Bijkomstig
heden
Borduren en ajouren
Fraaie lepels
Waar de Parijsche vrouw
haar toevlucht zoekt
verleenen de
mode karakter
Zaterdag 2 October 1937
Vierde blad
dienst. Het dient minder om het
kleedingstuk „warmer" te maken
dan om het een wintersch aanzien te
geven; het is minder nuttig dan wel
aangenaam voor het oog.
U spiegelt U in de knoopen van
Uw japon!
De knoopen, niet die der mantels, maar
die der japonnen, zijn voor een goed deel
heel origineel en vaak heel geestig en mooi.
Van de meest uiteenloopende stoffen zijn
ze vervaardigd. Er zijn gebeeldhouwde en
gelakte knoopen, knoopen van kurk met
metalen pailletten getooid, knoopen van ge
ciseleerd parelmoer, knoopen van gekleurd
glas, van stroo, van leder, knoopen die spie
geltjes zijn en waarin uw gezicht, zich tien
voudig weerkaatst ziet. En dan de vor
men!
Sommige knoopen vertoonen den
hartvorm en in het hart-van-het-
hart bloeit een blauw geluks-
bloempje, andere zijn kleine ster
ren, stralende versierselen op een
donkere robe, die als nachthemel-
achtergrond dienst moet doen, weer
andere hebben den vorm .van een
viool muzikale knoopen of van
en mandoline, nog andere doen
hun best op tropische vogeltjes, op
kolibri's vooral, te gelijken.
Er is waarlijk voor lederen smaak en het
was nooit gemakkelijker dan thans knoo
pen te étaleeren, die iets van uw voorkeur
en neigingen verraden.
Wie durft nog handschoenen
in één tint te dragen?
De handschoenen ondergaan de gevolgen
van den modernen hang naar tweekleurig
heid. Een paar handschoenen, dat alleen
maar zwart, beige of desnoods smaragd
groen is, begint oud-modisch aan te doen.
Chic is het een paar handschoenen in twee
tinten te dragen en die twee tinten moeten
dan zoo krachtig mogelijk contrasteeren.
Donderrood en biljartlaken-groen zijn vol
komen toelaatbaar, zoo goed als fuchsia en
bruin, grijs en bisschopspaars, zwart en
goud. Deze opstandige kleuren achten som
migen nog niet welsprekend genoeg. Ge
kleurd bont vervangt dan voor een der
tinten het leer en zoo kan het gebeuren
dat u een paar bruine handschoenen om
zoomd met fuchsia-kleurig molbont ont
moet. Hier beginnen do dwalingen.
Zakken in den vorm van wa-
1 r penschilden.
De zakken op robes en ensembles dienen
voornamelijk ornamentele doeleinden. Nu
eens hebben zij den vorm van wapenschil
den en zijn dan met borduursel in metaal
draad omzoomd, dan weer zijn ze vierkant
en „ingelijst". De zakjes op avondjaponnen
zijn vaak van parelmotiefjes voorzien of in
ieder geval van borduursels, die een „schit
terend" effect maken. Al deze zakken heb
ben niet het geringste practische nut en
kunnen derhalve in de oogen van schoon
heidsminnaars, die van de opvatting uit
gaan dat een deur een deur moet zijn en
een zak een zak, geen genade vinden. Wij,
vrouwen, zijn niet zoo streng. Hebben wij
onze handtasschen niet, waarin wij al het
de bijkomstigheden, die nieuw, verrassend,
amusant en zelfs belangrijk zijn.
De hoeden zijn, al geven ze zich den
schijn van modernisme, nogal histo
risch. Daar is het vilthoedje, waarop, als
een bliksemafleider, een lange rechte veer
priemt een gestyleerd 16e eeuwsch
hoofddeksel.
Daar zijn verder de politiemutsen
zeer oude bekenden, de „Afghaan-
sche" en huzarenmutsen van flu
weel of bont, de Perzische tulban
den, stoutmoediger dan vroeger ge
drapeerd, baretten in allerlei vor
men en de puntmutsen der „wijze
magiërs".
Is hierbij één hoofddeksel dat U niet kent
of dat uw moeder en grootmoeder niet her
kennen zouden? Vermoedelijk niet. En toch
is een hoed seizoen-1937 niet volkomen ge
lijk aan een hoed, die in een ander jaar
vervaardigd werd. Het is vaak uiterst moei
lijk te zeggen waarin het verschil zit. Maar
verschil is er. Een tulband van het. vorig
seizoen was anders gedrapeerd dan een van
dit; de windingen van de stof vertoonen
thans 'n groot ore stoutmoedigheid, ze doen
minder klassiek, minder Perzisch en meer
Fransch aan, ze zijn meer in overeenstem
ming met het luchthartige optimisme, waar
van men, ook al is er geen enkele reden toe,
tracht blijk 'te "géven, ciï keerén 'den rug toe
aan den Oosterschen ernst, waaruit de tul
band geboren werd.
De jaquette en de mantel probeeren de
idéé van eenvoud en onschuld te wekken.
Hoe ongekunstclder, hoe beter, hebben de
ontwerpers klaarblijkelijk gedacht, en zij
hebben ons overstroomd met Eton-kraagjes,
met militaire en vooral met „Leger des
Héils'-boordjes en, ten slotte, met revers-
stijl „directoire". Bij dien eenvoud past in
beginsel heel slecht al het bont waarmee
onze wintermantels overdadig versierd zijn.
Maar deze tegenstelling tusschen eenvoud
en weelde is voor de mode juist karakte
ristiek.
De bontversieringen zijn overal.
Het bont is in smalle reepjes ge
knipt en in sierlijke arabesken over
de donkere stof gelegd, het vormt
rosetten en het doet als sluiting
tian Bérard, is de man, die thans onbeperkt
de Haute Couture beheerscht. Wat Chris-
tian heden teekent, is morgen modern. De
wereld van de mode heeft zijn nieuwen
meester. Nog niet zoo lang geleden was
deze jonge man een van de onbekende
schilders van Montparnasse, totdat een
rijke aristocraat in zijn eigenaardige vrou
wenfiguren behagen schepte. Hij introdu
ceerde hem in de voorname kringien, waar
Bérard met zijn teekeningen spoedig op
gang maakte. De jonge man verklaarde
aan de toenmalige mode-ontwerpers van
Parijs 'don oorlog en won deze. Thans
betalen de groote modehuizen van Parijs
gaarne duizenden francs voor écn ontwerp
van Bérard!
Claire geneest de menschen van
hun liefdesverdriet.
Claire Langenot heeft een typisch
Parijsch idee gehad, om als geluk
brengende fee jonge menschen van
hun liefdesverdriet te genezen.
De jonge dame behoort nog niet zoo
lang tot de rijkste vrouwen van Parijs.
„Ik was een arm meisje, als alle honderd
duizenden, zooals men ze op straat aan
treft," verklaart Claire Langenot, die thans
een van de mooiste huizen van Parijs be
woont. „En ik weet nauwkeurig, dat voor
een heeleboel meisjes de armoede niet het
ergste is, maar wel een verdriet., waar
onder zij lijden. Wie van ons weet. niet,
wat het beteekent, ongelukkig verliefd te
zijn?"
Hoe zij te werk gaat.
Claire Langenot is ook niet op een zeer
alledaagsche wijze rijk geworden. Zij is
namelijk twee jaar geleden zoo gelukkig
geweest, den hoofdprijs van 3 millioen
francs in de Fransche loterij te winnen. Na
een reis rond de wereld heeft zij zich toen
te Parijs gevestigd en daar oen eigenaardi
ge inrichting in het leven geroepen. Jonge
meisjes, die door liefdesverdriet geneigd
zouden zijn, een einde aan haar leven te
maken, worden door een secretaris van
de millionaire bezocht, die haar het vol
gende aanbod doet: „Twee weken lang
zal iedere wensch van U, hoeveel het ook
kosten mag, vervuld worden." „Wie dan
echter nog niet hersteld is, kan ik ook niet
meer helpen," verklaarde Claire Langenot,
die zich tot taak gesteld beeft, jonge
menschen gelukkig te maken. Tot mijn ge
noegen kan ik zeggen, dat mijn geneeswijze,
tot nu toe goede gevolgen gehad heeft."
Een hoedgarneering, een
knoop, een tasch, de tint
van Uw handschoenen, de
vorm van Uw schoenhak
jes i a dat alles is zéér
belangrijk!
Het moge al waar zijn dat de stijl
van een seizoen door de „algemeene
lijn" onzer kleeding gekenschetst
wordt, even waar is dat het de klei
nigheden zijn, die een mode haar
karakter verleenen.
Algemeene lijnen zijn er maar weinig; de
couturiers zien zich altijd weer genoodzaakt
terug te grijpen op „lijnen", waarmee elk
die iets van costuumgeschiedenis weet, min
of meer vertrouwd is, maar de détails die
het toilet vervolmaken zijn altijd nieuw,
omdat de techniek steeds vorderingen maakt
cn omdat het publiek aan smaak en vin
dingrijkheid altijd strenger eisclien stelt.
Zoo spoedig een détail algemeen wordt
klemt de noodzakelijkheid het. door een an
der te vervangen. Wie het geld bezitten zich
„het nieuwste" aan te schaffen, stellen zich
alleen met het voorloopig-exclusieve tevre
den. De algemeene lijn is de lijn van ons
allen; tusschen het lichaam van een prinses
en dat van een sportlicvcnd dienstmeisje is
er geen noemenswaard verschil en de scrio-
japon vertoont even goed de karakteristie
ken van de seizoenmode als de origineelste
creatie. Zoo moet het oorspronkelijke ele
ment wel in de bijkomstigheden gezocht,
worden. Die zijn het welke de gratie van
een kleed bepalen en den goeden smaak van
de draagster of dien van haar coutu
rier in een .gunstig licht stellen,
- <".nvwv
Dienden de modetijdschriften
uit grootmoeders tijd den mode
ontwerpers tot richtsnoer?
Zonder meer kan worden toegegeven dat
de couturiers voor de algemeene lijn van
deze herfst- en wintermode weinig verras
sends gevonden hebben. Talrijke collecties
rieken naar de lamp cn naar lang-vergeelde
jaragangerl van grootmoederlijke modetijd
schriften en zelfs zijn er die zich maar met
groote moeite van het stof der eeuwen heb
ben kunnen ontdoen. Al deze collecties zou
den onder een hoofdje: ,;Niets nieuws on
der de zon", ondergebracht kunnen worden,
ware het niet dat nu en dan een waarlijk
modern détail prettig aandoet en verfris-
sching brengt zooals een oase waar een
bron borrelt., den reizigers in de dorre heete
.woestijn koele lafenis biedt.
Wijden wij daarom eenige aandacht aan
EEN PAAR SIERLIJKE LEPELS IN
ROESTVRIJ STAAL, DAT TEGENWOOR
DIG NIET ALLEEN IN DE KEUKEN GE
BRUIKT WORDT. DOCH OOK DEN
DISCH SIERT. ZOO AI S IIET ONDERSTE
PLAATJE MET HET MARCARONI-GAR-
MT UUR LAAT ZIEN,
Voor kinderkleertjes ideaal.
Borduur- en ajourwerk is een ge
liefde versiering voor kinderkleer-
i tjes. - Jurkjes, mantels, mutsjes, zelfs
slabbetjes en schoeisel behoeven
1- slechts deze eenvoudige garnee-
ring, om een alleraardigst effect te
sortceren.
Figuur 1 laat zien, hoe men een z.g.n.
Fransche borduursteek aanbrengt op een
ondergrond van gelijke kettingsteken.
Fig. 2 en 3 vertoonen het tot stand ko
men van een eenvoudig ajour-randje. Na
dat men een soort dradenraam gemaakt
heeft (door de weefsel-draden van links
naar rechts uit de stof te trekken; zie het
rechtergedeelte van fig. 2), neemt men met
de naald telkens een bundeltje draden op,
eerst aan de benedenzijde van het „raam",
dan aan de bovenzijde (fig. 3)."
Fig. 4 geeft een wat ingewikkelder pa
troontje. Als men den „slag" echter een
maal beet heeft, gaat ook dit aardige motief
zeer vlot. De kunst is, de dradenbundeltjes
telkens netjes in tweeën te verdeelen en
samen te knoopen; daardoor ontstaat de
zigzag.
Witte stof wordt voor nevenstaande klee-
dingstukken bij voorkeur gebruikt.
Zwart velours met Breitschivanz.
noodige bergen kunnen? Die handtasschen,
vooral de avondtasschen nemen de meest
onverwachte vormen aan. Er zijn er die
op miniatuur hoedendoozen gelijken, er
zijn er ook, die een waaiervorm hebben.
Maar een avondtaschje behoeft waarlijk
niet veel ruimte te bieden om volkomen
doelmatig te zijn.
Wonderlijke hakken.
Modekoning en goede fee
Op de bovenste verdieping van een
voornaam hotel te Parijs heeft een
jonge man zijn intrek genomen, die
zich bezig houdt met het ontwerpen
van de damesmode. Voor de teeke
ningen. die bij hem op tafel liggen,
zou menige dame uit Parijs, Wee-
nen of New York gaarne hooge be
dragen geven. Zij zou dan namelijk
de gelegenheid krijgen, reeds we
ken en maanden van te voren te
weten, met welk toilet zij den titel
van modekoningin zou kunrten ver
werven.
Duizenden francs voor één ont
werp van Bérard.
De schepper van deze teekeningen, Chris-
Bij dien eenvoud -past in be
ginsel heel slecht al het bont,
waarmee onze wintermantels
en avondjaponnen rijkelijk
gegarneerd zijn
De schoenen zijn in het algemeen minder
plathakkig dan een tijdlang het geval was.
De hak van gemiddelde hoogte wint ter
rein. Nieuw en amusant is dat die hak niet
glad en recht is, maar facetten vertoont
als een geslepen diamant. Zoo strekt de
nieuwe elegantie van de vrouw zich zelfs
tot de hakken van haar schoenen uit!
GERTRUDE.
Tweedeelig avondcostuum van fleschgroen
velours, waarop goudbruine bunzing