Onze wegrenners en de Tour de France Twee jaar onschuldig in de gevangenis? Wielrennen Radioprogramma Hachelijk Jachtavontuur Nu weldra de groote wegwedstrijd door Frankrijk, de Tour de France een aanvang neemt, geeft onze sportmedewerker hieronder een beschouwing van de kansen, welke onze wegrenners zullen hebben om in het eindklassement een behoor lijke plaats in te nemen. Tevens Iaat hij in het kort de verschil lende deelnemers de revue pas- seeren. De samenstellingen van de verschillende landenploegen, welke aan de Tour de France deelnemen, zijn thans volledig be kend. Deze zijn als volgt: België: Sylvère Maes, Vervaecke. Hen- drickx. Wierinckx, Deltour, Disseaux, Danneels, I.owie, Kint en Meulenberg. Duitschland: Thicrbach. Gever, Weckerling, Bautz. Roth, Wengler, Wandel, Schild, Oberbeck en Hauswald. Frankrijk: Paul Choque, Lapébie, Le Grêves, Gamard, Cloarec, Archambaud, Speicher, Thiétard, Tanneveau en Marcail- lou. Italië: Bartali, Rossi, Martano, Cimmatti, Servadei, Viccini, Generati, Romanatti, Va- letti, Favalli! Luxemburg: P. Clemens, M. Clemens, Mersch, Majerus, Neuens en Klensch. Nederland: A. van Schendel, T. van Schendel, Middelkamp, Braspcnninx Jr., Van der Ruit en van Nek. Spanje: Canardo, Berrendero, Prior, Ez- querra, Ramoe en Gimeno. Zwitserland: Zimmerman. Pedroli, Am- berg. Saladini, Weber en Egli. Voor ons land zal de Tour de France 1937 een zeer bijzondere zijn. Want nadat eenige van onze wegrenners verleden Jaar hun in trede in deze monsterrit hebben ge daan, zal Holland dit jaar met een volledige ploeg vertegenwoor digd zijn. Men zal zich nog herinneren, dat de Hol- landsche deelnemers, die tezamen een z.g.n. b-ploeg vormden, het er uitstekend afbrachten en in het eindklassement een zeer eervolle plaats innamen, ja zelfs a- ploegen achter zich lieten. Een van de moeilijkste étappen werd het was een groote verrassing door onze landgenoot Middelkamp gewonnen. En ook de Van Schendels reden een fraaie course. In één slag had Nederland naam gemaakt op het gebied der wegrennerij en was de deelname van een complete ploeg aan de volgende Tour verzekerd. Onze vertegenwoordigers. Dat men een Middelkamp, een Antoon en een Albert van Schendel, ook dit jaar zou laten deelnemen, lag voor de hand. Zij zijn de renners geweest, die baanbre kend werk hebben verricht en ook al uit dien hoofde is hun uitzending ten volle verantwoord. Het was niet gemakkelijk om aan deze kern uitbreiding te geven. Na 'lang wikken en wegen heeft men ech ter ons team samengesteld, zooals hier boven staat vermeld. Rraspenninx Jr.. Ger- rit van der Ruit en Piet van Nek zijn uit verkoren om mei hen, die reeds eenige „Tour-routine" hebben, de Npderlandsche reputatie in Frankrijk op te houden. Waar het hij de Tour de France vooral op aankomt, is de homoge niteit van een ploeg. Is er géén éénheid, dan kan het resultaat nooit bevredigend zijn. Hoeveel prachtige kansen werden niet verknoeid door de eerzucht van één renner? En wat werd er aan den anderen kant niet bereikt door een goede samenwerking? Door samenvoeging van de Juist genoem de zes coureurs nu. gelooft men de meest mogelijke eenheid in de ploe? te hebben gebracht; men neemt aan. dat zij zich goed bij elkaar zullen aanpassen. Het zal natuurlijk nog uit. moeten ko men. of het inderdaad zoo is. In ieder ge val beschikken onze jongens individueel over voortreffelijke kwaliteiten. Slaagde Brasnenninx Jr. er niet in op een overtui gende wijze het kampioenschap van Neder land op den weg over alle categorieën te winnen? En we kennen geen uitslagen van wegwedstrijden of hij de eerste vijf vinden we den naam Piet van Nek. Onze overige representanten lieten min der van zich hooren. doch aan hun kun nen behoeft niet te worden getwijfeld. Hoe staan onze kansen, zoo hoort men dikwijls vragen. Welnu, wij meenon Holland een kans op een eervolle plaats in het landenklassenverrt te mogen geven, waarbij we dan niet de eerste plaats op het oog hebben, maar de vierde of vijfde, misschien, heel misschien, wel de derde. Zooals reeds gezegd, zal het aanwezig zijn van meer of minder ploegverband één der voornaamste factoren zijn, waardoor de uitslag wordt be- heerscht. SYLVèRE MAES, winnaar van de Tour 1936. De andere deelnemers. De Belgen komen, als ieder jaar, met een uitgelezen gezelschap renners. -Sylvère Maes de winnaar van vorig jaar, moet ook nu weer als een favoriet aangemerkt worden. Een Belgische renner, die op het oogenblik goed draait is bovendien Meulenberg. J.l. Zaterdag slaagde hij er nog in het criteri um van Ostende te winnen uit een prima bezet internationaal veld. In Félicien Ver vaecke, Danneels en Kint bezitten onze Zuiderburen voorts beproefde routiers. Met veel belangstelling wordt uitgekeken naar de prestaties van de Duitschers. In de pas verreden ronde door Duitschland werden de eerste zeven plaatsen bezet door Duitsche wegrenners en op grond daarvan verwacht men in sommige wieier- kringen een behoorlijke prestatie van hen. Toch moeten wij den uitslag niet. te zwaar aanslaan. Vergeten mag niet worden, dat deze course meer weg had van een natio nale kampioenschapsrace. Buitenlanders van groot formaat, kon men onder de deel nemers niet vinden. Trouwens uit de ge maakte tijden blijkt overduidelijk, dat er niet zoozeer „geraced' werd. Al willen we natuurlijk niet beweren met een groep wiel rijders, die op excursie gingen, te doen te hebben gehad. Maar wanneer men leest, dat men om zoo laat van daar en daar ver trok en na zooveel uur daar en daar aan kwam, in massa, terwijl de gemiddelde snelheid om de 30 k.m. lag, dan begint men zich toch af te vragen, of hier het „samen uit en samen thuis-principe" niet te veel gehuldigd is. We kunnen daarom niet gelooven, dat Weckerling c.s. in de Tour de France een rol van beteekenis zullen spelen en hoewel wij hen geenszins onderschatten, behoeven zij niet tot de concurrenten van de onzen te worden gerekend. Neen, dan de Italianen en de Luxemburgers en in mindere mate de Spanjaarden en Zwitsers. Dat zijn onze concurrenten. Want, dat onze renners de Franschen en de Belgen ernstig zullen kunnen be dreigen, wil er bij ons niet in. Tegen deze groot meesters valt moeilijk te strijden! Opmerkelijk Is het. dat Frankrijk steeds weer met dezelfde krachten ten tooneele verschijnt. Al dient daaraan direct toege voegd, dat deze zeer beproefd kunnen wor den genoemd. Eén figuur zullen we van het. jaar noode missen, die van den we reldkampioen, den sympathieken Antonin Magne. Zooals men wellicht weet, heeft hij gemeend eens niet te moeten meerijden. Voor de verandering zeker! In ieder geval zal dit besluit dezen ouden rot veel strijd hebben gekost. Doordat men evenwel nog over Lapébie, Le Grèves, Archambaud en Speicher om de allerbekendste te noemen beschikt, is er voor de Franschen geen kou aan de lucht. Vooral Speicher, die het eens be stond, om in hetzelfde jaar, dat hij de Tour won. ook nog wereldkampioen te worden, schijnt er goed in te zijn cn van hem heeft men groote verwachtingen. Jammer genoeg staat het teamwork van Frankrijk's ploeg gewoonlijk niet op het zelfde liooge peil als dat van België, en dit is al meermalen de oorzaak van een Fran- sche nederlaag en een Belgische zege ge weest. Met belangstelling wachten we af, hoe de titanenstrijd ditmaal zal verloo- pen. Dat het tusschcn Frankrijk en België zal gaan, kan men veilig aannemen. Luxemburjf heeft van 't jaar een sterke vertegenwoordiging, Paul en Matthias Cle mens en Mersch, zijn echte keien van den weg. Uiterst tactische renners, taaie vech ters, felle sprinters, en tomporijders hoven- dien. Hen moeten wij dan ook als gegadig den voor de derde plaats aanmerken. Even als de Italianen trouwens. Want al treffen we bij hen niet meer die namen aan, welke een goede internationale klank hebben, toch heeft men een goede ploeg weten samen te stellen, Martano. Rossi en Bartali zullen wel het meest van zich af bijten. Van de Spnansche deelnemers is niet veel bekend; uitblinkers treft men onder hen niet aan en vrij zeker zullen zij op één der laatste plaatsen eindigen. Slechts in do herg-étappen plegen zij goede dingen te doen, stijgen en afdalen is een kolfje naar hun hand. Meer vertrouwen hebben we nog in de Zwitsers, maar waarschijnlijk zuilen ook zij geen eerste violen bespelen. Hun beste renner is ongetwijfeld Amberg, die weer van zich zal doen spreken. Een en ander nuchter beschou wend. kunnen wij constateeren, dat in deze klassieke wegcourse, welke Tour de France he'et, een gezelschap van prominente renners is bijeen ge bracht. Niettemin mag worden aan genomen, dat de Hollanders zich zullen kunnen handhaven. Men hoe de zich evenwel voor te hooge ver wachtingen! De concurrentie zal zeer zwaar zijn. De postwissclverpalschingen opnieuw voor de rechters WIE IS DE DADER, DE VER OORDEELDE ZWITSER OF DE „LAMME CONSUL"? Fel debat tussohen president en de schriftdeskundigen. Het is nu twee jaar geleden, dat de Hangsche Rechtbank den 38-ja- rigen Zwitserschen scheikundige G. L. H., wegens het vervalschen van postwissels tot een gevangenis straf van vijf jaar veroordeelde. Verdachte ontkende tegenover de politie, tegenover den rechter-com- missaris en ook op de zitting hield hij zijn onschuld vol. Het mocht hem niet haten. Het rapport van een Ilaagschen schrift desk undige-politie- man was voor den Zwitser vernie tigend. H. en de schrijver van de vervalschle stukken waren volgens hom één en dezelfde persoon. Een paar jaai later. In Parijs arresteert de Amsterdamsche politie een beruchtien vervalscher, Albert de Vries, bijgenaamd „de lamme consul": in zijn woning wordt een perfecte installa tie voor het vervalschen van postwissels gevonden. Ook zijn medeplichtigen worden geknipt. De Vries is behalve een uitstekend ver valscher ook een prima simulant. Hij houdt zich lam, ontvlucht uit het zieken huis en wordt tenslotte in Brussel opnieuw gearresteerd. De Rechtbank te Amsterdam veroordeelde hem eenige weken geleden, tot vijf jaar, tegen welk vonnis de man, die intusschen is uitgeleverd, verzet annteekende. Zijn arrestatie zou door don Zwitser hoogst belangrijke gevolgen hebben, Na grondige bestudeering van de werkwijze van de Vries, kwamen de schrift-deskundigen dr. C. J. van Ledden Hulsebosch en B. W. Viëtor tot de conclusie, dat de valsche postwissels, die indertijd door den Zwitser H. vervaardigd zouden zijn, óók afkomstig waren van de Pa- rijsche Centrale, waa»van de Vries de leider was. De deskundigen stelden een rapport op, waarna de procureur-generaal bij den Hoo- gen Raad aanleiding vond te verzoeken een nieuwe behandeling van de zaak H. te gelasten. Gisteren diende de zaak van den ver oordeelden Zwitser voor het Amsterdam sche Hof, gepresideerd door mr. Joh. M. Jolles. Als verdediger treedt op mr. H. G. Stihhe. Er zijn tien getuigen opgeroepen. Het eerste wordt de veroordeelde Zwit ser in verhoor genomen, „Ik ken de maker der valsche postwisels". Pres.: U bent tot vijf jaar veroordeeld door de Rechtbank te Den Haag. U bent toen niet in hooger beroep gegaan en zat kalm uw straf uit. Was de herbehandeling met uw instemming? U hebt eonigen tijd geleden gepoogd briefjes uit de gevangenis te smokkelen. U maakte een falsificatie waarin u, als „onbekende" schreef: „Ik ken de maker van de valsche postwissels", om den indruk te maken, alsof de werke lijke dader nog in vrijheid was en de au toriteiten wilde waarschuwen, dat u on schuldig zat. Dat is een leelijke noot voor u. Het is vreemd, dat u niet in hooger be roep bent gegaan. Verd.: Ik dacht de waarheid zal wel aan het licht komen.. Pres.: Maar u schreef: „Ik hen de ver valscher van de postwissels. Een mooie boel. Wanneer iemand onschuldig is, gaat hij maar kalm zitten en vervaardigt dan valsche stukken om tot revisie te komen. Het hooger beroep negeert hij maar heele- maal! Schriftdeskundigen zijn het niet eens. Dan neemt hef getuigenverhoor een aan vang. Eerst wordt de politie-inspecteur ,T. M. Waltman te Don Haag gehoord. Hij houdt vol. dat de Zwitser de postwissels heeft vervalscht. Pres.: U weet, dat de heeren van Led den Hulsebosch en Viëtor tot de tegenover gestelde conclusie komen. *t Isi wel prachtig, die rapporten, maar die verdeeldheid is niet in 't belang van de schriftkunde. De schriftdeskundigen zijn veel te posi tief in hun uitingen. Dan komt dr. van Ledden Hulsebosch voor het hekje. Hij is er van overtuigd, dat de postwissels door de Vries (de „lamme consul") zijn geschreven. In dit geval is een van beide rap porten onzin. Misschien zelfs zijn de postwissels dor een derde persoon geschreven- Desk.: De overeenkomsten zijn zoo groot. Alleen de Vries kan ze geschreven hebben. Pres.: Als H. nu zoo direct eens zegt: „ik zal toch maar bekennen, ik heb ze geschreven." Des.: Bestaat niet, dan zou ik onmiddellijk mijn ontslag nemen. Pres.: En als 't Hof eens tot de conclusie komt, dat niet de Vries, maar H. de dader van deze valsche postwissels is? Desk.: Wetenschappelijk is dat on mogelijk. Vervolgens hoort het Hof deskundige Viëtor. Ook tegenover hem doet de presi dent scherpe aanvallen op de schriftkunde Dan wordt de kwestie van de brieven, die verd. uit de gevangenis wilde laten smokkelen, ter sprake gebracht met den Gcp directeur van de strafgevangenis te Don Haag. Verdachte had twee ongeteekende brie ven i geschreven, aan den president van de rechtbank te Den Haag en aan zijn verde diger. Ze moesten natuurlijk den indruk wekken, dat ze door iemand buiten de ge vangenis waren geschreven: „Ik deel u mee, dat verleden jaar zekere H. onschul dig is veroordeeld. Door mij zijn die valsche stukken vervaardigd, ik lijk veel op H. cn ik kon toen niet anders dan hem voor den dader te laten doorgaan. Ik legde 't een en ander van H's schrift in het mijne... Nu moet ik u echter zeggen, dat H. on schuldig is. Ook het schriftonderzoek zal uitmaken, dat deze brief geschreven is door den maker van de valsche postwissels." De verdachte had alle voorzorgen geno men om niet te laten uitkomen dat de brie ven door hem in de gevangenis waren ge schreven. Zelfs de gevangenisinkt had hij met zout en glvcerine vervalscht, zoodat bij een later schfM'mnrlitr onderzoek niet zou kunnen worden vastgesteld," dat de brief in de gevangenis was geschreven. Een onbekende op het gebied van verval- schingen blijkt verdachte dus niet te zijn. Door verraad kwamen de brieven echter niet buiten het gebouw. Vervolgens wordt brigadier-rechercheur de Boer gehoord. Hij vertelt omstandig hoe bij met zijn collega van Dijk een onder zoek heeft ingesteld in de groote zaak van de postwisselvervalsching. Na vergelijking waren zij tot de overtui ging gekomen, dat de postwisels uit de H. zaak ook waren gemaakt door de Vries. Toen zij verdachte in de strafgevangenis spraken had hij direct geroepen: „Ha, jul lie komen me halen, ik ben onschuldig, ein delijk de vrijheid". 't Is Amsterdam Haag. contra Den Maar ik heb H. verlaten, zegt de recher cheur, zonder dat hij ook maar een oogen blik den indruk kon kr"'rren, dat wij aan zijn onschuld geloofden. President: „En toch begint hij dan met die comodie van die brieven om de justitie op een dwaalspoor te brengen." Getuige: „Ik ben overtuigd, dat H. on schuldig is." President: ,,'t Is Amsterdam contra Den Haag." Toch wel vreemd, dat h niet in hooger beroep is gegaan. Getuige de Boer: „Toen hij in voorarrest zat waren er al weer valsche wissels, dus hij dacht, dat alles wel aan het licht zou komen. Raadsheer: „Dus dat gelooft U als poli tieman." Getuige (overtuigd): „Ja zeker." Ik kan niet hebben, dat er iemand on schuldig gevangen zit. Ik ben er ziek van geweest. Wel weet ik, dat H. een aarts— vervalscher is. maar ik meen, dat hij in dit geval onschuldig is. Dan komt rechercheur van Dijk voor het hekje, hij bevestigt de verklaringen van zijn collega de Boer. Ook hij is zooals hij het uitdrukt voor 100 procent over tuigd van verd.'s onschuld. Een juffrouw, die indertijd samen met H. terecht stond wegens het aanbieden van valsche postwisels en die ook is veroordeeld, verklaart, dat zij de wissels van een onbe kenden man had gekregen. Verd. II. had ze haar niet gegeven. „De man, die ze me gaf, eenl amme hand". had Prsiden: „Waarom hebt u dat niet direct gezegd? bent u pas mee aangekomen tegen over de Amsterdamsche rechercheurs. Hebt u niets gehoord over „de lamme de Vries?" „Neen, daar wist getuige toen nog niets van. Procureur-generaal: „Is er niemand bij u geweest met de boodschap dat u dat maar zeggen moest?" Getuige: „Neen". Proc.-generaal: „Nu, u moet het zelf maar weten". De kosfjuffrouw van de vorige getuige vertelt, dat verd. H. eenige malen hij haar kostgangster op bezoek is geweest. Zij ont kent dit echter hardnekkig, hoewel het be vestigd wordt door haar vroegeren kostbaas Zaak gaat naar de instructie terug. Hef getuigenverhoor is hiermede tenein de; het Hof gaat in raadkamer. Na herope ning deelt de president mede, dat de zaak naar de instructie wordt teruggestuurd voor een nader onderzoek op vier punten. ZATERDAG 26 JUNI 1937. Hilversum I. KRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.15 Reportage TT-Races. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.20 Vervolg reportige. 10.50 Gramofoonmuziek. 11.00 Godsdienstig halfuur. 11.30 Vervolg reportage. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten. 12.45 KRO-Orkest. I.35 Gramofoonmuziek. i.45 Voor de rijpere jeugd. 2.15 Reportage TT-Races. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.30 Vervolg reportage. 4.00 Kinderuur. 5.00 Vervolg reportage. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over R.K. Blindenzorg. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gevarieerd programma. 10.20 De KRO-Boys en solist. 10.40 Internationale Sportrevue. 10.55 Vervolg KRO-Boys. II.1512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 „Fantasia", VARA-orkest en OrgelspeL 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Causerie over de Frieschè beweging, '*i 2.15 Melody Circle. 3.15 Causerie over de 3de Arbeiders-Olynn piade. 3.30 De Flierefluiters en soilst. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.40 Declamatie. 6.00 Orgelspel. 6.30 De Ramblers. 7.00 Filmland. 7.30 Causerie „Van Evangelie tot gemeente", 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8..15 Fantasia. 8.45 Radiotooneel. 9.00 Zang. 9.15 VARA-orkest. 9.40 Causerie over het a.s. VARA-Zomer- feest. 9.50 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 VARA-Orkest. 11.0012,00 Gramofoonmuziek. Tijgerin wilde administrateur aanvallen. Zijn leven nog op het nippertje gered. Woensdag 2 Juni heeft zich op de onderneming „Marijke" ter Oostkust van Sumatra, een sensationeel avon tuur voorgedaan, dat gelukkig goed is afgeloopen, doch aanvankelijk in een bloedbad dreigde te eindigen. De kebonbewoners werden namelijk plot seling door enkele tijgers belaagd en het scheelde niet veei, of de admini strateur was als gevolg van zijn doortastend optreden door een tijge rin aangevallen. De administrateur der onderneming, de heer J. L. Müller, ontving dien dag en kele gasten uit Medan. Men zou een. tocht door de kebon maken en twee auto's ston den daartoe gereed. Juist toen het gezel schap echter wilde vertrekken, kwam het bericht, dat in een tijgerval op den rand. der onderneming een prooi was gevangen. Men begrijpt aldus de Deli Crt. dat dit avontuur de gasten nog aanlokkelij ker scheen en ijlings ging men naar de val, die enkele dagen tevoren met behulp van boomstammen was ingericht, doch die men zonder lokaas had gelaten, omdat er toch geen tijgers meer in de buurt kwamen. Ter plaatse aangekomen bleek de kooi gesloten te zijn en dus moest er zich een tijger in bevinden. Men hoorde echter niets en terwijl het gezelschap op een tien a twin tigtal meters bleef, ging de heer Müller vooruit, om tusschen de omheining der kooi te kijken, wat er zich binnen bevond. Intusschen groeide het aantal belangstel lenden en onder meer waren ook de assis tenten. de hoeren M. W. Barrevoets en IL D. Fontein, met hun geweren nader geko men. alsmede talrijke Inheeinsche tappers, die in de umgeving werkzaam bleken. Terwijl de heer Müller in de kooi gluurde, sprong plotseling uit de rimboe een forsche tijgerin te voor schijn, die gelukkig den admini strateur niet in do gaten had. Het „publiek" op een tiental meters afstand hief een gegil en gekrjjsch aan en het bleek, dat de tijgerin hierdoor in haar bedoelingen werd gestuit. Zij stokte plotseling en sprong toen onder gebrul weer te rug in de rimboe, de aanwezigen doodelijk verschrikt achter latend. Met behulp van veel lawaai en ketel muziek hielden de tappers en gasten ver volgens de tijgerin, die telkenmale weer naar de kooi wilde komen, op een afstand en zoo kreeg men gelegenheid door de spij len van de val een zich daarin bevinden den tijger neer te schieten. De jagers verwonderden er zich over dat het zoo n enorm exemplaar was en derhalve schoot men nog een tweeden keer. alvorens het valluik te openen. Dit hleek maar goed ook. want daarna constateerde men in de kooi met alleen een gmoten tijger, doch bo vendien nog een kleine tijgerin. De geheele geschiedenis had zich betrekkelijk snel afgespeeld en gelukkig met een goeden af-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 8