RAAD ZIJPE Arrondissements rechtbank te Alkmaar Verzekeringsagent verduistert f 1100.- Donderdag 30 September 1937 Tweede blad De gemeente blijft aangesloten bij de Advies-commissie. Aan dikke woorden geen gebrek. Geen dreigement! Maar toch een toon, die verre van fraai was. Een protest van den s.d.-wethouder 1 Waar we het gezond verstand kunnen vinden Woensdagmiddag 29 September, om half 'drie, werd ten Raadhuize de door door de raadsleden H. Dignum, P. Doorn en W. E. J. Doedens aangevraagde vergadering van den Raad, gehouden. Genoemde raadsleden hadden verzocht om „in behandeling te nemen het al ot niet langer aangesloten blijven van de ge meente Zijpe bij de Adviescommissie der Noordhollandsche Gemeenten voor Bouw ontwerpen en Uitbreidingsplannen." Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart Kz., burgemeester; secretaris de heer J. A. de Boer. Alle leden zijn aanwezig. Na opening doet Voorzitter mededeeling [van het ingekomen verzoek der 3 genoemde raadsleden, zoomede van een verzoek van een 12-tal aannemers uit deze gemeente, om de gemeente niet meer aan te sluiten bij de Adviescommissie, omdat: lo. door de Advies commissie de uitvoering der werken onnoo- dig wordt opgehouden; 2o. omdat niet ge- wenschte architecten ons zonder meer wor den opgedrongen; 3o. omdat de eruit voort vloeiende hooge legesgel den practisch druk ken op de uitvoerders der werken; 4o. om dat het werk onnoodig duurder wordt ge maakt. Spr, geeft in de eerste plaats het woord aan de onderteekenaars van het verzoek om deze vergadering te beleggen. De aanvragers der vergadering aan 't woord. De heer Dignum 'zegt dat het van vol doende bekendheid is, wat we beleefd heb ben van de Adviescommissie en spr. is daarom van meening, dat onze gemeente een dergelijk lichaam niet behoeft te helpen onderhouden. Spr. meent dat onze eigen menschen voldoende capaciteiten hebben om de plannen te beoordeelen, en dat we daarvoor geen menschen behoeven te heb ben als eene mijnheer Wieger Bruin. Spr. wijst erop. hoe getracht is een bouwplan aan een architect op te dragen en een aan nemer die finantieel goed „was, terzijde werd gezet.' Zulke menschen, meent spr., hebben we hier niet meer noodig. De heer Doorn is het met het gesprokene 'door den heer Dignum eens en zegt dat het groote ontevredenheid heeft gewekt, dat de Adviesconnmisie getracht heeft een bouwplan in eigen nest te sleepen. Spreker tmeent dat in de vergadering van 24 Juni 1935 de raad door den Voorzitter, den nieuwen burgemeester, blijkbaar is over rompeld, toen B. en W. voorstelden de gemeente te doen aansluiten bij de Advies commissie. Spr. neemt hem dat niet. kwa lijk, maar hij heeft de raad toen overbluft en al heel spoedig is gebleken dat het \yas misgegaan. Spr. is het met den heer Dignum eens', 'dat de menschen hier de plannen best kunnen 'beoordeelen en al mag de Voorzit ter dat, volgens eigen bewering, dan niet' kunnen doen; de heer De Boer kan een tee'kening gemakkelijk beoordeelen. Naast de wethouders en den secretaris hebben we bovendien jn den raad een technisch ambtenaar, benevens .den heer Doedens, ter wijl ook spr. nog wel een ietsje van bouw ontwerpen afweet. Spr. concludeert dan ook, dat we geen Adviescommisie noodig hebben. De: heer Doedens grootste grief is, dat Sedert de gemeente aangesloten is bij de Adviescommissie, alles van de Adviescom missie moet uitgaan en B. en W. hun heele •ruggegraat hebben verloren. Alles wat de bouwverordening betreft, ge schiedt onder suggestie van den heer Wieger Bruin. Kleine dingetjes waarvoor men vroe ger verlof kreeg, worden nu bij de Advies commissie aanhangig gemaakt; voor een varkensboe tje, dat vroeger uit kalkzandsteen >verd opgebouwd, moet nu Belgische zand- jsteen worden gebruikt. De Voorzitter interrumpeert, dat hierover 'de Adviescommissie geen advies geeft,, maar B. en W. zulks beoordeelen. De heer Doedens moet aldus de Voorzitter geen leugens vertellen, maar zijn bezwaren op goede gronden ba seeren. De heer Doedens. Op die wijze wordt het Nederlandsch. fabrikaat achter gesteld bij het buitenland. De Voorzitter: Dat moet U dan B. en W. (Verwijten, doch niet de Adviescommissie. De heer Doedens betoogt verder, dat elk bouwplan van een vooruitstrevend aanne mer door de Adviescommissie wordt gene geerd, van hem mag niets uitgaan. Voor het bouwen van een boerderij van eenige beteekenis moet een architect worden ge nomen. Spr. meent, dat Zijpe 't best zonder 'Adviescommissie kan stellen en hoopt, dat de meerderheid van den raad dan ook zal besluiten, de gemeente niet meer bij de Ad viescommissie aan te sluiten. De Voorzitter zet het standpunt van B. en W. uiteen. De Voorzitter merkt allereerst op dat over Öen bouw van de burgemeesters woning geen advies aan de Adviescommissie is gevraagd en meent dat hier meer aandacht aan oen persoon dan aan de zaak wordt besteed. Spr. tart den heer Doorn tc bewijzen dat. de Ad- Viescommissie getracht heeft een bouwwerk lp eigen nest te sleepen en van het overrom pelen van den Raad is geen sprake geweest omdat het voorstel tot aansluiting bij de Adviescommissie, evenals alle andere voor stellen op de agenda is geplaatst geworden en bij de stukken ter inzage heeft gelegen. Het is dus onjuist om van overrompelen der raadsleden te spreken en als de raadsleden de stukken beter bestudeeren, spr. zegt dat speciaal tot den heer Doorn, dan is er geen sprake van overrompelen. Dat er in den raad leden zitten die des kundig zijn, heeft hier niets mee te maken, want de beoordeeling van bouwplannen en het verleenien van vergunning tot bouwen is uitsluitend aan B. en W. Spr. ontkent, ook, dat B. en W. alle ruggegraat. hebben verloren en dat de Adviescommissie ver oorzaakt dat buitenlandsche inplaats van Nederlandsche producten worden gebruikt, moet verwondering wekken, ja, is buiten de waarheid, is volslagen dwaasheid. De Adviescommisie beoordeelt, nooit ontwerpen van schuurtjes, maar het betreft hier de bouwverordening, die op advies van den gemeente-opzichter door B. en W. wordt gehandhaafd. De Adviescommissie beoor deelt. alleen het uiterlijk aanzien Ook al wordt besloten zich niet meer bij de Advies commissie aan te sluiten, dan zullen B. en W. evengoed de bouwverordening handha ven. Dat voor bouwontwerpen dure architec ten getracht worden aangesteld te worden, is een leugen, dat is nooit geprobeerd, één geval uitgesloten en waarover spr. 't straks zal hebben. Spr. komt dan aan het adres van 12 aan nemers, dat, volgens hem, in dezelfde stijl is geschreven als het verzoek van de raads leden. Maar allereerst, bespreekt hij den houw van het polderhuis, waarover hij van dè Ad viescommissie en wel van haar voorzitter, en dus niet van den heer Wieger Bruin, een rapport heeft gevraagd, welk rapport wordt voorgelezen en waarin naar voren wordt ge bracht dat het plan van den polderopzichter niet was een plan voor een waardig polder huis, dat het plan-Kooij niet met enkele schrapjes, niet in een hand omdraaien in orde was te maken en toen is opgemerkt, dat het maken van een dergelijk plan fei telijk behoorde in handen van een archi tect. Zeer uitvoerig behandelt de Voorzitter dan de 4 punten genoemd in het adres van de 12 aannemers en weerspreekt hij daarbij dat de werken onnoodig worden opgehouden. Im mers gemiddeld 4 dagen zijn de adviezen weggebleven, dikwijls nog korter dan de ad viezen van den gemeente-opzichter. Als er opmerkingen waren, dan was het oponthoud noodzakelijk. Geen dreigement! Spr. wijst er met nadruk op, dat de bouw- aanvragen van alle kanten bekeken moeten worden en als de gemeente niet bij de Ad viescommissie blijft, aangesloten, dan zullen B. en W. voor de beoordeeling van de plan nen een langeren tijd noodig hadden, Spr. wijst er op. dat er voor de beoordeeling door B. en W. een termijn van 2 maanden staat. Waar deze opmerking enkele leden blijk baar zoo onaangenaam in de ooren klinkt, dat zij moeilijk het zwijgen kunnen bewaren, haast de Voorzitter zich te verzekeren, dat dit geen dreigement is, ja dat B. en W. in tegendeel alles zullen doen om de beoordee ling van de aanvragen zooveel mogelijk te bespoedigen, want het spreeïït vanzelf dat de menschen die willen doen bouwen, niet de dupe mogen worden van het besluit van den Raad. B. en W. hebben versteld gestaan over het onder 2o. genoemde argument, het heeft, nooit bij de Adviescommissie voorgestaan om een niet gewensehte architect op te dringen, alleen wat het bouwen van een polderhuis betreft is opgemerkt, dat een dergelijk plan bij een architect thuis behoort. Bij bouw van boerderijen is door de Adviescommissie nooit gesproken over opdracht aan een ar chitect. Het hier bedoelde argument is dan ook onjuist. Spr. ontkent ook dat hooge legcsgeldcn worden veroorzaakt door de Adviescommis sie. De leges zijn niet hooger dan elders en bij opzegging van de Adviescommissie zullen de leges blijven gelden, zij staan in een koninklijk goedgekeurde verordening. Dat. het werk van den aannemer onnoo dig duurder wordt gemaakt door de Advies commissie is niet voorgekomen. In zeer en kele gevallen was het advies oorzaak dat het werk duurder zou worden, maar dan schreef de Adviescommissie het. er bij en achtte zij nader overleg gewcnscht. Had de aanvrager bezwaar, dan werd de bouwver ordening geraadpleegd. Meer dan eenmaal werden de bouwkosten dank zij het advies der Adviescommissie minder. In zijn zeer uitvoerig betoog deelt spr. nog mee, hoe B. en W. voor den bouw van de boerderij van Bos eischten een dak met pannen gedekt, inplaats van met golfpla ten. Ook punt i ïs dus bezijden de waarheid, zegt spr. Hoe komen de menschen dan toch aan ai die beweringen? Waarschijnlijk zijn ze zoo van zekere zijde geïnstrueerd, zegt spr. En als klap op de vuurpijl, zegt spr., diene, dat van de 12 onderteekenaars er 6 nooit, iets met de Adviescommissie fe ma ken gehad hebben en toch hebben die het adres onderteekend. De heer Dignum: Collegialiteit. De heer Doedens: De Adviescommissie werkt ook over andere gemeenten. De Voorzitter durft er om verwedden dat die 6 nooit iets met de Adviecommissie te maken hebben gehad. Van de 44 adviezen die gevraagd zijn, zijn er 15 geweest die be trekking hadden op plannen van de onder teekenaars en spr. gaat dan uitvoerig na op hoeveel van die 15 aanmerkingen zijn gemaakt. De slotsom van B. en W. is dat het jam mer zou zijn, als de gemeente niet meer aangesloten zou zijn bij de Adviescommis sie. Het is niet bewezen dat de Commissie belemmerend werkt, terwijl zij van groot nut is. Spr. wil niet beweren, dat de com missie volmaakt is, het blijft menschcn- werk, doch zij heeft zegenend gewerkt. Waar door den heer Jansma vorig maal werd opgemerkt, dat als deze Adviescom missie niet voldpet, de gemeente zich tot een andere commissie kon wenden, merkt spr. op, dat er geen andere commissie is. B. en W. arlviseeren dus bij de Advies commissie te blijven. Spr. uit er zijn ver wondering over, dat. de heer Doom vóór den uitgaafpost der Adviescommissie stemde en nu het verzoek der raadsleden ondertee- kende. De heer Doom zegt, dat de Voorzitter niet moet beginnen met verwarde bespre kingen. De Voorzitter wil er nogmaals den na druk op leggen, dat straks bij hem geen enkel dreigement heeft voorgezeten. De wethouders beamen, De heer Van der Sluijs doet nog uitko men, dat B. en W. gewoonlijk s'Maandags- middags vergaderen; komt er voor dien tijd een bouwaanvrage, dan stuurt de Se cretaris deze alvast naar de Adviescommis sie en naar don gemeente-opzichter en als de adviezen 's Maandags niet binnen zijn, geven de wethouders aan Burgemeester en Secretaris de vrijheid het bericht door te zenden naar den aanvrager. De heer Nannis zegt., dat de Voorzitter zeer uitvoerig is geweest en de tolk van het college van B. en W. is 'geweest. Hard van stapel. De heer Doedens merkt: op, dat de Voor zitter nogal hard van stapel loopt, met zijn dit is leugen en dat is leugen. Spr. wil dat. woord tegenover den Burgemeester niet gebruiken. De Voorzitter: Dat kan U ook niet. De heer Doedens vervolgt, dat de Voorzit ter nu een.maal de nooden der middenstan ders niet, kent; er is heel weinig of geen werk voor de bouwvakarbeiders en de Voorzitter weet toch zeker wel, dat, er wei nig adviezen gevraagd worden, omdat er weinig gebouwd wordt. Spr. wijdt uit over zijn eigen ervaring, al is het dan niet in deze gemeente, met de Adviescommissie, en doet uitkamen dat. het juist, een grief is geweest dat t.a.v. de ambtswoning van den burgemeester de Adviescommissie niet is gekend, maar het lid der Adviescommissie, den heer Wieger Bruin, als architect in de arm is genomen. Er is nohit door den Voor zitter tof den Raad gezegd, dat de heer Wieger Bruin de architect voor de ambts woning zou worden. Spr. doet uitkomen dat vroeger van den oud-burgemeester de Moor en de wethou ders de volle medewerking werd verkregen als er spoed noodig was, nu is spr.'s erva- ring, al is het dan buiten deze gemeente, dat de aanvrage door de Adviescommissie op niks af opgehouden wordt. De leges- gelden zijn toch met 100 pet. verhoogd en als het salaris van den Burgemeester met 5 pet. wordt verlaagd, dan praat de Voor zitter daar een uur over. Dat de legesgel- den elders hooger zijn, we hebben ons niet fe vergelijken met eerste klas gemeenten. De Voorzitter: Ik bedoel een Friesche plat telandsgemeente, overeenkomende met de onze. Ik kom met bewijzen. De heer Doedens: Ja, U zegt. maar, dat wij liegen, maar dan kunnen wij ons be ter stil houden. De Voorzitter zegt. gezegd te hebben dat het een leugen is dat. de Adviescommissie oorzaak is dat buitenlandsche producten worden gebruikt inplaats van binnenland- sche. De heer Doedens zegt dat nu de Voorzit ter liegt. De Voorzitter weerspreekt dan weer de opmerking als zou hij niet op de hoogte zijn met. de nooden der middenstanders en merkt op dat juist den laatsten tijd even veel wordt gebouwd. Een toon, die verre van fraai was. De heer Bruin zegt dat de Burgemeester straks wel heeft gezegd dat zijn woorden geen dreigement betee-kenden, maar de toon was toch verre van fraai en ze leken spr. wel degelijk een dreigement. Wat. spr, als bestuurslid van den Polder met de Ad viescommissie beleefd heeft, was buiten gewoon onprettig. Door de Commissie wordt nu wel een zoetsappig briefje geschreven, maar het is jammer dat. spr. niet een an deren brief bij zich heeft en andere be stuursleden van den polder hier niet zijn. Er is door de Adviescommissie duidelijk betoogd, dat dergelijke werken niet door den polderopzichter uitgevoerd kunnen wor den, doch in handen van een architect be- hooren. En uit dat oogpunt houden ze zoowat al len van dergelijke werken af, wat spr. vree- seiijk vindt. In een onderhoud, dat. de heer Kooij met. den voorzitter had, heeft dc voor zitter gezegd: „Ik hou me stipt aan cle Ad viescommissie. De Voorzitter: Ik heb gezegd: Ik houd me stipt aan de bouwverordening; dat is heel iets anders. De heer Bruin: Dan is dat zeker ook weer een leugen. De voorzitter zegt dat dit geen leugen be hoeft te zijn: Het kan de heer Bruin ver keerd overgebracht zijn: het kan een mis verstand zijn. Een bouwcomissie is gewenscht. De heer Jansma doet uitkomen dat een goede bouwcommissie gewenscht is: Het. gaat hier in hoofdzaak tegen den architect Wieger Bruin en daarbij in hoofdzaak over het nieuwe polderhuis. Spr. kan zich inden ken dat de Adviescommissie een dergelijk bouwwerk liever in handen van een archi tect had, de polderopzichter is wel bouw foz/veefst is 4C utee* en met hem de schoonmaak kundige, doch geen architect en naar spr.ss meening behoefde de heer Kooij ziclh een dergelijke verklaring niet zoo aan te trek ken. Spr. oordeelt dat er weinig feiten naar voren zijn gebracht., waaruit zou moeten blij ken, dat de gemeente niet hij de Adviescom missie moet blijven. Een raadscommissie acht spr. bezwaarlijk, thans zijn er wel des kundigen in den raad, maar na een volgen de verkiezing kan dat anders zijn. Spr. con cludeert dat hij dus voor aansluiting bij de Adviescommissie moest stemmen. Een klomp geheeld. De heer Veltman wijst op de afwijzende houding die de heer Doorn nu aanneemt, in tegenstelling met zijn stemmen voor den betrokken uitgaafpost en waarom de heer Dignum toen uitriep: „nu breekt mijn klomp". De klomp van den heer Dignum is dus nu zeker weer geheeld. Volgens de Schager Courant is nu de heer Wieger Bruin het hoofd van jut geworden. Spr. deelt mede dat de raadsleden een afgevaardigde van de aannemers thuis heben gehad, maar dat van de grieven tegen de Adviescommissie weinig is overgebleven. Spr. noemt het bouwen te Oudesluis en meent dat tijdens het aangesloten zijn bij de Adviescommissie het houwen niet minder is geworden. Waar die voorzitter het. bad over de asbestplaten op de boerderij van Bos, heeft het spr. bevreemd dat op de stal van Buis man wel asbestplaten zijn gelegd. De Voorzitter zegt dat het plan van de schuur van Buisman niet voor de Advies commissie is geweest, dat is er door geeglipt. maar B. en W. zullen de wenk ter harte nemen. De Secretaris fluistert den Voorzitter in het oor en deze vraagt nu of de schuur wel in de gemeente Zijpe staat., want die aan vrage is niet. door B. en W. behandeld. De lieer Doekeais: Nu wordt het erger, ér is gebouwd zonder, aanvrage. De Voorzitter zal bet nakijken. Een protest. De heer Nannis protesteert tegen de op merking dat B. en W. geen ruggegraat te genover de adviescommissie zouden hebben. B. cn W.'s beslissing is meerdere malen af geweken van liet advies der Adviescommis sie. De heer Doom merkt op, dat eerst de Burgemeester en daarna de heer Veltman reppen over een gewijzigd standpunt. Spr. vindt dat naïef. Want spr. moest wel voor den hegroot.ingspost stemmen omdat de Ad viescommissie toen bestond. De hoer Veltman zegt dat. de heer Dig num zich verwonderde over de houding van den heer Doom en deze daarom uitriep, nu breekt mijn klomp. Spr. heeft nu gezegd dat de klomp van den heer Dignuim blijk baar geheeld is. De heer Doorn zegt dat na die vergade ring, tijd genoeg verloopon is om te begrij pen waarom spr. toen voor den post stem de. Men zegt dat we alle dagen een goede daad moeten vervullen. Steeds heftiger wordt het debat. Welnu laat de raad clan vandaag deze goede daad doen, schaf de Adviescommis sie af. We hebben die graaiers niet noodig Door de Adviescommissie af te schaffen, handelt men in den geest van een groep arbeiders. „Help een goede geest te schep pen en stem tegen de Adviescommissie, het is een groote rotzooi." De Voorzitter wil dit laten voor wat het is. Spr. weet wel dat wij het met de ziens wijze van den heer Doorn niet eens zijn. De heer Doorn, heftig: Dat weet ik al 2 jaar De Voorzitter hamert. De heer Doorn, tot den Voorzitter: U roeit altijd tegen den geest van de bevol king. Feit op feit kan ik noemen dat alles wat gij gedaan hebt mis is. De Voorzitter: Ik weet wie 't zegt. De geest van de ingezetenen is nooit tegen de Adviescommissie geweest, want zij heb ben er nooit last van ondervonden. De heer Doorn: Vraag het de arbeiders in de bouwvakken maar eens. De heer Veltman wijst erop. dat hij geen critiek op het voor of tegenstemmen van den heer Doorn heeft uigeoefend, dat moet deze zelf weten. De Voorzitter tot den heer Veltman: Mag ik U een goede raad geven. „Ga -niet op hetgeen de heer Doorn zegt in. De heer Van der Sluijs zegt dat als 't waar is dat cle Adviescommissie oorzaak is dat er niinder wordt gebouwd, dit een vraagstuk zou zijn waar ernstig over ge praat zou moeten worden, want dart, mag nooit het geval zijn. De tijd is daar veel tc precair voor. Een andere vraag echter is of er geen andere oorzaken zouden zijn, als duurdere materialen en het voortduren van de crisis. De Voorzitter geeft de verzekering dat de Adviescommissie niet de oorzaak van min der bouwen is. De heer Doedens merkt op dat de heer Veltman zelfs zegt dat er meer gebouwd is onder cle Adviescommissie. Spr. wijst op de groote werkloosheid onder cle bouwvakar beiders. De heer Veltman zegt dat het bouwen te Oudesluis in de laatste 2 jaren wel uitge wezen heeft, dat het bouwen niet wordt tegengehouden door de Adviescommissie. Over en weer gaan de opmerkingen van de heeren Veltman en Doedens, maar de voorzitter hamert en sluit de discussies. Het resultaat dezer vergadering. Tot stemming overgaande verklaren 6 le den zich vóór anasluiting bij de Advies commissie, tegen aapsluijing waren 5 lp- den- nh de heeren Doorn, Doedens, Dig num, Bos en Bruin. Het gezond verstand zegeviert! De Voorzitter dankt voor het genomen besluit' en zegt, dat het gezond verstand heeft gezegevierd. Hierna sluiting. ANGSTWEKKENDE TOENAME VAN HET AANTAL ZEDEZAKEN. Van de 8 op de strafrol geplaatste zaken betroffen er 6 min of meer ernstige zede- misdrijven. In de eerste plaats cle 42-jarige broodventer Siman D., te Den Helder, in voorarrest, mis- dr. art. 247, wetb. v. strafrecht. Gerrit A., beroepslooze grijsaard van 75 te Hoorn, in voorarrest, artikel 250 en 248 wetb. v. strafrecht. 3e Jacob G., zonder beroep, 42 jaar te Helder in voorarrest art. 247, wetboek van strafrecht. 4e Herman G., 62 jaar, boekhouder te Pur- nierencl eveneens in voorarrest, art. 247, vv. v. strafrecht. 5c Jacob Hendrik K, te Den Helder, niet gedetineerd en in rechten bijgestaan door Mr. Dr. Buiskool, adv. te Schagen, art. 239, wetboek v. strafrecht 6e Jacobus de M., 'n 50 jarige als de bonte hond bekende arbeider te Uitgeest, plegen van niet nader te noemen handelingen met kinderen, art. 247, wetb. v. strafrecht. Hier is niets meer hij te voegen! Dit lijstje spreekt voor zichzelf. 'n Twijfelachtige reclame-butler voor ile stichting Parkzicht. Onder directie van den heer Th. R., Js te Huisduinen opgericht een tehuis voor oude dames van standing, waar tamelijk druk gebruik van werd gemaakt, want het logee- ren is er perfect en de kost eveneens. Alleen de huisknecht Jacobus V., deugde niet! Dat heerschap souffreerde aan kleverige vingers en verwekte door zijn permanente gaplust heel wat. sensatie onder de oude dametjes. De Sinclair had een pracht stof gohad voor een humoristische roman! Zoo raakte dan mevrouw de wed. Tiesink —Neefjes op onverklaarbare manier 'n por- temonnaie waarin een flapje van 10, kwijt. De 76-jarige mevrouw Zwan—Witzenburg, miste 2 hankhiljetjes van 10.—, mej. J. Visser zelfs een flapje van 25 cn ook de jeugdige dienstbode Annie. Nooij werd niet gespaard. Het brave kind werd bestolen voor ruim 17 pop. Het werd de Directie toch te machtig, zoo diep kon men de duiten niet wegstoppen, in het dressoir of in vazen, de geheimzinnige dief wist het steeds te vinden. Op initiatief van den directeur werd be sloten, te trachten de gappende pensiongeest in den val te lokken en als lokaas werd ge bezigd een verleidelijk lapje van 25. Het ex periment voldeed uitstekend. De dief liet zich verleiden, werd op heeterdaad betrapt en bleek dan te zijn, bovengem. huisknecht, die na voorloopig onderzoek door de politie, met bekwamen spoed op zijn beurt werd ingedeeld als pensiongast, in het gerenom meerde Hotel Hoevervaart en Alkmaarsche Wasch- en Strijkinrichting-zicht, aldaar Thans stond de simultaan-jatter terecht en presentemie zich als een nette eenvoudige jongeman, die de Rechtbank absoluut geen moeite gaf, alles toegaf wat hem was- ten laste gelegd en' alzoo heel veel kans scheen te maken op een voorw. veroordeeling. Het rapport, van mijnheer Wiggers luidde zeer gunstig, maar men had helaas buiten den waard in casu den officier mr. v. d. Feen gerekend. In een requisitoir, waar geen woord Fransch in voorkwam, verklaarde de officier dat gesol met de voorw. veroordec- ling beu te zijn. Er was hier naar zijn meening geen enkele reden voor. Verdachte had een gevangenisstraf door zijn schande lijke steelzucht m. d. verdiend. Eerlijke men schen snakken vergeefs naar zoo'n haantje. De officier requireerde ten slotte een onvoorw. gev. straf voor den tijd van 6 mnd. DEN HELDER. De maatschappij was evenwel gedekt. Naar eerst thans bekend wordt heeft zich te ongeveer half Augustus in Den Helder een geval van verduistering van verzekerings penningen voorgedaan, waarvan de bekende R.V.S. haast het slachtoffer geworden was. De agent C. V. d. A., reeds jarenlang in dienst bij de maatschappij, stond te boek als een eerste klas kracht, van wien men niet vermoedde, dat hij op finantieel gebied zou derailleeren. Evenwel, het veelvuldig bezoek van café's en het gebruik maken van de be kende automaatjes' in die gelegenheden zijn hem noodlottig geworden. Op zekeren dag kon hij zijn verplichtingen jegens zijn firma niet nakomen en bleek dat f 1100.te kort was. Voor de maatschappij was het een ge lukkige omstandigheid dat. de man een borg som had staan en voorts enkele polissen op eigen naam. Hierdoor was het mogelijk het bedrag te dekken, terwijl de politie buiten de affaire gehouden kon worden. V. d. A. die gehuwd is en een gezin heeft, is naar Am sterdam vertrokken*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5