Aardswoud; Trien F., Lutjewinkel; Ali K., Winkel; Grethe S., Wie ringerwerf; Siem van H., Schagen; Gretha Z., Tolke; Ivo Sch., Stolpenvlotbrug; Rien Sch., StolpenvlotbrugTjeerd v. d. B., Kolhorn; Bobbie K., Kreil; R. B., Stolpenvlotbrug; Jellie, Jacob, Paula en Puckie v. L,. W.-Moer- beek; D. W. V., Nes; Jan B., Barsingerhom; Harm W., Schagen; Mijnie en Geertje de J., Kolhorn; Dirk S., Andyk-W.; Ali O., Oudkar spel, Piet G., Noord-Scharwoude; Nelie S., Wieringen; Hillechien K., Wieringen; Arie en Elmert M.. Nesdyk; Martha L., Wieringer- meer; Grietje en Wolter K., Oudesluis; Jan J., Enigenburg. Nieuwe Kaadsels Met B ben »k een vis. Met L wordt ik aan de voet gedragen. Met K ben ik een verlichtingsvoorwerp. rr. Welk beroep heeft deze man: SAM KERENTRAT. Hoe kan men 66893 het getal 62 maken 7 De Spanjaarden waren den groten keurvorst twee millioen taler schuldig, maar zij dach ten er niet aan, deze te beta len. Alle pogingen en voorstel len liepen op niets uit. Daarom besloot de keurvorst zelf de zaak ter hand te nemen. Hij stuurde zes fregatten, met twee en twintig kanonnen er op naar de Noordzee als kaperschepen. Toen de vloot in de Noordzee aankwam, was er echter geen enkel Spaans 3chip te zien, zouden de Span jaarden -*it geroken hebben? De commandant van de kleine vloot stond op de com mandobrug en liet zijn blik over de uitgestrekte water vlakte glijden. Van het tussendeg drong het gezang der matrozen tot hem door. „Hoe," dacht hij bij zichzelven „moest hy den keurvorst het hem toekomende brengen, als de Spaanse schepen onzichtbaar bleven? Het bevel, dat hij had gekregen, luidde: „alle Spaanse schepen aanhouden, hun ladingen in de haven verkopen en het schepen mee naar het vaderland voeren." Er was nog slechts één mogelijkheid en die bestond daarin, de Noordzee te verlaten en koers te zetten naar het Zuiden om de tegen stander in zijn eigen wateren te overvallen. Een groot waagstuk maar er was immers geen andere uitweg? De vloot zeilde naar het Zuiden. Hoe ver der hy zich van het vaderland verwyderde des te groter werden de gevaren, die hy liep. Vooral de Hollandse schepen zouden hem moeiiykheden in de weg leggen, want die had den kort te voren nog twee Brandenburgse schepen aangehouden... schepen die de keur vorst naar de Goudkust van Nieuw Guinea had gezonden met de opdracht handelsbetrek kingen met de daar wonende negerstammen aan te knopen. Het was echter een doorn in het oog van de Hollanders, dat de keurvorst trachtte op Guinea koloniën te bemachtigen. Men moest er dus wel rekening mee houden, dat zy mis schien de Spanjaarden te hulp zouden komen. Maar dat was nog geen reden om terug te keren. Neen, de keurvorst had de kaperoorlog bevolen en het bevel moest worden opge volgd. Als de Bran<ffenburgse vloot terug keerde, zou zij zegevierend terugkeren of hele maal niet meer. Liever roemvol ten onder gaan... dan de bespotting van de hele wereld te moeten verdragen. Neen, verder naar het Zuiden... steeds verder. Na twee dagen bleek, dat dit inzicht wel het juiste was geweest, want op de hoogte van Ostende liep het eerste Spaanse schip hem „in de armen". Het was de „Carolus II", een fonkelnieuw schip. Eerst probeerden de Spanjaarden te vluchten, maar toen ze zagen, dat dit niet lukte, openden zij het kanonvuur. De fregatten van den keurvorst bleven na tuurlijk het antwoord niet schuldig. Tenslotte werd het schip geënterd. De vreugde van de Tekenprentje t Buurjongen Onze buurjongen, Piet, is een echt eigenwys ventjé, dat zie je trouwens wel aan zijn portret. De oedoeling is, jullie hem natekenen; :1e manier waarop dat moet ge- oeuren is duidelijk aangegeven. Is le tekening klaar, kleur hem dan; soveel te aardiger wordt het prentje. bemanning der vloot was groot, toen zy za gen, dat de lading van de „Carolus II" zeer kostbaar was en uit kant en linnen bestond, hetwelk zy gemakkelyk tegen hoge prys zou den kunnen verkopen. Het schip zelf werd by de Brandenburgcshe vloot ingelijfd en kreeg de naam „Markgraaf van Brandenburg". De vloot zeilde verder naar het Zuiden en het was, alsof na de eerste vuurdoop de ge lukster voor hen was opgegaan Schip na schip viel haar in handen en de bult werd steeds groter. En al bracht deze kaperoorlog niet de volle twee millioen taler voor den keurvorst'op, die de Spanjaarden schuldig waren, de keurvorst was over het ge- presteerde toch zeer tevreden. DE STRIJD TEGEN DE TREIN. In de Europese landen heeft de stoom wagen, zoals men vroeger de trein noemde, een moeilyke strijd moeten voeren tegen het ongeloof der mensen. Nog erger zyn de avonturen, die de locomotief in de onbeschaafde landen te verduren heeft gehad. De ingenieurs hadden met grote moeiiyk heden te kampen by het aanleggen van de spoorbaan door de Argentijnse Pampas. De halfwilde Gauchos lieten geen gelegen heid ongebruikt om schade aan te richten. Toen de proefvaart ondernomen zou worden, besloten zij het hatelijke onding op hun be proefde manier ten val te brengen. Twee der dapperste en handigste Gaucho's reden in wilde galop de trein tegemoet. Twintig meter van de locomotief verwijderd, slingerde één van hen zyn lasso om de pyp, liet zijn paard keren en dacht op deze manier de locomotief tot staan te brengen, zoals de Gaucho's dit gewend zyn by de stieren te doen. Intussen bleek dat de locomotief heel anders deed dan de stieren. Eer iemand het kon verhinderen, waren ruiter en paard tegen de grond geworpen, zy werden een stuk voortgesleept en onder de wielen verpletterd. De vrienden van den ongelukkige sloegen na dit ongeluk op de vlucht en lieten voortaan de trein en de rails met rust. ^jUSSy, 65. DE NACHTELIJKE AANKOMST IN AMIENS. De herbergier zag er uit als de braafste man ter wereld. Hij ontving de gasten met de blaker in de eene en zyn slaapmuts in de andere hand. Hy verklaarde, dat hy helaas geen kamers meer voor de heeren had, doch hy was bereid een leger te spreiden in de ge lagkamer. De beide bedienden moesten zich dan maar zien te redden in den paardenstal. Niettegenstaande dat sliepen allen spoedig in. Gesterkt door den slaap stonden Athos en d'Artagnan den volgenden morgen reeds by- tyds op. Van vertrekken kon echter niet veel komen, want het bleek, dat de paarden den langen rit van den vorigen dag nog niet te boven waren. „We zullen ons versche paarden moeten verschaffen", meende d'Artagnan. 66. VLUCHT D'ARTAGNAN. Voor den stal stonden twee versche paar den, die bUjkbaar het eigendom waren van twee gasten, die juist gearriveerd waren. „Misschien kunnen we die koopen", stelde Athos voor en ging de herberg binnen om met den waard af te rekenen. Hij stelde den her bergier twee gouden munten ter hand, die het geld omkeerde en plotseling uitriep dat het valsch was. „Snaak," riep Athos, op hem toetredend, „ik zal jou de ooren afsnyden". Op het zelfde oogenblik traden vier tot de tanden gewapen de kerels door een zijdeur de gelagkamer bin nen en wierpen zich op Athos. Deze vuurde zyn belde pistolèn af en schreeuwde zoo hard hy kon: „Ik ben overweldigd! Vlucht d'Artag nan, vlucht!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 15