Geestelijk Leven Onder Gods wet Rook TRÏUMPH Clinge Doorenbos zegt Bond van Zuivelfabrieken niet eensgezind de 1 cent sigaret die U kent als de beste! Economische beschouwing De werking van ABDIJSIROOP is versterkt! Zaterdag 2 October 1937 Tweede blad door ASTOR Te midden van de geestelijke verwarring in de wereld, waar aan ook ons volk niet geheel ont komt, is steeds dringender de eisch, dat in wetgeving en be- stuur voor alles Gods wet tot op perste richtsnoer worde geno men. In zijn algemeen karakter zal het regeeringsbeicid het ken merk dragen van een doelbewust streven naar beveiliging en vei'- steviging van de positief christe lijke grondslagen onzer samen leving. Uit de troonrede van dit jaar. Maakt u niet bezorgd, waarde lezers, als gij hierboven een aanhaling ziet uit de on langs uitgesproken troonrede. Ik ben lieusch niet van plan om een politiek artikel te schrijven. Maar ik voel me verplicht uw aandacht te vestigen op dat gedeelte der troonrede, wat mij juist als schrijver van de „geestelijke levens"! zéér bijzonder getroffen heeft. Mijn eerste kennisneming met dit gewich tige stuk, waarin jaarlijks de regeering bij monde van de Koningin haar program en haar richtlijnen voor het eerstvolgende par lementaire jaar aan het volk bekend maakt, had plaats op het Damrak in Amsterdam, waar ik het achter een winkelruit zag han gen; Een vreemde mijnheer stond naast mij cn las met groote aandacht. Naar aanleiding van wat ik als aanhaling boven dit artikel plaatste, richtte ik me tot hem en maakte de opmerking: „nu zal het goed worden; wij komen onder Gods wet!" De mijnheer reageerde op mijn opmerking met twee woorden. Hij zeide niets anders dan: „allemaal zwendel!" Verder hebben wij niet met elkaar gepraat. Ik ging mijns weegs. Hij de zijne. Maar dat korte gezegde, dat schrijnend oordeel bleef mij bij. Ik ging daarover nadenken. Én een lastige vraag stuwde onweerstaan baar in mij naar boven: had die mijnheer gelijk? Welk antwoord moest ik op die vraag ge ven? Zulk een troonrede wordt door de regee ring opgesteld. Zou die regeering met bewust heid iets zeggen wat zij niet meent alleen maar om hef.-volk te misleiden? ■Die regeering bestaat uit menséhen, die zich pósitieve (roomsche en protcstantsche) christenen noemen, uit godsdienstige men- schen. Is het aan te nemen, dat zij den gods dienst slechts gebruiken als een vlag, die de lading moet dekken? Wij moeten niet verge ten dat deze mannen ongetwijfeld zich van hun verantwoordelijkheid sterk bewust zijn en dat. zij daarbij ten zeerste gehecht zijn aan de kerk, waartoe zij behooren, aan de dogma's waarin zij zijn opgevoed en die daarom een deel van hun leven zijn gewor den. Die dogma's zijn in hun leven vastge groeid en zij zijn in die dogma's vastgegroeid. Nu kunnen wij die dogma's wel verwerpen, maar dit geeft ons nog niet het recht om te zeggen, dat zij niet te goeder trouw zijn. Daarom wil ik veronderstellen, dat zij eer lijk zijn, wanneer zij voor het Nederlandsche volk onomwonden uitspreken, dat Gods wet tot opperste richtsnoer moet worden geno men. Mijn artikel heeft derhalve niet ten doel de opstellers van de troonrede te bekritiseeren ten opzichte van uiting in de gedane uitla ting. Ik heb iets anders op het oog. Mijn bedoeling is, zoo mogelijk, eenige klaarheid te brengen over de vraag wat wij onder Gods wet hebben te verstaan. Daarover loopen de meeningen sterk uit een.- Daar zijn er, die Gods wet zeggen te leeren kennen uit het oude boek, uit den bijbel. Voor hen is zoowel het Oude als het Nieuwe Testament de „tolke Gods". Voor altijd heeft God daarin zijn wil en wet aan de mensch- heid kenbaar gemaakt Deze bijbel moet als de waarheid worden aanvaard. Anderen zijn van oordeel dat speciaal het Nieuwe Testament moet worden beschouwd als het fundament, van 'smenschen levens opvatting. Zij verkondigen dat God op een zeker tijdstip Christus op de aarde heeft doen verschijnen en dat deze Christus in zijn volheid moet worden aangenomen, wat be- teekent dat Hij den mensch verandert, om zet van een natuurlijk tot een geestelijk we zen, wiens hoogste streven is gericht op rein heid", rechtvaardigheid, lie'fde. In het bijzonder legt de roomsch-katholieke kerk daarnaast den nadruk op het leergezag der kerk, waaronder wij hebben te verstaan, dat. zij niet alleen vaststelt wat het ware geloof is, maar ook naar welke zedelijke nor men moet worden geleefd. Daarbij is haar Uitgangspunt echter altijd weer: de bijbel. Naast deze groepen, welke wij als positieve christenen kunnen beschouwen, staan de zich ook christenen noemende vrijzinnigen. Zij aanvaarden den bijbel wel als een boek van groote waarde, maar niet. als de abso lute waarheid pii staan er dus kritisch tegen over. Ook zij spreken van Gods wil en wet, maar wat die wil en wel als inhoud hebben wordt bepaald door eigen denken. Daarbij beroepen zij zich ook wel op bij belwoorden ter staving hunner opvatting, echter alleen dan wanneer die woorden vertolken wat zij langs den weg van het persoonlijke denken zelf als waarheid mee- aien te hebben gevonden. Er zijn evenwel ook nog andere m.en- schen. Ik denk aan hen, die het. bestaan van een persoonlijken God ontkennen. Het zijn de pantheïsten en de materialisten. Van een God-wetgever kunnen zij niet spreken. Toch staan zij niet ontkennend te genover een algemeen geldende wil en wet of beter gezegd: tegenover normen, die moeten worden geëerbiedigd. Zij spreken daarom niet, van Gods wet, maar dat is eenvoudig een kwestie van uitdrukking, van formuleering. In werkelijkheid doen zij precies hetzelfde als de eerstgenoemde groepen: zij erkennen dat de menschheid zich heeft te houden aan zedelijke begin selen. En nu is dit heit verrassende, dat die zedelijke beginselen bij alle verschil, van godsdienst, of niet- godsdienst volkomen met elkander overeenstemmen. Men moge deze beginselen terug voeren tot den God, waarin men gelooft of hun oorsprong vinden in den geest van den mensch-zelf; zij dragen eenzelfde karakter. Zij stel len den eisch der liefde. Hierover bestaat geen meeningsverschil. Ik laat daar of die eisch wordt vervuld Ik bezie alleen de theorie cn dan durf ik het onomwonden uit te spreken, dat. alle menschen, als zij eerlijk durven zijn, zullen toegeven dat het hoogste zedelijke beginsel is: de universecle mcnschenliefde. (Velen hebben «de neiging om te spre ken "van christelijke liefde. Ik begrijp dit niet recht goed. Liefde is' liefde zonder meer. Wij kunnen toch geen onderscheid maken tusschon Joodscho, Mohammodaan- sche, Christelijke of Boedhistische liefde). Maar wat bedoelen wij nu, als wij van liefde spreken en haar stellen als de nonm der zedelijkheid? Mij dunkt niets anders dan dit: de zuiver broederlijke verhouding van mensch tót mensch. Dit sluit in zich vóór alles: eerbied voor het leven stoffelijk en geestelijk opge vat, van den inedemensch. Albert Schweitzcr (de man, die met vol komen zelfverloochening zich wijdt aan de negers in het Congo-gebied in Afrika) heeft, het. zoo mooi gezegd: „Ethiek (zede lijkheid) bestaat dus daarin, dat ik mij gedwongen voel, om aan allen wil tot leven denzelfden eerbied voorliet leven te-toonen als aan mijn eigen levenswil. Daarmede is het. logisch noodzakelijke grondbeginsel van het zedelijke gegeven. Goed is leven behou den en beschermen; slecht is, leven vernie tigen en leven schaden. Gods wet kan voor hen, die daarvan ge wagen niet anders zijn dan de hoogste ze delijke wet. Dientengevolge zullen zij, die Gods wet. tot opperste richtsnoer nemen, noodzakelijk er toe moeten komen om het beginsel van eerbied voor het leven d.i. het beginsel der liefde te aanvaarden. En dit in al zijn consequenties! Ik laat het aan de lezers over om over deze consequenties door te denken. Ik wil er slechts dit van zeggen dat, wanneer zij dit doen, zij zullen komen tot de pijnlijke ervaring, dat onze gansche samenleving wat haar structuur betreft de ontkenning van het beginsel der liefde is. Maar er is één ding waarop ik naar aanleiding van de troonrede nader wil wijzen. De regeering wil Gods wet tot opperste richtsnoer nemen; Gods wet is ook volgens haar: de universeele liefde en diezelfde regeering wil zoo spoedig mogelijk onze weermacht versterken; de jaarlijk.sche lich ting moet worden opgevoerd tot 32000 man; de oefeningstijd cnoet worden verhoogd. Ik laat hierbij buiten beschouwing, dat de jaarlijksche kosten voor het leger daar bij met ruim 17 millioen gulden stijgen en dat er 22 millioen voor den bouw van ka zernes zal worden besteed. Dit is de finan- cieele kant van de kwestie en ik wensch me .te bepalen bij den zedelijken kant. Nederland gaat dus meedoen met den krankzinnigen bewapeningswedloop. Neder land, dat onder Gods wet wordt gesteld! Want Nederland moet weerbaar zijn, moet klaar zijn als er weer een oorlog los barst. Kan Gods wet dan oorlog voeren eischen? Juist even voor ik dit artikel ging schrij ven las ik in de N. R. C. een bericht uit Engeland. Hier volgt het: Lansbury's strijd tegen de bewapening. In een rede voor een pacifistische vereeniging heeft Lansbury gisteren verklaard dat hij zich voortaan vrij zou beschouwen van alle parlementaire banden met de arbeiderspartij om den strijd tegen de bewapening met meer kracht te kunnen voeren. Lansbury meende dat vele honderdduizenden le den van de partij het standpunt van de regeering in haar bewapeningspro- gram te steunen niet dulden en dat zij Het wonder van de Radio Brengt telkens nieuwigheden; Maar wie kan, telkens weer opnieuw, Zijn geld daaraan &steden? De DISTRIBUTIE kan dat wèl, MOET steeds moderniseeren, En U kunt als haar abonné, Daarvan méé profiteeren. (Nadruk verboden.) Inderdaad zoo is het!! Vraagt U eens vrijblijvend inlichtingen, het zal U zeker meevallen. Bet jaarverslag van den Bond van Zuivelfabrieken. Gebrek aan samenwerking Pasteuri- salie van kaasmelk De zuivel fabriek in de Wieringermeer. Er worden soms geschriften gepubliceerd, waarin zich een goed stuk van het econo mische leven van een gebied weerspiegelt, zonder dat de in hou d er van in tusschon in wijden kring bekend wordt. Iets dergelijks is het geval met hot jaarverslag van den Boncl van op coöperatieven grondslag wer kende zuivelfabrieken in Noord-Holland, dat daarom voor ons aanleiding is tot en kele beschouwingen. We willen beginnen een beeld te geven van den omvang van dit voor onze zuivel- productic stellig zeer belangrijke lichaam aan de hand van verschillende cijfers, die we er in aantroffen. De totale kaasproductie van Noord-Hol land bedroeg in 1936 20.074392 kg. tegen 19.928.514 kg. in 1935. Deze kaas werd ge maakt door 71 kaas- en boter fa b rieken10 kaasfabrieken en 342 zelfkarnende boeien. Hoewel van deze kaasbéreidors slechts 40 lid waren van don Bond, produceerden deze toch 62.9% van alle kans. terwijl 82.3% van de in NoordHolland bereide boter voor hun rekening kwam. Voor deze boter en kaas, geproduceerd door leden van don bond was noodig een hoeveelheid melk van circa 173.752.000 kg. Voor hot komend jaar zijn intusschen la gere cijfei-s te verwachten, voornamelijk om dat de groote zuivelfabriek te Stömpetorcn uit het bondsverband is getreden. Op zich zelf mag een dergelijk besluit, eenige be vreemding verwekken. Men zou geneigd zijn slechts op een leider wachtten om dit „heen" krachtiger te doen hooren. Wat nu weer in China gebeurde had spr. overtuigd dat geen enkele regeering haar militaire machten meer in haar hand zou kunnen houden als de oorlog eenmaal aan den" gang was en dat de plechtigste verdragen nog veel minder zouden worden nagekomen dan in 191-4 't geval was geweest. Dit waren echter niet meer dan feitelijke beweegredenen aan de practijk der oorlogsvoering ont leend. Hooger stond voor spr. het theo retische beginsel dat een oorlog een misdaad was in elke omstandigheid en dat geen staat het recht had haar jonge onderdanen tot misdaad op te voeden en af te richten. Hier wordt duidelijke en kloeke taal ge sproken. Oorlog is misdaad, want oorlog beteekent levensvernietiging. En die misdaad wordt steeds meer geper fectioneerd., In dezelfde courant las ik een bericht van den oorlogscorrespondent Knickerbocker, die op het oogenblik in China is. Hij be schrijft den afgrijselijken strijd, die daar wordt gevoerd o.m. op de volgende wijze: „Tien machines vlogen over de am bassadewij k aan den anderen kant van den stad. De meeste inwoners van Nanking verdwenen van de straten. Zij, die geen onderkomen konden vinden, verspreidden zich in kleine groepen inde velden. De bom menwerpers manoeuvreerden in per fecte formatie ondanks het vuur der afweerkanonnen. Een hom viel in het midden van het veld, waarheen groepen Chineezen gevlucht waren. Men zag groote rookwolken opstijgen en ledematen honderden voeten weg slingeren. De centrale werd met bui tengewone accuratesse gebombar deerd. Eerst werd er een hoek afge slagen, daarna werd de schoorsteen geraakt en de derde hom drong in de machinekamer door. Terwijl het bommen regende trilde de aarde aanhoudend. Ik kon de gewonde Chi neezen zich door de velden zien voortsleepen. Een oude vrouw, wier voeten waren afgeschoten, kroop op haar buik voort..." Zoo is de oorlog. En ik zou wel willen, dat ieder mensch zich hiervan helder bewust werd. Bovenal dat allen die in God geloovem zich in allen ernst eens gingen afvpagen of Gods wet ooit den oorlog kan voorschrijven. Gelukkig zijn er nog die zich deze vraag stellen. Ik kreeg juist eenige dagen geleden een brief van iemand, die haar schrijven onderteekent met het eenvoudige „een moeder". Zij richt zich tot mij als een geloovige vrouw. Het is als een kreet uit een gewond hart.. Zij schrijft o.a. ,,'t Is niet voor me zelf, dat ik dit schrijf, o neen, maar voor al die jonge levens, die ze aanstonds als werktuig gaan gebruiken. Laat diegenen, die 't roer in handen hebben, daar toch eens voor goed van doordrongen worden... Dat ze toch eens mochten beseffen, wat oorlog voor een moeder en voor een kind beteekent. Daarom moeders, zwijgt gij allen nu toch niet langer; 't is nu toch hoog tijd om te spreken". Ik stol me voor dat door deze vrouw ver tolkt wordt wat in tienduizenden vrouwen en moederharten leeft. aan te nemen, dat alle fabrieken er prijs op zouden stellen, deel uit te maken van een lichaam, dat zich bezighoudt met tal van technische en organisatorische kwesties als het organiseeren van stook- en vakcur sussen, het bevorderen van de kvvaliteit door voorlichting en keuringen, dat zich bezighoudt met loonregelingen, watervoor ziening der fabrieken, aankoop van bcnoo- digdheden, laboratoriumonderzoek, kortom bijna te veel om op te noemen. Daarnaast is de Bond het aangewezen lichaam om de belangen van den producent te behartigen bij de regeering, iets wat in onze dagen van overheidsbemoeiing meer en meer een factor van gewicht is geworden. Dit uittreden dunkt ons intusschen een bevestiging te geven van den indruk, die men op verschillende plaatsen van het ver slag aantreft, namelijk, dat het in de op perste regionen van den Bond alles behalve pais en \ree is. Deze oneenigheid, die juist in critieke en veelbewogen tijden, als we thans doorleven, zooveel mogelijk behoorde te worden vermeden, zal er ook wel toe hebben bijgedragen dat de secretaris heeft gemeend zijn functie tegen het einde van het volgend jaar te moeten verlaten. Nu zijn we do laatsten om te wenschen, dat overal steeds volkomen eensgezindheid van gedachten zou hcerschen. Op zichzelf is dat een onmogelijkheid en ook verschil van inzicht kan tot zeer goede resultaten voeren. Daarvoor is echter noodig, dat bij allen de bereid willigheid bestaat om eigen vergissingen of fouten te willen erkennen en niet, koste wat koste, de eigen, opvatting door te drijven. Dat die bereidwilligheid niet bijzonder groot is, wordt duidelijk, wan neer men kennis neemrt van het oordeel, dat de commissie voor de kaasbeurs uitspreekt over de mislukking van die instelling en dat volgt op een zeer objectieve beschou wing van de hand van den secretaris zelf. Objectief, niet omdat hij concludeert tot het behoud van markt, doch omdat hij werkt met. argumenten en omdat er welwillend heid uit spreekt. Wanneer we van de be wuste commissie lezen: „Gobrek aan samen- werking, naast groote tegenwerking van „de zijde van den handel en van de pers, „welke laatste voortdurend getracht hoeft „door onjuiste berichtgeving en beschouwing „de niet ingewijden veehouders op haar „hand te krijgen en daarin helaas voor een „deel geslaagd is, hebben na een hoopvol „begin de beurs doen afbrokkelen", dan ademt dit, alles zoozeer gekrenkte eigenwaan het getuigt zoo zeer van het niet verkie zen ook maar een handbreed tegemoet te willen komen aan de meenioigen van an deren die intusschen trots alles zijn ge bleken de juiste te zijn dat men zich niet verwonderen over het „gebrek aan samen werking dat blijkens de eigen woorden der commissie in de geledoren van den Bond be staat Menschen, die zich zelf als volkomen onbuigbaar betoonen, zijn de laatsten om te mogen verwachten, dat anderen zich voor hen buigen. Toch is dit jammer, want het voortbestaan van den Bond wordt er door in gevaar gebracht. Verschillende hoogst interessante kwesties worden voorts in het verslag aangesneden Vooral aan het pateuriseeren van de kaas- melk wordt groote aandacht besteed, waar bij er op wordt gewezen, hoe hierdoor aan de kwaliteit groote schade wordt gedaan. Terwijl voor de boter tot Controle van de kwaliteit bij export werd besloten, zijn voor kaas de grootst mogelijke vrijheden veroor loofd en bestaan zeer ongewenschte toestan den. „Alle bondswerk wordt ten slotte doel- „loos, wanneer de kwaliteit der kaas op een „dergelijke manier wordt bedorven", lezen we in het verslag. Intusschen hebben we niet den indruk, dat er dit opzicht veel geschiedt. Uit het verslag althans krijgen we niet den indruk. Waarom eigenlijk niet? Heerscht ook hier de meergenoemde ver deeldheid? Zoo wordt bijvoorbeeld ook aangedrongen op de algemeene ingebruiiknenjng yan een Is niet de moeder de levenbrengster? Hoe kan zij dan de levensvernietiging dulden? Weet gij wat ik graag zou willen? Ik zou zoo graag eens met onze ministers willen praten van hart tot hart, eenvoudig met hen als menschen en niet als excellen ties. Dan zou ik hun vragen: „Ach, lost toch voor mij dat pijnlijke raadsel op, ik kan er niet uitkomen. Gij wilt u stellen onder Go wet. Maar hoe kunt gij daarmede rijmen de aanvaardig van en de voorbereiding tot den oorlog? Gij zijt wijze verstandige manuien en zult zeggen dat waar de andere staten zich steeds sterker bewapenen, Nederland niet mag sterker blijven Kunt, gij dit verantwoor den voor uw God, die liefde van U vraagt? Of maakt gij scheiding tusschen den staats man en den niensoh? En doet. Uw God dat ook? En kent Uw God verschil tusschen vol ken en volken? Wanneer gij neerzit in uwe kerken en wanneer gij uwe gebeden uit en vraagt om kracht, om sterkte omdat gij Gods wet wilt eerbiedigen, komt dan nooit de ge dachte bij u op, dat gij 't voor God hebt te verantwoorden, dat gij uw volk dwingt om mee te doen aan de razernij van het opzwe pen van den militairen geest, dat gij dit volk dwingt om eventueel mede schuldig te staan aan den giuwe lij lesten aller misdaden? Gij zijt Christenen nietwaar? Ach laat mij u dan mogen herinneren aan wat geschreven is door een uwer medechristenen, door E. Stanley Jones, een bekenden wereld zende ling, naar wiens rede in den Haag zelfs de Koningin heeft geluisterd. Hij schreef „Christus en de oorlog zijn onvereenigbaar.' We moeten kiezen. En dan kies ik Christus. Dus' veroordeel ik den oorlog. O Christus, wij bidden U ons te helpen, dat de breuk volledig zij. En help ons, anderen te hel pen dat zij het licht mogen zien, totdat we 'n wereld hebben zonder oorlog. Amen". En wat bedoelt gij met de beveiliging en de verstevening van de positief christelijke grondslagen onzer samenleving? Nog eens: ik kan er niet uitkomen. Verklaart mij toch hoe een waarachtig Christen soldaat, offi cier, generaal kan zijn, hoe hij met zuiver geweten den oorlog voeren kan. ASTOR. De vanouds beroemde AKKER's ABDIJSIROOP is een natuur-genees- middel, daar de werking in hoofd zaak berust op de geneeskracht van extracten, bereic^ uil reeds in oude tijden bekende „genees-kruyden" AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol gens oud recept, is dus een aan de natuur ontleend geneesmiddel I De genezende, hoeslstillende, slijmoplossende en kalmeerende werking van de kruiden-extracten, welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo beroemd hebben gemankt, is thans docr een nieuvre toevoeging vun den bekenden Apotheker Dumont nog sterker, nog sneller, nog krachtiger en nóg doeltreffender! ïen lepel AKKER'S ABDIJSIROOP werkt thans 2 x zoo snel als vooraeenl Een ongeëvenaarde werking tegen» hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar loosde verkoudheid, griep, influenza. De verlaagde priizen zijn thans: 90 c». F 1.50 F 2.40 F 4.20 3 dagen 6 dagen 12 dagen 24 dagen gebruik gebruik gebruik gebruik De grootere flacons zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger! DEN HELDER botndsmerk dat de Edammer kaas door den gebruiker onmiddellijk doet herkennen als echte Noord-Hol landsche. „Het bestuur heeft alle aandacht geschon den aan het gebruik van kaasétiquetten, „afkomstig uit Friesland, met het opschrift: „Prima Hol l an dsche kaas" en met de af beelding van 3 Volendammers en de Allc- „maarsohe kaasmarkt. Daar hiertegen van „rechtswege geen maatregelen bleken te „kunnen worden genomen, geeft dit feit al- Je aanleiding om de algemeene ingebruik- „neming van ons bondsmerk N. H. te over- wegen." Merkwaardig! Die Friezen, die in het ge wone leven nooit wenschen te worden ver sleten voor een „Hollander", zien het nut en de voordooien van de Alkmaarsche kaas markt blijkbaar meer in, dan de Hollan ders zelf. Intusschen is het bondsmerk er, de nood zakelijkheid om het in te voeren bestaat, blijkens het bovenstaande te over. Tot dus verre kon de bond eohter nog niet verder komen dan „overwegen." Al weer: verdeeldheid? Maar waarover dan eigenlijk?. Even willen we nog m«more.?iö-, i we vinden over de zuivelfabriek in de Wierin- germeer. „De vele besprekingen hebben tot resul- „taat gehad, dat in principe de stichting „van een coöperatieve zuivelfabriek in de „Wieringermeer wenschelijk werd erkend, „omdat slechts hierdoor de eenheid in dit „gebied voor de toekomst voldoende wordt „gewaarborgd en de minimaal te verwach ten hoeveelheid molk daartoe groot genoeg „moet worden geacht.. „Voorloopig zal men zich echter moeten „bepalen tot het. maken van een ontwen), „teneinde de stichtingskoston ten naastenbij' „te leeren kennen, waartoe de hulp van de „bouwcommissie van den Bond zal worden „ingeroepen." Er zit dus vooruitgang in en op grond van het bovenstaande zou men mogen con- cludeeren, dat de stichting cener Coopera- tieve Zuivelfabriek in de Wieringermeer als vaststaand is te beschouwen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5