Plaatselijk Nieuws. De Mondscliein-sonate O vertollig haar Terlep's Drogisterij Arrondissements rechtbank te Alkmaar De Langendijker Groenten- Centrale in 1936 Problemen van bet kankeronderzoek op gezicht, armen en beenen verdwijnt onmiddellijk door DULMIN ONTHA- RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk. Prijs per tube 75 cent. Hoogzijde Schagen „PYGMALION" VOOR DE SCHAGER KUNSTKRING, IN THEATER ROYAL. De Schager Kunstkring heeft een zeer goeden greep gedaan met „Pygmalion" van Bernard Shaw, door de Amsterdamsche Tooneel vereen iging. Als wij dit stuk gezien hebben, weten wij niet, wien wij méér dank verschuldigd zijn: den schrijver, die de diverse figuren met een volmaakte consequentie in het le ven geroepen heeft, óf de spelers, door wie de verschillende types gaan hèrleven. Want Pygmalion, het psychologisch blij spel, met den overvlocdigcn dialoog, kan niet over het voetlicht komen dan met een uiterste krachtsinspanning van elk der ac teurs. een warme inleving in het wezen der personen, die zij te verbeelden hadden. In dien de leden van de Amsterdamsche Too- neelvereen. aan de ziel van Shaw's men- schen waren voorbijgegaan, zou het stuk nooit den frappanten indruk hebben kun nen maken, dien het al zoo vaak en Maandag in Schagen heeft gemaakt. Het is vooral Charlotte Kohier, die met haar onvergetelijke creatie van 't bloomen- meisje Eliza de geboeide aandacht der toe schouwers zelfs van den anderen hoofd rol .door Albert van Dalsum vertolkt, weg leidt op haar fascinecrcnd figuurtje. Eliza, het rauwe volkskind, is een pracht-creatie geworden. Spel, costuum en grimage heb ben één toon van achterbuurtsgrauwheid aan het bloemenmeisje gegeven; het gore schepseltje; dat bijna bestiaal getinte hoopje mensch. wordt door Charlotte Köhler een boeiende comedie-figuur. De groote actrice drèègt het tooneel. Zij heeft de geweldige expansie van kunnen, die groo- ten acteurs eigen is. Bracht zij ons eerst tot onbedaarlijke vroolijkheid als klein lec- lijk straatmeisje, is ze in haar metamor- phose van groot-hertogin een kostelijke co- mediantc, in haar derde „rol", die van ver smade vrouw, ontroert ze ons door de zuiverheid waarmee ze het eigenlijke wezen van het bloemenmeisje weergeeft. Dan is ze van een innerlijk stralende schoonheid, waarop ze echter niet ten koste van senti ment of ijdelheid. vegeteert. De terugkeer van Eliza tot oer-staat van onontwikkeld volkskind, wordt met groote elasticiteit gegeven en Charlotte is er ons weer te liever om. Ja, zij draagt, het. tooneel. doch hulde komt ook toe aan Albert van Dalsum voor zijn weergave van den komischen professor Henry Higgins. De fantastische persoon van den klankleerprofessor krijgt het pelief, dat. Shaw zijn schepselen niet heeft willen onthouden. Als derde groote rol zij nog gememoreerd Alfred Doolittle. de vuilnisman, die, ge speeld door Louis van Gasteren, niet weinig bijdraagt tot de hoeveelheid lachtranen van het publiek. De andere spelers gaven eveneens een bevredigende vertolking van hun rollen. Een prachtig stuk boeiend en geestig; een herinnering aan een zeer genotvollen kunst avond, SCHOOLWEDSTRIJDEN SCHAGEN" 1937. Woensdagmiddag 1 uur begint de pret. Aardige wedstrijden op komst. Woensdagmiddag beginnen de schoolvoet- balwedstrijden op het terrein van de V. V. Sparta aan de Loet. 10 elftallen zullen dc eer van hun school trachten hoog te houden Bijna alle keeren heeft School I van Schagen de eerste prijs nog uit het vuur weten te slepen. Of het hun thans ook zal gelukken is nog een open vraag. Om 1 uur krijgen we hier reeds antwoord opaangezien dan Schagen I tegen Schager- brug I in het veld komt. Rchagerbrug komt met een heel aardig elftal in het veld ter wijl Schagen merkbaar zwakker is dan an dere jaren. Aan emi voorspelling wagen wij ons nog niet. Tien minuten voor 2 komt het Petten elftal tegen Barsingerhorn binnen de lijnen. Wc kennen het elftal van Petten niet, maar gelooven dat de jongens uit Barsingerhorn hun best zullen doen om de overwinning te behalen. Om 2.-10 uur treedt aan Burger- brug tegen Kolhorn. Indien de voorteckenen ons niet bedriegen zullen de Kolhorners deze wedstrijd weten te winnen. Te 3.30 uur krijgen we het aloude Lutjcwinkel in het veld tegen Dirkshom. We gelooven dat de blauwbroekjes kunnen winnen maar ze dienen hun best 'te doen. Tot slot dezer eerste middag speelt Oude- sluis tegen Callantsoog. Dit kon wel eens de mooiste wedstrijd van den middag wor den daar beide elftallen een uitstekende training genieten respectievelijk onder de onderwijzers de Vos en Schut. Tot Woens dagmiddag jongens en doe jullie best. VOOR DEN POLITIERECHTER, Zitting van Haandag 5 ApriL Alkmaar. DAT GING DE PERKEN VAN FATSOEN EN MENSCHELIJKHEID TOCH TE BUITEN. Het is een fait accomple, dat vele vee houders, voornamelijk schapen fokkers, veol overlast ondervinden van losloopende hon den die hun schapen verwonden, verscheu ren, in de sloot jagen en drachtige schapen hun lammeren doen verwerpen. Dit is na tuurlijk de schuld van nalatige hondon- cigenaars of van gemeentebesturen, die strenge maatregelen verzuimen. Ook de veehouder K. aan den Hcilooër- dijk werd meermalen geplaagd door het lastig gespuis en het gezin was de leden van het ras canis familiaris dus niet wel gezind, doch de zoon C. K., maakte het op 24 Febr. toch zeker wat al te gortig, toen hij met een jachtgeweer op den openbare weg een klein, eveneens op den openbare weg loopend huishondje, dat nooit over een schapcnjacht had geprakkizeerd. 'n schot hagel toezond, waardoor het beestje aan een poot werd gewond. De eigenares, die nooit een enkele klacht over haar hondje had gehoord, nam dat natuurlijk niet en door den agent Heijdenrijk werd tegen den on- hartclijken boerenjongen, die meer uit een soort animositeit had gehandeld, proces verbaal opgemaakt ter zake verwonding van het dier. C. K. stond dan terecht en hij was er in normale omstandigheden wel met een paar gulden boete afgekomen, doch een zoodanig wreede behandeling van een lief hondje, dat nooit een schaap had gemal traiteerd viel lang niet in goede aarde en werd C. om te leeren: Spaar dc vogels en behandel dc dieren met zachtheid, ver oordeeld tot. f 20 boete suhs. 10 dagen plus vernietiging van het in beslag genomen jachtgeweer. GEEN OPWEKKEND JAARVER SLAG! VEEL AARDAPPELEN EN GROENTEN DOORGEDRAAID. Het Jaarverslag ademt allesbehalve ro zengeur en maneschijn. Hoewel de prijzen van de kool tengevolge van de misoogst vrij goed waren, hebben slechts weinigen hiervan geprofiteerd. Gememoreerd werd het verloop van dc prijzen der verschillende producten. Dc oogst van vroege aardappelen was goed, doch de export liep niet op, met gevolg, dat veel aardappelen doordraaiden en in gekuild moesten worden. Nog erger was het dat de ziekte er zoo in kwam. In totaal zijn aan de L.G.C.-veiling door gedraaid 2.067.756 Kg. aardappelen. Van de ingekuilde aardappelen (257 wagons) zijn later afgeleverd 180 wagons, zoodat 77 wagons verloren gingen aan ziek en krimp dagen, dat zij er met haar geweest was. Den laatsten keer zou ze niet licht ver geten, toen ze, met Marjoleintje aan haar hand, den boulevard overstekend, Paul meen de te zien zitten op een der druk bezette terrassen. Het was of haar hart toen een oogenblik stilstond. Een sprekender gelijkenis was ook nauwelijks denkbaar geweest. De bewuste persoon had een oogenblik haar kant uitgekeken zonder veel notitie van haar te nemen. Als het Paul geweest was, zou zjj toch allicht een blik van herkenning in zjjn oogen hebben gezien. Maar het kón ook niet, want die was im mers nog steeds in de tropen. Misschien bleef hij daar wel, voorgoed... Het was eigenlijk vreemd, dat ze nooit meer iets omtrent die expeditie las. Ofschoon ze moest toegeven, dat ze allang niet meer met dezelfde ijver als vroeger, naar die berichten zocht. Ze had er de laatste weken ook weinig tijd voor ge had. Het was goed, dat ze altijd heel lang de couranten bewaarde. Nu kwam die gewoonte haar van pas, want de gedachte dat degene, die ze gezien had, Paul kón zqn, gaf haar toch geen rust. Zoo zat ze dien avond, toen Marjoleintje sliep, de weeken-oude couranten door te snuffelen. Doch ze vond niet het be richt wat zij zocht, wel een ander, dat haar onwillekeurig deed ontstellen... Het over lijdensbericht van Paul's vader... Zij keek naar den datum van de courant 6 Juni, ruim twee maanden geleden dus..* XIV. Toen Dr. Beerens, na het telegrafische be richt betreffende den dood van zjjn vader, besloot naar het vaderland terug te keeren, waren zijn eerste gedachten aan Diny. De tijd had de wonde verzacht doch niet geheeld en diep in zijn hart was het verlangen naar haar nog even groot als tevoren. De eerste weken van zijn terugkomst werd hij geheel en al door vrienden en bekenden in beslag genomen. Ook vergde de regeling van de nalatenschap van zijn vader, wiens dood hem uiteraard had geschikt, veel van zijn tijd. Weinig idee had hij er bij zijn ver trek van gehad, dat hij hem nooit meer te rug zou zien. Veel verdriet om het verlies kon hij echter niet hebben, daardoor hadden ze te ver van elkaar af gestaan. De laatste jaren vooral had hij dit heel sterk gevoeld, toen uit zijn vader's brieven duidelijk den onwil sprak, hem bij het opsporen van zijn vrouw behulp zaam te zijn. En misschien had hij zelf op den duur het zoeken naar haar opgegeven, ware het niet, dat de oude Stevens hem een paar dagen na zijn thuiskomst, in een ver trouwelijk oogenblik, dat verhaal gedaan had van haar bezoek aan zijn huis, kort na zijn vertrek naar Afrika. Wat had hij er voor gegeven als hij daar in dien tijd iets van ge weten had. Dan had hij immers heel andere maatregelen kunnen nemen, want haar be zoek aan zijn huis was het duidelijkste be wijs, dat haar hart ook nog naar hèm uit ging dat zij hem dus niet verlaten had omdat ze niet meer van hem hield... Maar nu, na zooveel jarenZou zij er, als hij haar ooit terugvond, nog evenzoo over denken Zou er in dien tijd misschien niet een ander gekomen zijn? Als hij alleen maar wist hoe zij zich er doorgeslagen had, wéér ze van geleefd had. Ongetwijfeld was ze weer hier of daar in betrekking gqgaan. Er zou toch niet iets anders met haar ge beurd zijn, iets heel ergsZe zou toch niet... dood rijn? Had Stevens hem niet ge zegd, dat ze er zoo zwak en ziekelijk had uitgezien? En had ze hem niet verteld, dat ze niets van het vertrek gelezen had, doordat ze langen tijd in een ziekenhuis gelegen had? Zoo haalde hij zich, waar het Diny betrof, allerlei muizenissen in het hoofd, weinig ver moedend, dat h(j haar bjj zijn eerste bezoek aan Scheveningen, zjj het dan slechts voor voor een onverdeeld moment, zou terugzien. H(j had, na een flinke wandeling door de mooie avonden zij kan er niets van zien... de bloemen en hoornen en het maan lichtniets daarvan kan zij zien En eensklaps zeidc hij: „Er ligt maanlicht op Uw gezichtIk zal U iets van maanlicht spelen...". En meegesleept door zijn droefheid om de blinde oogen van het meisje, door de lentegeuren, door zijn zwaarmoedigheid en verlangens, begon hij te preludeeren Eerst phantaseerde hij, maar allengs namen de klanken een vastcrcn vorm aan, de rhythmen klonken steeds duidelijker op, en hij zelf voelde, dat er ccn nieuwe schep ping onder zijn handen ontstond. Hij speel de, zooals hij nog nooit gespeeld had, en alle mensehclijke verlangens, wenschen, droefheid, pijn en geluk, dat alles klonk uit zijn muziek. Toen hij ophield, stond hij snel op en liep naar dc deur. Op den drempel draaide hij zich om: „Ik zal nog eens terugkomen" zei hij, en toen verdween hij in den lente avond. Thuis'zette hij zich aan zijn klavier, speelde nogmaals, haalde notenpapier, speel de en schreef, den ganschcn nacht door, terwijl buiten de seringen geurden en het maanlicht over de sprookjesachtig mooie tuinen van het oude Weenen scheen. Zoo ontstond de Mondschein-sonate. Duitsche chirurgen vergaderen. Tot de problemen, die een arts veel moei lijkheden verschaffen, bchooren de niet nor maal genezende beenbreuken. Zij laten op de plaats van den breuk een beweeglijke verbinding ontstaan, die de dokter een valsch gewricht, pscudarthrose, noemt. De oorzaken van deze abnormaliteit zijn op het oogenblik nog niet geheel opgoheldord. Zeker spelen uiterlijke omstandigheden, zoo als ondervoeding, scheurbuik of gebrek aan vitamine C een belangrijke rol. De poging, een betere wijze van genezing door mid del van bepaalde medicamenten te verkrij gen, heeft., naar uit. het verslag van het congres der Duitsche chirurgen blijkt, tot nog toe geen succes opgeleverd, zoodat in vele gevallen het been kunstmatig gehecht cn verstijfd moest worden. Men moet daar bij met groote voorzichtigheid tc werk gaan, vooral ook bij liet hechten met metaaldraad Fransche artsen hebben 24 zgn. roestvrije staalsoorten onderzocht en daarbij opge merkt., dat slechts drie soorten niet werden aangetast. Bij de andere 21 soorten bleken zich chemische en zelfs electrische verande ringen in de weefsels voor te doen en eeni- ge stukjes metaal ondernamen zelfs een wandeling door het lichaam. Ook de kanker is voor de chirurgen een gebied van intensief onderzoek. Het opera tiemes verwijdert weliswaar het boosaardi ge gezwel maar vernietigt daarmede niet, zooals lang bekend is, de oorzaken van de ziekte. Het komt dan ook dikwijls genoeg voor, dat de kanker in andere lichaams- deelen opnieuw uitbreekt. Röntgenstralen of radium genezen de gezwellen weliswaar, maar zij kunnen deze ook veroorzaken. Hetzelfde is het geval bij een chemisch mid del, de benzpyrine. Ook met dit middel heeft men hij een voorzichtige toepassing in lichte gevallen van kanker genezing bereikt. Op merkelijk is, dat het preparaat hoofdzake lijk verkregen wordt uit steenkoolteer, waarvan men sinds lang weet, dat het juist kanker kan opwekken. Thans wijden de artsen zich hoofdzake lijk aan de bestudecring van de oorzaken, die tot kanker kunnen leiden. Dat kanker ook door parasieten, die het een of ander vergif in het lichaam brengen, kan worden opgewekt, wist men reeds in liet oude Egypte. Anderzijds heeft, het onderzoek uit gewezen, dat kanker even goed als een soort van stofwisselingsziekte kan ontstaan. Verder verdenkt men er zekere hormonen in het lichaam van, dat zij kanker kunnen opwekken. Bij het groote aantal kankeropwekkende factoren is het welhaast vanzelfsprekend, dat het lang duurt, alvorens men de juiste wijze van genezing vindt, maar tijdens het congres van de Duitsche chirurgen is wel gebleken, dat de medici in alle stilte reeds veel, dat tot de oplossing moet leiden ge vonden hebben. duinen, met een paar vrienden een plaatsje gezocht op een der gezellige terrassen van den boulevard. Het was een wanne dag. Het strand was overvol en op den breeden boule vard wemelde het van wandelaars. Ook het auto- en fietsenverkeer was zóó groot, dat het Paul, die deze drukte ontwend was, nu en dan voor de oogen begon te schemeren. Hij was in aangenaam gezelschap met een paar vroegere college-vrienden, nu alle drie gevestigde artsen, en liet pratend en luiste rend zijn blikken over de voorbijgangers gaan. Totdat hjj opeens geïnteresseerd een jonge vrouw nakeek, wier blikken een oogenblik de zijne gekruist hadden. Hij had haar slechts vluchtig aangekeken en eigenlijk, toen ze reeds voorbij was, aan haar gang pas iets bekends gezien. Zou het mogelijk zijn..#? Bij die gedachte sprong hij op, verontschuldigde zich bij z(jn vrienden en snelde de vrouw na, wier wezen hem zoo sterk aan Diny had doen denken. Eerst toen hij haar tusschen de menschen- menigte zocht, begon hij te realiseeren. Zou het geen gezichtsbedrog geweest zijn? Deze resoluut-uitziende jonge vrouw was eigenlijk zoo'n geheel ander verschijning dan Diny met haar tenger figuurtje. Of de tijd moest haar zoo veranderd hebben... Ze was nu zeven en twintig en op dien leeftijd werd een vrouw wel meer een beetje forscher. Maar dat kind? Ze had een meisje bij zich gehad van een jaar of zes, zeven... Zou ze, als ze het ge weest was, misschien hertrouwd zijn? Doch neen, dat kon immers niet, zij was nog steeds zijn vrouw. Maar dat kind dan... Wat piekerde hu daar nu al over? Misschien was ze het niet eens geweest, stond hfl dadelijk tegenover een vreemde... Hu schoot met een vaartje den hoek om naar het Gevers Deynootplein. Het was bijna zeker dat ze dien kant op was gegaan of misschien recht door...? Even aarzelde hij. (Wordt vervolgd). Soms kon het ineens over haar vroeger tehuis beginnen en was dan niet van dat onderwerp af te brengen. Dan eerst voelde Diny hoe een belangrijke rol juffrouw Dekkers in dit kinder leven vervuld had. Toen Marjoleintje na vele weken, nog niet ophield naar haar te vragen, had ze haar eindelijk verteld dat moeder Dekkers naar den hemel gegaan was... „Is dat hetzelfde als dood?" had ze ge vraagd. En toen haar moeder bevestigend met het hoofd had geknikt, had ze uitgeroepen: „Hoe kan dat nou, Mammie? Ze had er niets van gezegd dat ze dood zou gaan." En even daarna, toen ze eerst een poosje zwijgend met haar popje gespeeld had, had ze gevraagd: „Wat doet moeder Dekkers in den hemel, Mammie?" „Naar de aarde kijken, denk ik, om te zien of alles er goed gaat, met vader Dekkers, met d'r kinderen en met jou..." „Moeder Dekkers zei altjjd, dat alleen onze lieve Heertje dat kon..." Diny wist niet zoo gauw wat ze daarop zeggen moest. „Nu, dan vergist Mammie zich mis schien..." zei ze eindelijk. „U vergist U nèt zoo vaak. Laatst ook al. toen zei U, dat ik geen pappie had en moeder Dekkers vertelde me later, dat het wèl zoo was. Ik héb er toch wel een, hè Maihmie?" „Ja kindje", had ze gezegd en had haar best gedaan het kind niet te laten blijken, wat er op dat oogenblik in haar omging. „Je vader is naar een héél ver land en... Maar dat zal ik je later allemaal wel vertellen. Een dreumes van zes jaar kan nog niet alles begrijpen... Kom, trek je pop weer gauw z'n jurkje aan, hij wordt veel te koud." „U zegt hij en het is een meisje, ze heet toch Doortje?" lachte het kind. „Ach ja, dat is waar ook. Wat is moeder toch dom!" „Mammie is dom, moet U zeggen. Moèder was toch moeder Dekkers?" Onwillekeurig maakte haar voet op de machine een wat langzamer trapbeweging. Het kind speelde rustig door. Toch nog altijd moèder Dekkers, dacht ze. Intusschen verliep de zomer en Diny, die met thuiswerken niet voldoende verdienen kon, begon weer naar een betrekking uit te zien, die ze zou kunnen aannemen, tegen den t\jd, dat Marjoleintje naar school ging. Ze zou het dan zoo zien te regelen, dat ze tus schen den middag thuis kwam, zoodat ze dan toch ook nog enkele oogenblikken met haar tezamen was. Ze durfde het kind niet den heelen dag op school te laten. Het kón wel, hadden ze gezegd, maar zijzelf vond dien overgang voor het kind te groot. Marjoleintje was toch al zoo'n subtiel we zentje, dat zich alles direct aantrok. Als er dan eens iets zou zijn wat haar hinderde, zou ze het den geheelen dag met zich mee moeten dragen. En eerlijk gezegd kon ze zelf ook niet meer zoolang buiten het kind. Ze moest in deze Augustusmaand nog maar zooveel mogelijk van hun beider vrij heid profiteeren, het werk zoo gauw moge lijk afdoen en dan, zoolang het mooie weer aanhield, maar zoo vroeg als het ""kon naar Scheveningen gaan. Wat was het kind daar dol op. Wat genoot het ten volle van zee en strand. Haar gezicht en armpjes waren al hoelemaal bruin gebrand van die enkele mid- Van dit verlies zal de Regeering 50 pet. verfeoeden. De totale omzet was over 1936 f 1.162.904.97. Aan steun, met inbegrip van de misoogststeun heeft men f 355.650.53 ont- vangeïi. Hoewel men In een centrum van bloem bollenkweekers ligt. is het met het veilen van bloembollen niet schitterend gegaan. Nog altijd worden de goede soorten uit de hand verkocht of naar een agdere veiling gestuurd. Gehoopt wordt op een spoedig be tere tijd voor de bloembollen en dat de kweekers hun eigen veiling weten te vin den. Er zijn elf hollenveilingen gehouden. Verkocht werden 744.300 stuks leverbare bollen ter waarde van f 10.778.18 536 Kg. plantgoed voor f 32.98. Verder wordt nog gememoreerd het onder de uitvoerwet komen van de kool, hetgeen een goede maatregel is en een aansporing om de kool op tijd door te schieten. De agenda voor de algemeene vergadering bevat een voorstel tot de invoering van het vzrplicht. sproeien van vroege aardappelen en de herdenking van het. 50-jarig bestaan van het veilingwezen. Voorts voor het op monster veilen van vroege aardappelen, over het stemrecht van de aangesloten ver- eenigingen. „De Zuid" te St. Pancras heeft een voorstel t.a.v. het doen van huishou delijke uitgaven van ingrijpenden aard, „De Toekomst, Zuidscharwoude, voor de ophef fing van het verplichte veilen van andijvie en een voorstel, waarin wordt aangedrongen op wederinvoering van de loonbijslagrege- ling 1935. „De West", Koedijk, wil stappen doen in de richting van koeling en verduurzaminp van groenten en fruit in een hand, met interesse van de producenten. Tevens dringt deze vereen, aan op korte re termijnen bij de steunberekening. „De Tuinbouw", St. Pancras, wil de regeerings- credieten als steun beschouwd zien terwijl tenslotte een paar voorstellen op de agenda voorkomen van „De Tuinbouw", St. Pan cras en „Grocntecultuur" te Broek op Lan- gendijk in verband met de kwestie over den betaalmeester. SINT PANCRAS BURGERLIJKE STAND. MAART 1937 Geboren: Jan zoon van Willem Kloos terboer en Christina Poulina van Eldert; Elisabeth, dochter van Klaas van der Mo len en Trijntje Maria Kooy; Willem Cor- nelis, zoon van Comelis Schut cn Maartje Rus; Cornelis zoon van Cornelis van der Tak en Margaretha Anna Pieters. Overleden: Heiltje Alblas, wed van Ant- honie Kroonenburg, 83 jaren Gehuwd: Willem Keizer en Jantje Bouma. Gerrit v. Veenendaal en Sara Jacoba Fancij. Ingekomen personen: Arij Willem Geluk cn^ gezin, van Heer-Hugowaard naar no. 267a.; Jan Deen en gezin, van Emmcn naar no. 244; Marcelis van Wicringen en huishoudster, van Anna Paulowna naar no. 321; Dicwcrtje Zwart, z. b. van Zuid en Noord-Schermer naar no. 3; Willemina Tegel, huishoudster, van Bergen naar 190A. Vertrokken personen: Frcderik Pietor Groot en gezin, van 204 naar Schagen; Wil lem Keizer, zuivelhandelaar, van no. 309 naar Haarlem: Cornelia Pielkenrood, dienst bode, van no. 280 naar Broek op Langendijk Willem Groen, arbeider, van 238 naar Alk maar. SCHOORL BURGERLIJKE STAND. MAART 1937. Geboren: Johannes Alfons, zoon van Ja- cobus Josephus Alphonsus Leijsen en Maria Cornelia do Leeuw; Arnoldus, zoon van Martinus Jozeph Dongelmans en Angela Judoca Cornelia van Overmeeren; Lourens, zoon van Klaas Snip en Meinsje Leeuwen-' kaïnp; Allegonda Catharina, dochter van Wilhelmus Ooijevaar en Johanna. Aliria Kauw; Jannie, dochter van Willem Se- venhuijsen cn Dicuwcrtje Kos. Huwelijks aangiften: Nicolaas Kaandorp een en dertig jaren, chauffeur en Maria Anna Stam, 29 jaren, zonder beroep, bei den wonende te Schoorl; Johannes Stuijf- bergen, 30 jaren, boomkweeker cn Pietertje Wit, 29 jaren, zonder beroep, beiden wonen de te Schoorl; Johannes Beukers, 28 jaren, Groentenboer, wonende te Warmenhuizen en Pieternella Rietveld, 22 jaren, zonder beroep, wonende te Schoorl. Gehuwd: Geene. Overleden: Anne Stroomer, 75 jaren, zon der beroep, weduwe van Leendert Jonker. KORT VERHAAL door Hans Feuchlwanger. De Lente lag over Weenen, Bloemen, hoo rnen, struiken, alles praalde in bloesem pracht, in een weelderige overdaad, zoon Is alleen de lente in Weenen kan zijn. De bloementrossen van seringen waren zoo groot en zwaar, dat de takken ervan over- bogen, de goudenregen hing in sprookjes- achtigenrijkdom over de oude steencn muurtjes, de jasmijn verspreidde haar zacli te geuren, en dc meidoorns praalden met witte, roode bloesempracht, Alles bloeide opeens, de lelies en anemonen hieven hun kelken omhoog, cn de ganschc mooie stad was doordrongen van de lente. Een gedrongen gestalte, het hoofd voor overgebogen, met donkere oogen nder zwa re gefronste wenkbrauwen, wandelde dooi de straten cn lanen, het was Beethoven. Hij hield dc handen op den rug, bleef van tijd tot tijd staan, en bekeek aandachtig de bloe menpracht. Soms gleed er een vage glim lach over zijn gezicht; Hij genoot van den rijkdom en de weelde van den lente-avond. Hij ging zitten op een oude steencn bank. Melodieën stroomden hem vanuit de zoele lentelucht toe, een volheid en overdaad van klanken en accoorden; hij kon ze niet meester worden. Dc lucht scheen hem ver vuld te zijn van geheimzinnige, onbegrijpe lijke dingen. Onrustig stond hij weer op, wandelde verder, en kwam eindelijk in de stille buitenwijk, waar dc huizen in tuinen lagen. Plotseling hleef hij echter staan, boog het hoofd een weinig, als om beter te kun nen hooren, en met zijn hand op het lage tuinhekje gesteund hleef hij aandachtig staan luisteren. Hij hoorde iets, wat hem zeer verwonderde. In de schemerige kamer van het huis, waarvoor hij stond, werd piano gespeeld; duidelijk waren de klanken hoorbaar door de geopende vensters. Dc muziek was een sonate van hemzelf, maar vreemd genoeg een werk, dat nog niet uitgegeven was. Hoe kon dat mogelijk zijn? Het waren frag menten, die men daar speelde, niet alles was precies juist, maar de aanslag was ge voelig en getuigde van een groote inner lijke muzikaliteit. Midden in een accoord brak het klavierspel af, en een vrouwen stem zei: „Ik wilde, dat ik het kon spelen zooals ik het gehoord heb maar ik heb niet meer alle accoorden in mijn gedachten". Plotseling vastbesloten liep Beethoven door den tuin, cn verscheen op den drem pel van dc schemerachtig verlichte kamer. Een jong meisje in een witte japon zat aan dc piano, een jonge man leunde tegen eer. stoel. „Vergeeft U mij", zei de indringer, „Ik ben zelf musicus, als U wilt speel ik U de hcelc sonate voor!" De heide jonge mcnschen wisten niet recht wat te antwoorden, doch reeds zette Beethoven zich aan den vleugel, en liet zijn handen over de toetsen glijden. Het. meisje was hij het raam gaan zitten; zij leunde haar hoofd achterover, en reeds na de eerste tonen wist zij dat de vreemde Beet hoven moest zijn. De meester speelde wonderschoon. De lente-adem klonk uit zijn muziek, de klan ken ruischten onder zijn handen als de wind, als dc zee, als hemclsche harpmuziek Geheel verzonken in dc schoonheid der klanken luisterden de twee jonge menschen het meisje met iets teers. Een hulpeloozcn trek over haar gezichtje. BcctVwen zag het, en hij begreep: „Zij is blind". Toen het spel ten einde was, hecrschte er ccn bijna beklemmende stilte in dc kamer. De maan scheen over de bloeiende struiken in den tuin, en zachtjes bewoog de wind de gordijnen. „U bent Beethoven", zei het meisje zacht. „Ja"! zei de meester, „maar hoe komt U aan mijn muziek?" „We liepen eens langs Uw huis, en toen hoorden wij U spelen Beethoven keek naar het meisje met de blinde oogen, cn een zonderling gevoel van smart kwam in hem op. De maan was hooger geklommen, het licht viel over het bleeke, smalle gezicht van het meisje, dat met haar blinde oogen voor zich scheen te kijken. Hij dacht: „Het is een bovenaardsch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5