Op de groote Bijbelsche rivier Engeland prijst Duitschland's ii DE INDUSTRIEWIJK TE MIDDENMEER Van Zeeland werkt aan De moderne volksverhuizing Aan boord van de „El Kadri" In Juni. Hot was uitgemaakt: ik zou met de ra derstoomboot „El Kadri" vertrekken naar Basrah en op het scheepvaartbureau had men mij nadrukkelijk gezegd: „Denk erom, het schip vertrekt om tien uur 's morgens, precies op tijd." Dat er in het Morgenland iets „precies op tijd" gebeurt, is buitengewoon bijzonder, want de menschen uit deze streken hebben een gloeienden haat tegen stiptheid, maar hier was deze noodzakelijk, daar het. schip een schipbrug had te passeeren, die slechts twee maal per dag wordt geopend, 's mor gens om tien uur en 's middags om drie uur. Ik vertrouwde mijn bagage, twee koffers, een portefeuille en mijn schrijfmachine toe aan den lastdrager van mijn hotel, die alles aan boord zou brengen. Ik ging nog even de stad in om afscheid te nemen van ver schillende vrienden en kennissen, want te Bagdad, waar ik reeds meerdere malen voor korter of langer tijd vertoefde, heb ik meer kennissen en vrienden dan in eenige Euro- peesche stad. Natuurlijk verzuimde ik niet nog even de hand te gaan drukken van mijn. collega, den redacteur van het te Bag dad verschijnende Engelsche dagblad de „Iraq Times". Deze redacleur is een Schot man en hij achtte het absoluut noodzakelijk dat we ten afscheid nog snel een „Schot- schen wijn" dronken. De redactie van de „Iraq Times" is uitstekend ingericht. Er zijn niet alleen verkoelende ventilators, schrijfmachines, telefoontoestellen, maar er is ook whisky en een Arabische knaap, die steeds ijskoud sodawater kan gaan halen, ontbreekt, evenmin. En zoo dronken we in de reeds beginnende hitte van den dag „een Schotschen wijn" oftewel whisky-soda. Dat was 's morgens om negen uur, dus had ik nog tijd in overvloed. Langzaam wandelde ik door de levendi ge, drukke stad naar de Bankstraat, van waar mijn schip zou afvaren en onderweg liep ik om afscheid te nemen nog even binnen bij een Joodschen groot-koopman, hij den Chaldeeschen bezitter van een theehuis, in het bureau van een Oostenrijkschen oud consul. De Bankstraat, die uitloopt op de rivier, is het hart van het zakenleven te Bagdad. Hier bevinden zich de gebouwen van En gelsche, Turksche, Perzische banken en hier beginnen ook de „bazars", de lange, smalle, schaduwrijke, overdekte winkelstraatjes. In talrijke groote café's, waar niet anders dan koffie, thee en limonade wordt geschonken, houden bewegelijke menschen „beurs". Met eenige moeite slechts kan men zich op de drukke uren in de Bankstraat een weg banen en hoe dichter ik bij de rivier kwam, hoe bezwaarlijker het werd. Daar gingen in lange rijen Koerdische kadewer kers niet balen, zakken en manden op den rug. Machtige, groote lastauto's kwamen en gingen, maar er lagen ook, geduldig wach tend, vele honderden zwaar beladen kamee- len. Toen ik eindelijk aan de kade kwam, was het nog twintig minuten voor den tijd ver vertrek .maarde „El Kadri" was reeds los gegooid. Van het schip riep men mij allerlei belangrijke mededeelingen toe in het Arabisch, waarvan ik zoo goed als geen woord verstond. Toen kwam iemand, die me in het Engelsch vertelde, dat de „El Kadri" een weinig stroomopwaarts naar de andere zijde der rivier ging om nog la ding te nemen en dat ik per roeibootje na moest komen. Jawel, ik begreep het. De geheele beman ning van de El Kadri van den kapitein tot den kajuitsjongen, bestaat uit Arabieren en daar deze menschen met hun afschuw van stiptheid niet te laat konden vertrekken in verhand met de opening van de schipbrug, waren ze te vroeg vertrokken. Ik heb een roeibootje genomen met twee Arabieren erin. De een diende als kapi tein en gaf de richting aan. de ander roeide en hij had de aanwijzingen van den „ka pitein" noodig, daar hij blind bleek te zijn. Over d^n honderden nieters breeden stroom werd ik geroeid en toen ik ein delijk aan boord kwam van de „El Kadri" vroeg ik dadelijk naar mijn bagage. Nie mand had iets van mijn bagage gehoord of gezien. Een Europeaan, die voor het eerst in deze streken reist, zou zich over zulk een mededeeling natuurlijk boos of ongerust maken doch ik ken den Oriënt nu reeds be hoorlijk en ik weet. dat hier steeds alles scheef gaat en tenslotte toch in orde komt.. Terwijl men aan den rechteroever van den Tigrus bezig was het schip nog te laden, troostte men mij: „Voorbij de brug, aan het zuidpunt, der stad, blijven we toch minstens een half uur liggen en er is dan tijd genoeg naar de bagage uit te kijken." Juist toen de schipbrug voor ons geopend en de „El Kadri" voor de tweede maal los gegooid werd, zag ik een roeiboot naderen met drie fiksche roeiers en in die roeiboot herkende ik reeds op een. afstand mijn geel-ledoren koffer. Enkele minuten later was mijn geheele bagage aan boord. Nie mand verbaasde zich daarover. Op echt Oriëntaalsche wijze was alles weder in orde gekomen. Vrijwel op klokslag tien uur voe ren we door de geopende schipbrug en daarna had aan boord niemand meer haast. Aan het zuidpunt der stad legden we weder aan, voor twintig minuten of een half uur, naar ben mij zei de. „Dat. zal dus wel een uur worden," merkte ik op. „Jawel," antwoordde de andere. Het werd ruim anderhalf uur. Ik wond me over dit alles volstrekt niet op. Lijdzaam ben ik hier geworden als de kameelen en ^k heb wel eens overdacht, dat men zenuwzieke Eu ropeanen naar den Oriënt moest zenden. Worden ze hier niet in drie maanden volslagen krankzinnig, dan zijn ze in zes maanden van alle ze nuwachtigheid genezen. Het was reeds na twaalven, toen we ein delijk in vollen ernst van Bagdad vertrok ken en de reis begonnen over cle mach tige, majestueuse rivier, die eenmaal het paradijs bcspoekle. Ik bevond me op de „EI Kadri", maar eigenlijk was het niet. één schip, maar een kleine vloot, want ter weerszijden van de „El Kadri" was een breed, platgeboomd vaartuig gemeerd op zoodanige wijze, dat de neuzen van deze vaartuigen eenige me ters voor dien van de „El Kadri" uitstaken. En voor op elk dezer plathoom-vaartuigen bevond zich een soort schildwachthuisje met een man, die voortdurend een peilstok hanteerde en dan de diepte afriep. Een vaste vaargeul bestaat er namelijk in den Tigrus niet. De bodem dezer rivier veran dert voortdurend en een botonning ont breekt dan ook. Elke reis weder moet een weg gezocht worden. Op deze wijze, tusschen twee plathoom- vaartuigen in, varen hier alle groote stoom schepen. De „El Kadri" is een flink vaartuig, een raderstoomboot, ruim veertig meter lang en bijna tien meter breed. Ze heeft twee dekken en boven het tweede dek nog een commandobrug, maar de diepgang is niet meer dan vier voet en zelfs met dezen ge ringen diepgang heeft ze in den drogen tijd, die nu begint, wel eens moeite de reis van Bagdad naar Basra en omgekeerd te maken. Aan hoord ben ik „de" passagier. Er zijn nog andere passagiers, maar die tellen niet mede. Zij reizen „zonder voeding" en berei den zich hun maaltijden zelf, terwijl ik me vanwege het schip laat bekostigen. De man, die daarvoor zorgt is de scheepsklerk een Chaldeeër, dus Christen en afstammeling van het groote ras der Chaldeeërs, dat eens Babyion beheerschte. Zoo tusschen twee platboom-vaartulgen varen de stoombooten op de Tigris. De snelle ontwikkeling van den Wieringermeerpolder Boerderijen, groote Bouwbedrijven, Ja gehee le dorpen zijn in enkele jaren opgebouwd en geven aan het mooie polderland klenr en leven. Thans is ook de eerste Indu- s t r i e-w ij k tot stand gekomen. Op bovenstaande foto zien we in deze Industriewijk te Middenmeer reeds een flink aantal gebouwen. Rappe handen, de aller, nieuwste werktuigen enz. zorgen voor de berging van de diverse graansoorten in de silo's; kunstmeststoffen worden er ver mengd en opgeslagen om later te worden gedistribueerd. Een houthandel, annex za gerij heeft er zich reeds gevestigd. Kortom, het leven in de Wieringermeer is in vollen gang!!! Naar mijn berekening verdient hij aan mijn voeding meer dan vierhonderd percent. Ik ben dus het melkkoetje en melkkoetjes staan overal in hoog aanzien. De Chal deeër berekent nie voor de voeding meer dan ik in het grootste en duurste hotel te Bagdad zou betalen en geeft me het eten als in een klein Arabisch restaurant. De andere passagiers zijn een joodsch echtpaar met dochter, die hun maaltijden op een petroleumstel bereiden en een Be- doeïnen-echt.paar, dekpassagiers, die een ij ze ren comfoortje met potten en pannen heb ben om te koken en te braden. Op de beide platboomvaartuigen, die ter zijden van de „El Kadri" zijn gemeerd eri zoo medegesleept worden, terwijl ze tezelf dertijd als loodsschepen dienen, zorgen de bemanningen voor hun eigen keuken, on der een tent van matten op het achterschip Tegen etenstijd ziet men aan alle zijden rookwolkjes opstijgen en krijgt men de geu ren van allerlei gerechten in den neus. De ze „El Kadri" met zijn twee terzijden vast gemaakte schepen, doet dari het. rneest dén ken aan een drijvend dorp met in het mid den, op het. marktplein (in dit geval: het midden van het dek) een klein Bedoeïnen- kamp met vader, moeder, kinderen en zelfs een klein kind in een wieg, die het meest aan een schommel doet, denken. Zoo reis ik thans over de grootsche Bijbel sche rivier door een gebied dat zijn ge schiedenis heeft van veie tientallen eeuwen. J. K. BREDERODE verbetering van den wereldvrede Medewerking der Vereenigde Staten kan niet gemist worden. De Belgische minister-president Van Zee land en de Staatssecretaris der Vereenigde Slaton, Cordell Huil, waren het erbij de lang durige besprekingen, welke zij Woensdag te Washington hebben gevoerd, over eens, dat. een meer liberale handelspolitiek over de geheele wereld noodig is. wil men den vrede en de algemccne welvaart behouden. Hieruit moet men echter niet afleiden.dat binnenkort een economische wercld-confe- rertfie zal worden bijeengeroepen, want deze mogelijkheid ligt nog ver in het verschiet. Men is van meening, dat het niet zoo zeer de politieke als wel de economische om standigheden zijn, die een dergelijke con- ferentie verhinderen. Men denkt dan ook blijkbaar in de eerste plaats aan de verbe tering van den economischen toestand en Belgische kringen achten de medewerking der Vereenigde Staten daarbij onmisbaar. Von Blomberg naar Boedapest De Duitsche minister van oorlog Von Blomberg zal op 28 Juni te Boedapest aan komen op uitnoodiging van generaal Roe der. Dit bezoek zal vijf dagen duren. Tijdens zijn verblijf in Hongarije zal Von Blomberg ook gast zijn van rijksbestuurder Ilorthy. Hij zal o.m. militaire oefeningen bijwonen. Amelia Earhart naar Bandoeng terug Machine was niet in orde. Nadat Amelia Earhart Donderdagmiddag te half vijf te Soerabaja was gearriveerd, alwaar zij werd ontvangen door den mana ger der Soconv-Vacuum Oil Co. en een der tigtal andere belangstellenden, keerde zij gisteren te 1.55 uur 's nachts naar het Ban- doengsche vliegveld Andir terug, alwaar zij te 8.20 uur 's morgens arriveerde. De machine was nog niet in orde en Amelia Earhart durfde dan ook niet de zee over te steken. Na aankomst te Soerabaja telefoneerde Amelia Earhart met haar echtgenoot, die op weg was van San Francisco naar New York en te Wyoming stopte om dit ge sprek te voeren. Met voorzichtigheid en kalmte kunnen wij den Europeeschen vrede redden, zegt Chamberlain. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister president Chamberlain gesproken over de Spaansche kwestie. Hij zeide, dat de politiek der Britsche re geering uitsluitend streeft naar het behoud van den vrede in Europa door den oorlog tot Spanje te beperken. „Hoewel wij al dus vervolgde hij op zeer besliste wijze onze ontstemming over de mislukkingen van het niet-inmcngingsstelsel tot uiting heb ben moeten brengen en hoewel er nog steeds inmenging bestaat ondanks het niet- inmengingsaccoord, is het toch een feit, dat wij tot dusverre het doel van onze po litiek hebben kunnen bereiken. Wij zullen dat doel voor oogen blijven houden, zoolang wij meenen, dat er een redelijke kans op vermijding van uitbreiding van het conflict Het is geen fantasie, indien men verwacht, dat deze politiek zelfs tot het einde met succes gevolgd kan worden. De toestand is ernstig maar niet hopeloos, want, hoewel wellicht verschillende landen een der strij dende partijen in Spanje wenschen te zien winnen, is er geen enkele regeering en geen enkel land, dat een Europeesche oorlog wil. Daarom moeten wij trachten kalm te blij ven' en niets te zeggen of doen, dat een ramp zou kunnen veroorza ken, die iedereen wil voorkomen." Met een toespeling op de incidenten met de „Deutschland" en de „Leipzig" zeide Chamberlain, dat het standpunt van Duitsch land, volgens hetwelk het niet kan toestaan dat zijn schepen aan dergelijke gevaren blootstaan, een redelijk standpunt is." Wanneer wij rekening houden met de er varingen van de Duitsche marine en de verklaarbare gevoelens van verontwaardi ging en wrok, welke door dergelijke inci denten worden gewekt., moet, ik zeggen, dat de Duitsche regeering door haar sche pen terug te trekken en de incidenten als gesloten te beschouwen ©en gematigdheid getoond heeft, die wij allen waardeeren. Door het terugnemen van de Duitsche en Italiaansche vaartuigen uit de controle, bestaat er geen gevaar meer voor nieuwe incidenten van dezen aard. Naar mijn meening aldus vervolgde Chamberlain. is het, het beste, dat. wij ons thans wijden aan twee practischè maatregelen, die genomen moeten worden: het opvullen van de bres in het toezicht in de Spaansche wateren en het hernieuwen van de pogingen tot het, bereiken van het terugtrekken der vrijwilligers. Als wij allen voorzichtigheid, geduld en zelfbeheersching toonen, geloof ik, dat. wij in staat zullen zijn den Europeeschen vrede te redden." MET EEN WATERVLIEGTUIG OVER HET AMERIKAANSCHE VASTELAND. De Amerikaan Richard Archbold, de 30- jarige kleinzoon van den oprichter der Standard Oil Cv. is Donderdag opgeste gen met zijn watervliegtuig, waarmede hij een vlucht over het Amerikaansche vaste land zal malcen. Deze vliegtocht is de eer ste, welke met een watervliegtuig boven het Amerikaansche vasteland wordt ge maakt. Wat is hiervan het nut? Een flottille nieuwe Engelsche torpedo-snel- booten verlaat de haven van Southampton op weg naar Malta. Deze booten, die ©en verrassende snelheid kunnen bereiken, zijn bewapend met twee torpedo-lanceerbulzen en meerdere machinegeweren. 25000 Turken naar hun land terug In den loop van dit jaar worden ïn Tur kije 25.000 immigranten verwacht. Het be treft hier Turken uit Roemenië en Boelga- rije, die, na hun bezittingen in deze landen tc hebben geliquideerd, in het Turksche stamland een plaatsje zullen krijgen. 15000 van deze Turken, die alle uit Roemenië ko men, zijn bestemd om het dunbevolkte Tracië te gaan bevolken, terwijl van de uit Boelgarije komende Turken 5000 man in de omgeving van Broessa en nog eens 5000 man aan de oevers van de Egeische Zee zullen worden ondergebracht. Met deze maatregelen zet Turkije zijn reeds eenige jaren gevoerde politiek van het terughalen der in de Balkanstaten wonende Turksche minderheden voort. Intusschen heeft ook het immigratie-apparaat zich geheel ingewerkt en het komt thans niet meer voor, dat de naar huis gekomen Turken veel te lang op grond, zaadgoed en landbouwge reedschappen moeten wachten. In de jaren tusschen 1934 en 1936 zijn ongeveer 100000 Turken naar hun land teruggekeerd en voor deze menschen heeft men tot nog toe on geveer 15.000 huizen gebouwd. Men schat de Turksche minderheden In Boelgarije, Roemenië en Zuid-Slavië op ongeveer 2 millioen menschen. Het is de wil van de regéering te Ankara, in den loop v den den tijd deze Turken tot laatsten man toe tot vestiging in Turkije te bewe gen. De voorouders van deze menschen kwa^ men met de overwinnende Turksche troepen naar den Balkan toe en leefden daar tot het midden van de vorige, eeuw als leden van het overheerschende volk. Nadat de ver schillende Balkanlanden zich echter zelf standig hadden gemaakt, werden deze Tur ken automatisch tot politieke minderheden. De Balkanstaten voelen niet veel voor de uitdunning Daar Turkije met zijn 17,2 millioen inwo ners zeer dun bevolkt is, is het begrijpe lijk, dat. Ankara wenscht., eenigszins aan het gebrek aan menschen tegemoet te ko men, door de in het buitenland wonende Turken te bewegen, huiswaarts te keeren. Dit. vermindert intusschen den bevolkings stand der Balkanstaten, die daarom met deze zijde van de Turksche bevolkings poli tiek niet geheel ingenomen zijn. Er hebben dan ook voortdurend onderhandelingen tus schen Ankara en de regeeringen der Balkan- landen plaats, welke ten doel hebben, de ze volksverhuizing zoo te organiseeren, dat geen van beide zijden er al te veel hinder van ondervindt. Lugubere vondst Militair ontdekt in ravijn te Charipujo Z.Amerika) wrak van sinds maanden vermist vliegtuig. Een militair heeft in een ravijn ten zuiden van Charipujo (Peru, Zuid-Am eri ka), het wrak gevonden van een vliegtuig, dat 27 Maart was verdwenen. Bij het wrak wer den de lijken van den bestuuder van 't vlieg tuig en der vier inzittenden aangetroffen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 16