Geestelijk Leven
Onder Gods wet
Rook TRÏUMPH
Clinge Doorenbos zegt
Bond van Zuivelfabrieken
niet eensgezind
de 1 cent sigaret die
U kent als de beste!
Economische beschouwing
De werking van
ABDIJSIROOP
is versterkt!
Zaterdag 2 October 1937
Tweede blad
door ASTOR
Te midden van de geestelijke
verwarring in de wereld, waar
aan ook ons volk niet geheel ont
komt, is steeds dringender de
eisch, dat in wetgeving en be-
stuur voor alles Gods wet tot op
perste richtsnoer worde geno
men. In zijn algemeen karakter
zal het regeeringsbeicid het ken
merk dragen van een doelbewust
streven naar beveiliging en vei'-
steviging van de positief christe
lijke grondslagen onzer samen
leving.
Uit de troonrede van dit jaar.
Maakt u niet bezorgd, waarde lezers, als
gij hierboven een aanhaling ziet uit de on
langs uitgesproken troonrede. Ik ben lieusch
niet van plan om een politiek artikel te
schrijven.
Maar ik voel me verplicht uw aandacht te
vestigen op dat gedeelte der troonrede, wat
mij juist als schrijver van de „geestelijke
levens"! zéér bijzonder getroffen heeft.
Mijn eerste kennisneming met dit gewich
tige stuk, waarin jaarlijks de regeering bij
monde van de Koningin haar program en
haar richtlijnen voor het eerstvolgende par
lementaire jaar aan het volk bekend maakt,
had plaats op het Damrak in Amsterdam,
waar ik het achter een winkelruit zag han
gen; Een vreemde mijnheer stond naast mij
cn las met groote aandacht. Naar aanleiding
van wat ik als aanhaling boven dit artikel
plaatste, richtte ik me tot hem en maakte de
opmerking: „nu zal het goed worden; wij
komen onder Gods wet!"
De mijnheer reageerde op mijn opmerking
met twee woorden. Hij zeide niets anders
dan: „allemaal zwendel!"
Verder hebben wij niet met elkaar gepraat.
Ik ging mijns weegs. Hij de zijne. Maar dat
korte gezegde, dat schrijnend oordeel bleef
mij bij. Ik ging daarover nadenken.
Én een lastige vraag stuwde onweerstaan
baar in mij naar boven: had die mijnheer
gelijk?
Welk antwoord moest ik op die vraag ge
ven?
Zulk een troonrede wordt door de regee
ring opgesteld. Zou die regeering met bewust
heid iets zeggen wat zij niet meent alleen
maar om hef.-volk te misleiden?
■Die regeering bestaat uit menséhen, die
zich pósitieve (roomsche en protcstantsche)
christenen noemen, uit godsdienstige men-
schen. Is het aan te nemen, dat zij den gods
dienst slechts gebruiken als een vlag, die de
lading moet dekken? Wij moeten niet verge
ten dat deze mannen ongetwijfeld zich van
hun verantwoordelijkheid sterk bewust zijn
en dat. zij daarbij ten zeerste gehecht zijn
aan de kerk, waartoe zij behooren, aan de
dogma's waarin zij zijn opgevoed en die
daarom een deel van hun leven zijn gewor
den. Die dogma's zijn in hun leven vastge
groeid en zij zijn in die dogma's vastgegroeid.
Nu kunnen wij die dogma's wel verwerpen,
maar dit geeft ons nog niet het recht om te
zeggen, dat zij niet te goeder trouw zijn.
Daarom wil ik veronderstellen, dat zij eer
lijk zijn, wanneer zij voor het Nederlandsche
volk onomwonden uitspreken, dat Gods wet
tot opperste richtsnoer moet worden geno
men.
Mijn artikel heeft derhalve niet ten doel de
opstellers van de troonrede te bekritiseeren
ten opzichte van uiting in de gedane uitla
ting.
Ik heb iets anders op het oog.
Mijn bedoeling is, zoo mogelijk, eenige
klaarheid te brengen over de vraag wat wij
onder Gods wet hebben te verstaan.
Daarover loopen de meeningen sterk uit
een.-
Daar zijn er, die Gods wet zeggen te leeren
kennen uit het oude boek, uit den bijbel.
Voor hen is zoowel het Oude als het Nieuwe
Testament de „tolke Gods". Voor altijd heeft
God daarin zijn wil en wet aan de mensch-
heid kenbaar gemaakt Deze bijbel moet als
de waarheid worden aanvaard.
Anderen zijn van oordeel dat speciaal het
Nieuwe Testament moet worden beschouwd
als het fundament, van 'smenschen levens
opvatting. Zij verkondigen dat God op een
zeker tijdstip Christus op de aarde heeft
doen verschijnen en dat deze Christus in zijn
volheid moet worden aangenomen, wat be-
teekent dat Hij den mensch verandert, om
zet van een natuurlijk tot een geestelijk we
zen, wiens hoogste streven is gericht op rein
heid", rechtvaardigheid, lie'fde.
In het bijzonder legt de roomsch-katholieke
kerk daarnaast den nadruk op het leergezag
der kerk, waaronder wij hebben te verstaan,
dat. zij niet alleen vaststelt wat het ware
geloof is, maar ook naar welke zedelijke nor
men moet worden geleefd. Daarbij is haar
Uitgangspunt echter altijd weer: de bijbel.
Naast deze groepen, welke wij als positieve
christenen kunnen beschouwen, staan de
zich ook christenen noemende vrijzinnigen.
Zij aanvaarden den bijbel wel als een boek
van groote waarde, maar niet. als de abso
lute waarheid pii staan er dus kritisch tegen
over. Ook zij spreken van Gods wil en wet,
maar wat die wil en wel als inhoud hebben
wordt bepaald door eigen denken.
Daarbij beroepen zij zich ook wel op bij
belwoorden ter staving hunner opvatting,
echter alleen dan wanneer die woorden
vertolken wat zij langs den weg van het
persoonlijke denken zelf als waarheid mee-
aien te hebben gevonden.
Er zijn evenwel ook nog andere m.en-
schen. Ik denk aan hen, die het. bestaan
van een persoonlijken God ontkennen. Het
zijn de pantheïsten en de materialisten.
Van een God-wetgever kunnen zij niet
spreken. Toch staan zij niet ontkennend te
genover een algemeen geldende wil en wet
of beter gezegd: tegenover normen, die
moeten worden geëerbiedigd. Zij spreken
daarom niet, van Gods wet, maar dat is
eenvoudig een kwestie van uitdrukking,
van formuleering. In werkelijkheid doen zij
precies hetzelfde als de eerstgenoemde
groepen: zij erkennen dat de menschheid
zich heeft te houden aan zedelijke begin
selen.
En nu is dit heit verrassende, dat
die zedelijke beginselen bij alle
verschil, van godsdienst, of niet-
godsdienst volkomen met elkander
overeenstemmen.
Men moge deze beginselen terug
voeren tot den God, waarin men
gelooft of hun oorsprong vinden in
den geest van den mensch-zelf; zij
dragen eenzelfde karakter. Zij stel
len den eisch der liefde.
Hierover bestaat geen meeningsverschil.
Ik laat daar of die eisch wordt vervuld
Ik bezie alleen de theorie cn dan durf ik
het onomwonden uit te spreken, dat. alle
menschen, als zij eerlijk durven zijn, zullen
toegeven dat het hoogste zedelijke beginsel
is: de universecle mcnschenliefde.
(Velen hebben «de neiging om te spre
ken "van christelijke liefde. Ik begrijp dit
niet recht goed. Liefde is' liefde zonder
meer. Wij kunnen toch geen onderscheid
maken tusschon Joodscho, Mohammodaan-
sche, Christelijke of Boedhistische liefde).
Maar wat bedoelen wij nu, als wij van
liefde spreken en haar stellen als de nonm
der zedelijkheid? Mij dunkt niets anders
dan dit: de zuiver broederlijke verhouding
van mensch tót mensch.
Dit sluit in zich vóór alles: eerbied voor
het leven stoffelijk en geestelijk opge
vat, van den inedemensch.
Albert Schweitzcr (de man, die met vol
komen zelfverloochening zich wijdt aan
de negers in het Congo-gebied in Afrika)
heeft, het. zoo mooi gezegd: „Ethiek (zede
lijkheid) bestaat dus daarin, dat ik mij
gedwongen voel, om aan allen wil tot leven
denzelfden eerbied voorliet leven te-toonen
als aan mijn eigen levenswil. Daarmede is
het. logisch noodzakelijke grondbeginsel van
het zedelijke gegeven. Goed is leven behou
den en beschermen; slecht is, leven vernie
tigen en leven schaden.
Gods wet kan voor hen, die daarvan ge
wagen niet anders zijn dan de hoogste ze
delijke wet.
Dientengevolge zullen zij, die Gods wet.
tot opperste richtsnoer nemen, noodzakelijk
er toe moeten komen om het beginsel van
eerbied voor het leven d.i. het beginsel der
liefde te aanvaarden.
En dit in al zijn consequenties!
Ik laat het aan de lezers over om over
deze consequenties door te denken. Ik wil
er slechts dit van zeggen dat, wanneer zij
dit doen, zij zullen komen tot de pijnlijke
ervaring, dat onze gansche samenleving wat
haar structuur betreft de ontkenning van
het beginsel der liefde is.
Maar er is één ding waarop ik naar
aanleiding van de troonrede nader wil
wijzen.
De regeering wil Gods wet tot opperste
richtsnoer nemen; Gods wet is ook volgens
haar: de universeele liefde en diezelfde
regeering wil zoo spoedig mogelijk onze
weermacht versterken; de jaarlijk.sche lich
ting moet worden opgevoerd tot 32000 man;
de oefeningstijd cnoet worden verhoogd.
Ik laat hierbij buiten beschouwing, dat
de jaarlijksche kosten voor het leger daar
bij met ruim 17 millioen gulden stijgen en
dat er 22 millioen voor den bouw van ka
zernes zal worden besteed. Dit is de finan-
cieele kant van de kwestie en ik wensch
me .te bepalen bij den zedelijken kant.
Nederland gaat dus meedoen met den
krankzinnigen bewapeningswedloop. Neder
land, dat onder Gods wet wordt gesteld!
Want Nederland moet weerbaar zijn,
moet klaar zijn als er weer een oorlog los
barst.
Kan Gods wet dan oorlog voeren eischen?
Juist even voor ik dit artikel ging schrij
ven las ik in de N. R. C. een bericht uit
Engeland. Hier volgt het:
Lansbury's strijd tegen de bewapening.
In een rede voor een pacifistische
vereeniging heeft Lansbury gisteren
verklaard dat hij zich voortaan vrij
zou beschouwen van alle parlementaire
banden met de arbeiderspartij om den
strijd tegen de bewapening met meer
kracht te kunnen voeren. Lansbury
meende dat vele honderdduizenden le
den van de partij het standpunt van
de regeering in haar bewapeningspro-
gram te steunen niet dulden en dat zij
Het wonder van de Radio
Brengt telkens nieuwigheden;
Maar wie kan, telkens weer opnieuw,
Zijn geld daaraan &steden?
De DISTRIBUTIE kan dat wèl,
MOET steeds moderniseeren,
En U kunt als haar abonné,
Daarvan méé profiteeren.
(Nadruk verboden.)
Inderdaad zoo is het!!
Vraagt U eens vrijblijvend inlichtingen, het zal U zeker
meevallen.
Bet jaarverslag van den Bond
van Zuivelfabrieken. Gebrek
aan samenwerking Pasteuri-
salie van kaasmelk De zuivel
fabriek in de Wieringermeer.
Er worden soms geschriften gepubliceerd,
waarin zich een goed stuk van het econo
mische leven van een gebied weerspiegelt,
zonder dat de in hou d er van in tusschon in
wijden kring bekend wordt. Iets dergelijks
is het geval met hot jaarverslag van den
Boncl van op coöperatieven grondslag wer
kende zuivelfabrieken in Noord-Holland,
dat daarom voor ons aanleiding is tot en
kele beschouwingen.
We willen beginnen een beeld te geven
van den omvang van dit voor onze zuivel-
productic stellig zeer belangrijke lichaam
aan de hand van verschillende cijfers, die
we er in aantroffen.
De totale kaasproductie van Noord-Hol
land bedroeg in 1936 20.074392 kg. tegen
19.928.514 kg. in 1935. Deze kaas werd ge
maakt door 71 kaas- en boter fa b rieken10
kaasfabrieken en 342 zelfkarnende boeien.
Hoewel van deze kaasbéreidors slechts
40 lid waren van don Bond, produceerden
deze toch 62.9% van alle kans. terwijl 82.3%
van de in NoordHolland bereide boter voor
hun rekening kwam.
Voor deze boter en kaas, geproduceerd
door leden van don bond was noodig een
hoeveelheid melk van circa 173.752.000 kg.
Voor hot komend jaar zijn intusschen la
gere cijfei-s te verwachten, voornamelijk om
dat de groote zuivelfabriek te Stömpetorcn
uit het bondsverband is getreden. Op zich
zelf mag een dergelijk besluit, eenige be
vreemding verwekken. Men zou geneigd zijn
slechts op een leider wachtten om dit
„heen" krachtiger te doen hooren. Wat
nu weer in China gebeurde had spr.
overtuigd dat geen enkele regeering
haar militaire machten meer in haar
hand zou kunnen houden als de oorlog
eenmaal aan den" gang was en dat de
plechtigste verdragen nog veel minder
zouden worden nagekomen dan in 191-4
't geval was geweest. Dit waren echter
niet meer dan feitelijke beweegredenen
aan de practijk der oorlogsvoering ont
leend. Hooger stond voor spr. het theo
retische beginsel dat een oorlog een
misdaad was in elke omstandigheid en
dat geen staat het recht had haar jonge
onderdanen tot misdaad op te voeden
en af te richten.
Hier wordt duidelijke en kloeke taal ge
sproken.
Oorlog is misdaad, want oorlog beteekent
levensvernietiging.
En die misdaad wordt steeds meer geper
fectioneerd.,
In dezelfde courant las ik een bericht van
den oorlogscorrespondent Knickerbocker,
die op het oogenblik in China is. Hij be
schrijft den afgrijselijken strijd, die daar
wordt gevoerd o.m. op de volgende wijze:
„Tien machines vlogen over de am
bassadewij k aan den anderen kant
van den stad. De meeste inwoners
van Nanking verdwenen van de
straten. Zij, die geen onderkomen
konden vinden, verspreidden zich in
kleine groepen inde velden. De bom
menwerpers manoeuvreerden in per
fecte formatie ondanks het vuur der
afweerkanonnen. Een hom viel in het
midden van het veld, waarheen
groepen Chineezen gevlucht waren.
Men zag groote rookwolken opstijgen
en ledematen honderden voeten weg
slingeren. De centrale werd met bui
tengewone accuratesse gebombar
deerd. Eerst werd er een hoek afge
slagen, daarna werd de schoorsteen
geraakt en de derde hom drong in de
machinekamer door. Terwijl het
bommen regende trilde de aarde
aanhoudend. Ik kon de gewonde Chi
neezen zich door de velden zien
voortsleepen. Een oude vrouw, wier
voeten waren afgeschoten, kroop op
haar buik voort..."
Zoo is de oorlog.
En ik zou wel willen, dat ieder mensch
zich hiervan helder bewust werd. Bovenal
dat allen die in God geloovem zich in allen
ernst eens gingen afvpagen of Gods wet ooit
den oorlog kan voorschrijven. Gelukkig zijn
er nog die zich deze vraag stellen. Ik kreeg
juist eenige dagen geleden een brief van
iemand, die haar schrijven onderteekent met
het eenvoudige „een moeder". Zij richt zich
tot mij als een geloovige vrouw. Het is als
een kreet uit een gewond hart.. Zij schrijft
o.a. ,,'t Is niet voor me zelf, dat ik dit schrijf,
o neen, maar voor al die jonge levens, die
ze aanstonds als werktuig gaan gebruiken.
Laat diegenen, die 't roer in handen hebben,
daar toch eens voor goed van doordrongen
worden... Dat ze toch eens mochten beseffen,
wat oorlog voor een moeder en voor een
kind beteekent. Daarom moeders, zwijgt gij
allen nu toch niet langer; 't is nu toch hoog
tijd om te spreken".
Ik stol me voor dat door deze vrouw ver
tolkt wordt wat in tienduizenden vrouwen
en moederharten leeft.
aan te nemen, dat alle fabrieken er prijs
op zouden stellen, deel uit te maken van
een lichaam, dat zich bezighoudt met tal
van technische en organisatorische kwesties
als het organiseeren van stook- en vakcur
sussen, het bevorderen van de kvvaliteit
door voorlichting en keuringen, dat zich
bezighoudt met loonregelingen, watervoor
ziening der fabrieken, aankoop van bcnoo-
digdheden, laboratoriumonderzoek, kortom
bijna te veel om op te noemen. Daarnaast
is de Bond het aangewezen lichaam om de
belangen van den producent te behartigen
bij de regeering, iets wat in onze dagen van
overheidsbemoeiing meer en meer een
factor van gewicht is geworden.
Dit uittreden dunkt ons intusschen een
bevestiging te geven van den indruk, die
men op verschillende plaatsen van het ver
slag aantreft, namelijk, dat het in de op
perste regionen van den Bond alles behalve
pais en \ree is. Deze oneenigheid, die juist
in critieke en veelbewogen tijden, als we
thans doorleven, zooveel mogelijk behoorde
te worden vermeden, zal er ook wel toe
hebben bijgedragen dat de secretaris heeft
gemeend zijn functie tegen het einde van
het volgend jaar te moeten verlaten.
Nu zijn we do laatsten om te wenschen,
dat overal steeds volkomen eensgezindheid
van gedachten zou hcerschen. Op zichzelf
is dat een onmogelijkheid en ook verschil
van inzicht kan tot zeer goede resultaten
voeren. Daarvoor is echter noodig, dat bij
allen de bereid willigheid bestaat om eigen
vergissingen of fouten te willen erkennen
en niet, koste wat koste, de eigen, opvatting
door te drijven. Dat die bereidwilligheid
niet bijzonder groot is, wordt duidelijk, wan
neer men kennis neemrt van het oordeel, dat
de commissie voor de kaasbeurs uitspreekt
over de mislukking van die instelling en
dat volgt op een zeer objectieve beschou
wing van de hand van den secretaris zelf.
Objectief, niet omdat hij concludeert tot het
behoud van markt, doch omdat hij werkt
met. argumenten en omdat er welwillend
heid uit spreekt. Wanneer we van de be
wuste commissie lezen: „Gobrek aan samen-
werking, naast groote tegenwerking van
„de zijde van den handel en van de pers,
„welke laatste voortdurend getracht hoeft
„door onjuiste berichtgeving en beschouwing
„de niet ingewijden veehouders op haar
„hand te krijgen en daarin helaas voor een
„deel geslaagd is, hebben na een hoopvol
„begin de beurs doen afbrokkelen", dan
ademt dit, alles zoozeer gekrenkte eigenwaan
het getuigt zoo zeer van het niet verkie
zen ook maar een handbreed tegemoet te
willen komen aan de meenioigen van an
deren die intusschen trots alles zijn ge
bleken de juiste te zijn dat men zich niet
verwonderen over het „gebrek aan samen
werking dat blijkens de eigen woorden der
commissie in de geledoren van den Bond be
staat Menschen, die zich zelf als volkomen
onbuigbaar betoonen, zijn de laatsten om te
mogen verwachten, dat anderen zich voor
hen buigen. Toch is dit jammer, want het
voortbestaan van den Bond wordt er door
in gevaar gebracht.
Verschillende hoogst interessante kwesties
worden voorts in het verslag aangesneden
Vooral aan het pateuriseeren van de kaas-
melk wordt groote aandacht besteed, waar
bij er op wordt gewezen, hoe hierdoor aan
de kwaliteit groote schade wordt gedaan.
Terwijl voor de boter tot Controle van de
kwaliteit bij export werd besloten, zijn voor
kaas de grootst mogelijke vrijheden veroor
loofd en bestaan zeer ongewenschte toestan
den. „Alle bondswerk wordt ten slotte doel-
„loos, wanneer de kwaliteit der kaas op een
„dergelijke manier wordt bedorven", lezen
we in het verslag. Intusschen hebben we
niet den indruk, dat er dit opzicht veel
geschiedt. Uit het verslag althans krijgen
we niet den indruk. Waarom eigenlijk niet?
Heerscht ook hier de meergenoemde ver
deeldheid?
Zoo wordt bijvoorbeeld ook aangedrongen
op de algemeene ingebruiiknenjng yan een
Is niet de moeder de levenbrengster? Hoe
kan zij dan de levensvernietiging dulden?
Weet gij wat ik graag zou willen?
Ik zou zoo graag eens met onze ministers
willen praten van hart tot hart, eenvoudig
met hen als menschen en niet als excellen
ties.
Dan zou ik hun vragen: „Ach, lost toch
voor mij dat pijnlijke raadsel op, ik kan er
niet uitkomen. Gij wilt u stellen onder Go
wet. Maar hoe kunt gij daarmede rijmen de
aanvaardig van en de voorbereiding tot den
oorlog? Gij zijt wijze verstandige manuien en
zult zeggen dat waar de andere staten zich
steeds sterker bewapenen, Nederland niet
mag sterker blijven Kunt, gij dit verantwoor
den voor uw God, die liefde van U vraagt?
Of maakt gij scheiding tusschen den staats
man en den niensoh? En doet. Uw God dat
ook? En kent Uw God verschil tusschen vol
ken en volken? Wanneer gij neerzit in uwe
kerken en wanneer gij uwe gebeden uit en
vraagt om kracht, om sterkte omdat gij Gods
wet wilt eerbiedigen, komt dan nooit de ge
dachte bij u op, dat gij 't voor God hebt te
verantwoorden, dat gij uw volk dwingt om
mee te doen aan de razernij van het opzwe
pen van den militairen geest, dat gij dit volk
dwingt om eventueel mede schuldig te staan
aan den giuwe lij lesten aller misdaden? Gij
zijt Christenen nietwaar? Ach laat mij u
dan mogen herinneren aan wat geschreven
is door een uwer medechristenen, door E.
Stanley Jones, een bekenden wereld zende
ling, naar wiens rede in den Haag zelfs de
Koningin heeft geluisterd. Hij schreef
„Christus en de oorlog zijn onvereenigbaar.'
We moeten kiezen. En dan kies ik Christus.
Dus' veroordeel ik den oorlog. O Christus,
wij bidden U ons te helpen, dat de breuk
volledig zij. En help ons, anderen te hel
pen dat zij het licht mogen zien, totdat
we 'n wereld hebben zonder oorlog. Amen".
En wat bedoelt gij met de beveiliging en
de verstevening van de positief christelijke
grondslagen onzer samenleving? Nog eens:
ik kan er niet uitkomen. Verklaart mij toch
hoe een waarachtig Christen soldaat, offi
cier, generaal kan zijn, hoe hij met zuiver
geweten den oorlog voeren kan.
ASTOR.
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een natuur-genees-
middel, daar de werking in hoofd
zaak berust op de geneeskracht van
extracten, bereic^ uil reeds in oude
tijden bekende „genees-kruyden"
AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol
gens oud recept, is dus een aan de
natuur ontleend geneesmiddel I
De genezende, hoeslstillende,
slijmoplossende en kalmeerende
werking van de kruiden-extracten,
welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo
beroemd hebben gemankt, is thans
docr een nieuvre toevoeging vun
den bekenden Apotheker Dumont
nog sterker, nog sneller, nog
krachtiger en nóg doeltreffender!
ïen lepel AKKER'S ABDIJSIROOP
werkt thans 2 x zoo snel als vooraeenl
Een ongeëvenaarde werking tegen»
hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagde priizen zijn thans:
90 c». F 1.50 F 2.40 F 4.20
3 dagen 6 dagen 12 dagen 24 dagen
gebruik gebruik gebruik gebruik
De grootere flacons zijn bij
voortgezet gebruik voordeeliger!
DEN HELDER
botndsmerk dat de Edammer kaas door den
gebruiker onmiddellijk doet herkennen als
echte Noord-Hol landsche.
„Het bestuur heeft alle aandacht geschon
den aan het gebruik van kaasétiquetten,
„afkomstig uit Friesland, met het opschrift:
„Prima Hol l an dsche kaas" en met de af
beelding van 3 Volendammers en de Allc-
„maarsohe kaasmarkt. Daar hiertegen van
„rechtswege geen maatregelen bleken te
„kunnen worden genomen, geeft dit feit al-
Je aanleiding om de algemeene ingebruik-
„neming van ons bondsmerk N. H. te over-
wegen."
Merkwaardig! Die Friezen, die in het ge
wone leven nooit wenschen te worden ver
sleten voor een „Hollander", zien het nut
en de voordooien van de Alkmaarsche kaas
markt blijkbaar meer in, dan de Hollan
ders zelf.
Intusschen is het bondsmerk er, de nood
zakelijkheid om het in te voeren bestaat,
blijkens het bovenstaande te over. Tot dus
verre kon de bond eohter nog niet verder
komen dan „overwegen."
Al weer: verdeeldheid? Maar waarover dan
eigenlijk?.
Even willen we nog m«more.?iö-, i we
vinden over de zuivelfabriek in de Wierin-
germeer.
„De vele besprekingen hebben tot resul-
„taat gehad, dat in principe de stichting
„van een coöperatieve zuivelfabriek in de
„Wieringermeer wenschelijk werd erkend,
„omdat slechts hierdoor de eenheid in dit
„gebied voor de toekomst voldoende wordt
„gewaarborgd en de minimaal te verwach
ten hoeveelheid molk daartoe groot genoeg
„moet worden geacht..
„Voorloopig zal men zich echter moeten
„bepalen tot het. maken van een ontwen),
„teneinde de stichtingskoston ten naastenbij'
„te leeren kennen, waartoe de hulp van de
„bouwcommissie van den Bond zal worden
„ingeroepen."
Er zit dus vooruitgang in en op grond
van het bovenstaande zou men mogen con-
cludeeren, dat de stichting cener Coopera-
tieve Zuivelfabriek in de Wieringermeer als
vaststaand is te beschouwen.