Delbos dreigt Italië
Spanning Londen-Rne
een vloot-actie
Moeilijke keuze voor
Japan
Luchtramp bij Lioo
KIJKEN is KOOPEN i CLOECK
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Frankrijk zal geen verdere
Italiaansche troepenver-
schepingen toelaten
Het Italiaansch-
Zuid-Slavisch accoord
DONDERDAG 25 MAART 1937. 80e Jaargang. No. 20221
U'rtgove der N.V. v.h. Trapman Co. ScHoge«.
De Fransche minister van buiten-
landsche zaken, Yvon Delbos, heeft
gister volgens Un. Press, den Brit-
schen en den Dnitschen gezant ervan
in kennis gesteld, dat Frankrijk
voornemens is, bij den Volkenbond
een vloot-actie voor te stellen, in
dien Italië nog meer troepen naar
Spanje zou zenden.
Delbos zeide beiden gezanten, dat
verdere Italiaansche troepenver
schepingen naar Spanje door Frank
rijk zouden worden opgevat als een
poging van Italië, om in Spanje
vasten voet te krijgen, een onder
neming, welke de verbindingen van
Frankrijk met Noord-Afrika zou be
dreigen. Frankrijk zou zulks niet
toelaten.
Een voortzetting van het huidige Italiaan
sche optreden moet door Frankrijk zeer ern
stig beoordeeld worden, daar Frankrijk re
den heeft voor de veronderstelling, dat Ita
lië sinds 20 Februari eenheden van zijn ge
regelde leger naar Spanje heeft gezonden.
Uit het oogpunt van internationaal recht,
pldus Delbos, beteekent dit een oorlogsdaad,
zonder voorafgaande oorlogsverklaring, een
casus belli zonder oorlogsverklaring.
Frankrijk streeft volgens Delbos ernaar,
te voorkomen, dat de Spaansche burgeroor
log zich ontwikkelt tot een internationaal
conflict. Op dezen grond eischt het terug
trekking van alle buitenlandsche ti'oepen
uit Spanje. Bovendien is er een punt, waar
op ook Frankrijks eigen levensbelangen in
het geding komen. Frankrijk kan niet dul
den, dat Italië nog meer vrijwilligers zendt.
Indien zulks toch geschiedt, zal Frank
rijk de Londensche niet-inmengingscommis-
sie verzoeken, „door gemeenschappelijke
verklaringen van Engeland en Frankrijk
en van andere bij den vrede belangheb
bende staten 'n beroep te doen op den vol
kenbond en van dit instituut gemeenschap
pelijke dwangmaatregelen, in de eerste
plaats van maritiemen aard, te verlangen".
Frankrijk hoopt, aldus Delbos, dat zulk
een gemeenschappelijke actie Mussolini er
toe zal bewegen, zijn houding te wijzigen.
De Duitschen gezant zeide Delbos voorts
nog: „Daar Duitschland sedert Januari geen
vrijwilligers meer naar Spanje heeft gezon
den, zal 't Frankrijk aangenaam zijn, wan
neer Hitier bij Mussolini zou willen inter-
venieeren en bij hem er op zou aandringen,
een strijd te vermijden, die door 'n verdere
schending van het niet-inmengingsverdrag
zou moeten worden uitgevochten.
Tijdens de gevoerde besprekingen met den
Britschen en den Duitschen ambassadeur,
wees Delbos op den ernst van den toestand.
De aanwezigheid van geregelde Italiaan
sche troepen op het Iberisch schiereiland
wordt gestaafd door een reeks onweerlegbare
documenten, zooals foto's en op krijgsgevan
genen bevonden dagorders. Daarenboven
heeft het communiqué van den grooten fas-
cistischen raad van deze feiten een offici-
eele bevestiging gegeven, welker waarde
niet aan twijfel onderhevig is.
Delbos heeft duidelijk uiteengezet, hoe on
der deze omstandigheden het standpunt van
Frankrijk is. In het hoogste belang van den
vrede is men te Parijs van meening, dat het
vergeefsch zou zijn lang en breed over het
verleden te redeneeren, indien binnen zeer
korten tijd zou worden besloten de buiten
landsche troepen en vrijwilligers, die in bei
de kampen strijden, terug te roepen. Hoe het
zij, de Fransche regecring heeft tegenover
de veelvuldige inbreuken op de niet-inmen-
gingsovereenkomst, welke werden vastge
steld, het bewijs geleverd van een geest van
verzoening en groot geduld.
Als gevolg van de laatste militaire gebeur
tenissen voor Madrid schijnt het logisch, dat
de Italiaansche regeering tot twee standpun
ten zou kunnen komen:
óf zijn in Spanje strijdende troepen te
rug te roepen, óf wel ze te versterken.
Toch wil men nog geen conclusie trekken
uit de verklaringen van graaf Grandi in de
co-ordinatie-commissie.
Onder deze omstandigheden blijft de nau
we samenwerking, welke Frankrijk eii Groot-
Britannië sinds den aanvang van het Spaan
sche conflict, hebben voortgezet, een zeer vei
lig preventief middel tegen een nieuwen ver
ergering van den toestand.
Daarom is men te Parijs van meening, dat
de beide regeeringen zich reeds nu moeten
bezig houden met het vaststellen van een
gemeenschappelijke houding, indien mogelijk
met samenwerking van alle andere mogend
heden, welke in de niet-inmengingscommis-
sie te Londen zijn vertegenwoordigd.
Alle maatregelen, welke de doeltreffend
heid der controle zouden kunnen verzekeren,
zouden onder oogen moeten worden gezien.
Speciaal om te voorkomen, dat nieuwe con
tingenten vreemdelingen zouden worden ont
scheept.. Men gelooft te Parijs niet, dat dit een
onoverkomelijke moeilijkheid is. De terug
roeping van alle vrijwilligers is mogelijk,
zoodra deze gelijktijdig en wederzijdsch zal
zijn.
Verder zou de vraag kunnen worden ge
steld te weten met welke bestemming even
tueel de vrijwilligers zouden worden geëva
cueerd, zooals de 9000 Duitschers, die tegen
het regiem van Hitier zijn gekant en de ban
nelingen, die thans in Spanje strijden. De
zen verbleven buiten Duitschland vóór het
Spaansche conflict. Onder deze omstandig
heden kan hun terugkeer geen hinderpaal
vormen voor een algemeenen terugroeping.
VRIENDSCHAP MET ENGE
LAND OF SAMENGAAN MET
ROME EN BERLIJN.
Twee politieke stroomingen
Een correspondent van Havas te
Tokio heeft met verschillende poli
tieke personen aldaar gesproken.
Men verklaarde hem, dat de ge
ruchten omtrent onderhandelingen
tusschen Japan en Italië samenvie
len met een verscherping van het
conflict tusschen twee stroomingen
in politieke kringen voor de buiten
landsche politiek van Japan. De
cene richting wenscht een verbete
ring en een uitbreiding van de En-
gelsch-Japansche betrekkingen, de
andere wil een uitbreiding van de
Japansch-Duitsche overeenkomst.
Oeconomische, politieke en diplomatieke
kringen wenschen evenals de minister van
buitenlandsche zaken, Sato, nauwere sa
menwerking met Engeland, doch in bepaal
de kringen van leger en marine stelt men
alles in het werk om tot een uitbreiding
van het .Tapansch-Duitsche verdrag te komen
en tracht men de politiek van de eerstge
noemde richting te dwarsboomen. In mi
litaire kringen kent men de „Japansch
Duitsche commissie tegen de Komintern"
groote beteekenis toe en men wil de mede
werking van Italië verkrijgen teneinde het
Japansch-Duitsche blok sterker te maken.
Het is dan ook te verwachten, dat het
verzet van de militairen tegen de politiek
van Sato na de verdaging van de zitting
van het parlement sterker zal worden.
Een overeenkomst met Italië
De woordvoerder van het Japansch mi
nisterie van buitenlandsche zaken te Tokio
heeft het gerucht tegengesproken, volgens
hetwelk binnenkort een diplomatieke over
eenkomst zou worden gesloten tusschen Ita
lië en Japan. De woordvoerder voegde hier
aan toe, dat de commercieelc onderhande
lingen tusschen beide landen voortduren,
doch dat. deze geen politiek karakter heb
ben.
De besprekingen loopen bovendien over de
rechten der Japanners in Abessinië, terwijl
mede overleg wordt gepleegd over de af
schaffing van de eeuwigdurende erfpacht
rechten aan sommige buitenlanders ver
leend in bepaalde Japansche havens, Japan
onderteekent vandaag met Engeland en de
Ver. Staten een overeenkomst terzake van
de hernieuwing van eeuwigdurende erf
pacht en binnenkort zal dit ook met Frank
rijk geschieden. Te dezen opzichte is Japan
nog met Italië in onderhandeling. De woord
voerder van het departement van buiten
landsche zaken deelde nog mede, dat Italië
niet wordt uitgenoodigd om deel te nemen
aan de Duitsch-.Tapansche overeenkomst te
gen de Komintern.
Een Havas-correspondent te Tokio meldt,
dat er ten opzichte van Abessinië verschil
van opvatting bestaat tusschen Italië en
Japan. Italië stelt voor een vergelijk te
sluiten, gebaseerd op uitsluitend Abessinië
Japan wenscht echter ook Somalieiland
in de overeenkomst te betrekken. Italië
stelt verder voor in het vergelijk de meest
begunstigde natie-clausule in te voegen.
Japan ziet echter in die clausule geen vol
doende bescherming van den Japanschen
handel tegen een bevoorrechting van den
Italië's houding in den Britschen
Ministerraad besproken.
Gisterochtend is de wekelijksche
bijeenkomst van den Britschen mi
nisterraad gehouden. Vooral de
kwestie van de weigering van Italië,
om onder de huidige omstandighe
den zijn vrijwilligers uit Spanje te
rug te roepen, maakte onderwerp
van de besprekingen uit. De minis
ter van buitenlandsche zaken, Eden,
bracht zijn collega's op de hoogte
met den huidigen stand van de be
trekkingen tusschen Engeland en
Italië.
Ook de commissie voor niet-inmenging in
den Spaanschen burgeroorlog heeft gisteren
weder een bijeenkomst gehouden. De com
missie benoemde^de gedelegeerden, die be
last zullen worden met de uitvoering van
het controle-plan, dat den 29sten dezer in
werking zal treden. Ook de Italiaansche ge
delegeerde schonk zijn goedkeuring aan de
benoemingen.
Russische beschuldigingen.
In de commissie voor de niet-inmenging
heeft de Russische gedelegeerde, Maisky, in
opdracht van zijn regeering de aandacht
gevestigd op de volgens hem toenemende
Italiaansche interventie in Spanje. Hij zeide,
dat er half Februari niet minder dan 60.000
Italianen in Spanje waren en hij gelooft,
dat het aantal nog is toegenomen. Dit lijkt
op een Italiaansche militaire invasie.
Maisky stelde voor, dat een speciale com
missie benoemd en naar Spanje gezonden
zal worden om een onderzoek in te stellen:
le. naar de beweringen betreffende de ont
scheping van Italianen in Spanje na 20 Fe
bruari en de lossing van oorlogstuig en mu
nitie voor Franco; 2e. naar alle mededee-
lingen over deelneming van geregelde Ita
liaansche legerafdeelingen aan de militaire
verrichtingen.
De Duitsche en Italiaansche vertegenwoor.
digers, von Ribbentrop en Grandi, behielden
het uitspreken van hun oordeel voor en
verklaarden, hun regeeringen op de hoogte
te zullen stellen. Besloten werd het vraag
stuk in zijn geheel aan de ondcrcoininissie
voor te leggen.
Het verloop der zitting.
Aan het communiqué voor de 19e bijeen
komst der commissie voor de niet-inmen
ging ontleenen wij:
Na de verklaring van den Sovjet-Russi-
schen vertegenwoordiger, Maisky. zeide de
voorzitter der commissie. Lord Plymouth,
dat de door den SóVjet-Rusbischen vertegen
woordiger opgeworpen kwestie hem in ver
legenheid bracht, daar zij niet op de agenda
dezer vergadering voorkwam en hij ook niet
tevoren door dezen vertegenwoordiger dien
aangaande was ingelicht.
De Italiaansche vertegenwoordiger ver
klaarde vervolgens, dat de zoo juist dooi
den Sovjet-Russichen vertegenwoordiger af
gelegde agressieve verklaring van de zijde
der Italiaansche regeering het antwoord
zou ontvangen dat zij verdiende.
De Duitsche vertegenwoordiger verzocht
een afschrift van de verklaring van den
Sovjet-Russischen afgevaardigde te mo
gen ontvangen, daar enkele passages welke
hij gehoord had hem het bewijs van een
verwonderlijke huichelachtigheid schenen
te leveren.
De Fransche vertegenwoordiger merkte op.
dat de door den Sovjet-Russischen afge
vaardigde opgeworpen kwestie van zooda-
nigen aard was. dat het goed zou zijn
haar op korten termijn naar de subcommis
sie van den voorzitter terug te verwijzen. De
voorzitter verklaarde hierop, dat hem dit
inderdaad de procedure toescheen welke
moest worden gevolgd.
De Portugeesche vertegenwoordiger bracht
in herinnering dat volgens de regelen der
procedure elke beschuldiging schriftelijk
moet worden ingediend en op feiten moet
steunen. Reeds eerder aldus deze vertegen
woordiger. heeft de Sovjet-Russische af
gevaardigde ongegronde beschuldigingen ge
uit.
De Sovjet-Russische vertegenwoordiger
antwoordde hierop, dat volgens de regelen
der procedure elke in de commissie verte
genwoordigde regeering het recht heeft, elke
kwestie, welke betrekking heeft op inbreu
ken op de niet-inmcncings-overeenkomst op
te werpen, zoo er redenen waren te gcloo-
ven, dat dergelijke inbreuken hebben plaats
gevonden. Als deze inbreuken reeds vast
staan, is het niet noodig nieuwe bewijzen
aan te voeren. In het onderhavige geval
heeft de Sovjet-Russische regeering ernsti
ge reden aan te nemen, dat inbreuken1'
hebben plaats gehad en zij heeft daarom
verzocht een onderzoek m te stellen.
Engelsch verkeersvliegtuig te
pletter geslagen. Vier dooden
en een zwaar gewonde.
Gistermiddag om half drie is in de bergen
van Beaujolais nabij Villefranche aan de
Saone een Engelsch watervliegtuig neerge
stort, doordat het in een sneeuwstorm te
recht was gekomen. Het toestel sloeg te plet
ter-
Volgens de eerste berichten, die ontvan
gen zijn, zijn van de zes inzittenden van
het toestel drie om het leven gekomen en
twee zwaar gewond.
Het vliegtuig schijnt tegen een berghelling
te zijn gevlogen. De naam van het toestel is
„Capricornus". Het is een vliegtuig van de
Imperial Airways, dat de postvluchten naar
Indië verzorgde. Het was gistermorgen uit
Southampton vertrokken en zou in Marseil-
le en Cairo landen.
Het watervliegtuig werd bestuurd door
kapt. Paterson. Een der passagiers was mej.
Betty Paterson.
Het toestel had behalve de passagiers ook
nog post en vracht aan boord.
Een Reuter-bericht uit Londen deelt mee,
dat volgens de opgave van de Imperial Air
ways, van de vijf leden der equipage alleen
de radio-telegrafist gespaard is. De andere
vier zijn gedood. De eenige passagiere is
gewond.
Nader vernemen wij nog dat de Capricor
nus, een van de nieuwste vier-motorige 18-
tons vliegbooten is van de Imperial Airways
Een boer uit de buurt heeft de eerste
telefonische boodschap doorgegeven cn spoe
dig was er hulp uit Villefranche en later
zelfs uit Lyon aanwezig.
Van de zes inzittenden zijn er vier op
slag gedood, één is ernstig en één is licht
gewond.
Het hoofdkantoor van de Imperial Air
ways te Londen had eenige uren vroeger
bericht gekregen van een gedwongen da
ling in de rivier de Saöne vanwaar de vlieg-
boot dus blijkbaar is opgestegen toen de
weersomstandigheden een oogonblik gun
stiger leken. Aanvankelijk weigerde men
dan ook te Londen te gelooven. dat de Ca
pricornus verongelukt was maar nadere be
richten van de plaats des onheils lieten
niet meer den geringst en twijfel.
Havas verneemt nog, dat kapitein Pater
son bestuurder was van de vliegboot. Er
was een passagier aan boord mej. Betty
Paterson.
Later op den avond is van de zijde der
Imperial Airways officieel medegedeeld, dat
van de bemanning vier leden zijn gedood.
De marconist bleef ongedeerd. De eenige,
vrouwelijke passagier werd gewond.
Het ongeluk met de Capricornus is het
eerste, zegt de N.R.Ct., dat de Imperial Air
ways beeft getroffen met haar Short Empire-
vliegbooten. de bekende groote vier-moto
rige vliegbooten. Er zijn reeds verscheidene
van deze vliegbooten in gebruik genomen
op het traject tusschen Hythe (Southamp
ton) en Alexandrië, dat loopt via Caudebcc
aan de Seine, Macon ten Noordon van Ly
on. Marseille, Rome, Brindisi, Athene naar
Alexandrië.
De vliegbooten, die 40.000 pond sterling per
stuk kosten, zijn voorzien van vier Bristol-
Pegasus-motoren. Zij zijn met de modernste
navigatie-middclen uitgerust en volgens de
Engelsche deskundigen zijn zij wat inrich
ting van het interieur betreft „the last
word of comfort".
De andere vliegbooten hebben een actie
radius van ongeveer 1200 K.M. en zullen
op den duur gebruikt worden op de z.g.n.
imperiale luchtlijnen naar Zuid Afrika
(eindpunt Durban) en het Oosten, voor-
loopig tot Singapore, later naar Australië
(Melbourne).
De vliegbooten hebben twee verdiepingen.
Zij kunnen normaal 24 passagiers vervoeren
en 1500 kilo vracht (post). Voor nachtvluch
ten bezitten zij accomodatie voor 16 passa
giers.
De vliegbooten zijn zgn. hoogdekkers en
bezitten vleugel-drijvers. De vleugelspanning
bedraagt 84 meter. De lengte 26 meter. De
kruissnelheid bedraagt ruim 250 K.M. p. u.
Ruim een jaar geleden is de firma Short
met de constructie van de serie begonnen.
Een prototype werd niet vervaardigd, want
het gebrek aan materiaal op het traject over
de Middellandschc Zee noopte de Imperial
Airways zoo snel mogelijk de nieuwe vlieg
booten in gebruik te nemen.
De eerste vliegboot, de Canopus, heeft in
den nazomer van 1936 proef gevlogen.
handel van Italië in Etiopië, dat nu immers
een Italiaansche kolonie geworden is.
Engeland steekt Japan de liarid
toe.
Gisteren heeft de Engelsche minister van
buitenlandsche zaken. Eden, naar aanleiding
van de besprekingen in het Japansche par
lement. waarin werd aangedrongen op be
tere betrekkingen met Engeland en China
in het Lagerhuis verklaard, dat de Engel
sche regeering met genoegen kennis heeft
genomen van de verklaring van den Japan
schen minister van buitenlandsche zaken,
waarin deze zijn verlangen naar samen
werking met Engeland te kennen gaf. De
Engelsche regeering wenscht evenzeer de
betrekkingen met Japan te verbeteren. Met
veel genoegen zal de Engelsche regeering
ook iedere verbetering van de betrekkingen
tusschen Japan en China waarnemen, want
zij is van meening dat een gestabiliseerd
en welvarend China, dat in vrede loeft met
al zijn buren van het grootste belang is voor
deze buren en voor de geheele wereld.
De onaantastbaarheid der gren
zen voor 5 jaar gegarandeerd.
Gisterenavond is te Belgrado be
kend geworden, dat het voornaam
ste stuk over de definitieve redactie
waarvan Stojadinowitsj en Ciano
zullen onderhandelen, opdat de on-
derteekening kan volgen, een pact
zal zijn, krachtens hetwelk beide sta
ten elkaar de onaantastbaarheid
hunner grenzen aan de Adriatischc
Zee voor een tijdperk van 5 jaar
waarborgen.
Er wordt echter ook uitdrukkelijk in dit
pact vastgelegd, zegt de corr. van de N.R.Crt.,
dat deze nieuwe overeenkomst noch de ver
plichtingen verdringt, welke voor Zuid-Sla-
vië voortvloeien, uit het pact der Kleine
Entente en der Balkan-Entente, evenmin
als die uit de verbintenissen tegenover den
Volkenbond, noch de verplichtingen van
Italië. Behalve dit voornaamste stuk zul
len er nog vier andere onderteekend wor
den, welke echter meer over detail-kwes
ties loopen.
De adjunct van den minister van buiten
landsche zaken, dr. Pelja, en de perma
nente vertegenwoordiger van Zuid-Slavië te
Genève, dr. Subotitsj, die te Rome over het
nieuwe handelsverdrag hebben gepraat, zijn
gisteren met den tekst van de te sluiten
overeenkomst te Belgrado gearriveerd.
Er zijn redenon om aan te nemen, dat de
inhoud in hoofdzaak overeenkomt met het
accoord tusschen Italië en Oostenrijk.
Geen verplichtingen in strijd met
die der Kleine Entente.
Naar aanleiding van het bezoek van Ciano
aan Belgrado, heeft het kabinet te Boekarest
gisteren uit Belgrado de verzekering der
Zuid-Slavische regeering ontvangen, dat zij
ten hoogste overweegt, met Rome een over
eenkomst te sluiten, gelijk aan het Britsch-
Italiaansche gentlemen's agreement, en dat
in geen enkel opzicht de soliditeit van de
Kleine Entente schaadt.
De officieuze Roemeensche onafhankelijk
heid schrijft naar aanleiding van Ciano's be
zoek aan Belgrado, dat iedere nieuwe vriend
schap, welke een van de in steeds hechter
wordende Kleine Entente verbonden landen
sluit een vooruitgang beteekent in de rich
ting van den vrede. In deze overtuiging acht
de openbare mecning van de landen van de
Kleine Entente de besprekingen, welke te
Belgrado gevoerd zullen worden, dan ook
verheugend.
De „Messagero" waarschuwt
Engeland
De goede betrekkingen met Ita
lië staan op het spel.
Dc „Messagero" schrijft, „dat de toon der
Engelsche pers tegenover Italië de laatste
dagen de grens van het dragelijke heeft over
schreden.
Indien dat zoo doorgaat, loopt Engeland
gevaar, de goede betrekkingen tot Italië, die
men moeizaam uit de puinhoopen van het
economisch beleg weer heeft opgebouwd, met
één slag te vernietigen.
Daar aan deze anti-Italiaansche campagne
de bladen van alle politieke richtingen mede
doen, is er grond, meent de „Messagero'1,
verder, „voor het vermoeden, dat de Hetze
tegen Italië van hoogerhand wordt ge-
wenscht".
Het toezicht op de Spaansche
grenzen
Nederlanders benoemd,
In het communiqué, dat is uitgegeven
na afloop der bijeenkomst van de niet-in-
mengingscommissie, wordt o.m. medege
deeld, dat de benoemingen zijn goedgekeurd
van de Nederlanders Luit. ter Zee tweede
klasse H. C. Ackerman en gep. Kolonel der
mariniers Oclc, tot administrateur onder
scheidenlijk bij het toezicht ter zee te Lis
sabon en de controle te land in de Oostelijke
Pyreneën,
Verhooging benzineprijs met
1 cent per liter
MET 1 CENT PER LITER.
De benzine-maatschappijen Shell, Standard,
Texaco en Sinfina maken bekend, dat de
in Nederland geldende benzineprijzen (met
inbegrip van bijna 8 cent per liter belas
ting) als gevolg van de voortgaande sterke
stijging van de wereldmarkt en van de
zeo-tankvrachten onmogelijk langer op het
huidige zeer lage niveau te handhaven zijn.
Genoemde maatschappijen hebben dan ook
met ingang van heden, 25 Maart, de prijzen
algemeen met 1 cent per liter verhoogd.