€o II 1*41 lil De Russische blokkade van Japan De Grondwetsherziening DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER De president van het Amerikaansche Hoog gerechtshof spreekt Valencia protesteert tegen de controlemaatregelen Buitenlandsch Overzicht DINSDAG 23 MAART 1937. 80e Jaargang. No. 10219. Uitgove der N.V. v.b. Trapman Co, Sc-bogen. Scherpe perscampagne In het land van den Mikado. Ver scherping der verhoudingen. Klaarblijkelijk op inspiratie van militaire kringen zetten verscheidene Japansche bla den. systematisch de campagne ten gunste ,van een krachtige houding jegens Rusland voort. Deze campagne is aangevangen den dag nk de benoeming van Satoh tot minis ter van buitenlandsche zaken. De bladen beschuldigen Rusland er van een blokkade yan Japan te organiseeren door de Rus- sisch-Mandsjoenjsche grenzen te sluiten voor het internationaal transitoverkeer en door de Japansche maatschappijen uit te sluiten van de scheepvaart op Wladiwostok. Zij dringen er op aan, dat Satoh tusschen beide komt voor de verdediging der Japan sche rechten. Verscheidene afgevaardigden hebben Satoh vragen gesteld, maar deze wei gerde te gelooven, dat deze beschuldigingen gegrond zijn. In politieke kringen vreest men, dat na de Verdaging van het Lagerhuis de militaire kringen hun passieve houding, welke zij hebben aangenomen gedurende de begroo- tingsdebatten, zullen laten varen en Satoh er toe zullen drijven af te zien van zijn hui dige gematigdheid jegens China en Sovjet- Rusland. Een bericht uit Duitsche bron uit Tokio behelst, dat de debatten in het Huis van Afgevaardigden naar het nieuwsagentschap Domei opmerkt, de partijen niet hebben kunnen tevreden stellen, daar de minister van buitenlandsche zaken Satoh in zijn uit latingen niet duidelijk is geweest omtrent zijn politiek t.o.v. Moskou. Satoh heeft o.m. het volgende verklaard: Het scheepsverkeer tusschen Wladiwostok en de Japansche ha vens wordt uitsluitend onderhouden door schepen van Sowjet-Rusland. De Sowjets hebben een deelneming daaraan van de Ja pansche scheepvaart niet toegelaten. De Ja pansche consul-generaal te Wladiwostok is reeds op weg naar Tokio en waarschijnlijk zal in deze aangelegenheid te Moskou spoe dig oen protest worden ingediend. De kwes tie der grenscommissie voor de afbakening der grenzen tusschen Mantsjoekwo en Sow jet-Rusland en ook de kwestie van de voor koming van grensincidenten zijn tusschen Moskou en Tokio nog alijtd onopgelost ge- bloven, Ook wat betreft de dreigende opeen- liooping van Russische strijdkrachten aan de grenzen van Mantsjoerije heeft Moskou, Uitbreiding onnoodig. De president van het Federale Hoogge rechtshof, Hughes, heeft voor de eerste maal zijn meening te kennen gegeven over het hervormingsontwerp van president Roose- velt. In een schrijven aan de Senaatscommis sie voor juridische aangelegenheden ver klaart Hughes categorisch, dat „de uitbrei ding van het aantal rechters in het Hof de doelmatigheid van deze rechtbank niet zou vergrooten." Hughes voegt hier aan toe: „Wij gelooven zelfe, dat daardoor nadeel zou worden toe gebracht aan deze doelmatigheid. Er zou een grooter aantal rechters komen, dat zijn meening bij de besprekingen en besluiten ten. beste zou geven. HUGHES. Het tegenwoordige aantal rechters lijkt voldoende om een snel werken van het Hof te verzekeren. Ik spreek niet over de andere overwegingen betreffende de houding van het Hooggerechtshof ten aanzien van poli tieke kwesties". Hughes ontkent, dat de be weringen der tegenstanders, volgens welke het Hooggerechtshof overbelast zou zijn met werk, juist zijn en verklaart, dat het Hof altijd aan het einde van een zitting zijn geheele taak voltooid heeft. Hughes legt er voorts den nadruk op dat het niet de bedoeling van het Hof is partij te kiezen in het conflict voor of tegen een hervorming, maar dat hij er prijs op stelt, duidelijk te doen uitkomen, dat de rechters „geen en kele moeilijkheid ondervinden in het ten uitvoer leggen van hun taak binnen de ge geven tijdlimiet." ofschoon van Japanschen kant herhaaldelijk vertoogen daarover waren gehouden, niets gedaan. Het is kenmerkend voor de ver scherping der betrekkingen tus schen Rusland en Japan, dat er te Moskou gedreigd wordt met het stremmen van het transsiberische spoorwegverkeer bij Mantsjoeli en met de omlegging van dat verkeer over Chabarowsk. Volgens een bericht van den correspon dent te Hsinking van de Nitsji Nitsji Sjim- boen, heeft de Sowjet-Russische consul-ge neraal te Charbin Slavoetski onlangs rond uit aan de Japansche en Mantsjoekwosche autoriteiten verklaard, dat de Sowjet-rcgee- ring gereed is Mantsjoekwo te blokkeeren door den internationalen verkeersweg tus schen Siberië en den Mantsjoekwo-spoorweg aan de westelijke grens af te snijden. Slavoetski gaf als zijn meening te kennen, dat deze blokkade binnenkort nabij Mantsjoe li ten uitvoer zal worden gelegd. De correspondent wijst er op, dat de Sow- jet-Unie reeds eenigen tijd geleden de oos telijke grens van Mantsjoekwo heeft ge blokkeerd door het verkeer tusschen den Russischen spoorweg en den Mansjoekwo- schen spoorweg te staken. Een Spaansch schip mag niet worden doorzocht De Spaansche regeering heeft in den kabi netsraad den definitieven tekst goedgekeurd der nota, welke naar de Engelsche regeering zal worden gezonden ter overhandiging aan de controle-commissie. Alle ministers keurden de energieke be woordingen van den minister van buiten landsche zaken goed. De nota verklaart, dat de Spaansche re geering niet kan toestaan, dat, ten eerste: de controle der kusten van het regeeringsge- bied wordt uitgeoefend door landen, die openlijk ten gunste der opstandelingen inter- venieeren en ten tweede: schepen, welke de Spaansche vlag voeren, door wie dan ook doorzocht zullen worden. De voorstellen der radicale herzieningen vaag en weinig overtuigend geacht. - Formuleering christelijke en socia le beginselen moeilijk. - Centralisatie en decentralisatie. Het delegatie-vraagstuk. - Vrijheid van drukpers. - Sa menstelling Eerste en Tweede Kamer. - Kiesrecht. - Re- volutionnaire elementen in de Staten-Generaal. - Recht van vergadering. - Openbare instellingen van beroep en bedrijf, Aan de Memorie van Antwoord wordt het volgende ontleend: De Regeering acht wijziging van de grond wet in den voorgestelden zin niet alleen wenschelijk, maar zelfs geboden. De leden, die een herziening in grooten stijl hadden gewensoht, meenen, dat er, ondanks de groote schokken, die in de laatste jaren het volksleven heeft ondergaan, in zake de groote vragen van Staat en Maatschappij, een zekere mate van eensgezindheid onder het volk be staat, sterk genoeg om haar in de hoogste Staatswet vast te leggen. Had deze gedachte de regeering be zield, dan zou zij de grondwet in overeenstemming hebben willen brengen met hetgeen in het volks leven is gegroeid tot volksovertui ging. De regeering acht het betoog de zer leden vaag en weinig overtui gend. De eensgezindheid toch, waarop zij doe len, verklaren zij zelf slechts „in zekere mate" te bestaan, terwijl die eenstemmig heid door verschillende andere leden na drukkelijk ontkend wordt, welke ontken ning de regeering onderschrijft. Indien de regeering voorstellen had gedaan, die nog niet in de volksovertuiging hebben wortel ge schoten, zou zij op den tijd vooruit- geloopen zijn en de beteekenis van de grondwet hebben miskend. Voor zoodanige voorstellen zou zij ook stellig geen meerderheid in de Sta- ten-generaal hebben gevonden. Naar welke goederen gaat voorts de ge dachte der leden uit, wanneer zij zeggen, dat andere dan strikt staatsrechtelijke goe deren in de grondwet evenzeer zouden moe ten worden beschermd? De regeering hul digt de opvatting, dat de versterking van den invloed der christelijke beginselen op de staatkunde voorwaarde is voor het volks- beleid. Naar het oordeel van de leden, hier aan het woord, zou dit standpunt, grond wettelijk behooren te worden vastgelegd. Zou echter het bij uitstek kostelijke goed, waarom het hier gaat, daardoor beter zijn bewaard? De regeering meent van niet, te meer niet, indien de bedoeling is een bloot getuigende grondwettelijke voorziening. Bovendien: in de practijk zou men stuiten op verschil van meening ten aanzien van den inhoud dier beginselen. Hetzelfde geldt ten' aanzien van de socia le beginselen. Wat betreft de opvatting der leden, dat de centralisatie-gedachte van de revolutie in de grondwet leeft, merkt de regeering op, dat de idee van den gedecen- traliseerden staat den grondwetgever van 1848 heeft geleid. Deze idee is vastgelegd in een regeling, welke aan de provinciën zoo wel als aan de gemeenten alle vrijheid laat haar eigen huishouding te besturen, zonder dat deze zelfstandige macht van de deelen ontwrichtend kan werken op de Staatseen- heid. De regeering begrijpt niet, hoe in den gedachtengang dier leden, het eigen recht der deelen beter gewaar borgd kan worden dan het nu is ge schied met behoud van de Rijks eenheid. Delegatie-vraagstuk. De regeering zou een regelincr van het de legatie-vraagstuk in de grondwet minder gew.eji&cht achten, omdat noodtoestanden denkbaar zijn, waarin een regeling van overdracht van wetgevende bevoegdheid in de grondwet een ondraaglijke barrière zou kunnen blijken. Vripioid van drukpers» De indiening van een ontwerp tot beper king van de vrijheid van de drukpers schijnt de regeering niet noodig, omdat reeds het bestaande artikel 7 zich tegen het treffen van een wettelijke regeling van bet verbod van een bepaalde uitgaaf niet zou verbetten. Samenstelling Eerste en Tweede Kamer. De regeering zou het geen stap in de goe de richting achten, indien de verhouding 50 100 voor de twee Kamers der Staten-Gene raal werd losgelaten, omplaats t,e maken voor een wisselend aantal leden, waardoor ook de onderlinge verhouding labiel zou worden, De draagwijdte der consequenties hiervan staat der regeering thans niet scherp voor oogen. Kiesrecht. De regeering is het eens met het oordeel der leden, dat verlaging van den kiesge rechtigden leeftijd tot 21 jaar en verleening van het actieve kiesrecht aan alle Neder landers, ook de niet-ingezetenen, niet wen schelijk zijn. Revolutionnaire elementen in de Staten-Generaal. Wat het 5e wetsontwerp betreft (inzake het weren van revolutionnaire vertegenwoor digers uit de Staten-Generaal) is de aan leiding hiertoe niet gelegen in het wange drag van enkele communistische afgevaar digden tijdens de opening van de zitting der Staten-Generaal eenige jaren geleden. Die aanleiding ligt dieper. Het voorstel is niet gericht tegen de ver kiesbaarheid van aanhangers van ongeoor loofde beginselen, doch tegen reeds gekoze nen. Naar de meening van de regeering moet een beperkter doel worden na gestreefd. Uit de volksvertegenwoor diging moeten worden gebannen zij, die kennelijk niet kunnen deelne men aan de legale en constructie ve taak, die op de Staten-Generaal rust, daar zij revolutionnaire begin selen tot uitdrukking brengen en daardoor hun plicht met voeten tre den. waardoor zij 't aanzien van het parlement schaden. Indien een lid van de volksvertegenwoor diging kennelijk streeft naar de verande ring van bepaalde wetsartikelen, door mid del van onwettige middelen, zal hij van zijn lidmaatschap kunnen worden vervallen verklaard. Uit de omstandigheid, dat het onderhavige voorstel niet is ingediend in 1933, toen de S.D.A.P. tijdens en na de muiterij op „De Zeven Provinciën" zich sterk revolutionnair betoonde, noch toen vroeger dezelfde partij de toepassing van revolutionnaire middelen herhaaldelijk aanprees, hebben enkele leden afgeleid, dat de voorgestelde bepaling niet is gericht tegen hen. die werkelijk revolution nair zijn, doch slechts de strekking heeft, aan de heerschende partijen de gelegenheid te geven, haar onwelgevallige groepen uit te bannen. De regeering acht de conclusie ge waagd. Zonder wijziging van de grondwet is ech ter geen doeltreffende regeling tot stand te brengen. Immers, wat de regeering be schouwt als het krachtigst effect van een maatregel van vervallenverklaring van lid maatschap der vertegenwoordigende liclia- Een waardig profest De R.K. Kerk lindt in Duitsch- land den strijd aan. De meening heeft altijd bestaan dat Hitier zich, ten opzichte van het kerkelijke vraag stuk, in de vingers zou snijden. Het natio- naal-socialisme heeft zich niet enkel be perkt tot een staatkundige revolutie, het heeft zich ook op geestelijk terrein begeven. Het wil alle terreinen van het leven bestrij ken en verlangt niet alleen dus de staat kundige onderwerping, maar ook de geeste lijke. De felle strijd tusschen de staat en de belïjdeniskerk, tusschen de staat en de katholieke kerk, heeft den Führer nog niet tot inkeer gebracht. Er was eenige maanden terug sprake van dat hij de kerk vrij zou laten en haar eigen boontjes zou laten dop pen, doch daarvan schijnt hij te zijn terug gekomen. Men kent uit artikelen, uit de critieken, die wij hier meermalen opgeno men hebben de heidensche theorieën van het nieuwe Duitschland (rossentheorié, the orie van bloed en bodem). Theorieën die in flagranten strijd zijn met de Christelijke leer. Een man van wereldformaat als dr. Karl Barth, heeft Duitschland moeten ver laten, omdat hij zich niet wilde buigen voor den wil van den nationaal-socialistische staat, of liever voor de z.i. heidensche the orieën. Al wat principieel is verzet zich met kracht tegen het nieuwe geloof. De protestanten hebben het telst geageerd en zullen zich zeker niet buigen voor de geestelijke ovcr- heersching van den Duitschen staat. De ka tholieke kerk heeft lang voor de wereld lijke overmacht van het nationaal-socialis- me gebogen. Men heeft getracht de regee ring tot andere inzichten te brengen en is daarom niet direct met fel protest gekomen Zelfs heeft men geduld, dat op katholieke scholen een leer moest worden verkondigd, die in strijd was met de katholieke geloofs leer. Wel liet men protesten hooien, maar men boog zich nog, al was er bitterheid toen het bevel kwam om het portret van Hitier de plaats te doen innemen van het kruis op de scholen. Maar nu is ook daal de maat vol. Zondag is de strijd openlijk tot uitbarsting gekomen en is in alle Duitsche kerken een encycliek voorgelezen, waar van wij in ons nummer van gisteren een uittreksel hebben gegeven. Zij is een felle aanklacht tegen den roof der geestelijke vrijheid, die door den Duitschen staat is ge pleegd. In deze Pauselijke boodschap wordt een scherpe aanval gedaan op alle theorieën die de geestelijke ondergrond van het natio- naal-socialisme moeten zijn, en de kerk heeft haar geloovigen de voorbereiding van den openlijken strijd verzocht. Het conflict is geboren eerder dan de regeering het had kunnen verwachten, zegt de N.R. Crt. De verhouding van den Duitschen staat en de katholieke kerk is geregeld in het concordaat van 20 Juli 1933. Daarbij is aan STERKER KUIKENS, IDEALE LEGSTERS BERTELS' opfokvoeder c.o. volledig voeder voor kippen-, kal koenen- en eendenkuikens van 2-30 dagen oud, gevolgd door de voeding met uitsluitend: BERTELS' „kunstkorrel" Alle foutief voederen wordt hierdoor opgeheven. Eenvoudiger, voordeeli- ger en betere voeding I Betere be vruchting; lagere productiekosten van het ei. Indien niet ter plaatse verkrijgbaar, geschiedt de levering door de fabriek ongefrankeerd onder rembours of na bestelling per postwissel. 5 KG 10 KG 50 KG Berieli' Opfokvoeder C.O. f. 1.05 1.80 7.45 Beriets' Kunsikorrel B (vastzittende kippen) f.0.90 1.50 5.75 Ratio Superstandaord Kunstkorrel (losloopende kippen)f. 5.20 N RPPTFI V OUEFABRIEKEN A'DAM v DtK I tLi afo KUNSTKORREL A UAP1 de katholieke kerk de geloofsvrijheid ge waarborgd, alsmede o.m. de vrijheid van verkeer tusschen het Vaticaan en de bedie naren van het geloof, de handhaving van de katholieke scholen en van de katholieke kloosterlingen als onderwijzers op de R.K. Staatsscholen de onbeperkte werkzaamheid van de katholieke vereenigingen met reli gieus of cultureel doel. Al deze rechten, welke in het concordaat zijn vastgelegd, zijn, aldus het Vaticaan, met voeten getre den. De Duitsche regeering, die handelingen van autoriteiten van haar regime heeft goed gekeurd, die gericht waren op de vernieti ging van de kerk, heeft daarmede haar volkenrechtelijke verplichtingen, gelijk naar moderne opvatting een concordaat is, ver zaakt. Deze encycliek is één roep om de recht vaardiging en het behoud van de geestelij ke vrijheid. De kerk eischt de onvermin derde handhaving van haar scholen en organisaties, zij wijst onverbiddelijk de er kenning af van een onderwijs, waar de godsdienstonderwijzer niet. vrij is of in anti-christelijkcn gcc.st moet doceeren. Zij verzet zich tegen den drang, die verkregen en gewaarborgde rechten wil vernietigen, en eischt voor de ouders het recht hun kinderen naar eigen opvatting op te voe den. Kortom, zij wijst den staat terug van het terrein dat niet het zijne is, waar an deren hoogcre rechten hebben. Het Vaticaan heeft het concordaat niet opgezegd. Hoewel het op het bestaan van den strijd tusschen kerk en staat heeft gewezen, wil het niet de eerste zijn om het concordaat op te zeggen en is de mogelijk heid opengelaten om een minnelijke op lossing te vinden. men, het openblijven van een leeggevallen plaats, zou niet zonder wijziging van de grondwet kunnen worden verkregen. Daar om is een voorstel, als thans aan de orde ge steld, tot de eerstvolgende grondwetsherzie ning uitgesteld. Voor de gedachte, dat de regeering met op zet leden van de S.DA.P. buiten den maat regel heeft willen houden, bestaat daarom geen schijn of schaduw van grond. Zij meent dat het voorstel niet in strijd is met het democratisch parlementair stelsel, integendeel. De vertegenwoordigers des volks mogen een geheel andere staats- of rechtsorde dan de bestaande voorstaan, zij mogen hun stand punt te dien aanzien met volkomen vrijheid uiteenzetten, maar zij mogen niet de revolu tie prediken. Recht van vergadering. Een verscherping van den inhoud en de toepassing van de wet van den 22sten April 1855 tot regeling en beperking der uitoefe ning van het recht van vereeniging en ver gadering, in het bijzonder met het oog op revolutionnaire en half-revolutionnaire groe pen, is in het algemeen toch niet zonder bezwaar. Zoodanige verscherping levert steeds het gevaar op, dat de revolutionnaire actie ondergrondscli wordt en voor de over heid ongrijpbaar, bovendien meer revolution nair en eerder tot uitbarsing kan leiden. In- tusschen blijft de regeering op dit punt waakzaam. Tegen een preventieve controle op de po litieke partijen bij de candidaatstelling be staan zeker bedenkingen. Bezetting van fabrieken door ar beiders. Onder den term „bestaande rechtsorde" valt ook de door het recht beschermde so ciale en economische orde. Het aansporen van arbeiders tot het bezetten van een fa briek ten einde de invoering der 40-urige werkweek af te dwingen, valt zonder den minsten twijfel onder dit artikel. Wie zal oordeelen over de ver vallenverklaring van het lid maatschap der vertegenwoordi gende lichamen? De regeering zou den Hoogen Raad wel een zeer ongeschikt college hebben geacht, om te oordeelen over de vervallenverklaring van het lidmaatschap der vertegenwoordigende lichamen. Het hoogste rechtscollege is n.1. niet het lichaam, dat bet meest geschikt is, om in deze zuiver publiekrechtelijke aange legenheid te oordeelen. Dat het college, in het tweede lid van het nieuw voorgestelde artikel 86, weinig vertrouwen zal wekken, omdat het wordt benoemd op voor dracht van de Tweede Kamer, kan de regeering niet aanvaarden. Zij heeft oorspronkelijk voorgesteld, dat het vertegenwoordigend lichaam zelf over de vervallenverklaring van zijn leden zou oordeelen. Toen daar tegen in de Tweede Kamer van ver schillende zijden ernstige bezwaren werden naar voren gebracht en sommige leden den Raad van State, andere den Hoogen Raad naar vo ren brachten, is ten slotte de oplos sing aanvaard, welke in het ont werp belichaamd is. De voordeelen, die het vertegenwoordigend lichaam zelf, de Raad van State of de Hooge Raad zouden hebben geboden, wan neer zij tot oordeelen in deze waren geroepen, zijn op gelukkige wijze in dit compromis vereenigd. Het voordrachtsrecht van de Tweede Ka mer is in ons staatsrecht geen novum. Het bestaat reeds ten aanzien van de leden van den Hoogen Raad en van de algemcene rekenkamer. Openbare instellingen van be roep of bedrijf. De meening, dat een voorstel betreffende de mogelijkheid om openbare lichamen van beroep of bedrijf in te stellen, slechts be teekenis zou hebben in een nationaal-soci- alistischen corporatief georganiseerden staat is zonder nadere toelichting niet geheel duidelijk. Zijn in deze formuleering de uit drukking „nationaal-socialistischen" en „cor poratief georganiseerden" als synoniemen gebruikt? De practijk in andere landen is hiermede niet in overeenstemming. Maar ook daarvan afgezien, hoe kan men corporaties in het algemeen, dus niet be paalde corporaties, nog instellen in een reeds corporatief georganiseerde gemeea- schap? De openbare lichamen voor beroep en be drijf, voor zoover aan hen in de toekomst verordenende bevoegdheid zal worden ver leend, zullen een soortgelijke functie in ons staatsbestel vervullen als de reeds bestaan de provinciën en gemeenten. Zij kunnen in verband daarmede in de grondwet het best op deze volgen en hierna, gelijk het wets ontwerp voorstel, het bestaande artikel 194

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 1