TRIUMPH
firma Kerm. de Raat
Economische Kroniek
'n Triomf van Smaak!
HUIDUITSLAG met
jeuk die dol maakt
veroorzaakt vurige wond
KLOOSTERBALSEM
Uitbreiding margarine- en
vetdistributie
Die GRIEP-aanval
wordt gestuit!
akker's Abdijsiroop
Zaterdag 20 Maart 1937
Tweede blad
|0^ VIRGINIA CIGARETTES
DE MOEILIJKHEDEN BIJ BEWA
PENING IN HET GROOT EN DE
WIJZE WAAROP DE WEDLOOP
TENSLOTTE SCHIJNT TE ZUL
LEN DOODLOOPEN.
We hebben er al wel eens eerder op ge
wezen, dat het verkeerd zou zijn te zeggen,
dat de mensch gedurende de laatste jaren
niet een zeer uitgebreide kennis omtrent eco
nomische vraagstukken heeft verzameld. Dit
kan echter niets veranderen aan het feit,
dat hij onherroepelijk gebonden blijft aan
zekere grenzen. Grenzen, waaraan hij zich
wel zou willen ontworstelen, die hij echter
slechts vermag te verleggen, omdat oneindig
heid een begrip is, dat in deze wereld niet
bestaat. Het gaat er mee als met een elastie
ken band. Men kan die steeds verder uitrek
ken, op een gegeven oogenblik evenwel is
het eind bereikt. Misschien zijn er middelen
om het rekvermogen toch nog weer verder
op te voeren, de alleruiterste grens echter
moet eenmaal komen. Tracht men dan nog
verder te gaan, dan is slechts één resultaat
Idenkbaar: de band breekt.
De elastieken band, die in onze samenle
ving steeds verder wordt uitgerekt, is die van
de oorlogsproductie. Nu kan worden erkend,
dat het menschelijk brein haast onuitput
telijk is geweest in het vinden van middelen'
om de elasticiteit op te voeren tot een hoog
te, die bijna fabelachtig mag worden ge
noemd. Hetgeen echter niet kan verhinderen
dat ook hier eens de uiterste grens zal zijn
bereikt. Dan toch nog verder willen gaan,
beteekent: breken. Breken, dat zou ncerko-
komen op een crisis, welke in haar uitwer
kingen die van de achter ons liggende ver
moedelijk verre zou overtreffen, omdat de
volkeren zich tot het uiterste hebben uitge
put en omdat er dus minder reserves zou
den zijn dan voorheen, die de gevolgen kon
den verlichten.
Dat het verder opvoeren van de oorlogspro
ductie steeds moeilijker wordt, is ten duide
lijkste gebleken door de overwegingen, welke
zijn gerezen als gevolg van het nieuwe En-
gelsche bcwapeningsplan. Over het algemeen
hebben de meeste menschen niet zoo heel
lang stil gestaan bij de consequenties, waar
toe zulke plannen moeten voeren. Men aan
vaardt ze met wellicht gemengde gevoelens,
velen zullen het zonde en schande hebben ge
vonden, dat iets dergelijks in onze samenle
ving noodzakelijk is, overigens echter legt
men ze naast zich neer. Men heeft er toe
besloten en daarmee basta, de uitvoering
volgt vanzelfsprekend.
Inderdaad, die zal ook hier wel volgen.
Maar toch, zoo heel gemakkelijk, zoo volko
men zonder meer, gaat het daarbij niet. Het
eind van de elasticiteit is niet ver meer.
Wanneer het bij een en ander alleen om het
geld ging, dan zou alles veel en veel een
voudiger zijn. Aan het geld is wel te komen.
Het zal de Engelschen weliswaar een stukje
welstand kosten, maar dat kan er nog wel
af. Ook wanneer het volk deze veer zal heb
ben gelaten, zal er genoeg zijn overgebleven
om zich de boter niet te behoeven te ontzeg
gen.
Er zijn echter andere dingen.
De nieuwe bewapeningen op zichzelf be
staan niet uit geld, doch uit datgene, wat
voor dat geld kan worden verkregen. Of,
met andere woorden uit grondstoffen, die
dienen te worden verwerkt tot schepen,
tanks, forten, kanonnen en wat dies meer
zij.
Noodig is dus, dat voor dat geld kunnen
worden gekocht grondstoffen en arbeids
krachten. Met de grondstoffen beginnen
reeds de moeilijkheden. We weten dat reeds
door hetgeen we hebben meegemaakt in
Duitschland. Alles draait er om de import
van grondstoffen, voor de grondstoffeninvoer
moet al het andere, groente, zuivelproducten,
vleesch en zooveel artikelen, welke men toch
eigenlijk zoo bitter noodig heeft, wijken. En,
nadat men van al dat vele heeft afgezien,
gaat het nog niet.
Naast Duitschland zal nu in het vervolg
Engeland optreden als geïnteresseerde voor
grondstoffen. Engeland en natuurlijk ook
Italië, Frankrijk, Japan, de Vcreenigde Sta
ten. De hausse in de grondstoffen voor de
oorlogsindustrie is eerst goed en wel begon
nen.
Hoe echter moet men er aan komen?
In het internationaal handelsverkeer wor
den goederen geruild tegen goederen Slechts
voor goederen kan men de zoozeer gewensch-
te grondstoffen verkrijgen.
Zoo is het dus geen wonder, dat thans in
Engeland als eenige mogelijkheid om er de
beschikking over te krijgen, wordt gelan
ceerd de wcnscbelijkheid om de uitvoer te
vergrooten, om nieuwe afzetgebieden te ver
overen dus. Een opgave, waarvan terecht
mag gelden, dat ze gemakkelijker is gezegd
dan gedaan.
Slaagt men daarin in Engeland echter niet,
dan vloeit er onmiddellijk uit voort, dat ook
daar de invoer van andere artikelen moet
worden beperkt, een consequentie, welke
voorloopig de meest waarschijnlijke lijkt en
die maakt, dat zich voor ons, exporteurs van
levensmiddelen als we zijn, enkele wolkjes
aan den economischen hemel beginnen te
vertoonen. al beteekent dit natuurlijk niet,
dat er daarom onherroepelijk een onweersbui
uit moet voortkomen.
Hoe meer intusschcn alle groote mogend
heden meer waarde gaan hechten aan grond
stoffen voor de bewapeningsindustrie, hoe
meer het internationaal handelsverkeer uit
groeit tot een ruilen van zulke grondstoffen
onder uitschakeling van al het andere.
Hoe meer dus het welstandspcil zal dalen.
Daarnaast baart het verkrijgen van de noo-
dige deskundige arbeidskrachten zekere zor
gen. Hierbij moet men overwegen, dat met
het toenemen van de bedrijvigheid in de be-
wapeningsin'dustriecn de werkloosheid al
daar reeds nu tot een afmeting is terugge
bracht, die stellig niet meer als zeer abnor
maal kan worden gequalificcerd. De ijzer- en
staalfabrieken over de heele wereld zitten
zoodanig vol met werk, dat het bovendien
zeer de vraag is of de capaciteit er van vol
doende is om aan de te verwachten extra
vraag te zullen kunnen voldoen. Wat zou
voeren tot de consequentie, dat hun aantal
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
verdwijnt wond en huiduitslag
mGe moet er niet aan krabben, zeide
men mij, als Ik klaagde dat de uitslag,
die ik op een kwaden morgen op mijn
hand ontdekte, zoo verschrikkelijk
jeukte. Maar door 't krabben ontstond
een wond op mijn hand zoo groot als
een kwartje, welke wond m(j hevige
pijn bezorgdeToen niets hielp, nam
ik Kloosterbalsem. Dadelijk vermin
derde het jeukerige gevoel, de wond
werd mooi zuiver, de uitslag vermin
derde en verdween en ook de wond
genas geheet," gL te g
AKKERS omotNBik fan tNZAoa
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen Mj brand- en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
-jchroefdoos 85 ct Potten: 62H et en f 1.04
moet worden uitgebreid, waarbij met zeker
heid is te verwachten, dat ze, zoodra de be
wapeningsmanie begint te wijken, overtollig
zullen blijken. Het oprichten van die nieu
we fabrieken zelf echter, schijnt niet het
hoofdbezwaar te zijn, wel echter de vraag,
waar het vakkundig personeel vandaan zal
moeten worden gehaald.
Men behoeft er niet aan te twijfelen of de
Engelsche bewindslieden zullen er nog wel
in slagen deze moeilijkheden redelijk goed
op te lossen. Maar toch begint het meer en
meer duidelijk te worden, dat het eind der
mogelijkheden in de bewapeningsindustrie
niet ver meer is.
De hausse in de grondstoffenprijzen heeft
overigens tot gevolg, dat een land, dat er
prijs op stelt deze te blijven betrekken, daar
meer exportgoederen tegenover moet stel
len of zich nog meer dan tot dusverre het
geval was, moet beperken bij den invoer van
andere goederen, die noodig zijn voor de voe
ding van het betreffende volk. Het ligt al
weer voor de hand, dat dit minder uitvoer
baar wordt, naarmate liet welstandspeil er
meer is gedaald, waarbij bet eigenaardige
verschijnsel vermelding verdient, dat de loo-
nen er dikwijls wel zijn gestegen, voor zoo
ver ze worden uitgedrukt in geldeenheden,
dat voor dat hoogere loon evenwel minder
goederen kunnen worden gekocht dan voor
heen het geval was.
En zoo komen we dus voor het feit te
staan, dat het oogenblik schijnt te naderen,
waarop sommige staten den bewapenings
wedloop zullen moeten staken door gebrek
aan adem, doordat ze zijn gekomen aan het
eind van hun uithoudingsvermogen.
Nog is het niet zoover, doch, zooals reeds
gezegd, het oogenblik schijnt nabij.
Niets in deze wereld is onbeperkt. De
dwaasheid van deze eeuw schijnt haar eigen
graf te graven.
Tot op zekere hoogte ligt in deze gedach
te een zekere mate van troost. Irftmers, het
komt er op neer, dat de ijzeren noodzaak den
mensch zou terugdwingen binnen zekere per
ken van redelijkheid.
Men denke echter niet, dat een derge
lijk aan banden leggen zal kunnen plaats
hebben, zonder dat het menschdom daar
van de noodlottige gevolgen zal ondervin
den! Het zal beteekenen, dat opnieuw de be
drijvigheid afneemt. Wederom zal werkloos
heid ontstaan in de groote industriecentra.
Naar te verwachten is echter, zullen de
landskassen dan ledig zijn, zonder dat de
uitgemergelde volkeren ze weer zullen kun
nen vullen. Voorheen waren de regeeringen
in staat hun werkloozen geregeld steun uit
te keeren, of dat ook dan nog mogelijk zal
zijn, valt te betwijfelen.
De crisis zou wel eens heel wat heviger
kunnen zijn dan de vorige. Feitelijk moet
ze dat zijn na het wanbeheer, dat thans op
zooveel plaatsen wordt gevoerd.
En bevreemdend is het niet, dat, volgens
de berichten uit Duitschland, men de ont
wikkeling van den toestand daar met een
buitengewoon groot onbehagen volgt. Want,
zoo Duitschland economisch dan misschien
ook niet de zwakste onder de Europeesche
broederen is, een der zwaksten is het stellig.
Wat den mensch te wachten staat, wie zal
het zeggen?
Veel goeds schijnt het niet te zijn!
DEN HELDER
De requesten verhoord Ook
de Zuiderzee steuntrekkers zul
len voor de distributie in aan
merking komen.
Met betrekking tot de distributie van
onvermengde margarine en bak- en braad
vet aan werkloozen en armlastigen, heeft
de minister van Sociale Zaken aan de
gemeentebesturen bericht, dat hij in over
leg met zijn ambtgenoot van Landbouw
en Visscherij in de schaal voor de verstrek
king dezer producten eenige wijzigingen
heeft aangebracht, welke per 28 Maart a.s.
van kracht zijn,
Dientengevolge zal aan de gezin
nen met zes of meer gezinsleden
in totaal een gelijk kwantum on
vermengde margarine en bak- en
braadvet kunnen worden verstrekt,
als zij voorheen, te weten voor 14
Maart j.1., uitsluitend aan onver
mengde margarine konden bekomen.
Daarnaast zijn de totaal-kwantums voor
de gezinnen met 25 gezinsleden gehand
haafd, voor wat betreft de gezinnen met
vijf gezinsleden met verhooging van het
kwantum onvermengde margarine en ver
laging van het kwantum bak- en braadvet
Voorts heeft de minister, goed-
gekeurd dat met ingang van 11
April a.s. zij, die een ondersteuning
ontvangen krachtens de Zuiderzee-
steunwet., ongeacht of aan deze per
sonen daarnaast al dan niet nog
steun wordt toegekend krachtens
de steunregeling, vervat in het mi
nisterieel besluit van 15 Januari
1932, voor de verstrekking van on
vermengde margarine en gehakt
in blik in aanmerking worden ge
bracht en wel op denzelfden voet
en onder dezelfde voorwaarden als
het geval is ten aanzien van onder
steunde of tewerkgestelde werkloo
zen en armlastigen.
Derhalve geldt ook met name voor deze
categorie van personen de voorwaarde, dat
zij een gezin hebben en drie maanden of
langer steun moeten hebben genoten krach
tens de Zuiderzeesteunwet, alvorens voor de
distributie van onvermengde margarine in
aanmerking te kunnen worden gebracht.
Duizenden hebben reeds vroeger de ver
rassende werking van Akker's Abdijsiroop
bij griep-aanvallen ondervonden. Door haar
hoest-stillende werking, haar ziekiekiem-
doodende eigenschappen, haar gunstigen
invloed op de borst, keel en ademhalings
organen is de bekende, vanouds geprezen
het beproefde hoest-geneesmiddel I
Verhóógde werking, door eenige nieuwe toevoegingen.
Verlaagde pri|zenf 0.75, f 1.25, f 2.. per flacon.
De Swiff-voorjaarscollectle biedt een on
gekende keuze van de meest flatteuze,
nieuwe modellen. Nieuwe vondsten.
Nieuwe materialen. Nieuwe kleuren. Alles
met feilloozen smaak samengesteld.
Onze etalage zal U er reeds een beeld
van geven, wat de nieuwe Swift-mode dit
voorjaar weer brengt.
Voor ALKMAAR en Omstreken
Langestr. 80, Tel. 3383, Alkmaar
F euille ton
Annie dc Hoog—Nooy
5):
„Ook d&t nog!" riep Paul van den divan
opspringend uit, en zijn hoed grijpend, die hij
hg zijn binnenkomen op een stoel neergewor
pen had, snelde hij naar de deur.
„Als je uitgehuild bent, kom ik wel terug."
Beneden werd de straatdeur met een for-
echen ruk dichtgetrokken. Het gaf Diny een
schok, maar het kalmeerde haar tevens. Het
scheen of er plotseling iets uit haar leven
weggeslagen was, iets dat ze met alle kracht
had trachten vast te houden, maar dat nu
toch aan haar handen ontglipt was. Het
kwam haar voor dat een onzichtbare macht
Paul gedreven had om zoo te handelen, alleen
om haar gelegenheid te geven, haar, nu onom-
stootelgk vaststaand plan ten uitvoer te
brengen.
Ze wist nu dat zij zichzelf maar wat wijs
gemaakt had, daf.rstraks, toen ze meende,
dat alles veel beter zou afloopen dan ze ver
wachtte. Diep in haar hart was ze er immers
van overtuigd geweest, dat het gevreesde
oogenblik komen zou... Maar dat ze zóó van
hem weg zou gaan, in boosheid, dat had zij
zich geen oogenblik kunnen voorstellen. En
toch maakte dat het afscheid misschien min
der zwaar...
Zij staarde met groote oogen recht voor
zich uit. Ze bepeinsde hetgeen haar te doen
stond alsof het niet haarzelf betrof. Het was
alsof ze over een anders lot besliste. Met een
vreemde kalmte bewoog zij zich door de ka
mers. pakte hier en daar iets uit een kast of
een lade en legde het in de kleine openge
slagen koffer. Ze deed dit met een zekerheid,
die aantoonde dat zij hetzelfde al meerdere
malen in gedachten gedaan had. Totdat ze uit
het kleine kastje de half-afgewerkte baby
kleertjes te voorschijn haalde... Toen was ze
zichzelf niet langer meester en brak ze op
nieuw in een zenuwachtig snikken uit.
Ergens in de buurt deed een torenklok zes
slagen hooren. Diny richtte zich op, nu niet
zwak worden, dacht ze. Ze was immers vast
besloten, dan moest ze ook weg zijn vóór
dat Paul terugkwam. En dat kon al heel gauw
zijn. Gehaast zocht ze tusschen een stapeltje
lakens naar een envelopje met een paar op
gespaarde guldens. Die had ze, hoe hard zij
ze de laatste weken ook noodig gehad had,
niet aan willen breken, wetend dat ze haar
eens, op het beslissende moment, tot reisgeld
moesten dienen. Een oogenblik dacht ze er
aan, iets van het geld achter te laten, zoodat
Paul tenminste wat te eten kon holen, maar
al spoedig verwierp zij die gedacthe. Hoe
eerder hij gedwongen werd naar zijn vader
terug te keeren, l.oe beter het was. Daarvoor
bracht zij immers het offer, dat haar zwaar
der viel dan hij ooit zou kunnen beseffen.
En ofschoon ze het aanvankelijk wou, kon
ze toch niet zonder een woord van afscheid
vertrekken. Paul mocht haar niet verkeerd
begrjjpen en vooral niet denken dat ze in
boosheid van hem ging...
m.
Na een tgdlang doelloos door de buitenwij
ken der stad geloopen te hebben, belandde
Paul eindeljjk in het Park, dat in het late
middaguur een verlaten indruk maakte. Even
troosteloos als hijzelf was, stonden de boomen
daar tegen den steeds donkerder wordenden
avondhemel. Hij voelde zich moe en ellendig.
Waarom was hij eigenlijk zoo tegen Diny uit
gevaren? Wat kon zij er tenslotte aan doen
dat zijn vader zich zoo onhandelbaar toonde?
Hij had haar geen verwijt gemaakt over dat
gene. waardoor hij zich zoo vaak gesteund en
getroost gevoeld had. de kalmte, waarmee ze
alles verdroeg. En dat ze was gaan huilen...
Het kon haar toch ook wel eens een oogen
blik te machtig worden. Hij had zich aange
steld als een bruut. Arme Diny. Hij had er
spijt, oprechte spijt van en dat zou hij haar
zeggen ook. Ze moest hem maar stil laten
razen als hij het op z'n heupen had en zich
er maar niet zenuwachtig over maken. Ze
zouden het er best doorhalen, al moest hij
taxichauffeur of desnoods schoenpoetser wor
den...
„Het is maar goed, dat vader m'n gedach-
tengang niet kan volgen," mompelde hij voor
zich heen. terwijl hij op een leege bank
plaatsnam om even z'n beenen uit te kunnen
strekken. Als je zat, dan voelde je pas, hoe
moe je was. Z'n knieën wrijvend trok hij z'n
beenen een paar maal op en neer. De hakken
van zijn schoenen groeven in den zanderigen
grond. Zijn blik volgde loom de bewegingen
van zijn voeten. Dan werd hij opeens opmerk
zaam. Een glinsterend randje stak plotseling
boven het dunne zandlaagje uit. Zijn hak
groef wat dieper in den grond. De rand van
een geldstuk werd zichtbaar. Hij boog zich
voorover om het op te rapen. Het was na
tuurlijk niets anders dan een of ander stukje
blik, dat in het schemerdonker op een geld
stuk leek. Maar neenhet was een rijks
daalder, een echte rijksdaalder, een kapitaal
voor iemand, die zonder een cent op zak
loopt. Hij sprong verheugd op, z'n moeheid
was plotseling verdwenen.
„Dat kon wel eens geluk brengen," lachte
hij. het geldstuk nauwkeurig bekijkend.
Overmoedig balanceerde hij er een paar
maal mee, wreef er dan de laatste zandkor
rels af en stak het behoedzaam weg.
Wat zou Diny daar wel van zeggen? Zou zij
het ook als een voorteeken kunnen zien van
naderend gelukAls ze nu maar niet
mokte als hij thuiskwam, dat zou z'n hoop
volle stemming heelemaal bederven. Maar
neen, dat zou ze niet doen. Diny was veel te
verdraagzaam en ze zou in d'r hart wat blij
zijn. dat z'n kwade bui zoo spoedig overge
dreven was. Zou ze nog lang gehuild heb
ben...? Hij zou haar. als hij thuiskwam de
heele rijksdaalder geven. Geen cent zou hij
voor zichzelf houden, alleennu ja, één
klein doosje sigaretten mocht er toch wel af.
En hij zou voor Dinyja, waar hield ze
ook weer zoo veel van Daar wist hij het.
croquetjes, hij zou voor haar twee warme
croquetjes meebrengen.
Wat een mensch bezit wordt zelden ge
waardeerd, maar als het van je weggaat, dan
weet je pas wat je mist en niet meer terug
krijgen kan
Waar hij die woorden gehoord of gelezen
had wist Paul zich niet meer te herinneren,
hij wist alleen dat de inhoud er van ineens
beteekenis voor hem gekregen had. Diny was
weggegaan... wèggegaan. Dat zooiets zou
kunnen gebeuren, was geen oogenblik in zijn
gedachten opgekomen. Het was ook pas tot
hem doorgedrongen toen hij, na haar ver
geefs in de kleine woning gezocht te hebben,
haar briefje op de tafel vond...
Ik wil je niet langer tot last zijn, Paul.
Verzoen je met je vader en wgd je weer
aan je studie.
Marjoleintje.
Totaal verslagen was hij met het briefje in
de hand op een stoel neergevallen. Hij kon
niet realiseeren waarom ze dat gedaan had.
Was dat alleen omdat hij kwaad het huis uit-
geloopen was? Had haar dat zoo diep ge
schokt? Maar daar ging je toch niet voor
weg, voorgoed van iemand weg... Er moest
een andere oorzaak zijn, maar welke? Hg
kon niet aannemen, dat ze ineens niet meer
van hem hield. Een grootere eenheid dan tus
schen hen beide was imers nauwelijks denk
baar. Ze waren zoo volmaakt gelukkig ge
weest... Alleen de laatste weken was er nu en
dan een kleine oneenigheid ontstaan doordat
hij kribbig werd omdat alles hem ook tegen
liep... En nu dat hij thuiskwam, kinderlijk
blij om dat gelukje dat hij gehad had, nu was
ze wegHoe had hij zich er op verheugd
om haar gezicht te zien als hij dat door-
gevette zakje met die croquetjes voor haar
op tafel had neergelegd. Hij was heel zacht
de trap opgekomen om plotseling voor haar
I te kunnen staan. De stilte in.de leege kamers
had hem eigenlijk ineens al gedrukt. Hg was
zoo gewend dat ze hem direct bij het binnen
komen kwam begroeten. Toen hijhaar niet
zag, was hij, haar naam roepend naar het
kleine keukentje geloopen.
„Diny, vrouwke...!"
Maar ook daar was ze niet. Misschien in
zijn werkkamer... En naar het kleine zij
vertrekje gaande, had hij haar nog eens en
nog eens geroepen... doch er was geen ant
woord gevolgd.
Misschien is zij een boodschap gaan doen.
had hij toen gedacht, dat kon toch best, al
deed ze dat nooit op dezen tijd. Als ze dan
maar gauw terugkwam, anders werden de
croquetjes koud-.
Toen plotseling zag hij het kleine briefje...
Van welken kant hij het ook bekeek, hg kon
geen verklaring vinden voor haar plotseling
besluit. Als het was, zooals zij het zou doen
voorkomen, dat zij het deed om hem weer in
zijn oude positie terug te voeren, dan had ze
er beter aan gedaan die mogelijkheid eerst
met hem te overwegen. Ze kon toch niet we
ten of hg daar zelf wel iets voor voelde. Mis
schien was het ook maar een voorwendsel en
was het omdat ze er tegen opzag een zorge
lijk leven met hem te blijven leiden. Dan zou
zijn vader misschien tóch gelijk... maar neen,
dat was niet waar. Hg mocht zich niet door
den wrok, die z'n vader jegens haar koesterde,
laten beïnvloeden. Neen, veel aannemelijker
was het dat ze... hé, wat gek, dat hij daar
niet eerder aan gedacht had... Natuurlijk was
ze naar haar tante teruggegaan om daar zoo
lang haar intrek te nemen, totdat hij een
baantje gevonden had. Ze had wel geweten,
dat hij het nooit goed zou vinden en daarom
had ze het stilletjes gedaan. Misschien vond
ze dat het geen kwaad kon als hij zich eens
een beetje ongerust over haar maakte. Nu,
erg rustig was hij er niet onder geweest, dat
moest hij toegeven en hij zou haar, als hjj
haar straks teruggehaald had. wel aan haar
verstand brengen, dat ze zulke dingen niet
voor den tweeden keer uit moest halen.
(Wordt vervolgd.)