RAAD ZIJPE
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Verzekeringsagent
verduistert f 1100.-
Donderdag 30 September 1937
Tweede blad
De gemeente blijft aangesloten bij de
Advies-commissie. Aan dikke woorden
geen gebrek. Geen dreigement! Maar
toch een toon, die verre van fraai was.
Een protest van den s.d.-wethouder 1
Waar we het gezond verstand kunnen
vinden
Woensdagmiddag 29 September, om half
'drie, werd ten Raadhuize de door
door de raadsleden H. Dignum, P. Doorn en
W. E. J. Doedens aangevraagde vergadering
van den Raad, gehouden.
Genoemde raadsleden hadden verzocht om
„in behandeling te nemen het al ot niet
langer aangesloten blijven van de ge
meente Zijpe bij de Adviescommissie der
Noordhollandsche Gemeenten voor Bouw
ontwerpen en Uitbreidingsplannen."
Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart Kz.,
burgemeester; secretaris de heer J. A. de
Boer.
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening doet Voorzitter mededeeling
[van het ingekomen verzoek der 3 genoemde
raadsleden, zoomede van een verzoek van
een 12-tal aannemers uit deze gemeente, om
de gemeente niet meer aan te sluiten bij de
Adviescommissie, omdat: lo. door de Advies
commissie de uitvoering der werken onnoo-
dig wordt opgehouden; 2o. omdat niet ge-
wenschte architecten ons zonder meer wor
den opgedrongen; 3o. omdat de eruit voort
vloeiende hooge legesgel den practisch druk
ken op de uitvoerders der werken; 4o. om
dat het werk onnoodig duurder wordt ge
maakt.
Spr, geeft in de eerste plaats het woord
aan de onderteekenaars van het verzoek
om deze vergadering te beleggen.
De aanvragers der vergadering
aan 't woord.
De heer Dignum 'zegt dat het van vol
doende bekendheid is, wat we beleefd heb
ben van de Adviescommissie en spr. is
daarom van meening, dat onze gemeente
een dergelijk lichaam niet behoeft te helpen
onderhouden. Spr. meent dat onze eigen
menschen voldoende capaciteiten hebben
om de plannen te beoordeelen, en dat we
daarvoor geen menschen behoeven te heb
ben als eene mijnheer Wieger Bruin. Spr.
wijst erop. hoe getracht is een bouwplan
aan een architect op te dragen en een aan
nemer die finantieel goed „was, terzijde
werd gezet.' Zulke menschen, meent spr.,
hebben we hier niet meer noodig.
De heer Doorn is het met het gesprokene
'door den heer Dignum eens en zegt dat
het groote ontevredenheid heeft gewekt,
dat de Adviesconnmisie getracht heeft een
bouwplan in eigen nest te sleepen. Spreker
tmeent dat in de vergadering van 24 Juni
1935 de raad door den Voorzitter, den
nieuwen burgemeester, blijkbaar is over
rompeld, toen B. en W. voorstelden de
gemeente te doen aansluiten bij de Advies
commissie. Spr. neemt hem dat niet. kwa
lijk, maar hij heeft de raad toen overbluft
en al heel spoedig is gebleken dat het \yas
misgegaan.
Spr. is het met den heer Dignum eens',
'dat de menschen hier de plannen best
kunnen 'beoordeelen en al mag de Voorzit
ter dat, volgens eigen bewering, dan niet'
kunnen doen; de heer De Boer kan een
tee'kening gemakkelijk beoordeelen. Naast
de wethouders en den secretaris hebben
we bovendien jn den raad een technisch
ambtenaar, benevens .den heer Doedens, ter
wijl ook spr. nog wel een ietsje van bouw
ontwerpen afweet. Spr. concludeert dan
ook, dat we geen Adviescommisie noodig
hebben.
De: heer Doedens grootste grief is, dat
Sedert de gemeente aangesloten is bij de
Adviescommissie, alles van de Adviescom
missie moet uitgaan en B. en W. hun heele
•ruggegraat hebben verloren.
Alles wat de bouwverordening betreft, ge
schiedt onder suggestie van den heer Wieger
Bruin. Kleine dingetjes waarvoor men vroe
ger verlof kreeg, worden nu bij de Advies
commissie aanhangig gemaakt; voor een
varkensboe tje, dat vroeger uit kalkzandsteen
>verd opgebouwd, moet nu Belgische zand-
jsteen worden gebruikt.
De Voorzitter interrumpeert, dat hierover
'de Adviescommissie geen advies geeft,, maar
B. en W. zulks beoordeelen. De heer Doedens
moet aldus de Voorzitter
geen leugens vertellen,
maar zijn bezwaren op goede gronden ba
seeren.
De heer Doedens. Op die wijze wordt het
Nederlandsch. fabrikaat achter gesteld bij
het buitenland.
De Voorzitter: Dat moet U dan B. en W.
(Verwijten, doch niet de Adviescommissie.
De heer Doedens betoogt verder, dat elk
bouwplan van een vooruitstrevend aanne
mer door de Adviescommissie wordt gene
geerd, van hem mag niets uitgaan. Voor
het bouwen van een boerderij van eenige
beteekenis moet een architect worden ge
nomen. Spr. meent, dat Zijpe 't best zonder
'Adviescommissie kan stellen en hoopt, dat
de meerderheid van den raad dan ook zal
besluiten, de gemeente niet meer bij de Ad
viescommissie aan te sluiten.
De Voorzitter zet het standpunt
van B. en W. uiteen.
De Voorzitter merkt allereerst op dat over
Öen bouw van de burgemeesters woning geen
advies aan de Adviescommissie is gevraagd
en meent dat hier meer aandacht aan oen
persoon dan aan de zaak wordt besteed. Spr.
tart den heer Doorn tc bewijzen dat. de Ad-
Viescommissie getracht heeft een bouwwerk
lp eigen nest te sleepen en van het overrom
pelen van den Raad is geen sprake geweest
omdat het voorstel tot aansluiting bij de
Adviescommissie, evenals alle andere voor
stellen op de agenda is geplaatst geworden
en bij de stukken ter inzage heeft gelegen.
Het is dus onjuist om van overrompelen der
raadsleden te spreken en als de raadsleden
de stukken beter bestudeeren, spr. zegt dat
speciaal tot den heer Doorn, dan is er geen
sprake van overrompelen.
Dat er in den raad leden zitten die des
kundig zijn, heeft hier niets mee te maken,
want de beoordeeling van bouwplannen en
het verleenien van vergunning tot bouwen
is uitsluitend aan B. en W. Spr. ontkent,
ook, dat B. en W. alle ruggegraat. hebben
verloren en dat de Adviescommissie ver
oorzaakt dat buitenlandsche inplaats van
Nederlandsche producten worden gebruikt,
moet verwondering wekken, ja, is buiten
de waarheid, is volslagen dwaasheid. De
Adviescommisie beoordeelt, nooit ontwerpen
van schuurtjes, maar het betreft hier de
bouwverordening, die op advies van den
gemeente-opzichter door B. en W. wordt
gehandhaafd. De Adviescommissie beoor
deelt. alleen het uiterlijk aanzien Ook al
wordt besloten zich niet meer bij de Advies
commissie aan te sluiten, dan zullen B. en
W. evengoed de bouwverordening handha
ven. Dat voor bouwontwerpen dure architec
ten getracht worden aangesteld te worden,
is een leugen, dat is nooit geprobeerd, één
geval uitgesloten en waarover spr. 't straks
zal hebben.
Spr. komt dan aan het adres van 12 aan
nemers, dat, volgens hem, in dezelfde stijl
is geschreven als het verzoek van de raads
leden.
Maar allereerst, bespreekt hij den houw
van het polderhuis, waarover hij van dè Ad
viescommissie en wel van haar voorzitter,
en dus niet van den heer Wieger Bruin, een
rapport heeft gevraagd, welk rapport wordt
voorgelezen en waarin naar voren wordt ge
bracht dat het plan van den polderopzichter
niet was een plan voor een waardig polder
huis, dat het plan-Kooij niet met enkele
schrapjes, niet in een hand omdraaien in
orde was te maken en toen is opgemerkt,
dat het maken van een dergelijk plan fei
telijk behoorde in handen van een archi
tect.
Zeer uitvoerig behandelt de Voorzitter dan
de 4 punten genoemd in het adres van de
12 aannemers en weerspreekt hij daarbij dat
de werken onnoodig worden opgehouden. Im
mers gemiddeld 4 dagen zijn de adviezen
weggebleven, dikwijls nog korter dan de ad
viezen van den gemeente-opzichter. Als er
opmerkingen waren, dan was het oponthoud
noodzakelijk.
Geen dreigement!
Spr. wijst er met nadruk op, dat de bouw-
aanvragen van alle kanten bekeken moeten
worden en als de gemeente niet bij de Ad
viescommissie blijft, aangesloten, dan zullen
B. en W. voor de beoordeeling van de plan
nen een langeren tijd noodig hadden, Spr.
wijst er op. dat er voor de beoordeeling
door B. en W.
een termijn van 2 maanden staat.
Waar deze opmerking enkele leden blijk
baar zoo onaangenaam in de ooren klinkt,
dat zij moeilijk het zwijgen kunnen bewaren,
haast de Voorzitter zich te verzekeren, dat
dit geen dreigement is, ja dat B. en W. in
tegendeel alles zullen doen om de beoordee
ling van de aanvragen zooveel mogelijk te
bespoedigen, want het spreeïït vanzelf dat
de menschen die willen doen bouwen, niet
de dupe mogen worden van het besluit van
den Raad.
B. en W. hebben versteld gestaan over het
onder 2o. genoemde argument, het heeft,
nooit bij de Adviescommissie voorgestaan om
een niet gewensehte architect op te dringen,
alleen wat het bouwen van een polderhuis
betreft is opgemerkt, dat een dergelijk plan
bij een architect thuis behoort. Bij bouw
van boerderijen is door de Adviescommissie
nooit gesproken over opdracht aan een ar
chitect. Het hier bedoelde argument is dan
ook onjuist.
Spr. ontkent ook dat hooge legcsgeldcn
worden veroorzaakt door de Adviescommis
sie. De leges zijn niet hooger dan elders en
bij opzegging van de Adviescommissie zullen
de leges blijven gelden, zij staan in een
koninklijk goedgekeurde verordening.
Dat. het werk van den aannemer onnoo
dig duurder wordt gemaakt door de Advies
commissie is niet voorgekomen. In zeer en
kele gevallen was het advies oorzaak dat
het werk duurder zou worden, maar dan
schreef de Adviescommissie het. er bij en
achtte zij nader overleg gewcnscht. Had de
aanvrager bezwaar, dan werd de bouwver
ordening geraadpleegd. Meer dan eenmaal
werden de bouwkosten dank zij het advies
der Adviescommissie minder.
In zijn zeer uitvoerig betoog deelt spr.
nog mee, hoe B. en W. voor den bouw van
de boerderij van Bos eischten een dak met
pannen gedekt, inplaats van met golfpla
ten.
Ook punt i ïs dus bezijden de waarheid,
zegt spr. Hoe komen de menschen dan toch
aan ai die beweringen? Waarschijnlijk zijn
ze zoo van zekere zijde geïnstrueerd, zegt
spr.
En als klap op de vuurpijl, zegt spr.,
diene, dat van de 12 onderteekenaars er 6
nooit, iets met de Adviescommissie fe ma
ken gehad hebben en toch hebben die het
adres onderteekend.
De heer Dignum: Collegialiteit.
De heer Doedens: De Adviescommissie
werkt ook over andere gemeenten.
De Voorzitter durft er om verwedden dat
die 6 nooit iets met de Adviecommissie te
maken hebben gehad. Van de 44 adviezen
die gevraagd zijn, zijn er 15 geweest die be
trekking hadden op plannen van de onder
teekenaars en spr. gaat dan uitvoerig na
op hoeveel van die 15 aanmerkingen zijn
gemaakt.
De slotsom van B. en W. is dat het jam
mer zou zijn, als de gemeente niet meer
aangesloten zou zijn bij de Adviescommis
sie. Het is niet bewezen dat de Commissie
belemmerend werkt, terwijl zij van groot
nut is. Spr. wil niet beweren, dat de com
missie volmaakt is, het blijft menschcn-
werk, doch zij heeft zegenend gewerkt.
Waar door den heer Jansma vorig maal
werd opgemerkt, dat als deze Adviescom
missie niet voldpet, de gemeente zich tot een
andere commissie kon wenden, merkt spr.
op, dat er geen andere commissie is.
B. en W. arlviseeren dus bij de Advies
commissie te blijven. Spr. uit er zijn ver
wondering over, dat. de heer Doom vóór den
uitgaafpost der Adviescommissie stemde en
nu het verzoek der raadsleden ondertee-
kende.
De heer Doom zegt, dat de Voorzitter
niet moet beginnen met verwarde bespre
kingen.
De Voorzitter wil er nogmaals den na
druk op leggen, dat straks bij hem geen
enkel dreigement heeft voorgezeten.
De wethouders beamen,
De heer Van der Sluijs doet nog uitko
men, dat B. en W. gewoonlijk s'Maandags-
middags vergaderen; komt er voor dien
tijd een bouwaanvrage, dan stuurt de Se
cretaris deze alvast naar de Adviescommis
sie en naar don gemeente-opzichter en als
de adviezen 's Maandags niet binnen zijn,
geven de wethouders aan Burgemeester en
Secretaris de vrijheid het bericht door te
zenden naar den aanvrager.
De heer Nannis zegt., dat de Voorzitter
zeer uitvoerig is geweest en de tolk van het
college van B. en W. is 'geweest.
Hard van stapel.
De heer Doedens merkt: op, dat de Voor
zitter nogal hard van stapel loopt, met zijn
dit is leugen en dat is leugen. Spr. wil dat.
woord tegenover den Burgemeester niet
gebruiken.
De Voorzitter: Dat kan U ook niet.
De heer Doedens vervolgt, dat de Voorzit
ter nu een.maal de nooden der middenstan
ders niet, kent; er is heel weinig of geen
werk voor de bouwvakarbeiders en de
Voorzitter weet toch zeker wel, dat, er wei
nig adviezen gevraagd worden, omdat er
weinig gebouwd wordt. Spr. wijdt uit over
zijn eigen ervaring, al is het dan niet in
deze gemeente, met de Adviescommissie,
en doet uitkamen dat. het juist, een grief is
geweest dat t.a.v. de ambtswoning van den
burgemeester de Adviescommissie niet is
gekend, maar het lid der Adviescommissie,
den heer Wieger Bruin, als architect in de
arm is genomen. Er is nohit door den Voor
zitter tof den Raad gezegd, dat de heer
Wieger Bruin de architect voor de ambts
woning zou worden.
Spr. doet uitkomen dat vroeger van den
oud-burgemeester de Moor en de wethou
ders de volle medewerking werd verkregen
als er spoed noodig was, nu is spr.'s erva-
ring, al is het dan buiten deze gemeente,
dat de aanvrage door de Adviescommissie
op niks af opgehouden wordt. De leges-
gelden zijn toch met 100 pet. verhoogd en
als het salaris van den Burgemeester met
5 pet. wordt verlaagd, dan praat de Voor
zitter daar een uur over. Dat de legesgel-
den elders hooger zijn, we hebben ons niet
fe vergelijken met eerste klas gemeenten.
De Voorzitter: Ik bedoel een Friesche plat
telandsgemeente, overeenkomende met de
onze. Ik kom met bewijzen.
De heer Doedens: Ja, U zegt. maar, dat
wij liegen, maar dan kunnen wij ons be
ter stil houden.
De Voorzitter zegt. gezegd te hebben dat
het een leugen is dat. de Adviescommissie
oorzaak is dat buitenlandsche producten
worden gebruikt inplaats van binnenland-
sche.
De heer Doedens zegt dat nu de Voorzit
ter liegt.
De Voorzitter weerspreekt dan weer de
opmerking als zou hij niet op de hoogte
zijn met. de nooden der middenstanders en
merkt op dat juist den laatsten tijd even
veel wordt gebouwd.
Een toon, die verre van fraai
was.
De heer Bruin zegt dat de Burgemeester
straks wel heeft gezegd dat zijn woorden
geen dreigement betee-kenden, maar de
toon was toch verre van fraai en ze leken
spr. wel degelijk een dreigement. Wat. spr,
als bestuurslid van den Polder met de Ad
viescommissie beleefd heeft, was buiten
gewoon onprettig. Door de Commissie wordt
nu wel een zoetsappig briefje geschreven,
maar het is jammer dat. spr. niet een an
deren brief bij zich heeft en andere be
stuursleden van den polder hier niet zijn.
Er is door de Adviescommissie duidelijk
betoogd, dat dergelijke werken niet door
den polderopzichter uitgevoerd kunnen wor
den, doch in handen van een architect be-
hooren.
En uit dat oogpunt houden ze zoowat al
len van dergelijke werken af, wat spr. vree-
seiijk vindt. In een onderhoud, dat. de heer
Kooij met. den voorzitter had, heeft dc voor
zitter gezegd: „Ik hou me stipt aan cle Ad
viescommissie.
De Voorzitter: Ik heb gezegd: Ik houd me
stipt aan de bouwverordening; dat is heel
iets anders.
De heer Bruin: Dan is dat zeker ook weer
een leugen.
De voorzitter zegt dat dit geen leugen be
hoeft te zijn: Het kan de heer Bruin ver
keerd overgebracht zijn: het kan een mis
verstand zijn.
Een bouwcomissie is gewenscht.
De heer Jansma doet uitkomen dat een
goede bouwcommissie gewenscht is: Het.
gaat hier in hoofdzaak tegen den architect
Wieger Bruin en daarbij in hoofdzaak over
het nieuwe polderhuis. Spr. kan zich inden
ken dat de Adviescommissie een dergelijk
bouwwerk liever in handen van een archi
tect had, de polderopzichter is wel bouw
foz/veefst is 4C utee*
en met hem de schoonmaak
kundige, doch geen architect en naar spr.ss
meening behoefde de heer Kooij ziclh een
dergelijke verklaring niet zoo aan te trek
ken. Spr. oordeelt dat er weinig feiten naar
voren zijn gebracht., waaruit zou moeten blij
ken, dat de gemeente niet hij de Adviescom
missie moet blijven. Een raadscommissie
acht spr. bezwaarlijk, thans zijn er wel des
kundigen in den raad, maar na een volgen
de verkiezing kan dat anders zijn. Spr. con
cludeert dat hij dus voor aansluiting bij de
Adviescommissie moest stemmen.
Een klomp geheeld.
De heer Veltman wijst op de afwijzende
houding die de heer Doorn nu aanneemt, in
tegenstelling met zijn stemmen voor den
betrokken uitgaafpost en waarom de heer
Dignum toen uitriep: „nu breekt mijn
klomp". De klomp van den heer Dignum is
dus nu zeker weer geheeld. Volgens de
Schager Courant is nu de heer Wieger Bruin
het hoofd van jut geworden. Spr. deelt mede
dat de raadsleden een afgevaardigde van de
aannemers thuis heben gehad, maar dat
van de grieven tegen de Adviescommissie
weinig is overgebleven. Spr. noemt het
bouwen te Oudesluis en meent dat tijdens
het aangesloten zijn bij de Adviescommissie
het houwen niet minder is geworden.
Waar die voorzitter het. bad over de
asbestplaten op de boerderij van Bos, heeft
het spr. bevreemd dat op de stal van Buis
man wel asbestplaten zijn gelegd.
De Voorzitter zegt dat het plan van de
schuur van Buisman niet voor de Advies
commissie is geweest, dat is er door geeglipt.
maar B. en W. zullen de wenk ter harte
nemen.
De Secretaris fluistert den Voorzitter in
het oor en deze vraagt nu of de schuur wel
in de gemeente Zijpe staat., want die aan
vrage is niet. door B. en W. behandeld.
De lieer Doekeais: Nu wordt het erger,
ér is gebouwd zonder, aanvrage.
De Voorzitter zal bet nakijken.
Een protest.
De heer Nannis protesteert tegen de op
merking dat B. en W. geen ruggegraat te
genover de adviescommissie zouden hebben.
B. cn W.'s beslissing is meerdere malen af
geweken van liet advies der Adviescommis
sie.
De heer Doom merkt op, dat eerst de
Burgemeester en daarna de heer Veltman
reppen over een gewijzigd standpunt. Spr.
vindt dat naïef. Want spr. moest wel voor
den hegroot.ingspost stemmen omdat de Ad
viescommissie toen bestond.
De hoer Veltman zegt dat. de heer Dig
num zich verwonderde over de houding van
den heer Doom en deze daarom uitriep, nu
breekt mijn klomp. Spr. heeft nu gezegd
dat de klomp van den heer Dignuim blijk
baar geheeld is.
De heer Doorn zegt dat na die vergade
ring, tijd genoeg verloopon is om te begrij
pen waarom spr. toen voor den post stem
de. Men zegt dat we alle dagen een goede
daad moeten vervullen.
Steeds heftiger wordt het debat.
Welnu laat de raad clan vandaag deze
goede daad doen, schaf de Adviescommis
sie af. We hebben die graaiers niet noodig
Door de Adviescommissie af te schaffen,
handelt men in den geest van een groep
arbeiders. „Help een goede geest te schep
pen en stem tegen de Adviescommissie, het
is een groote rotzooi."
De Voorzitter wil dit laten voor wat het
is. Spr. weet wel dat wij het met de ziens
wijze van den heer Doorn niet eens zijn.
De heer Doorn, heftig: Dat weet ik al 2
jaar
De Voorzitter hamert.
De heer Doorn, tot den Voorzitter: U
roeit altijd tegen den geest van de bevol
king. Feit op feit kan ik noemen dat alles
wat gij gedaan hebt mis is.
De Voorzitter: Ik weet wie 't zegt. De
geest van de ingezetenen is nooit tegen
de Adviescommissie geweest, want zij heb
ben er nooit last van ondervonden.
De heer Doorn: Vraag het de arbeiders in
de bouwvakken maar eens.
De heer Veltman wijst erop. dat hij geen
critiek op het voor of tegenstemmen van
den heer Doorn heeft uigeoefend, dat moet
deze zelf weten.
De Voorzitter tot den heer Veltman: Mag
ik U een goede raad geven. „Ga -niet op
hetgeen de heer Doorn zegt in.
De heer Van der Sluijs zegt dat als 't
waar is dat cle Adviescommissie oorzaak
is dat er niinder wordt gebouwd, dit een
vraagstuk zou zijn waar ernstig over ge
praat zou moeten worden, want dart, mag
nooit het geval zijn. De tijd is daar veel tc
precair voor. Een andere vraag echter is
of er geen andere oorzaken zouden zijn, als
duurdere materialen en het voortduren van
de crisis.
De Voorzitter geeft de verzekering dat de
Adviescommissie niet de oorzaak van min
der bouwen is.
De heer Doedens merkt op dat de heer
Veltman zelfs zegt dat er meer gebouwd is
onder cle Adviescommissie. Spr. wijst op de
groote werkloosheid onder cle bouwvakar
beiders.
De heer Veltman zegt dat het bouwen te
Oudesluis in de laatste 2 jaren wel uitge
wezen heeft, dat het bouwen niet wordt
tegengehouden door de Adviescommissie.
Over en weer gaan de opmerkingen van
de heeren Veltman en Doedens, maar de
voorzitter hamert en sluit de discussies.
Het resultaat dezer vergadering.
Tot stemming overgaande verklaren 6 le
den zich vóór anasluiting bij de Advies
commissie, tegen aapsluijing waren 5 lp-
den- nh de heeren Doorn, Doedens, Dig
num, Bos en Bruin.
Het gezond verstand zegeviert!
De Voorzitter dankt voor het genomen
besluit' en zegt, dat het gezond verstand
heeft gezegevierd.
Hierna sluiting.
ANGSTWEKKENDE TOENAME VAN HET
AANTAL ZEDEZAKEN.
Van de 8 op de strafrol geplaatste zaken
betroffen er 6 min of meer ernstige zede-
misdrijven.
In de eerste plaats cle 42-jarige broodventer
Siman D., te Den Helder, in voorarrest, mis-
dr. art. 247, wetb. v. strafrecht.
Gerrit A., beroepslooze grijsaard van 75
te Hoorn, in voorarrest, artikel 250 en 248
wetb. v. strafrecht.
3e Jacob G., zonder beroep, 42 jaar te
Helder in voorarrest art. 247, wetboek van
strafrecht.
4e Herman G., 62 jaar, boekhouder te Pur-
nierencl eveneens in voorarrest, art. 247,
vv. v. strafrecht.
5c Jacob Hendrik K, te Den Helder, niet
gedetineerd en in rechten bijgestaan door
Mr. Dr. Buiskool, adv. te Schagen, art. 239,
wetboek v. strafrecht
6e Jacobus de M., 'n 50 jarige als de bonte
hond bekende arbeider te Uitgeest, plegen
van niet nader te noemen handelingen met
kinderen, art. 247, wetb. v. strafrecht.
Hier is niets meer hij te voegen! Dit lijstje
spreekt voor zichzelf.
'n Twijfelachtige reclame-butler voor ile
stichting Parkzicht.
Onder directie van den heer Th. R., Js te
Huisduinen opgericht een tehuis voor oude
dames van standing, waar tamelijk druk
gebruik van werd gemaakt, want het logee-
ren is er perfect en de kost eveneens. Alleen
de huisknecht Jacobus V., deugde niet! Dat
heerschap souffreerde aan kleverige vingers
en verwekte door zijn permanente gaplust
heel wat. sensatie onder de oude dametjes.
De Sinclair had een pracht stof gohad voor
een humoristische roman!
Zoo raakte dan mevrouw de wed. Tiesink
—Neefjes op onverklaarbare manier 'n por-
temonnaie waarin een flapje van 10, kwijt.
De 76-jarige mevrouw Zwan—Witzenburg,
miste 2 hankhiljetjes van 10.—, mej. J. Visser
zelfs een flapje van 25 cn ook de jeugdige
dienstbode Annie. Nooij werd niet gespaard.
Het brave kind werd bestolen voor ruim
17 pop.
Het werd de Directie toch te machtig, zoo
diep kon men de duiten niet wegstoppen,
in het dressoir of in vazen, de geheimzinnige
dief wist het steeds te vinden.
Op initiatief van den directeur werd be
sloten, te trachten de gappende pensiongeest
in den val te lokken en als lokaas werd ge
bezigd een verleidelijk lapje van 25. Het ex
periment voldeed uitstekend. De dief liet
zich verleiden, werd op heeterdaad betrapt
en bleek dan te zijn, bovengem. huisknecht,
die na voorloopig onderzoek door de politie,
met bekwamen spoed op zijn beurt werd
ingedeeld als pensiongast, in het gerenom
meerde Hotel Hoevervaart en Alkmaarsche
Wasch- en Strijkinrichting-zicht, aldaar
Thans stond de simultaan-jatter terecht en
presentemie zich als een nette eenvoudige
jongeman, die de Rechtbank absoluut geen
moeite gaf, alles toegaf wat hem was- ten
laste gelegd en' alzoo heel veel kans scheen
te maken op een voorw. veroordeeling. Het
rapport, van mijnheer Wiggers luidde zeer
gunstig, maar men had helaas buiten den
waard in casu den officier mr. v. d. Feen
gerekend. In een requisitoir, waar geen
woord Fransch in voorkwam, verklaarde de
officier dat gesol met de voorw. veroordec-
ling beu te zijn. Er was hier naar zijn
meening geen enkele reden voor. Verdachte
had een gevangenisstraf door zijn schande
lijke steelzucht m. d. verdiend. Eerlijke men
schen snakken vergeefs naar zoo'n haantje.
De officier requireerde ten slotte een
onvoorw. gev. straf voor den tijd van 6 mnd.
DEN HELDER.
De maatschappij was evenwel
gedekt.
Naar eerst thans bekend wordt heeft zich
te ongeveer half Augustus in Den Helder een
geval van verduistering van verzekerings
penningen voorgedaan, waarvan de bekende
R.V.S. haast het slachtoffer geworden was.
De agent C. V. d. A., reeds jarenlang in
dienst bij de maatschappij, stond te boek als
een eerste klas kracht, van wien men niet
vermoedde, dat hij op finantieel gebied zou
derailleeren. Evenwel, het veelvuldig bezoek
van café's en het gebruik maken van de be
kende automaatjes' in die gelegenheden zijn
hem noodlottig geworden. Op zekeren dag
kon hij zijn verplichtingen jegens zijn firma
niet nakomen en bleek dat f 1100.te kort
was. Voor de maatschappij was het een ge
lukkige omstandigheid dat. de man een borg
som had staan en voorts enkele polissen op
eigen naam. Hierdoor was het mogelijk het
bedrag te dekken, terwijl de politie buiten
de affaire gehouden kon worden. V. d. A. die
gehuwd is en een gezin heeft, is naar Am
sterdam vertrokken*