Voor den Zaterdagavond 'T HOEKJE OUDERS Bezuinigen een kunst die aangeleerd moet worden. Lett ergreepraadsel Nadenken en over leggen is noodzakelijk door G. C. MEYER—SCHWENCKE. Met een gevoel van onbehagelijkheid zit de familie rondom de tafel in de onvoldoend ver warmde, nagenoeg koude kamer. Ieder zoekt zich warmte te verschaffen met behulp van een mantel, jas, plaid of shawl. Onverwacht bezoek komt de kamer binnen en blijft een oogenblik in dè opening van de deur staan kijken naar de vertooning van fantastisch aangekleede menschen. Met triomphantelijke blik steekt de huisvrouw van wal met hare verklaring: „Ja zie je, ik heb iedere week een spaardag ingevoerd om te bezuinigen op de brandstoffen en dan worden de kachels nagenoeg niet gestookt". De bezoekster heeft eindelijk haar spraak teruggekregen en geeft als haar meening te kennen, dat zij deze wijze van bezuiniging niet deelt. In de eerste plaats bemerkte men bij het binnenkomen in de kamer, dat de versche lucht verbruikt is, het geen niet in het belang der gezondheid kan werken. Vensters en deuren blijven zoo'n „spaardag" hermetisch gesloten en dan daar bij kan de koude kamer, waarin alle genood zaakt zijn te vertoeven, bovendien nog aller lei verkoudheidsziekten in de hand werken, waarvan de genezing heel wat meer kost, dan een dag matig doch voldoende stoken. Hetzelfde geldt voor de verlichting, wan neer uit „bezuiniging" electrische licht sterkte wordt gebruikt. De oogen, die wel licht tot de meest gevoelige deelen van het menschelijk organisme behooren, worden tot het uiterste ingespannen. Als gevolg hiervan doen zich allerlei storingen voor, die medische behandelingen vereischen, waarmede veel meer geld gemoeid is, dan met voldoende ver lichting. Bezuinigen is noodig voor het overgroote meerendeel onzer, doch moet met verstand worden gedaan. Het sparen is een kunst, die vele huisvrouwen zich moeten leeren eigen te maken. Degenen, die door onverstand haar gezondheid en die der gezinsleden verwaar loost, laadt een groote verantwoordelijkheid op zich. Indien bezuiniging op brandstoffen noodig ls, moet men dit overdag doen, wanneer men bezig is met de verschillende huiselijke bezig heden en de lagere temperatuur in de kamers door het in beweging zijn niet aanvoelt, 's Avonds, wanneer men stil zit, moet de temperatuur behaaglijk zijn. Het groote ge brek is tevens, dat vele huisvrouwen meenen te bezuinigen op stookmateriaal door de ramen steeds gesloten te houden. Een kamer, waar, b.v. ieder uur een minuut of vyf een venster geopend wordt, zal gevuld worden met zuurstof en de versche lucht wordt veel spoediger verwarmd, dan de verbruikte. Huisvrouwen klagen vaak over hooge licht- rekeningen, doch hebben zij wel eens nage rekend, wat een electrische gloeilamp met voldoende lichtsterkte per uur verbrandt? Zij zullen dan tot de conclusie komen, dat dit een luttel bedrag is, doch dat de ver keerde keus van lampen, die vaak veel te hoog boven de tafel hangen en goedkoope soorten gloeilampen eigenlijk de lichtrekening zoo veel hooger maken, dan noodig is. Indien men dan tevens boven de gloeilamp een re flector aanbrengt, dan zal het licht nog krachtiger op tafel komen, hetgeen eveneens het geval is met kappen, die met witte zijde zijn uitgevoerd. De moderne wit glazen kap pen zorgen eveneens voor een krachtige ver lichting zonder schaduwen op tafel. Indien de huisvrouw ook moet bezuinigen op de post levensmiddelen, dan zal zij goed doen, zich een tabel aan te schaffen, waar op de samenstelling van de verschillende voe dingsmiddelen is aangegeven. Zy zal dan aan stonds zien, dat winterwortelen, bieten, knol len, koolsoorten en niet te vergeten aard appelen een goede en goedkoope voeding ge ven. Melk, zoowel karne- als taptemelk geeft met rg'st, griesmeel, havermout enz. een uit stekende aanvulling, evenals kaas, dat vleesch kan vervangen. Bruin brood is aanmerkelijk voedzamer dan wit brood, terwijl ook roggebrood veel meer gegeten moest worden dan thans het geval is. Wij hebben slechts enkele dingen genoemd, waardoor bespaard kan worden, doch de huis vrouw, die inderdaad het belang van haar gezin voorstaat, zal geen moeite te veel zijn, om steeds nieuwe wegen te zoeken, die tot een verstandige wijze van bezuinigen leiden. Uien zijn als voedingsmiddel zeer belang rijk, terwijl ze de eigenschap hebben, zuive rend op het organisme in te werken en over vloedige zouten te verwijderen, die dikwijls in de weefsels achterblijven en de gezondheid kunnen benadeelen. Het best werken uien in rauwen toestand en daarom verzuime men nimmer, ze zeer fijn gesneden aan alle mogelijke slaadjes toe te voegen. Bij alle soepen en sauzen kan men wat fijn gesnipperde uien voegen, waardoor de smaak zelfs verhoogd wordt. In kleine hoeveelheden bij koolsoorten gevoegd vóór het opdienen ondervangt men de hinderlijke bezwaren na het eten hiervan. Wees maar niet bang opeten." ik zal je niet Practische wenken. Indien men een weinig glycerine aan stijf sel toevoegt, zal men hij het strijken geen last hebben, dat deze aan het ijzer blijft plakken. Bij het koopen van schorseneeren, moet men erop letten, gave, niet te dikke wortels te krij gen. Indien de ondereinden afgebroken zijn, gaat veel van het melkachtige sap, dat de wortels juist zoo smakelijk maakt, verloren. Dikke wortels zijn vaak oud en houterig. Om te voorkomen, dat zwarte wollen kou sen een roodachtige kleur krijgen, moet men aan wasch- en spoelwater een weinig azijn toevoegen, HOE WORDT BROOD BEWAARD T 1. In de eerste plaats steeds droog, koel en luchtig. Krijgt men het versche, knappende brood nog warm in huis, dan niet onmiddellijk in den trommel doen, aangezien het hierdoor slap wordt en het croquante verloren gaat. 2.Broodtrommels of steenen potten moeten toevoer van lucht hebben. In den trommel kan men het brood best op een houten plankje leggen. Men loopt dan nimmer de kans, dat er een „blik"-smaak aan komt. Kleine broodjes, b.v. voor 's Zondags kunnen in een soepterrine bewaard worden. 3. Broodtrommels moeten iedere week met heet water worden gereinigd, daarna volkomen laten drogen, voor men er weer brood in doet. WASSCHEN VAN KANT. Echte Brusselsche kant schudt men het best in een karaf, gedeeltelijk gevuld met goede vlokkenzeep heen en weer, om ze vol komen schoon te krijgen, zonder dat ze ook maar het minst te lijden heeft; daarna enkele malen lauw spoelwater in de karaf doen en weer schudden om alle zeepresten te verwij deren. Laatste spoelwater opgeloste suiker toevoegen en vervolgens tus9chen doeken ge deeltelijk droog laten worden. Vochtig strijken op de verkeerde kant of opspelden. I Van de onderstaande lettergrepen moeten 17 woorden gevormd worden, welker 1ste letters, gelezen van boven naar beneden, en 4e letters, gelezen van beneden naar boven, een vers regel vormen van Guido Gezelle. Bal, be, bo, brl, co, da, de, de, de, der, dons, e, e, eer, el, en, en, ge, git. god, grip, in, ist, ka, kom, la, last, len, lent, ling, mal, misch, mo, na, ne, ni, no, on, qul, ra, ra, ree, ren, ta, ter, ti, tie, tie, tou, tu, un, va, ve, waar, zij. Omschrijving. 1. Overstrooming. 2. huisdier, 3. Meisjesnaam, 4. Omgeving, 5. Vergiftig bestanddeel van een genotmiddel, 6. bedvulling, 7. geestelijke, 8. aanteekeningen, 9. oordeel, 10. lijden, sukke len. 11. Godloochenaar, 12. zoete wijn, 13. be zadigdheid, 14. gelijkwaardig, 15. inheemsch, 16. afstammeling, 17. Verzwaring. De uitgebreide puzzle van de vorige week bracht niet veel goede oplossingen. Wel zeer veel fouten, en daar waren er by, welke door controle van horizontaal op verticaal niet ge maakt behoefden te worden. De pry's werd toegekend aan: G. JANSEN, L 14| Petten. Wij maken er onze inzenders op attent, dat het voor een goede behandeling, noodig is dat de oplossingen uiterlijk Donderdag v. m. 9 uur in ons bezit zjjn. Hoewel nog ruim voorzien van diverse op gaven, zal de verzorger van deze rubriek gaarne goede kruiswoordraadsels (of andere) ter plaatsing in ons blad ontvangen. Oplossing Kruiswoordraadsel vorige week. Horizontaal. Suez, Koninkrijk, Remi, Kandia, Oostrum, Jena, Ob Invasie, Amusant, Ga, Keg, Kort, Ras, Indo, Mei, Sneb, Nazi, Idee, Geul, Aroe, Kent, Orel, Poes, Mars, E.K., An, Mark, Amazone, Ahorn, Palerao, Jon, Sago, Sta, Boom, Aar, Asyl, De. Er, Opus, K.K. Ik, Den Helder, Nu, Re, Oord, O.g., E.d., Dril, M. W. O., Lien, Ode, Azië, Eté, Bankier, Spad< Zambeslë. Drom, Ra, PI., Smal, Sein, Heft, Moab, Aria, Item, Oase, Snel, KNVB, Nyl, Dorp, Put, Slem, Gei, Ex, Markelo, Avignon, Na, Lord, Coronie, Aeolus, Helm, Stuttgart, Drie. Sabena, Un, Edi, Zink .Oostzee, N.O.Ï., Iser, N.T., Kras, Rum, IJmuiden, Reno, Ent, Ma, Koks, Avon, Jade, Rail, Arak, Snel, Geus, Germany, Aa, Meekrap, Boaz, Inka, Iran, Gore, Eros. Palm, Pajakombo, Snar, Rotter dam, Maos, Porselein, Moskowa, Eg. H.S., Ra, Po, Maurits, Odeon, Breda, Lid, Eng, Ede, Oud, Rondeel, Kiem, Nias, Reeling, Lion, Er, Op, Ed. Z.Z., Emma, Krim, Safe, Epos, Bark, Respect, Lansier, Styx. Hark. Belg, Avenue, Inez, Oord, Au, Lena, Bias, Darm. Port, Tang. Moed, Mol, Lou, Via, Nor, Le, Ot, Li, Is goedkoop inderdaad het „goed-koopst" De groote verscheidenheid van waren stelt hooge eischen aan de kennis der huisvrouw. Zij moet weten, of de levensmiddelen, die zij koopt voor het gewenschte doel geschikt zyn. Het is b.v. volstrekt niet hetzelfde, welke soort aardappelen men koopt, aangezien de eene soort afkookt en men op het koken moet letten, wil men niet de helft met het water weggieten. Afkokers kunnen b.v. uitstekend voor stamppot gebruikt worden, doch anders neemt bij voorkeur blauwputten e.d. soorten. De verschillende gebruiksvoorwerpen, die ook als hulpmiddelen zoo'n groote plaats in de huishouding innemen, moeten eveneens met overleg gekocht worden. Aangezien een huis vrouw niet op ieder gebied zakenkennis kan hebben, moet zij vooral koopen in goed bekend staande zaken met goed geschoold personeel, dat desgewenscht van advies kan dienen. Nemen wij als voorbeeld b.v. alluminium- of emailpannen, die in de meest uiteenloopende prijzen verkrijgbaar zijn en in verschillende kwaliteiten. Goedkoop materiaal heeft veel korter levens duur. Alluminium b.v. krygt spoedig deuken en email, dat volkomen giftvrij moet zijn, splintert spoedig af; blijkt dus, dat men al spoedig tot aanschaffen van andere pannen moet over gaan. Ieder onzer heeft wel eens een raad van een verkooper(ster) in den wind geslagen en is tot een goedkoopere kwaliteit van een of ander overgegaan, hetgeen meestal tot teleur stelling leidde. Komt men dan later met klachten, dan zal men steeds van den verkooper moeten hooren, dat „voor goedkoope kwaliteiten niet ingestaan kan worden, zooals hij trouwens ook bij den koop. heeft gezegd". Wellicht worden vele huisvrouwen door de gedachten geleid, dat de winkelier de duurdere kwaliteiten aanprijst, omdat hy hierdoor meer zou verdienen. Geen enkele bonafide zakenman zal zich echter ooit door deze gedachte laten leiden. Een goed zakenman zal er veel aan gelegen zyn om een kleinere kring van tevreden, vaste afnemers te hebben, dan een groot aantal cliënten, dat na de eerste maal niet meer terug komt .omdat zij teleurgesteld zyn. Het is dan ook voor huisvrouwen van groot belang, dat zij koopen in zaken, waar zij ver trouwen in kunnen stellen en waar rekening gehouden wordt met haar eischen. De verkoo per, die zyn vaste klanten kent, weet waaraan hij tegemoet moet komen, zoodat er een onder ling begrijpen ontstaat, hetgeen zeer zeker in het belang der koopster werkt, zelfs al is men dan niet altyd „het goedkoopst" uit. De Afrikaanse boswachter hebben waar genomen, dat een bosbrand sneller vooruit komt, dan een mens kan rennen. Zelfs een getraind hardloper wordt door het vuur inge haald, omdat het vuur meer uithoudings vermogen heeft. Zondag (Eerste Faaschdag): Crèmesoep Ossenhaas met doperwten en worteltjes; Aardappelen; Caramelpudding. Maandag: (Tweede Paaschdag): Kop soep; Ossenhaas, princesseboonen; Aardappelen, Blanc manger. Dinsdag: Cornedbeef met tomatensaus; Groene kool, aardappelen; Rystommelet met appelmoes. Woensdag: Runderlappen; Brusselsch lof, aardappelen, Vruchtengriesmeel. Donderdag: Tuinboontjes met ham; Aard appelen; Wentelteefjes met jam. Vr(jdag: Magere groentensoep; Ryst met garnalen; Tomatenpuree en roereieren; fruit. Zaterdag: Rookworst; Stamppot snijboo- nen en witte boonen; Karnemelksche pap. Caramel-pu ddln g. 200 gram licht basterd, 6 eieren, 6 blaadjes witte gelatine. De eieren zijn op het oogen blik vry goedkoop, zoodat wij nu eens een fijne caramel-pudding kunnen maken. De eierdooiers kloppen met ongeveer 2 h 3 eetlepels suiker, tot ze geheel en al schuimig zyn; daarna werden de eiwitten geklopt en door de eieren heen geroerd. De overige sui ker doen wij in een klein ijzeren pannetje en laten wjj staan, tot ze lichtbruin van kleur is, vooral moeten wy oppassen, dat ze niet te donker wordt, want dan krijgt de pudding een onaangename bittere smaak. Is de cara- mel klaar, dan wordt ze verdund met een scheut water en lepel voor lepel by do ge klopte eieren gevoegd, onder voortdurend roe ren; daarna wordt de in koud water geweekte gelatine, die in een klein half kopje heet water is opgelost, erby gevoegd en blijven we verder kloppen, totdat de pudding al eenigs- zins dik begint te worden en in den vorm kan worden gedaan. We presenteeren by deze pud ding een vanille- of een roomsaus. (2 dl melk, 2 dl room, 1 eetlepel custardpoeder. 40 gram suiker). De melk brengen we aan de kook met de room, voegen daarna de suiker en de vanillesuiker by en het laatste de aange mengde custardpoeder, waarna we alles nog even laten doorkoken. Inplaats van room kunnen wy 4 dl melk gebruiken, maar dan voegen wy één eier dooier by de saus. Rystommelet met appelmoe*». 1 kopje ryst, 2 kopjes water, zout, 3 eieren, byna 1 ons suiker, 75 gram boter, 1 thee- dersuiker. lepel kaneel, appelmoes, 60 gram bloem, poe- We kunnen de ommelet maken van over gebleven ryst en hebben dan ongeveer 300 gram rijst noodig, doch kunnen ook één kopje ryst koken met wat zout en twee kopjes wa ter. We roeren de eierdooiers met de suiker en kanaal tot een gelijke massa, waarbij wy lepel voor lepel de gezeefde bloem doen, daar na de ryst en tenslotte het styfgeklopte eiwit. In een koekepan smelten wy 3/3 van de boter, laten ze warm worden en doen hierin 1/3 van de rijst, die wy evenals een panne- koek aan twee kanten bruin bakken, daarna op een schotel laten glijden, die op een pan Tob nooit hoekje Vasthoudendheid en koppigheid. Het eerste behoort by iedere persoonlijkheid. Het tweede is een wapen der zwakken. Nemen wij aan: U wilt iets. Hoe diep en hoe echt is dat willen? Is het slechts een opwel ling, die uitgevoerd zal worden indien er toe vallig niets in den weg komt maar die, zoodra zich het geringste oezwaar voordoet, het aan-, tal Uwer onuitgevoerde en lang vergeten plan nen met een zal vermeerderen? In dat geval kan men nauwelyk3 spreken van willen; er is slechts sprake van een toe vallig ontstane en zeer zwakke wensch. Maar wie werkelijk iets wil, die heeft rijpe lijk het voor en tegen van zijn plan o-erwogen, en die is met zichzelf overeengekomen, dat de daaraan verbonden moeite en een eventueel risico de moeite waard zijn. Wij moeten er in het leven op voorbereid zijn, dat wat wij ook ooit willen, er altyd menschen zullen zyn, -omdat zij andere idealen hebben dan wij en een ander standpunt inne men. Betreft het een kwestie van ernstig willen, dan zullen wy in staat zijn hun argumenten te weerleggen en hen uit te leggen, waarom wy van plan zyn, in spijt van de door nen geop perde bezwaren onze zelf-vastgestelde ge dragslijn te vólgen en geen ander. Een persoonlijkheid bereidt elk plan behoor lijk voor, en wanneer hij zoover is, dat hij het werkelijk gaat uitvoeren, is hij ook bereid en in staat om aan verschillende moeilijkheden het hoofd te bieden. Hij is vasthoudend, omdat hij weet, dat het de moeite waard is om vol te houden, zelfs wanneer zich méér moeilijkheden met heet water warm gehouden en bedekt wordt met een laag appelmoes. De beide an dere ommeletten worden op dezelfde wijze gebakken, zoodat we krijgen drie ommeletten met twee lagen appelmoes, terwijl de laatste ommelet dik bestrooid wordt met poeder suiker. Ryst met garnalen, tomatenpuree en roereieren. 200 gram rijst, 1 busje tomatenpuree, 300 gram garnalen, 50 gram boter, 6 eieren. De rijst wordt met zout op de gewone ma nier gaar gekookt en daarna nog even na- gestoofd met de boter en de tomatenpuree. Een vuurvaste schotel wordt met boter be streken en met paneermeel bestrooid. De helft van de rijst, waardoor de in heet water gewasschen en goed uitgelekte garna len zijn gemengd, wordt hierin overgebracht, daarna volgt een laagje roereieren en ten slotte de rest van de rijst, het geheel wordt bedekt met paneermeel en klontjes boter en in den oven geplaatst om een bruin korstje te krijgen. voordoen dan aanvankelijk waarschijnlijk leek. Een persoonlijkheid geeft zich slechts dan gewonnen, wanneer hij ziet dat door een reeks van onvoorziene omstandigheden een plan ge heel en al onuitvoerbaar geworden is. Hij vecht niet tegen windmolens, en kan, wanneer dit noodig is, royaal en openlijk iets opgeven, omdat hij weet dat de mislukking niet te wijten is aan gebrek aan inspanning of vol harding zijnerzijds. Maar hij is te verstandig om niet te willen zien, dat iets onmogelijk kan zijn, en hy ver andert van koers zoodra hijzelf inziet, dat dit werkelijk verstandiger en beter ls. Geheel anders is het met de koppigheid. Koppigheid is een typisch bewijs van zwak heid; men zal koppige menschen ook altyd zien doordrijven in kleinigheden terwijl ze in belangrijke dingen zeer onverwacht en zonder eenige noodzaak den moed laten zakken en opgeven. Bij hen geldt niet de overweging: „ik geloof nog dat dit het beste is, en daarom houd ik vol", maar: „ik heb nu eenmaal gezegd, dat ik het zoo zou doen en dat moet nu ook maar". Meestal zullen ze niet in staat zijn, om hun gedragslijn te verdedigen. Alles wat men te hooren krijgt is: „ik doe het toch". En ze zijn in staat, om heel wat tijd en energie te verspillen aan een verloren zaak. Weest vasthoudend, maar niet koppig. Zet door, dat is prachtig, maar slechts déér waar een weloverwogen plan de moeite loont en waar een redelyke kans van slagen is". Er schuilt niets oneervols in de bekentenis: „ik heb het verkeerd beoordeeld, het moet toch anders". Dat is zelfs eervoller en praktischer dan het voorthollen op een weg. waarvan wij weten, dat die dood loopt, al willen wij het niet toe geven. Dr. JOS DE COCK. VOOR DE KINDERGETLTGENISSEN. Het komt herhaaldelijk voor, dat van een bepaalde gebeurtenis uitsluitend kinderen ge tuigen geweest zijn. Betreft het een misdrijf, dan staat de rechter voor het feit, Jat hy op grond van de getuigenissen, afgelegd door kinderen, zyn vonnis moet vellen. En nu we ten wij allen heel wel, hoe onbetrouwbaar vaak kindergetuigenissen z$n terloops op gemerkt: ook die van volwassen blijken aan hetzelfde euvel dikwijls mank te gaan!- Nu moet men niet denken, dat een kind be wust oneerlijk is, wanneer het een getuigenis aflegt, welke ons zeer verdacht voorkomt en bij dieper navragen ook onwaar blijkt. Heel dikwyls is het zoo: het kind is stellig over tuigd, dat het waarheid spreekt, doch heeft de gebeurtenissen, waarover het getuigt, niet zuiver waargenomen. Waaraan moet een getuigenis voldoen? Het moet de zuivere weergave zijn van hetgeen gebeurd is. Maar nu vraag ik u, volwassen, kunt gy een voorval,- waarvan gij getuige waart, zuiver weergeven? Zijn uw herinne ringsbeelden zuiver? Verleden week toonde ik mijn leerlingen een cent. Nadat zij deze munt bezien hadden, vroeg ik hen langs myn neus weg, waar het gat nu wel zat in dit geldstuk. En weet u, wat het resultaat was van deze zonderlinge vraag? Dat er verscheidene kinderen van ge dachte waren, dat in dit geldstuk inderdaad een gat was! In een ander leerjaar nam ik de proef met het mes op de tafel. Eerst liet ik gedurende een uur een mes op de tafel liggen, toen nam ik het weg. Op mijn vraag, wat er op de tafel gelegen had, wist geen enkel kind een antwoord te geven! En toch waren zy allemaal bij de tafel geweest om hun werk te laten zien! We kunnen deze voorbeelden met talryke vermeerderen om aan te toonen, hoe gebrek kig wij waarnemen en hoeveel fouten wy by het waarnemen maken. De waarde van een getuigenis berust op deze onderstellingen: 1. Er moet goed waargenomen zijn. Hier door bestaat de kans, dat het herinnerings beeld bewaard blijft. 2. Het herinneringsbeeld moet gedurende een vry langen tyd zuiver en ongewyzigd be waard blyven. 3. Het getuigenis moet een reproductie zijn van het herinneringsbeeld. Laat ik elk dezer drie eischen eens nauwkeuriger bekijken. Er moet goed waargenomen zyn. Boven zei ik reeds hoe moeilijk dit is. Goed waarnemen doen eigenlyk maar weinigen. Wanneer een gebeuren eenvoudig is en op ons terrein ligt, dan valt het waarnemen minder moeilyk dan wanneer het iets betreft, dat ons totaal on bekend is. Een gecompliceerde autobotsing bijv. wordt niet zoo maar goed waargenomen! Men meent wél eens, dat een waarneming eigenlyk te vergelyken valt met het maken van een foto-opname. Doch dit is allerminst het geval. Het herinneringsbeeld is geen foto grafisch zuiver beeld. Daar mankeert nogal wat aan! Het herinneringsbeeld van een waarne ming is meestal een chaotisch complex van gewaarwordingen, waaruit we met behulp van onzen geest een geordend beeld maken. ,Deze werkzaamheid geschiedt vaak onbewust. Zij is onderhevig aan de reeds in den geest aan wezige voorstellingen. Dat hierbij dus fouten gemaakt kunnen worden, spreekt haast van zelf. Ik spreek nu nog van volwassenen. Maar hoe moet het uan bij kinderen wel niet ge steld zijn. Dikwijls gebeurt het. dat we iemand ont moeten, die ons ziet, doch niet opmerkt. Dit verschijnsel komt veelvuldig voor en behoeft absoluut geen opzettelijke onwelwillende hou ding te zijn van zoo iemand. Ik heb dikwijls vrienden ontmoet, welke ik stellig gezien heb, doch niet opmerkte. Verdiept in gedachten drong de herkenning niet tot mij door. Wat doen wij echter? Onze eerste gedachten zijn in zoo'n geval: „Wat zou ik hem gedaan heb ben, dat hij mij niet wenscht te kennen (te zien) We gaan in dergelijke gevallen con clusies trekken, die absoluut ongemotiveerd zijn en in onze waarneming eigen voorstellin gen inlassen. Men ziet dus: eisch I is wel zeer moeilijk! Hetzelfde is het geval bij de twee andere. Daarover een volgende maal. CITAAT. ..Elke stad en elk dorp moest voor de jon genswereld een eigen, gemeenschappelijke speelplaats hebben; de vruchten die daaruit voor de gansche gemeenschap zouden voort vloeien, zouden heerlijk zijn; want de spelen zijn op dezen ontwikkelingstrap zooveel mo gelijk gemeenschappelijk en ontwikkelen zoo den zin en het gevoel voor het gemeenschap- pelyke. en de wetten en eischen, die daaruit volgen." T. Fröbel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 13