op
Sensaties om 't Mayerling-drama
Langendijker Groentenveilingen
Dinsdag 27 Juli 1937
De liefdes-tragedie van
een levensmoeden Prins
AKKERTJES
Per Salonboot ALKMAAR PACKET
Tweede blad
Maria Vetsera's zelfopoffering.
Juiste toedraoht blijft in duister
gehuld.
Intriges aan alle kanten.
De N. R. Ct. bevatte een beschouwing van
H. van der Mandere over het. bekende
Mayerling-drama, waaraan wij het volgende
ontïeenen:
Op 30 Januari 1889 werd de wereld
opgeschrikt door het bericht, dat
de eenige mannelijke afstammeling
van Keizer Frans Joseph en Kei
zerin Elisabeth, kroonprins Rudolf,
de erfgenaam van het Oostenrijk-
Hongaarsche rijk, op geheimzinnige
wijze den dood had gevonden. Op het
jachtslot Mayerling, te midden van
uitgestrekte bosschen, ongeveer 40
K.M. van Weenen verwijderd, had
men in den vroegen ochtend den
prins, die daar met eenige vrien
den ter jacht was, dood in zijn
slaapkamer aangetroffen. Aangezien
in hetzelfde jachtslot het ontzielde
lichaam was gevonden van de mooie
en jonge baronesse Marie Vetsera,
werd op de waarschijnlijkheid van
een liefdestragedie gezinspeeld.
Sedert dien echter zijn vele geruchten
omtrent hetgeen te Mayerling zou zijn ge
schied, vernomen; geruchten, die elkander
volkomen tegenspreken, zoodat de tragedie
van Mayerling tot een raadsel van Mayer
ling is geworden. Het nieuwe licht, dat
slechts schijnbaar daarop wordt geworpen
door de publicatie van de herinneringen
van aartshertogin Stephanie, prins Rudolfs'
gemalin, blijkt bij nadere beschouwing van
weinig beteekenis.
Hij wilde niet alleen sterven.
De meest gangbare oplossing van het dra
ma van Mayerling is deze, dat Rudolf reeds
geruimen tijd met plannen van zelfmoord
rondliep. Het leven was hem te veel ge
worden, omdat hij zichzelf te veel was
geworden. Maar zijn gedachten richtten zich
op de vraag ,wat er na den dood met hem
zou geschieden en angst schrikte hem af
om alleen te sterven. Het staat vast, dat
hij niet veel meer dan een half jaar vóór
Mayerling, Mimi Hauser, de typisch Ween-
sche directrice van een modemagazijn, niet
zich mee wilde nemen om te zamen, buiten
Weenen, het leven te verlaten. Maar dit
levenslustige meisje dacht niet aan zulk een
einde, en liep verschrikt naar de politie,
die verzuimde van haar, met een brief van
den kroonprins gestaafde mededeeling, ken
nis te geven ter plaatse waar dit behoorde.
Met baronesse Marie Vetsera was het an
ders. Zij behoorde tot, een familie, die geen
plaats in de hooge kringen innam, maar
door huwelijk zoodanige betrekkingen met.
het hof onderhield, dat de moeder, van wie
het heet, dat. zij eens zelf gehoopt had
kroonprins Rudolf te behagen, voor haar
dochters toegang tot den Hof burg wist te
verkrijgen. Marie was in ernst op den
kroonprins, die ondanks zijn verworden
uiterlijk, een aantrekkelijk man was, ver
liefd. Dat nemen degenen aan, die vertel
len, dat zij op dien avond van 29 Januari,
wellicht reeds den dag tevoren, naar Mayer
ling is gegaan, nadat zij van Rudolf een
brief had ontvangen, waarin deze, krach
tens bevel van zijn vader of op eigen
wensch, met haar wilde breken. Daartegen
over staan lezingen, die, zoo zij al niet be
oogen het jongemeisje zelf van intrige te
beschuldigen, de moeder ervan verdenken,
dat zij door middel van haar dochter een
net om Rudolf wilde werpen. Gravin La-
risch, geboren von Wallergee. een der doch
ters uit het onwettige huwelijk van Keize
rin Elisabelhs Beierschen broeder, is van
dit. gevoelen. Maar of zij een betrouwbare
gids is, is te betwijfelen, omdat in de beide
boeken, die zij over haar herinneringen
aan het. hof van Keizerin Elisabeth heeft
uitgegeven, zich tracht schoon te wasschen
van de blaam, die men op haar zelve heeft
gelegd. Haar toch heeft men verweten, dat.
zij Rudolf en Marie heeft samen gebracht;
dat zij in elk geval er in had toegestemd
om beider ontmoetingen te arraneeeren. Zij
komt heftig daartegen op. wellicht niet
zonder recht, daar zij in 1888 slechts spo-,
radisch in Weenen geweest is.
Welke rol speelde de cassette?
Gravin Larisch weet wel te vertellen van
een cassette, die Rudolf slechts enkele dagen
voor Mayerling, haar toevertrouwde; een
cassette, waarvan de inhoud van politieke
beteekenis was en die ook aartshertog Jo-
han, die korten tijd daarna uit den Ilabs-
hurger familiekring verdween, in ongele
genheid kon hebben gebracht. Maar on
danks, dat. zij dit kostbare pand in bewa
ring had, gaf zij er voorkeur aan om zoo
spoedig mogelijk na het te Mayerling ge
beurde te verdwijnen.
Een tragische boodschap.
Dramatisch was de wijze, waarop het dra
ma van Mayerling ter kennis van het. kei
zerlijke paar kwam. Graaf Hoyos, de Hon-
gaarsche vriend van Rudolf, die met hem
te Mayerling vertoefde, was met den ka
merdienaar Loschek de eerste, die de vree-
selijkc gebeurtenis ontdekte.
Hij heeft, de slaapkamer binnen
tredend, nadat hij de deur had ge
forceerd, den prins gevonden, half
liggend, half hangend op een stoel
voor het bed, een uitgedronken glas
voor hem.
In zijn ontsteltenis niet anders denkende
dan dat Rudolf, gelijk men meer dans eens
verwacht had, vergift had genomen, snelde
Hoyos weg, liet op het stationnetje een
sneltrein naar Weenen stilhouden, en kwam
in den Hof-burg bij den generaal-adjudant
aan. Maar deze droeg de taak om den Kei
zer het verschrikkelijk nieuws mede te dec-
len, liever aan een ander op; wendde zich
tot den opperhofmeester van de Keizerin,
baron Nopcsa, die de vertrouwde hofdame
Ida Ferenczy in den arm nam.' De Keizerin
bevond zich in haar vertrek met haar Griek
schen taalleeraar. Zij had nauwelijks de tij
ding vernomen, of buiten de deur klonken
de voetstappen van den Keizer. Nopcsa be
lastte zich met de taak om den souverein
gedurende een paar minuten op te houden,
opdat de Keizerin zich kon herstellen. Het
getuigt van haar geestkracht, dat zij, zelf
wellicht het zwaarst getroffen, zich zoo wist
te beheerschen, dat zij den Keizer zoo zacht
mogelijk de tijding kon mededeelcn.
In haar vertrekken teruggekeerd, vond
gravin Farenczy mevrouw Vetsera, die er
op stond bij de Keizerin te worden toege
laten. En zelfs daartoe bleek, mag men het
verhaal van Corfi, in tegenspraak met an
deren, gelooven, de Keizerin bereid. Zij was
het, die aan de moeder moest mededeelen,
dat de dochter, die het huis had verlaten
zonder te zeggen waarheen zij ging, nooit
meer zou terugkeeren.
Geen vergif, maar de kogel.
Maar nog leefde men in den Hofburg onder
den indruk van Hoyos' verhaal, waaruit ge
concludeerd werd, dat het meisje aan den
prins vergif, zij het ook niet tegen zijn wil,
had ingegeven. Het medische onderzoek,
dat prof. Widerhofer instelde, bracht de
waarheid echter aan het licht.
Op het bed naast het zijne lag
het meisje, een bloem in de hand,
de kenteekenen dragende van den
kogel, die aan de eene zijde het
hoofd was ingegaan en het aan de
andere zijde had verlaten. Rudolf
had zichzelf op gelijke wijze getrof
fen; het glas door Hoyos opgemerkt
bevatte geen vergif, maar cognac.
Widerhofer, den Keizer rapport uitbren
gende, wist niets van de opvatting, die deze
zich had gevormd. En toen de Keizer hoor
de van een schotwond, veerde hij op, want
hij kon er niet. aan gelooven. Nog groot er
was de schrik die hij ondervond, toen de
arts hem met de meeste stelligheid verze
kerde, dat zelfmoord niet viel te ontkennen.
Een wederzijdsche liefde.
Geheel anders is de voorstelling, die de
Fransche schrijver Claude Anet in zijn half
in romantischen vorm geschreven boek over
Mayerling geeft.
Hem lezende, kan men niet anders ge
looven dan aan een oprechte naar niets
vragende liefde van Marie en een diepe, al
les doordringende genegenheid van Rudolf
Zoo groot, dat hij voor haar van zijn rech
ten afstand wenschte te doen. Voor alles
was het echter noodig, dat zijn huwelijk-
met prinses Stephanie werd ontbonden.
Hij zou dus aan den Paus geschreven
hebben maar Leo XIII begreep dat dit. geen
persoonlijke aangelegenheid was en beant
woordde het verzoek met een grief aan den
Keizer. Zoodoende kwam het in het kabinet
des Keizers tot een woordenwisseling tus-
sohen vader en zoon, die zelfs Frans Joseph
zijn bedaardheid deed verliezen en hem een
onmacht nabij bracht.
Nog één keer.
Bij die gelegenheid zou Rudolf beloofd
hebben zijn liaison te beëindigen, doch ver
lof hebben gevraagd Marie nog één keer,
zonder getuigen te zien. Hetgeen hem er-
loe bracht om haar mede te nemen naar
Mayerling, waar zij het plan volvoerden,
dat zij zich tezamen reeds gemaakt hadden,
indien men hen niet toestond op aarde sa
men te leven!
Er zijn ook geheel andere lezingen
Gravin Zanardi-Land die zich een
dochter noemt en acht van Keizerin
Elisabeth, vertelt in haar „Secret of
an Empress" dat de Keizerin als
- meening' heeft te kennen gegeven,
dat Rudolf niet zichzelf, maar door
anderen is gedood.
Die het op zijn leven hadden gemunt, en
in de verwarring, welke te Mayerling ont
stond, toen men de tragische ontdekking
deed, zich gemakkelijk voor de gevolgen
hadden kunnen bergen Meer waarde te hech
ten aan de overigens ook te voren verno
men lezing, waarvan Margutti in zijn ge
denkschriften zich de tolk maakt, dat. Ru
dolf wel het slachtoffer van een liaison
zou zijn geworden, maar niet van dat met
Maria Vetsera. Hij zou zich wel op dien
avond van 29 Januari bij het familiediner
op den Hofburg hebben laten verontschul
digen en naar Mayerling zijn gegaan. Ma
ria Vetsera, die dienzelfden dag den brief
had gekregen, waarin hij afscheid van haar
nam, wilde daarin niet berusten, en was
hem gevolgd.
De boschwachtersvrouw van
Mayerling.
Hun onderhoud leidde tot niets; Rudolf
was niet van plan moeilijkheden te haren
wille te trotseeren. Bovendien zou zijn als
immer oppervlakkige genegenheid, die bij
kans met. den dag wisselde, zich reeds heb
ben verplaatst naar de knappe jonge vrouw-
van den boschwachter van Mayerling. Ten
einde vrij spel te hebben, was deze laatste
Ge kunt niet overal alles krijgen.
Neemt U daarom zelf een doosje
"AKKERTJES" mee, om bij de hand
te hebben bij hoofdpijn, „wagen
ziekte", kiespijn, en andere pijnen,
maar ook bi] n kou, 'n griep, enz.
Koker met 12 atuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
door Rudolf met een boodschap ver wegge
zonden, maar het spel niet vertrouwende,
spoedig teruggekomen. Hij ,zou den kroon
prins in de kamer van zijn vrouw hebben
verrast, en niet geaarzeld hebben zich vol
doening te verschaffen.
Hij zou daarna het lijk van Rudolf
het raam hebben uitgeworpen, en
daar, enkele passen van zijn wo
ning verwijderd, werd het den vol
genden morgen in de sneeuw ge
vonden. Eenige oogenblikken later
deed men de ontdekking, dat in een
ander vertrek baronesse Vetsera,
wier aanwezigheid men niet ver
moed had, zich door vergif van het
leven had beroofd.
Afscheidsbrieven.
Tegen de aldus door Margutti gegeven le
zing pleit echter, dat zoowel prins Rudolf
als Maria Vetsera afscheidsbrieven hebben
geschreven. Prof. Widerhofer moest, in
antwoord op de vraag van den Keizer, de
benauwende mededeeling doen, dat er wel
afscheidsbrieven waren, maar geen voor den
Keizer.
Of de afscheidsbrieven van Marie Vetse
ra, gelijk Claude Anet. die afdrukt, authen-
thiek zijn, is een andere vraag. Gelijk het
ook de vraag is of mededeelingen, die hij
doet over de wijze, waarop, op last van het
Hof te Weenen nog wel, het stoffelijk over
schot van Marie Vetsera is vervoerd, be
trouwbaar zijn.
Lugubere rit.
De beide Ooms van Maria, weinig ver
eerd met de taak, hun opgedragen, werden
aangewezen om, in het holle van den nacht,
naar Mayerling te gaan teneinde de be
grafenis van het jonge meisje te bewerkstel
ligen. Er was niets aan haar stoffelijk over
schot gedaan, de oogen waren zelfs niet
toegedrukt. Zij hebben den tocht per rijtuig
naar de begraafplaats te Heiligenkreuz moe
ten volbrengen, geschud over de slechte
steenen, die telkenmale het doode lichaam
van het jonge meisje, dat zij tusschen zich
inhielden, dan naar de eene, dan naar de
andere zijde deed wankelen. Wie het ver
haal van Claude Anet leest, gelooft bij
kans aan een doodendans en begrijpt de
verbittering, die bij de familie van Maria
moet hebben bestaan. Zelfs bij de ooms, die
niet doordrongen waren van de onschuld
van de moeder aan deze intrige.
De moeilijkheden, voor welker oplossing
men stond, waren toch reeds groot. Hoe
gaarne Keizer Frans Joseph het gewild had,
het gerucht van zelfmoord was reeds op
dien ochtend van 30 Januari 1SS9 te zeer
DE KONINGIN VAN DEN NACHT OP HET HOOGTEPUNT VAN HAAR BLOEL
Wij kiekten de prachtige cactus, die in den nacht van Zaterdag op Zondag jJ.
gedurende eenige uren bloeide, met haar kweeker, den heer Henneman te Schagen.
naar buiten doorgedrongen dan dat men het
kon onderdrukken.
Maar zelfmoord was een beleediging van
de keizerlijke familie, bracht de kerkelijke
begrafenis van den kroonprins in gevaar.
Het verhaal is vermoedelijk niet onjuist,
dat. Frans Joseph, die voor alles de kerke
lijke ceremoniën der begrafenis wilde, een
telegram van een paar duizend woorden
tot den Paus richtte zelfs heeft gedreigd
van don troon afstand te zullen doen, in
dien men, door aan zijn overleden zoon de
kerkelijke wijding te weigeren, ook hem
onteerde. Paus Leo XIII heeft, volgens dit
verhaal toegegeven.
Ook wordt verteld, dat de keizer zich moet
hebben afgevraagd, of door den dood van
zijn zoon, van wien men geloofde, dat hij
een samenzwering, tegen zijn vader smeed
den hem niet erger bespaard is gebleven.
De bede van Keizerin Elisabeth.
Corti vertelt, dat niet veel meer dan een
week, nadat prins Rudolf aich het leven had
benoemen keizerin Elisabeth op een donke
ren avond onbemerkt en door een achter
uitgang den Hofburg verliet en zich, aan
meldde bij 't Capucijnerklooster, waarin de
Kaiscrgruft zich bevindt. Zij liet zich door
den dienstdoenden broeder voorlichten tot
aan de trap, langs welke men in den kel
der afdaalt; daar gaf zij te kennen, dat zij
alleen wilde zijn. Hartverscheurend was
haar kreet tot clen dooden zoon om toch
het geheim van zijn sterven te openbaren.
Als dit juist is blijkt, dat ook de afscheids
brief aan de Keizerin, die Corti ons in
groote trekken weet mede te deelen, even
min een oplossing brengt als die aan prin
ses Stephanie. Rudolf gewaagde daarin van
de noodzakelijkheid, waarin hij zich als
man van eer bevond, om van de aarde te
vei'dwijnen, maar welke noodzakelijkheid
hem daartoe drong, of deze in zijn reeds ge
schokte psychische gezondheid al dan niet
denkbeeldig was, weten wij niet.
Opheldering in 1950?
En aangezien de Keizerin het niet gewe
ten heeft, zal het voor het raadsel van
Mayerling weinig beteekenen of de cassette
bij haar dood in haar schrijfbureau gevon
den en door den Keizer aan zijn opperhof
maarschalk prins Lichtenstein ter hand
gesteld, die nu nog gedeponeerd staat te
Brunn in de kelders van het Paleis van
Justitie, voor of eerst in 1950 geopend wordt.
Dat zou door den Keizer zijn voorgeschre
ven, gelijk de Keizerin, mogen wij op dat
punt gravin Larisch' dagboek gelooven
dat zij echter voor den dood van Rudolf
afsloot .en in 'n zestal exemplaren aan een
zestal vertrouwden ter hand stelde, die ech
ter moesten beloven de noodige maatrege
len te nemen om de publicatie daarvan bin
nen de halve eeuw te voorkomen. Men
ziet het, ook hier geheim .op geheim en ge
heimen niet van eeuwen geleden, maar van
tijdgenoot en.
naar de Zaanstreek en Amsterdam
X
Van Alkmaar: 5.40 8.00 11.00 11.00 16.00 18.00
Niet op Vrijdag en Zaterdag X Niet op Zaterdag.
Goedkoope Dagretours - Rondreizen per boot met spoor of bus.
Be aardappelaanvoer bleef wel
belangrijk verminderde ech
ter sterk krijgen nu de laat
ste periode van de aardappel
campagne het resultaat niet
ongunstig dank zij maatre
gelen Bonken goede prijzen
groote iets lager export
slechte prijzen voor tomaten
doordraaien grootere aanvoer
bloemkool aanmerkelijk,
lagere prijzen het gaat slecht
met de sluitkool zeer lage
prijs voor roode kool niet.
veel beter voor witte gele
minder slecht. aanvoer wor
telen weinig bieten lagere
prijzen snijboonen en slaboo-
nen loopen sterk achteruit
later iets beter aanvoer zil
ver- en gele uien variëerende,
niet slechte prijzen luinboo-
nen lager geringe aanvoer
druiven idem komkommers.
Nog altijd bleef de aardappelenaanvocr
het belangrijkste onderdeel van de bewe
ging aan onze veilingen. Maar toch kwa
men er heel wat minder dan de vorige
week, zoodat kan worden gezegd, dat de
laatste periode van de aardappclcampagne
is ingetreden. De laatste weken is het
hiermee gunstiger gcloopen, dan velen had
den gedacht, zoodat men over 't geheel nog
niet zoo ontevreden is over het verloop van
een en ander.
Ontstemming, hecrschte er in tuinders
kringen, toen plotseling, nu ongeveer een
maand geleden, de minimumprijs van 6
op 4 werd gebracht, doch de Groenten-
en Fruitcentrale heeft daarmee een maatre
gel genomen, die later bleek nog niet zoo
verkeerd te zijn, als men eerst had gedacht.
Later zag men met spanning uit naar do
gevolgen van de beslissing, de vroege aard
appelen vrij te geven, door het niet meer
garandeeren van een minimumprijs. Ook
dat is meegevallen. Voor Bonken bleef er
goede vraag uit het buitenland bestaan,
zoodat een prijs van ongeveer 4 per 100
kg kon worden tfbmaakt, en ook voor de
groote bleef een bevredigende prijs het re
sultaat.
Er is nu gebleken, dat vóór 16 Juli
wel drie vierde deel van den voor
raad vroege aardappelen was ge
ruimd en duidelijk bleek, dat men
het vrijgeven niet erg vertrouwde.
De aanvoeren daalden op 16 Juli
tot een derde van dien van den vo-
rigen dag! Wel waren er nog een
belangrijke hoeveelheid ingekuilde
aardappelen, doch op verre na niet
in die mate als het vorige jaar.
De prijs van deze ingekuilde aardappe
len is intusschen zoodanig gesteld, dat
geen nadeelige invloed op de binnenland-
sche markt was te verwachten. Dit is ook
wel uitgekomen. De vraag uit het buiten
land, vooral uit Argentinië, was zoo leven
dig, dat van die ingekuilde aardappels al
een belangrijk deel kon worden geruimd.
Het ziet er al/.oo naar uit, dat na. afloop
der aardappelcampagne van een nief-on'-
gunstige uitkomst zal kunnen worden ge
sproken.
Aan beide veilingen werden ongeveer 140
spoorwagons aardappelen aangevoerd. Be
halve Schotsche muizen werden er ook
Eigenheimers verhandeld. Aanvankelijk
werd voor de groote nog ongeveer 4 be
steed, doch later zijn de prijzen daarvan
wat teruggeloopen en bleven zelfs de hoog
ste noteeringen beneden de 4 Zaterdag
b.v. werd aan de Broeker veiling 2.70
3.80 betaald, te Noordscharwoude 2
f 2.S0. Met de Bonken, die voor export wor
den. gekocht, ging het beter. De prijzen daar
van bleven op ongeveer hetzelfde peil. De
hoogste prijs kwam tot 4.30, de laagste
tot 3.60, zoodat gemiddeld op 4 kan
worden gerekend. De drielingen konden ook
tegen staf ion naire prijzen worden ver
kocht, zoodat er 2.302.90 voor werd
besteed, mot enkele uitzonderingen. Kriel
bracht 1.40 op. Gewone Eigenheimers wer
den verhandeld voor 2.703.60 al naar
kwaliteit en grootte, terwijl voor blauwe
Eigenheimers 2.70—3.20, voor puike tot
3.30 a 3.50 werd betaald.
Aangezien het met de exportmogelijkheid
voor tomaten niet verbeterde, bleef het
met dit artikel slecht gaan. Kriel en ge
scheurde mochten dientengevolge niet meer
worden aangeboden. Aanvankelijk was het
iets beter dan de vorige week, zoodat, voor
A gemiddeld 7.50, voor B f 9.50, voor C
ongeveer 7 en voor CC 4 werd besteed.
Doch later kelderden de prijzen weer op
onrustbarende wijze: Zaterdag kon men
slechts voor B ruim f 6 bedingen en overi
gens werd niet meer dan ruim f 4 betaald.
Een gedeelte is ook nog onverkocht geble
ven.
Aan de Broeker veiling kwam wat meer
bloemkool. Waren de prijzen tot nu toe zeer
bevredigend geweest, deze week liepen ze
aardig achteruit. Een enkel partijtje van de
mooiste kon .f 7 tot f 8 opbrengen, doch
overigens werd de eerste soort voor 5—
6.50 verkocht. Tweede soort deed 1.50—
2.60.
Met de sluitkoolsoorten ging het
ook nog niet naar wensch Dit
kan niet worden toegeschreven aan
te groote aanvoeren; er kwam
immers maar weinig van.
Roode kool werd aan de veiling te Noord-
Scharwoude in zeer geringe hoeveelheid aan
geboden en ook aan de Broeker veiling liep
de aanvoer achteruit.. Toch kon er slechts
11.70, sommige partijtjes 1.80 tot
1.90 voor worden gemaakt.
In vergelijking met de vorige week waren
de prijzen der gele kool ook aanmerkelijk
lager en zakten ze, vooral in de tweede
helft der week, zeer sterk. Er werd toen
2.503 voor beaald. De hoogste prijs
voor de witte kool was 2.70 een groote uit
zondering; de meeste bracht niet meer dan
1—/ 1.50 op.
Gering was de aanvoer van wortelen. Bos
wortelen, al naar gelang van kwaliteit,
brachten 2.60—4.50 op; losse 6.90 Het
„vuur" doet veel schade aan dit gewas.
Van rabarber was de aanvoer gering; des
ondanks was de prijs zeer laag en bleef
zelfs gedeeltelijk nog onverkocht. Aanvanke
lijk werd er nog 1.20—ƒ1.40 voor betaald,
later 0.501
Brachten sla- en snijboonen tot heden
vrij goede prijzen op, deze week liepen die
sterk achteruit. Voor snijboonen werd van
5.30ƒ6.10 gemaakt, een klein partijtje
bracht 9 op. Slaboonen werden aanvanke
lijk nog voor 12 verkocht, later daalde
die prijs tot 5 a 7, voor mooie 7.50 a
8. Zaterdag werd weer 10.50 besteed.
Uien werden in grootere hoeveelheid
aangevoerd, zoowel zilver als gele. De zil-
vernep bracht, sterk afwisselende prijzen op.
Er is er verkocht voor 5.30 en ook voor
11. Daartusschen schommelde de prijzen.
Het meeste werd echter voor 6.50—f 8
verkocht. Drielingen werden voor 4.50
5.50 verhandeld. Voor zalveruien werd
aanvankelijk nog 4.30 betaald, later 70
cent tot 1.20 en op het eind 1.80—f 2.30
Voor gele nep werd bij de 6 betaald
en voor drielingen 3.90—4.90. Lager in
prijs waren de tuinbooncn. Bleven ze aan
vankelijk nog binnen de 4, later zakten
ze tot 2.10 a 3.50 Meer vraag deed ze
echter tot ongeveer 4 oploopen.
Bieten liepen gaandeweg terug van 5.10
tot 3.60 a 4.10 en tenslotte tot ruim f 2
Voor komkommers werd 1.50—2.70 'be
taald. De aanvoer van druiven bleef gering.
Zoowel voor Frankenthalers als Micante
werd mim 45 besteed.