Voor den Zaterdagavond Ac/n. Kruiswoord raadsel 'T HOEKJE OUDERS Moeilijke opvoedings problemen „Pas op, ik zal het vader vertellen!" Onderlinge aamenwerking noodzakelijk door G. C. MeyerSchwencke. In de meeste gezinnen is de taak om de kinderen op te voeden in banden van de moeder. Heel begrypeiyk kan de vader, die den geheelen dag van huis is, sommige be trekkingen vereischeri zelfs een afwezigheid van meerdere dagen, zich niet in de details met de opvoeding belasten. Veeal zien kinderen den vader alleen aan de maaltijden, want 's avonus slaat al vroeg het klokje van gehoorzaamheid en moeten zij naar bed. Heeft de moeder, zoodra de vader van een drukken werkdag moe thuis komt en naar rust verlangt, een reeks van klachten over de kinderen, dan zal hy zich wellicht laten gaan, boos worden, straffen uitdeelen, enz. HU wordt op deze wyze in een verkeerd dag licht tegenover de kinderen geplaatst, die hem als „den boozen man" gaan beschouwen en blijven hun vader liefst zooveel mogelijk uit den weg. De man weet echter uit ervaring reeds, welke thuiskomst hem wacht en niet veel is er dan noodig om een explosie te veroorzaken. Is het wonder, dat de kinderen op deze wijze van hun vader vervreemden, temeer nog, waar de moeder hen steeds dreigt met: „Pas op, als vader straks thuiskomt, zal ik ver tellen wat je gedaan hebt!" Het is inderdaad treurig, dat er moeders zijn, die den vader op deze wijze voorstellen, grootendeels als gevolg van haar tekort aan paedagogische kracht, door haar gemis aan overwicht op de kinderen. Er heerscht in der gelijke gezinnen steeds een gedrukte geest en zon- en feestdagen zullen nimmer een hoogte punt zijn, omdat er geen onderlinge harmonie is. Wil de vader, die nu tyd heeft zich aan zijn gezin te wijden, zich met de kinderen bezig houden, dan staan zij onwennig tegenover hem. Zij zijn immers steeds bedreigd met vader, gaan hem dus liever uit den weg! Vele moeders begaan deze opvoedingsfout reeds in de prille jeugd der kinderen en zijn zich wellicht de groote omvang, die deze kan aannemen, niet bewust. Het opvoeden van kinderen is de grootste taak, die op de schouders der ouders gelegd wordt. Steun van de zyde van den man kan alleen verwacht worden, indien problemen op het juiste oogenblik besproken worden. Hier toe leenen zich de stille avonden het best. Vele moeders ruimen een te groote plaats in aan hare huiselijke bezigheden en hierdoor blijft er te weinig tijd over zich aan de kin deren te wijden en met hen bezig te zijn. Zij leeren deze hierdoor beter kennen, hun fouten en gebreken en kunnen deze tijdig in goede banen leiden, waardoor veel klachten voor komen worden. Zeer verkeerd is het om uit gemakzucht verkeerde dingen oogluikend toe te staan. Gebrek aan overwicht geeft dan ook tevens het dreigen met vaders thuiskomst. Beide ouders moeten het middelpunt van het gezin vormen en met vreugde moet vaders thuiskomst begroet worden na een dag van ingespannen arbeid ten bate van het gezin. Kinderen hebben den vader in hun leven niet minder noodig dan de moeder, vooral wanneer z\j ouder worden, zal hy hen veelal tot steun zyn. De moeder harerzyds kan er zoo heel veel toe bijdragen, dat de liefde voor den vader aangekweekt, inplaats van teniet gedaan wordt en dit is zeker wel een van hare eerste plichten. In een gezin, waar onderlinge harmonie heerscht tusschen beide ouders en kinderen, zal veel meer opvoedende kracht van uitgaan, dan in tegenovergestelde gevallen. De kinderen zullen eqn biyde herinnering behouden aan het ouderiyk huis, die hen tot steun zal biyken te zyn, wanneer zy het groote, onbekende leven ingaan. MEDISCHE WENKEN. Blaren door branden ontstaan, mogen niet doorgeprikt worden. Men legt er een droog Bismuth-verband om, z.g. Brandblnde, die bij apothekers verkrijgbaar zijn. Zoodra men zich gebrand heeft, legt men een verband van lijn olie en kalkwater op de plek, waardoor men het vormen van blaren voorkomt. Brandwon den van eenige beteekenis kan men beter door een arts laten behandelen, aangezien de leek niet kan beoordeelen, hoever zij Ingebrand zyn. In de oplossing van het raadsel van de vo rige week gaven sommige oplossers voor ho rizontaal 24 Hanekam, Nu liet de structuur van het raadsel deze mogelykheld toe, maar een altyd groene struik was dit wel aller minst. Hanekam is een ook in Nederland veel voorkomende paddestoel van de familie der plaatszwammen; de gele soort is eetbaar. Voor verticaal 21 gaven sommige oplossers Pauw, maar er was gevraagd een inlandsche, dus echt Ncderlandsche vogel en de pauw Is een exotische, Oostersche vogel, die alleen als siervogel in ons land gekweekt wordt. In vrij heid komt hij in ons land niet vooi en mag dus niet tot de inlandsche' vogels gerekend worden. De prijs voor het raadsel van 17 Apv,i1 werd toegekend aan: J. FRIEL1NK, Hoog rijde, Schagen. Oplossing raadsel vorige week. Horizontaal: Grondel, Smous, Ariel, Bou- lingske, Bries, Ons, Tegel, Hars, Lena, Ma retak, N.i., les, Zonnewendefeest, Eb, R.a.i., R.D., Emu, Piano, Eli, Leo, Krctens, Ons, Al, Zoo, Alp, Sa, Ammon, Agape S.C., Tudor, Verticaal: Gors, Rue, Oslo, Dans. Erg, List, Sbirren, Moes, E.K., Legende, Inter naat, Rationeel, Enigszins, La, Kauw, Gade, Sneu, Mede, Eb, Erie, Dine (r), Fr., M.O., Proost, Onager, L.O., La, Kom, Sla, S.A., P.P., AR., N.C., El, De. Horizontaal. 1. Wat velen tegenwoordig, helaas, missen; 3. Dorp in Noord-Holland; 6. Hark; 7. Ik ge loof (Latijn); 10. Dageraad; 11. Onmisbaar voor trekkers: 16. Kleedingstuk (3 letters); 17 Havermout; 19. Behoudens vergissingen (afk.); 21. Tak van onderwys; 23. Aanwy- zing; 24. Som der menschelijke gedachten en daden; 26. Noorsch romancier (1833/1908); 27. zyrivier van de Wezer; 28. Kunststyl; 29. Blaasworm; 30. Adellyk geslacht uit de Ned. historie; 32. Wintersportartikel; 34. En (La- tyn); 36 Bywoord; 38. Jongensnaam (ver kort); 39. Stad in West-Duitschland; 40. Ge liefde van Zeus; 42. Beletten; 46. Handelsterm by levering (afk.); 47 Stad in Noord-Amerika (4 letters); 48. Geslacht; 49. Graansoort; 50. Hoofdpersoon in een der drama's van Shake- speare. Verticaal. 1. Dorp in Noord-Brabant; 2. Veilige plaats; 3. Kleinste letter van Grieksch alfabet; 4. Stad aan zyrivier van de Seine; 5. Inzet; 8. Eigenschap om langer te worden; 9. Visioen (10 letters); 12 Ruzie; 13. Krachtmaat; 14. En zoo voort; 15. Hoeveelheid land; 18. Vlaktemaat; 20. Protéine; 21. Plant, welke veel voorkomt als onkruid, en ook als vee voeder gebruikt wordt; 25. Visch; 26. Lynx; 27. Kleur; 29. Hevig; 31. Jongensnaam (afk.); 33. Gebergte in Klein-Azië; 35. Regenworm (2 letters); 37. Tot. (Latyn) (2 letters); 39. Stad in Rusland; 41. Tijdperk; 42. Hout- of hooi- maat; 43. In deze stad (afk.); 44. Afgunst; 45. Grappenmaker. HET REINIGEN VAN VACHTEN. Zijn vachten door het lange liggen vuil ge worden, dan wryve men deze in met heet zand en heet gemaakte bloem, klopt de daarna flink op den verkeerden kant. De vacht zal er dan zeker veel frisscher uitzien. Duimzuigen en nagelbijten „Baby, geen vingertje in het mondje!" ..Foei, Bep, sta je nu weer nageltjes te bijten!" Welke moeder kent deze kinderkamer-zorgen niet? Het zyn geen buitengewone uitzonderings gevallen, indien kinderen „duimje" zuigen en meermalen zien wy tevens kinderen met af gebeten nagels. Wat al pogingen worden door de moeder in het werk gesteld om hen deze onaangename gewoonte af te leeren! Vingers worden met mosterd bestreken, doch de kleine ondeugden hebben er het leelyke smaakje voor over om weer in hun gewoonte te kunnen ver vallen. Andere middelen zijp met even weinig succes toegepast en wanneer de kinderen, ouder worden, blyven duimzuigen of nagel bijten werd hun van allerlei beloofd, indien ze het toch maar zouden willen afwennen! Het duimzuigen is voor het zachte, zich vormende gehemelte van kinderen zeer na- deelig. Door de voortdurende druk van den kleine duim op de tanden en tegen het ver hemelte kunnen tenslotte zelfs vervormin gen van den mond ontstaan. Men kan hét zeer goed waarnemen aan de vorm van de handen van grootere kinderen, terwy'1 ook de duim soms twee eerste vingers, van vorm veranderen. Men kan meermalen aan de bin nenkant van den duim eeltplekken waarne men, ontstaan door het zuigen. "Is hier dan niets aan te doen?" vragen vele moeders vaak wanhopig. Het beste is de vinger een tijdlang te ver binden, ook en vooral 's avonds voor het slapen gaan, want dan is de behoefte om op den duim te zuigen het grootst. Het vingertje wordt verbonden en daarna komt om de handjes een wit wollen kinderkousje, zoodat het kind niet in de verzoeking komt om andere vingertjes naar den mond te brengen. Vele doktoren passen deze eenvoudige methode met succes toe. Men moet zoo vroeg trachten te verhinderen, dat babies zich het duimzuigen aanwennen, want hoe ouder zy worden, des te meer moeilykheden brengt het met zich mede. Natuurlyk zal men het toe passen van een verband om den vinger en het inpakken der handjes niet enkele dagen moeten volhouden, doch geruimen tyd, afhan- kelyk van de min of meer diep ingewortelde gewoonte. Erger is het met nagelbyten gesteld, want afgezien, dat kinderen de afgebeten stukjes vaak naar binnen krijgen, is het een zeer onaestaetisch gezicht, dat de nagcl3 bieden Nagelbyten belemmert den groei tevens en geeft den vingers een leelyken vorm. Hoe komt het. dat kinderen nagelbijten? Men heeft door onderzoekingen in een kinder- I kliniek geconstateerd, dat dergelyke kinde ren gebrek aan vitamnien B. hebben en dat zy door goede, doelmatig toegepaste voeding deze gewoonte tenslotte nalieten. Welke voedingsmiddelen bevatten deze vitaminen B? In het bijzonder gistpreparaten, ook toma ten, sommige koolsoorten en sla. Het beste is tevens om aan verschillende gerechten een weinig gist toe te voegen, die men in een pannetje met boter laat smelten en by groenten en soepen voegt. Niet te veel gist gelijk betrekken en een stukje b.v. voor 2 of 3 cent in een kopje met schotelje afgedekt op een koele plaats bewaren. Om het aangroeien van de misvormde nagels zooveel mogelijk te bevorderen neemt men een eenvoudig middel te baat. Men lost vlokken of groene zeep op in heet water, klopt goed, totdat de zeep geheel is opgelost en zooveel water toevoegen tot het sopje lauw warm is en de handen gedurende vijf minuten een badje geven, daarna flink afdrogen en de nagels met olyfolie invetten. Voor het slapen gaan worden katoenen handschoentjes aan gedaan of men wacht een minuut of tien, opdat de olie goed in kan trekken. Zooals met alles is ook hier „voorkomen beter dan genezen" en daarom moeten moe ders reeds zoo vroeg mogelijk beginnen om deze verkeerde gewoonte, zoodra zij deze waarnemen by de nog jonge kinderen af te wennen! Veelal wordt er gedacht: „Och, dat komt later wel in orde", doch indien dit zoo moge zijn, gaat het toch met vele moeilijk heden gepaard. Huisvrouwen raden elkander Tapijten krullen vaak om, hetgeen buiten gewoon onaangenaam kan zyn. Meermalen helpt het tegen de binnenkant stevig linnen te naaien. Blijkt het niet afdoende, dan worden plombes van lood tegen het tapijt genaaid, die men in behangerszaken kan koopen. In de reepjes lood zijn op bepaalde afstanden gaatjes, zoodat het hechten met kleermakersgaren gemakkelijk gaat. Een ander middel is het bestrijken van een stofreep met ly'm of Ara bische gom, die tegen de achterkant van het tapijt geplakt wordt. Zooien van schoenen hebben een langeren levensduur, wanneer men ze regelmatig met lijnolie bestrijkt. Het bovenleer mag echter niet geraakt worden. De zooien hebben tevens het voordeel, dat ze waterdicht worden. Schilderyen, die tegen vochtige muren hangen, vertoonen vaak sporen van vocht en schimmel. Men kan dit voorkomen door vingerdikke schijven kurk tegen den muur te spijkeren, zoodat er een opening blijft tus schen muur en schilderij. Zondag. Macaroni met ham en kaas. Var kensbiefstuk. Bloemkool. Aardap pelen. Fruit. Maandag. Runderribstuk. Spruitjes met aardappelen. Vanille vla. Dinsdag. Ribstuk. Raapstelen. Aardappelen. Beschuitschoteltje. Woensdag. Tomatensoep. Witte boonen met kerrysaus. Donderdag. Lever (gebakken). Zoete appeltjes. Aardappelen. Havermoutkoekjes. Vrijdag. Schelvisch met peterselie saus. Gesnipperde winterpeen. Aardap pelen. Griesmeel met pruimen. Zaterdag. Rookworst. Snyboonen, witte boo nen. Aardappelen. Sinaasappel. Sinaasappel sandwich. Macaroni met ham en kaas. 150 gram macaroni, 100 gram ham, 100 gram geraspte kaas (oude), 80 gram boter. We breken de pijpjes of de linten macaroni in stukken van ongeveer 5 a 6 cm, zetten ze op met ongeveer 1 liter water en zout en laten ze daarin koken. Goede macaroni zal in ongeveer 20 k 25 minuten gaar rijn. Daarna doen wy ze op een vergiet en laten het overtollige water weg- loopen. De boter wordt in een vuurvasten schotel gelegd en gesmolten, de macaroni erby gevoegd en terwijl wij de schotel op een as best plaatje laten staan, op een kleine gaspit, zoodat alles goed warm blijft, strooien wij de geraspte kaas er overheen en scheppen deze met „wee lepels om en om door de macaroni. Zien wy dat de kaas draden vormt, dan wordt de fyngehakte ham erdoor geroerd en over het geheel een laagje paneermeel gestrooid, waarna de schotel nog 20 k 30 minuten in den oven geplaatst wordt. Beschuitschoteltje. 1 pak groote ronde beschuit, 5 dl melk, 30 gram boter, 3 eieren, 35 gram custardpoeder, 1 kopje vol gehakte noten, 50 gram bruine suiker (ruim), mespunt zout. De custardpoeder wordt in een kopje koude melk opgelost. De eierdooiers worden geklopt en bij het custardpapje gevoegd. De rest van de melk wordt gekookt, zout bygevoegd en suiker, daarna wordt een deel van de warme melk met een dun straaltje mei de custard en eieren vermengd, en dit weer teruggedaan in de pan. daarna weer tot kookpunt gebracht, voortdurend roeren en niet door laten koken om het schiften van de eieren te voorkomen. Pan van het vuur, een deel van de boter door de vla roeren en de rest gebruiken om een vuurvasten schotel goed in te vetten. De zeer styf geklopte eieren worden eveneens in de vla geroerd en in het schoteltje wordt alle be- schuitkruim gedaan, hierop komt dan het vulsel, dat bestrooid wordt met de gehakte noten en in den oven geplaatst wordt gedu rende een half uur. Tob nooit hoekje met ruwt: hand... Een ruwe hand knakt de knop van het vertrouwen. Vertrouwen is een teere plant. Men stelt vertrouwen in iemand of men stelt het niet, het laat zich allerminst dwingen, maar wel is, langs psychologischen weg gewoonlijk vast te stellen, waarom er al of niet vertrouwen be staat.. Het stellen van vragen op een soort van inquisitietoon is de manier, om elk eventueel ontluikend vlaagje van vertrouwen in de kiem te verstikken. Onlangs kwam een dame uit de provincie onzen raad vragen omtrent haar 21-jarige dochter, die terwille van haar studie in Am sterdam woonde. Zij maakte zich ernstig onge rust, en klaagde haar nood als volgt: Het kind vertelt mij niets. Ik vraag na tuurlyk altijd verschillende dingen, maar ik kryg er niets uit. Zij geeft ontwijkende ant woorden of zwygt. En ik maak my zoo onge rust over haar, met al dat moderne gedoe van tegenwoordig, en dan in zoo'n groote stad." Wij vroegen voorzichtig, of zij het al eens geprobeerd had met geen vragen te stellen. Zy keek verbaasd en eenigszins verontwaar digd. Geen vragen stellen? Onzinnig! Natuur lyk stelde zy vragen. Zij had toch het recht om te weten, wat er met haar kind aan de hand was! Wy merkten op, dat zy met dit recht dan toch heel weinig bereikt had, en stelden voor, dat haar dochter ons eens zou bezoeken. Zij zou probeeren, deze daartoe te brengen. „Mogelijk wil zy niet", zei de moeder bitter, „rij schermt tegenwoordig by alles met haar meerderjarigheid. Enfin wij zullen zien". De dochter kwam eenige dagen later. Zy had een vyandige, uitdagende houding, die 'duidelijk te kennen gaf: „Je zult er toch niets uitkrijgen wat ik niet verkies te zeggen". Wel, wij deden hoegenaamd geen moeite om „er iets uit te krijgen", maar voerden een licht gesprek over allerlei. Eindelijk begon de bezoekster zelve, ironisch: „U heeft mij vermoedelijk toch niet laten komen, om over koetjes en kalfjes te praten". „Wij hebben U niet laten komen", merkten wij op. „U bent hier gekomen op verzoek van Uwe moeder en wij hopen, dat dit misschien tot iets goeds voor U beiden kan leiden". Haar mond vertrok even. „Moeder en iets verzoeken! Moeder dwingt altijd. Nu, enfin. En?" Wy legden haar uit, dat haar moeder zich bezorgd maakte omdat rij (An) zoo gesloten was. Of zy ons misschien alleen wilde ver tellen, waarom zij Moeder buiten haar ver trouwen sloot. Alleen dat en niets meer. Haar gézicht ontspande zich. „Dat wil ik U wel zeggen. Dat ligt aan Moeder zelf. Als ik twee minuten in huis ben, begint zy op dreigenden toon: „Je hebt toch niets aan de hand?" Ik vraag U, de uitdrukking alléén. Op zoo'n manier vertel je natuurlijk nooit iets. Dan begint zij langs omwegen. „Bah! zei ze heftig, „ik heb er tegenwoordig een hekel aan om naar huis te gaan. Ik ga zoo weinig mogelijk". Dit was begrijpelijk, al trachtten wij An milder te stemmen, door haar uit te leggen, dat haar Moeder het goed bedoelde en uit be zorgdheid handelde, al was haar optreden minder tactvol. Hoe het bleek, dat de dochter een zeer ge voelige natuur bezat achter het mom van cy nische onverschilligheid, waardoor een ver trouwelijke verhouding met de nuchtere, wat harde en recht-op-haar-doel-afgaande Moeder onmogelyk was en bleef, en hoe deze kwestie tenslotte opgelost werd door het ef'enen van den weg voor een volkomen vertrouwen tus schen An en haar Vader, is voor onze lezers minder belangrijk. Alleen haalden we dit geval aan, omdat het zoo duidelijk weergeeft, dat vertrouwen zich niet laat afdwingen, evenmin als liefde. Dat een ruw forceeren elk vertrouwen by voorbaat doodt, en dat men het slechts kan winnen door er op kiesche en bescheiden wyze den weg voor te effenen. Wie niets vraagt, noch direct, noch indirect, krijgt het meeste te hooren. Dr. JOS DE COCK. „Hy is iemand van zeer Informatieven aard hy wilde overal „in" komen." „En waar is hy nu?" t „In de gevangenis. Hy wilde een bank bin nendringen." VOOR DE „OPSPORING VERZOCHT Onder dit hoofd vindt men in de kranten meermalen het verzoek van de ouders van een of ander weggeloopen kind. Deze oproep, zoo dikwijls klinkend door den aether, wekt by hen, die het niet aangaan misschien een oogenblik de nieuwsgierigheid of een licht medeleven van het moment, doch beteekent voor de desbetreffende ouders een zee van leed en... niet zelden een aanklacht jegens zichzelf! Of het dan zoo erg is? Ja! Het is vaak zoo erg en het kan door onverstand bij de ouders zoo erg worden. Laat ik concreeter zijn: Er is een jongen met mid delmatig verstand. Zijn vader heeft in rijn jeugd goed kunnen leeren, doch omstandig heden van financieelen aard veroorloofden zyn ouders niet hem door te laten studeeren. De knaap moest reeds vroeg er op uit om de gezinsinkomsten wat te vermeerderen. Nu is de knaap van toen zelf vader. Hij is gelukkig! Hij heeft zich in het leven een flink bestaan verworven. De levensstrijd was hard en tegen slagen waren vele, maar een oersterke wil bracht hem, waar hij wezen wilde. Nu heeft hij dan een eigen huis, eigen haard en huise lijk geluk. Er is h„m een zoon geboren! Welk een blijde gebeurtenis. Wat een idealen zwe ven den gelukkigen vader reeds voor de oogen. Zyn zoo zal studeeren, als hij gezond blyft. Wat vader in rijn jeugd niet kon, zal de zoon mogen. De zoon wordt grooter. Hij gaat naar school. De eerste leerjaren gaat het tamelijk. De knaap is wel niet een van de vlugsten, maar hij kan mee. Het zal, als hij ouder wordt, wel gaan verbeteren. Een hoop van vele va ders en moeders. Soms wordt de droom wer kelijkheid, soms wordt de wensch vervuld, vaak vervliegt de hoop als asch. De zoon komt in het vierde leerjaar... de rapporten worden minder. Och, hij moet eerst nog wat aan zyn onderwijzer wennen, niet waar? Men hoopt, maar de rapporten gaan langzaam achteruit... de klasse-onderwijzer geeft den jongen een brif mee: „Uw zoontje gaat steeds minder rijn best doen. Neemt u hem eens onder han den." Vader voldoet aan het verzoek: gevol gen blijven uit. De teruggang gaat regelmatig door. De knaap blyft zitten. Vader ziet zyn idealen stuk voor stuk verdwijnen. De jongen heeft geen zin in de studie! Wét... geen zin? Dat zal vader hem anders leeren.. De bron van huiselijke scènes begint te vloeien. Avond op avond is vader met rijn jongen bezig. Hy zal het erin stémpen... Maar het lukt niet. De klachten van school blyven komen, de rap porten gaan nog niet vooruit. Met stygend ongeduld ziet vader de mislukking voltrek ken. O, had hy in zyn leven eens zulke pracht kansen gehad... Dan op een dag komt de kniap thuis met een brief: „Uw zoontje is ongeschikt voor de studie. Wy adviseeren u. hem naar een gev. ^..i. school te doen. Het onderwijs op onze sU uw. kan hy niet volgen." Vader is terneergeslagen. Is woedend over dezen tegenslag. De knaap moet het ontgel den en dan barst de bom: een hevige scène, een uur later is de knaap het huis uitge vlucht... Waarheen? Het wordt later en later en de jongen komt maar niet thuis. Overal wordt hij gezocht, nergens een spoor te ontdekken. In eindeloozen raad snelt de moeder naar de politie: „Myn kind is het huis ontvlucht. We rijn radeloos!" Een oogenblik later: „Hier Politie-radio-omroep! Extra politiebericht. Namens de ouders wordt opsporing verzocht van..." Welk een jammer doorleeft een ouder, wan neer hij niet weet, waar zijn kind dwaalt en omzwerft of tot welke wanhoopsdaad hij zich heeft laten verleiden. Onbeschryfelijk is dit leed! Groot is het zelfverwyt. Hadden we hem toch maar van die school afgenomen. Neen, hy kon niet mee. Het was een marteling voor den jongen. Zou het te laat zyn? God voor- kome nog erger verdriet! Ouders, het tooneel hierboven door mij ge schilderd is geen fantasie. Het komt voor. Leest slechts uw krant! Luistert slechts naar de politieberichten door de radio! Het moet u een waarschuwing rijn, telkens wanneer u zoo'n bericht leest of hoort: eischen wij niet te veel van ons kind Te veelelschend zijn heeft in de opvoeding al heel wat kwaad gesticht. Maar daar is een wijs woord uit een groot Boek: „Men kan geen vijgen plukken van een doornenstruik." Wanneer uw kind niet studeeren kan of voor studie geen liefde bezit, weest dan waakzaam... over uzelf. Spreek erover ïhet zijn onderwyzers, ga na, welk 'vak den jongen interesseert en tracht, wanneer zulks moge lijk is, hem dit vak te laten leeren. Ik begrijp het: vadertrots is dikwijls een beletsel voor den zoon. Vader wil hem een beter vak laten leeren dan het zijne. Vader wil hem de kans van het leven geven, die hij als kind zelf moest derven! Maar... vaders liefde kan ook te groot rijn! Wy hebben onze kinderen niet voor onszelf! Hun eigen leven willen en moeten zij leven. Laten wij hen daarby helpen met onze eigen ervaring, doch nimmer door te veel eischen voor altijd ongelukkig maken! ONS CITAAT» „Een goed opvoeder moet een goed tooneeï- Sf2ler zijn." (Over de bedoeling van dit woord willen wy i het volgend nummer gezamenlijk naden- ken. Oveeka.1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 14