Onze wegrenners en de
Tour de France
Twee jaar onschuldig
in de gevangenis?
Wielrennen
Radioprogramma
Hachelijk
Jachtavontuur
Nu weldra de groote wegwedstrijd
door Frankrijk, de Tour de France
een aanvang neemt, geeft onze
sportmedewerker hieronder een
beschouwing van de kansen, welke
onze wegrenners zullen hebben om
in het eindklassement een behoor
lijke plaats in te nemen. Tevens
Iaat hij in het kort de verschil
lende deelnemers de revue pas-
seeren.
De samenstellingen van de verschillende
landenploegen, welke aan de Tour de
France deelnemen, zijn thans volledig be
kend. Deze zijn als volgt:
België: Sylvère Maes, Vervaecke. Hen-
drickx. Wierinckx, Deltour, Disseaux,
Danneels, I.owie, Kint en Meulenberg.
Duitschland: Thicrbach. Gever, Weckerling,
Bautz. Roth, Wengler, Wandel, Schild,
Oberbeck en Hauswald.
Frankrijk: Paul Choque, Lapébie, Le
Grêves, Gamard, Cloarec, Archambaud,
Speicher, Thiétard, Tanneveau en Marcail-
lou.
Italië: Bartali, Rossi, Martano, Cimmatti,
Servadei, Viccini, Generati, Romanatti, Va-
letti, Favalli!
Luxemburg: P. Clemens, M. Clemens,
Mersch, Majerus, Neuens en Klensch.
Nederland: A. van Schendel, T. van
Schendel, Middelkamp, Braspcnninx Jr.,
Van der Ruit en van Nek.
Spanje: Canardo, Berrendero, Prior, Ez-
querra, Ramoe en Gimeno.
Zwitserland: Zimmerman. Pedroli, Am-
berg. Saladini, Weber en Egli.
Voor ons land zal de Tour de
France 1937 een zeer bijzondere
zijn. Want nadat eenige van onze
wegrenners verleden Jaar hun in
trede in deze monsterrit hebben ge
daan, zal Holland dit jaar met
een volledige ploeg vertegenwoor
digd zijn.
Men zal zich nog herinneren, dat de Hol-
landsche deelnemers, die tezamen een
z.g.n. b-ploeg vormden, het er uitstekend
afbrachten en in het eindklassement een
zeer eervolle plaats innamen, ja zelfs a-
ploegen achter zich lieten. Een van de
moeilijkste étappen werd het was een
groote verrassing door onze landgenoot
Middelkamp gewonnen. En ook de Van
Schendels reden een fraaie course.
In één slag had Nederland naam gemaakt
op het gebied der wegrennerij en was de
deelname van een complete ploeg aan de
volgende Tour verzekerd.
Onze vertegenwoordigers.
Dat men een Middelkamp, een Antoon
en een Albert van Schendel, ook dit jaar
zou laten deelnemen, lag voor de hand.
Zij zijn de renners geweest, die baanbre
kend werk hebben verricht en ook al uit
dien hoofde is hun uitzending ten volle
verantwoord. Het was niet gemakkelijk
om aan deze kern uitbreiding te geven.
Na 'lang wikken en wegen heeft men ech
ter ons team samengesteld, zooals hier
boven staat vermeld. Rraspenninx Jr.. Ger-
rit van der Ruit en Piet van Nek zijn uit
verkoren om mei hen, die reeds eenige
„Tour-routine" hebben, de Npderlandsche
reputatie in Frankrijk op te houden.
Waar het hij de Tour de France
vooral op aankomt, is de homoge
niteit van een ploeg. Is er géén
éénheid, dan kan het resultaat nooit
bevredigend zijn. Hoeveel prachtige
kansen werden niet verknoeid
door de eerzucht van één renner?
En wat werd er aan den anderen
kant niet bereikt door een goede
samenwerking?
Door samenvoeging van de Juist genoem
de zes coureurs nu. gelooft men de meest
mogelijke eenheid in de ploe? te hebben
gebracht; men neemt aan. dat zij zich goed
bij elkaar zullen aanpassen.
Het zal natuurlijk nog uit. moeten ko
men. of het inderdaad zoo is. In ieder ge
val beschikken onze jongens individueel
over voortreffelijke kwaliteiten. Slaagde
Brasnenninx Jr. er niet in op een overtui
gende wijze het kampioenschap van Neder
land op den weg over alle categorieën te
winnen? En we kennen geen uitslagen van
wegwedstrijden of hij de eerste vijf vinden
we den naam Piet van Nek.
Onze overige representanten lieten min
der van zich hooren. doch aan hun kun
nen behoeft niet te worden getwijfeld.
Hoe staan onze kansen, zoo hoort men
dikwijls vragen.
Welnu, wij meenon Holland een
kans op een eervolle plaats in het
landenklassenverrt te mogen geven,
waarbij we dan niet de eerste
plaats op het oog hebben, maar de
vierde of vijfde, misschien, heel
misschien, wel de derde. Zooals
reeds gezegd, zal het aanwezig zijn
van meer of minder ploegverband
één der voornaamste factoren zijn,
waardoor de uitslag wordt be-
heerscht.
SYLVèRE MAES,
winnaar van de Tour 1936.
De andere deelnemers.
De Belgen komen, als ieder jaar, met een
uitgelezen gezelschap renners. -Sylvère Maes
de winnaar van vorig jaar, moet ook nu
weer als een favoriet aangemerkt worden.
Een Belgische renner, die op het oogenblik
goed draait is bovendien Meulenberg. J.l.
Zaterdag slaagde hij er nog in het criteri
um van Ostende te winnen uit een prima
bezet internationaal veld. In Félicien Ver
vaecke, Danneels en Kint bezitten onze
Zuiderburen voorts beproefde routiers.
Met veel belangstelling wordt uitgekeken
naar de prestaties van de Duitschers. In
de pas verreden ronde door Duitschland
werden de eerste zeven plaatsen bezet
door Duitsche wegrenners en op grond
daarvan verwacht men in sommige wieier-
kringen een behoorlijke prestatie van hen.
Toch moeten wij den uitslag niet. te zwaar
aanslaan. Vergeten mag niet worden, dat
deze course meer weg had van een natio
nale kampioenschapsrace. Buitenlanders
van groot formaat, kon men onder de deel
nemers niet vinden. Trouwens uit de ge
maakte tijden blijkt overduidelijk, dat er
niet zoozeer „geraced' werd. Al willen we
natuurlijk niet beweren met een groep wiel
rijders, die op excursie gingen, te doen te
hebben gehad. Maar wanneer men leest,
dat men om zoo laat van daar en daar ver
trok en na zooveel uur daar en daar aan
kwam, in massa, terwijl de gemiddelde
snelheid om de 30 k.m. lag, dan begint men
zich toch af te vragen, of hier het „samen
uit en samen thuis-principe" niet te veel
gehuldigd is.
We kunnen daarom niet gelooven, dat
Weckerling c.s. in de Tour de France een
rol van beteekenis zullen spelen en hoewel
wij hen geenszins onderschatten, behoeven
zij niet tot de concurrenten van de onzen te
worden gerekend.
Neen, dan de Italianen en de
Luxemburgers en in mindere mate
de Spanjaarden en Zwitsers. Dat
zijn onze concurrenten. Want, dat
onze renners de Franschen en de
Belgen ernstig zullen kunnen be
dreigen, wil er bij ons niet in. Tegen
deze groot meesters valt moeilijk
te strijden!
Opmerkelijk Is het. dat Frankrijk steeds
weer met dezelfde krachten ten tooneele
verschijnt. Al dient daaraan direct toege
voegd, dat deze zeer beproefd kunnen wor
den genoemd. Eén figuur zullen we van
het. jaar noode missen, die van den we
reldkampioen, den sympathieken Antonin
Magne. Zooals men wellicht weet, heeft hij
gemeend eens niet te moeten meerijden.
Voor de verandering zeker! In ieder geval
zal dit besluit dezen ouden rot veel strijd
hebben gekost.
Doordat men evenwel nog over Lapébie,
Le Grèves, Archambaud en Speicher om
de allerbekendste te noemen beschikt,
is er voor de Franschen geen kou aan de
lucht. Vooral Speicher, die het eens be
stond, om in hetzelfde jaar, dat hij de Tour
won. ook nog wereldkampioen te worden,
schijnt er goed in te zijn cn van hem heeft
men groote verwachtingen.
Jammer genoeg staat het teamwork van
Frankrijk's ploeg gewoonlijk niet op het
zelfde liooge peil als dat van België, en dit
is al meermalen de oorzaak van een Fran-
sche nederlaag en een Belgische zege ge
weest. Met belangstelling wachten we af,
hoe de titanenstrijd ditmaal zal verloo-
pen. Dat het tusschcn Frankrijk en België
zal gaan, kan men veilig aannemen.
Luxemburjf heeft van 't jaar een sterke
vertegenwoordiging, Paul en Matthias Cle
mens en Mersch, zijn echte keien van den
weg. Uiterst tactische renners, taaie vech
ters, felle sprinters, en tomporijders hoven-
dien. Hen moeten wij dan ook als gegadig
den voor de derde plaats aanmerken. Even
als de Italianen trouwens. Want al treffen
we bij hen niet meer die namen aan, welke
een goede internationale klank hebben, toch
heeft men een goede ploeg weten samen te
stellen, Martano. Rossi en Bartali zullen wel
het meest van zich af bijten.
Van de Spnansche deelnemers is niet veel
bekend; uitblinkers treft men onder hen
niet aan en vrij zeker zullen zij op één der
laatste plaatsen eindigen. Slechts in do
herg-étappen plegen zij goede dingen te
doen, stijgen en afdalen is een kolfje naar
hun hand.
Meer vertrouwen hebben we nog in de
Zwitsers, maar waarschijnlijk zuilen ook
zij geen eerste violen bespelen. Hun beste
renner is ongetwijfeld Amberg, die weer
van zich zal doen spreken.
Een en ander nuchter beschou
wend. kunnen wij constateeren, dat
in deze klassieke wegcourse, welke
Tour de France he'et, een gezelschap
van prominente renners is bijeen ge
bracht. Niettemin mag worden aan
genomen, dat de Hollanders zich
zullen kunnen handhaven. Men hoe
de zich evenwel voor te hooge ver
wachtingen! De concurrentie zal
zeer zwaar zijn.
De postwissclverpalschingen opnieuw voor de rechters
WIE IS DE DADER, DE VER
OORDEELDE ZWITSER OF DE
„LAMME CONSUL"?
Fel debat tussohen president
en de schriftdeskundigen.
Het is nu twee jaar geleden, dat
de Hangsche Rechtbank den 38-ja-
rigen Zwitserschen scheikundige
G. L. H., wegens het vervalschen
van postwissels tot een gevangenis
straf van vijf jaar veroordeelde.
Verdachte ontkende tegenover de
politie, tegenover den rechter-com-
missaris en ook op de zitting hield
hij zijn onschuld vol. Het mocht
hem niet haten. Het rapport van een
Ilaagschen schrift desk undige-politie-
man was voor den Zwitser vernie
tigend. H. en de schrijver van de
vervalschle stukken waren volgens
hom één en dezelfde persoon.
Een paar jaai later.
In Parijs arresteert de Amsterdamsche
politie een beruchtien vervalscher, Albert
de Vries, bijgenaamd „de lamme consul":
in zijn woning wordt een perfecte installa
tie voor het vervalschen van postwissels
gevonden. Ook zijn medeplichtigen worden
geknipt.
De Vries is behalve een uitstekend ver
valscher ook een prima simulant. Hij
houdt zich lam, ontvlucht uit het zieken
huis en wordt tenslotte in Brussel opnieuw
gearresteerd.
De Rechtbank te Amsterdam veroordeelde
hem eenige weken geleden, tot vijf jaar,
tegen welk vonnis de man, die intusschen
is uitgeleverd, verzet annteekende.
Zijn arrestatie zou door don Zwitser
hoogst belangrijke gevolgen hebben,
Na grondige bestudeering van de
werkwijze van de Vries, kwamen de
schrift-deskundigen dr. C. J. van
Ledden Hulsebosch en B. W. Viëtor
tot de conclusie, dat de valsche
postwissels, die indertijd door den
Zwitser H. vervaardigd zouden zijn,
óók afkomstig waren van de Pa-
rijsche Centrale, waa»van de Vries
de leider was.
De deskundigen stelden een rapport op,
waarna de procureur-generaal bij den Hoo-
gen Raad aanleiding vond te verzoeken
een nieuwe behandeling van de zaak H.
te gelasten.
Gisteren diende de zaak van den ver
oordeelden Zwitser voor het Amsterdam
sche Hof, gepresideerd door mr. Joh. M.
Jolles. Als verdediger treedt op mr. H. G.
Stihhe.
Er zijn tien getuigen opgeroepen.
Het eerste wordt de veroordeelde Zwit
ser in verhoor genomen,
„Ik ken de maker der valsche
postwisels".
Pres.: U bent tot vijf jaar veroordeeld
door de Rechtbank te Den Haag. U bent
toen niet in hooger beroep gegaan en zat
kalm uw straf uit. Was de herbehandeling
met uw instemming? U hebt eonigen tijd
geleden gepoogd briefjes uit de gevangenis
te smokkelen. U maakte een falsificatie
waarin u, als „onbekende" schreef: „Ik
ken de maker van de valsche postwissels",
om den indruk te maken, alsof de werke
lijke dader nog in vrijheid was en de au
toriteiten wilde waarschuwen, dat u on
schuldig zat. Dat is een leelijke noot voor
u. Het is vreemd, dat u niet in hooger be
roep bent gegaan.
Verd.: Ik dacht de waarheid zal wel
aan het licht komen..
Pres.: Maar u schreef: „Ik hen de ver
valscher van de postwissels. Een mooie
boel. Wanneer iemand onschuldig is, gaat
hij maar kalm zitten en vervaardigt dan
valsche stukken om tot revisie te komen.
Het hooger beroep negeert hij maar heele-
maal!
Schriftdeskundigen zijn het niet
eens.
Dan neemt hef getuigenverhoor een aan
vang. Eerst wordt de politie-inspecteur ,T.
M. Waltman te Don Haag gehoord. Hij
houdt vol. dat de Zwitser de postwissels
heeft vervalscht.
Pres.: U weet, dat de heeren van Led
den Hulsebosch en Viëtor tot de tegenover
gestelde conclusie komen.
*t Isi wel prachtig, die rapporten,
maar die verdeeldheid is niet in 't
belang van de schriftkunde. De
schriftdeskundigen zijn veel te posi
tief in hun uitingen.
Dan komt dr. van Ledden Hulsebosch
voor het hekje. Hij is er van overtuigd, dat
de postwissels door de Vries (de „lamme
consul") zijn geschreven.
In dit geval is een van beide rap
porten onzin. Misschien zelfs zijn de
postwissels dor een derde persoon
geschreven-
Desk.: De overeenkomsten zijn
zoo groot. Alleen de Vries kan ze
geschreven hebben.
Pres.: Als H. nu zoo direct eens
zegt: „ik zal toch maar bekennen,
ik heb ze geschreven."
Des.: Bestaat niet, dan zou ik
onmiddellijk mijn ontslag nemen.
Pres.: En als 't Hof eens tot de
conclusie komt, dat niet de Vries,
maar H. de dader van deze valsche
postwissels is?
Desk.: Wetenschappelijk is dat on
mogelijk.
Vervolgens hoort het Hof deskundige
Viëtor. Ook tegenover hem doet de presi
dent scherpe aanvallen op de schriftkunde
Dan wordt de kwestie van de brieven,
die verd. uit de gevangenis wilde laten
smokkelen, ter sprake gebracht met den Gcp
directeur van de strafgevangenis te Don
Haag.
Verdachte had twee ongeteekende brie
ven i geschreven, aan den president van de
rechtbank te Den Haag en aan zijn verde
diger. Ze moesten natuurlijk den indruk
wekken, dat ze door iemand buiten de ge
vangenis waren geschreven: „Ik deel u
mee, dat verleden jaar zekere H. onschul
dig is veroordeeld. Door mij zijn die valsche
stukken vervaardigd, ik lijk veel op H.
cn ik kon toen niet anders dan hem voor
den dader te laten doorgaan. Ik legde 't
een en ander van H's schrift in het mijne...
Nu moet ik u echter zeggen, dat H. on
schuldig is. Ook het schriftonderzoek zal
uitmaken, dat deze brief geschreven is
door den maker van de valsche postwissels."
De verdachte had alle voorzorgen geno
men om niet te laten uitkomen dat de brie
ven door hem in de gevangenis waren ge
schreven. Zelfs de gevangenisinkt had hij
met zout en glvcerine vervalscht, zoodat
bij een later schfM'mnrlitr onderzoek niet
zou kunnen worden vastgesteld," dat de
brief in de gevangenis was geschreven.
Een onbekende op het gebied van verval-
schingen blijkt verdachte dus niet te zijn.
Door verraad kwamen de brieven echter
niet buiten het gebouw.
Vervolgens wordt brigadier-rechercheur
de Boer gehoord. Hij vertelt omstandig hoe
bij met zijn collega van Dijk een onder
zoek heeft ingesteld in de groote zaak van
de postwisselvervalsching.
Na vergelijking waren zij tot de overtui
ging gekomen, dat de postwisels uit de H.
zaak ook waren gemaakt door de Vries.
Toen zij verdachte in de strafgevangenis
spraken had hij direct geroepen: „Ha, jul
lie komen me halen, ik ben onschuldig, ein
delijk de vrijheid".
't Is Amsterdam
Haag.
contra Den
Maar ik heb H. verlaten, zegt de recher
cheur, zonder dat hij ook maar een oogen
blik den indruk kon kr"'rren, dat wij aan
zijn onschuld geloofden.
President: „En toch begint hij dan met
die comodie van die brieven om de justitie
op een dwaalspoor te brengen."
Getuige: „Ik ben overtuigd, dat H. on
schuldig is."
President: ,,'t Is Amsterdam contra Den
Haag."
Toch wel vreemd, dat h niet in hooger
beroep is gegaan.
Getuige de Boer: „Toen hij in voorarrest
zat waren er al weer valsche wissels, dus
hij dacht, dat alles wel aan het licht zou
komen.
Raadsheer: „Dus dat gelooft U als poli
tieman."
Getuige (overtuigd): „Ja zeker."
Ik kan niet hebben, dat er iemand on
schuldig gevangen zit. Ik ben er ziek van
geweest. Wel weet ik, dat H. een aarts—
vervalscher is. maar ik meen, dat hij in dit
geval onschuldig is.
Dan komt rechercheur van Dijk voor het
hekje, hij bevestigt de verklaringen van
zijn collega de Boer. Ook hij is zooals
hij het uitdrukt voor 100 procent over
tuigd van verd.'s onschuld.
Een juffrouw, die indertijd samen met
H. terecht stond wegens het aanbieden van
valsche postwisels en die ook is veroordeeld,
verklaart, dat zij de wissels van een onbe
kenden man had gekregen. Verd. II. had
ze haar niet gegeven.
„De man, die ze me gaf,
eenl amme hand".
had
Prsiden: „Waarom hebt u dat niet direct
gezegd? bent u pas mee aangekomen tegen
over de Amsterdamsche rechercheurs. Hebt
u niets gehoord over „de lamme de Vries?"
„Neen, daar wist getuige toen nog niets
van.
Procureur-generaal: „Is er niemand bij
u geweest met de boodschap dat u dat maar
zeggen moest?"
Getuige: „Neen".
Proc.-generaal: „Nu, u moet het zelf
maar weten".
De kosfjuffrouw van de vorige getuige
vertelt, dat verd. H. eenige malen hij haar
kostgangster op bezoek is geweest. Zij ont
kent dit echter hardnekkig, hoewel het be
vestigd wordt door haar vroegeren kostbaas
Zaak gaat naar de instructie
terug.
Hef getuigenverhoor is hiermede tenein
de; het Hof gaat in raadkamer. Na herope
ning deelt de president mede, dat de zaak
naar de instructie wordt teruggestuurd voor
een nader onderzoek op vier punten.
ZATERDAG 26 JUNI 1937.
Hilversum I.
KRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
9.15 Reportage TT-Races.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.20 Vervolg reportige.
10.50 Gramofoonmuziek.
11.00 Godsdienstig halfuur.
11.30 Vervolg reportage.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten.
12.45 KRO-Orkest.
I.35 Gramofoonmuziek.
i.45 Voor de rijpere jeugd.
2.15 Reportage TT-Races.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.30 Vervolg reportage.
4.00 Kinderuur.
5.00 Vervolg reportage.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie over R.K. Blindenzorg.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Gevarieerd programma.
10.20 De KRO-Boys en solist.
10.40 Internationale Sportrevue.
10.55 Vervolg KRO-Boys.
II.1512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 „Fantasia", VARA-orkest en OrgelspeL
12.001.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Causerie over de Frieschè beweging, '*i
2.15 Melody Circle.
3.15 Causerie over de 3de Arbeiders-Olynn
piade.
3.30 De Flierefluiters en soilst.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 Gramofoonmuziek.
5.40 Declamatie.
6.00 Orgelspel.
6.30 De Ramblers.
7.00 Filmland.
7.30 Causerie „Van Evangelie tot gemeente",
8.05 Herhaling SOS-Berichten.
8.07 Berichten ANP. VARA-Varia.
8..15 Fantasia.
8.45 Radiotooneel.
9.00 Zang.
9.15 VARA-orkest.
9.40 Causerie over het a.s. VARA-Zomer-
feest.
9.50 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 VARA-Orkest.
11.0012,00 Gramofoonmuziek.
Tijgerin wilde administrateur
aanvallen. Zijn leven nog op
het nippertje gered.
Woensdag 2 Juni heeft zich op de
onderneming „Marijke" ter Oostkust
van Sumatra, een sensationeel avon
tuur voorgedaan, dat gelukkig goed
is afgeloopen, doch aanvankelijk in
een bloedbad dreigde te eindigen. De
kebonbewoners werden namelijk plot
seling door enkele tijgers belaagd en
het scheelde niet veei, of de admini
strateur was als gevolg van zijn
doortastend optreden door een tijge
rin aangevallen.
De administrateur der onderneming, de
heer J. L. Müller, ontving dien dag en
kele gasten uit Medan. Men zou een. tocht
door de kebon maken en twee auto's ston
den daartoe gereed. Juist toen het gezel
schap echter wilde vertrekken, kwam het
bericht, dat in een tijgerval op den rand.
der onderneming een prooi was gevangen.
Men begrijpt aldus de Deli Crt. dat
dit avontuur de gasten nog aanlokkelij
ker scheen en ijlings ging men naar de val,
die enkele dagen tevoren met behulp van
boomstammen was ingericht, doch die men
zonder lokaas had gelaten, omdat er toch
geen tijgers meer in de buurt kwamen.
Ter plaatse aangekomen bleek de kooi
gesloten te zijn en dus moest er zich een
tijger in bevinden. Men hoorde echter niets
en terwijl het gezelschap op een tien a twin
tigtal meters bleef, ging de heer Müller
vooruit, om tusschen de omheining der
kooi te kijken, wat er zich binnen bevond.
Intusschen groeide het aantal belangstel
lenden en onder meer waren ook de assis
tenten. de hoeren M. W. Barrevoets en IL
D. Fontein, met hun geweren nader geko
men. alsmede talrijke Inheeinsche tappers,
die in de umgeving werkzaam bleken.
Terwijl de heer Müller in de kooi
gluurde, sprong plotseling uit de
rimboe een forsche tijgerin te voor
schijn, die gelukkig den admini
strateur niet in do gaten had. Het
„publiek" op een tiental meters
afstand hief een gegil en gekrjjsch
aan en het bleek, dat de tijgerin
hierdoor in haar bedoelingen werd
gestuit. Zij stokte plotseling en
sprong toen onder gebrul weer te
rug in de rimboe, de aanwezigen
doodelijk verschrikt achter latend.
Met behulp van veel lawaai en ketel
muziek hielden de tappers en gasten ver
volgens de tijgerin, die telkenmale weer
naar de kooi wilde komen, op een afstand
en zoo kreeg men gelegenheid door de spij
len van de val een zich daarin bevinden
den tijger neer te schieten.
De jagers verwonderden er zich over dat
het zoo n enorm exemplaar was en derhalve
schoot men nog een tweeden keer. alvorens
het valluik te openen. Dit hleek maar goed
ook. want daarna constateerde men in de
kooi met alleen een gmoten tijger, doch bo
vendien nog een kleine tijgerin. De geheele
geschiedenis had zich betrekkelijk snel
afgespeeld en gelukkig met een goeden af-