De textiel-tentoonstelling in Berlijn
DE DRIE MUSKETIERS
Symbool van het vierjarenplan
Inbraak te Heumen
Burgemeester
hebbelijkheden
Van 24 Maart tot 11 April vindt te Berlijn
de groote „Rijkstentoonstelling'' van de
Duitsche textiel-industrie plaats. De nieuwe
hallen van de messestad III tot en met VIII
zijn in een textielstad herschapen. Het is
een tentoonstelling, die min of meer het ka
rakter van 'een jaarbeurs draagt. De textiel-
nijveren gaan er heen, om zaken te doen.
Maar het groote publiek komt enkel kijken.
Deze tentoonstelling dient tevens tot sym
bool van het vierjarenplan.
Het vierjarenplan geeft de Duit
sche textielindustrie de grond-
stoffenvrijheid terug, welke zij
eenmaal bezat."
„Grondstoffenvrijheid" is er de leus.
Inderdaad is er een tijd geweest, dat
Duitschland zelf de grondstoffen voor zijn
kleeding bezat. Dat. is echter lang geleden.
Het was in den tijd, toen Duitschland nog
een landbouwstaat was en de nijverheid
meest huisindustrie kon worden genoemd.
Toch bedroeg in 1865, om een voorbeeld te
geven, het aantal schapen in Duitschland
30 millioen stuks, de lammetjes nog mee
gerekend. Er wordt nu naar gestreefd, het
oude aantal weer te krijgen. Het is het, te
genwoordig bewind reeds gelukt., het aan
tal schapen met 50 pet. te vermeerderen. 4.5
millioen is reeds bereikt en aan het einde
van het vierjarenplan hoopt men 10 tot 12
millioen schapen te bezitten.
Steeds meer vlasvelden.
Zoo is het. ook met het vlas. In het jaar
1850 bedroeg de met vlas bebouwde opper
vlakte 250 duizend H.A. In 1032 waren nog
slechts 4600 H.A. in Duitschland met vlas
bebouwd. Het tegenwoordige bewind wist
echter de vlasakkers reeds in 1036 tot, 40.000
H.A, op te voeren. Dit jaar zal Duitschland
60.000 H-A. vlasvelden hebben! Hiermee zal
de vlasbehoefte van de Duitsche nijverheid
voor 70 zijn gedekt, terwijl in het jaar
1027 slechts 20 van het benoodigde vlas
uit het binnenland kwam.
Maar wol en vlas zijn slechts twee grond
stoffen, Katoen is in Duitschland niet te
verbouwen. Deze grondstof moet, hetzij in
Amerika, hetzij in Egypte of waar dan ook,
worden gekocht. En aangezien de deviezen
schaarsch zijn, is het duidelijk, dat Minis
ter-President. Göring en zijn helpers den
katooninvoer tot een minimum trachten te
beperken.
De „celwol" doet haar intrede.
De nieuwe tijd schiep nieuwe
spinstoffen. Kunstzijde en „celwol",
ziehier de twee produoten, die
Duitschland, naar men hoopt, van
de buitenlandsche wol- en katoen*
markt onafhankelijkheid zullen ma
ken!
De uitbreiding van de kunstzijde-industrie
is inderdaad sensationeel. Thans doet de
kunstwol „celwol" heet zij thans in
Duitschland officieel haar triomftocht.
Kunstzijde wordt eigenlijk reeds een hal
ve eeuw vervaardigd. Eerst sedert den oor
log werd kunstzijde een dusdanig handels
artikel, dat de natuurzijde erdoor op den
achtergrond raakte.
Ook de „celwol" om dit woord nu maar
te gebruiken, is eigenlijk geen nieuwe spin-
stof. „Celwol" werd reeds voor 20 jaar ver
vaardigd en wel onder verschillende namen.
Oorspronkelijk was kunstzijde een surro
gaat., een hulp-, een noodproduct. Later
bleek, dat. kunstzijde op verschillend gebied
de natuurzijde overtrof. En de Duitsche
staathuishoudkunde hoopt nu, dat dit met
de kunstwol eveneens zoo zal gaan: als
Weefstoelen vragen de aandacht,
In hal VI bevindt zich de ultuur-histori-
sche tentoonstelling. Hier ziet men oude
Duitsche textielkunst, veelal uit musea af
komstig. Er is ook een weefstoel uit het
bronzen tijdperk te zien. Hoe oud mag
toch de uitvinding van den weefstoel zijn?
In het bronzen tijdperk is er geweven,
dat staat vast. Wij zien een „gewichtsweef
stoel", zooals deze thans nog na zes en
dertig eeuwen op boerderijen in Noord-
Zweden voorkomt! De weefstoel uit het
bronzen tijdperk is niet „echt". Het is maar
een model. Maar een model, dat van het
oorspronkelijke niet verschilt.
Droegen de Germanen werkelijk
dierenhuiden?
Nu komt even de politiek om den hoek
kijken. Ons wordt duidelijk gemaakt, dat
onze Germaansche vaderen geen berenhui-
zien wij eenige kleedingstukken, die een
groote overeenkomst hebben met de klee
ding van het oogenblik. Moeten wij verder
op dit prospectus afgaan, dan krijgen
vooral de Nederlanders en Neder-Duit-
schers een mooi cijfer: de menschen, die
eens de Neder-Duitsche gewesten bevolkten,
hadden voor 30 eeuwen al zin voor doel
matigheid en eenvoudige schoonheid!
In het cultuur-historisch gedeelte van de
tentoonstelling zien wij dan verder, hoe de
boeren in de 14de eeuw weefden. Zeer
mooi zijn Oost-Pruisische dubbele weefsels
uit dien tijd; zij zijn in goeden staat geble
ven.
In de „glasgalerij" krijgen wij ten slotte
de voortbrengselen van de moderne Duit
sche nijverheid te zien. Hier zijn prachtige
stoffen tentoongesteld, die werkelijk een
symphonie van kleuren zijn, waar de vrou
wen der schepping haar hart aan ophalen
en de mannen... de hand op den zak hou
den.
Drieduizend jaren textielcultuur. De
cultuur-historische afdeeling.
noodproduct geboren, zal het wellicht eens
een artikel worden, waartegen noch de na-
tuurwol. noch de katoen zal kunnen con-
curreeren.
Het is een feit, dat de „celwol" een tri
omftocht begonnen is, niet alleen in
Duitschland, maar ook in andere textiel-
landcn. In de periode van 19:32 tot 1936 is
de „celwor'-wereldproductie van 10 millioen
Kg. tot 140 millioen Kg. gestegen! De Duit
sche „celwol"-Rroductie bedroeg in 1932 3
millioen Kg.; in 1936 was zij tot 42 millioen
Kg. opgeloopen; dit, jaar zal deze productie
vermoedelijk 100 millioen Kg. bereiken. Be
halve Duitschland hebben vooral Italië, Ja
pan. Frankrijk en de Ver. Staten zich op
de „celwol"-productie geworpen. In Ameri
ka geeft men „celwol" reeds den eerenaam
„de sensatie van 1936".
Op de tentoonstelling is natuurlijk een
bijzondere hal voor de „celwol" ingericht.
Men ziet het geheele productieproces. Groo
te machines draaien en stampen. Wij, met
ons ondeskundig oog, staan verbaasd, maar
begrijpen het proces niet, al hebben wij
onze zakken met celwol van allerlei soort
volgestopt.
den hebben gedragen. Reeds in de oudste
Germaansche tijden werd vlas verbouwd. De
menschen droegen ook toen reeds geweven
kleeren.
Tijdelijk leverde hazen de spinstof. Om
streeks 200 na Christus waren de Germa
nen, zoo lezen wij in het prospectus, ware
meesters der weefkunst. Uit dezen tijd
Chaos. Geld weg.
In den vorigen nacht is ingebroken in de
villa van de familie van de L. aan den Mo
lenhoek te Heumen, bij Nijmegen. Drie ka
mers werden overhoop gehaald. Een bedrag
van honderdvijftig gulden, benevens een
aantal artikelen, een waarde vertegenwoor
digende van ëënigè honderden guldens, wer
den meegenomen. De familie was afwezig.
De politie stelt een uitgebreid onderzoek
in. Tot heden heeft men nog geen spoor van
de daders gevonden.
«jUSST,
91.
EEN HANDIGE JONGEN.
Dankbaar voor dezen goeden raad nam
cfArtagnan afscheid en ging regelrecht naar
de stallen. Daar vond hij Planchet, die de
paarden verzorgde.
„Mijnheer, het is goed, dat U eindelijk
komt. De gardekapitein van den kardinaal
is intusschen in eigen persoon hier ge
weest".
„Wat? Wilde hij me arresteeren
,Ik geloof het wel, maar ik zeide dat U
op reis was."
„Dat was goed. Planchet."
„Ja, ik dacht zoo bij me zelf, dat als U
werkelijk zin had om met den kardinaal te
gaan spreken, U immers nog naar hem toe
kon gaan en mij van leugen betichten. Ik
ben immers f?ecn edelman."
„Kalm maar. Planchet, ik behoef je dit
keer niet tot leugenaar te stempelen, we
reizen namelijk binnen liet kwartier af."
92.
DE WAARD VAN AMIëNS.
Om voorzichtigheidsredenen verlieten heer
en knecht dit, keer langs verschillende we
gen Parijs, om elkaar in St. Denis weer te
treffen. Omdat d'Artagnan in het bijzonder
ongerust was over Athos' toestand, reden
ze direct naar Amiëns', waarbij ze echter
zooveel mogelijk de hoofdwegen vermeden.
Met een angstig voorgevoel overschreed
d'Artagnan den drempel van „De gouden
lelie" en nam onmiddellijk den waard
scherp in verhoor. Deze had echter zijn
praatje wel klaar. De menschen van den
kardinaal hadden hem bedrogen en de poets
die ze hem gebakken hadden, was hem
erg slecht bekomen. Athos was nog steeds
bij hem en zijn aanwezigheid had den ar
men waard angstig dicht bij het faillisse
ment gebracht. De wonderlijke gast. had
zich namelijk in den kelder opgesloten,
waar hij en zijn knecht zich tegoed deden
aan wijn en opgeslagen hammen.
Het confectiepakje ontstaat op den
„loopenden band".
Het is een mooie tentoonstelling, waar de
Ncderlandsche textielman veel van zal kun
nen leeren.
VREEMDE DINGEN UIT
VERRE STREKEN.
Calvinisme in Zuid-Limburg.
Burgemeesters hebben vervelende bevoegd
heden. Zij kunnen, als zij daar zin in heb
ben, plotseling een tooneelstuk verbieden,
zij krijgen op een ongelegen moment tegen
zin in dansvloeren of vaardigen middenin
het badseizoen een discreet decreet uit,
waardoor den gemiddelden mensch een deel
van zijn zwemplczier ontnomen wordt. Over
het algemeen is het publiek wel gehouden,
zich bij de hebbelijkheden van zijn burger
vaders neer te leggen. Als Papa niet danst,
mogen ook de voeten der kinderen niet van
den vloer; wanneer Papa aanstoot neemt
aan een bepaald tooneelstuk, met óók het
kroost niet gaan kijken, om van de bassin-di
lemma's maar niet eens te spreken
De kinderen komen in opstand; zij adres-
seeren, telegrafceren, propageeren, a- en rea-
geeren, r- en dupliceeren, doch de prac
tijk is, dat zij meestal géén gelijk krijgen.
Dan wordt de verboden vrucht in het ge
heim geplukt en het genot is er te zoeter
om.
Zoolang de openbaarheid maar onberis
pelijk blijft en daarmee het prestige van
stads- of dorpshoofd bewaard, is het de
vroedschap wél.
Dit schijnfatsoen wordt allerduidelijkst
gedemonstreerd in de zeden van de Maas-
trichtsche bevolking. Streng zijn in het
Roomsch-kerkelijk Zuiden de bepalingen,
waaraan de geloovige Limburger zich heeft
te houden.
Hoewel levensvreugde en godsdienstigheid
voor den Zuid-Nederlander geen tegenstel
lingen zijn en hij, zooals vele Katholieken
in het Noorden trouwens ook, een benij
denswaardige levensharmonie bezit, hebben
de geestelijken toch heel wat calvinistische
staketsels voor hem opgetrokken.
Het stadsbestuur van Maastricht heeft
daarbij altijd ijverig medegeholpen. De
amusement-verbodsbepalingen zijn legio en
hebben meerdere malen een conflict veroor
zaakt tussohen uitgaand Maastricht en het
stadshoofd.
Vele tooneelstukken en films waren ver
boden waar; een anti-danscampagne werd
gevoerd; gemengd zwemmen in de Maas
was ontoelaatbaar. Wat deden nu de on
deugende Maastrichtenaren? Toen het mo
derne wegverkeer de grenzen van België en
Duitschland voor bijna iedere beurs opende,
staakten zij hun oppositie tegen den stren
gen stadsvader en plukten elders de ver
boden vrucht! De tooneelstukken, waarvan
zij in hun geboorteplaats niet genieten mo
gen, gaan zij in drommen naar Aken, Brus
sel en Luik zien! De films, welker aanblik
demoraliseerend op hun geest zou werken,
bekijken zij in koelen bloede over de gren
zen. De Maas wordt met den nek aange
keken en men spartelt „gemengd" in de
plassen van de Kempen en de provincie
Luik! Het dansje wordt in Duitsche en Bel
gische gelegenheden gemaakt en al deze
clandestiene genoegens worden niet door 10
of honderd Maastrichtenaren gesmaakt,
neen, duizenden maken zich aan deze
eigenzinnigheid schuldig, zoodat de amuse-
ments-uittocht uit Limburg's hoofdstad lang
zamerhand een demonstratie geworden is
tegen de strengheid van het gemeentebe
stuur. Een soort contra-reformatie.
Het. ergste is, dat het goede Nederlandsche
gold in liet. buitenland wordt uitgegeven en
de stedelingen a.h.w. gedwongen zijn, hun
eigen veste te kort te doen!
Op het, oogenblik is Maastricht burge
meesterloos. De laatste burgemeester, Mr. J.
L. B. v. Oppen heeft onlangs afscheid geno
men. Men weet nog niet, wien het stads
bestuur zal worden opgedragen. In ieder ge
val zal het. moeilijk zijn, een man te vin
den, die van geven en nemen weet. Die niet
te streng is en niet te mild, een soort pa-
ter-op-dansschoenen.
Wij weten niet, of de mannen en vrouwen
uit Maastricht in afwachting van de komst
van hun nieuw gemeentehoofd, in zwem
pak de Maas gaan bezetten. Het gevaar,
dat deze- schoone rivier uit boosheid over
die wandaad, zou gaan wassen, is niet
denkbeeldig! De Maastrichtenaren zouden
dan op de oevers gespoeld worden en een
onverbeterlijk entrée vormen voor den nieu?
wen zedemeester.
De landbouwcrisismaafregelen ia
boekvorm
Bij de behandeling van de begrooting
van het landbouw crisisfonds voor het jaar
1937 in de Tweede Kamer, heeft de minis
ter van Landbouw en Visschcrij medege
deeld, dat te verwachten was, dat het eerste
deel van deze geschiedenis omstreeks het
voorjaar 1937 gereed zou zijn.
Naar wij thans vernemen, is dit eerste
deel kort geleden gereed gekomen en den
Minister aangeboden. De minister heeft een
dezer dagen opdracht gegeven tot publicatie
van dit eerste deel over te gaan. De uitgave
zal door de algemeene landsdrukkerij ge
schieden, waar het hoek thans in bewer
king is. Het eersle deel omvat, behalve een
algemeene inleiding, de geschiedenis van
de totstandkoming en werking van de
eerste steunmaatregelen, n.1. die ten behoe
ve van de suikerbieten, fabrieksaardappelen,
tuinbouw, bloembollen, bloem- en boom-
kweekerij, vlas, pluimveehouderij, rogge en
griend en riet.
Het tweede deel, waaraan thans op het
departement, van Landbouw en Visscherij
wordt gewerkt., zal omvatten de tarwewet,
de crisiszuivelwet en de crisis-varkenswet.
Hervan is reeds een deel, n.1. de geschiede
nis van de tarwewet, gereed.
Ernstig oogeiuk te Loosdrechf
Twee paarden botsen.
Man komt onder mestwagen.
Gistermiddag omstreeks twaalf uur IsJ
een op hol geslagen paard opgebotst tegen
het paard van den voerman D. J. Aalberls.
De heer Aalberls viel door den schok van
den bok en kreeg beide wielen over het
lichaam. Met ernstige verwondingen is het
slachtoffer naar een nabijgelegen boerderij
gebracht van waar hij, nadat geneeskun
dige hulp was verleend, naar het Diacones-
senbuis te Hilversum is overgebracht. Zijn
toestand is hoogst ernstig.
De heer Aalbers, die in Loosdrecht
woont, was met zijn met paard bespannen
wagen welke geheel met mest was beladen,
op weg naar het land in den Boomhoek te
Nieuw-Loosdrecht, toen uit een zijweg een
op hol geslagen paard kwam geloopen.
Dit dier vloog in volle vaart tegen het. paard
van Aalberts op met bovenstaand noodlot
tig gevolg.
Verbod wapenuitvoer naar
Spanje
Koninklijk Besluit uitgevaardigd,
In de Staatscourant wordt heden
bekend gemaakt een op de uitvoer-
verbodenwet van 1935 gebaseerd K.
B. van 30 Maart 1937, houdende
het verbod van uitvoer van wapen
tuig bestemd voor Spanje.
Van bevoegde zijde wordt er de aandacht
op gevestigd dat, de Nederlandsche regeering
reeds onmiddellijk na het uitbreken van de
vijandelijkheden in Spanje van de haar
krachtens de vuurwapemvet van 1919 en uit
anderen hoofde beschikbare middelen
heeft gebruik gemaakt om den uitvoer van
wapentuig, waaronder ook luchtvaartuigen,
bestemd voor Spanje te beletten.
Aangezien het echter, mede met het oog
op den langen duur-der vijandelijkheden in
Spanje, wenschelijk is gebleken, de afslui
ting van dezen uitvoer, bestemd voor
Spanje, nog hechter te maken, is thans het
hierboven genoemde K. B. uitgevaardigd,
Het K. B. treedt heden in werking.
Redacteur van „De Baanbreker"
ging zich te buiten
blad
Wegens beleediging van het openbaar
gezag heeft W. S., redacteur en uitgever
van het revolutionair-socialistische
„De Baanbreker", terecht gestaan.
In dit orgaan had hij een artikel ge
plaatst, getiteld: „Hoe de Sliedreclitschei
werkloozen worden uitgezogen".
Voorts had hij op een vergadering van
de rev. soc. arbeiderspartij gezegd, dat de
Eerste Kamer „een vcrmold en aftandsch
college was."
Voor het eerste feit werd S. door het hof
veroordeeld tot een voorwaardelijke gevan
genisstraf van zeven dagen met een proeftijd
van drie jaar en een geldboete van f 25.-
subs. 25 dagen hechtenis.
Van het tweede ten laste
werd hij vrijgesproken.
feit
Inbrekers op heeterdaad
betrapt
Dienstbode hoort onraad.
Zondagavond ruim 9 uur ontdekte de
dienstbode van een familie aan de Nieuwe
Parklaan te Den Haag, dat twee jongeman
nen het huis aan de achterzijde binnenslo
pen. De dienstbode, die alleen thuis was,
begaf zich door de voordeur naar de buren
bij wie onmiddellijk de politie werd opge
beld. Reeds enkele minuten later waren
cenige recherchers ter plaatse, die de in
brekers, terwijl zij in de woning nog aan
het snuffplen waren en nog geen gelegen
heid hadden gehad, iets van hun gading
weg te halen, betrapten en arresteerden.
De beide insluipers, goede bekende van
de politie, zijn in verzekerde bewaring ge*
steld.