te Alkmaar.
INGEZONDEN
Strafzitting Vrijdag 30 April.
Zu i d s c h a r w o tl c.
HF.T WORDT DEN NEDERLANDSCHEN
•STAATSBURGER TOCH WEL MOEILIJK
GEMAAKT.
We 'lètén tegenwoordig in 'n periode van
wetten-maniakkorij, die toch wel 't beetje de
spuigaten uitloopt! Over de klacht betreffen
de de toenemende criminaliteit behoeft men
zich toch hovisdi niet te verbazen, als men
opmerkt wat tegenwoordig al als misdadig
wordt aangemerkt. Zoo stond dan in de eer
ste plaats terecht, *n bejaard vcehouderlje, de
ZuidsclfarwoudcrL). S., die wol 'n' huisvér-
gunning heeft tot het afleveren van melk
(zoo nrtder de koe vandaan) maar itict om
die melk te doen bezorgen. Als dus een huis
moeder-zegt, Dirk, laat efkes 'n kan melk
brengen, dan zit Dirk 'ndicn een -politieman
deze criminaliteit s*»!, er doodeenvoudig
tusschen. Zooals ook onlangs was gebeurd,
toen zijn dochter Trijntje 'n pintje melk be
zorgde cn vader Dirk nu .daarvoor terecht
stond. De man was haloorig, omdnt, naar
zijn meéning, hein zijn broodwinning werd
ontnomen. De- Kantonrechter kon men ech
ter geen andere, troost geven, dan zich tot
Minister Dcckers te wonden/Overigens kon
de magistraat, jure constitucndo niet an
ders doen, dan hem'veroordeclen c.q. tot f2
boete of 2 dagen en hom waarschuwen zich
van verdere overtreding te onthouden, waar
op Dirk, liiet ten onrechte, mopperend af
zwaaide.
Een andere gelegenheids-criminalist was
do tuinder Bertus G., te Heiloo. Deze gruwe
lijke misdadiger had te Castricum een stukje
chocolade geconsumeerd en het zilverpapier
tje-achteloos op de straat geworpen, waarop
de geiri.-veldwachter Tol eensklaps op hein
toesprong en ten zijnen behoeve een bokou-
ringsbon fabriceerde. Er werd wel wat on
eerbiedig gegrinnikt, toen dit drama werd
opgevoerd en de Kantonrechter redde het
malle figuur van de wet nog tijdig, door
geen straf op te leggen.
A l.kmaa r.
TF.R WAARSCHUWING AAN ALLE
BELANGHEBBENDE LEZERS VAN
DIT BLAD.
Rijks- en gemeente-politic hoeft zich de
lendenen omgord en is op het oorlogspad ge
togen ter controle van de naleving der ijk-
wet. Een der eerste slachtoffers maakte he
den in de salon der gerechtigheid zijn op
wachting, de zeepfabrikant Jan Chr. van
N., woonachtig te Heiloo. In zijn fabriek wa
ren dan ecnigc (6 in getal) gewichten aan
getroffen, niet voorzien van een geldig ijk-
merk. Deze gewichten werden slechts ge
bruikt hij het afwegen van uit te werken
recepten en één fungeerde als lood achter
de deur. Waar echter deze verouderde ge
wichten werden, aangetroffen in een lokaal
üesteméM'Bt d<T nfle\'e'ring van warén, volg
VI e proces-verliaal eh inbeslagname, gevólgd
•door een vcroordeeling tot f 0.50 boete (zéér
clement) voor elk gewicht of V dag hechte
nis, dus 6 X 50 ct. boete óf (5 X 1 «lag", bene
vens verbeurdverklaring der in beslag ge
nomen gewichten. Men' zal dus verstandig
doen, zijn gewichten, zoo noodig, ton spoc-
digstc te doen ijken of de onbruikbare
exemplaren uit de gevaarlijke zóne te ver
wijderen.
W a r d e r.
EEN NOODLOTTIGEN AVOND' VOOR
D EZ F. N M AS SA MOORDEN A A R
De slager Gerrit B. reed in de Béemstèr,
waar Johannes de diender dag en nacht pa
raat is, zonder licht op zijn doodtrappcr.
werd toen door rijksveldw. ten Hope aan
geklampt cn tót afstappen gevorderd. Aan
dit bevel gaf de domme slager geen gehoor,
doch ten Hope wist hem eyen getrouw te
grazen te krijgen en maakte do politierech
ter op zijn beurt de afmaker af met het op-
laggen van f 15.boete of 10 dagen. Thans
werd hij nog verder uitgebeend ter zake het
rijden zonder de voorgeschreven illuminatie
en tot f 2.50 boete of 2 dagen veroordeeld-
Het bedrag was klein, maar zijn zucht
diep, toen hij naar zijn achtcrzakjc taste om
af te tikken!
Winkel, April 1937.
M. de R.,
Beleefd verzoek ik plaatsing voor het vol
gende. Bij voorbaat mijn dank.
Nu de verkiezingen naderen, neemt de
activiteit van de verschillende partijen toe,
en uit zich in het verspreiden van circulai
res, couranten en ook in 't „plakken" van
platen e.d. Nu kan het van algemeenc be
kendheid zijn dat in verschillende gemeen
teraden een aanvulling van de politiever
ordening is aangenomen, waarbij hot „kal
ken" op straten, het plakken op telefoonpa
len, lautuaros en gebouwen strafbaar is ge
steld. Wat echter in ons goede dorpje Win
kel als strafbaar wordt .beschouwd, is m.i.
welzoo merkwaardig, dat. ik niet kan na-
la.ton hiervan melding „te maken.
Wat ioeli is het geval?
Een nog jeugdig plakker, vroeg aan en
kele ingezetenen een biljet lo mogen plak
ken op hun gebouwen of schuren. Ilij kreeg
hiertoe permissie en ging welgemoed op
stap. Reeds had hij enkele biljetten geplakt,
zonder dat zich een onkel incident, had voor
gedaan; noo één biljet en bij meende dat
het dan welletjes was. Maar ziedaar, in het
gezicht van het beloofde land kreeg de po
litic hem in 't zicht, werd bij aangehouden
en in verhoor genomen, «iet uls gevolg inbe
slaguame van plaktnateriaal. De jeugdige
plakker deelde nog aan de politie mede. dat
hij reeds een drietal platen had geplakt,
maar als het niet mocht, hij deze wel weer
wilde .verwijderen.
Zoo gezegd, zoo gedaan! Do platen wer
den verwijderd, namelijk twee Ie Lutjewin
kel en een in de Wcere en wie meent dat
hiermedq deze plakhistorie was afgcloopen,
is er naast. Procesverbaal werd opgemaakt,
en de slotscène zal worden afgespeeld voor
de rechjbank.
Nu is mijn vraag in deze, M. de R., cn
couiantenmenschen. hebben veelal meer ken
nis van wetten dan. wij gewone mensclicn,
welke wet in deze is overtreden. De gewij
zigde politieverordening was nog niet van
kracht, en zoo zij van kracht zou zijn ge
weest. dan nog had inbesla name niet kun
nen geschieden, omdat hét uur nog niet had
geslagen, waafop het loopen met stijfsel pf
lijmpot is strafbaar gesteld.
De Provinciale verordening legen de ont
siering van liet landelijk schoon, door het
plaatsen van horden voor reclamedoeleinden
kan hierop ook niet van toepassing zijn.
Een artikel in de strafwet, waarbij het
besmeuren van andermans gehouwen, als
baldadigheid of straatschending wordt aan
gemerkt, kan hierop ook niet slaan. Immers
de betrokken eigenaars hadden permissie
gegeven.
Welke ,wet of verordening deze zondaar
heeft overtreden," ik kan het niet. zeggen!
Misschien wilt gij of een uwer lezers mij
in deze van voorlichting dienen en hoop ik
op een afdoend antwoord, waaruit blijkt
aan welk strafbaar feit dezo overtreder zich
heeft schuldig gemaakt.
P. v. Zoonon.
Uit onze omgeving
CAiii.A.vrsunr:
Herdenking 10-jarig bestaan van
de afd. Callantsoog van het Cen
traal Genootschap voor Kinder-
kerstellings- en Vacantiekolonies.
Zaterdagavond is in de zaal van den lieer
De Waal het 10-jarig bestaan van de afd.
Callantsoog van het Centraal Genootschap
voor Kinderborst ellings- en Vacantiekolonies
herdacht,
De'Voorzitter, de lieer Jb. v. Scheijen, open
de dezen avond met een woord van welkom
tot. alle aanwezigen en heette speciaal de
Burgemeester cn Dr. Boerma en mevrouw
welkom. Spreker geeft een terugblik van
de 10 jaren, welke de afdeeling achter zich
heeft. Hoe door het toenmalige hoofd der
school, den heer E. Sluit, 10 jaar geleden dit
mooie werk tor hand werd genomen cn de
afdeeling werd opgericht. Hoewel spreker
geen man van woorden was, werd hem toch
verzocht het voorzitterschap op zich te ne
men, daar het hier niet op woorden, maar
op daden aankwam. Hieraan heeft spr. ge
volg gegeven, want het werk voor het her
stel van het zwakke schoolkind ligt spr. na
aan het hart. In dit verhand noemt spr. nog
de-heer en mevr. Breebaart, waarvan de eer
ste adviseerde en do tweede als penning-
mcosteressc optrad. Aanvankelijk telde de
vereeniging 57 leden, wat gestegen is tot
120, terwijl de afdeeling nu nog 116 leden
telt, zeer zeker een mooi aantal voor zoo'n
kleine gemeente als Callantsoog. Spreker
brengt hierom hulde en dank aan den bode,
den heer Jn. Vos, voor het. vele en goede
werk door hom gedaan in het belang van
de vereeniging cn haar ledental speciaal.
In de afgcloopen perioden werden eenige
kinderen voor een tijdvak varieerende tus
schen 6 weken cn een half jaar uitgezonden.
En we hebben er, aldus spreker, mooie re
sultaten van gezien. In de laatste paar ja
ren werden er geen kinderen uitgezonden,
niet om minder gunstige finnneieclo rede
nen, doch omdat zij er niet waren. Blijk
baar hebben we hier een gezonde jeugd.
Spreker geeft hierna den propagandist van
het Centraal Genootschap, den lieer Kantors,
gelegenheid voor het vortoonen van films,
en het houden van zijn propagandaredc.
Allereerst draait hij een film over Arizona,
hel land van de zon, de grootc kudden vee,
de cowboys. 'n Prachtig gekleurde natuur
film. We zien schitterend een zonsondergang
in dat land cn krijgen een kijkje in het le
ven op de rancho cn omgeving.
Dan houdt de lieer Kantors een enthousiaste
propaganda-voordracht. In de eerste plaats
brengt spr. de gelukwenschen over van het
hoofdbestuur. Door de afdeeling is in 10 jaar
prachtig werk verricht ten bate van hel
zwakke schoolkind. Het stemt ons tevreden
en geeft grootc voldoening. Spr. brengt dank
aan hen, die hier leiding gegeven hebben cn
dat nog doen en hoopt dat zij nog langen
tijd hun krachten aan dit mooie werk mo
gen wijden.
In de tweede plats een kort propaganda-
woord. Spreker memoreert de totstandko
ming van het Centraal Genootschap, hoofd
zakelijk uit inenschen van het onderwijs. Hij
noemt in dit. verband namen als Kerdijk,
Ketelaar cn Bis. Begonnen met oen gehuurde
villa te Egniond aan Zee, heeft hel C. G.
thans de beschikking over niet minder dan
elf koloniehuizen, aan zee en in de bosschen.
I)c organisatie teil ruim 450 afdeeiingen.
Per jaar worden thans 7 a 8000 kinderen
een gezond lichaam teruggegeven.
Het vortoonen van de koloniefilm beeft
len dool iets te laten zien van hetgeen met
de kinderen gebeurt in de kolonichuizen.
Het leven daar berust in hoofdzaak op de
drie r's, d.i.: regelmaat, rust en reinheid.
Zij leeren zich ook zeiven verzorgen, en
daarvan noemt spreker eenige staaltjes, liet
is ton slotte heter en goedkoopcr in liet le
ven van het kind enkele centen er aan te
spandeeren dan later als volwassene veel
groot,ere bedragen.
Spr. doet oen beroep op de medewerking
van allen voor den bloei van déze afdeeling.
De koloniofilm geeft ons nu een beeld van
het. leven thuis; hoe de kinderen worden uit
gezocht en uitgezonden; dan het kolonie-
leven van 's morgens vroeg tot 's avonds.
Duidelijk komt liet stelsel van „regelmaat,
rust en reinheid voor alles naar voren.
Ten slotte het blij.en gezond weer naar huis
gaan.
Na de pauze complimenteert, burgemees
ter Rehorst namens het gemeentebestuur de
Afdeeling niet haar jubileum. De voorzitter
was 'misschien geen man van woorden,
maar wel èc'n voor hot goede werk. Voor de
Afdeeling is êcn" bedrag op de geméentebe-
grooting uitgetrokken, doch daar wordt de
laatste jaren geen gebruik van gemaakt.
Mocht in de naaste toekomst dit bedrag noo
dig zijn, dan zal het gaarne worden uitge
keerd. Spr. dankt namens het gemeentebe
stuur cn de gemeentenaren 't Afdeclings-
bestuur voor hetmooie, goede werk in het
belang van het zwakke schoolkind gedaan,
en hoopt dat nog vele jaren de beste krach
ten hieraan gegeven mogen worden.
VoorzR'er van Scheijen dankt voor deze
woorden. Spr. hoopt nog jaren dit werk te
mogen doen. Hot is hem sympathiek,
Nadat tot slot een toeken filmpje vertoond
is, sluit de voorzitter deze bijeenkomst met
een woord van dank aan den propagandist
den heer Kanters, en voorts aan allen voor
hun aanwezigheid.
Huldiging.
Do muziekvereeniging „Callantsoog" had
het dezer dagen druk. Nadat zij gisteren het
gouden bruidspaar Hoep—Weij te Grootc
Koeten oen serenade gebracht had, verleen
de zij Zondagmiddag haar medewerking bij
de huldiging van het 40-jarig bruidspaar
van Twuijver—Visser, door de vereeniging
„Moed, Volharding en Zelfopoffering'. Na
een pittige marsch sprak de voorzitter van
„Moed. Volharding en Zelfopoffering", van
welk van Twuijver als oud-redder lid is,
eenige felicitatiewoorden, waarna het be
stuur en de Callantsooger leden der vereeni
ging hun mede-lid en zijn familie compli
menteerden met dezen voor hen zoo ge-
denkwaardigen dag. Daarna speelde de mu
ziekvereeniging eenige nummers.
Ongeluk.
Zaterdagmiddag waren de strandexploi-
tnnten Vos en de Haan bezig maatregelen
te treffen voor de ontvangst der gasten in
het a.s. seizoen. Bij liet leggen van de trap,
die van hun tent naar het strand voert,
gleed deze uit, waarbij de rechterhand van
don heer Vos beklemd raakte. Na voorloo-
pig verbonden te zijn door Dr. Boerma te
't Zand, oordeelde deze hot beter zich naar
Alkmaar te begeven, waar de doktoren het
eerste kootje van den middelvinger moesten
ainputeeren. liet. zal den heer Vos, die altijd
in de weer is, wel niet meevallen om voor-
loopig hij het werk aleen maar toe te moe
ten zien. Naar wc naderhand vernamen
had het ongeluk echter nog ernstiger ge
volgen kunnen hebben.
Het leed der olievogels.
Wanneer men den laatsten tijd een strand
wandeling maakt, zal het opgevallen zijn,
dal weer zoo'n groot aantal slachtoffers ge
vonden worden van de olie, die drijft op de
golven der zee. Op een afstand van slechts
enkele kilometers heeft men tientallen ma-
Ion een ontmoeting met zoo'n ontredderde
„olievogel", zeekoeton en papegaaienduikers
Zij komen op het strand als ze nog niet te
ver heen zijn, gaan ze bij nadering van men
sclicn weer het water in om spoedig daarna
weer op het strand té komen. Zelfs over de
duinen kan men de ongelukkige dieren aan
treffen, die op .den dood wachten moeten.
Zij loopen nog moeilijk, fladderen af en toe
om dan hijgend in te storten. Men moet een
hart van steen hebben als men geen mede
lijden voelt met deze eens zoo snelle en
trotsche zeevogels. Liefhebbers van de na
tuur probeert'n wel eens om de beesten weer
op te knappen, wat in enkele gevallen wel
eens lukt. Voor hen is het wel nuttig enkele
wenken te geven.
Gaat men naar het strand, dan steekt men
wat oude lappen in den zak, om de vogels
gemakkelijk te kunnen vervoeren naar huis
zonder de kleeding vuil te maken. Het op
pakken on dragen doet men het best door
een niet te grooto lap over den rug van den
vogel te laten vallen en hem dan met heide
handen op te pakken, de vleugels tegen het
lichaam drukkend. Daarbij een hand onder
de huik schuiven en met de andere hand
los onder de kop. de hals van achteren af te
pakken. Dit verhindert pikken en is rustig
voor heide partijen. In geen geval aan de
vleugels onderste hoven dragen.
Thuisgekomen plaatst men de vogel op
een veilige, rustige en vooral beschutte
plek. Hij is doodmoe, bovendien „lek", d.w.
z niet meer beschermd voor de inwerking
van het zeewater en is gevoelig voor weers
invloeden, vocht, koude of hitte. Bij het
heest zet men dan een bakje drinkwater
en, als men visch heeft, rauwe stukjes
viscli. Zee-eenden eten ook geweekt brood
of goed geweekte kaak. Met schoonmaken
moet men nog wachten. De eerste klodders
kunnen worden verwijderd, doch verder
niets er aan doen. Wanneer hij niet eet,
ook nog niet voeren, dit kan eerst als hij
uitgerust is en niet het ongewende voedsel
uit zich zelf tot zich neemt. Maakt hij een
wat krachtige indruk, clan kan ook met de
schoonmaak begonnen worden. Met een
lapje rauwe lijnolie worden de stijve teer-
plekken wat verzacht; vooral niet inwrij
ven! Daarna voorzichtig afdrogen en verder
laten opdrogen in een verwarmde omge
ving. In den loop van de volgende dagen
kan men langzaam aan hiermede door
gaan. Van een te verzwakten vogel is ook
hiermede geen resultaat te verkrijgen en
voor hem is het een groote weldaad hem
gelegenheid te geven om rustig te sterven.
Ook dit bedenke men wel als men er toe
overgaat een poging te doen om een teer-
of olievogel van zijn besliste ondergang te
redden.
LANfJENDIJK
NEDERLANDSCHE TUINDERSBOND.
Ten aanzien, van het voor-ontwerp Land
bouw Ordeningswet 1937 heeft liet Hoofd
bestuur van de Nederlandsche Tuinders
hond zich op het standpunt gesteld, dat
doelbewuste, practischc ordening van onze
samenleving cn bedrijfsleven geboden is.
De huidige economie heeft zooveel aanwijs
HEER LUK DIE LENTEGEUREN/*
f WAAR KINDLIEFJE RUIKT DE
RUPE TABAK f
NIEMEUERs STERTABAK VAN 5T0T15 CT. P.HALF0NS
bare gebreken, dat de daarbij op den voor
grond tredende of geschoven vrijheid voor
het grootste deel der produceerende 'land-
genooten, levenslange knechtschap, uitbui
ting en onredelijke belooning van zijn ar
beid beteokent, een armoedig bestaan voor
overvloedige productie, verkregen door ha
ren arbeid en hoog opgevoerde technische
en wetenschappelijke kennis van zijn be
drijf. De welvaart wordt bcheerscht door
productie en goederen ruil en het. komt het
H.B. voor, dat zoowel de geschiedenis als
de ontwikkeling der laatste jaren op dit
gebied, voor deze factoren meer waardee
ring eischt, dat deze door op werkelijke
welvaart gerichte regelingen (ordening)
moet worden verkregen.
Naast inschakeling van het georganiseer
de bedrijfsleven is hiervoor regcerings sanc
tie, leiding en verantwoordelijkheid eerste
vereischte. Zij, die van de regceringstafel
willen eten, dienen deze consequentie te
aanvaarden of te verdwijnen. Het schema
van het voorontwerp is zeer zeker niet ide
aal, doch de poging tot hervorming dient
gewaardeerd.
In de kwestie N.A.K. en B.K.Z. keurings
diensten acht men het een groot kweekers-
belang, dat samenwerking wórdt verkregen.
In de algemecne vergadering van de Ned.
Tuindersbond is zeer veel over de contri
butie gesproken. Voor- en tegenstanders zijn
aan het woord geweest.
Het H.B. acht verhooging der contributie
echter thans niet noodig. Het is wel noodig
dat een fonds wordt gevormd. Voor de vor
ming van dit fonds doet het een beroep op
de offervaardigheid van leden eh afdeeiin
gen.
NOORD-SCHARWOUDE
„ALWEER EEN KABELJAUW"
Alhier is dezer dagen opgericht een hen-
gelclub met bovenstaande veelzeggende
naam. Aangezien er in het Geestmeram-
bacht geen kabeljauw te vangen is hebben
wij om nadere toelichting van dezen naam
gevraagd. Daarbij werd ons medegedeeld,
dat op de oprichtingsvergadering is geble
ken dat de toegetreden 12 leden over bet
algemeen zulke groote baarzen vingen, dat
"daarvoor de naam van kabeljauw beter
geschikt leek.
Voorzit Ier. is.de heer S. de Rijke. Het ge
bied van dc: vereeniging is beperkt. Alleen
zij kunnen lid worden, die tusschen de
Oosterstraat en de Molenkade wonen.
1VIERINGEN
Meifeest.
Het Meifeest van den W.B.-bond en
S.D.A.P. afd. Wieringcnbegon 's middags
in Concordia te half drie met een kinder
feest. De voorzitter van de afdeeling, de
heer L. Klaver, opende deze bijeenkomst.
Ruim 200 kinderen waren aanwezig. Me
dewerkenden aan dit feest waren een 4-
tal leden .van het bekende gezelschap Wil*
lem van Icpcndaal, die met declamatie,
zang accordeon, sax en luit-spel de kinde
ren uitstekend bezig hielden. Voorts trad
professor Pisalskv met zijn sprekende
pop ,,Jozo" op. Het optreden van deze
laatste twee, vooral was een groot succes.
In de pauze werden aan alle kinderen ver
snaperingen uitgedeeld.
Na de pauze zongen eenige kleintjes op
het. tooneel een paar liedjes, heel aardig
was het „Bij de molen", gezongen door Jan
Klomp. Na nog gezamenlijk een lied gezon
gen te hebben, werd aan allen een choco
ladereep uitgereikt, waarmee dit kindcr-
festijn weder geëindigd was.
..O. Berta, doe het tóch?" vroeg het kind
verheugd. Ze kwam zelf al met haar bril
aantoopen.
„Heb je al een-potlood. Berta?"
„Waarom doe je het eigenlijk zelf niet?"
vroeg de meid, „jy kunt toch óók al schrij
ven."
„Ja maar dan is het niet zoo. echt. dan zien
ze dadelijk, dat het vap mjj af komt."
Berta scheurde het velletje papier, na het
eerst heel secuur in tweeën gevouwen te
hebben, door midden. Dan zette ze zich aan
de keukentafel en begon met veel moeite te
schryven.
Marjolelntje keek gespannen toe.
..'t Gaat prachtig. Bert." zei ze prijzend.
„En je maakt hoofdletters ook."
„Ja, vlei me maar," zei de meid, heel ern
stig boven haar br»l uitkijkend, „straks zit ik
met de narigheid, je zult het zien. Ik zal er
nog spijt genoeg van hebben, dat ik me door
'jou heb laten lijmen. Nou. hier heb je ze, en
als het mij m'n betrekking kost is het jouw
schuld, Daar staat het dan:
„Kijk even op dat Engelsche schilderijtje...",
las Marjolelntje langzaam.
„Zet er „asjeblieft" bij, Berta, dat staat een
beetje beleefder..."
„As-tu blieft", -schreef de meid er goedig
achter. Ze pufte er van, toen ze klaar was.
„Berta, je bent een schat,!" riep het kind
opgetogen uit, terwijl ze de briefjes van haar
aanpakte. En toen op den stoel klimmend,
waarvan Berta juist was opgestaan, sloeg ze
haar beide armpjes om haar heen en zoende
haar dat het klapte.
„Kind, toch..." zei de meid bewogen. En
alsof Marjoleintje's spontane hartelijkheid
haar inspireerde tot verdere deelname aan het
complot, pakte ze de beide briefjes met een
resoluut gebaar van haar af.
„Geef hier," zei ze, „ik weet wat beters..."
Het kind keek aandachtig tO", hoe ze twee
andere briefjes maakte. De eerste twee. ver
scheurde ze. Marry kon niet begrijpen, dat
er nog iets beters te bedenken viel, dan zij
gedaan had. Maar toen Berta het geschre
vene voorlas en de bedoeling ervan uiteen
zette. toen glinsterden Marjoleintje's oogjes.
Berta gaf nauwkeurig haar instructies.
,,'k Zal het precie^ zoo doen," beloofde het
kind en de beide briefjes nemend, vloog het
op. een holletje de keuken uit.
„Hoü Bobbie daar...!" riep ze nog.
Op haar teentjes sloop ze de trap op. Het
was pr&chtig wat Berta bedacht had. Als ze
het nu -maar gedaan kreeg om haar vader en
moeder stiekum die briefjes in de handen te
moffelen. Dat was nog het moeilijkste van
alles. Als ze nog aan het ruzie maken waren,
ging het zeker niet. Ze stond boven aan de
Hap even stil en luisterde. Het was doodstil.
Pappie was zeker naar zijn kamer gegaan.
Dat kwam nu eigenlijk heel slecht uit, want
daar moest zij nu immers zijn. Nu zc toch
eenmaal boven was, moest ze maar eerst
naar de kamer van haar moeder gaan, die
was het dichtst bij.
Toen ze op het punt stond naar binnen te
gaan, kwam Bobby de trap opvliegen. Die
had dus toch kans gezien de keuken uit te
glippen."
„Bobby, blijf daar!" commandeerde ze. Maar
de hond voelde daar niets voor en sprong
tegen haar op.
„Ja, ik moet jou toch eerst kwijt," zei ze
zacht en hem paaiend, riep ze met gedempte
stem:
„Kom maar mee, Bobby, dan krijg je wat."
Ze lokte hem het zijkamertje in.
„Bobby," zei ze, by hem neerknielend,. „nu
moet je eens goed luisteren. Als jij hier nu lief
blijft zitten, mag je vanavond even op het
voeteneinde van m'n bed liggen. Maar er aan
niemand iets van vertellen, hoor, anders krijg
ik. Neen, loop nu niet weg, want ik kan je
daar niet hebben, straks wel. Eerst heb ik
wat heel gewichtigs te doen. En weet je wat
er gebeurt Bobby, als dat lukt?"
Haar stem daalde tot een fluistering: „Dan
wordt Mammie weer vroolijk en zien we
bij Pappie voor altijd die lichtjes in zijn
oogen..."
xxvm.
Paul zat in zijn studeerkamer en rookte de
eene cigaret na de andere. Was hi- daarvoor
nu een een middag vroeg naar huis gekomen,
om een scène te hebben? Hij had die niet ge
wild, had er zelfs in het minst geen aanleiding
toe gegeven. Maar Diny hacl er den laatsten
tijd bijzonder slag van, hem op allerlei wijzen
te prikkelen.
Zooals nu ook. nu hy eens vroeg thuis
kwam, kleedde zy zich om uit te gaan. En
anders was ze met geen mogelijkheid de deur
uit te krygen. Ze had een afspraak met de
naaister. Dat was een leugen, dat zag hij
dadelyk aan haar gezicht. Later gaf ze dat
ook toe, toen ze in een driftbui er uitgooide,
dat ze het deed om hem te hinderen, zooals
hij haar ook altyd deed.
Hoe kwam ze op de gedachte? Ging hij
ooit anders uit dan voor zyn werk? En ver
schikte hij het den laatsten tyd al niet zoo
veel mogelijk, om haar des avonds niet
alleen te laten?
Hij was inwendig woedend. Vrouwen wa
ren toch onberekenbare wezens. Het was hen
maar zelden naar den zin te maken. Maar
onder den wrevel dien hij voelde knaagde een
pijn... Zy'n hart werd droef bij de gedachte
dat Diny, de vrouw die hij met zijn hart en
ziel liefgehad had. zoo veranderd was. Lief
gehad..mocht hij dat wel zeggen? Hy hield
toch nog van haar, anders zou haar houding
hem niet zoo'n verdriet doen. De omgang met
die Lottie had haar geen goed gedaan, even
min als die tyd in dat theater..* Het een
zoowel als het ander had een verderfeiyken
invloed op haar gehad. Daar bleef altijd wat
van over. Ze reageerde heel anders op de
dingen dan vroeger.
Over hetgeen ze eertijds verfoeid zou heb
ben, kon ze nu onverschillig de schouders op
halen. Er was nog maar weinig in haar van
het zachte, het aanhankelyke dat hem altijd
zoo in haar aangetrokken had. Alleen als ze
bij het kind was, dan kwam dat :eve soms
weer in haar boven, dan was ze weer de
„Marjolelntje" van vroeger en leek het hem
ook niet onmogelyk, dat het tusschen hen
weer zou worden zooals toén...
Maar nu had ze door haar matelooze woede
alle betere gevoelens in hem gedood. Ze wóu
niet goed, dat was het. En in dat geval was
het misschien maar het beste dat er zoo
gauw mogelyk een einde aan kwam.
Weggedoken in een grooten stoel, zat Diny,
het hoofd in de handen gesteund, recht voor
zich uit te staren.
Alweer een verloren dag, dacht ze. Alweer
zoo een, die ons eerder van elkaar dan by
elkaar brengt. Als het daar maar by bleef...
Want had Paul niet gezegd, dat ze er geen
spijt van behoefde te hebben, dat ze weer by
hem terug was. dat hy zy'n maatregelen wel
zou nemen... En dat om een kleinigheid.
Waarom was ze ook op het waanzinnige idee
gekomen om te zeggen, dat ze uit moest,
juist nu hy eens een keer vroeger dan anders
naar huis kwam? Had ze hem daarmee te
kennen willen geven dat ze, als het er op aan
kwam, óók deed wat ze wilde. Dat zij zich
niet naar hem wenschte te schikken, als hij
het zich niet naar haar deed.
Ze had iets gezegd van de naaister. Hoe
was ze op die gedachte gekomen? Ze had
niet eens een naaister, dat wist Paul even
goed als zy. Hij had dan ook direct begrepen,
dat het een uitvlucht was.
„Je liegt!" had hy haar toegeroepen. Wat
hadden die woorden haar een gevoel van ver
nedering gegeven. En in haar woede, meer
om zichzelf dan om hem, had ze er maar alles
uitgegooid wat haar in den weg zat. Wat ze
precies gezegd had, wist ze zelf niet meer,
ze wist alleen nog, dat hij er moe en ellendig
uitgezien had, toen hij de kamer verliet. En
dit was het wat ze niet kon verkroppen. Ze
zou nu het liefst naar hem toe gaan, om
alles wat hen beiden bezwaarde, uit te pra
ten, maar wie gaf haar de verzekering dat
hij dat wou? Misschien zou hij haar met een
hautain gebaar afwijzen en ze wist zeker,
dat hun twist dan weer van voren f aan zou
beginnen. Hoe moest hun houding nu straks
weer zijn als Marjoleintje thuiskwam? Het
kind mocht er in geen geval iets van merken.
Ze kon tóch al zoo dikwijls met zoo'n eigen
aard igen blik van den een naar den ander
kijken, net alsof ze begreep, dat er iets niet in
orde was. Neen, wat ze ook samen hadden,
het kind moest er buiten blijven.
Even dacht ze wat Paul nu zou doen... Zou'
hij zijn gaan werken of zat hij ook te pieke
ren, evenals zy
O, hoe zag ze er tegenop om straks aan
tafel met hem te moeten praten, gewoon,
vriendelyk, net of er niets gebeurd was. En
toch moest dat, terwille van het kind. Zou
dat zóó hun geheele leven door moeten gaan?
Zou er niet eens een moment komen, waarop
ze voor altyd weer één konden zyn, een van
wil, een van gedachten?
Soms lag er in Paul's gezicht een hardheid,
die haar aan het portret van zijn vader deed
denken, dat portret dat zij in zy'n koffers ge
vonden had bij dat van zyn moeder, een lieve,
knappe vrouw. Ze had ze bij elkaar een
plaatsje gegeven in Paul's kamer. Ze voelde,
als zij het portret bekeek, geen wrok meer
tegenover dien streng uitstonden man, die
zooveel leed over haai leven gebracht had. Ze
had hem Üat vergeven op het oogenblik dat
zij het bericht van zijn overlijden las. Maar nu
ze in Paul's gezicht zoo vaak diezelfde uit
drukking zag. maakte zij zich zorgen. Zijn
vader was hard geworden, na het verlies van
zijn vrouw. Paul werd dat nadat hy zy'n vrouw
teruggevonden had. Dan moest het toch aan
haar liggen..*
(Wordt vervolgd.)