nieuwe koolsoorten Het stroovraagstuk in ons Noorderkwartier Wieringermeer Het kweeken van te Alkmaar. Maandag 5 Juli 1937 Tweede blad De Groninger instelling als voorbeeld. Mogelijkheid voor een stroover- verkoopbureau in de Wieringer meer wordt onderzocht. Voorloopig komt er geen strokar tonfabriek in Holland's Noorder kwartier, maar een commissie van vijf leden, gekozen uit de drie Cen trale Landbouworganisaties, zal de mogelijkheid onderzoeken voor de stichting van een strooverkoopbu- reau, zooals dat reeds in Gronin gen bestaat. Dat was het resultaat van de vergade ring der drie Centrale Landbouworganisa ties Zaterdagavond in Hotel Smit te Mid denmeet*, waar de heer U. D. Reinders, di recteur van het Strooverkoopbureau te Hoo- gezand, het vraagstuk van den gezamcnlij- •ken strooverkoop in Holland's Noorderkwar tier kwam toelichten. In ons blad van Za terdag behandelden wij al in het. kort dit brandende probleem, dat de landbouwers in de Wieringermeer reeds langen tijd kwelt. De bijeenkomst, waarvoor uit den aard der zaak groote belangstelling bestond, en waar behalve enkele heeren der Wieringer- meerdirectie, leden aanwezig waren van de Holl. Mij. van Landbouw, Chr. Bocrcn- en Tuindersbond en den Land- en Tuin- bouwbond, werd geopend door den heer P. G. Luth, voorzitter van de Ilollandsche Mij. voor Landbouw. Spr .zette in het kort de bedoeling der vergadering uiteen: de geza menlijke strooverkoop. Op initiatief van den heer Bruins heeft men dez zaak in de besturen der organisa ties besproken. Men heeft, zich afgevraagd of een gemeenschappelijke strooverkoop, zooals in Groningen en Drente, hier ook mogelijk zou zijn. De meeningen liepen nogal uiteen, ook al door de verschillende geaardheid der be volking. In het algemeen stond men min of meer sceptisch tegenover het plan. Voor al de financieele practijk van een dergelij ke onderneming zou schier onoverkomelijke moeilijkheden opleveren. Toch stond men niet geheel afwijzend tegenover de zaak en wenschte contact te zoeken met het stroo verkoopbureau in Hoogezand. Er is een commissie van drie afgevaar digden naar Groningen geweest en het re sultaat was, dat de heer eRinders zich be reid verklaarde om in de Wieringermeer een en ander nader toe te lichten. Spr. heet dan vervolgens den heer Rein ders hartelijk welkom en verklaart de ver gadering voor geopend. Rede van den heer Reinders. Het woord is dan aan den heer Reinders, die zegt, verheugd te zijn, dat er zooveel be langstelling voor dit vraagstuk bestaat, ook van de zijde van de Wieringermeerdirec- tie. Spr. verklaart, dat de strooprijzen een jaar geleden in Groningen en Dente zeer slecht waren:.f 2.50, f2.75, soms f 3. Men wilde bier „wat aan doen" en int Groningen wanen er enkele boeren, die zich afvroegen, wat er voor prijsverbetering ge daan kon worden. Hoewel de coöperatieve fabrieken over 1935-1936 in staat waren ge middeld f 8.per 1000 Kg. uit te keeren, volhardden de individueele (speculatieve) fabrikanten bij het drukken der strooprij zen. Hoe scheef de toestand was moge blijken uit. het feit, dat de cooperators f32 per H.A. b ©somden en de „vrije boeren" f 7.50, een verschil dus van gemiddeld f25! Hieruit blijkt, dus wel, dat een prijsregeling van het „vrije stroo" dringend noodig was. Na uitvoerige besprekingen is het tenslot te gelukt het. strooverkoopbureau tot stand te brengen, dat 10 Juli 1936 zijn werkzaam heden begon en waarvoor aanstonds groote belangstelling bestond. Van de boeren had zich immers een wan- hoopsstemming meester gemaakt, zoodat elk reëel middel om de prijzen te verbete ren met graagte werd aangegrepen. De druk der omstandigheden heeft het bureau aanstonds een flinken stoot in opwaartsche richting gegeven. De boeren zagen in, dat alleen een gemeenschappelijk optreden uit zicht op redding kon geven. Thans zijn vijfduizend boeren met meer dan 100 milliaen Kg. stroo bij het Groning- sehe bureau aangesloten. Het bureau nam de prijsverbetering als volgt ter hand: Teneinde de overtollige voorraad stroo, die in de schuren aan verrotting was prijs gegeven te spuien, werden groote hoeveel heden tegen opruimingsprijzen naar het buitenland verkocht welke afbraakprijzen echter nog boven het bedrag lagen, dat de stroocarton-fabrikanticn wenschten te be steden. Aan het strooverkoopbureau was het ook te danken, dat deze buitenland— sclie transacties tot stand konden komen, want de buitcnlandsche vertegenwoordigers zouden niet de moeite genomen hebben om individueele orders af te sluiten. Het zou hun te veel tijd en geld gekost hebben. Toen de boeren zagen, dat het S.V.B. (Strooverkoopbureau) in dit opzicht, reeds onmiddellijk succes bad, traden steeds meer leden toe, waardoor dus ook het beschik bare kwantum stroo toenam. De speculatie ve stroocartonfabrikanten, die het. streven van het S.V.B. met leede oogen aanzagen, en het zooveel mogelijk trachtten tegien te werken, komlen tenslotte het st.roo van bet S.V.B. niet. meer ontberen. Volledigheids halve zij hier vermeld, dat liet hier ging om den verkoop van het z.g. „vrije stroo", dus al het stroo, dat. niet aan de Coop. fa brieken werd geleverd. De fabrikanten, die aanvankelijk den prijs van f 5.per 1000 Kg. veel te boog hadden geacht, moesten deze noteering nu wel accepteeren, ja het bureau zag kans de prijzen nog meer op te werken tot. f 11, f 12 op het moment. Zoolang de boeren dus niet ver- eenigd waren, konden de stroocarton fabrikanten den prijs dicteeren. De boeren waren toen dus mede schuld aan de prijzenafbraak. Het is spr.'s overtuiging, dat, ware het S.V.B. eerder opgericht, de strooprijzen nooit zoo laag geworden zouden zijn. Anderzijds waren de boeren nooit zoo gauw geneigd geweest 't S.V.B. te steunen, indien de prijzen niet zoo slecht waren geworden. Twee derde van liet. totale kwantum stroo van het S.V.B., een kwantum van pl.m. 60 millioen Kg. is met. behulp van den handel geëxporteerd en het is alleen daaraan toe te schrijven, dat de stroocartonfabrikan'en tot rede werden gebracht en gedeeltelijk be reid bleken, overeenkomsten met het S.V.B. af te sluiten. Toch heeft men ook op andere wijze den wind eenigszins in de zeilen gehad. In het begin van 1937 kondigde het S.V.B. reeds aan, dat de groote export van stroo, alsmede een viertal andere factoren een verderen prijsopbouw zouden mogelijk maken. Deze factoren waren: le boogere cartonprijzen, 2e opheffing van de cartonindustriebeperking, 3e hoogere prijzen van hout en cellulose en 4e uitbreiding van de aardappelencultuur, met als gevolg geringer graan verbouw en strooproductie. Met de coop. stroocartonfabrieken leefde men al aanstonds in goede verstandhouding omdat, zij in het S.V.B. een lichaam zagen dat hetzelfde streven had als deze coopera tors, n.1. den boer een goeden prijs te betalen voor het door hem verbouwde stroo. Aan de hand van deze bereikte re sultaten wees spreker den aanwezi gen er met klem op, dat ook voor de Wieringermeer de eenige oplos sing van het stroovraagstuk gelegen Is in de oprichting van een stroo verkoopbureau. Het Groninger S.V.B. heeft zijn invloed reeds uitgestrekt tot in Overijssel, waar zoo juist de Noord Westhoek is toegetreden. De mogelijkheid, dat ook de Wieringermeer een onderafdeeling van het Groninger bureau zou kunnen worden, achtte spr. niet aanwe zig, omdat men daar dan te veel hooi op de vork zou nemen. Het lijkt mij dus het beste, aldus spr., dat Wieringermeer en omstreken besluiten een eigen strooverkoopbureau te stichten, waarbij men tracht zoo groot mo gelijke deelname le krijgen, want alleen met groote hoeveelheden stroo, zijn resultaten te bereiken. Spr. hoopt, dat op den duur ook in Zeeland en West-Brabant zulke strooverkoopbureau?* zullen worden opge richt, zoodat men op den duur op federatie ven grondslag samen zal kunnen werken Toch moet men ook weer geen misbruik maken van zijn machtspositie, omdat- an ders het. wapen zich tegen onszelf richt: op het oogenblik is men er in Groningen zelfs huiverig voor. dat de fabrikanten stroo uit Limburg en Brabant gaan betrekken! Spr. wees er nog op. mede in verband met de moeilijkheden, die te dien aanzien in de Wieringermeer bestaan, dat, men in Groningen onderscheid maakt, tusschon bui tenstroo'en binnenstroo, waarhij voor liet laatste bewaarloon wordt gegeven. Het prijs verschil tusschon buiten- en binnenstroo wordt procentuaal vastgesteld, al naar de beschikbaarheidsverhouding. Op het oogen blik beeft men in Groningen en Drente bijna al het buitenstroo verkocht, omdat dit. het meest gevaarlijke aan bederf onderhevige artikels. Het bi mienes troo bewaart men nog wat, mode om de buitenstrooprijzen niet te zeer te drukken. Tenslotte zoekt het. S.V.B. ook contact met regeeringsorganen, omdat het niet denk beeldig is, dat de regeering zich in de toe komst ook voor dezen tak van het land bouwbedrijf zal gaan interesseeren en met name stappen kan doen om de buitenland sche concurrentie tegen te gaan. Bij het Groninger S.V.B. maakt men geen prijsonderscheid in dé verschillende stroo- soorten. Door het stroo nog in kwaliteiten onder te verdeden, zou men slechts verwar ring stichten, daarmeclé de eenheid van op treden verbreken en tenslotte de zaak meer kwaad dan goed doen. Spr. hoopt dan ook, dat, wanneer men in de Wieringermeer tot een strooverkoop bureau zal besluiten, men niet over zulke kleinigheden zal gaan kibbelen. Tenslotte vertelde spreker nog een en ander over de organisatie van het S.V.B. Discussie. Na deze uiteenzetting van den heer Rein ders, waaraan de vergadering met luid applaus haar bijval betuigt, heeft een uit voerige gedachtenwisseling plaats De heer Breebaart vraagt, hoe de heer Reinders denkt over de oprichting van een Een eeuwige strijd met de na tuur. Wie weet hoe 100 jaar geleden een bloemkool er uit zag! Een uiterst bekwaam en ervaren tuinder vond op z'n koolveld één exemplaar van buitengewone groot te en kwaliteit. Van deze kool, zoo besloot hij, zal ik zaad winnen; de tuinbouwwcreld zal paf staan van zoo'n schitterende aanwinst. Van de mooie kool won deze tuinder en kele grammen zaad. De bloemkool werd, naar alle bekende eischen opgekweekt, apart gezet (te midden ,van een andere soort) op 't. zelfde veld. De uitkomst was in één woord misera bel. Slechtere bloemkool, dan van deze mooie kool gewonnen, had de bewuste kweeker nooit, geteeld. Wat is, aldus „De Tuinderij", dé oorzaak .Van deze teleurstellende uitkomst? De alleen staande bloeiende bloemkool onderging alle invloeden tijdens de bestui ving, door bijen en andere insecten teweeg gebracht. M.a.w. de diertjes en ook de wind, welke de kruisbestuiving bewerkstelligen, „bevlogen" alle mogelijke soorten in bloei staande bloemkool- en kruisbloemigc on kruid-soorten. en brachten telkens weer overmatig vreemd stuifmeel aan op de eene plant. De kans dus om een ongewilde krui sing te krijgen van duizenden gewone, mid delmatige of slechte soorten, stond hier aan de andere zijde tegenover één. Het is practisch en wetenschap pelijk gesteld uitgesloten, dat een alleenstaande (of enkele) bloeier van een koolgewas de soort zal ver beteren. Het tegendeel is waarl Daarom gaat men in de practijk nooit uit van een enkeling, maar van de massa; d.w.z. een koolgewas van een bepaalde soort wordt, met inachtneming van de gewenschte afstanden van andere soorten, steeds met duizenden exemplaren tegelijk voor zaad gewonnen. Er heeft dan een ruime en rijke kruisbe stuiving plaats, onderling van aile exempla ren, waarvan men bij voorkeur, na ernstige selectie, vaststelt, dat ze goed zijn, d.w.z. beantwoorden aan eischen van ras-echtheid, goed gevormd en gezond. Het kweeken van bloenrkoolzaad voor den handel vereischt groote deskundigheid, meer als waarover een doorsnee tuinder beschikt. Een der factoren, welke dus de uit komst van de bloemkoolteelt beinvloeden, is dus de afkomst van het zaad. De kwee ker, die zich waagt aan een nieuw soort, dient zich, zoo ver mogelijk, te overtuigen, dat hij ook wérkelijk wat goeds gaat uit zaaien. We baasten ons om hieraan direct toe te voegen, dat metterdaad, in den loop der laatste jaren, enkele heel goede soorten in den handel zijn gebracht; tevens zij op gemerkt, dat wel degelijk betrouwbare zaad kweekers in dit opzicht het belang van den tuinbouw hebben gediend. Het terugloopen der soorten. In de bloemkoolteelt kennen we in bij zondere mate het z.g.n. „terugloopen" der soorten. Soorten, die voor 10—20 jaar de bloemkoolteelt beheerschten, zijn nu geheel of gedeeltelijk verdwenen. Als we 't goed zien, dan dreigen meerdere bekende soorten verdrongen te worden dooi de nieuwere en sterkere rassen, thans meer en meer op den voorgrond tredend. De oorzaak van de verzwakking der soort. Bloemkool lijdt in sterke mate aan degenereerende invloeden. Hoe komt dat, vraagt ge allicht? Naar onze op vatting schuilt de oorzaak allereerst in het feit, dat de bloemkool een kruisbestuiver is. „Vreemd" stuif meel moet met den stempel van de bloem in aanraking komen, wil een goede bevruchting plaats hebben. De kans, dat dus in één soort allerlei af wijkingen optreden, is o.i. groot. Wanneer een soort bij het oogsten een groot percenta ge afwijkende eigenschappen vertoont, dan is hiervan de oorzaak te vinden (let wel, in sommige gevallen) bij de onbekende facto ren, welke bij de bestuiving hun invloed deden gelden. Nauwkeurige selectie van de zaadwinners op liet veld, vóór ze bloeien, is gebiedende cisc.h om „zuiver" te blijven, maar welke factoren er werken tijdens den bloei (afge zien nog van weersomstandigheden) valt niet te zeggen, valt evenmin te controleercn. De soort, gaat achteruit, zegt men dan in de practijk: de soort verzwakt, men oogst te veel afwijkend goed, scheef, los, schiftig, geel, enz. Is het ook mogelijk, dat gunstige invloe den de soort kwalitatief beïnvloeden? Naar ons inzicht is dat uitgeslo ten, daar de natuur steeds weer te ruggrijpt naar den oorspronkelijken toestand of vorm. Onze bloemkool is een veredeld product. Wie weet hoe 100 jaar geleden een bloem kool er uitzag! Het beste uit het beste is steeds weer uitgeselecteerd; nieuwe soorten zijn gevon den of langs kunstmatige weg vermenigvul digd. Maar altijd nog zit het oorspronkelijke bloed van het in 't wild groeiend gewas er in. Altoos weer ontmoet men bij het oogsten exemplaren, welke hun eerste afkomst ver raden. Altijd weer moet de zaadkweeker op letten en uitzoeken, dat. het terugloopende element er uit gaat. Zoo niet, dan was on ze geheele mooie bloemkoolteelt practisch ten doode opgeschreven. coöperatieve stroocarton fabriek in dit ge west. De heer Reinders antwoordt, dat na de op heffing van de productiebeperking in de cartonindustrie, men voortdurend tracht de productie te verhoogen, omdat er groote vraag is naar carton, waardoor de markt positie van het stroo dus zeer gunstig is. De heer Reinders gelooft i.v.b. hiermede wel, dat, wanneer deze toestand aanhoudt, een stroocartönfabriek gunstige resultaten zou kunnen afwerpen, temeer, daar de machine leveranciers verschillende faciliteiten ver- leenen. Spr. heeft van den heer Luth gehoord, dat de Wieringermeer ongeveer een 8000 hectare stroo-opbrengst, zal hebben. Bij verwerking in een stroocartonfabriek zou bij de huidige omstandigheden wel een gemiddelde prijs van f25.per H.A. gemaakt, kunnen wor den. Maar voor het stichten van een nieuwe fabriek is de vergunning der over heid noodig, die deze geeft na overleg met de Vereeniging van Stroocartonfabrikanten Eerlang zou misschien een dergelijke ver gunning wel te verkrijgen zijn. Spreker wil hier op het oogenblik niet meer van zeggen. Er blijkt echter bij de vergadering weinig animo voor een coöperatieve stroocartonfa briek te bestaan en de verdere discussies gaan vrijwel uitsluitend over de mogelijk heid van een strooverkoopbureau. De kwestie van buitenstroo en binnen stroo worelt door den heer Bruins ter tafel gebracht. Spr. zegt, dat men hem heeft ge vraagd of hier geen onoverkomelijke, bezwa ren zijn vanwege de overgroote hoeveelheid buitenstroo, die niet spoedig verwerkt zal kunnen worden. Is hiervoor een oplossing? De heer Reinders antwoordt, dat. het bui tenstroo met of zonder S.V.B. altijd een handicap is. Noodig is een doelmatige sa menstelling der mijten, waarvoor spr. en kele technische bijzonderheden geeft. Het beste is liet over te gaan tot het bouwen van goedkoope kapschuren op groote schaal (levendige bijval). De heer Verbrugge vraagt of de oprich ting van een S.V.B. niet kan mislukken doordat te weinig boeren toetreden; wat is het minimum aantal kilo's waarmee wat te bereiken valt? Aan welke eischen moet voorts de leiding voldoen, deze moet toch wel „gewiekst'* zijn, meent de heer Ver- brugge. De heer Reinders noemt m zijn antwoord geen bepaald minimum aantal kilo's, ver klaart evenwel, dat alleen een groot aantal leden tot het gewenscht resultaat kan lei den. Wat de leiding betreft, kan spr. mee- deelen dat deze in Groningen bestaat uit 25 vertrouwensmannen, die op de algemee- ne vergadering worden gekozen. Drie per sonen vormen het dagelijksch bestuur, dat alle transacties afsluit. De heer Pijper vraagt of het ook niet van belang is om de strooboeren van Anna Paulowna, Waard en Groet, in deze zaak te betrekken. De voorzitter antwoordt, dat zulks nog bekeken kan worden, als er meer defini tief vaststaat. De heer de Graaf oppert de mogelijkheid, dat Wieringermeer een onder afdeeling wordt van het Groninger S.V.B. De heer Reinders acht het alleen moge lijk een zelfstandig bureau te stichten, maar samenwerking in federatief verbond acht spr. niet alleen wenschelijk maar ook noo dig. Tezamen kan men met eventueel nog elders in het land oj) te richten S.V.B.'s, prijsregelende afspraken maken, maar al les vanuit Groningen te regelen acht spr. te bezwaarlijk. De voorzitter stelt dan de vraag, wie in principe vóór de stichting van een S.V.B. is. Alle aanwezigen ten getale van 70 man blijken het met dit voorstel eens te zijn. Uit de vergadering wordt een commissie benoemd om de mogelijkheid tot oprichting van een strooverkoopbureau in de Wierin germeer te onderzoeken. Deze commissie bestaat uit de heeren Bruins, Oosterbrug, Verbrugge, Woldering en Breebaart. De voorziter verklaart nog, dat het. hier alleen maar gaat om de hoofden eens bij elkaar te steken en al komt men nog niet eens tot de oprichting van een S.V.B., dan valt er wellicht op deze wijze toch nog wat te bereiken. De heer Bruins stelt nog voor, dat alle aanwezigen in eigen kring propaganda voor het groote doel zullen maken. De voorz. sluit hierna onder dankzegging de vergadering. Zitting van Vrijdag 2 Juli. Schagen. HIJ BRENGT DE KUNST AAN HET VOLK EN UIT DANKBAARHEID GAAT HIJ DE NOR IN. De heer Willem K. te Den Helder schijnt als monteur niet al té best geslaagd te zijn en nam toen zijn toevlucht tot de harmo nica om zich aldus een bescheiden bestaan te verschaffen. Nu is het bekend, dat kunst in dozen vorm niet bijzonder wordt aan- moedigd en nagenoeg alle gemeenten in het arrondissement hebben dienaangaande straf opleggende verordeningen. Natuurlijk ook de gemeente Schagcn en toen nu de musicus met zijn welluidend instrument aldaar verscheen, bleek hem dat aan Wil lem K. niet was geoorloofd, wat misschien aan Willem Mengelberg zou zijn toegestaan. I-lij werd dus op den bon geplant en stond heden als de bekende V. D. Louis voor den Kantonrechter, gracieus begeleid door een rijksveldwachter, die hem uit zijn logies „de Houten Lepel", alwaar hij thans wegens musicale uitspattingen logeert, had gehaald ten einde hem deze extra luchtkuren te verschaffen. Willem, overigens 'n leuke snijboon die het mooie leven niet te zwaar opneemt, gaf natuurlijk het feit volmondig toe en zuchtte, deswege vermaand en ge waarschuwd, dat hij van den wind niet kon leven. Dat kan alleen de orgeltrapper of de molenaar. Hem werd opgelegd 3 gulden boe te niet niet dc minste kans op voldoening aangezien hij deze straf wel in 3 plaats vervangende hechtenisdagen zal verdiscon- teeren. Zuid-Scharwoude. DE „DOLLE STIER" WAS VOLKOMEN GETEMD. Zooals we weten, stond de tuin en land arbeider annex kropsla planter en diepspit- ter Gerard R. uit Zuidscharwoude de vorige week met de ezelsmuts op, wegens zijn ge- gcwelddadig optreden in de Roode Leeuw te Schoor! tijdens een soiréc dansante en gaf zijn verdediging motief om de zaak aan te houden en Verbalisant Beek te hooren, mits, zooals de kantonrechter wijselijk be dong, rneener J. achterwege liet om 3 stoelen om te smijten en een ruit te breken. Gezegde heer J. verscheen aldus lieden opnieuw weer ten tooneele doch zijn entree de Salon gaf geen reden om hem uit de zaal te gooien, overigens werd geen an der nieuws naar voren gebracht, dan het feit dat hij dien avond als een dolle stier bet lokaal was binnengerend en alleen niet in het schuurtje was gedeponeerd, omdat de eenige beschikbare cel in Schoorl dien nacht was bezet door een anderen opstan dige. Opgelegd werd f 10 boete of 10 dagen. Sc h a g e n. EEN CHAUFFEUR, DIE OOK ALS LEERAAR AAN DE VAKSCHOOL NIET IN AANMERKING KOMT. 'n Betrekkelijk kleine onhandigheid kan soms in het rij wegverkeer nog groote ma- terieele schade veroorzaken. Dat ondervond op 5 Mei de Smid R. uit H.H.Waard, die, na behoorlijk zijn linker richtingaanwijzer te hebben uitgestoken naar links uitweek teneinde met een bocht rechts het erf van C. Tuinman op te rijden, door een achterlig ger, bestuur door den chauffeur A. M. Pelt, werd getorpedeerd en aan zijn wagen f 56 schade bekwam. De onattente chauffeur verscheen voor hetaanschijn van de kanton rechter praatte als wijlen Coccadorus en werd tot 10 gulden boete of 6 dagen veroor deeld terwijl de verzekering de schade wel verder zal uitkienen» Noord-Scharwoude. IN DE KAASRESIDENTIE MOET JE OP JE TELLEN PASSEN. De rijwielhersteller Jan H. uit Noordschar woude motorde op 21 Juni genoeglijk te Allernaar op den Kennemerstraatweg, on bewust dat twee gcuniformde speurduivels Webster en v. d. Brink, hem beloerden en constateerde, dat het achtemummer en licht onvoldoende zichtbaar waren. Hun verdere bemoeiiengèn hadden tot oorzaak, dat heden aan H. f 1 of 1 dag werd opgelegd. Hee r-H ugowaard. DE EEUWIGE MOTORLEERLING WEER IN 'T GEDRANG De 20-jarige Blauwreiger poldertoerist doet wanhopige pogingen om de besturing van een DeKaWeetje machtig te worden en is natuurlijk niet in het bezit van een rij bewijs, waarvan hij nu al voor de 2e maal in Alkmaar werd te grazen genomen. Thans werd hij opnieuw weer veroordeeld, nu tot f 5 boete of 5 dagegn en hem den raad gegeven het Humalnja gebergte als oefen terrein teb ezigen. Daar huizen nog geen lat kippen om je op den bon te slingeren. LANGENDÏJK HET GEMEENSCHAPPELIJK BOUW- EN WONINGTOEZICHT Vanwege de afdeeling Noord-Holland van de Vereeniging van Ned. Gemeenten is in dertijd een vergadering gehouden met een 14-tal gemeentebesturen, ten einde de wen- schelijkheid van samenwerking op het ge bied van het Bouw- en Woningtoezicht on der het oog te zien. Uit de beslissingen, door de ge meenteraden te dezer zake geno men, is wel gebleken, dat de ani mo voor die samenwerking niet bijster groot is, zoodat het niet on mogelijk moet worden geacht, dat, zonder pressie van hoogerhand, er van deze samenwerking, althans van alle 14 gemeenten, wel niets zal komen. Immers, tot samenwerking waren al vast 4 gemeenten niet bereid n.1. St„ Pancras, Hensbroek, Ursem en Obdam. Voorstellen tot medewerking zijn te venvachten van Ha renkarspel, Warmenhuizen en Koedijk, Oterleek en Heerliugowaard gaan met ac- coord met een voorgestelde regeling. In Oude Niedorp staakten de stemmen. De gemeentebesturen van Langendijk hebben nog geen definitieve beslissing genomen. Er zal nu nog een vergadering worden ge houden waar deze laatste gemeentebestu ren hun bezwaren naar voren zullen bren gen. Geen minimumprijzen meer voor aardappels. Wc vernemien. dat na 15 Juli geen mi nimumprijs meer voor de aardappelen zal worden vastgestel en dat. de regeering geen aardappels meer tegen een minimumprijs zal afnemen. De handel zal dan dus geheel vrij zijn. Maximumprijzen voor Duitschland Bij de laatste vaststelling van de maxi mumprijzen ten aanzien van naar Duitsch land te exporteeren producten met recht van betaling over de clearing werd die voor roode kool op f 7 gesteld, gele op f 7 en witte op f 3.50. De maximumprijzen voor bospeon zijn f 10, tuinboonen f 10, zilver uien f 12. tomaten f 33. Hongarije mag groenten in Duitsch land invoeren. Tusschen de betrokken instanties van Duitschland en Hongarije is een overeen komst tot stand gekomen, volgens welke Hongarije voor een bedrag van R.M .000000 aan groenten z fruit in Duitschland mag invoeren. Be'iffië stelt, minimumprijs voor aardappels Ook in België heeft men een minimum-- prijs voor vroege aardappelen vastgesteld Men heeft dezen bepaald op 60 francs of 3.60

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5