nieuwe koolsoorten
Het stroovraagstuk in
ons Noorderkwartier
Wieringermeer
Het kweeken van
te Alkmaar.
Maandag 5 Juli 1937
Tweede blad
De Groninger instelling als
voorbeeld.
Mogelijkheid voor een stroover-
verkoopbureau in de Wieringer
meer wordt onderzocht.
Voorloopig komt er geen strokar
tonfabriek in Holland's Noorder
kwartier, maar een commissie van
vijf leden, gekozen uit de drie Cen
trale Landbouworganisaties, zal de
mogelijkheid onderzoeken voor de
stichting van een strooverkoopbu-
reau, zooals dat reeds in Gronin
gen bestaat.
Dat was het resultaat van de vergade
ring der drie Centrale Landbouworganisa
ties Zaterdagavond in Hotel Smit te Mid
denmeet*, waar de heer U. D. Reinders, di
recteur van het Strooverkoopbureau te Hoo-
gezand, het vraagstuk van den gezamcnlij-
•ken strooverkoop in Holland's Noorderkwar
tier kwam toelichten. In ons blad van Za
terdag behandelden wij al in het. kort dit
brandende probleem, dat de landbouwers
in de Wieringermeer reeds langen tijd
kwelt.
De bijeenkomst, waarvoor uit den aard
der zaak groote belangstelling bestond, en
waar behalve enkele heeren der Wieringer-
meerdirectie, leden aanwezig waren van
de Holl. Mij. van Landbouw, Chr. Bocrcn-
en Tuindersbond en den Land- en Tuin-
bouwbond, werd geopend door den heer P.
G. Luth, voorzitter van de Ilollandsche Mij.
voor Landbouw. Spr .zette in het kort de
bedoeling der vergadering uiteen: de geza
menlijke strooverkoop.
Op initiatief van den heer Bruins heeft
men dez zaak in de besturen der organisa
ties besproken. Men heeft, zich afgevraagd
of een gemeenschappelijke strooverkoop,
zooals in Groningen en Drente, hier ook
mogelijk zou zijn.
De meeningen liepen nogal uiteen, ook
al door de verschillende geaardheid der be
volking. In het algemeen stond men min
of meer sceptisch tegenover het plan. Voor
al de financieele practijk van een dergelij
ke onderneming zou schier onoverkomelijke
moeilijkheden opleveren. Toch stond men
niet geheel afwijzend tegenover de zaak en
wenschte contact te zoeken met het stroo
verkoopbureau in Hoogezand.
Er is een commissie van drie afgevaar
digden naar Groningen geweest en het re
sultaat was, dat de heer eRinders zich be
reid verklaarde om in de Wieringermeer
een en ander nader toe te lichten.
Spr. heet dan vervolgens den heer Rein
ders hartelijk welkom en verklaart de ver
gadering voor geopend.
Rede van den heer Reinders.
Het woord is dan aan den heer Reinders,
die zegt, verheugd te zijn, dat er zooveel be
langstelling voor dit vraagstuk bestaat, ook
van de zijde van de Wieringermeerdirec-
tie. Spr. verklaart, dat de strooprijzen een
jaar geleden in Groningen en Dente zeer
slecht waren:.f 2.50, f2.75, soms f 3.
Men wilde bier „wat aan doen" en int
Groningen wanen er enkele boeren, die zich
afvroegen, wat er voor prijsverbetering ge
daan kon worden. Hoewel de coöperatieve
fabrieken over 1935-1936 in staat waren ge
middeld f 8.per 1000 Kg. uit te keeren,
volhardden de individueele (speculatieve)
fabrikanten bij het drukken der strooprij
zen. Hoe scheef de toestand was moge
blijken uit. het feit, dat de cooperators f32
per H.A. b ©somden en de „vrije boeren"
f 7.50, een verschil dus van gemiddeld f25!
Hieruit blijkt, dus wel, dat een prijsregeling
van het „vrije stroo" dringend noodig was.
Na uitvoerige besprekingen is het tenslot
te gelukt het. strooverkoopbureau tot stand
te brengen, dat 10 Juli 1936 zijn werkzaam
heden begon en waarvoor aanstonds
groote belangstelling bestond.
Van de boeren had zich immers een wan-
hoopsstemming meester gemaakt, zoodat
elk reëel middel om de prijzen te verbete
ren met graagte werd aangegrepen. De
druk der omstandigheden heeft het bureau
aanstonds een flinken stoot in opwaartsche
richting gegeven. De boeren zagen in, dat
alleen een gemeenschappelijk optreden uit
zicht op redding kon geven.
Thans zijn vijfduizend boeren met meer
dan 100 milliaen Kg. stroo bij het Groning-
sehe bureau aangesloten.
Het bureau nam de prijsverbetering als
volgt ter hand:
Teneinde de overtollige voorraad stroo,
die in de schuren aan verrotting was prijs
gegeven te spuien, werden groote hoeveel
heden tegen opruimingsprijzen naar het
buitenland verkocht welke afbraakprijzen
echter nog boven het bedrag lagen, dat de
stroocarton-fabrikanticn wenschten te be
steden. Aan het strooverkoopbureau was
het ook te danken, dat deze buitenland—
sclie transacties tot stand konden komen,
want de buitcnlandsche vertegenwoordigers
zouden niet de moeite genomen hebben om
individueele orders af te sluiten. Het zou
hun te veel tijd en geld gekost hebben.
Toen de boeren zagen, dat het S.V.B.
(Strooverkoopbureau) in dit opzicht, reeds
onmiddellijk succes bad, traden steeds meer
leden toe, waardoor dus ook het beschik
bare kwantum stroo toenam. De speculatie
ve stroocartonfabrikanten, die het. streven
van het S.V.B. met leede oogen aanzagen,
en het zooveel mogelijk trachtten tegien te
werken, komlen tenslotte het st.roo van bet
S.V.B. niet. meer ontberen. Volledigheids
halve zij hier vermeld, dat liet hier ging
om den verkoop van het z.g. „vrije stroo",
dus al het stroo, dat. niet aan de Coop. fa
brieken werd geleverd.
De fabrikanten, die aanvankelijk den
prijs van f 5.per 1000 Kg. veel te boog
hadden geacht, moesten deze noteering nu
wel accepteeren, ja het bureau zag kans de
prijzen nog meer op te werken tot. f 11, f 12
op het moment.
Zoolang de boeren dus niet ver-
eenigd waren, konden de stroocarton
fabrikanten den prijs dicteeren. De
boeren waren toen dus mede schuld
aan de prijzenafbraak. Het is spr.'s
overtuiging, dat, ware het S.V.B.
eerder opgericht, de strooprijzen
nooit zoo laag geworden zouden zijn.
Anderzijds waren de boeren nooit
zoo gauw geneigd geweest 't S.V.B.
te steunen, indien de prijzen niet zoo
slecht waren geworden.
Twee derde van liet. totale kwantum stroo
van het S.V.B., een kwantum van pl.m. 60
millioen Kg. is met. behulp van den handel
geëxporteerd en het is alleen daaraan toe
te schrijven, dat de stroocartonfabrikan'en
tot rede werden gebracht en gedeeltelijk be
reid bleken, overeenkomsten met het S.V.B.
af te sluiten.
Toch heeft men ook op andere wijze den
wind eenigszins in de zeilen gehad. In het
begin van 1937 kondigde het S.V.B. reeds
aan, dat de groote export van stroo, alsmede
een viertal andere factoren een verderen
prijsopbouw zouden mogelijk maken. Deze
factoren waren: le boogere cartonprijzen, 2e
opheffing van de cartonindustriebeperking,
3e hoogere prijzen van hout en cellulose en
4e uitbreiding van de aardappelencultuur,
met als gevolg geringer graan verbouw en
strooproductie.
Met de coop. stroocartonfabrieken leefde
men al aanstonds in goede verstandhouding
omdat, zij in het S.V.B. een lichaam zagen
dat hetzelfde streven had als deze coopera
tors, n.1. den boer een goeden prijs te betalen
voor het door hem verbouwde stroo.
Aan de hand van deze bereikte re
sultaten wees spreker den aanwezi
gen er met klem op, dat ook voor
de Wieringermeer de eenige oplos
sing van het stroovraagstuk gelegen
Is in de oprichting van een stroo
verkoopbureau.
Het Groninger S.V.B. heeft zijn invloed
reeds uitgestrekt tot in Overijssel, waar zoo
juist de Noord Westhoek is toegetreden. De
mogelijkheid, dat ook de Wieringermeer een
onderafdeeling van het Groninger bureau
zou kunnen worden, achtte spr. niet aanwe
zig, omdat men daar dan te veel hooi op de
vork zou nemen. Het lijkt mij dus het beste,
aldus spr., dat Wieringermeer en omstreken
besluiten een eigen strooverkoopbureau te
stichten, waarbij men tracht zoo groot mo
gelijke deelname le krijgen, want alleen met
groote hoeveelheden stroo, zijn resultaten
te bereiken. Spr. hoopt, dat op den duur
ook in Zeeland en West-Brabant zulke
strooverkoopbureau?* zullen worden opge
richt, zoodat men op den duur op federatie
ven grondslag samen zal kunnen werken
Toch moet men ook weer geen misbruik
maken van zijn machtspositie, omdat- an
ders het. wapen zich tegen onszelf richt: op
het oogenblik is men er in Groningen zelfs
huiverig voor. dat de fabrikanten stroo uit
Limburg en Brabant gaan betrekken!
Spr. wees er nog op. mede in verband
met de moeilijkheden, die te dien aanzien
in de Wieringermeer bestaan, dat, men in
Groningen onderscheid maakt, tusschon bui
tenstroo'en binnenstroo, waarhij voor liet
laatste bewaarloon wordt gegeven. Het prijs
verschil tusschon buiten- en binnenstroo
wordt procentuaal vastgesteld, al naar de
beschikbaarheidsverhouding. Op het oogen
blik beeft men in Groningen en Drente bijna
al het buitenstroo verkocht, omdat dit. het
meest gevaarlijke aan bederf onderhevige
artikels. Het bi mienes troo bewaart men nog
wat, mode om de buitenstrooprijzen niet te
zeer te drukken.
Tenslotte zoekt het. S.V.B. ook contact met
regeeringsorganen, omdat het niet denk
beeldig is, dat de regeering zich in de toe
komst ook voor dezen tak van het land
bouwbedrijf zal gaan interesseeren en met
name stappen kan doen om de buitenland
sche concurrentie tegen te gaan.
Bij het Groninger S.V.B. maakt men geen
prijsonderscheid in dé verschillende stroo-
soorten. Door het stroo nog in kwaliteiten
onder te verdeden, zou men slechts verwar
ring stichten, daarmeclé de eenheid van op
treden verbreken en tenslotte de zaak meer
kwaad dan goed doen.
Spr. hoopt dan ook, dat, wanneer men in
de Wieringermeer tot een strooverkoop
bureau zal besluiten, men niet over zulke
kleinigheden zal gaan kibbelen. Tenslotte
vertelde spreker nog een en ander over de
organisatie van het S.V.B.
Discussie.
Na deze uiteenzetting van den heer Rein
ders, waaraan de vergadering met luid
applaus haar bijval betuigt, heeft een uit
voerige gedachtenwisseling plaats
De heer Breebaart vraagt, hoe de heer
Reinders denkt over de oprichting van een
Een eeuwige strijd met de na
tuur. Wie weet hoe 100 jaar
geleden een bloemkool er uit
zag!
Een uiterst bekwaam en ervaren
tuinder vond op z'n koolveld één
exemplaar van buitengewone groot
te en kwaliteit. Van deze kool, zoo
besloot hij, zal ik zaad winnen; de
tuinbouwwcreld zal paf staan van
zoo'n schitterende aanwinst. Van de
mooie kool won deze tuinder en
kele grammen zaad.
De bloemkool werd, naar alle bekende
eischen opgekweekt, apart gezet (te midden
,van een andere soort) op 't. zelfde veld.
De uitkomst was in één woord misera
bel. Slechtere bloemkool, dan van deze
mooie kool gewonnen, had de bewuste
kweeker nooit, geteeld.
Wat is, aldus „De Tuinderij", dé oorzaak
.Van deze teleurstellende uitkomst?
De alleen staande bloeiende bloemkool
onderging alle invloeden tijdens de bestui
ving, door bijen en andere insecten teweeg
gebracht. M.a.w. de diertjes en ook de wind,
welke de kruisbestuiving bewerkstelligen,
„bevlogen" alle mogelijke soorten in bloei
staande bloemkool- en kruisbloemigc on
kruid-soorten. en brachten telkens weer
overmatig vreemd stuifmeel aan op de eene
plant. De kans dus om een ongewilde krui
sing te krijgen van duizenden gewone, mid
delmatige of slechte soorten, stond hier aan
de andere zijde tegenover één.
Het is practisch en wetenschap
pelijk gesteld uitgesloten, dat een
alleenstaande (of enkele) bloeier
van een koolgewas de soort zal ver
beteren. Het tegendeel is waarl
Daarom gaat men in de practijk
nooit uit van een enkeling, maar
van de massa; d.w.z. een koolgewas
van een bepaalde soort wordt, met
inachtneming van de gewenschte
afstanden van andere soorten, steeds
met duizenden exemplaren tegelijk
voor zaad gewonnen.
Er heeft dan een ruime en rijke kruisbe
stuiving plaats, onderling van aile exempla
ren, waarvan men bij voorkeur, na ernstige
selectie, vaststelt, dat ze goed zijn, d.w.z.
beantwoorden aan eischen van ras-echtheid,
goed gevormd en gezond.
Het kweeken van bloenrkoolzaad voor den
handel vereischt groote deskundigheid,
meer als waarover een doorsnee tuinder
beschikt.
Een der factoren, welke dus de uit
komst van de bloemkoolteelt beinvloeden, is
dus de afkomst van het zaad. De kwee
ker, die zich waagt aan een nieuw soort,
dient zich, zoo ver mogelijk, te overtuigen,
dat hij ook wérkelijk wat goeds gaat uit
zaaien. We baasten ons om hieraan direct
toe te voegen, dat metterdaad, in den loop
der laatste jaren, enkele heel goede soorten
in den handel zijn gebracht; tevens zij op
gemerkt, dat wel degelijk betrouwbare zaad
kweekers in dit opzicht het belang van den
tuinbouw hebben gediend.
Het terugloopen der soorten.
In de bloemkoolteelt kennen we in bij
zondere mate het z.g.n. „terugloopen" der
soorten. Soorten, die voor 10—20 jaar de
bloemkoolteelt beheerschten, zijn nu geheel
of gedeeltelijk verdwenen.
Als we 't goed zien, dan dreigen meerdere
bekende soorten verdrongen te worden dooi
de nieuwere en sterkere rassen, thans meer
en meer op den voorgrond tredend.
De oorzaak van de verzwakking
der soort.
Bloemkool lijdt in sterke mate aan
degenereerende invloeden. Hoe komt
dat, vraagt ge allicht? Naar onze op
vatting schuilt de oorzaak allereerst
in het feit, dat de bloemkool een
kruisbestuiver is. „Vreemd" stuif
meel moet met den stempel van de
bloem in aanraking komen, wil een
goede bevruchting plaats hebben.
De kans, dat dus in één soort allerlei af
wijkingen optreden, is o.i. groot. Wanneer
een soort bij het oogsten een groot percenta
ge afwijkende eigenschappen vertoont, dan
is hiervan de oorzaak te vinden (let wel, in
sommige gevallen) bij de onbekende facto
ren, welke bij de bestuiving hun invloed
deden gelden.
Nauwkeurige selectie van de zaadwinners
op liet veld, vóór ze bloeien, is gebiedende
cisc.h om „zuiver" te blijven, maar welke
factoren er werken tijdens den bloei (afge
zien nog van weersomstandigheden) valt
niet te zeggen, valt evenmin te controleercn.
De soort, gaat achteruit, zegt men dan in
de practijk: de soort verzwakt, men oogst
te veel afwijkend goed, scheef, los, schiftig,
geel, enz.
Is het ook mogelijk, dat gunstige invloe
den de soort kwalitatief beïnvloeden?
Naar ons inzicht is dat uitgeslo
ten, daar de natuur steeds weer te
ruggrijpt naar den oorspronkelijken
toestand of vorm.
Onze bloemkool is een veredeld product.
Wie weet hoe 100 jaar geleden een bloem
kool er uitzag!
Het beste uit het beste is steeds weer
uitgeselecteerd; nieuwe soorten zijn gevon
den of langs kunstmatige weg vermenigvul
digd. Maar altijd nog zit het oorspronkelijke
bloed van het in 't wild groeiend gewas er
in.
Altoos weer ontmoet men bij het oogsten
exemplaren, welke hun eerste afkomst ver
raden. Altijd weer moet de zaadkweeker op
letten en uitzoeken, dat. het terugloopende
element er uit gaat. Zoo niet, dan was on
ze geheele mooie bloemkoolteelt practisch
ten doode opgeschreven.
coöperatieve stroocarton fabriek in dit ge
west.
De heer Reinders antwoordt, dat na de op
heffing van de productiebeperking in de
cartonindustrie, men voortdurend tracht de
productie te verhoogen, omdat er groote
vraag is naar carton, waardoor de markt
positie van het stroo dus zeer gunstig is.
De heer Reinders gelooft i.v.b. hiermede wel,
dat, wanneer deze toestand aanhoudt, een
stroocartönfabriek gunstige resultaten zou
kunnen afwerpen, temeer, daar de machine
leveranciers verschillende faciliteiten ver-
leenen.
Spr. heeft van den heer Luth gehoord, dat
de Wieringermeer ongeveer een 8000 hectare
stroo-opbrengst, zal hebben. Bij verwerking
in een stroocartonfabriek zou bij de huidige
omstandigheden wel een gemiddelde prijs
van f25.per H.A. gemaakt, kunnen wor
den. Maar voor het stichten van een
nieuwe fabriek is de vergunning der over
heid noodig, die deze geeft na overleg met
de Vereeniging van Stroocartonfabrikanten
Eerlang zou misschien een dergelijke ver
gunning wel te verkrijgen zijn. Spreker wil
hier op het oogenblik niet meer van zeggen.
Er blijkt echter bij de vergadering weinig
animo voor een coöperatieve stroocartonfa
briek te bestaan en de verdere discussies
gaan vrijwel uitsluitend over de mogelijk
heid van een strooverkoopbureau.
De kwestie van buitenstroo en binnen
stroo worelt door den heer Bruins ter tafel
gebracht. Spr. zegt, dat men hem heeft ge
vraagd of hier geen onoverkomelijke, bezwa
ren zijn vanwege de overgroote hoeveelheid
buitenstroo, die niet spoedig verwerkt zal
kunnen worden. Is hiervoor een oplossing?
De heer Reinders antwoordt, dat. het bui
tenstroo met of zonder S.V.B. altijd een
handicap is. Noodig is een doelmatige sa
menstelling der mijten, waarvoor spr. en
kele technische bijzonderheden geeft. Het
beste is liet over te gaan tot het bouwen
van goedkoope kapschuren op groote schaal
(levendige bijval).
De heer Verbrugge vraagt of de oprich
ting van een S.V.B. niet kan mislukken
doordat te weinig boeren toetreden; wat is
het minimum aantal kilo's waarmee wat te
bereiken valt? Aan welke eischen moet
voorts de leiding voldoen, deze moet toch
wel „gewiekst'* zijn, meent de heer Ver-
brugge.
De heer Reinders noemt m zijn antwoord
geen bepaald minimum aantal kilo's, ver
klaart evenwel, dat alleen een groot aantal
leden tot het gewenscht resultaat kan lei
den. Wat de leiding betreft, kan spr. mee-
deelen dat deze in Groningen bestaat uit
25 vertrouwensmannen, die op de algemee-
ne vergadering worden gekozen. Drie per
sonen vormen het dagelijksch bestuur, dat
alle transacties afsluit.
De heer Pijper vraagt of het ook niet
van belang is om de strooboeren van Anna
Paulowna, Waard en Groet, in deze zaak
te betrekken.
De voorzitter antwoordt, dat zulks nog
bekeken kan worden, als er meer defini
tief vaststaat.
De heer de Graaf oppert de mogelijkheid,
dat Wieringermeer een onder afdeeling
wordt van het Groninger S.V.B.
De heer Reinders acht het alleen moge
lijk een zelfstandig bureau te stichten, maar
samenwerking in federatief verbond acht
spr. niet alleen wenschelijk maar ook noo
dig. Tezamen kan men met eventueel nog
elders in het land oj) te richten S.V.B.'s,
prijsregelende afspraken maken, maar al
les vanuit Groningen te regelen acht spr.
te bezwaarlijk.
De voorzitter stelt dan de vraag, wie in
principe vóór de stichting van een S.V.B.
is.
Alle aanwezigen ten getale van 70 man
blijken het met dit voorstel eens te zijn.
Uit de vergadering wordt een commissie
benoemd om de mogelijkheid tot oprichting
van een strooverkoopbureau in de Wierin
germeer te onderzoeken. Deze commissie
bestaat uit de heeren Bruins, Oosterbrug,
Verbrugge, Woldering en Breebaart.
De voorziter verklaart nog, dat het. hier
alleen maar gaat om de hoofden eens bij
elkaar te steken en al komt men nog niet
eens tot de oprichting van een S.V.B., dan
valt er wellicht op deze wijze toch nog
wat te bereiken.
De heer Bruins stelt nog voor, dat alle
aanwezigen in eigen kring propaganda voor
het groote doel zullen maken.
De voorz. sluit hierna onder dankzegging
de vergadering.
Zitting van Vrijdag 2 Juli.
Schagen.
HIJ BRENGT DE KUNST AAN HET VOLK
EN UIT DANKBAARHEID GAAT
HIJ DE NOR IN.
De heer Willem K. te Den Helder schijnt
als monteur niet al té best geslaagd te zijn
en nam toen zijn toevlucht tot de harmo
nica om zich aldus een bescheiden bestaan
te verschaffen. Nu is het bekend, dat kunst
in dozen vorm niet bijzonder wordt aan-
moedigd en nagenoeg alle gemeenten in
het arrondissement hebben dienaangaande
straf opleggende verordeningen. Natuurlijk
ook de gemeente Schagcn en toen nu de
musicus met zijn welluidend instrument
aldaar verscheen, bleek hem dat aan Wil
lem K. niet was geoorloofd, wat misschien
aan Willem Mengelberg zou zijn toegestaan.
I-lij werd dus op den bon geplant en stond
heden als de bekende V. D. Louis voor den
Kantonrechter, gracieus begeleid door een
rijksveldwachter, die hem uit zijn logies
„de Houten Lepel", alwaar hij thans wegens
musicale uitspattingen logeert, had gehaald
ten einde hem deze extra luchtkuren te
verschaffen. Willem, overigens 'n leuke
snijboon die het mooie leven niet te zwaar
opneemt, gaf natuurlijk het feit volmondig
toe en zuchtte, deswege vermaand en ge
waarschuwd, dat hij van den wind niet kon
leven. Dat kan alleen de orgeltrapper of de
molenaar. Hem werd opgelegd 3 gulden boe
te niet niet dc minste kans op voldoening
aangezien hij deze straf wel in 3 plaats
vervangende hechtenisdagen zal verdiscon-
teeren.
Zuid-Scharwoude.
DE „DOLLE STIER" WAS VOLKOMEN
GETEMD.
Zooals we weten, stond de tuin en land
arbeider annex kropsla planter en diepspit-
ter Gerard R. uit Zuidscharwoude de vorige
week met de ezelsmuts op, wegens zijn ge-
gcwelddadig optreden in de Roode Leeuw
te Schoor! tijdens een soiréc dansante en
gaf zijn verdediging motief om de zaak aan
te houden en Verbalisant Beek te hooren,
mits, zooals de kantonrechter wijselijk be
dong, rneener J. achterwege liet
om 3 stoelen om te smijten en een ruit te
breken. Gezegde heer J. verscheen aldus
lieden opnieuw weer ten tooneele doch zijn
entree de Salon gaf geen reden om hem uit
de zaal te gooien, overigens werd geen an
der nieuws naar voren gebracht, dan het
feit dat hij dien avond als een dolle stier
bet lokaal was binnengerend en alleen niet
in het schuurtje was gedeponeerd, omdat
de eenige beschikbare cel in Schoorl dien
nacht was bezet door een anderen opstan
dige. Opgelegd werd f 10 boete of 10 dagen.
Sc h a g e n.
EEN CHAUFFEUR, DIE OOK ALS
LEERAAR AAN DE VAKSCHOOL
NIET IN AANMERKING KOMT.
'n Betrekkelijk kleine onhandigheid kan
soms in het rij wegverkeer nog groote ma-
terieele schade veroorzaken. Dat ondervond
op 5 Mei de Smid R. uit H.H.Waard, die,
na behoorlijk zijn linker richtingaanwijzer
te hebben uitgestoken naar links uitweek
teneinde met een bocht rechts het erf van
C. Tuinman op te rijden, door een achterlig
ger, bestuur door den chauffeur A. M. Pelt,
werd getorpedeerd en aan zijn wagen f 56
schade bekwam. De onattente chauffeur
verscheen voor hetaanschijn van de kanton
rechter praatte als wijlen Coccadorus en
werd tot 10 gulden boete of 6 dagen veroor
deeld terwijl de verzekering de schade
wel verder zal uitkienen»
Noord-Scharwoude.
IN DE KAASRESIDENTIE MOET JE OP
JE TELLEN PASSEN.
De rijwielhersteller Jan H. uit Noordschar
woude motorde op 21 Juni genoeglijk te
Allernaar op den Kennemerstraatweg, on
bewust dat twee gcuniformde speurduivels
Webster en v. d. Brink, hem beloerden en
constateerde, dat het achtemummer en licht
onvoldoende zichtbaar waren. Hun verdere
bemoeiiengèn hadden tot oorzaak, dat heden
aan H. f 1 of 1 dag werd opgelegd.
Hee r-H ugowaard.
DE EEUWIGE MOTORLEERLING WEER
IN 'T GEDRANG
De 20-jarige Blauwreiger poldertoerist
doet wanhopige pogingen om de besturing
van een DeKaWeetje machtig te worden en
is natuurlijk niet in het bezit van een rij
bewijs, waarvan hij nu al voor de 2e maal
in Alkmaar werd te grazen genomen. Thans
werd hij opnieuw weer veroordeeld, nu tot
f 5 boete of 5 dagegn en hem den raad
gegeven het Humalnja gebergte als oefen
terrein teb ezigen. Daar huizen nog geen
lat kippen om je op den bon te slingeren.
LANGENDÏJK
HET GEMEENSCHAPPELIJK BOUW- EN
WONINGTOEZICHT
Vanwege de afdeeling Noord-Holland van
de Vereeniging van Ned. Gemeenten is in
dertijd een vergadering gehouden met een
14-tal gemeentebesturen, ten einde de wen-
schelijkheid van samenwerking op het ge
bied van het Bouw- en Woningtoezicht on
der het oog te zien.
Uit de beslissingen, door de ge
meenteraden te dezer zake geno
men, is wel gebleken, dat de ani
mo voor die samenwerking niet
bijster groot is, zoodat het niet on
mogelijk moet worden geacht, dat,
zonder pressie van hoogerhand, er
van deze samenwerking, althans
van alle 14 gemeenten, wel niets
zal komen.
Immers, tot samenwerking waren al vast
4 gemeenten niet bereid n.1. St„ Pancras,
Hensbroek, Ursem en Obdam. Voorstellen
tot medewerking zijn te venvachten van Ha
renkarspel, Warmenhuizen en Koedijk,
Oterleek en Heerliugowaard gaan met ac-
coord met een voorgestelde regeling. In
Oude Niedorp staakten de stemmen. De
gemeentebesturen van Langendijk hebben
nog geen definitieve beslissing genomen.
Er zal nu nog een vergadering worden ge
houden waar deze laatste gemeentebestu
ren hun bezwaren naar voren zullen bren
gen.
Geen minimumprijzen meer voor
aardappels.
Wc vernemien. dat na 15 Juli geen mi
nimumprijs meer voor de aardappelen zal
worden vastgestel en dat. de regeering geen
aardappels meer tegen een minimumprijs
zal afnemen. De handel zal dan dus geheel
vrij zijn.
Maximumprijzen voor Duitschland
Bij de laatste vaststelling van de maxi
mumprijzen ten aanzien van naar Duitsch
land te exporteeren producten met recht
van betaling over de clearing werd die voor
roode kool op f 7 gesteld, gele op f 7 en
witte op f 3.50. De maximumprijzen voor
bospeon zijn f 10, tuinboonen f 10, zilver
uien f 12. tomaten f 33.
Hongarije mag groenten in Duitsch
land invoeren.
Tusschen de betrokken instanties van
Duitschland en Hongarije is een overeen
komst tot stand gekomen, volgens welke
Hongarije voor een bedrag van R.M
.000000 aan groenten z fruit in Duitschland
mag invoeren.
Be'iffië stelt, minimumprijs voor aardappels
Ook in België heeft men een minimum--
prijs voor vroege aardappelen vastgesteld
Men heeft dezen bepaald op 60 francs of
3.60