DE DRIE MUSKETIERS
Raadsels
Beste Jongens en Meisjes
Zoals ik vorige keer beloofde, beginnen wy
ditmaal met een schone lei, iets, wat geloof
ik de laatste maand nog niet voorgekomen is.
Ik maak van dit praatje tevens gebruik,
jullie er nog eens op attent te maken, dat de
briefjes uiterlyk Woensdagmiddag 12 uur op
het Bureau van de Schager Courant moeten
zijn. Wie daar niet voor zorgt ,die komt on
herroepelijk eerst de week daarna aan de
beurt. En... als jullie in één couvert voor
raadsels en een ander voor een praatje in
sluiten, dan moet op ieder daarvan het vol
ledige adres en de volledige naam staan. Het
leek mij goed daarop nog eens de aandacht te
vestigen, temeer daar onze vriendenkring zich
nog maar steeds aan het uitbreiden is.
Het boek is deze week gewonnen door:
TRUUS FIJNHEER, LUTJEWINKEL.
Bertus en Ap Hoenson, t Dat begint
al mooi. De eerste brief, die ik uit de stapel
pik, vermeldt al geen adres. Voor straf moest
ik eigenlijk maar geen antwoord geven...
Die dwergen zijn wonderlijke wezens. Ik heb
er eens een gezien die was 50 jaar en niet
hoger dan 75 centimeter.
Nelly Geel, Winkel. Nelly schrijft, dat ze
enige tijd geleden een boek gewonnen heeft,
maar er direct mee opgehouden heeft de raad
sels op te lossen. Dat vind ik lang niet aardig
Natuurlijk, het boek is fijn als je het wint,
maar jullie moet niet vergeten, dat er in het
ontcijferen van puzzles ook iets eervols zit.
Tenminste, als je ze goed oplost.
Annie Kluft, Noord Beemster. Dat was
een strop Annie, met die fiets van jou. Dat
was een complete torpedering. Als die pullen
van de eenden uitkomen, moet je me dat eens
schrijven. Dat vind ik altijd verbazend leuk.
Nellie en Kees Everts, Keinsmerbrug.
Geweldig Nellie, wat ben jij een balkunste-
naresse: ze schrijft dat ze kan ballen met
drie en dat tot 36 maal toe. Geweldig!
Grietje Nieuwland, Schoor Idam. Juist
Grietje, dat is 't 'm juist. Al m'n vrienden en
vriendinnen willen zo graag het boek winnen,
en er is toch iedere week maar één gelukkige
aan bod. Maar... moed houden.
Jan Cornelis Brommer, Kreil. En of Jan,
of ik sjoelen kan. Allemaal netjes in de gleu
ven, geen één erbuiten. Ik ben er een „kei"
in, noemen jullie dat zo niet? Je bent een
bolleboos in aardrijkskunde, geloof ik. Maar
denk ook om je geschiedenis, hoor.
Piet Klaver, Oudkarspel. Ja, verrekijkers
zijn meestal nogal prijzig Piet. Ik zou maar
wachten tot je jarig bent, of dat die rijke
oom van je uit Amerika komt. Dan moet je
hem maar eens vriendelijk aankijken. Je brief
zag er netjes uit Jan. Bonega! (je ziet, ik
ken ook Esperanto...)
Marie Breebaart, St. Maarten. Uitste
kend: Thea mag ook meedoen en volgende
week verwacht ik al haar eerste brief. Ze
mag, omdat ze nog zo klein is, met potlood
schrijven. Ik ben zeer nieuwsgierig.
Aagje Mooy, St. Maarten. Als ik m'n
eigen zin deed Aagje, kwam ik vanmiddag al
naar St. Maarten toe, maar... helaas, als
krantenman heb je zovéél plichten. En je
moet op zovéél plaatsen zijn.
Annie Wit, Winkel. Dat was een vrolijke
brief Wit-je! En wat zeg je van die voorzeg
gende geest van den Kindervriend. Had ik het
goed geraden of niet dat jij de eerste prijs in
die schrijfwedstrijd zou winnen
Christina de Rooy, Wieringerwaard. Ik
ben het roerend met je eens Christina, dat
het niets gedaan is, ziek zijn in de lente. De
lente, dat feest van jong groen, van al dat
jonge leven in de wei. Nee, dan nog maar lie
ver in de winter een weekje thuis.
Leendert Visser, Dirkshorn. Zo, ik ben
blij dat het boek naar je zin was, Leendert.
En dat je het nog niet gelezen had. Ik denk,
dat je het Buisman zo uit z'n handen gerukt
hebt, is het niet zo
Bertha Kuiper, Hecrhugowaard. Dat was
een verdrietige geschiedenis met die konijnen
Bertha. De jongen dood en de ouders dood.
Nee, dat is niet aardig. Neem je weer
nieuwe
Dirk Speets, And(jk. Wat zeg je Dirk?
Of ik baars lust? En of, maar ik vind ze wel
een beetje graterig. Ik heb altyd haast onder
het eten, en dan verslik je je nog al eens gauw
in zo'n graatje. Maar lekker zijn ze.
Gerrit Mooy, IJmulden O. Van vruchten
houd ik ook al Gerrit. Zoals je ziet ben ik net
als raadselvriendinnen en vrienden, ik lust alle
lekkere dingen. Het liefst van vruchten: jaffa-
appels, bananen en grote peren.
Ja co ba Zwaan, Abbestee. Hier hebben
we Zus Braun de tweede. Die heeft het nu al
over zwemmen. Brrr, my is het nog wat te
koud, hoor. Ik moet er niet aan denken.
Mary Janne Bregman, Burgerbrug. Dat
was me een verjaardag, zeg! Kolossaal, ik
kan me werkelijk niet herinneren vroeger ooit
zoveel gehad te hebben. Je wordt zeker wel
danig verwend, niet
Teunis Schoorl, Schagen. Als jullie in je
club zo doorspeelt, kun je er zeker van zijn,
dat die wisselbeker aan jouw club komt. Dat
zou een boffer zijn, Teunis. Jullie vallen dan
vast om van trots, denk ik.
Geeri en Mynie de Jongh, Kolhorn. Als
jullie deze week schrijven jongedames, dan
zou ik het op prijs stellen dat ik het briefje
kreeg op een heel velletje en geschreven met
inkt. Of was de inktpot omgevallen??
Neelie Breed, Groenveld. Fijn, dat je
vader weer thuis gekomen is Neelie. Het is
niets gedaan zo'n blindedarm-operatie. Wat
ben je gauw jarig hè 1
Nellie Schoorl, Schagen. Dat nichtje van
jou zal wel heerlyk verwend worden, als het
zoo lief is. Ik neb ook een nichtje, maar dat
doet de hele dag niets dan gieren en gillen.
Daar zou je haast pijn in je hoofd van krygen,
maar ik vind haar toch lief.
Gerie Dekker, Keinsmerbrug. Ja, met de
schoonmaak zijn ze by my thuis ook bezig.
Geweldig, wat een rommel is me dat. Ik houd
er niets van. Maar het is nu eenmaal helaas
een noodzakelijk kwaad.
Jan de Geus, Zuid Scharwoude. Die
eerste keer dat jij schreef, vriend Jan was 't
maar een klein briefje, maar je belooft dat
de volgende maal een grotere gestuurd zal
worden en daar hoop ik nu maar op. Tot de
volgende week.
Gretha Klare, Kolhom. Ja, zadelpijn
valt om de drommel niet mee. Ik ben eens op
1 dag met een vriend van Amsterdam naar
Barneveld gefietst en ik zal je vertellen, dat
het zeer deed. Brrrr. Nooit, nooit van z'n
leven meer.
En hiermee ben ik weer aan het einde van
de beantwoording. Ik heb jullie ditmaal ge
lukkig allen een beurt kunnen geven, zodat
jullie allemaal ook weer een brief kunnen
schrijven.
Tot volgende week.
Kindervriend
Oplossing raadsels vorige week.
I.
Naald en draad.
II.
Koffiemolen.
III.
Micca. Mocca.
Goede oplossingen ontvangen van:
Gretha K., Kolhorn; Jan de G., Zuid-Schar-
woude; Wennie N., Lutjewinkel; Gerrie D.,
Keinsmerbrug; Neeltje S., Schagen; Neelie
B.; P. B» Schagen; Teunis S., Schagen; Jaap
Z., Abbestee; Dirk S., Andijk; Bertha K.,
Heerhugowaard; Jannie B., Burgerbrug; Ma
rie S., Dirkshorn; Leendert V., Harenkarspel;
Mary Janne B., Burgerbrug; Christiana de R.,
Wieringerwerf; T. F., Lutjewinkel; Annie W.,
Winkel; Aagje W., Winkel; Cor W., Winkel;
Gerrie W., N. Niedorp; Aagje M., St. Maar
ten; Marie B., St. Maarten; Jan C., Kreil;
Grietje N., Schoorldam; Neelie en Kees E.,
Schagerbrug; Annie K., N. Beemster; D. B.,
Schagen; Annie B., Schagen; Nelly G., Win
kel; Bertus en Ap H.
Nieuwe Raadsels
L
1)
2)
3)
1. Een andere naam voor ooievaar.
2. Een prettige dag.
3. Een vruchtboom.
4. Iets, dat niet in je schrift hoort.
Ieder woord van 8 letters. De kruisjes vor
men iets, waar je denk ik, veel van houdt en
wat je stellig ook wel hebt.
n.
Wie gaat met zwarte schoenen van huis en
komt met witte thuis?
Onze kleine Poes
Nooit van te voren weet je wat voor een
mooi plekje ons poesje nu weer eens uitkiest
om een dutje te gaan doen. Het is het schat-
tigste kleine, grijze poesje, dat je je kimt in
den; altijd iets zoekend om mee te spelen. Als
ze moe gespeeld is, valt ze plotseling in slaap,
dan weer in moeders naaimandje, of in een
pantoffel van zusje, of als de schooltas van
broer openstaat, dan kun je Grijsje gerust
even later tussen de schriften en boeken zoe
ken. De enige manier om haar wakker te ma
ken is met de kopjes op de theetafel ramme
len, want ze is gewend, om dan een schoteltje
melk te krijgen.
Vanmorgen was poesje weer zoek. Door het
hele huis hadden ze Grijsje al gezocht, boven
en beneden, maar tevergeefs.
„Wacht," zei Bob, „laatst zat ze in het
kastje van mijn schrijftafel, ik zal even gaan
zien." Maar neen, daar was ze ook niet. Tra
nen kwamen in Bob's ogen. Misschien is ze
wel weggeloopen, en dan is ze natuurlyk voor
goed weg," snikte hy.
„Neen Bob," troostte zus hem heel dapper,
„je weet, dat ze altijd weer ineens te voor
schijn komt. Ze heeft natuurlijk een nieuw
plaatsje ontdekt. Plotseling rammelde er iets
in de hall. Gauw droogde Bob zijn tranen en
zusje moest even lachen.
„Ik ga eens zien," zei Bob. Nogmaals
kraakte en rammelde het in de hall en ineens
zag Bob iets bewegen in zij overschoenen. „O,
zus, kom eens kijken, mijn overschoenen heb
ben leuke, kleine, grijze oortjes gekregen,"
lachte Bob. „En een snor", lachte zus. „Ze
heeft hier natuurlijk de hele tijd zitten sla
pen". Door het gepraat was Grysje wakker
geworden en keek ons tweetal heel verwon
derd aan, en hup, daar sprong ze uit de
schoen en spinnende ging ze de kinderen voor
naar de theetafel, alsof ze zeggen wilde: „O.
wat heb ik daar in de gang dorst geleden."
Nu, je begrijpt, ze kreeg een extra vol scho
teltje met melk.
„Ik ben benieuwd", zei zus, „waar ze zich
de volgende week zal verstoppen."
Daar het mooi weer was, gingen Bob en zus
even later buiten spelen. Nadat Grijsje haar
melk had opgedronken, voelde ze zich eigen
lijk nog wel erg slaperig en ging het huis eens
rond om een fijn plaatsje op te zoeken, dat
vooral rustig was. In de badkamer komende,
zag ze de wasmand klaar staan; ze sprong er
in, kroop onder een flanellen pyama en het
duurde niet lang, of ze droomde van muizen
en andere lekkernijen.
Nu tegen, elf uur kwam Jan de bleker de
was halen. Jan is een broer van ons meisje,
en krijgt altijd een kopje koffie, dus deze keer
ook. Nadat hij zijn koffie op had, nam hij de
mand, die moeder onderwijl gesloten had, en
ging verder. Grijsje had van dit alles niets ge
merkt en werd wakker door het schudden van
de mand in de auto. Maar de mand was dicht;
ze kon er niet uit. Enfin, ze draaide zich dus
maar weer eens in een bal en sliep rustig
verder.
Tegen de koffie kwamen de kinderen thuis
en dadelijk misten ze de kleine poes. Hoe ze
ook zochten of met de kopjes rammelden, nu
was de kleine heus weg. Moeder, het meisje,
zelfs vader, hielp mee zoeken. De kinderen
waren troosteloos en de hele middag liep in
de war door Grijsje.
's Avonds toen vader weer van kantoor
thuis kwam, was ze nog niet gevonden. De
kinderen hadden al bij de buren geïnformeerd,
maar er was niets gevonden. Plotseling tegen
acht uur, Bob en zus zouden juist naar bed
gaan, daar werd gebeld. Het meisje was al
naar huis en moeder deed open. Het was Jan
met Grijsje in een zak. Hij zei: „Mevrouw,
heb u uw poesje niet gemist? Toen ik van
middag bij de wasserij kwam, hoorde ik miau
wen. Ik luisterde nog eens goed en jawel, het
kwam uit uw wasmand. Ik deed de mand
gauw open en daar kwam de kleine slaapkop
er uit kijken. Het was natuurlijk niet mogelyk
haar eerder terug te brengen, maar hier is ze
dan toch".
Je kunt begrijpen, wat ze allemaal blij wa
ren en moeder gaf Jan een hele gulden voor
zijn moeite.
Grijsje liep spinnende om de kinderen heen,
steeds maar kopjes geven en eindelijk ging ze
voor de theetafel staan, alsof ze weer zeggen
wilde: „O, wat heb ik in die mand een dorst
gekregen." En weer kreeg ze een extra vol
schoteltje melk. „Ja", zei zus, „toch ben ik
benieuwd, waar ze zich nu de volgende keer
weer zal verstoppen."
„En ik," zei Bob, „maar van de wasmand
zal ze wel voorgoed genoeg hebben."
DE APPEL.
De appel behoort evenals de pruim en de
kers tot de rozenfamilie en geen enkele an
dere fruitsoort kan over zoveel graden wor
den gekweekt. Waarschijnlijk hebben de Ro
meinen de appel overgebracht naar Engeland
en in 1629 werd de eerste appelboom naar
Amerika overgebracht. De jaarlijkse appel
productie alleen van America bedraagt op het
ogenblik 200.000.000 H.L.
Dit plaatje stelt voor hoe de kabouters de
strijd aanbinden met een draak, die de ingang
van een ondergronds paleis bewaakt, waar de
bloemenkoningin gevangen zit. Gelukt het hen
de draak te doden, dan. kunnen zij hun
koningin bevrijden en dat is- hard nodig, want
het begint al voorjaar te worden, dus de
Hoe maken wij allerlei
naden en zoompjes
De meeste meisjes zullen wel eens pro
beren om zelf een poppenjurkje te maken,
maar de moeilykheid is daarbij dikwijls, dat
zy niet precies weten hoe de verschillende
naden gemaakt moeten worden.
Daarom geven wij deze keer eens een
plaatje met verschillende voorbeelden, die zo
duidelyk getekend zijn, dat je het bijna zon
der uitlegging wel begrijpen zult.
Bij het knippen van alle mogelyke kleding
stukken moet je vooral met overleg te werk
gaan en niet zonder meer de schaar in het
goed zetten. Eerst maak je van een poppen-
jurk een papieren patroontje, anders wil
moeder dat wel voor je doen en dat patroon
wordt eerst op de stof gespeld. Bij het uit
knippen van het patroon moet je er om den
ken dat je de naden aan het patroon knipt,
anders is het jurkje te nauw. Het eenvoudig
ste is het, als je eerst alle stukken aan elkaar
rijgt en het de pop daarna past. Is er dan iets
niet goed, dan is het nog gemakkelijk te
veranderen, heb je de naden eenmaal netjes
omgezoomd, dan is het veel meer werk om
deze weer los te halen.
Zo, ik hoop, dat jullie het plaatje zult be
waren en er nu en dan nog eens naar zult
kijken en maar veel oefenen met de verschil
lende naden, want al doende leert men.
bomen en planten moeten door haar toverstaf
aangeraakt worden, anders zouden wij deze
zomer in het geheel geen bladeren aan de
bomen krijgen of geen bloemen in de tuin.
En dat zou vreselijk zijn. Maar jullie ziet, de
kabouters doen hun best, laten wij dus maar
hopen, dat zij de overwinning zullen behalen.
«jUGST,
128.
BEZINKSEL IN DEN WIJN.
Brisemont, die tot geen enkel corps be
hoorde, was in d'Artagnans, of beter gezegd
in dienst van Planchet getreden, nadat d'Ar-
tagnan hem het leven had geschonken. De
gasten kwamen en het eten werd opgediend.
Planchet bediende, netjes met een servet over
den arm. De wijn scheen door het vervoer
eenigszins geleden te hebben, want de eerste
flesch vertoonde een niet geringe hoeveelheid
bezinksel. Brisemont goot een restant in een
glas en liet het d'Artagnan zien, die hem
verzocht het glas te ledigen. De arme drom
mel was nog niet geheel hersteld en een goed
glas wyn zou hem niet schaden.
De gasten hadden juist de soep genuttigd
en de glazen opgeheven, om een toast uit te
brengen, toen eensklaps van het Fort Louis
en Fort Neuf kanonschoten klonken.
124.
ALARM.
De gardisten sprongen onmiddellijk op en
grepen naar den degen, omdat ze in de mee
ning verkeerden, dat het kanongebulder ver
band hield met een onverwachten uitval der
belegerden.
d'Artagnan deed hetzelfde en alle drie
stormden ze naar buiten om op hun post te
zyn.
Ze hadden echter nauwelijks de cantine
verlaten, toen hun al duidelyk werd wat er
eigenlijk aan de hand was. Van all# kanten
klonk de kreet: Leve de koning! Leve de kar
dinaal! Overal werd de trom geroerd.
De ongunstige mededeelingen over den ge
zondheidstoestand van den koning hadden
plaats gemaakt voor betere, eh aangezien men
wist, dat de koning graag by de belegering
van de party wilde zyn, was men er zeker van,
dat hy, zoo spoedig hy te paard kon zitten,
naar het kamp voor La Rochelle zou komen.
Silhouetprentje