Plaatselijk Nieuws.
De Mondscliein-sonate
O vertollig haar
Terlep's Drogisterij
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
De Langendijker Groenten-
Centrale in 1936
Problemen van bet
kankeronderzoek
op gezicht, armen en beenen verdwijnt
onmiddellijk door DULMIN ONTHA-
RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk.
Prijs per tube 75 cent.
Hoogzijde Schagen
„PYGMALION" VOOR DE SCHAGER
KUNSTKRING, IN THEATER ROYAL.
De Schager Kunstkring heeft een zeer
goeden greep gedaan met „Pygmalion" van
Bernard Shaw, door de Amsterdamsche
Tooneel vereen iging.
Als wij dit stuk gezien hebben, weten
wij niet, wien wij méér dank verschuldigd
zijn: den schrijver, die de diverse figuren
met een volmaakte consequentie in het le
ven geroepen heeft, óf de spelers, door wie
de verschillende types gaan hèrleven.
Want Pygmalion, het psychologisch blij
spel, met den overvlocdigcn dialoog, kan
niet over het voetlicht komen dan met een
uiterste krachtsinspanning van elk der ac
teurs. een warme inleving in het wezen der
personen, die zij te verbeelden hadden. In
dien de leden van de Amsterdamsche Too-
neelvereen. aan de ziel van Shaw's men-
schen waren voorbijgegaan, zou het stuk
nooit den frappanten indruk hebben kun
nen maken, dien het al zoo vaak en
Maandag in Schagen heeft gemaakt.
Het is vooral Charlotte Kohier, die met
haar onvergetelijke creatie van 't bloomen-
meisje Eliza de geboeide aandacht der toe
schouwers zelfs van den anderen hoofd
rol .door Albert van Dalsum vertolkt, weg
leidt op haar fascinecrcnd figuurtje. Eliza,
het rauwe volkskind, is een pracht-creatie
geworden. Spel, costuum en grimage heb
ben één toon van achterbuurtsgrauwheid
aan het bloemenmeisje gegeven; het gore
schepseltje; dat bijna bestiaal getinte
hoopje mensch. wordt door Charlotte
Köhler een boeiende comedie-figuur. De
groote actrice drèègt het tooneel. Zij heeft
de geweldige expansie van kunnen, die groo-
ten acteurs eigen is. Bracht zij ons eerst
tot onbedaarlijke vroolijkheid als klein lec-
lijk straatmeisje, is ze in haar metamor-
phose van groot-hertogin een kostelijke co-
mediantc, in haar derde „rol", die van ver
smade vrouw, ontroert ze ons door de
zuiverheid waarmee ze het eigenlijke wezen
van het bloemenmeisje weergeeft. Dan is ze
van een innerlijk stralende schoonheid,
waarop ze echter niet ten koste van senti
ment of ijdelheid. vegeteert.
De terugkeer van Eliza tot oer-staat van
onontwikkeld volkskind, wordt met groote
elasticiteit gegeven en Charlotte is er ons
weer te liever om.
Ja, zij draagt, het. tooneel. doch hulde
komt ook toe aan Albert van Dalsum voor
zijn weergave van den komischen professor
Henry Higgins. De fantastische persoon
van den klankleerprofessor krijgt het pelief,
dat. Shaw zijn schepselen niet heeft willen
onthouden.
Als derde groote rol zij nog gememoreerd
Alfred Doolittle. de vuilnisman, die, ge
speeld door Louis van Gasteren, niet weinig
bijdraagt tot de hoeveelheid lachtranen van
het publiek.
De andere spelers gaven eveneens een
bevredigende vertolking van hun rollen.
Een prachtig stuk boeiend en geestig; een
herinnering aan een zeer genotvollen kunst
avond,
SCHOOLWEDSTRIJDEN SCHAGEN" 1937.
Woensdagmiddag 1 uur begint
de pret. Aardige wedstrijden
op komst.
Woensdagmiddag beginnen de schoolvoet-
balwedstrijden op het terrein van de V. V.
Sparta aan de Loet. 10 elftallen zullen dc
eer van hun school trachten hoog te houden
Bijna alle keeren heeft School I van
Schagen de eerste prijs nog uit het vuur
weten te slepen. Of het hun thans ook zal
gelukken is nog een open vraag.
Om 1 uur krijgen we hier reeds antwoord
opaangezien dan Schagen I tegen Schager-
brug I in het veld komt. Rchagerbrug komt
met een heel aardig elftal in het veld ter
wijl Schagen merkbaar zwakker is dan an
dere jaren. Aan emi voorspelling wagen wij
ons nog niet.
Tien minuten voor 2 komt het Petten elftal
tegen Barsingerhorn binnen de lijnen. Wc
kennen het elftal van Petten niet, maar
gelooven dat de jongens uit Barsingerhorn
hun best zullen doen om de overwinning
te behalen. Om 2.-10 uur treedt aan Burger-
brug tegen Kolhorn. Indien de voorteckenen
ons niet bedriegen zullen de Kolhorners
deze wedstrijd weten te winnen. Te 3.30
uur krijgen we het aloude Lutjcwinkel in
het veld tegen Dirkshom. We gelooven dat
de blauwbroekjes kunnen winnen maar ze
dienen hun best 'te doen.
Tot slot dezer eerste middag speelt Oude-
sluis tegen Callantsoog. Dit kon wel eens
de mooiste wedstrijd van den middag wor
den daar beide elftallen een uitstekende
training genieten respectievelijk onder de
onderwijzers de Vos en Schut. Tot Woens
dagmiddag jongens en doe jullie best.
VOOR DEN POLITIERECHTER,
Zitting van Haandag 5 ApriL
Alkmaar.
DAT GING DE PERKEN VAN FATSOEN
EN MENSCHELIJKHEID TOCH TE
BUITEN.
Het is een fait accomple, dat vele vee
houders, voornamelijk schapen fokkers, veol
overlast ondervinden van losloopende hon
den die hun schapen verwonden, verscheu
ren, in de sloot jagen en drachtige schapen
hun lammeren doen verwerpen. Dit is na
tuurlijk de schuld van nalatige hondon-
cigenaars of van gemeentebesturen, die
strenge maatregelen verzuimen.
Ook de veehouder K. aan den Hcilooër-
dijk werd meermalen geplaagd door het
lastig gespuis en het gezin was de leden
van het ras canis familiaris dus niet wel
gezind, doch de zoon C. K., maakte het op
24 Febr. toch zeker wat al te gortig, toen hij
met een jachtgeweer op den openbare weg
een klein, eveneens op den openbare weg
loopend huishondje, dat nooit over een
schapcnjacht had geprakkizeerd. 'n schot
hagel toezond, waardoor het beestje aan een
poot werd gewond. De eigenares, die nooit
een enkele klacht over haar hondje had
gehoord, nam dat natuurlijk niet en door
den agent Heijdenrijk werd tegen den on-
hartclijken boerenjongen, die meer uit een
soort animositeit had gehandeld, proces
verbaal opgemaakt ter zake verwonding van
het dier. C. K. stond dan terecht en hij was
er in normale omstandigheden wel met een
paar gulden boete afgekomen, doch een
zoodanig wreede behandeling van een lief
hondje, dat nooit een schaap had gemal
traiteerd viel lang niet in goede aarde en
werd C. om te leeren: Spaar dc vogels en
behandel dc dieren met zachtheid, ver
oordeeld tot. f 20 boete suhs. 10 dagen plus
vernietiging van het in beslag genomen
jachtgeweer.
GEEN OPWEKKEND JAARVER
SLAG!
VEEL AARDAPPELEN EN
GROENTEN DOORGEDRAAID.
Het Jaarverslag ademt allesbehalve ro
zengeur en maneschijn. Hoewel de prijzen
van de kool tengevolge van de misoogst
vrij goed waren, hebben slechts weinigen
hiervan geprofiteerd.
Gememoreerd werd het verloop van dc
prijzen der verschillende producten. Dc
oogst van vroege aardappelen was goed,
doch de export liep niet op, met gevolg,
dat veel aardappelen doordraaiden en in
gekuild moesten worden. Nog erger was
het dat de ziekte er zoo in kwam.
In totaal zijn aan de L.G.C.-veiling door
gedraaid 2.067.756 Kg. aardappelen. Van
de ingekuilde aardappelen (257 wagons)
zijn later afgeleverd 180 wagons, zoodat 77
wagons verloren gingen aan ziek en krimp
dagen, dat zij er met haar geweest was.
Den laatsten keer zou ze niet licht ver
geten, toen ze, met Marjoleintje aan haar
hand, den boulevard overstekend, Paul meen
de te zien zitten op een der druk bezette
terrassen. Het was of haar hart toen een
oogenblik stilstond. Een sprekender gelijkenis
was ook nauwelijks denkbaar geweest. De
bewuste persoon had een oogenblik haar
kant uitgekeken zonder veel notitie van haar
te nemen. Als het Paul geweest was, zou
zjj toch allicht een blik van herkenning in zjjn
oogen hebben gezien.
Maar het kón ook niet, want die was im
mers nog steeds in de tropen. Misschien bleef
hij daar wel, voorgoed... Het was eigenlijk
vreemd, dat ze nooit meer iets omtrent die
expeditie las. Ofschoon ze moest toegeven,
dat ze allang niet meer met dezelfde ijver als
vroeger, naar die berichten zocht. Ze had er
de laatste weken ook weinig tijd voor ge
had. Het was goed, dat ze altijd heel lang de
couranten bewaarde. Nu kwam die gewoonte
haar van pas, want de gedachte dat degene,
die ze gezien had, Paul kón zqn, gaf haar
toch geen rust. Zoo zat ze dien avond, toen
Marjoleintje sliep, de weeken-oude couranten
door te snuffelen. Doch ze vond niet het be
richt wat zij zocht, wel een ander, dat haar
onwillekeurig deed ontstellen... Het over
lijdensbericht van Paul's vader... Zij keek
naar den datum van de courant 6 Juni,
ruim twee maanden geleden dus..*
XIV.
Toen Dr. Beerens, na het telegrafische be
richt betreffende den dood van zjjn vader,
besloot naar het vaderland terug te keeren,
waren zijn eerste gedachten aan Diny. De
tijd had de wonde verzacht doch niet geheeld
en diep in zijn hart was het verlangen naar
haar nog even groot als tevoren.
De eerste weken van zijn terugkomst werd
hij geheel en al door vrienden en bekenden
in beslag genomen. Ook vergde de regeling
van de nalatenschap van zijn vader, wiens
dood hem uiteraard had geschikt, veel van
zijn tijd. Weinig idee had hij er bij zijn ver
trek van gehad, dat hij hem nooit meer te
rug zou zien.
Veel verdriet om het verlies kon hij echter
niet hebben, daardoor hadden ze te ver van
elkaar af gestaan. De laatste jaren vooral
had hij dit heel sterk gevoeld, toen uit zijn
vader's brieven duidelijk den onwil sprak,
hem bij het opsporen van zijn vrouw behulp
zaam te zijn. En misschien had hij zelf op
den duur het zoeken naar haar opgegeven,
ware het niet, dat de oude Stevens hem een
paar dagen na zijn thuiskomst, in een ver
trouwelijk oogenblik, dat verhaal gedaan had
van haar bezoek aan zijn huis, kort na zijn
vertrek naar Afrika. Wat had hij er voor
gegeven als hij daar in dien tijd iets van ge
weten had. Dan had hij immers heel andere
maatregelen kunnen nemen, want haar be
zoek aan zijn huis was het duidelijkste be
wijs, dat haar hart ook nog naar hèm uit
ging dat zij hem dus niet verlaten had
omdat ze niet meer van hem hield...
Maar nu, na zooveel jarenZou zij er,
als hij haar ooit terugvond, nog evenzoo over
denken
Zou er in dien tijd misschien niet een ander
gekomen zijn? Als hij alleen maar wist hoe
zij zich er doorgeslagen had, wéér ze van
geleefd had. Ongetwijfeld was ze weer hier
of daar in betrekking gqgaan.
Er zou toch niet iets anders met haar ge
beurd zijn, iets heel ergsZe zou toch
niet... dood rijn? Had Stevens hem niet ge
zegd, dat ze er zoo zwak en ziekelijk had
uitgezien? En had ze hem niet verteld, dat
ze niets van het vertrek gelezen had, doordat
ze langen tijd in een ziekenhuis gelegen had?
Zoo haalde hij zich, waar het Diny betrof,
allerlei muizenissen in het hoofd, weinig ver
moedend, dat h(j haar bjj zijn eerste bezoek
aan Scheveningen, zjj het dan slechts voor
voor een onverdeeld moment, zou terugzien.
H(j had, na een flinke wandeling door de
mooie avonden zij kan er niets van
zien... de bloemen en hoornen en het maan
lichtniets daarvan kan zij zien
En eensklaps zeidc hij:
„Er ligt maanlicht op Uw gezichtIk
zal U iets van maanlicht spelen...".
En meegesleept door zijn droefheid om
de blinde oogen van het meisje, door de
lentegeuren, door zijn zwaarmoedigheid en
verlangens, begon hij te preludeeren
Eerst phantaseerde hij, maar allengs namen
de klanken een vastcrcn vorm aan, de
rhythmen klonken steeds duidelijker op, en
hij zelf voelde, dat er ccn nieuwe schep
ping onder zijn handen ontstond. Hij speel
de, zooals hij nog nooit gespeeld had, en
alle mensehclijke verlangens, wenschen,
droefheid, pijn en geluk, dat alles klonk uit
zijn muziek.
Toen hij ophield, stond hij snel op en
liep naar dc deur. Op den drempel draaide
hij zich om: „Ik zal nog eens terugkomen"
zei hij, en toen verdween hij in den lente
avond. Thuis'zette hij zich aan zijn klavier,
speelde nogmaals, haalde notenpapier, speel
de en schreef, den ganschcn nacht door,
terwijl buiten de seringen geurden en het
maanlicht over de sprookjesachtig mooie
tuinen van het oude Weenen scheen.
Zoo ontstond de Mondschein-sonate.
Duitsche chirurgen vergaderen.
Tot de problemen, die een arts veel moei
lijkheden verschaffen, bchooren de niet nor
maal genezende beenbreuken. Zij laten op
de plaats van den breuk een beweeglijke
verbinding ontstaan, die de dokter een
valsch gewricht, pscudarthrose, noemt. De
oorzaken van deze abnormaliteit zijn op
het oogenblik nog niet geheel opgoheldord.
Zeker spelen uiterlijke omstandigheden, zoo
als ondervoeding, scheurbuik of gebrek aan
vitamine C een belangrijke rol. De poging,
een betere wijze van genezing door mid
del van bepaalde medicamenten te verkrij
gen, heeft., naar uit. het verslag van het
congres der Duitsche chirurgen blijkt, tot
nog toe geen succes opgeleverd, zoodat in
vele gevallen het been kunstmatig gehecht
cn verstijfd moest worden. Men moet daar
bij met groote voorzichtigheid tc werk gaan,
vooral ook bij liet hechten met metaaldraad
Fransche artsen hebben 24 zgn. roestvrije
staalsoorten onderzocht en daarbij opge
merkt., dat slechts drie soorten niet werden
aangetast. Bij de andere 21 soorten bleken
zich chemische en zelfs electrische verande
ringen in de weefsels voor te doen en eeni-
ge stukjes metaal ondernamen zelfs een
wandeling door het lichaam.
Ook de kanker is voor de chirurgen een
gebied van intensief onderzoek. Het opera
tiemes verwijdert weliswaar het boosaardi
ge gezwel maar vernietigt daarmede niet,
zooals lang bekend is, de oorzaken van de
ziekte. Het komt dan ook dikwijls genoeg
voor, dat de kanker in andere lichaams-
deelen opnieuw uitbreekt. Röntgenstralen of
radium genezen de gezwellen weliswaar,
maar zij kunnen deze ook veroorzaken.
Hetzelfde is het geval bij een chemisch mid
del, de benzpyrine. Ook met dit middel heeft
men hij een voorzichtige toepassing in lichte
gevallen van kanker genezing bereikt. Op
merkelijk is, dat het preparaat hoofdzake
lijk verkregen wordt uit steenkoolteer,
waarvan men sinds lang weet, dat het
juist kanker kan opwekken.
Thans wijden de artsen zich hoofdzake
lijk aan de bestudecring van de oorzaken,
die tot kanker kunnen leiden. Dat kanker
ook door parasieten, die het een of ander
vergif in het lichaam brengen, kan worden
opgewekt, wist men reeds in liet oude
Egypte. Anderzijds heeft, het onderzoek uit
gewezen, dat kanker even goed als een
soort van stofwisselingsziekte kan ontstaan.
Verder verdenkt men er zekere hormonen
in het lichaam van, dat zij kanker kunnen
opwekken.
Bij het groote aantal kankeropwekkende
factoren is het welhaast vanzelfsprekend,
dat het lang duurt, alvorens men de juiste
wijze van genezing vindt, maar tijdens het
congres van de Duitsche chirurgen is wel
gebleken, dat de medici in alle stilte reeds
veel, dat tot de oplossing moet leiden ge
vonden hebben.
duinen, met een paar vrienden een plaatsje
gezocht op een der gezellige terrassen van
den boulevard. Het was een wanne dag. Het
strand was overvol en op den breeden boule
vard wemelde het van wandelaars. Ook het
auto- en fietsenverkeer was zóó groot, dat
het Paul, die deze drukte ontwend was, nu
en dan voor de oogen begon te schemeren.
Hij was in aangenaam gezelschap met een
paar vroegere college-vrienden, nu alle drie
gevestigde artsen, en liet pratend en luiste
rend zijn blikken over de voorbijgangers gaan.
Totdat hjj opeens geïnteresseerd een jonge
vrouw nakeek, wier blikken een oogenblik
de zijne gekruist hadden. Hij had haar
slechts vluchtig aangekeken en eigenlijk, toen
ze reeds voorbij was, aan haar gang pas iets
bekends gezien. Zou het mogelijk zijn..#? Bij
die gedachte sprong hij op, verontschuldigde
zich bij z(jn vrienden en snelde de vrouw na,
wier wezen hem zoo sterk aan Diny had
doen denken.
Eerst toen hij haar tusschen de menschen-
menigte zocht, begon hij te realiseeren. Zou
het geen gezichtsbedrog geweest zijn? Deze
resoluut-uitziende jonge vrouw was eigenlijk
zoo'n geheel ander verschijning dan Diny met
haar tenger figuurtje. Of de tijd moest haar
zoo veranderd hebben... Ze was nu zeven en
twintig en op dien leeftijd werd een vrouw
wel meer een beetje forscher. Maar dat kind?
Ze had een meisje bij zich gehad van een
jaar of zes, zeven... Zou ze, als ze het ge
weest was, misschien hertrouwd zijn? Doch
neen, dat kon immers niet, zij was nog steeds
zijn vrouw. Maar dat kind dan... Wat
piekerde hu daar nu al over? Misschien was
ze het niet eens geweest, stond hfl dadelijk
tegenover een vreemde...
Hu schoot met een vaartje den hoek om
naar het Gevers Deynootplein. Het was bijna
zeker dat ze dien kant op was gegaan
of misschien recht door...? Even aarzelde hij.
(Wordt vervolgd).
Soms kon het ineens over haar vroeger tehuis
beginnen en was dan niet van dat onderwerp
af te brengen. Dan eerst voelde Diny hoe een
belangrijke rol juffrouw Dekkers in dit kinder
leven vervuld had. Toen Marjoleintje na vele
weken, nog niet ophield naar haar te vragen,
had ze haar eindelijk verteld dat moeder
Dekkers naar den hemel gegaan was...
„Is dat hetzelfde als dood?" had ze ge
vraagd.
En toen haar moeder bevestigend met het
hoofd had geknikt, had ze uitgeroepen:
„Hoe kan dat nou, Mammie? Ze had er
niets van gezegd dat ze dood zou gaan."
En even daarna, toen ze eerst een poosje
zwijgend met haar popje gespeeld had, had
ze gevraagd:
„Wat doet moeder Dekkers in den hemel,
Mammie?"
„Naar de aarde kijken, denk ik, om te zien
of alles er goed gaat, met vader Dekkers,
met d'r kinderen en met jou..."
„Moeder Dekkers zei altjjd, dat alleen
onze lieve Heertje dat kon..."
Diny wist niet zoo gauw wat ze daarop
zeggen moest.
„Nu, dan vergist Mammie zich mis
schien..." zei ze eindelijk.
„U vergist U nèt zoo vaak. Laatst ook
al. toen zei U, dat ik geen pappie had en
moeder Dekkers vertelde me later, dat het
wèl zoo was. Ik héb er toch wel een, hè
Maihmie?"
„Ja kindje", had ze gezegd en had haar
best gedaan het kind niet te laten blijken,
wat er op dat oogenblik in haar omging. „Je
vader is naar een héél ver land en... Maar
dat zal ik je later allemaal wel vertellen.
Een dreumes van zes jaar kan nog niet alles
begrijpen... Kom, trek je pop weer gauw z'n
jurkje aan, hij wordt veel te koud."
„U zegt hij en het is een meisje, ze
heet toch Doortje?" lachte het kind.
„Ach ja, dat is waar ook. Wat is moeder
toch dom!"
„Mammie is dom, moet U zeggen. Moèder
was toch moeder Dekkers?"
Onwillekeurig maakte haar voet op de
machine een wat langzamer trapbeweging.
Het kind speelde rustig door.
Toch nog altijd moèder Dekkers, dacht ze.
Intusschen verliep de zomer en Diny, die
met thuiswerken niet voldoende verdienen
kon, begon weer naar een betrekking uit te
zien, die ze zou kunnen aannemen, tegen den
t\jd, dat Marjoleintje naar school ging. Ze
zou het dan zoo zien te regelen, dat ze tus
schen den middag thuis kwam, zoodat ze dan
toch ook nog enkele oogenblikken met haar
tezamen was. Ze durfde het kind niet den
heelen dag op school te laten. Het kón wel,
hadden ze gezegd, maar zijzelf vond dien
overgang voor het kind te groot.
Marjoleintje was toch al zoo'n subtiel we
zentje, dat zich alles direct aantrok. Als er
dan eens iets zou zijn wat haar hinderde, zou
ze het den geheelen dag met zich mee moeten
dragen. En eerlijk gezegd kon ze zelf ook niet
meer zoolang buiten het kind.
Ze moest in deze Augustusmaand nog
maar zooveel mogelijk van hun beider vrij
heid profiteeren, het werk zoo gauw moge
lijk afdoen en dan, zoolang het mooie weer
aanhield, maar zoo vroeg als het ""kon naar
Scheveningen gaan. Wat was het kind daar
dol op. Wat genoot het ten volle van zee en
strand. Haar gezicht en armpjes waren al
hoelemaal bruin gebrand van die enkele mid-
Van dit verlies zal de Regeering 50 pet.
verfeoeden.
De totale omzet was over 1936
f 1.162.904.97. Aan steun, met inbegrip van
de misoogststeun heeft men f 355.650.53 ont-
vangeïi.
Hoewel men In een centrum van bloem
bollenkweekers ligt. is het met het veilen
van bloembollen niet schitterend gegaan.
Nog altijd worden de goede soorten uit de
hand verkocht of naar een agdere veiling
gestuurd. Gehoopt wordt op een spoedig be
tere tijd voor de bloembollen en dat de
kweekers hun eigen veiling weten te vin
den. Er zijn elf hollenveilingen gehouden.
Verkocht werden 744.300 stuks leverbare
bollen ter waarde van f 10.778.18 536 Kg.
plantgoed voor f 32.98.
Verder wordt nog gememoreerd het onder
de uitvoerwet komen van de kool, hetgeen
een goede maatregel is en een aansporing
om de kool op tijd door te schieten.
De agenda voor de algemeene vergadering
bevat een voorstel tot de invoering van het
vzrplicht. sproeien van vroege aardappelen
en de herdenking van het. 50-jarig bestaan
van het veilingwezen. Voorts voor het op
monster veilen van vroege aardappelen,
over het stemrecht van de aangesloten ver-
eenigingen. „De Zuid" te St. Pancras heeft
een voorstel t.a.v. het doen van huishou
delijke uitgaven van ingrijpenden aard, „De
Toekomst, Zuidscharwoude, voor de ophef
fing van het verplichte veilen van andijvie
en een voorstel, waarin wordt aangedrongen
op wederinvoering van de loonbijslagrege-
ling 1935.
„De West", Koedijk, wil stappen doen in
de richting van koeling en verduurzaminp
van groenten en fruit in een hand, met
interesse van de producenten.
Tevens dringt deze vereen, aan op korte
re termijnen bij de steunberekening. „De
Tuinbouw", St. Pancras, wil de regeerings-
credieten als steun beschouwd zien terwijl
tenslotte een paar voorstellen op de agenda
voorkomen van „De Tuinbouw", St. Pan
cras en „Grocntecultuur" te Broek op Lan-
gendijk in verband met de kwestie over
den betaalmeester.
SINT PANCRAS
BURGERLIJKE STAND. MAART 1937
Geboren: Jan zoon van Willem Kloos
terboer en Christina Poulina van Eldert;
Elisabeth, dochter van Klaas van der Mo
len en Trijntje Maria Kooy; Willem Cor-
nelis, zoon van Comelis Schut cn Maartje
Rus; Cornelis zoon van Cornelis van der
Tak en Margaretha Anna Pieters.
Overleden: Heiltje Alblas, wed van Ant-
honie Kroonenburg, 83 jaren
Gehuwd: Willem Keizer en Jantje Bouma.
Gerrit v. Veenendaal en Sara Jacoba Fancij.
Ingekomen personen: Arij Willem Geluk
cn^ gezin, van Heer-Hugowaard naar no.
267a.; Jan Deen en gezin, van Emmcn
naar no. 244; Marcelis van Wicringen en
huishoudster, van Anna Paulowna naar
no. 321; Dicwcrtje Zwart, z. b. van Zuid
en Noord-Schermer naar no. 3; Willemina
Tegel, huishoudster, van Bergen naar 190A.
Vertrokken personen: Frcderik Pietor
Groot en gezin, van 204 naar Schagen; Wil
lem Keizer, zuivelhandelaar, van no. 309
naar Haarlem: Cornelia Pielkenrood, dienst
bode, van no. 280 naar Broek op Langendijk
Willem Groen, arbeider, van 238 naar Alk
maar.
SCHOORL
BURGERLIJKE STAND. MAART 1937.
Geboren: Johannes Alfons, zoon van Ja-
cobus Josephus Alphonsus Leijsen en Maria
Cornelia do Leeuw; Arnoldus, zoon van
Martinus Jozeph Dongelmans en Angela
Judoca Cornelia van Overmeeren; Lourens,
zoon van Klaas Snip en Meinsje Leeuwen-'
kaïnp; Allegonda Catharina, dochter van
Wilhelmus Ooijevaar en Johanna. Aliria
Kauw; Jannie, dochter van Willem Se-
venhuijsen cn Dicuwcrtje Kos.
Huwelijks aangiften: Nicolaas Kaandorp
een en dertig jaren, chauffeur en Maria
Anna Stam, 29 jaren, zonder beroep, bei
den wonende te Schoorl; Johannes Stuijf-
bergen, 30 jaren, boomkweeker cn Pietertje
Wit, 29 jaren, zonder beroep, beiden wonen
de te Schoorl; Johannes Beukers, 28 jaren,
Groentenboer, wonende te Warmenhuizen
en Pieternella Rietveld, 22 jaren, zonder
beroep, wonende te Schoorl.
Gehuwd: Geene.
Overleden: Anne Stroomer, 75 jaren, zon
der beroep, weduwe van Leendert Jonker.
KORT VERHAAL
door Hans Feuchlwanger.
De Lente lag over Weenen, Bloemen, hoo
rnen, struiken, alles praalde in bloesem
pracht, in een weelderige overdaad, zoon Is
alleen de lente in Weenen kan zijn. De
bloementrossen van seringen waren zoo
groot en zwaar, dat de takken ervan over-
bogen, de goudenregen hing in sprookjes-
achtigenrijkdom over de oude steencn
muurtjes, de jasmijn verspreidde haar zacli
te geuren, en dc meidoorns praalden met
witte, roode bloesempracht, Alles bloeide
opeens, de lelies en anemonen hieven hun
kelken omhoog, cn de ganschc mooie stad
was doordrongen van de lente.
Een gedrongen gestalte, het hoofd voor
overgebogen, met donkere oogen nder zwa
re gefronste wenkbrauwen, wandelde dooi
de straten cn lanen, het was Beethoven. Hij
hield dc handen op den rug, bleef van tijd
tot tijd staan, en bekeek aandachtig de bloe
menpracht. Soms gleed er een vage glim
lach over zijn gezicht; Hij genoot van den
rijkdom en de weelde van den lente-avond.
Hij ging zitten op een oude steencn bank.
Melodieën stroomden hem vanuit de zoele
lentelucht toe, een volheid en overdaad van
klanken en accoorden; hij kon ze niet
meester worden. Dc lucht scheen hem ver
vuld te zijn van geheimzinnige, onbegrijpe
lijke dingen. Onrustig stond hij weer op,
wandelde verder, en kwam eindelijk in de
stille buitenwijk, waar dc huizen in tuinen
lagen. Plotseling hleef hij echter staan, boog
het hoofd een weinig, als om beter te kun
nen hooren, en met zijn hand op het lage
tuinhekje gesteund hleef hij aandachtig
staan luisteren. Hij hoorde iets, wat hem
zeer verwonderde.
In de schemerige kamer van het huis,
waarvoor hij stond, werd piano gespeeld;
duidelijk waren de klanken hoorbaar door
de geopende vensters. Dc muziek was een
sonate van hemzelf, maar vreemd genoeg
een werk, dat nog niet uitgegeven was.
Hoe kon dat mogelijk zijn? Het waren frag
menten, die men daar speelde, niet alles
was precies juist, maar de aanslag was ge
voelig en getuigde van een groote inner
lijke muzikaliteit. Midden in een accoord
brak het klavierspel af, en een vrouwen
stem zei:
„Ik wilde, dat ik het kon spelen zooals ik
het gehoord heb maar ik heb niet meer
alle accoorden in mijn gedachten".
Plotseling vastbesloten liep Beethoven
door den tuin, cn verscheen op den drem
pel van dc schemerachtig verlichte kamer.
Een jong meisje in een witte japon zat aan
dc piano, een jonge man leunde tegen eer.
stoel. „Vergeeft U mij", zei de indringer,
„Ik ben zelf musicus, als U wilt speel ik
U de hcelc sonate voor!"
De heide jonge mcnschen wisten niet
recht wat te antwoorden, doch reeds zette
Beethoven zich aan den vleugel, en liet zijn
handen over de toetsen glijden. Het. meisje
was hij het raam gaan zitten; zij leunde
haar hoofd achterover, en reeds na de
eerste tonen wist zij dat de vreemde Beet
hoven moest zijn.
De meester speelde wonderschoon. De
lente-adem klonk uit zijn muziek, de klan
ken ruischten onder zijn handen als de
wind, als dc zee, als hemclsche harpmuziek
Geheel verzonken in dc schoonheid der
klanken luisterden de twee jonge menschen
het meisje met iets teers.
Een hulpeloozcn trek over haar gezichtje.
BcctVwen zag het, en hij begreep: „Zij is
blind".
Toen het spel ten einde was, hecrschte er
ccn bijna beklemmende stilte in dc kamer.
De maan scheen over de bloeiende struiken
in den tuin, en zachtjes bewoog de wind de
gordijnen.
„U bent Beethoven", zei het meisje zacht.
„Ja"! zei de meester, „maar hoe komt
U aan mijn muziek?"
„We liepen eens langs Uw huis, en toen
hoorden wij U spelen
Beethoven keek naar het meisje met de
blinde oogen, cn een zonderling gevoel van
smart kwam in hem op. De maan was
hooger geklommen, het licht viel over het
bleeke, smalle gezicht van het meisje, dat
met haar blinde oogen voor zich scheen te
kijken. Hij dacht: „Het is een bovenaardsch