De tragiek van ieder
weekend
DE DRIE MUSKETIERS
1W
m-MT' *r.
Gewondenvervoer per
vliegtuig
Hevige brand te
Ambt-V ollenhove
DE'
1 JLEIMELIJKE
STRIJD
De dood langs den weg
en in het water
Ook nu komen wij weer met het treurige
wekelijksche overzicht van verkeers- en an
dere ongevallen. Talrijke gewonden, en di
verse dooden werden in de afgeloopen da
gen geteld.
Vijf gewonden bij auto-ongeluk
te Voorhout. De bestuurder
gaf gas inpiaats van te remmen
Zaterdagavond omstreeks kwart over ne
gen heeft onder Voorhout een ernstig auto
ongeluk plaats gehad, dat zijn oorzaak vond
in het feit, datd e bestuurder op :1c ver
keerde pedaal trapte, en in plaats van te
remmen, gas gaf.
Een vierpersoons Citroen, gemerkt G 47828,
thuisbehoorencje te Amsterdam, bezet met
zes personen kwam op dat ©ogenblik van
Sassenheim in de richting Noordwijlc gere
den. Bij de driesprong in de Teylingerlaan
beging de autobestuurder zijn noodlottige
vergissing, met het gevolg, dat de wagen
kantelde en aan de overzijde tegen den be
tonnen kadewand botsfte.
Een der inzittenden slaagde erin uit de
auto te komen. Toegesnelde voorbijgangers
brachten de vijf overige inzittenden op het
droge. Zij waren deerlijk toegetakeld. Bloed
en modder hadden hun gezichten geheel on
herkenbaar gemaakt, Vier van de veronge
lukten waren bewusteloos. Men heeft hen
ijlings naar het Academisch ziekenhuis te
Leiden vervoerd.
De geneesheer verklaarde, dat drie of
vier leden van het gezelschap echter spoe
dig het. ziekenhuis zullen kunnen verlaten.
De overigen zullen nog in observatie moe
ten blijven. De bestuurder F. P. uit Amster
dam, is vermoedelijk door de inzittenden af
geleid, waardoor hem het waarschuwings
bord op 200 meter voor den driesprong is
ontgaan.
Hevige autobotsïng te Groningen
Dame ernstig gewond.
Zaterdagavond omstreeks half twaalf zijn
op het gevaarlijke kruispunt Herman Col-
leniusstraat—Nieuwe Beekerstraat te Gro
ningen .een Austin-auto en en Ford-auto be
stuurd door den heer Elzinga uit Drachten
met groote snelheid op elkaar in gereden.
Een der inzittenden van de Austin, de 21-ja-
rige mej. J. Abbring, liep een hersenschud-»
ding op. Zij werd in ernstigen toestand naar
het "Diaconessen ziekenhuis vervoerd. De be
stuurder van den Ford-wagen bekwam
slechts lichte verwondingen. De Ford werd
door de politie in beslag genomen.
Drie gewonden bij aanrijding te
Sassenheim.
Gisteravond om zes 'uur is op den Rijks
weg te Sassenheim, ter hoogte van de Was-
beekerlaan een motorfiets, welke uit de
richting Leiden kwam, in botsing gekomen
met een wiel rijd ster, die zonder op het ver
keer te letten plotseling den weg wilde
oversteken. Het gevolg was, dat behalve de
wielrijdster ook de bestuurder van 't motor
rijwiel en de dame, die op de duo zat, te
gen den grond werden gesmakt, waar het
drietal gewond liggen bleef. Alle drie de
slachtoffers moesten in het ziekenhuis wor
den opgenomen.
XJit rijdende auto gevallen.
Op de Sloterkade te Amsterdam is gis
termiddag een 28-jarige man, die naast den
bestuurder in een auto zat, hij het nemen
van een scherpen bocht op straat terecht
gokonuen, doordat het portier los schoot.
Met een zware hersenschudding heeft de
G.G. en G.D. hem naar het Wilhelminagast-
huis vervoerd.
Motorrijder te Asten verongelukt.
Duorijdster er ernstig aan toe.
Zaterdagmiddag reed op den provincialen
weg MevelAstien bij het gehucht Heus den
een onderofficier van de militaire politie
uit Helmond met zijn motor in de richting
Astien. Zijn echtgenoote zat op de duo-zit.
Plotseling kwam oen vrachtauto, bestuurd
door van E. uit St. Oedenrodè. uit een lin
kerzijweg. De motorrijder reed in volle vaart
tegen de voorzijde van den. vrachtwagen
aan. De gevolgen waren ontzettend. De mo
torrijder werd op slag gedood. De duo
rijdster vloog door de vooruit van de vracht
auto. Zij is in zorgwekkienden toestand naar
een ziekenhuis in Helmond vervoerd.
Doove vrouw door trein gegrepen.
Zaterdagmiddag is op den spoorwegover
gang Karnemelksloot bij Gouda, aan de
spoorlijn Schoonhoven—Gouda, de 57-jarige
vrouw T. van der Bijl geboren van Zwie-
nen uit Gouda, door den va.n Schoonhoven
komenden tramtrein, welke te 17.18 Gouda
moet binnenkomen, gegrepen. De vrouw,
die hardhoorend is, heeft de waarschuwin
gen van den sein wachter, niet gehoord. Zij
is kort na het ongeluk overleden.
Meisje overreden te Capelle a.d.
IJsseL
Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur is de
18-jarige M. Bolsen uit de Speelmanstraat
te Rotterdam, onder Capelle aan den IJssel
overreden door een auto. Zij is in zorg-
wekkicnden toestand in het ziekenhuis op
genomen.
Motorrijwiel grijpt twee perso
nen-
Zaterdagavond omstreeks kwart over ne
gen zijn in de Linnaeusstraat te Amsterdam
nabij den overweg een man en oen vrouw
beiden ongeveer 55 jaar oud, door een mo
torrijder aangereden. Beiden werden gewond
Kindje onder auto.
Zaterdagmorgen omstreeks kwart voor 12
is in het gehucht Hingen onder de ge
meente Echt (L.) het 3-jarig zoontje vim
den heer Buggenum, toen het spelende
den weg overstak tegen een passeerende
auto van dr. W. uit Echt opgeloopen. Met
een zware hersenschudding werd het kind
opgenomen en overleed gistermorgen.
Zevenjarig knaapje in den Am-
stel verdronken.
Zaterdagmiddag is omstreeks drie 'uur
een jongentje van zeven jaar, wonende in
de Aibert Cuypstraat, bij het spelen tegen
over de Paardestraat te Amsterdam in den
Amstel gevallen.
In zweminrichting verdronken.
Toen de 15-jarige J. B. v.d. W. te Zeist
Zaterdagmiddag maar niet thuis kwam van
het zwembad aan de B1 iklcerbergerlaan
ging men een onderzoek instellen in de
zweminrichting.
De kleeren van den vermiste bleken in
het kleedhokje te hangen. Terstond ging
men dreggen en weldra had men het lijk
van den jeugdigen J. B. van de W. boven
gebracht.
Kostwinner verdronken
Zaterdagmiddag is de 22-jarige. H. D., kost
winner, toen hij in de Wetering te Herpen
was gaan zwemmen, verdronken. Een in de
nabijheid zijnde visscher zag het ongeluk
gebeuren, haalde hulp, doch het was reeds
te laat. Men heeft slechts het lijk van het
slachtoffer kunnen ophalen.
Geslaagde demonstraties van
Roode Kruis en sportvliegers.
De Centrale bloedtranfusie commissie van
het Nederlandsche Roode Kruis heeft gis
termiddag in samenwerking met de N.V.
Nationale Luchtvaart School demonstra
ties gehouden op het vliegveld „Ypcnhurg'
welke volkomen geslaagd zijn.
Ramp te Zierikzee in scène
gezet.
Precies op tijd, om 2 uur, vertelde iemand
door de microphoon, boven in den toren
van het stationsgebouw opgesteld, dat liet
Ned. Roode Kruis z.oo juist bericht van den
burgemeester van Zierikzee had ontvangen,
dat in diens gemeente een gasketcl was
gesprongen. Do gevolgen zouden vreesclijk
zijn.
238.
DE BESTE GODSDIENST.
De brief kwam uit. Tour en behelsde
belangrijke mededeelingen omtrent mevr.
Bonacieux. Voordat'Aramis den geheelen
brief voorgelezen had, riep d'Artagnan:
„Oh, Aramis, wat ben ik je toch dank
baar! Eindelijk weer een bericht van die
lieve Constance. Ze woont vast en zeker in
een klooster te Stanay. Waar zou dat toch
liggen?"
,.In Lotnaringcn eeruge kilometers van
de grens van den Elzas", zei Athos. „Na af
loop van de belegering kunnen wij er heen
rijden."
„Laten we hopen, dat dat niet meer zoo
heel lang duurt", meende Porthos. „Van
morgen heeft men nog een spion opgehan
gen, die vertelde, dat de Rochellers hun
schoenen al opaten. Als die op zijn, zullen
ze wel niets meer 'te eten hebben".
„Die dwazen", riep Athos uit en dronk
zijn glas leeg, „alsof onze Godsdienst niet
het allerbeste is! Maar toch zijn do men-
schen dapper. Maar wat doe jij daar toch
Aramis? Je steekt 'de brief immers in je
zak."
237. DE BRIEF.
„Laten we ons niet opwinden", zei hij.
„Gij zijt dappere jonge mannen en men kan
het U eigenlijk niet kwalijk nemen, als U
zich bewaken laat, nadat U hebt bewezen,
dat U op het wel en wee van anderen be
dacht zijt. Ik ben niet vergeten, dat de hee-
ren me eiken nacht begeleid hebben. Drink
daarom rustig verder Uw wijn, speel om Uw
geld en leest Uw brieven. Het beste mijne
heeren!"
Toen hij weer te paard zat, wuifde hij met
de hand en reed weg.
Zwijgend volgden de vier musketiers hem
met hun blikken. Toen keken ze elkaar aa.n
In aller oogen was de grootste ontstelte
nis te lezen, want ieder van hen wist maar
al te goed, dat de kardinaal ondanks zijn
vriendelijkheid, woedend van hen was weg
gegaan. Athos alleen lachte veelzeggend en
.verachtelijk en zei:
„Het was werkelijk wat onvoorzichtig
van den man daarginds op een dergelijke
manier tegen anderen uit te varen. Maar
men zou denken, dat hij nooit met iemand
anders dan vrouwen of kinderen te doen
heeft gehad.
Aramis lees nu je brief verder".
Aramis haalde den blief weer te voor
schijn, terwijl de bedienden zich weer met
de korfflesch bezig hielden.
Huizen waren ingestort, er was
geen ruit in Zierikzee heel geble
ven, de tramrails - en de aanleg
plaats van de pont waren verzakt.
Kortom: er heersclite een noodtoe
stand. Het aantal gewonden liet
zich.-nog niet^ch^tten. De zieken
huizen boden 'géén plaats meer, aan
medische hulp was groot gebrek.
De burgemeester verzocht het Roode
Kruis zoo snel mogelijk hulp te ver-
leenen. Het Roode Kruis deed een
beroep op de Nationale Luchtvaart-
School en de heer Schmidt Crans,
chef-instructeur dér N.L.S., stond
onmiddellijk klaar om te helpen.
In 15 minuten tijds draaiden al drie sport-
toestellen proef. Het waren de twee machi
nes van Ir. de Kok en een toestel van den
heer van Heek. De N.L.S. op Schiphol, dooi
den heer Schmidt Crans opgebeld, zond drie
machines naar Ypenburg en ook het ambu
lancetoestel van liet Nederlandsche Roode
Kruis, te Soesterberg gestationneerd, was
opgeroepen.
Nauwelijks waren de drie eerste toestellen
met doktoren, verplegend personeel, bloedge
vers, voor bloedtransfusie, instrumenten, ver
bandmiddelen en wat dies meer zij, de lucht
in, toen men nader uit Zierikzee meldde, dat
de ramp ernstiger was dan zich aanvanke
lijk liet aanzien, zoodat meer hulp dan was
toegezegd, verzocht werd. Vooral bloedgevers
waren gewenscht. Gevolg was, dat nog drie
Koolhoven's startklaar werden gemaakt, dat
een beroep op het publiek op Ypenburg werd
gedaan om zich op te geven als donor
(bloedgever). Elf personen voldeden hier
aan en dr. Hannema, in een snel opgezette
tent geinstalleerd, stelde een onderzoek naar
hun bloed in.
Om 3,35 landde de heer Schmidt Crans,
die de Dragon Fly van ir. De Kok bestuur
de, op Ypenburg met de eerste gewonden, die
onmiddellijk met ziekenauto's naar het Roo
de Kruis Ziekenhuis werden overgebracht.
Vijf minuten later was de PI-I Kok weer in de
lqcht, terug naar het vliegveld Haamstede,
om nieuwe gewonden over te brengen, niet
korte tusschenpoozen landden alle vliegtui
gen en om 4 uur 20 minuten waren de oefe
ningen geëindigd.
De groote waarde van de hulp van het
vliegtuig bij een ramp als de Zierikzeesche
was duidelijk gebleken en het doel der oefe
ning was hiermede bereikt.
De wind joeg de vlammen van
boerderij tot boerderij.
Drie -perceelen in de asch gelegd.
Gisterenmiddag is brand uitgebroken in
de groote boerderij bewoond door den land
bouwer Bergkamp, Ambt-Vollcnhove welke
boerderij in eigendom toebehoort aan me
vrouw de wed. Dikkers uit Zwolle. Het
vuur greep, aangewakkerd door den wind
spoedig om zich heen en het duurde niet
lang of de geheele boerderij ging in vlam
men op.
De wind joeg het vuur in oostelijke
richting, met het gevolg de de 140
meter verder gelegen boerderij van
P. Boes, bewoond door diens zoon
Arie Boes, mede in de vlammen
werd gezet.
Door het draaien van den wind
werd toen ook de aan de andere
zijde gelegen boerderij in eigen
dom -toebehoorende en bewoond
door de gezusters Tuin en door den.
landbouwer G. van der Sluis door;
het vuur aangetast.
Ook deze boerderij werd een prooi der
vlammen. De brandweer uit Ambt-Vollen-
hove en de motorspuit uit Stad-Vollehove
bestreden het vuur uit alle macht.
Mede door den draaienden wind viel aan
blusschen evenwel niet te denken. De drie
boerderijen brandden totaal af.
Alleen de heer van der Sluis was niet te
gen brandschade verzekerd.
Bij deze ramp deed zich het eigen
aardig verschijnsel voor, dat twee
panden welke tusschen de branden
de perceelen gelegen waren kon
den worden gespaard doordat de
wind draaide om vervolgens 't vuur
weer in andere richting voort te
stuwen.
De schade door deze brand veroorzaakt
wordt geschat op dertig a veertigduizend
gulden.
door Michael Corvin
50.
Half tegen haar wil ontroerd keek Esther
hem aan. Burg praatte door en schoot als
explosies allerlei bezweringen af en verhitte
Zichzelf daarbij tot hij roodgloeiend was Maar
toen, juist toen de eeuwige rookpluim de
kamer een weinig verduisterde, keek hij
Esther in de oogen, die niet meer de oogen
van een jong en enthousiast meisje waren, en
schrok.
Met één slag werd hij stil en in het pijnlijke
zwijgen, dat nu het kleine vertrek vervulde,
meende Esther de heele reeks klanken van
zijn laatste woorden hulpeloos als vleer
muizen te hooren rondfladderen, voor zij weg
stierven en er niets anders meer te hooren
was als Burg's reutelende ademhaling. Hij
keek haar maar aan en zakte langzaam van
zijn hoogte af. Hij werd een oud man, die in
zijn leuningstoel gedoken zat en zch aan de
armleuningen vasthield om niet op den vloer
te glijden. Zijn kleine, levendige oogen werden
dof en dwaalden van Fsther's kalme gelaat
af. Met een geluid als een droge snik hernam
hij:
„Je kunt niet meer, Esther? Wat? Is er
hier niets meer, dat je aantrekt? Je hebt
bloed geproefd en moet nu verder.
Hij legde zijn zware knuisten als vreemde
voorwerpen voor zich op de tafel en plukte
gedachtenloos aan het groene vloeiblad.
Esther had willen schreien en het scheen
haarzelf een vreemde stem, die langzaam
zeide:
„Het is te laat, mijnheer Burg. Ik heb teveel
gezien, om nu de oogen weder te kunnen
sluiten. De kleine, ijverige studente, Esther
Raleigh, het jonge meisje met idealen, is
reeds lang dood. Ik was veel verder dan Lon
den uit de redactie weg. Wat zou ik nu hier
moeten doen? Recherches, interviews? Of
verlangt u hoofdartikelen of glossen van mij?
Vandaag nog? Neen, mijnheer, het is telaat,
geloof mij. Ik kan niet meer terug. Ik hek-
bloed geproefd, zeker, maar het was mijn
eigen bloed. En ik zal geen menschen moeten
vreten, maar ik zal moeten rennen en rennen
tot ikzelf opgevreten word. Dat wilt u niet,
ik weet het..."
Burg keek naar der. vloer, terwijl hij machi
naal op de tafel trommelde. Hg knikte slechts
langzaam en zwaar, terwijl Esther voortging:
„Dr. Mersheim begreep het dadelijk, maar
l ontdekte het eerst later, toen het reeds te
laat was. Ondanks dat moet ik toch hem en
u danken, want hierdoor leerde ik een man
kennen, die ik..."
Zij brak af en staarde naar buiten. De
leelrjke binnenplaats wc een lichte tuin. Zij
zag Jury wandelen en meende zijn stem te
hooren. Toen keerde zij zich met een korten
ruk om. Het was genoeg. Sentimenteel kon
zij later worden, wanneer het een troost zou
zijn zichzelf met gevoelens te verwonden. Nu
was zij niet voor dit doel hier en het was al
erg genoeg, dat Bur^ zich zoo had laten gaan.
Zij lachte hardop, zoodat Burg oprees en haar
aankeek, alsof hij uit een andere wereld ont
waakte.
„Laten we toch verstandig praten, mijnheer
Burg. U weet, wat ik doe. Het was niet
steeds gemakkelijk, maar ik had geluk en het
schijnt, dat de chef van de United Service mij
i waardeert'. Ik heb hier" zij wees op haar
kleinen handkoffer, die naast haar op den
vloer stond „eenige dingen, voor welke de
heer Mersheim niet meer belangstelling kan
hebben dan de ministeries van buitenlandsche
zaken en defensie. Ik heb hier het Poolsche
mobilisatieplan en de plattegronden der
vestingen."
Burg staarde haar aan. Het was inderdaad
telaat. Esther had den weg betreden en geen
mensch ter wereld kon haar meer terug
halen. Hij luisterde weer naar hetgeen zij
hem verder, nu met een lichten triomph in
haar stem, vertelde.
„Ik kan mij indenken, dat u eenigszins ver
baasd ben. Maar men kan zijn noodlot nu
eenmaal niet ontloopen, nietwaar?"
Hij schudde het hoofd. „Nu, ik hoop Dr.
Mersheim echter wel duidelijk te maken,"
vervolgde zij, „dat ik hem in de toekomst niet
zoo dikwijls meer hoop mis te verstaan als
tot nu toe, als waas dat dan ook slechts één
keer." -
Er lag een verholen, nauwelijk merkbare,
gevaarlijke ondertoon in de manier, waarop
zij dit zeide, .wat Burg geenszins ontging.
„Was de naam Hardley u bekend, mijnheer
Burg?"
„Ja. Ik leerde hem vele jaren geleden
kennen. Zoover ik weet, is hij bij de United
Service."
„Hij is dood. Men heeft hem vermoord."
„Men heeft hem...?"
„Ja, Onder zeer merkwaardige bijkomende
omstandigheden. Ik geloof haast, dat men
hem... Maar dat zal u niet interesseeren. Als
u Selfride echter kende..."
Verschrikt en verbluft zweeg zij plotseling,
want op het noemen van Selfride's naam
was Burg's gezicht op een vreeselijke wijze
veranderd. Zijn heele hoofd werd donkerrood,
zijn oogen puilden uit de kassen en de mond
met de dikke lippen was tot een streep, zoo
smal als de snede van een mes samengeperst,
terwijl zijn handen de stoelleuningen weder
krampachtig omklemden en van inspanning
om niet weder los te laten, wit werden.
Esther keek hem ontzet aan. Kuchend
haalde Burg adem, voor hij met een moei
zaam in bedwang gehouden stem vroeg:
„Selfride wie is Selfride tegen
woordig?"
„Ik weet, dat ik het aan u wel toe kan
vertrouwen, mijnheer Burg. Hij is de chef."
„Beschrijf hem."
Esther spande zich in om met weinig woor
den Selfride's uiterlijk te schilderen en daarbij
viel haar de overeenkomst weder op, die hij
met den tegenover haar gezeten man ver
toonde, die gespannen en rochelend naar haar
luisterde.
Plotseling onderbrak Burg haar met een
wilde handbeweging en sprong hij zoo heftig
op, dat zijn stoel krakend omviel.
„Vertrouwen tegen vertrouwen, Esther
Raleigh! Ik zal niemand iets over Selfride
vertellen, reken daar maar gerust op! Selfride,
haha! Weet je, hoe hg heette voor hij naar
de Staten ging?"
Esther keek den zoo onverwacht razend
geworden man aan. Hij was geheel en al ver
anderd en had zich nu als een boosaardige
daemon hoog opgericht. Plotseling vielen
haar de schellen van de oogen en fluisterend
vroeg zij
„Uw broeder?" -
Burg liet zijn opgeheven handen zakken en
begon brullend te lachen. Hij hinnikte als een
dier en zijn lach buitelde als puntige steenen
uit zgn wijd opengesperden mond en daar
tusschendoor bracht hij schokkend uit:
„Ja! Ja! Ja! Groote God! Hij is het! Hij
hij was het! O! Help mij in mijn stoel, Esther.
Ilc kan niet meer."
Zij sprong op, zette den stoel weer overeind
en leidde er Burg heen, dié op het punt
scheen te staan neer te vallen. Hij zat nu
ineengedoken in zijn stoel, zijn lach was in
een soort snikken overgegaan, dat echter ge
leidelijk ook verstomde. Zoo bleef hij een
heelen tijd roerloos zitten en Esther bleef aan
het venster staan en keek naar buiten om
hem tijd te geven om weer te kalmeeren.
Eindelijk zeide hij met matte stem:
„Kom hier, kind. Wees niet boos op mij
omdat ik mij zoo liet gaan. Ja, hg is mijn
broer. Hal Selfride, nietwaar? Ik had er geen
flauw vermoeden van wat hg deed, of wie
hij was. Geloof mg."
Nu sprak hij weder luid en dringend.
„Ik had er geen vermoeden van! Niemand
zal iets van ons gesprek vernemen, niemand
hier! Maar jij, jij mag niet zoo jammerlijk
omgebracht worden als die anderen. Ik wil
het niet en ik zal het verhinderen!"
Hij stond weer op. Slechts zgn rood, opge-
loopen oogen getuigden nog van zijn aan
doening en van de pas voorgevallen scène. Hij
keek Esther aan met een blik, waar alles in
te lezen stond, wat hg nimmer uit zou spreken
en wat haar tot zijn schuldenares maakte,
zoolang zg leefde. Toen sprak hij, nu weder
zichzelf ten volle meester en uiterlijk kalm:
„Ga nu naar Mersheim, Esther. Zeg hem
bedaard de waarheid, maar zeg hem niet
teveel! Je materiaal zal men als een
meesterstuk beschouwen en het is te hopen,
dat je die menschen nooit teleurstelt. Voor
het minst zal je wel dagen hier blijven. Het
zou mg een genoegen zijn, als je morgen bij
mij wilde komen dineeren, dan kunnen we na
den middagopmaak van hier regelrecht samen
naar mijn huis rijden. Wat eet je het liefst?"
Zij lachte, maar het kostte haar moeite om
met een vroolijke stem haar lievelings
gerechten op te noemen, die Burg onmiddellijk
noteerde. Toen ging zij de oude gang door en
liet zich bij Dr. Mersheim aandienen. Hg ont
ving haar dadelijk en kwam haar zelfs.tege
moet, maar scheen volstrekt niet verbaasd te
zgn haar zoo plotseling in Berlijn te zien. Met
opvallende hoffelijkheid leidde hg haar zijn
kamer binnen en liet hij haar in den diepen
fauteuil plaats nemen, terwijl hij zelf achter
zijn schrijftbureau ging zitten.
(Wordt vervolgd.)