Het heilige feest der
kokosnoten
RADIO
Het verboden
grondgebied
Hindoe-ritueel aan het strand
PROGRAMMA
VAN EEN KOE, DIE STEEDS
MééR WILDE HEBBEN
DAG BESLOTEN MET EEN
KERMIS.
Onze medewerker in Britsch-In-
dië zendt ons bijgaand levendig
verslag van een godsdienstigcn
feestdag der Hindoes; een en an
der geeft een treffenden kijk op
de zeden en gebruiken van dit
merkwaardige volk.
Bombay. In Augustus.
Het is een der onrechtvaardigheden, wel
ke er in het leven bestaan: de kokosnoot
heeft zijn grooten jaarlijkschen feestdag, do
dadel niet en toch, waar de kokospalm
groeit, groeien nog vele andere voedsel ge
vende planten, terwijl daar, waar de dadel
palm berustend zijn bladerkruin verheft in
het zonnevuur en zijn lange wortels zich ook
met weinig water tevreden stellen, ander
plantenleven alleen mogelijk is in zijn scha
duw. En het is de zoo weinig eischende
dadelpalm, die van alle planten per hecta
re het meeste menschelijke voedsel kan le
veren. En toch, hem worden geen feesten
gewijd, zooals aan den kokospalm.
De „kokosnotendag" is voor de
Hindoes in Britsch-Indië een der
grootste feestdagen van het jaar.
Dan werkt bijna niemand en zelfs
de banken blijven gesloten. Die
dag is voor de Hindoes niet slechts
een dag van vreugde, maar ook een
„heilige" dag, een godsdienstige dag.
Deze dag valt op den dag der volle maan
in de Hindoe-maand Sravan. Dan eindigt
de regenmoesson en breekt een betere tijd
aan, voornamelijk dan voor de kustvisschers
en de zeelui. De regenmoesson is tevens de
tijd, dat er vrijwel voortdurend een stijve
bries staat, die het uitloopen voor visschers-
bootjes en kleine handelsvaartuigen heel
bezwaarlijk en vaak zelfs onmogelijk maakt.
Maandenlang is de oceaangod Varuna boos
geweest, zijn woede heeft zich geuit in
stormen en aan het einde van den regen
moesson worden gebeden tot hem gericht en
worden hem offers gebracht. Maar dit
godsdienstige feest wordt tegelijk (zooals
men dat ook elders wol kent) tot een soort
vroolijke kennis.
Gebed.
Den avond voor dien dag dwaalde ik nog
Iaat 's avonds langs de verlaten zeekust. Dc
vrijwel volle maan was verborgen achter
een dun wolkendek en een mat zilveren
licht vloeide over de bewegelijke water
massa en over de rotsen nabij de kust.
Grootsch en schoon was het.
Met het gelaat naar zee gekeerd stond
er een Hindoe, een visscherman, en hij bad
met. gevouwen handen, lang en aandachtig.
Bad hij tot den zeegod? tot het veelniischen-
de waier? tot den hemel met zijn zilveren
geheimen?
Hij bad voor zich en zijn gezin om een
goede vangst, om mededoogen, om bijstand.
Lang stond hij zonder mij te bemerken met
prevelende lippen, de gevouwen handen ge
heven naar het matte licht, dat van den
hemel vloeide.
In de wilde eenzaamheid van bewegelijk
water, van den hoogen hemel en zilveren
licht steeg me een vreemde ontroering naar
den keel.
Moge het gefluisterde gebed van den Hin-
doe-visscher verhoord worden.
Feestelijke stemming.
Op den feestdag zeiven heerschte reeds
's morgens een geweldige drukte in de stad.
Niet alleen de geheele Hindoe-bevolking
van Bombay was op de been, maar van
heinde en verre waren per trein, per auto,
in ossenwagens nog duizenden gekomen.
Velen haddon reeds kokosnoten bij zich, an
deren zouden die wel nabij het strand koo-
pen om ze daarna aan de zee te offeren.
Een geweldige menigte stroomde naar
dat gedeelte van het strand, waar volgens
oud gebruik het offer plaats heeft. Op een
afstand, op den strandweg keken honder
den Europeanen toe, maar ik heb me, in
begeleiding van een Hindoe, tusschen de
menigte begeven. Nabij en op het strand
verkochten kooplieden kokosnooten, maar
ook bloemen, want ook dezen worden op
dien dag aan de zee geofferd.
Dansen op het strand.
Aan het strand deed het meer aan een
vrooüjk volksfeest, dan aan een godsdien
stig feest denken. In het zand lagen heele
gezinnen, vroolijk babbelend, lekkernijen
etend. Hier en daar waren er twee, drie
mannen, die bij het geluid van trommels en
een schalmei wonderlijke dansen uitvoer
den, welke me Arabië en de Arabieren te
binnen brachten. Volgens mijn begeleider
waren dat godsdienstige dansen.
Dicht aan het water kwamen telkens Hin
does, die hun offer brachten aan de zee en
den zeegod Varuna. Zoo ver mogelijk wier
pen ze een kokosnoot in zee. Daar liepen
andere Hindoes rond die der laagste kaste,
de paria's, de „onannraakbaren." Slechts be
kleed met een klein lendendoekje vochten
zij stoeiend om eiken noot, die door men-
schen van een hoogere kaste in zee werd
geworpen. Dit is hun recht
Nu en dan verscheen een klein groepje
Hindoes onder geleide van een priester. De
zen liepen dan op hun bloote voeten een
eindje in zee en daar bad de priester dan
en zegende de offers, bloemen en kokosno
ten.
Sommige welgestelde Hindoes laten
voor die gelegenheid een kleinen
zilveren kokosnoot vervaardigen om
die te offeren. Deze menschen wer
pen dan echter dit offer niet vanaf
het strand in het water, maar laten
zich ver in zee roeien om daar het
offer te brengen en zoodoende te ver
hinderen, dat een ander er zich
meester van maakt
Tusschen de bonte menigte liepen oude
en jonge Brahmanen, menschen van de
hoogste Hindoe-kaste, van de „priester"—
kaste rond met koperen schaaltjes, waarin
zich asch en kleurstoffen bevonden. Voor
enkele centen brachten ze hiermede op
voorhoofd en slapen der geloovigen de hei
lige teekens der verschillende Hindoe-sec
ten aam
De hongerige koe.
Op dezen kokosnotendag brengen arme
Hindoes ook hun koe mede naar het strand.
De koe is, vooral voor de hoogere Hindoe
kaste, een heilig dier. De begeleider of de
begeleidster der koe draagt onder den arm
bundels gras. Het is een verdienstelijk werk
voor ongeveer één cent zoo'n bundel gras
te koopen om dien dan de koe te laten eten.
Er waren koeien onder, die het hard nodtlig
hadden.
Aan dit verdienstelijk werk wilde ik me
niet onttrekken en ook ik liet herhaalde
lijk een koe op een lekker hapje onthalen.
Dit had echter fatale gevolgen.
Er was een groot bruin-rood beest,
dat me telkens weder scheen te her
kennen, wat niet zoo heel moeilijk
was, daar er zich behalve mijn per
soontje geen enkele Europeaan tus
schen de duizenden aan het strand
bevond. Misschien ook stak zijn baas
er achter. Hoe dit zij, elk oogenblik
weder kwam het groote dier achter
me en stootte me met zijn snuit in
mijn rug om nog iets te vragen. De
omstanders vonden dat zeer sym
pathiek, vooral als ik dan weder
een klein geldstukje uit mijn zak
haalde om de koe iets te laten ge
ven, doch voor het smetteloos witte
pakje, waarin ik me had gestoken,
was het minder gunstig. Gelukkig
is het wasschen van kleederen hier
niet duur.
Onder de menigte waren ook enkele Mo
hammedanen, die toekeken als ik, doch ik
zag ook offers brengen door menschen, die
een groenen turban droegen, een turban
dus in dc kleur van den profeet Mohammed.
Desniettegenstaande hield mijn Hindoe-bege
leider vol, dat ook zij Hindoe waren.
Het is mogelijk, maar heel zeker ben ik
er toch nog niet van en vermoedelijk we
ten die menschen het zelf ook niet zeer
Verkooper van kokosnooten op kokosnoot-
dag in Britsch-Indië.
nauwkeurig. De groote kenner van den
Oriënt, de Gobineau, zegt ergens: „Ooster
lingen kunnen een nieuwe godsdienstige of
andere overtuiging aannemen, zonder daar
om hun oude overtuiging té laten vallen."
Stille kermis.
De verschillende Hindoe-tempels hadden
dien kokosnootdag druk bezoek en daar wer
den ook aan de priesters offers in geld en
eetwaren gebracht.
Nadat de menschen op deze wijze hun
godsdienstplichten hadden verricht trok
ken allen naar een grasvlakte midden in de
stad, waar een soort kermis was opgebouwd,
een kermis, die bij slot van rekening niet
zoo heel veel verschilde van onze kermis
sen. Het publiek was er evenwel aanmerke
lijk rustiger. Er werd niet gezongen, niet
gehost. Er waren zeer primitieve draaimo
lens en luchtschommels, maar de lawaaie
rige orgels ontbraken geheel, evenals pof
fertjes en oliebollen, maar daarvoor waren
er andere zoetigheden te koop. Honderden
kraampjes stonden er met eetwaren, met
alcohol-vrije drinkwaren, met speelgoed
(meest afkomstig uit Europa). Er waren
een klein circus, een worstêltent. Doorloo
pend verdrongen zich de menschen voor een
ZONDAG 12 SEPTEMBER 1937.
Hilversum I.
8.55 VARA. 10.00 VPRO. 12.00 AVRO.
5.00 VARA. 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Gramofoonmuziek.
9.00 Postduivenberichten.
9.05 Tuinbouwhalfuur.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Lezing „Van Staat en Maatschappij".
10.00 Voor de kinderen.
10.30 Protestantse Kerkdienst.
12.00 Orgelconcert.
12.10 Filmpraatje.
12.35 Het Omroeporkest.
1.15 Schilderij-bespreking.
I.30 Het Omroeporkest.
2.00 Boekbespreking.
2.30 Het Omroeporkest.
3.00 Residentie-orkest en solist.
4.30 AVRO-Dansorkest.
5.00 VARA-orkest.
5.30 Voor de kinderen.
6.00 Vervolg VARA-orkest.
6.30 Sportuitzending.
6.45 Sportnieuws ANP.
6.50 Gramofoonmuziek.
7.00 „Tusschen 7 en 8", gevarieerd programma
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Residentie-orkest en solist.
9.15 Radiojournaal.
9.30 Revue-programmo.
10.35 Viool- en pianospel.
II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO Bans-
orkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H.
8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.05
NCRV. 7.45 KRO.
8.30 Hoogmis.
9.30 Gewijde muziek (Gr.pl.).
9.55 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Ge
wijde muz'ek (Gr.pl.).
12.15 KRO-orkest.
1.001.20 Middenstandspraatje.
2.00 Godsdienst-onderricht voor ouderen.
2.30 Concert ter gelegenheid van het 12%-
jarig bestaan van de Nederlandsche R. K.
Kerkmuziekschflol te Utrecht.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.15 Ziekenlof.
4.555.00 Gramofoonmuziek.
5.05 Nederd. Hervormde Kerkdienst. Hierna:
Gewijde muziek (Gr.pl.).
7.45 Gramofoonmuziek.
7.50 Causerie „Het Sobriëtaswerk, ook voor
onze jongelui".
8.10 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.25 Gramofoonmuziek.
8.30 De Koninklijke Militaire Kapel. (Om 9.00
tent, waarop een bloedig afgehouwen hoofd
was geschilderd. Daarbij stond vernield:
„Het bloedige hoofd, dat de toekomst voor
spelt."
Er was ook een koopman, die bont-kleu
rige plaatjes niet goden en heiligen ver
kocht. Ik zag daar afbeeldingen van aller
lei Hindoe-goden, waaronder vele met vier
aimen en handen. Maar daartusschen la
gen ook plaatjes met de Heilige Maagd,
met verschillende Christelijke heiligen en
zelfs met Zoroaster oftewel Zarathoestra,
den profeet der Par'si's. En ook die niet-
I-Iindoe-plaatjes werden door Hindoes ge
kocht, voor zoover de voorstellingen bont
en kleurig genoeg waren.
In de draaimolens en luchtschommels
hadden de Hindoe-kinderen al evenveel
pret als bij ons Europeesche kinderen op
oen kermis, alleen waren ook zij minder
luidruchtig, minder uitgelaten.
Terwijl ik als eenigc Europeaan ronddren
telde tusschen deze rustig-feestelijke, naïeve
menigte, waarvan een verpletterende meer
derheid volkomen ongeletterd is, vroeg ik
me echter af, of deze goedige massa nu wer
kelijk een grondslag vormt voor een zelf-
regeering op democratischen basis.
J. K. BREDERODE
Interview en om 9.05 Gramofoonmuziek).
9.45 De KRO-Melodisten en Solist.
10.30 Berichten ANP.
10.40—11.00 Epiloog.
MAANDAG 13 SEPTEMBER 1937.
Hilversum I.
Algemeen programa, verzorgd door de
VARA. 10.0010.20 v.m. VPRO.
8.00 Gramofoonplaten,
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Gramofoonmuziek.
11.00 Vervolg declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 Gramofoonplaten.
12.30—1.45 VARA-Orkest en GramofoonpL
2.00 Gramofoonplaten.
3.00 Declamatie.
3.20 Pianovoordracht en Gramofoonplaten.
3.50 Gramofoonmuziek,
4.30 Voor de kinderen.
5.05 Gramofoonplaten.
6.00 Orgelspel.
6.30 Muzikale causerie.
7.10 Natuur-historische causerie.
7.30 „Fantasia".
3.00 Herhaling S.O.S.-berichten.
3.03 Berichten ANP.
8.10 VARA-Orkest en solist.
9.15 Radiotooneel.
9.45 Bas en orgeL
10.00 Berichten ANP.
10.05 De Lucky Birds en solist.
10.30 Berichten ANP.
10.35 Gramofoonplatenconcert.
11.1512.00 Dansmuziek (Gr.pl.).
Hilversum H.
NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Christ. Lectuur.
11.30 Gramofoonplaten.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Amsterdamsch Salonorkest.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Gramofoonmuziek.
3.00 Causerie over kamerplanten.
3.40 Gramofoonplaten.
3.45 Bijbellezing.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Vragenuur.
7.00 Berichten.
7.15 Vervolg vragenuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herhaling S.O.S.-ber.
8.15 Samenkomst van het Kinderhuis, Lege*
des Heils, Ni arden.
9.15 Gramofoonmuziek,
9.40 Sopraan, alt en piano.
10.0C Berichten ANP.
10.45 Gymnastiekles.
11.0012.00 Gramofoonmuziek. Hierna schrift
lezing.
Feuilleton
door Dennis Wheatley
Vertaling Eva Raedt de Canter
7.
Zij trok haar hoofd iets terug en lachte pa
relend. „Dwaas die je bent, ik ga toch naar
Moskou je bent niet wijs."
Simon schudde het hoofd. „Hm, zeg eens, ben
je voor de lunch van aanstaanden Woensdag
bezet
De auto reed door het Oostelijke gedeelte van
Berkeley Square en bereikte Berkeley Street.
Zij drukte zgn hand. „Onnoozele jongen, na
tuurlek, ik heb je toch al gezegd dat ik naar
Moskou ga?"
„In orde," zei Simon beslist. „Je zult me
aanstaanden Donderdag tegen de lunch ontmoe
ten in Hotel Metropole in Moskou."
De auto stopte voor den ingang van het
hotel, en de portier opende de deur. „Je
schertst, is het heusch?" vroeg ztf met haar
melodieuze, heesche stem, terwijl zg voorover
boog om hem aan te kijken.
„Ik meen het," antwoordde Simon ernstig.
Ze lachte verheugd en streek met een lief
kozend gebaar over zijn wang.
HOOFDSTUK IV.
Op den zevenden Februari om twaalf uur
precies stond een zeer koude en zeer kleine ge
stalte schijnbaar in bewondering verzonken
voor de Ilyinka boulevard in Moskou. Het was
mr. Aron in gewone Londensche kleeding. Een
donker blauwe overjas zat strak om zijn smalle
borst, zwarte schoenen, handschoenen, wandel
stok en een slappe hoed voltooiden het geheel.
Op de een of andere wijze had mr. Aron,
trots al zijn correctheid in zaken en zijn rijk
dom, nagelaten zich tegen de gestrengheid van
een Russischen winter te beschermen. De
koude wind sneed door zijn dunne gekleede jas,
zijn voeten waren doornat van het sneeuwslik
der straten en de schittering der sneeuw begon
reeds zijn oogen te verblinden, die toch al niet
zoo sterk waren.
Het was een buitengewone verlichting voor
hem toen hjj een keurige, krijgshaftige ge
daante door de straat zag komen. Hij was ge
makkelijk te onderscheiden van de vele moujiks
en kruiers, hij herkende den hertog direct
maar wat was zijn anders zoo knap voonkomen
veranderd! De Reichleau was gekleed als een
Russisch aristocraat van voor de Revolutie of
als een hooge autoriteit van het Sovjet bewind.
Hij droeg een grijze, getailleerde jas, glimmen
de zwarte Hessian laarzen, op zijn hoofd een
zwierige muts wat hem nog slanker maakte
dan gewoonlijk en een groote papenkapels.
Toen de menigte onwillekeurig ruim baan voor
hem maakte, keek hij scherp rond, en hoewel
hij Simon direct in het oog keek, nam hg
oogenschgnlgk geen notitie van hem. Hg wend
de zich tot een kleinen man naast zich, die een
kale jas en een puntige muts droeg, wat een
uniform verbeelden moest. Zg staken samen de
boulevard over. Simon wist dat de kaal geklee
de man een gids was en in zijn nabijheid stond
juist nog zoo'n gids, die aanbood hem de his
torie van de Ilyinka boulevard te vertellen.
„Laten we gaan", antwoordde hij den man
snel, „ik ben koud", en vlug liep hij naar de
plek waar hij met den hertog zou samen
komen.
Toen de Reichleau bijna aan den hoek van
de boulevard was gekomen, keek hij plotseling
om en scheen Simon voor het eerst te ontdek
ken. Hij wenkte hem. „Hallo, beste kerel, wat
doe jij hier in Moskou?"
Simon toonde eenzelfde verbazing toen zij
elkaar de hand schudden. „Ik ben hier met
vacantie. Ik wil iets zien van den geweldigen
vooruitgang, dien men hier zegt gemaakt te
hebben."
„Maar dat is inderdaad waar," bevestigde
de hertog instemmend. „Ieder welopgevoed
mensch behoort zich op de hoogte te stellen van
den ontzaglijken vooruitgang die in naam der
beschaving is gemaakt. Ik vind het buitenge
woon interessant. Heb je het Mogess Kracht
station en de Michelson Fabrieken al gezien?
Hm,"
Simon schudde het hoofd. ,Ben vannacht pas
aangekomen."
„O, waar logeer je?"
„In Metropole Hotel."
„Werkelijk? Maar dat is uitstekend, ik ben
daar ook." De Reichleau gaf Simon een arm en
liep met hem verder. Hun beide gidsen, die ge-
interesseerd hadden geluisterd, liepen achter
hen.
„Ben je alleen?"
„Ja, een vriend van mij, die mee zou komen,
liet me op het laatste oogenblik in den steek.
H(j kon het niet helpen, de arme kerel, heeft
ineens zjjn vader verloren."
„Goeie genade. In ieder geval moeten wij
samen toch iets zien van deze prachtige stad."
De hertog sprak luid en was ervan verzekerd
dat de gidsen geen woord van de conversatie
misten. „Vele historische bezienswaardigheden
zijn geweldig interessant, en de musea!!! Wat
een collecties hebben die gekregen! Prachtige
dingen die vroeger in de huizen der aristocra
tie verzameld waren."
„Vanmorgen zag ik het Kremlin", fantaseer
de Simon. „Dit bezoek heeft me zeer teleurge
steld. Ik bedoel, het oude gedeelte. Lenin's
graftombe is de moeite van het zien zeker
waard. Vind je het ook geen machtigen aan
blik met al die kostbare edelmetalen? Komen
de uit alle deelen van Rusland?"
„Maar kerel, wat zie je er toch koud uit."
„Dat ben ik ook," zei Simon huiverend, en
inderdaad, zijn toch al bleek gezicht was nage
noeg blauw.
„Wat een kleeding ook!" riep de hertog uit,
terwijl hij Simon opnam. „Je moet je in pels
kleeden, wanneer je van plan bent hier eenigen
tijd te blijven, anders wordt je nog ziek."
„Ik verblgf hier ongeveer veertien dagen,"
verklaarde Simon wanhopig.
„Dan moet je het zeker doen," zei de hertog.
„Wg zullen meteen naar de handelsmagazijnen
op het Roode Plein gaan." Hij draaide zich om
en sprak in vloeiend Russisch tegen de gidsen.
Zij knikten en keken Simon met sympathie
aan. Zg volgden hen langzaam. „Het zal je niet
zooveel kosten," concludeerde de Reichleau,
„wanneer we goede kwaliteit koopen, is het
best mogelijk dat je de pelsen weer vei'koop«i
kunt, voor je teruggaat. Het gemak dat je er
van hebt, is het verschil zeker waard."
Zij waren vrij gauw bij de verkoopmagazijnen
en nadat de hertog door bemiddeling van de
gidsen scherp had afgedongen, werd Simon als
een echten kozak uitgedost. Nu hg een pels aan
had stond de Reichleau er op, dat hij een paar
overschoenen nemen zou, want zonder deze
konden geen laarzen, hoe sterk ook, lang weer
stand bieden aan het gskoude plaveisel van de
Moskousche straten in den winter. En toen
Simon rondkeek, zag hg dat iedereen ze droeg,,
„Laten we gaan lunchen, kerel," zeide de her*
tog, nadat ze met de inkoopen klaar waren, en
hij nam Simon weer bij den arm. „Het Hotel
Metropole is niet te vergelijken bij Ritz in
Parijs, of bij het ons zoo dierbaar Berkeley
Hotel in Londen. Maar ik heb honger dus
laten we maar gaan."
Bg het hotel aangekomen informeerden da
gidsen naar de plannen die de heeren voor den
namiddag hadden.
„Heb je het Cultuur-park en Leisure al ge*
zien?" vroeg de hertog aan Simon,
„Hm, neen, wat is dat?"
„Het is in de Zamoskvarechye het rivier
district, een groot park met allerlei publieke
vermakelijkheden korfbal, tennis, schermen,
een circus en een kinderstad, en nog meerdere
dingen. Het moet zeer interessant zijn, laten
we er naar toe gaan."
„Mij best, laten we dat maar doen," knikte
Simon.
„In dit geval," opperde een der gidsen, „zul
len de heeren ons niet noodig hebben. Kunnen
de heeren hun weg verder vinden?"
„Ja, dank je," antwoordde de Reichleau. „IhJ
heb de kaart die je me gegeven hebt."
„Wat wenscht u vanavond te doen?" vroeg
de andere gids.
„Naar een theater," zei de hertog.
„Ik ben reeds naar het Kunsttheater ge
weest wat denk je van het Meyerhold thea
ter? Daar zijn de modernste voorstellingen
mechanische decors, volkomen gebroken met
alle conservatieve tradities. Zullen we daar
heengaan?"
„Ja, dat wil ik gaarne zien," antwoordde
Simon verheugd.
(Wordt vervolgd).