Geestelijk Leven
'S TRiUMPH
IO' VIRGINIA CICARETTES
Spanje
akkers Kloosferbalsem
Laat Uw smaak triomfeeren
EIMELIJKE
STRIJD
Zaterdag 8 Mei 1937
Tweede blad
door ASTOR
ui.
LAAT ik beginnen met de mededeeling
dat ik in drie artikelen de geschie
denis van Spanje niet klaar krijg.
Er moet nog een vierde en laatste
fertikel volgen. Ik hoop dat dit den lezers
niet te veel zal zijn.
De kerk heeft in Spanje, vooral sedert
Ferdinand en Isabella. een rol van betee-
kenis gespeeld. Niet alleen op haar eigen
lijke terrein, n.1. dat van het godsdienstig-
aedelijk leven, maar ook in economisch op
zicht. De kerk groeide in Spanje uit tot
«en geweldig feodale machtsinstelling. Zij
[bezat onmetelijke goederen. Dit is haar
tot vloek geworden, want daardoor verloor
zij de liefde van het volk, van de massa.
Én niet alleen van het volk, ook van ve
len, die behoorden tot de leidende figu-
yen in den staat.
Nu moeten wij even een uitstapje maken
jiaar Portugal.
In het midden der achttiende eeuw, n.1.
ïn 1751 werd daar door den regeerenden
koning Jozef I tot minister van buitcn-
landsche zaken benoemd Sebastiao José de
Carvalho e Mello, markies van Pombal.
Jn de geschiedenis staat hij kortaf bekend
als Pombal (gob. 13 Mei 1699, gest. 8 Mei
'(1782). Hij was als gezant van Portugal in
Londen en Weencn geweest en had een
tijdlang in Parijs vertoefd, daardoor was
'bij met andere denkbeelden in aanraking
gekomen, welke sterk verschilden van die
welke in het clericale en aristocratische
Portugal evenals in Spanje hcerschten. De
koning, die zich bij voorkeur met zijn
speciale liefhebberijen en met mooie vrou
wen bemoeide, liet hem ook het binnen-
landsch bestuur over. Daarvan maakte
Pombal gebruik om met ongelooflijke ener
gie en doortastendheid groote hervormin
gen in te voeren. In het jaar 1755 had de
vreeselijk aardbeving plaats, waarbij Lissa
bon werd verwoest en 30.000 menschen
bet leven verloren.
Deze aardbeving werd door de Jezuieten
f(die in Portugal en Spanje een overheer-
schenden invloed op de kerk hadden) aan
gediend als een straf van God voor het
„goddelooze" beheer van Pombal, die zich
niet ontzag de almacht der Jezuieten te
bestrijden. Het antwoord van Pombal was
de verwijdering der Jezuieten uit Portugal,
fiij liet ze eenvoudig in Scpt. 1759 met
schepen naar den kerkdijken staat (het
wereldlijk gebied van den paus) brengen.
Hij verbiedt iedere vermeerdering van
kerkelijke goederen; hij heft een aantal
kloosters op, hij verbiedt de openbaarma
king der pauselijke bullen (dit laatste
heeft zich kortgeleden in nazi-Duitschland
herhaald!). Paus Clemens XIV wordt ge
dwongen de Jezuietenorde (21 Juli 1773) op
ite heffen door de bul „Dominus ac redemp-
tor noster". De Jezuieten vinden dan een
[toevluchtsoord in Pruisen (toen onder Fre-
iderik d'en Groote) en in Rusland.
De strijd van Pombal tegen de Jezuieten
.Vond zijn oorzaak niet alleen in de econo-
Rheumatfek 9
Laat U hiel kwellen
door rheumatische
pijnen, die U oud
maken vóór Uw tijd.
laaf toch wrijven
met den geneeskrach-
ligen Kloosterbalsem
die ze snel verdrijft.
dringt tot diep in de weefsels doorl
mische macht der kerk, maar ook in het feit
dat de school geheel in kerkelijke handen
was. Pombal verwereldlijkt daarom zoowel
de volksschool als de universiteit. Daarnaast
bevorderde hij in sterke mate den bloei van
den landbouw, den handel en de industrie.
Het is te begrijpen dat hij daardoor niet
slechts de kerk, maar ook de parasiteerende
adel tegen zich kreeg.
Pompal werd ten val gebracht door den
opvolgster van Jozef I, de zeer clericale Ma
ria I. Voor een groot deel ging daarom zijn
hervormingsarbeid teniet. Dit was hierom
mogelijk, omdat zijne hervormingen nog
geen voldoende steun vonden bij het volk,
dat nog te sterk in de eeuwenoude beschou
wing gevangen zat. De trouw aan de kerk
was te groot en priesters en monniken her
kregen hun vroegere macht.
Na dit uitstapje naar Portugal keeren wij
weer naar Spanje terug.
Het optreden van Pompal vond in Spanje
weerklank. De minister-president Aranda
verdreef eveneens (1 April 1767 de Jezuieten
uit Spanje. Ook hij liet ongeveer 5000 van
hen naar den Kerkdijken Staat vervoeren.
Wat hem echter niet gelukte, was de ophef
fing van de gehate Inquisitie. Daartegen
verzette zich de toenmalige koning Karei III,
die in deze instelling den meest doeltreffen-
den steun van zijne absolute heerschappij
zag.
Overigens was deze Karei III een zooge
naamde verlichte despoot. Hij werd be-
heerscht door de gedachte zijn volk en zijn
land zoowel economisch als cultureel hooger
op te voeren. Met zijn dood ging evenwel al
wat hij gedaan had, grootendeels weer ver
loren. Om dezelfde reden als, na het aftre
den van Pombal, in Portugal: het volk zélf
was er niet rijp voor.
In het jaar 1789 breekt de groote Fransche
revolutie uit. Heel Europa richt haar blik
ken daarheen. De absolute heerschers, de
feodale machthebbers volgen in angstige
spanning wat zich in Frankrijk afspeelt:
zullen de oude machten zich kunnen hand
haven?? Verlichte intcllectueelen, rijke bur
gers en democraten krijgen hoop op lang ver
beide rechten. In het hart der volken wor
den nieuwe verwachtingen geboren.
De historicus Dr. Arthur Schmid schrijft
over dezen tijd:
„Het wanbeheer van het absolutisme, de
eeuwenlange uitbuiting der boeren, de ont-
rechting der steden, de verlichting van het
vooruitstrevende deel der natie door groote
denkers en dappere menschen leidden er toe
dat in Frankrijk het volk zich van zijn
kracht bewust werd. Een verouderd systeem
stortte ineen. Een nieuwe tijd brak aan, een
tijd, die op zijn vaandel had geschreven:
Vrijheid, gelijkheid en broederschap. De aan
hangers dezer leuze werden door de verte
genwoordigers van alle feodale staten ver
vloekt en gehaat. Tegenwoordig richten zich
de fascisten tegen de democratie en tegen de
vrijheid. Zij willen deze met vuur en zwaard
uitroeien. Hetzelfde wilden toen de oude
machten in de maatschappij."
Hoe reageerde Spanje op de Fransche re
volutie?
Daar regeerde toen Karei IV (17881808)
en zijn minister-president Aranda,, die zich
reeds onder Karei III een doortastend be
windsman had getoond, behoorde als vrij
metselaar tot de tegenstanders van het ab
solutisme. Maar de koning had ook een
vrouw, Maria Louise van Panna, die het met
den huwelijkstrouw heelemaal niet ernstig
opnam. Zij veroorloofde zich de weelde en
het genoegen van een minnaar, een zekeren
Godoy en stelde hem tot minister aan. De
koning, een slappeling, kon zich daartegen
niet verzetten. Op aandrang van Godoy ver
klaart Karei IV den oorlog aan Frankrijk.
Het kwant Spanje duur te staan. In 1795
werd vrede gesloten en de Spaansche kolo
nie Santa Domingo werd Fransch bezit.
Zooals iedereen weet, liep de Fransche
revolutie uit op de heerschappij van Na
poleon.
Tegenover Napoleon stonden de oude Eu-
ropeesche machten en Engeland.
De vrede van 1795 had tengevolge, dat
Spanje in oorlog geraakte met Engeland en
Portugal. Engeland bezette het eiland Me-
norca (één der Balearen, bekend uit den te-
genwoordigen strijd) en bedreigde eenige
kustplaatsen. De Franschen trekken daarop
Spanje binnen om het tegen Portugal te hel
pen. In 1802 werd Engeland tot den vrede ge
dwongen. maar reeds, het volgende jaar, in
3803, brak de oorlog opnieuw uit. De ver-
eenigde Spaansche en Fransche vloot werd
21 October 1805 verslagen door de Engelsche
vloot in den beroemden slag bij Trafalgar.
Napoleon echter bezette Portugal en zette
het daar regeerende vorstenhuis Braganza
af. In 1808 trof Spanje hetzelfde lot en werd
aldaar Ferdinand VII (zoon en opvolger van
Karei IV) van de troon gestooten en Napo-
leans broeder, Jozef Bonaparte, nam zijn
plaats in.
Daarmede had het Spaansche volk een
nieuwen vreemden heerscher gekregen. Ech
ter niet lang zou diens heerschappij du
ren. Een jarenlange guerilla-oorlog nood
zaakt Napoleon in 1813 Spanje voorgoed te
ontruimen. In 1814 bestijgt Ferdinand VII op
nieuw den troon.
Maar, hoewel het Spaansche volk geen
vreemden heerscher duldde, 't aanvaardde
wel de ideeën, welke uit Frankrijk waren ge
ïmporteerd. In breede lagen des volks von
den deze weerklank. De inquisitie werd ein
delijk opgeheven. Het liberalisme drong door.
Het scheen of de dageraad voor het zwaar
verdrukte volk, dat nog altijd in een toe
stand van rechteloosheid en ellende verkeer
de was gekomen.
Toch werd het absolutisme door Ferdinand
VII weer hersteld onder de pressie der
geestelijkheid. En de inquisitie wordt
weer in het leven terug geroepen met al de
daarbij behoorende wreedheden. De geest
van Ferdinand en Isabella, van Karei V en
Filips II herleefde.
Echter een andere geest stelde zich
daar tegenover, de geest van het liberalisme.
In 1820 juist op den eersten Januari breekt te
Cadix een opstand uit, die spoedig zich over
heel Spanje uitbreidt. En Ferdinand VII is
gedwongen op 7 Maart 1820 den eed af te
leggen op de nieuwe liberale grondwet.
Reeds den volgenden dag werd de inquisitie
opnieuw opgeheven, de gevangenis te
Madrid wordt bestormd en de politieke ge
vangenen worden bevrijd.
Was de dag der bevrijding gekomen?
Er kwam inderdaad een liberaal ministe
rie. Helaas kwam er ook iets anders: een in
terventie (tusschenkomst, inmenging).
Na den val van Napoleon werd in1 Parijs
tusschen Alexander I van Rusland, Frederik
Wilhelm III van Pruisen en Frans II van
Oostenrijk de „heilige alliantie" (wonderlijk
gebruik van het woord heilig!) gesloten.
Het is interessant om nu nog eens het uit
drie artikelen bestaande verdrag te lezen Het
begint met de volgende inleidende woorden:
„In den naam van de heilige en onscheid
bare drie-eenigheid. Hunne majesteiten, de
Keizer van Oostenrijk, de Koning van Prui
sen en de Keizer van Rusland, hebben, ten
gevolge van de groote gebeurtenissen
der laatste jaren en in het bijzonder ten
gevolge van de weldaden, die de goddelijke
voorzienigheid den staten heeft, bewezen,
welke hun vertrouwen en hun hoop alleen
op haar hebben gezet (n.1. op de voorzienig
heid!) de innige overtuiging gekregen van
de noodzakelijkheid, bühne wedèrzijdsche
betrekkingen te gronden op de verheven
waarheden, welke ons de godsdienst van den
goddelijken heiland leert. Zij verklaren
plechtig dat deze daad (d.i. het sluiten der
alliantie) slechts ten doel heeft, voor het aan
gezicht der gansche wereld hun onwrikbaar
besluit te verkondigen om als richtsnoer van
hun optreden, zoowel binnen de staten als
naar buiten, slechts de voorschriften van de
zen heiligen godsdienst te nemen, de voor
schriften der gerechtigheid, liefde en vreed
zaamheid"
Ik zou teveel ruimte noodig hebben om
den geheelen inhoud weer te geven. Maar
dit is reeds voldoende om ons te doen zuch
ten: wat een huichelarij!
Welnu, deze heilige alliantie besluit tot
een interventie in Spanje. En aan den toen-
maligen Koning van Frankrijk Lodewijk
XVIII, wordt de opdracht gegeven om de
liberale regeering van Spanje te bestrijden.
Een leger van 100.000 man trekt over de Py-
reneën. De regeering vlucht naar Cadix en
moet zich 29 Mei 1823 overgeven.
Ferdinand VII verklaart daarop alle be
sluiten die sedert 1820 waren genomen, voor
ongeldig. Een bloedbad onder de liberalen
kost honderden het leven.
En weer moest het naar vrijheid snakken
de Spaansche volk het hoofd buigen onder
het absolutisme.
Intusschen brokkelde het ontzaglijk groote
koloniale bezit van Spanje steeds meer af.
De koloniën in Zuid Amerika vochten zich
vrij. In 1S25 bezat Spanje nog slechts Cuba,
Porto Rico en de Filippijnen.
Toen Ferdinand VII in 1S23 het absolutis
me weder herstelde, was het koningsgezag
over Spanje nog niet onbetwist en slechts
een bloedige burgeroorlog zou dit gezag ge
heel verzekeren.
De oorzaak van dezen burgeroorlog waren
de Karlisten (deze partij bestaat nóg en staat
aan de zijde van Franco). Deze Karlisten
waren de aanhangers van Don Karlos, een
broeder van Ferdinand VII; zij waren zeer
clericaal en voorstanders van het oude ab
solute koningschap en zij hadden het Fer
dinand VII nooit vergeven dat hij eenige
keeren den eed van trouw had gezworen op
een liberale grondwet en daarom wilden zij,
na den dood van Ferdinand VII, Don Karlos
op den Spaanschen troon.
Ferdinand VII stierf in 1833; bij zijn vierde
vrouw had hij een dochter Isabella, die op
driejarigen leeftijd tot koningin wordt uitge
roepen, onder regentschap van haar moeder
Maria Christina.
Maar Don Karlos liet zich tot legerkoning
uitroepen; hij werd gesteund door de Bas-
kische provinciën, Navarre, Aragon, Kata-
lonië en Valencia. Hierdoor werd Maria
Christina (de koningin-regentes) gedwongen
hulp en steun te zoeken bij de liberalen. In
1839 eindigde deze burgeroorlog met de vol
komen overwinning van de regceringspartij.
Don Karlos vluchtte naar Frankrijk.
Maar Maria Christina had wel om het
behoud van haar troon zich tot de liberalen
gewend, echter dit was niet een uiting van
haar ware gezindheid. Zij regeerde op een
volkomen reactionaire wijze. En het gevolg
daarvan was weer een heftig verzet van de
zijde van het vooruitstrevende deel des volks.
Hierdoor werd zij gedwongen van de regee
ring afstand te doen en den leider der libera
len, Espartero, tot minister-president te be
noemen. Den 12 October 1840 verliet zij
Spanje. Het liberale ministerie ondervond
evenwel heftige bestrijding van de hooge mi
litairen. Weer braken opstanden los. Espar
tero die ook optrad als regent van de
jonge prinses Isabella moest aftreden en
nam de wijk naar Engeland.
Daarop ,.w£rd de 13-jarige Isabella tot
koningin uitgeroepen als Isabella II (10 Nov.
1843).
Het is begrijpelijk, dat een 13-jarig kind
niet zelfstandig kan regeeren en dat dus de
partij, welke haar ten troon had verheven,
de feitelijke macht had in Spanje. Daarbij
stond zij nog sterk onder den invloed van
haar moeder (Maria Christina) en de cleri
cale hofkliek. En zoo kon het gebeuren, dat
reeds in 1844 de laatste resten van de volks
vrijheid werden vernietigd. De eigenlijke
bewerker hiervan was de maarschalk Nar-
vaez, dien zij d i c t o r i a 1 e macht verleen
de.
Deze Isabella was echter een wonderlijk
kind: wispelturig en onbeheerscht. Op zes
tienjarigen leeftijd trouwt zij met haar neef
Frans van Assisi en dan in 1846 zoekt zij
weer toenadering tot de liberalen, roept
Espartero terug om spoedig daarop van koers
te veranderen en aan de klerikalen de volle
macht terug te geven. Dan wordt Narvaez
weer minister president. Hem komt de twij
felachtige eer toe de republikeinsche
beweging van 26 Maart 1S48 met niets ont
ziend geweld te hebben neergeslagen, even
als de Karlistenopstand van 1S481849.
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 et. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
Toch zou niet veel later opnieuw een op
stand uitbreken en wel een militaire op
stand onder de leiding van den generaal
O'Donnell. Aanvankelijk had hij succes. De
vrijheid van pers en de vrijheid van verga
deren wordt weer toegestaan.
De Cortes (het parlement) wordt opgeroe^
pen.
Gelijk het meer gebeurt, werd, toen hij
eenmaal de macht in handen had, O'Donnell
meer reactionair. Toch werden verschillen
de hervormingen doorgevoerd. Wat natuur
lijk der Karlisten niet naar den zin was. Zoo
doende moest in 1860 O'Donnell nog een op
standige beweging dezer partij met geweld
onderdrukken.
Intusschen veranderde de strijd tusschen
de voorstanders van een aristocratisch-kleri-
kaal absolutisme en de vooruitstrevenden in
een strijd, waarbij het hoe langer hoe meer
ging om koningschap of republiek. Hierbij
speelde de kerk een invloedrijke rol, zich
stellend aan de zijde der monarchisten. Zij
deed dit temeer omdat, zij in het doordringen
van de republikeinsche en vooruitstrevende,
deels anti-clericale, ideeën een gevaar zag
voor haar machtspositie in Spanje.
Met leede oogen had b.v. de kerk de in
voering van het burgerlijk huwelijk aange
zien.
Hoewel de republikeinsche partij aan in
vloed won, (in 1868 werd bij een militaire
revolutie Isabella onttroond) toch leefde bij
de overgroote meerderheid nog de gedachte
dat het zónder koningschap niet ging.
De leiders van de liberale revolutie in
1868 overwonnen dus wel, maar wilden het
absolute koningschap vervangen door een
konstitutioneele monarchie. En dus gaan zij
op zoek naar een koning! (Ze moesten dit
wel doen, omdat de nieuwe grondwet van
6 Juni 1869 het koningschap veronderstelde).
Wien zullen zij vragen om koning te worden
in het hevig verdeelde Spanje? Verschillen
de daarvoor in aanmerking komende vorste
lijke personen worden gepolst, o.a. Leopold
von Ilohenzollem (dit wordt een der aan
leidingen voor den FranschDuitschen oor
log in 1870). Leopold slaat het aanbod af.
Daarna kiest de Cortes den hertog Amadeus
van Aosta tot Spaansch koning. Op den 2den
Januari 1871 aanvaardt, hij de regeering. Hij
zou er niet veel plezier van beleven. Zijn
streven om in liberalen zin te regeeren, be
zorgde hem de haat der reactionaire partijen
en van de geestelijkheid. Hij kon er niet te
gen op en 11 Februari 1873 bedankte hij voor
't baantje.
Toen werd door de Cortes Spanje tot re
publiek verklaard.
Zou zij zich kunnen handhaven?
Don Karlos wilde een kans wagen. Hij
vaardigt 3 Juli 1873 een proclamatie aan het
Spaansche volk uit, waarin hij zich tot ko
ning uitroept. En wederom breekt een bur
geroorlog uit. In het Noorden des lands, Na
varre, Biskaje, Baskië en Katalonië, vindt.
Don Karlos veel aanhang. Hij vormt een le
ger van 12000 man. De strijd tegen de repu
blikeinen is gruwelijk. Maar de Karlisten
konden niet op tegen het volk, dat inmiddels
sterk revolutionnaire ideeën in zich had op
genomen en snakte naar vrijheid en verlos
sing van het gehate in Madrid gecentrali
seerde gezag.
Plet is een uiterst tragische gedachte (maar
is de heele geschiedenis niet de tragedie
der massa?) dat al de door het volk ge
brachte offers niet hebben kunnen verhin
deren, dat het absolutisme zich weder kon
herstellen? En toch is dit gebeurd. Wel mis
lukt de poging van Don karlos, maar een
mi 1 i t a i r e opstand voert opnieuw tot het
koningschap.
Den 29sten September 1874 wordt door de
generaals de zoon van Isabella, n.1. Alfons
XII tot koning uitgeroepen. Dit beteekende,
dat voor het Spaansche volk weer een tijd
perk van groote reactie begon. Al terstond
door Michael Corvin
(2)
Zij was zoo in de lectuur ervan verdiept, dat
zij niet eens bemerkte, dat Mersheim de con
ferentie sloot en de collega's de kamer ver
lieten. Toen zij opkeek, bevond zij zich met
Mersheim alleen in het vertrek. Esther Ra-
leigh stond haastig op om de anderen te vol
gen, maar bleef dicht b(j de deur weder staan
en keerde zich om naar den hoofdredacteur.
„Tot nu toe heb ik in deze zaak nog niets
geprobeerd, mijnheer Mersheim. Zou u mij
willen toestaan een poging te doen om bij den
heer Werler toegelaten te worden?"
Mersheim haalde de schouders op en keek
Zijn volontaire eens aan.
„Het is nauwelijks mogelijk, dat u gelukken
zal, wat uw collega's mislukte, maar ik heb
er natuurlijk niets tegen, dat u het ook eens
probeert. Ik moet er u echter opmerkzaam
op maken, dat alles, wat u onderneemt, van
uzelf uitgaat en ons tot niets bindt. De wijze,
waarop u inlichtingen verkrijgt, interesseert
mij nooit. U hebt het telegram ook gelezen,
dus ziet u maar eens, wat u ervan kunt ma
ken. Ik heb er geen vermoeden van, of het te
doen is om de samenwerking van een Duitsch-
Amerikaansch concern voor te bereiden, of
dat het misschien slechts om contracten gaat.
die de Amerikaan in Duitschland wenscht af
te sluiten. Het telegram is totaal onverstaan
baar."
Mersheim ondernam zijn wandeling door de
kamer. Esther voelde, dat het onderhoud af-
geloopen was en verliet het vertrek, het
afschrift van het telegram nog in de hand.
Snel ging zjj naar haar eigen kamer en be
gon daar te overleggen op welke wjjze zij
Werler zou kunnen bereiken en, waar het
vooral op aan kwam, hoe zij het zou moeten
aanleggen om hem te kunnen interviewen.
Een openlijk optreden was natuurlijk uitge
sloten en alle hotelbedienden en andere lieden,
die met hem in aanraking kwamen, hadden
haar toch niets bijzonders kunnen vertellen,
wat ook begrijpelijk genoeg was. Het scheen
wel, dat niemand er aan gedacht had, dat deze
menschen ook niet geschikt waren om van
een of andere gelegenheid, die zich misschien
voordeed, gebruik te maken. Na nog even
nagedacht te hebben, sprong Esther plotse
ling op, kleedde zich haastig aan en verliet
het gebouw.
De eigenaar van den eleganten coiffeurs
salon onmiddellijk naast het Xaiserhof was
eerst wel erg verbaasd, toen juffrouw Raleigh
hem haar verzoek voorlegde. Hjj opperde
zekere, niet ongegronde bezwaren, maar gaf
toch eindelijk toe, nadat de jonge dame hem
een aanschouwelijk bewijs van haar bedreven
heid gegeven had.
Den volgenden morgen ontbood mister
Werler door zijn secretaris evenals lederen
dag de manicure en hjj was niet erg verwon
derd een andere dame te zien binnentreden
dan die, welke hem de vorige dagen bediend
had. Hei jonge meisje nam plaats en begon
haar arbeid aan de krachtige, eenigszins
bmtale handen van den Amerikaan. De secre
taris, die eerst ook in de kamer geweest was,
was met enkele orders vertrokken en Esther
begon, gewapend met een aantal spitse en
snijdende instrumentjes, het moeilijke verhoor
van len steenkolenkonlng. Zij begon met een
zeer onschuldige opmerking over het weder
en vroeg toen aan Mr. Werler of hij Berlijn
goed kende. De gevraagde bromde iets en had
kennelijk weinig lust om een gesprek met de
manicure te beginnen. Esther Rajeigh greep
de huidschaar, die zij juist lianteerde, steviger
vast i ging tot den aanval over.
„De Tier-arten zou wel heerlijk zijn, niet
waar, mister Werler, als er niet zooveel rat
ten waren."
Mr. Werler werd opmerkzaam en nam het
jonge meisje eens wat beter op, dat echter
juist het hoofd gebogen had, Omdat z(j haar
volle aandacht aan het bewerken van zijn
hand moet wijden.
„Ratten interesseeren mij niet, kindlief.
Maar hoe kwam u daar zoo op?"
Het jonge meisje keek hem met een open
blik aan, onderbrak haar werk en nam uit
een zakje van haar blouse een verkreukeld
stukje papier, dat zij den Amerikaan over
handigde.
„Iemand uit het hotel heeft dit verloren.
Ik vond het, en u zult wel begrijpen dat ik
het las."
„U spreekt dus Engelsch?"
„Een weinig."
„Hm, zeer interessant. En nu zou u zeker
graag weten, wat dit telegram beteekent,
nietwaar?"
Mister Werler keek Esther, die zijn blik
lijdzaam verduurde, doordringend aan. Einde
lijk begon hij te lachen en vroeg toen zonder
overgang en wel eenigszins ontstellend voor
Esther:
„Voor welke courant komt u, Jufrouw
eh?"
„Esther Raleigh, voor de „Welt"."
„Zoo, zoo. Prachtig. En bent u zelf op dit
idee gekomen?"
„Het lag voor de hand, nietwaar? En ik
heb wel gehoord, dat sommige Amerikaansche
journalisten nog wel heel andere wegen
bewandelen om hun Interviews machtig te
worden."
Werler lachte luid en bekeek zijn door
Esther Raleigh gepolijste nagels.
„U bent een uitstekende manicure en ook
schijnt u een natuurlijke gave voor de jour
nalistiek te bezitten. Uw naam - bent u in
Duitschland geboren?"
„Mijn vader was een Engelschman. Hij
moest om politieke ïedenen het land verlaten.
Ik ben in Duitschland geboren. Maar dat is
voor u wel niet van belang en ik zou u dank
baar zjjn, als u mjj ondanks uw stellig zeer
gemotiveerden afkeer van dergelijke gesprek
ken, enkele gegevens over het doel van uw
bezoek aan Berlijn zou willen geven."
De Amerikaan stond langzaam op en ver
zocht Esther, die nog steeds op een tabouret
tegenover hem zat, een gemakkelyken stoel
te nemen. Hij bedacht zich enkele oogenblik-
ken voor hij opnieuw het woord tot zijn be
zoekster richtte.
„Het doen van vertrouwelijke mededeelin-
gen aan een journalist is ongeveer hetzelfde
als een visch het zwemmen te verbieden. Heb
ik gelijk?"
„Dat hangt er van af, mister Werler. Wan
neer het gevaar bestaat, dat door al te groote
beslotenheid allerlei veronderstellingen op
duiken, die men niet kan tegenspreken, is het
misschien toch beter enkele vertrouwelijke
aanduidingen te geven, die een blad als de
„Welt" in staat stellen krachtig stelling te
nemen tegen onzinnige beweringen."
De millionair liep naar een klein tafeltje,
stopte zeer zorgvuldig en omslachtig zijn pijp
en bood Esther, die hem met kloppend hard
gadesloeg, sigaretten aan. Zij bediende zich
en toen de secretaris van den Amerikaan tien
minuten later de kamer binnenkwam, zette
hij een onbeschrijfelijk dom gezicht. Daar za
ten zijn patroon en de manicure bij elkaar te
rooken en kennelijk verdiept in een zeer ge
animeerd gesprek.
Mr. Werler sprak, zooals den secretaris reeds
na vijf woorden duidelijk was, over een onder
deel der zaken, waaromtrent hij elke mede
deeling aan onbevoegden tot nu toe allerpijn
lijkst vermeden had. En de manicure hield een
kleine blocnote in de hand, waar zij ongetwij
feld aanteekeningen op maakte.
Werler wenkte zijn secretaris naderbij en
stelde hem miss Raleigh van de „Welt" voor.
Zij spraken nog eenige oogenblikken met hun.
drieën door en toen nam Esther afscheW,
pakte haar manicuregereedschappen in en
verliet het appartement van den heer Werler.
Zij stormde de trappen af, gaf den coiffeur
zijn eigendommen terug, wierp zich in den
auto en stond vijf minuten later voor Burg in
het redactiekantoor, om hem het eerst haar
succes mede te deelen. De oude Burg straalde
even van harte gemeend als zij en stuurde haar
dadelijk naar Mersheim, om den hoofdredac
teur van haar vertrouwelijke interview op de
hoogte te gaan stellen. Mersheim hoorde haar
zonder een woord te zeggen aan, maar schud
de haar, toen zij uitgesproken was, met zicht
bare vreugde de hand en verzocht haar zich
van datzelfde oogenblik af als mederedactrice
van het blad te beschouwen. Hij beloofde haar
mededeelingen natuurlijk precies zoo te zul
len behandelen, als zij verstrekt waren, na
melijk als een streng vertrouwelijke informa
tie, maar hij verzekerde haar meteen hoe bui
tengewoon belangrijk de kennis der zaken
voor heun was, die Werler aan juffrouw
Raleigh had toevertrouwd. Het eenige, waar
over de Amerikaan zich niet had willen uiten,
was de beteekenis van dat telegram aan de
West-Indische Rubber Co. geweest, maar dit
punt had, vergeleken bjj den inhoud van het
interview, niet veel te beduiden.
Van dit oogenblik af was Esther's positie
onder het personeel merkbaar veranderd.
Zoodra men bemerkte, hoe de hoofdredacteur
zich tegenover haar gedroeg, kwam men haar
met een stil, hoewel eenigszins wangunstig
respect tegemoet en door dezen vooruitgang
voelde zij ook weder haar krachten toenemen.
Koener en vooral zelfverzekerder dan vroeger
hield zij gesprekken met politici, afdelings
chefs van verschillende ministeries, vooraan
staande persoonlijkheden uit de inm.strie en
den har.del, en leerde hier de opdringerigheden,
af te weren en ginds afwijzingen glimlachend
te aanvaarden, om later toch weer terug re
komen. Zij bemerkte reeds zeer spoedig, dat
zij geen gemakkelijk beroep gekozen had.
Wordt vervolgd)