Geestelijk Leven 'S TRiUMPH IO' VIRGINIA CICARETTES Spanje akkers Kloosferbalsem Laat Uw smaak triomfeeren EIMELIJKE STRIJD Zaterdag 8 Mei 1937 Tweede blad door ASTOR ui. LAAT ik beginnen met de mededeeling dat ik in drie artikelen de geschie denis van Spanje niet klaar krijg. Er moet nog een vierde en laatste fertikel volgen. Ik hoop dat dit den lezers niet te veel zal zijn. De kerk heeft in Spanje, vooral sedert Ferdinand en Isabella. een rol van betee- kenis gespeeld. Niet alleen op haar eigen lijke terrein, n.1. dat van het godsdienstig- aedelijk leven, maar ook in economisch op zicht. De kerk groeide in Spanje uit tot «en geweldig feodale machtsinstelling. Zij [bezat onmetelijke goederen. Dit is haar tot vloek geworden, want daardoor verloor zij de liefde van het volk, van de massa. Én niet alleen van het volk, ook van ve len, die behoorden tot de leidende figu- yen in den staat. Nu moeten wij even een uitstapje maken jiaar Portugal. In het midden der achttiende eeuw, n.1. ïn 1751 werd daar door den regeerenden koning Jozef I tot minister van buitcn- landsche zaken benoemd Sebastiao José de Carvalho e Mello, markies van Pombal. Jn de geschiedenis staat hij kortaf bekend als Pombal (gob. 13 Mei 1699, gest. 8 Mei '(1782). Hij was als gezant van Portugal in Londen en Weencn geweest en had een tijdlang in Parijs vertoefd, daardoor was 'bij met andere denkbeelden in aanraking gekomen, welke sterk verschilden van die welke in het clericale en aristocratische Portugal evenals in Spanje hcerschten. De koning, die zich bij voorkeur met zijn speciale liefhebberijen en met mooie vrou wen bemoeide, liet hem ook het binnen- landsch bestuur over. Daarvan maakte Pombal gebruik om met ongelooflijke ener gie en doortastendheid groote hervormin gen in te voeren. In het jaar 1755 had de vreeselijk aardbeving plaats, waarbij Lissa bon werd verwoest en 30.000 menschen bet leven verloren. Deze aardbeving werd door de Jezuieten f(die in Portugal en Spanje een overheer- schenden invloed op de kerk hadden) aan gediend als een straf van God voor het „goddelooze" beheer van Pombal, die zich niet ontzag de almacht der Jezuieten te bestrijden. Het antwoord van Pombal was de verwijdering der Jezuieten uit Portugal, fiij liet ze eenvoudig in Scpt. 1759 met schepen naar den kerkdijken staat (het wereldlijk gebied van den paus) brengen. Hij verbiedt iedere vermeerdering van kerkelijke goederen; hij heft een aantal kloosters op, hij verbiedt de openbaarma king der pauselijke bullen (dit laatste heeft zich kortgeleden in nazi-Duitschland herhaald!). Paus Clemens XIV wordt ge dwongen de Jezuietenorde (21 Juli 1773) op ite heffen door de bul „Dominus ac redemp- tor noster". De Jezuieten vinden dan een [toevluchtsoord in Pruisen (toen onder Fre- iderik d'en Groote) en in Rusland. De strijd van Pombal tegen de Jezuieten .Vond zijn oorzaak niet alleen in de econo- Rheumatfek 9 Laat U hiel kwellen door rheumatische pijnen, die U oud maken vóór Uw tijd. laaf toch wrijven met den geneeskrach- ligen Kloosterbalsem die ze snel verdrijft. dringt tot diep in de weefsels doorl mische macht der kerk, maar ook in het feit dat de school geheel in kerkelijke handen was. Pombal verwereldlijkt daarom zoowel de volksschool als de universiteit. Daarnaast bevorderde hij in sterke mate den bloei van den landbouw, den handel en de industrie. Het is te begrijpen dat hij daardoor niet slechts de kerk, maar ook de parasiteerende adel tegen zich kreeg. Pompal werd ten val gebracht door den opvolgster van Jozef I, de zeer clericale Ma ria I. Voor een groot deel ging daarom zijn hervormingsarbeid teniet. Dit was hierom mogelijk, omdat zijne hervormingen nog geen voldoende steun vonden bij het volk, dat nog te sterk in de eeuwenoude beschou wing gevangen zat. De trouw aan de kerk was te groot en priesters en monniken her kregen hun vroegere macht. Na dit uitstapje naar Portugal keeren wij weer naar Spanje terug. Het optreden van Pompal vond in Spanje weerklank. De minister-president Aranda verdreef eveneens (1 April 1767 de Jezuieten uit Spanje. Ook hij liet ongeveer 5000 van hen naar den Kerkdijken Staat vervoeren. Wat hem echter niet gelukte, was de ophef fing van de gehate Inquisitie. Daartegen verzette zich de toenmalige koning Karei III, die in deze instelling den meest doeltreffen- den steun van zijne absolute heerschappij zag. Overigens was deze Karei III een zooge naamde verlichte despoot. Hij werd be- heerscht door de gedachte zijn volk en zijn land zoowel economisch als cultureel hooger op te voeren. Met zijn dood ging evenwel al wat hij gedaan had, grootendeels weer ver loren. Om dezelfde reden als, na het aftre den van Pombal, in Portugal: het volk zélf was er niet rijp voor. In het jaar 1789 breekt de groote Fransche revolutie uit. Heel Europa richt haar blik ken daarheen. De absolute heerschers, de feodale machthebbers volgen in angstige spanning wat zich in Frankrijk afspeelt: zullen de oude machten zich kunnen hand haven?? Verlichte intcllectueelen, rijke bur gers en democraten krijgen hoop op lang ver beide rechten. In het hart der volken wor den nieuwe verwachtingen geboren. De historicus Dr. Arthur Schmid schrijft over dezen tijd: „Het wanbeheer van het absolutisme, de eeuwenlange uitbuiting der boeren, de ont- rechting der steden, de verlichting van het vooruitstrevende deel der natie door groote denkers en dappere menschen leidden er toe dat in Frankrijk het volk zich van zijn kracht bewust werd. Een verouderd systeem stortte ineen. Een nieuwe tijd brak aan, een tijd, die op zijn vaandel had geschreven: Vrijheid, gelijkheid en broederschap. De aan hangers dezer leuze werden door de verte genwoordigers van alle feodale staten ver vloekt en gehaat. Tegenwoordig richten zich de fascisten tegen de democratie en tegen de vrijheid. Zij willen deze met vuur en zwaard uitroeien. Hetzelfde wilden toen de oude machten in de maatschappij." Hoe reageerde Spanje op de Fransche re volutie? Daar regeerde toen Karei IV (17881808) en zijn minister-president Aranda,, die zich reeds onder Karei III een doortastend be windsman had getoond, behoorde als vrij metselaar tot de tegenstanders van het ab solutisme. Maar de koning had ook een vrouw, Maria Louise van Panna, die het met den huwelijkstrouw heelemaal niet ernstig opnam. Zij veroorloofde zich de weelde en het genoegen van een minnaar, een zekeren Godoy en stelde hem tot minister aan. De koning, een slappeling, kon zich daartegen niet verzetten. Op aandrang van Godoy ver klaart Karei IV den oorlog aan Frankrijk. Het kwant Spanje duur te staan. In 1795 werd vrede gesloten en de Spaansche kolo nie Santa Domingo werd Fransch bezit. Zooals iedereen weet, liep de Fransche revolutie uit op de heerschappij van Na poleon. Tegenover Napoleon stonden de oude Eu- ropeesche machten en Engeland. De vrede van 1795 had tengevolge, dat Spanje in oorlog geraakte met Engeland en Portugal. Engeland bezette het eiland Me- norca (één der Balearen, bekend uit den te- genwoordigen strijd) en bedreigde eenige kustplaatsen. De Franschen trekken daarop Spanje binnen om het tegen Portugal te hel pen. In 1802 werd Engeland tot den vrede ge dwongen. maar reeds, het volgende jaar, in 3803, brak de oorlog opnieuw uit. De ver- eenigde Spaansche en Fransche vloot werd 21 October 1805 verslagen door de Engelsche vloot in den beroemden slag bij Trafalgar. Napoleon echter bezette Portugal en zette het daar regeerende vorstenhuis Braganza af. In 1808 trof Spanje hetzelfde lot en werd aldaar Ferdinand VII (zoon en opvolger van Karei IV) van de troon gestooten en Napo- leans broeder, Jozef Bonaparte, nam zijn plaats in. Daarmede had het Spaansche volk een nieuwen vreemden heerscher gekregen. Ech ter niet lang zou diens heerschappij du ren. Een jarenlange guerilla-oorlog nood zaakt Napoleon in 1813 Spanje voorgoed te ontruimen. In 1814 bestijgt Ferdinand VII op nieuw den troon. Maar, hoewel het Spaansche volk geen vreemden heerscher duldde, 't aanvaardde wel de ideeën, welke uit Frankrijk waren ge ïmporteerd. In breede lagen des volks von den deze weerklank. De inquisitie werd ein delijk opgeheven. Het liberalisme drong door. Het scheen of de dageraad voor het zwaar verdrukte volk, dat nog altijd in een toe stand van rechteloosheid en ellende verkeer de was gekomen. Toch werd het absolutisme door Ferdinand VII weer hersteld onder de pressie der geestelijkheid. En de inquisitie wordt weer in het leven terug geroepen met al de daarbij behoorende wreedheden. De geest van Ferdinand en Isabella, van Karei V en Filips II herleefde. Echter een andere geest stelde zich daar tegenover, de geest van het liberalisme. In 1820 juist op den eersten Januari breekt te Cadix een opstand uit, die spoedig zich over heel Spanje uitbreidt. En Ferdinand VII is gedwongen op 7 Maart 1820 den eed af te leggen op de nieuwe liberale grondwet. Reeds den volgenden dag werd de inquisitie opnieuw opgeheven, de gevangenis te Madrid wordt bestormd en de politieke ge vangenen worden bevrijd. Was de dag der bevrijding gekomen? Er kwam inderdaad een liberaal ministe rie. Helaas kwam er ook iets anders: een in terventie (tusschenkomst, inmenging). Na den val van Napoleon werd in1 Parijs tusschen Alexander I van Rusland, Frederik Wilhelm III van Pruisen en Frans II van Oostenrijk de „heilige alliantie" (wonderlijk gebruik van het woord heilig!) gesloten. Het is interessant om nu nog eens het uit drie artikelen bestaande verdrag te lezen Het begint met de volgende inleidende woorden: „In den naam van de heilige en onscheid bare drie-eenigheid. Hunne majesteiten, de Keizer van Oostenrijk, de Koning van Prui sen en de Keizer van Rusland, hebben, ten gevolge van de groote gebeurtenissen der laatste jaren en in het bijzonder ten gevolge van de weldaden, die de goddelijke voorzienigheid den staten heeft, bewezen, welke hun vertrouwen en hun hoop alleen op haar hebben gezet (n.1. op de voorzienig heid!) de innige overtuiging gekregen van de noodzakelijkheid, bühne wedèrzijdsche betrekkingen te gronden op de verheven waarheden, welke ons de godsdienst van den goddelijken heiland leert. Zij verklaren plechtig dat deze daad (d.i. het sluiten der alliantie) slechts ten doel heeft, voor het aan gezicht der gansche wereld hun onwrikbaar besluit te verkondigen om als richtsnoer van hun optreden, zoowel binnen de staten als naar buiten, slechts de voorschriften van de zen heiligen godsdienst te nemen, de voor schriften der gerechtigheid, liefde en vreed zaamheid" Ik zou teveel ruimte noodig hebben om den geheelen inhoud weer te geven. Maar dit is reeds voldoende om ons te doen zuch ten: wat een huichelarij! Welnu, deze heilige alliantie besluit tot een interventie in Spanje. En aan den toen- maligen Koning van Frankrijk Lodewijk XVIII, wordt de opdracht gegeven om de liberale regeering van Spanje te bestrijden. Een leger van 100.000 man trekt over de Py- reneën. De regeering vlucht naar Cadix en moet zich 29 Mei 1823 overgeven. Ferdinand VII verklaart daarop alle be sluiten die sedert 1820 waren genomen, voor ongeldig. Een bloedbad onder de liberalen kost honderden het leven. En weer moest het naar vrijheid snakken de Spaansche volk het hoofd buigen onder het absolutisme. Intusschen brokkelde het ontzaglijk groote koloniale bezit van Spanje steeds meer af. De koloniën in Zuid Amerika vochten zich vrij. In 1S25 bezat Spanje nog slechts Cuba, Porto Rico en de Filippijnen. Toen Ferdinand VII in 1S23 het absolutis me weder herstelde, was het koningsgezag over Spanje nog niet onbetwist en slechts een bloedige burgeroorlog zou dit gezag ge heel verzekeren. De oorzaak van dezen burgeroorlog waren de Karlisten (deze partij bestaat nóg en staat aan de zijde van Franco). Deze Karlisten waren de aanhangers van Don Karlos, een broeder van Ferdinand VII; zij waren zeer clericaal en voorstanders van het oude ab solute koningschap en zij hadden het Fer dinand VII nooit vergeven dat hij eenige keeren den eed van trouw had gezworen op een liberale grondwet en daarom wilden zij, na den dood van Ferdinand VII, Don Karlos op den Spaanschen troon. Ferdinand VII stierf in 1833; bij zijn vierde vrouw had hij een dochter Isabella, die op driejarigen leeftijd tot koningin wordt uitge roepen, onder regentschap van haar moeder Maria Christina. Maar Don Karlos liet zich tot legerkoning uitroepen; hij werd gesteund door de Bas- kische provinciën, Navarre, Aragon, Kata- lonië en Valencia. Hierdoor werd Maria Christina (de koningin-regentes) gedwongen hulp en steun te zoeken bij de liberalen. In 1839 eindigde deze burgeroorlog met de vol komen overwinning van de regceringspartij. Don Karlos vluchtte naar Frankrijk. Maar Maria Christina had wel om het behoud van haar troon zich tot de liberalen gewend, echter dit was niet een uiting van haar ware gezindheid. Zij regeerde op een volkomen reactionaire wijze. En het gevolg daarvan was weer een heftig verzet van de zijde van het vooruitstrevende deel des volks. Hierdoor werd zij gedwongen van de regee ring afstand te doen en den leider der libera len, Espartero, tot minister-president te be noemen. Den 12 October 1840 verliet zij Spanje. Het liberale ministerie ondervond evenwel heftige bestrijding van de hooge mi litairen. Weer braken opstanden los. Espar tero die ook optrad als regent van de jonge prinses Isabella moest aftreden en nam de wijk naar Engeland. Daarop ,.w£rd de 13-jarige Isabella tot koningin uitgeroepen als Isabella II (10 Nov. 1843). Het is begrijpelijk, dat een 13-jarig kind niet zelfstandig kan regeeren en dat dus de partij, welke haar ten troon had verheven, de feitelijke macht had in Spanje. Daarbij stond zij nog sterk onder den invloed van haar moeder (Maria Christina) en de cleri cale hofkliek. En zoo kon het gebeuren, dat reeds in 1844 de laatste resten van de volks vrijheid werden vernietigd. De eigenlijke bewerker hiervan was de maarschalk Nar- vaez, dien zij d i c t o r i a 1 e macht verleen de. Deze Isabella was echter een wonderlijk kind: wispelturig en onbeheerscht. Op zes tienjarigen leeftijd trouwt zij met haar neef Frans van Assisi en dan in 1846 zoekt zij weer toenadering tot de liberalen, roept Espartero terug om spoedig daarop van koers te veranderen en aan de klerikalen de volle macht terug te geven. Dan wordt Narvaez weer minister president. Hem komt de twij felachtige eer toe de republikeinsche beweging van 26 Maart 1S48 met niets ont ziend geweld te hebben neergeslagen, even als de Karlistenopstand van 1S481849. HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 et. en 25% zwaarder dan de meeste andere. Toch zou niet veel later opnieuw een op stand uitbreken en wel een militaire op stand onder de leiding van den generaal O'Donnell. Aanvankelijk had hij succes. De vrijheid van pers en de vrijheid van verga deren wordt weer toegestaan. De Cortes (het parlement) wordt opgeroe^ pen. Gelijk het meer gebeurt, werd, toen hij eenmaal de macht in handen had, O'Donnell meer reactionair. Toch werden verschillen de hervormingen doorgevoerd. Wat natuur lijk der Karlisten niet naar den zin was. Zoo doende moest in 1860 O'Donnell nog een op standige beweging dezer partij met geweld onderdrukken. Intusschen veranderde de strijd tusschen de voorstanders van een aristocratisch-kleri- kaal absolutisme en de vooruitstrevenden in een strijd, waarbij het hoe langer hoe meer ging om koningschap of republiek. Hierbij speelde de kerk een invloedrijke rol, zich stellend aan de zijde der monarchisten. Zij deed dit temeer omdat, zij in het doordringen van de republikeinsche en vooruitstrevende, deels anti-clericale, ideeën een gevaar zag voor haar machtspositie in Spanje. Met leede oogen had b.v. de kerk de in voering van het burgerlijk huwelijk aange zien. Hoewel de republikeinsche partij aan in vloed won, (in 1868 werd bij een militaire revolutie Isabella onttroond) toch leefde bij de overgroote meerderheid nog de gedachte dat het zónder koningschap niet ging. De leiders van de liberale revolutie in 1868 overwonnen dus wel, maar wilden het absolute koningschap vervangen door een konstitutioneele monarchie. En dus gaan zij op zoek naar een koning! (Ze moesten dit wel doen, omdat de nieuwe grondwet van 6 Juni 1869 het koningschap veronderstelde). Wien zullen zij vragen om koning te worden in het hevig verdeelde Spanje? Verschillen de daarvoor in aanmerking komende vorste lijke personen worden gepolst, o.a. Leopold von Ilohenzollem (dit wordt een der aan leidingen voor den FranschDuitschen oor log in 1870). Leopold slaat het aanbod af. Daarna kiest de Cortes den hertog Amadeus van Aosta tot Spaansch koning. Op den 2den Januari 1871 aanvaardt, hij de regeering. Hij zou er niet veel plezier van beleven. Zijn streven om in liberalen zin te regeeren, be zorgde hem de haat der reactionaire partijen en van de geestelijkheid. Hij kon er niet te gen op en 11 Februari 1873 bedankte hij voor 't baantje. Toen werd door de Cortes Spanje tot re publiek verklaard. Zou zij zich kunnen handhaven? Don Karlos wilde een kans wagen. Hij vaardigt 3 Juli 1873 een proclamatie aan het Spaansche volk uit, waarin hij zich tot ko ning uitroept. En wederom breekt een bur geroorlog uit. In het Noorden des lands, Na varre, Biskaje, Baskië en Katalonië, vindt. Don Karlos veel aanhang. Hij vormt een le ger van 12000 man. De strijd tegen de repu blikeinen is gruwelijk. Maar de Karlisten konden niet op tegen het volk, dat inmiddels sterk revolutionnaire ideeën in zich had op genomen en snakte naar vrijheid en verlos sing van het gehate in Madrid gecentrali seerde gezag. Plet is een uiterst tragische gedachte (maar is de heele geschiedenis niet de tragedie der massa?) dat al de door het volk ge brachte offers niet hebben kunnen verhin deren, dat het absolutisme zich weder kon herstellen? En toch is dit gebeurd. Wel mis lukt de poging van Don karlos, maar een mi 1 i t a i r e opstand voert opnieuw tot het koningschap. Den 29sten September 1874 wordt door de generaals de zoon van Isabella, n.1. Alfons XII tot koning uitgeroepen. Dit beteekende, dat voor het Spaansche volk weer een tijd perk van groote reactie begon. Al terstond door Michael Corvin (2) Zij was zoo in de lectuur ervan verdiept, dat zij niet eens bemerkte, dat Mersheim de con ferentie sloot en de collega's de kamer ver lieten. Toen zij opkeek, bevond zij zich met Mersheim alleen in het vertrek. Esther Ra- leigh stond haastig op om de anderen te vol gen, maar bleef dicht b(j de deur weder staan en keerde zich om naar den hoofdredacteur. „Tot nu toe heb ik in deze zaak nog niets geprobeerd, mijnheer Mersheim. Zou u mij willen toestaan een poging te doen om bij den heer Werler toegelaten te worden?" Mersheim haalde de schouders op en keek Zijn volontaire eens aan. „Het is nauwelijks mogelijk, dat u gelukken zal, wat uw collega's mislukte, maar ik heb er natuurlijk niets tegen, dat u het ook eens probeert. Ik moet er u echter opmerkzaam op maken, dat alles, wat u onderneemt, van uzelf uitgaat en ons tot niets bindt. De wijze, waarop u inlichtingen verkrijgt, interesseert mij nooit. U hebt het telegram ook gelezen, dus ziet u maar eens, wat u ervan kunt ma ken. Ik heb er geen vermoeden van, of het te doen is om de samenwerking van een Duitsch- Amerikaansch concern voor te bereiden, of dat het misschien slechts om contracten gaat. die de Amerikaan in Duitschland wenscht af te sluiten. Het telegram is totaal onverstaan baar." Mersheim ondernam zijn wandeling door de kamer. Esther voelde, dat het onderhoud af- geloopen was en verliet het vertrek, het afschrift van het telegram nog in de hand. Snel ging zjj naar haar eigen kamer en be gon daar te overleggen op welke wjjze zij Werler zou kunnen bereiken en, waar het vooral op aan kwam, hoe zij het zou moeten aanleggen om hem te kunnen interviewen. Een openlijk optreden was natuurlijk uitge sloten en alle hotelbedienden en andere lieden, die met hem in aanraking kwamen, hadden haar toch niets bijzonders kunnen vertellen, wat ook begrijpelijk genoeg was. Het scheen wel, dat niemand er aan gedacht had, dat deze menschen ook niet geschikt waren om van een of andere gelegenheid, die zich misschien voordeed, gebruik te maken. Na nog even nagedacht te hebben, sprong Esther plotse ling op, kleedde zich haastig aan en verliet het gebouw. De eigenaar van den eleganten coiffeurs salon onmiddellijk naast het Xaiserhof was eerst wel erg verbaasd, toen juffrouw Raleigh hem haar verzoek voorlegde. Hjj opperde zekere, niet ongegronde bezwaren, maar gaf toch eindelijk toe, nadat de jonge dame hem een aanschouwelijk bewijs van haar bedreven heid gegeven had. Den volgenden morgen ontbood mister Werler door zijn secretaris evenals lederen dag de manicure en hjj was niet erg verwon derd een andere dame te zien binnentreden dan die, welke hem de vorige dagen bediend had. Hei jonge meisje nam plaats en begon haar arbeid aan de krachtige, eenigszins bmtale handen van den Amerikaan. De secre taris, die eerst ook in de kamer geweest was, was met enkele orders vertrokken en Esther begon, gewapend met een aantal spitse en snijdende instrumentjes, het moeilijke verhoor van len steenkolenkonlng. Zij begon met een zeer onschuldige opmerking over het weder en vroeg toen aan Mr. Werler of hij Berlijn goed kende. De gevraagde bromde iets en had kennelijk weinig lust om een gesprek met de manicure te beginnen. Esther Rajeigh greep de huidschaar, die zij juist lianteerde, steviger vast i ging tot den aanval over. „De Tier-arten zou wel heerlijk zijn, niet waar, mister Werler, als er niet zooveel rat ten waren." Mr. Werler werd opmerkzaam en nam het jonge meisje eens wat beter op, dat echter juist het hoofd gebogen had, Omdat z(j haar volle aandacht aan het bewerken van zijn hand moet wijden. „Ratten interesseeren mij niet, kindlief. Maar hoe kwam u daar zoo op?" Het jonge meisje keek hem met een open blik aan, onderbrak haar werk en nam uit een zakje van haar blouse een verkreukeld stukje papier, dat zij den Amerikaan over handigde. „Iemand uit het hotel heeft dit verloren. Ik vond het, en u zult wel begrijpen dat ik het las." „U spreekt dus Engelsch?" „Een weinig." „Hm, zeer interessant. En nu zou u zeker graag weten, wat dit telegram beteekent, nietwaar?" Mister Werler keek Esther, die zijn blik lijdzaam verduurde, doordringend aan. Einde lijk begon hij te lachen en vroeg toen zonder overgang en wel eenigszins ontstellend voor Esther: „Voor welke courant komt u, Jufrouw eh?" „Esther Raleigh, voor de „Welt"." „Zoo, zoo. Prachtig. En bent u zelf op dit idee gekomen?" „Het lag voor de hand, nietwaar? En ik heb wel gehoord, dat sommige Amerikaansche journalisten nog wel heel andere wegen bewandelen om hun Interviews machtig te worden." Werler lachte luid en bekeek zijn door Esther Raleigh gepolijste nagels. „U bent een uitstekende manicure en ook schijnt u een natuurlijke gave voor de jour nalistiek te bezitten. Uw naam - bent u in Duitschland geboren?" „Mijn vader was een Engelschman. Hij moest om politieke ïedenen het land verlaten. Ik ben in Duitschland geboren. Maar dat is voor u wel niet van belang en ik zou u dank baar zjjn, als u mjj ondanks uw stellig zeer gemotiveerden afkeer van dergelijke gesprek ken, enkele gegevens over het doel van uw bezoek aan Berlijn zou willen geven." De Amerikaan stond langzaam op en ver zocht Esther, die nog steeds op een tabouret tegenover hem zat, een gemakkelyken stoel te nemen. Hij bedacht zich enkele oogenblik- ken voor hij opnieuw het woord tot zijn be zoekster richtte. „Het doen van vertrouwelijke mededeelin- gen aan een journalist is ongeveer hetzelfde als een visch het zwemmen te verbieden. Heb ik gelijk?" „Dat hangt er van af, mister Werler. Wan neer het gevaar bestaat, dat door al te groote beslotenheid allerlei veronderstellingen op duiken, die men niet kan tegenspreken, is het misschien toch beter enkele vertrouwelijke aanduidingen te geven, die een blad als de „Welt" in staat stellen krachtig stelling te nemen tegen onzinnige beweringen." De millionair liep naar een klein tafeltje, stopte zeer zorgvuldig en omslachtig zijn pijp en bood Esther, die hem met kloppend hard gadesloeg, sigaretten aan. Zij bediende zich en toen de secretaris van den Amerikaan tien minuten later de kamer binnenkwam, zette hij een onbeschrijfelijk dom gezicht. Daar za ten zijn patroon en de manicure bij elkaar te rooken en kennelijk verdiept in een zeer ge animeerd gesprek. Mr. Werler sprak, zooals den secretaris reeds na vijf woorden duidelijk was, over een onder deel der zaken, waaromtrent hij elke mede deeling aan onbevoegden tot nu toe allerpijn lijkst vermeden had. En de manicure hield een kleine blocnote in de hand, waar zij ongetwij feld aanteekeningen op maakte. Werler wenkte zijn secretaris naderbij en stelde hem miss Raleigh van de „Welt" voor. Zij spraken nog eenige oogenblikken met hun. drieën door en toen nam Esther afscheW, pakte haar manicuregereedschappen in en verliet het appartement van den heer Werler. Zij stormde de trappen af, gaf den coiffeur zijn eigendommen terug, wierp zich in den auto en stond vijf minuten later voor Burg in het redactiekantoor, om hem het eerst haar succes mede te deelen. De oude Burg straalde even van harte gemeend als zij en stuurde haar dadelijk naar Mersheim, om den hoofdredac teur van haar vertrouwelijke interview op de hoogte te gaan stellen. Mersheim hoorde haar zonder een woord te zeggen aan, maar schud de haar, toen zij uitgesproken was, met zicht bare vreugde de hand en verzocht haar zich van datzelfde oogenblik af als mederedactrice van het blad te beschouwen. Hij beloofde haar mededeelingen natuurlijk precies zoo te zul len behandelen, als zij verstrekt waren, na melijk als een streng vertrouwelijke informa tie, maar hij verzekerde haar meteen hoe bui tengewoon belangrijk de kennis der zaken voor heun was, die Werler aan juffrouw Raleigh had toevertrouwd. Het eenige, waar over de Amerikaan zich niet had willen uiten, was de beteekenis van dat telegram aan de West-Indische Rubber Co. geweest, maar dit punt had, vergeleken bjj den inhoud van het interview, niet veel te beduiden. Van dit oogenblik af was Esther's positie onder het personeel merkbaar veranderd. Zoodra men bemerkte, hoe de hoofdredacteur zich tegenover haar gedroeg, kwam men haar met een stil, hoewel eenigszins wangunstig respect tegemoet en door dezen vooruitgang voelde zij ook weder haar krachten toenemen. Koener en vooral zelfverzekerder dan vroeger hield zij gesprekken met politici, afdelings chefs van verschillende ministeries, vooraan staande persoonlijkheden uit de inm.strie en den har.del, en leerde hier de opdringerigheden, af te weren en ginds afwijzingen glimlachend te aanvaarden, om later toch weer terug re komen. Zij bemerkte reeds zeer spoedig, dat zij geen gemakkelijk beroep gekozen had. Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5