RADIO
De man, met wien
Gretha Garbo
wil trouwen
Pieter van Cuyck's „Hongertocht op
Wieringen in 1789
Wordt Garbo
Mevrouw Siokowski?
Hij ontdekte doodkisten uit
Noormannentijd
den
PROGRAMMA
Ypelshoef" een aangenaam dorp - In
herberg met het duiveltje
den
Dezer dagen waren wy zoo fortuinlijk
uit een oud archief een brief op te
duiken van den vermaarden Pieter van
Cuyck, den 18-eeuwschen schilder,
schrijver, archeoloog, oudheidkundige
en kunstkenner, den man, die in zijn
tijd waardevol werk verricht heeft voor
de hedendaagsche geschiedschrijvers en
een bijzonder kenner van zijn tijd was.
In den brief vertelt Pieter van Cuyck
van een door hem gemaakte tocht over
het toenmalige eiland Wieringen. Hü
doet dat op zoo'n boeiende wijze, dat
wy meenden deze onze lezers niet te
mogen onthouden.
Nu alle myne aanmerkingen over Texel aan
U medegedeelt hebbende, zal ik U myn
Vriend! noch iets zeggen omtrent Wieringen,
maar het geen zoo veel niet zal kunnen
wezen als van Texel, dewyl ik geen verblyf
op die eilanden gehouden heb, maar dezelve
alleenlyk bezien heb.
Wieringen is voor het grootste gedeelte
hoog Land, en van denzelfden als de hoog-
tens op Texel, een leemachtige grond met
keyen doormengt, zooals te vooren reeds be
schreven is.
Hier is noch al veel bouwland; en, wanneer
het koorn gemaait is, loopen de schaapen en
hoenders overal heen; de landeryen zyn hier
af gemerkt met groote keisteenen; de wol, de
kaas, en de lammeren, worden hier voor zoo
goed als niet gehouden en gelden ook altyd
minder, dan op Texel,
Ik kwam hier met een bocyer by
Westerland aan, alwaar thans slegts
zeer weinige hulzen staan; doch de over
leden Opziener van 'Lands werken heeft
my verhaalt, dat naar het noordwesten
noch gevonden Worden geheele straaten
van gewezen Dorpen, welke, gelyk men
by zeer laag water bespeuren kan, noch
bestraat zyn; een gedeelte ven de kust
naar het noordwesten staat ook geheel
zonder dyk, Is steil, en stuit door zyne
hoogte en taaiheid de woede van de zee.
Het Kerkje van Westerland.
Het Kerkje van Westerland Is het oudste,
het welke ik hier omstreeks ergens in onze
Provintie gezien heb; daar is veel duifsteen
aan, en het heeft zoogenoemde gegooten
muuren, dat is, twee muuren, welker tusschen-
wydte met cement en keisteenen is vol ge
werkt; het choor is afaonderiyk gebouwt, en
niet met de Kerk verbonden; en het bovenste
gedeelte van den toren is waarschynelyk om-
gewaait of verbrand.
In dit Kerkje zyn oude zarken, die op stee-
nen doodkisten gesloten hebben, wier steen
van dien aart is, dat dezelve myns bedunkens,
alhier gekoomen moet wezen te tyde, toen
de Noormannen hier meester waren, die in de
negende eeuw hier den baas gespeelt, en alles
te vuur en te zwaard verwoest hebben; ik heb
niemand aangetroffen, die zelfs by gissing
iets maaken kon van de figuuren. die op deeze
zarken zyn uitgehouwen, uitgezondert alleen
de geene, die een kruis verbeelden (c).
Van „Ypelshoef" en „Stroe"
Hippolitus-hoef, in den gemeenen
spreektrant Ypelshoef genocmt, is een
aangenaam Dorp, vol huizen en boom
gaarden; het Kerkje zal in de elfde of
twaalfde eeuw gebouwt zyn; in het choor,
hetwelk afgeschoten was, en niet gebruikt
wordt, lagen onder een hoop puin en zand
noch stukken van steenen beelden, die
mogeiyk, toen het binnenste gedeelte van
de Kerk is ingestort, aldaar zyn neder-
gesmeten; de kerk is in den jaare 1674
wederom herstelt.
Van Ypelshoef wandelt men naar Stroe,
hetwelke alleenlyk een arm Kapelletje is;
boven de deur is een varken in opwerk of zoo-
genoemt basreliëf van benthemmersteen uit
gehouwen; dit dier, de getrouwe medgezel
van St. Anthony, doedt zien, aan welken
Heilige, dat Kapelletje was toegeweid.
Van daar gaat de weg naar Oosterland;
al wandelende zagen wy niet zonder aan
doening, dat in den storm, die in de maand
November van het voorige jaar hadt gewoed,
geheele einden van den dyk met derzelver
grondvest van rys en wier door den wind en
zee waren opgeligt, en aan de andere zyde
van het land waren gesmeeten.
Octoberyyyijhk,3ütnwD,h Sunkok, S ,ztoed..,s
De Kerk van Oosterland is mede zeer oud,
en het spyt my, dat ik dezelve van binnen niet
bezien heb, alzoo ik naderhand vernam, dat
er noch veele oude zarken in die Kerk leg
gen, maar, toen wy daar kwamen, was het
eene brandende zonneschyn. waarom ik het
bezien van die Kerk uitstelde tot myne we
derkomst; doch toen ontbrak my de tyd.
Welvarend den Oever.
Noordoostelyk van Oosten'and vonden wy
het Dorp den Oever, hetwelke niet zeer oud
schynt te zyn, en een slegt houten Kerkje
heeft; hier leggen de kaagen en ligters,
waarmede de Wieri'ngcrs noch al veel naar
Amsterdam en elders vaaren: door welke
zeevaart zy veel gelds verdienen, waar door
dat Dorp ook zeer welvaarende is.
Het Kaas- en Broodspel.
Nu, myn Vriend! noch een woord nopens de
lotgevallen van dit Eiland; in den jaare 1490
waren de Vlaamingen meesters van Wierin
gen; in den jaare 1492 hadden de Wieringers
evenai's de Texelaars deel in de onlusten van
het kaas- en broodspel, en wierden er ook
evenals hunne buuren voor gestraft; in de
jaare 1522 roofden en brandden de Gelder-
schen op dit Eiland; hetwelk vervolgens zeer
veel leedt in de stormen van de jaaren 1717,
1725, 1726, 1775, en vooral in dien van de
maand November 1776, wanneer de dyk byna
geheel vernielt wierdt, en geheele stukken
dyks tot aan de andere zyde van het Eiland
gesmeten wierden.
Ongastvrij Wieringen.
Eer ik Wieringen vaarwel zeg, moet ik U
evenwel verhaalen, hoe wy hier den dag door-
bragten; het was middag toen wy bezweet,
vermoeit en hongerig van Ypelshoef kwamen,
het geen ons aandreef om naar eene herberg
te zoeken; 'wy tuurden naar een uithangbord
zoo als een Sterrekyker naar een Staartstar,
en vonden er einde.yk een, hetwelk met een
verkleind afbeeldsel van een rood monstertje
beklad was, wiens uitzigt my al aanstonds
een kwaad voorteken scheen te zyn; wy vielen
als steenen neder op een bank, die in een groot
voorhuis stondt, alwaar een hoop roomsche
boonen in een hoek lag; de waardin kwam
voor, en beantwoordde ónze vraag, of wy
daar eeten konden, met ja, wat believen de
Heeren? wy vroegen om lamskarbonaden
met een salaadje; och, zeide de vrouw, dat is
op het geheele eiland niet te vinden, niemand
eet hier versch vleesch, en des zoomers wordt
er nooit geslagt; wel nu, was ons antwoord,
wy zullen ons dan met struiven van gerookt
spek of ham behelpen; doch dit wierdt weder
om beantwoordt op deeze wyze, voorleden
week hebben wy het laatste daar van opge-
geeten, en ik heb geen kruim in huis; wy
keeken eikanderen met lange gezigten aan en
vroegen met een flaauwe stem, wat hebt gy
dan? eieren, zeide het wjjf, hetwelke wy toen
zoo vriendelyk niet meer aanzagen; maar wy
moesten geduld neemen; en toen wy zeiden,
geef er ons dan wat salade by, antwoordde
het onbarmhartige vrouwspersoon op een
koelen toom, ik zal by de buuren gaan
zoeken, of zy noch wat in hunne tuinen heb
ben.
Terwyl zy dat bezoek afleide, spraken wy
over het voordeel van zich in eene groote
Stad en voikryke Maatschappy te bevinden,
alwaar men met minder omslag twintig goede
schotelen kan doen gereed maaken, dan hier
ejjeren met salade bekoomen.
Matigheid vóór alles.
Toen evenwel de salade en de eijeren
voor den dag kwamen en op de tafel ston
den, vertroosteden wy ons met gesprek
ken over den langmoedigen Epictetus, en
over de lessen van de Stoïsche Wys-
geeren, die ons geleert hadden, hoe wei
nig een mensch tot zyn bestaan noodig
heeft, de maatigheid zoo zeer geprezen
hadden, en meer andere aanmerkingen
hadden gemaakt, welke voor graage
maagen niet zeer geschikt zyn; onder-
tusschen aten wy ons Nebucadnezars
salaadje, en merkten aan, dat die matige
Vorst er nogh niet eens eijeren by hadt;
ook was de wyn evenredig aan de maal-
tyd.
Maar, gelyk het geluk en het ongeluk, zich
beurtelings in deze waerei'd verwisselen, ver-
zagtede deeze schraale kasteleinsche van het
roode monster onze geemelykheid, toen wy
haar het gelag rykelyk betaalden, dewyl zy
ons te kennen gaf, dat indien wy des avonds
aan het Dorp den Oever pleisterden, wy
aldaar eene uitsteekende herberg vinden
zouden; dat wy van de twee herbergen, die
aldaar nevens eikanderen stonden, de laatste
verkiezen moesten, alwaar de aanneemers van
den dyk, waar aan toen gwerkt wierdt, hun
verblyf hielden.
Door dit troostelyke vooniitzigt aangemoe-
digt, gingen wy weer welgemoed op reis, en
telden met eikanderen op, welke goede
schotels eene boerenwaardin ons al zoude
kunnen geeven; wy vonden er in onze ver
beelding genoeg, het geen ons verlangen ver
meerderde, en onze schreden deedt verdub
belen.
Eeieren met sla... sla met eieren.
Eindelyk kwamen wy op de gewenschte
plaats; naar een goed avondmaal te vraagen
was het eerste werk; maar och! wy onder
vonden al aanstonds, dat men van verdriet of
schrik niet sterft; lees de saamenspraak van
die middag eens na, en ik heb U alles gezegt,
wat hier wederom het gesprek uitleverde; het
eenige onderscheid bestond in deeze taal
kundige verandering, dat, daar wy des mid
dags salade met eijeren gegeten hadden, wy
des avonds etferen met salade aten; dit, myn
Vriend, is eene waare schildery van dien dag,
dien ik, met eene zwarte kool getekent heb,
wie zou nu zegen, dat men in ons lieve, ryke,
Holland plaatsen aantreft, alwaar men om te
kunnen eeten en drinken op zyn Spaansch
moet reizen.
De andere rijde der medaille.
Des anderen daags, toen het wederom zeer
warm was, moesten wy andermaal van de
ééne zijde van het eiland tot de andere, te
weeten, van het Dorp den Oever tot Wester
land kuijeren; en dus kwamen wy, al lenden
sleepende, eindelijk des middags te één uur
wederom aan den hoek, alwaar ons vaartuig
lag, hetwelke met goeden wyn voorzien was;
aanstonds werden er vier of vjjf flesschen'
naar de nabygelegen boerenherberg gebragt;
en hier wierdt onze vraag naar struiven met
ham, door een jong, lief, en zindelyk boerin
netje met een bevallig ja beantwoord; o,
weldoende Natuur! wat zjjn de vermaaken,
die Uwe noodzaakelykheden ons verschaffen,
niet lieflyk! aangenaam hoekje van het een
zame Wieringen, mooi en vriendelyk meisje!
lekkere struiven! wyn, daar ik Jupiter zeiven
op zoude hebben durven onthaalen! wanneer
ik onlustig ben, herroep ik U slegts in myn
geheugen; en ik ben daadelyk opgeruimt.
Vergeef my, myn Vriend! deeze dichterlyke
uitstap, maar ik k^n van Wieringen niet
spreeken, zonder my dat voorval te binnen
te brengen.
Naar Nieuwediep.
Ten laatsten moesten wy dit hoekje weder
om verlaaten; wij stapten in de boeijer; de
wind kletterde in de zeilen; en de Schipper
stuurde ons naar het nieuwe Diep; wy had
den ter linkerhandde zoogenoemde Zand
gronden, alwaar de lootsen, volgens hun ver
haal, de overblyfsels der muuren van eene
groote Stad zouden gevonden hebben; doch
het spyt my, dat ik gedurende myn lang ver
blyf op Texel zulks niet eens zelf heb gaan
onderzoeken; want dan zouden muuren van
die groote Stad mogelyk in die van een Kerk
hof verandert zyn; immers ik heb te meer
malen ondervonden, hoe weinig staat te
maaken is op het verhaal van lieden, die geene
kunde bezitten, en wier oordeel niet geoeffent
is.
(c) Zyn die Figuuren Grafschriften in
Runnische letteren? (P. v. C.),
DINSDAG 28 SEPTEMBER 1987.
Hilversnm I.
AVRO-ultzenidng, 11.0011.80 v.m. en
6.30—7.00 RVU.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Jetty Cantor's Ensemble.
ilnnen 8 me
ter van auto
bus-halten U
(tllitaan met
a u to en
andere voer
tuigen verbo
den, evenals
op bruggen,
voor uitritten,
binnen 8 me
ter van itraat-
hoeken of op
hinderlijke
wijze voor het
verkeer.
11.00 Lezing.
11.30 Vervolg concert.
12.30 Gramofoonmuizek.
1.00 Kovacs Lajos' orkest en soliste.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Omroeporkest en solist.
3.15 Lyra-Trio en gramofoonmuziek.
4.30 Kinderkoorzang.
5.05 Kinderhalfuur.
5.30 Orgel, viool en saxofoon.
6.30 Psychologische causerie.
7.00 AVRO-Dansorkest.
7.30 „Een jaar los van het goud", causerie.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.10 „Roep Meneer Zwam eens", opera.
9.00 Chansons.
9.30 Radiótooneel.
10.05 Kovacs Lajos' orkest en soliste.
10.45 Actualiteitsflitsen.
II.00 Berichten ANP. Hierna: AVRO-Dans-
11.40—12.00 Orgelspel
Hilversum n.
KRO-uitzending.
8,00—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 Het KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.00 De KRO-Melodisten, solist en gramo
foonmuziek.
5.45 Felicitatiebezoek.
6.05 „Is dilettantisme in de muziek een zegen
of een vloek", causerie.
6.20 KRO-Melodisten en solist.
7.00 Berichten.
7.15 „Schoonheid in Nederlands Polderland"|
causerie.
7.35 Sporthalfuur
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 De Lecuona Cuban Boys.
9.00 Causerie over de a.s. modecursus.
9.01 KRO-Orkest en solisten,
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 4de en 5de acte van de opera „Pel!, j
et Mélisande"
11.15 Beirchten ANP.
11.2512.00 Gramofoonmuziek,
Sinds eenigen tijd doen geruchten de ronde dat Greta
Garbo, de beroemdste ster van het witte doek in Amerika
die tot nu toe een zeer teruggetrokken leven leidde, dat
voortdurend door een waas van geheimzinnigheid omge
ven is, in het huwelijk wil treden met den Amerikaan-
schen dirigent Leopold Stokowski. Zweedsche kranten
weten zelfs te berichten, dat zij zich reeds verloofd heefll
Wie is deze Leopold Stokowski?.
Het is thans 25 jaar geleden, dat een jon
ge, groote, magere musicus uit Cincinnati
naar Philadelphia kwam. Bijna niemand
kende hier den naam Stokowski. In de eer
ste plaats, omdat in de op twee na groot
ste stad van Amerika, het philharmonische
orkest en het muziekleven een zeer geringe
rol speelden. En de nieuwe dirigent van dit
tweederangs orkest zag er nu ook hccle-
maal niet naar uit, dat hij de redder in den
nood zou zijn. Een zeer groot jaarlijksch te
kort scheen zelfs het spoedige einde van
het orkest aan te kondigen.
Leopold Stokowski kwam, zag en be
gon zijn werk met een vurige energie en
met een onverwoestbaar geloof in zich zelf,
zijn musici en het publiek, welke hem thans
nog kenmerken. Kerst zocht hij nieuwe ta
lenten. llij vond ze in de muziekschool van
Philadelphia, in kleine New-Yorkschc wo
ningen en op straat. Daarna experimen
teerde hij met de jongelui en verwisselde de
instrumenten. Het resultaat was: Sto
kowski is thans een van de belangrijkste
dirigenten van Amerika, terwijl ook zijn
orkest van 120 man er wezen mag. Een ge
nie had gezegevierd
Reeds als kind studeerde hij da
gelijks urenlang viool.
Leopold Stokowski'8 loopbaan Is spoedig
.verteld. Als kind van een Russischen vader
en een Iersche moeder werd hij in Londen
geboren. Spoedig toonde hij een groote be
langstelling voor muziek en oefende dage
lijks urenlang op de viool. Vervolgens ging
hij naar Oxford, waar hij muziek studeerde,
als 21-jarige kreeg hij een betrekking als
organist van de St. Jameskerk in Picadilly,
terwijl hij vervolgens een uitnoodiging kreeg
om naar Amerika te komen. Toch wijdde
hij zich eerst op 28-jarigcn leeftijd aan het
diiigeeren. Daarmee had hij zoo'n groot
succes, dat men hem naar Philadelphia
liet komen.
Enthousiast gaf de dirigent zich
aan zijn taak.
De stad waar hij beroemd geworden Is
en die hem thans nog maar zeer ongaarne
laat gaan, leerde spoedig zijn talenten
waardeeren. Wat men in de eerste plaats
bij hem op prijs stelde, was zijn enthou
siaste overgave. Ook zijn buitengewoon
temperament. Wanneer Stokowski dirigeert
doet zijn geheele lichaam mee, zijn handen
trillen, zijn voorhoofd is met zweet bedekt.
Maar men gevoelt, dat dit geen pose is,
hij dirigeert als het ware in trance.
Een zeer belangrijk onderdeel van zijn
werk vormen de jcugdconcerton, uitslui
tend toegankelijk tegen zeer geringe prijzen
voor scholieren en studenten. Stokowski
zelf dirigeert zonder honorarium. In de
GRETHA
GARBO
pauzes spreekt hij vanaf het podium tot
het publiek en laat door stemming het pro
gramma voor het volgende concert bepa
len. Trouwens, het publiek organiseert de
avonden zelf. Studenten drukken de pro
gramma's, teekenen de affiches en zorgen
voor de reclame.
Als vrouwen een favoriet heb
ben
e
Reeds spoedig na Stokowski's
komst In Philadelphia, was het de
ficit van het orkest verdwenen. Het
waren vooral de vrouwenclubs die
den jongen genialen man te hulp
kwamen. De leden er van gingen
met inteekenbiljetten door de stad
en zeurden haar eigen mannen net
zoo lang om het hoofd, totdat deze
in hun portemonnaie tastten.
Dit waren meest zakenlui, die overdag
hard moesten werken en 's-avons geen zin
meer hadden om naar een zwaar concert
van Beethoven of Tsjaikowsky te gaan.
Maar dien „dwazen buitenlander" wilden
zij Inch wel eens van dichtbij zien, zoodat
zij het concert op den koop toe. namen.
Maar wanneer zij eenmaal een coucert bij
gewoond hadden, bleven zij geen één avond
meer weg.
De concerten waren dan ook alles behalve
eentonig. De nieuwe dirigent zette zich over
een heele reeks traditioneele begrippen
heen, vooral wat het programma betrof.
Dit gaf natuurlijk aanleiding tot kleine
schandaaltjes en tot geschrijf in de kran
ten. Stokowski noodigde bijvoorbeeld Kate
Smith en All Johnson uit, om met hot orkest
te zingen. Welk een stoutmoedigheid. De
grijze directeuren waren woedend. Zij rie
pen geheel Amerika te hulp. Maar het
hielp niet veel. Stokowski kon zijn plan
nen doorzetten. Philadelphia «temde .vóór
hem.
De beste muziek voor oen *oo
groot mogelijk publiek.
Daarna kwam hij op het idéé om
groote tournees door Amerika te
maken. Hij liet een speciale trein
samenstellen: zes slaapwagens, twee
bagagewagens, een eetwagen, een
con versa tiewagen en een wagen
met badcellen. Zoo reisde hij met
zijn 120 mannelijke en drie vrouwe
lijke musici van de eene kleine
stad naar de andere, dikwijls zes
weken achter elkaar en gaf lederen
avond in een klein nest een concert.
Stokowski's ideaal begon zich te verwe
zenlijken: De beste muziek te maken en ze
onder het gehoor van zooveel mogelijk
menschen te brengen. Deze droom zou ver
vuld zijn, wanneer liij eveneens een tour
nee rond de wereld gemaakt had.
De radio verovert het hart van
den meester.
Toen de radio de muziekwereld in opwin
ding bracht, was Stokowski daar niet erg
over te spreken. „Radio richt goede muziek
ten gronde", zei hij. Toen evenwel, begon
hij heel plotseling, de techniek van de ra
dio te onderzoeken. Met ingenieurs ging hij
naar de controle-studio, zat urenlang in de
ateliers en noteerde vlijtig allerlei verbete
ringen, die hij noodig oordeelde. Hij vroeg
om raad aan belangrijke natuurkundigen,
deed onderzoekingen met gordijnen en mi
crofoons en verplaatste de instrumenten
net zoo lang, tot alles naar zijn zin was.
Stokowski had een fijn oor. Hij wist, dat de
radio een nieuwe techniek van niusiceeren
verlangde. En toen was hij op een goeden
dag een even groot aanhanger cn bewon
deraar van de radio als Toscanini.
Wanneer Amerika tegenwoordig ernstige
muziek door de radio of op grainofoonpla-
ten wil hooren, dan zoekt men in het pro
gramma een Stokowski-concert op. De
naam van dezen thans reeds grijzen mees
tor is in ieder dorp van liet Zuiden lot. het
Noorden van Amerika bekend. En niet. de
zen genialen dirigent, schijnt Greta Garbo
nu in het huwelijk te willen treden