„Ik heb deze menschel) pen haar gekrenkt"
De Australische premier
Lyons in ons land
zegt Heks van Merkelbeek.
De strijd tegen
zwendelbanken
Verlevendiging
Maar alle bewijzen zijn tegen haar
Schedels der slachtoffers in de
rechtszaal.
In ons blad van gisteren meldden wij
reeds, dat de z.g. „heks van Merkelbeek" in
hooger beroep voor het Gerechtshof terecht
zou staan, waarbij wij tevens nog even de
geschiedenis van dezen moord in herinne
ring brachten.
De belangstelling voor deze zaak was
buitengewoon groot. Geen plaatsje bleef op
de publieke tribune onbezet. De verdachte,
voorgeleid, maakt een diepe buiging voor
het Hof.
Onbewogen hoort zij de uitvoerige dag
vaarding aan, die door den advocaat-gene-
raad wordt voorgelezen.
De president, Mr. A. J. Vliegenhart,
vraagt daarna aan de verdachte: „Waarom
bent U in hooger beroep gekomen?"
Verdachte: „Omdat ik onschuldig ben. Ik
heb van die menschen geen haar op het
hoofd gekrenkt."
President: „Het wordt hoe langer hoe
mooier, u hebt toch een bekentenis afge
legd?"
Verdachte: .,Dat is zoo, maar dat heb ik
gedaan om mijn schoonzoon te redden.
Hij werd er van verdacht, de menschen te
hebben vermoord. Hij heeft zes kinderen,
en ik wilde niet, dat hij in de gevangenis
kwam. Toen heb ik de schuld maar op mij
genomen. Maar ik heb het niet gedaan."
„Nog even tijd voor berouw."
De vrouw, die rad van tong is, protesteert
met verheffing van stem tegen de beschul
digingen, tegen haar ingebracht Zij vertelt
dan nog, door een onbekende te zijn over
vallen, deze man moet de dader geweest zijn
Ook haar heeft deze man geslagen en ge
stompt. Zij kreeg van hem nog even den
tijd om een akte van berouw te bidden.
President: ..U hebt niet alleen voor den
rechter-commissaris bekend, maar in het
huis van bewaring schreef u ook aan uw
familieleden een brief, waarin u een be
kentenis aflegde."
Verdachte: „Dat is zoo, maar dat heb ik
gedaan om mijn schoonzoon te redden."
Als eerste getuige werd gehoord Mr. Ga-
diot, rechter commissaris bij de rechtbank
te Maastricht, die met den substituutoffi
cier van justitie een onderzoek heeft inge
steld op de plaats, waar de dubbele moord
is geschied.
„Vielen met hun hals op het
mes."
Getuige heeft de verdachte met de lijken
van de twee slachtoffers geconfronteerd,
doch zij bleef onbewogen. Op 16 November
heeft verdachte aan getuige bekend, dat zij
met den landbouwer Buyssers ruzie heeft
gehad.
Deze wilde een aanslag plegen op
haar eerbaarheid. Zij heeft zich
daartegen verzet en plotseling zag
zij. dat Buyssers 'n scheermes in de
hand hield. Zij heeft hem dit mes
willen afnemen en bij deze worste
ling is Buyssers met zijn hals op 't
mes gevallen. Daarna is zij naar
beneden gegaan, waar vrouw Sen-
den ruzie met haar maakte over
het werk op de boerderij. Vrouw
Senden maakte zich kwaad en vloog
op haar af. Verdachte heeft zich toen
verdedigd en vrouw Senden viel toen
ook met haar hals op het mes.
Mr. Gadiot. heeft ter plaatse naar bewijs
materiaal gezocht. O.a. heeft hij een blouse
en een schort aangetroffen, welke stijf lagen
van het bloed.
De president Mr. van Meeuwen vraagt
dan aan den rechter-commissaris: „Heeft
de verdachte in den brief, dien zij aan
haar dokter heeft geschreven, niet volledig
bekend, dat zij Buyssers en diens schoon
zuster uit drift heeft gedood?
Ze hebben maar wat opgeschre
ven.
De rechter-commissaris geeft dit toe en
hij wees hierna nog op de verklaring van
verdachte, waarbij zij hekent Buyssers met
een sleutel op het hoofd te hebben geslagen.
Deze sleutel en nog eenige andere gereed
schappen worden aan verdachte getoond.
De president: „Hoe komt dit bloed op den
Engelschen sleutel?
„Verdachte: „Dat weet ik niet."
Mr. van Veen tot verdachte: „Als u Buys
sers niet met den sleutel hebt mishandeld,
waarom heeft u dat dan bekend?"
Verdachte: „Ik heb dat niet bekend."
„De rechter-commissaris en de wacht
meester hebben maar wat opgeschre
ven".
President: „U hebt alles toch ondertee-
kend' Waarom hebt u dat dan gedaan?.'
Verdachte: „Ik was overstuur en daarom
heb ik dat gedaan.
De rechter-commissaris brengt hierna nog
naar voren, dat bij Buyssers meermalen
geld was gestolen. Eenmaal zelfs een be
drag van vijfhonderd gulden. Ook hiervan
is zij verdacht geweest.
De volgende getuige is Dr. L. Kolman,
arts te Maastricht, die de sectie op de lij
ken van de slachtoffers heeft verricht. De
schedels van den man en de vrouw dienen
als stukken van bewijs en worden op de
tafel van den president gedeponeerd.
Dr. Kolman verklaart, dat Buyssers een
oude man was, doch kerngezond. Getuige is
er van overtuigd, dat Buyssers eerst door
een slag met een hard voorwerp op den
schedel is getroffen. Buyssers moet direct
bewusteloos zijn geweest en pas daarna is
hem met het scheermes den hals doorgesne
den. De verwondingen aan den hals moeten
met groote kracht zijn toegebracht en wij
zen op opzet. Bij vrouw Senden heeft ge
tuige groote verwondingen aan den hals
aangetroffen. Ook deze verwondingen moe
ten met groote kracht en opzettelijk zijn
toegebracht. Een ongeluk acht hij absoluut
uitgesloten. Getuige achtte het zeer waar
schijnlijk dat de verwondingen met een
scheermes zijn toegebracht. Hij heeft ook de
verdachte onderzocht. Toen de verdachte
met de lijken van de slachtoffers werd ge
confronteerd, heeft de getuige den polsslag
van haar gecontroleerd. Deze was zeer nor
maal en absoluut onbewogen.
Door den president gevraagd, deel
de getuige nog mede, dat verdachte
hem bekend heeft, Buyssers en zijn
schoonzuster te hebben gedood. „Ik
heb het echter niet met opzet ge
daan". bad zij daaraan toegevoegd,
maar het is hun eigen schuld."
„Ik heb moederliefde".
De verdachte ontkent weer. de menschen
te hebben vermoord: „Ik heb die menschen
nooit iets misdaan. Als ik bekend heb,
dan is het om mijn schoonzoon en mijn
dochter te redden. Ik heb moederliefde."
Bij deze woorden begint het publiek op
de tribune te joelen. De president maant
tot kalmte aan.
De volgende getuige is A. van der Mul-
lem, opperwachtmeester te Brunssum, die
met eenige collega's een onderzoek ter
plaatse heeft ingesteld. Hij verklaart, dat
vrouw Senden op het punt stond uit te
gaan. of dat zij juist was thuis gekomen.
Het lijk van Buyssers lag in de slaapkamer
op bed en was keurig toegedekt. Het bloed
was reeds opgeveegd. In de keuken werd
verdachte aangetroffen, die terstond aan
een verhoor werd onderworpen. Zij ver
klaarde eerst van niets te weten, doch later
zeide ze. dat zij door een man was over
vallen. die haar met een revolver bedreigde
en naar den zolder joeg.
Bii het lijk van vrouw Senden lagen
eenige haarspelden en opmerkelijk is het,
dat de verdachte twee haarspelden miste.
De president tot getuige: „Kunt u mis
schien eenig motief vinden, waarom de
verdachte dit misdrijf heeft gepleegd?"
Getuige antwoordt, dat er volgens
den volksmond een verhouding moet
hebben bestaan tusschen de ver
dachte en Buyssers; vrouw S. is al
tijd tegen de verhouding geweest
met bet gevolg, dat er op de hoeve
dikwijls ruzie was. Getuige gelooft
ook wel, dat het drama zich rond
om deze verhouding heeft afge-
•speeld.
Eenige dagen nadat de vrouw was ge
arresteerd, heeft get. het scheermes gevon
den. Get. wees er nog op. dat de verdachte
meermalen op haar verklaringen is terug
gekomen. Wat zij den eenen dag bekende,
trok zij den volgenden dag weer in.
De verdachte zit tijdens de verklaringen
van dgn opperwachtmeester een glaasje
water te drinken.
De man met het masker.
De opperwachtmeester gaat hierna breed
voerig in op het verhaal, dat de verdachte
hem gedaan heeft, omtrent een overval op
haar gepleegd door een man met een mas
Baskische verdedingspost voor Bllbatw
ker voor. Getuige was er direct van over
tuigd dat dit verhaal verzonnen was.
Een brigadier van den rijksveldwacht en
de gemeenteveldwachter van Merkelbeek
leggen eensluidende verklaringen af.
De huishoudster sprak zich telkens tegen.
Dan weer had de man een masker voor
en dan weer niet. Hii had dan weer een
revolver in de hand en even later sprak
zij van een mes of een hamer. Verdachte
had in Merkelbach geen gunstige reputa
tie. Zij is hard tegen haar kinderen ge
weest. en toen zij als' huishoudster bij
Buyssers in betrekking kwam, werden daar
veel diefstallen gepleegd. De reputatie van
Buyssers is gunstig. Toen zij werd aange
houden, heeft verdachte nog geprobeerd
zich zelf van het leven te berooven. Ook in
het huis van bewaring te Maastricht heeft
zij nog een zelfmoordpoging gedaan.
Vijftien jaar tegen de
oude vrouw geëischt
De advocaat-generaal, mr. Massink, re
quisitoir nemend, zegt., dat verd. over een
groote mate van fantasie beschikt. Vandaar
het verhaal over den gemaskerden man,
waarvan reeds werd aangetoond, dat het
niet waar kon zijn. Zij heeft toen een be
kentenis afgelegd, maar deze laatste weer
ingetrokken. „Wij rullen haar echter aan
haar bekentenis houden", aldus spr.
Het tooneel dat zich op de hoeve van
Buyssers heeft afgespeeld is verschrikkelijk
Na eerst den landbouwer op zijn bed te
hebben overvallen en te hebben afgemaakt,
is de verdachte naar beneden gesneld en
heeft zij de schoonzuster den hals afge
sneden. De verdachte is vroeger uit de
ouderlijke macht ontzet geweest. Men noem
de haar destijds het „duivelskind". De dub
bele moord is gepleegd met een cynisme
een duivel waardig.
Over het motief tast men wel in het duis
ter, maar dit neemt niet weg dat zij en
niemand anders het misdrijf heeft gepleegd
Spreker eischte tegen de verdachte, die
reeds 64 jaar oud is, wegens doodslag,
tweemaal gepleegd, vijftien jaar gevangenis
straf.
De maximumstraf wilde spreker niet
eischen, want de verdachte heeft haar leef
tijd mede. Dit is de eenige verzachtende
omstandigheid, welke te haren gunste
spreekt.
Verdediger acht niets bewezen.
De verdediging werd gevoerd door Mr.
van der Kroon uit Heerlen.
Pleiter vond nergens een motief waarom
de verdachte het afschuwelijke misdrijf zou
hebben gepleegd. Waarom zou de eerste
verklaring van de verdachte niet de juiste
zijn? Is het onmogelijk dat er een overval
heeft plaats gehad? Men heeft dien morgen
in Merkelbach een vreemden persoon ge
zien. Daarbij komt nog, dat er op de boer
derij van Buyssers reeds vroeger is gesto
len, eens zelfs een bedrag van vijfhonderd
gulden. PI. is van meening, dat de verdach
te het misdrijf niet gepleegd kan hebben.
De tijd, om twee menschen te dooden, was
te kort. De bekentenissen door verd. afge
legd, zijn volkomen fictief en kloppen ook
niet met hetgeen de getuige deskundigen
hebben gerapporteerd. Het vonnis van de
rechtbank te Maastricht onderwierp pl. aan
een breedvoerige critische bespreking. Ten
slotte zeide hij er van overtuigd te zijn dat
het vonnis moest worden vernietigd, daar in
deze zaak te veel twijfelpunten zijn om tot
veroordeeling van de verd. te geraken. Hij
concludeerde dan ook tot vernietiging van
het vonnis van de rechtbank te Maastricht
en tot vrijspraak van de verdachte subs.
pleitte hij ontslag van rechtsvervolging.
De verdachte zeide hierna: „Ik ben on
schuldig".
Het Hof zal over veertien dagen arrest
wijzen.
De twee directeuren van ten
Hope en Co's Bank staan voor
het Amsterdamsche Hof terecht
Het gerechtshof te Amsterdam heeft gis
teren in hooger beroep de strafzaak behan
deld tegen de twee directeuren van de ef-
fectenbank G. A. ten Hope en Co., den 41-
jarigen effectenhandelaar C. J. N. K. en
den 62-jarigen rechtskundige Mr. Dr. J. V.
O., verdacht van zwendelpractijken.
De rechtbank veroordeelde hen op 31
Maart ieder tot twee en een half jaar ge
vangenisstraf met aftrek van den tiid in
voorloopige hechtenis doorgebracht. Het O.
M. had 3 jaar geeischt.
Aan dc beide verdachten, die thans in
hooger beroep terechtstaan, is ten eerste
ten laste gelegd, dat zij als medebeheerders
van de Hollandsche collectiefbank de door
de deelnemers aan de speculatiekassen toe
vertrouwde gelden, in totaal ongeveer tien
duizend gulden hebben verduisterd. Voorts
zouden zij als beheerders der conim. Venn.
Hollandsche Collectiefbank en de Conim.
Venn. ten Hope en Co. toevertrouwde gel
den en waardepapieren, welke zij van dién-
ten onder zich hadden, hebben verduisterd.
Het Hof hoort eerst den rijksaccountant
Stil, die rapporteert, dat de Hol!. Collectief
bank de speculatiekassen onder beheer
hield, waarvoor geanimeerd werd in „De
Beursecho". In werkelijkheid werd geen en
kele order uitgevoerd, men kocht nooit ef
fecten.
Pres.: Hoe berekenden ze winst?
Desk.: Ze deden alsof. Ze moesten zoo
nu en dan iets uitkeeren om geen argwaan
te wekken en om reclame te maken. Ze kon
den geen absolute non-valeurs gebruiken,
want dan liepen ze in de gaten. Het geld
dat op deze wijze binnenkwam, werd ge
stort bij ten Hope en Co., doch bleef daar
slechts even en verdween dan naar de pri-
vérekening van een der directeuren bij een
Amsterdamsch commissionair. Ten Hope
en Co. was slechts een schijnbank met een
goed klinkende naam en het gcheele bezit
bestond uit., één obligatie in onderpand.
Pres.: En waar is ton slotte al het geld
gebleven?
Desk.: Er zijn duizenden geboekt als
„reis- en verblijfkosten"; voorts waren
door de bank de champagne- en cognac
HET HOOFDPELETON VAN DE ROND E VAN DUITSCHLAND OP WEG.
rekeningen van den rechtskundige van O.
betaald.
Verdachte K., nader door den president
ondervraagd, houdt zich van den domme.
Hij wist niet precies hoe die Collectiefbank
werkte; de „Beursecho" las hij nooit...
Verd. K. beweert dat hij in medio 1933
een bezit van f 14.000 had.
Verd. O. zegt, dat hij slechts een on
dergeschikte van verd. K. was.
Uit dc verklaringen van een vroegere
procuratiehoudster van ten Hope blijkt
voorts, dat beide banken later samen één
rekening hadden en ook in één gebouw
werden ondergebracht. Enkele malen maak
te deze get. voor verd. K. geantidateerde
aankoopnota's.
Een neef van verd. K. verklaart nog, dat
K. de hoofdleider van de zaken was en
voorts, dat ten Hope en Co. de orders tot
aankoop van effecten nooit uitvoerde.
Een juffrouw, die in dienst was van de
Beursecho en de Hollandsche Collectief
bank vertelt, dat zij per ongeluk eens een
order doorgegeven had aan een makelaar.
Verd. K. was woedend geworden en bijna
had de directie haar de betrekking opge
zegd, omdat zij... gedaan had wat gedaan
moest worden.
Legio was het aantal klachtenbrieven ge
weest. dat binnenkwam.
Dan wordt een der slachtoffers van de
bank gehoord, een dokter uit Zuid-Lim
burg, die twee pandbrieven van f 1000 hy
pothecair crediet in onderpand had gege
ven. Getuige had de stukken nooit terug
gezien, de gekochte speculatieve stukken
zag hij evenmin. Ook is hem geen winst
uitgekeerd.
De beide verdachten geven elkaar steeds
de schuld.
Na de pauze verhoort de president de
beide verdachten, waarna het woord aan
den procureur-generaal J. Versteeg is.
Requisitoir.
De Collectiefbank' bezat kas noch kapi
taal, aldus het O. M. en was de rioolbuis,
uitkomende in ten Hope's bank. Evenals bij
een echte rioolbuis zag niemand iets van
zijn geld terug. Ten Hope verslond alles.
De bank ten Hope werkte als een zuigpomp,
die publiek en Collectief Bank leeg zoog.
Verd. K. zegt nu wel, dat hij niet wist,'
dat de onderpanden in zijn afwezigheid door
Van O. werden verkocht, doch de samen
werking was zoo innig, dat het volmaakt
ondenkbaar is.
We hebben hier te doen met twee men
schen, wier levensdoel het was het publiek
te misleiden ten eigen bate..
De verduisteringen zijn buitengewoon ern
stig en ik heb geen woorden om aan te
duiden hoe zwaar zij gezondigd hebben.
Ik kan mij dan ook niet vereenigen, aldus
spr., met de opgelegde straffen voor deze
schandelijke feiten.
Spr. vorderde tegen beide verdachten een
gevangenisstraf van vier jaar wegens ver
duistering.
De verdediger van verd. K., Mr. B. Stop
pelsteen pleitte op juridische gronden vrij
spraak. Subs. drong hij met klem op cle
mentie aan, daarbij wijzende op den langen
tijd in voorarrest doorgebracht.
Mr. Is. Coopman, verdediger van mr. dr.
J van O. gaat na hoe gering het aandeel
van zijn cliënt was in de werkzaamheden
van de bank. Hij kreeg slechts een salaris
van een jongste bediende. Van zijn titels
mr. dr. werd misbruik gemaakt. Niettemin
is zijn straf 2V-i jaar.
Verduistering volgens de ten laste legging
betwistte spr. op juridische gronden. Daar
om vraagt de spr. vrijspraak. Subs wijst hij
er op. dat deze zwaar zieke man bij el
kander reeds acht maanden in voorloopige
hechtenis verkeert en sinds de strafzaak
loopt IV? jaar op het ziekbed ligt. Hier
mede rekening houdende mag de straf niet
zwaarder zijn dan den tijd in voorarrest
doorgebracht.
Arrest 29 Juni.
Nederlandsch-Duitsch
handelsverkeer
Gereserveerd commentaar van
Essensche Kamer van Koop
handel.
Zooals bekend, zullen de contingentsver-
ruimingen, die Nederland in de onlangs
tot stand gekomen Oslo-overeenkomst den
z.g. Oslostaten heeft toegezegd, per 1 Juli
a.s. ook voor Duitschland gelden. Dit be
richt is door de Duitsche pers o\;er het al
gemeen niet gejuich begroet en verschillen
de vleiende opmerkingen werden aan het
adres van onze regcering gemaakt. „Neder
land geeft het voorbeeld t.a.v. de uitbreiding
der Oslo-gedachte", heette het.
Het orgaan van de Essensche Kamer van
Koophandel „Ruhr und Rhein" neemt wat
meer reserve in acht bij zijn commentaar.
Of de contingenteeringsfaciliteiten,
welke Nederland toestaat, voor
Duitschland kansen zullen bieden op
grooteren uitvoer kan in het midden
worden gelaten", schrijft het blad. -
Doch het vervolgt terstond: „Meer essentlf
cel is de principieele beteekenis van het
Nederlandsche optreden, dat te beschouwen
is als een verder symptoon van den geest
van vriendschap, die reeds bij de jongste
onderhandelingen tusschen de Duitsche en
Nederlandsche regeeringscommissies naar
voren is gekomen.
Het ten gunste van Nederland bestaande
clearingsaldo kon in de laatste maanden
weer aanzienlijk worden verminderd".
Bedoelde onderhandelingen, die eenige
weken geleden plaats hadden, leidden, zoo
als men weet, tot. een belangrijke vermeer
dering van den uitvoer van goederen uit
Nederland en zijn koloniën naar Duitsch
land, gedurende het derde kwartaal 1937,
dat 1 Juli a.s. ingaat.
Wij herinneren er nog aan, dat deze ver
meerderde uitvoer zoowel voor industriëele
en landbouwproducten geldt als voor ko
loniale artikelen.
„Ruhr und Rhein" besluit:
„De door de regeeringscommissies getrof
fen overeenkomsten en de tegemoetkomen
de houding van Nederland bij de contingen
ten van Oslo kenteekenen op dc beste ma
nier de mogelijkheden, die bestaan voor 'n
uitbreiding van het wedcrzijdsche handels
verkeer, welke beiden landen zal ten goe-
de komen."
De heer Lyons bespreekt met
dr. Colijn het non-agressiepact
voor de Zuidzeestaten.
De premier van het Australische gemee-
nebest, de heer J. Lyons, is gisterenmorgen
van Southampton op Schellingwoude aan
gekomen om terstond daarop naar Den
Haag te vertrekken, waar hij met dr. H,
Colijn een onderhoud heeft gehad.
Te 12,20 streek de reusachtige G-ADVD de
„Challenger" een viermotorige vliegboot
van de Imperial Airways, voor den trans-
atlantischen dienst gebouwd, langs den
Durgerdammerdijk in de marinevlieghaven
Schellingwoude neer. Een motorboot, waar
in, ter verwelkoming de commandant van
de marinevlieghaven van Schellingwoude,
eenige vertegenwoordigers van de Bataaf-
sche Petroleummaatschappij en de heer P.
Guilonard, onderdirecteur van de K. L. M.
aanwezig waren, bracht den heer Lyons
naar den steiger van de B.P.M. voor het
Centraal station te Amsterdam, waar de on
dercommandant van de marine te Amster
dam de kapitein ter zee J. E. Mever Ranneft
hem namens minister Colijn welkom heette.
Per auto is het gezelschap daarna onmid
dellijk naar den Haag doorgereisd.
Tijdens zijn tocht van Schellingwoude
naar het Centraal Station hadden wij, tor-
wijl de motorboot in de Oranjesluizen lag
om te schutten, nog even gelegenheid den
premier over het water heen eenige vragen
te stellen. De heer Lyons stond de pers, die
in een slingerend bootje langszij was geko
men, vriendelijk te woord en sprak van do
goede verstandhouding, welke zijn' land
steeds met het onze, speciaal met Neder-
landsch-Indië, als buurland, heeft, onderhou
den. Hij hoopte dat die vriendelijk beleefds-
heidsbezoek dat reeds eenige jaren op zijn
programma had gestaan, tot een verster
king der wederzijdsche vriendschap zoti
bijdragen.
Op de vraag of hij ook vraagstuk
ken van practische politiek bij zijn
bezoek aan dr. Colijn zou aanroe
ren, zeide de heer Lyons, dat het
mogelijk was, dat hij, op geheel in-
formeele wijze de zaak behoort
in wezen tot het terrein van de
Britsche regeering te Londen de
kwestie van een non-agressiepact
voor de Zuidzeestaten ter sprake
zou brengen.
Ongetwijfeld maakt ook de luchtverbin-
ding van Nederlandsch-Indië met Australië
onderwerp van bespreking uit.
De heer Lyons. die zeide een prachtige
reis te hebben gehad, zal heden ons land
verlaten en zich naar Brussel begeven.
DOOR EEN KOE AANGEVALLEN.
De 70-jarige veehouder K. uit Zevenhoven
(Utrecht) werd Zondag tijdens het melken
in de wei door een koe aangevallen en zoo
danig verwond, dat hij kort daarna is over
leden.