DE DRIE MUSKETIERS
m
RADIO
De olifant als last- en trekdier
Het verboden
grondgebied
??a 1o louA s avonds
PROGRAMMA
Feuilleton
door Dennis Wheatley
Vertaling Eva Raedl de Canter
3.
„Juist, maar er is een geruststelling; wij
weten tenminste dat hij niet in een of ander
obscure buurt van de stad neergeslagen is en
dat men zijn lichaam niet in de rivier heeft ge
gooid of onder het ijs heeft geschoven, want
de Moskwa is nu bevroren. Hij moet op een of
andere manier in handen gevallen zijn van de
geheime politie. Onze jonge vriend is erg on
dernemend en ik geloof dat er zeer besliste
restricties zijn ten aanzien van de bezoekers
van de Sovjet-Unie. En wat zy wel en niet ge
durende hun verblyf mogen doen."
„Wacht eens even!" Simon zette langzaam
zijn glas neer. „Wacht eens even," herhaalde
hij, „in het telegram staat dat hij Moskou ver
laten heeft met een onbekende bestemming!"
„Ja," antwoordde de hertog, „en gedurende
de laatste dagen heb ik geïnformeerd naar an
dere plaatsen waarheen hy gegaan kan zyn. Ik
denk dat jij verrast zult zijn over de kennis die
ik nu heb wat betreft de steden en spoorwegen
in de Sovjet Republiek."
„Hoe ben je daaraan gekomen?" vroeg
Simon nieuwsgierig.
,Er was maar één manier," zei de Reichleau
glimlachend. „Ik heb een bezoek gebracht aan
dat Londensche kantoor van de „Intourist', dat,
zooals je weet, het officieele reisbureau van de
Sovjet is. Stalin en de tegenwoordige groep
commissarissen hebben het wenschelijk geacht
dat menschen uit de anti-bolsjewistische staten
aangemoedigd werden Rusland te bezoeken.
Ten eerste geven zij daar geld uit dat de Sovjet
hard noodig heeft en bovendien laat men hun
bepaalde instellingen in den bolsjewistïschen
staat zién, zooals de groote metaalindustrieën
en de wetenschappelijk geleide landbouwcentra,
waarop de commissarissen zeer trotsch zijn.
Men hoopt dat zij naar hun land terugkeeren
met de gloeiende overtuiging van de voordeelen
van het communisme voor de massa."
„Maar je kunt toch niet zoo maar een
kaartje nemen en naar Rusland gaan?" vroeg
Simon in twijfel.
„Bijna wel maar niet heelemaal, zij zijn
erg verstandig geweest." De hertog spreidde
zijn slanke handen uit. „Wil je naar Rusland
gaan? Goed, ga naar dat gedeelte, dat je
verkiest Leningrad, Moskou, Kief, Odessa.
de Krim, de Kaukasus. Wil je vier dagen
bly ven of vier weken In het Noorden be
ginnen of in het Zuiden Alles wat je te doen
hebt, is het ons te zeggen ons de
Intourist. Wy zullen uw dienaars zijn in een
land waar niet langer dienaars zyn, hier zyn
reeds allerlei soort reisplannen, geheel uitge
werkt. Zij kunnen veranderd worden, als ge
dat verkiest. Zijn het de schatten van de oude
wereld, die wij zoo zorgvuldig hebben be
waard, die u wenscht te zien, of de geweldige
industrieele opbouw, waardoor Rusland binnen
een paar jaar de wereld zal leiden? Laat ons
een plan maken voor uw reis, wy zullen uw
spoorwegkaartjes vooruit nemen en uw hotel I
gedurende uw verblyf, voor u bespreken. Van
alles zyn er vier klassen, en welke u kiest
hangt alleen af van wat u wenscht te betalen.
Er zal voor goede maaltijden gezorgd worden
en de prys van de reis houdt niet alleen in
de toegang tot musea en dergelijke, maar ook
tot theaters en amusements-gelegenheden.
Wat is dat? Bent u bang, dat u moeite zult
hebben met de taal. In het geheel niet! U
krijgt een tolk tot uw beschikking. U wilt
niet met een aantal menschen als tourist
reizen? Natuurlijk niet. U krijgt een tolk ge
heel voor uzelf dat kost niets extra. Je
ziet, mijn vriend, nogmaals spreidde de
hertog zijn elegante handen uit, toen hjj zijn
beschrijving van den overtuigenden reclame
agent van de Sovjet Unie beëindigde.
„Knap." zei Simon zacht, „heel knap".
„Juist," de Reichlau glimlachte weer. „En
die kleine bolsjewistische tolk wordt je gids,
je wijsgeer en vriend. Vanaf het oogenblik,
dat je aankomt, totdat je dit zeer belangrijke
land verlaat. Je kunt zonder hem geen spoor
kaartjes koopen of hotelkamers bespreken en,
ofschoon die uitstekende Intourist heel ge
makkelijk je visum krijgt om de Sovjet binnen
te komen. als je je plan verandert of ver
geet je tolk in te lichten, dan is het bijna
onmogelijk om het noodzakelijke visum te
krijgen om er uit te komen."
„Juist," Simon lachte eenigszins nerveus.
„En dan begint de pret. Veronderstel, dat wij
van het geijkte plan willen afwijken naar
een plaats willen gaan die niet op het pro
gramma staat wat gebeurt er dan?"
„Dat is een andere kwestie," zei de hertog
langzaam. „Ik sprak er met den beleefden
jongeman op het Reisbureau vaag over, dat
ik Archangel wilde bezoeken. Hy wees my
er op, dat de haven in dezen tyd van het jaar
bevroren zou zijn; hrj vond het geen interes
sante plaats om te bezoeken. Ik sprak over
de andere steden, die niet in den officieelen
gids genoemd worden en het winterland
schap in den Oeral. Hy zei, dat er geen be
hoorlijke accomodatie was. In ieder geval was
hij in geen enkel opzicht hulpvaardig."
„Heb je er eenig idee van hoe de omstan
digheden er nu zijn?"
De Reichlau haalde zijn schouders op. „Dat
is moeilijk te zeggen. De verhalen van de
menschen, die ik gesproken heb, verschillen
geheel. Het is zeker, dat de steden overbevolkt
zijn en dat het voedsel schaarsch is. Iedereen
moet vijf en dertig procent van zijn loon af
staan om te helpen in het slagen van het
vijfjarenplan. De geheele bevolking is voor dit
doel verpauperiseerd. Sommigen zeggen, dat
de massa deze dwang niet zal kunnen ver
duren en dat hierdoor en door het gebrek aan
technische experts het plan zal mislukken en
dat er een contra-revolutie komt. Maar hierbij
is. geloof ik, de wensch de vader van de ge-
«fkchte. Anderen geven toe, dat het enthou
siasme voor het plan geweldig is, en dat de
opofferingen voor het slagen met dezelfde
overtuiging gedragen worden als door de
eerste Christenen by hun pogingen om de
wereld te bekeeren. Ik denk, dat de waarheid
daar ergens tusschen in ligt.
„Dat is min of meer wat ik er ook van
gehoord heb." Simon knikte plechtig. „Maar
je moet eraan denken," voegde hy eraan toe,
„dat het vijfjarenplan slechts het eerste is
van een geheele serie. En dat zij met ge
weldige moeilijkheden te kampen hebben.
Rusland is zeer groot en negen tiende van de
bevolking kon voor den oorlog zelfs niet lezen
of schrijven; er is een bevolking van meer
dan honderd twee en tachtig millioen en alles
wordt geleid door de Communistische partij,
die slechts anderhalf millioen menschen telt!"
„Maar die anderhalf millioen van een paar
jaar geleden is nu bijna vier millioen. lederen
dag worden duizenden jongelieden onder
hoogen druk van de groote Universiteiten be
vorderd, en zij zyn allen communist. Dit is
een groote factor in hun voordeel; zij beheer-
schen de intelligente jeugd van Rusland. De
rest wordt volbracht door hun fanatisme.
Voor hen is het Communisme een godsdienst,
ambitie, comfort, persoonlijke wenschen, alles
moet daarvoor wijken. Daarom geloof ik, dat
zy op den duur moeten triomfeeren."
Simon kneep zyn oogen half dicht. „Mis
schien ik weet het niet," zei hij langzaam.
„Het Christendom heeft niet getriomfeerd en
ook de Islam niet en zij waren fanatiek
genoeg. Het zal nu nog niet zyn, en bovendien
is dit onze zaak niet. Wanneer denk je te
vertrekken?"
„Ik vertrek morgen," antwoordde de hertog
eenigszins abrupt en tot Simon's verrassing.
„Je zult begrijpen, dat ik niet op je gezel
schap gerekend heb en ik voelde, dat iederen
dag van belang was. Sporen die onze vriend
op zyn reis mogelijk heeft achtergelaten,
worden voortdurend zwakker en ik durf er
niet aan te denken, hoe Rex in een bolsjewis
tische gevangenis te lijden zal hebben. Daar
om heb ik zooveel spoed gemaakt zelfs
heb ik mij een specialen diplomatieken pas
doen bezorgen door een consulaat waar ik
toegenegen vrienden heb."
(Wordt vervolgd)*
tot uur v°ór zonsopgang
zijn geluidssignalen verbo
den: knippert dan met de
koplichten als attentiesein
GELUIDS5IGHAAL VERBODEN
Daarbij komt bovendien nog, dat zij zel
den of nooit stilstaan. Voortdurend is het
lichaam in beweging, die eigenaardige, voor
den olifant typccrcnde schommelende be
weging, welke er naar de incening van de
biologen, uitsluitend toe dient, om het
lichaam voortdurend met vcrsche lucht in
aanraking te brengen.
Het leiderschap.
Gewoonlijk leven de dieren, zoowel in
het oprwoud ais in het circus, in groepen
bij elkaar, waar zij dan onder leiding van
een aanvoerder of aanvoerdster staan, die
gewoonlijk wat ouder is. Deze „leider" gaat
voorop, geeft de richting aan en wordt ab
soluut gehoorzaamd. Hot behoeft dan ook
geen verwondering, dat de olifanten van
Sarrassani eenigszins uit hun gewone doe»
geraakt waren, toen hun leidster zoo plot-
selig overleden was. Nu hun „leidster"
verdwenen was, wisten zij niet meer goed,
wien zij gehoorzamen moesten. Langza
merhand neemt dan gewoonlijk de oudste
olifant van de overblijfende groep de taak
vanleider over, zoodat na eenigc daggen
de rust hersteld is.
WOENSDAG 8 SEPTEMBER.
Hilversum I.
VAKA-uitzenidng. 10.0010.20 v.m. cn
7.308.00 VPRO.
8.00 Gramofoonplaten.
9.30 „Onze keuken", causerie.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voordracht, gramofoonplaten en radio-
tooneel.
11.30 „Voor de werkloozen", causerie.
12.00 Gramofoonplaten.
12.301.45 VARA-orkest en gramofoonpl.
2.00 Gramofoonplaten.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgel en zang.
6.00 „Fantasia" en gramofoonplaten.
6.40 Landbouwpraatje.
7.00 Zangles.
7.30 „Zullen er in Nederland Vrijzinnig Pro
testanten blijven wonen?", causerie.
8.00 Herhaling SOS-Bcrichten.
8.03 Berichten ANP. VARAVaria.
8.15 VARA-Orkest en solisten.
9.30 Radiotooneel.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Vervolg concert. (Om 10.30 Berichten
ANP).
11.0012.00 Gramofoonplaten.
Hilversum II.
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(gr.pl.).
8.30 Gramofoonplaten.
9.30 Gelukwenchen.
9.45 Gramofoonplaten.
10,30 Morgendienst.
11.00 Viool en piano.
12.00 Berichten.
12.15 Alt en piano.
1.15 Gramofoonplaten.
1.30 Het Hollands Harpkwartet.
3.00 Plechtige Weder-Ingebruikstelling van de
Gerestaureerde Nieuwe Kerk te Delft.
4.15 Gramofoonplaten.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonplaten.
6.30 Causerie over het Binnenaanvaringsregle-
ment en stoommachines.
7.00 Berichten.
7.15 Land- en tuinbouwhalfuur.
7.45 „Kunstfoto's uit 5 Werelddeelen", cau
serie.
8.00 Berichten ABP., Herhaling SOS-Ber.
8.15 Christelijk Dameskoor „D.I.N.D.U.A." en
Gramofoonplaten.
9.00 „Kerkelijk Leven in Amerika", causerie.
9.30 Orgelconcert. (Om 10.00 Berichten ANP).
10.30 Gramofoonplaten.
10.45 Gymnastiekles.
11 0012.00 Gramofoonplaten. Hierna: Schrift
lezing.
ZONDER WATER KAN HIJ NIET
LEVEN.
Een weinig voorkomende gebeur
tenis speelde zich dezer dagen in
Scheveningen af: „Jennie", de oud
ste olifant van de „Sarrassani"-groep
stierf aan ouderdomszwakte. De an
dere olifanten misten hun leidster
zoodanig, dat zij op de vlucht sloe
gen en een groote consternatie te
weeg brachten. Dit is evenwel niet
zeer vreemd, wanneer men iets
meer weet over de mentaliteit dezer
circusdieren.
In de geschiedenis van de verschillende
tropische en sub-tropische volkeren heeft
de olifant steeds een groote plaats ingeno
men, waar hij voor de samenleving een
haast onmisbaar bestanddeel vormt, niet
alleen d-oor zijn merkwaardige biologische
eigenschappen, maar ook door zijn betee-
kenis als huisdier. In alle gebieden, waar
de olifant voorkomt, heeft men reeds vroeg
tijdig zijn waarde onldekt, en vooral in
Britsch-Indië beeft men de kunst ver
staan, hem als trek- en lastdier te dres-
seeren en te gebruiken. Zelfs in Europa
maakte men in vroeger tijd op deze wijze
van de dikhuid gebruik, toen immers Han-
nibal in bot jaar 218 voor Christus van uit
Spanje met een reusachtig leger van oli
fanten over de Alpen trok, om den strijd
tegen Rome aan te binden.
Goed voorbeeld doet goed vol-
gen
Bekende ontdekkingsreizigers uit de 16e
en 17de eeuw, die groote tochten naar de
tropische landen ondernamen, weten ons
reeds allerlei bijzonderheden over bet tem
men en dresseeren van deze dikhuiden
mee te deelen. Zeer belangrijke wetens
waardigheden danken wij aan Peter Mun-
di, die in het jaar 1037 een bezoek aan
Sumatra bracht. Het dresseeren van wilde
olifanten geschiedde ook toen reeds, door
een pas gevangen dier tusschen twee tam
me olifanten vast te binden, waardoor ook
de nieuwe olifant spoedig tam werd en
aan de gewoonten gewende. De dieren
werden overigens hoog in eere gehouden en
het sterven van een olifant beteeken de in
die dagen ook de dood voor zijn oppasser.
De ongelukkige werd dan namelijk levend
in de opengesneden buik van bet dier ge
stopt, welke daarna dichtgenaaid werd en
in de rivier geworpen.
Olifanten-gevechten.
Ook werden er regelmatig olifantenge
vechten gehouden, zooals wij thans nog de
stierengevechten in Spanje kennen. Het
strijdperk werd gevormd door een kring
van wel 150 dieren, waarbinnen dan een
paar olifanten verscheidene malen met el
kander den strijd aanbonden. De meest
onhandelbare dieren, liefst mannetjes in
den bronsttijd, werden uitgekozen.
Aan elke achterpoot van de beide
De intelligentie der dikhuiden.
Tegenwoordig worden zij hoofdzakelijk
nog gebruikt als trek- cn lastdieren, terwijl
zij voorts bij circusvoorstellingen het
hoogtepunt vormen. De olifanten, die in
Voor-Indic kortweg „tuskers" genoemd
worden, nomen met bet grootste gemak de
zwaarste balken op hun geweldige slag
tanden, die zij dan in hun slurf naar de
plaats van bestemming dragen.
Wanneer aan het rammelen van de ket
ting wordt gemerkt, dat de balk wel wat
zwaar is, stapt, zonder dat daarvoor oogen-
schijnlijk een wenk gegeven wordt, een an
dere tusker naar voren, zet zijn voorhoofd
er tegen en helpt mee, de zware balk te
verslepen. Zoo worden dan dc balken op
een hoop gestapeld. Dc inlanders, die er
bij toezicht houden, loopen met een emmer
met kalk rond, cn geven de balken ter con-
t.roleering een merk. Alvorens zij evenwel
met merken beginnen, gaan zij naast de sla-
pel slaan, om te kijken of alles wel recht
ligt. Wanneer dit niet in orde. is, roepen de
opzichters een of ander onverstaanbaar
woord, waarop een van de grooiste tuskers
reageert. Langzaam komt hel dier naar vo
ren, cn drukt met zijn voorhoofd net zoo
lang tegen dc uitstekende palen, totdat deze
alle gelijk liggen.
Het bad.
Zonder eenig signaal houden do dieren
plotseling op met werken. Zij weten zonder
uitzondering nauwkeurig, wanneer hun
rusttijd begint, meestal van 11 tot 3 uur.
Daarvan willen zij niet afwijken, want in
dien tijd worden zij verzorgd. Een olifant
kan namelijk niet zonder water leven. Is
er water in de buurt, dan gaan zij er zelf
been om te baden cn bespuiten hun geheele
lichaam met hun lange slurf, die liet wa
ter opzuigt. Is er geen water in dc omge
ving, dan worden zij door hun oppassers be
spoten, wat zij heerlijk vinden en waarbij z;j
een welluidend getrompetter laten hooren.
Hun huid zuigt dan overvloedig water op,
zoodat zij naderhand dan weer tegen de
groote .warmte bestand zijn. Is er in liet
geheel geen water aanwezig cn wil de oli
fant toch baden, dan steekt hij zijn slurf in
den wijd open gesporden bek cn trekt uil
de maag water op, waarmee hij zijn lichaam
besproeit. Op deze wijze kan de olifant in
bet tropische klimaat zich voortdurend af
koelen. ieis, wat hij blijkbaar noodig schijnt
te hebben.
Hierbij kan hij echter ook nog van
een ander hulpmiddel gebruik ma
ken. De Afrikaansche olifant, die
op de open vlakte bet meest aan
de tropische zonnehitte blootgesteld
is, beeft namelijk bijzonder groo
te oorlappen, de Indische, als bewo
ner van de schaduwrijke oerwou
den, kleinere. Behalve om de ge
luidsgolven naar de gehoorgang te
leiden, dienen deze oorlappen er toe,
luchtgolven langs het lichaam te
voeren, waardoor dit afgekoeld
wordt,. Hoe warmer het is, des
te vaker ziet men de olifanten met
hun ooren waaieren, om maar
zoo veel mogelijk frissche lucht te
krijgen.
vechtende dieren werd een "wijfjes-
olifant met een lang touw vastge
bonden, teneinde de dieren uit el
kaar te kunnen trekken, wanneer
zij elkaar te erg hadden teoegeta-
keld Soms sloeg er wel een op de
vlucht, die dan weer door den an
der achterna gezeten werd.
De behoefte der inlanders aan opvv.n-
'dende gebeurtenissen werd daarbij ruim
schoots bevredigd. Nog steeds worden der
gelijke gevechten van olifanten gehouden,
hoewel in veel geringer mate, daar men te
goed de waarde van deze dikhuiden heeft
leeren inzien.
348. DE LEEKEBROEDER BAZIN.
Aramis vond werkelijk een plaats bij de
Lazaristenorde. De theologie had unmers
altijd zijn belangstelling gehad. Na een
reis naar Lotharingen verdween hij volko
men en schreef ook zijn vrienden niet meer
Men zal zich waarschijnlijk dc nicht, van
onzen vriend nog wel herinneren, de kleine
linnenhandelaarster in Tours, die verklaar
de, dat dc koningin Anna van Oostenrijk
haar zuster was. Zijn vrienden hacfden
reeds lang uitgevonden, dat ze identiek
was met mevr. De Chevrcuse, die de ko
ningin zoo toegewijd was, dat ze zich
eenigc jaren later als man moest verklee-
den cn vluchten om niet door den kardi
naal gevangen genomen te worden. Door
middel van mevrouw De Chevreusc verna
men de di'ie vrienden, dat Aramis in Nan-
cv in bet klooster was gegaan. Bazin volgde
zijn meester ook daarheen en werd lcckc-
broeder.
347. MOUSQUETON IN LIVREI.
De „hertogin", waarover Porthos had ge
sproken, bleek de weduwe van een advo
caat ie zijn. Hoewel men haar niet direct
oud kon noemen, was ze toch minstens 20
jaar ouder dan haar toekomstige echtge
noot. Haar levenslust had de vele jaren van
haar huwelijk met haar man, een zekeren
heer Coquenard, veel geleden. Hij torh
was een oude brompot geweest en moest in
een rolstoel rondgereden worden.
Zijn ecnigste hobby was een buitenge
woon ver doorgedreven spaarzaamheid ge
weest. Men kon duidelijk de sporen van
het lijden van den lieer Coquenard op de
magere geizchfen van de bedienden zien,
die op zijn kantoor gewerkl hadden, terwijl
hij zelf in zijn privé-kantoor voortdurend
de wacht over zijn groote geldkisl hield.
Na den dood van den heer Coquenard,
oogstte Porthos het loon van zijn volhar
ding. De zware kist bevatte niet minder
dan 800.000 francs. Mousqueton kreeg een
kostbare livrei en zag hiermede zijn wensch
vervuld, achter op een vergulde koets te
mogen staan.