Verkeersdrama's RADIO Attentie! Wielrijders! Automobilisten! Het verboden grondgebied Iedgar rice| Iburroughs! Weekend met twaalf ge wonden en twee dooden PROGRAMMA GEÏLLUSTREERD i VERVOLGVERHAAL j DOOR: No. 43. Van de troep apen, waartoe Tar- zan behoorde, was, na Tarzan's ver trek Terkoz koning geworden, een wrede en wispelturige leider. In wanhoop hadden de apen besloten hem uit te stoten. Op zekere dag toen hij naar de troep terugkwam, sprongen vijf grote, harige beesten op hem af. In zijn hart was Tarkoz een lafaard. Hij wilde niet vechten en gedood worden, daarom vluchtte hij, vol woede en haat de jungle in. Vele dagen liep hij doelloos rond, zwaaide zich van boom tot boom, totdat dit vreselijke beest plotseling de twee vrouwen zag. Hij was vlak boven haar, toen Jane hem zag, zijn wrede kop vlak bij haar gezicht Een luide gil ontsnapte haar, maar op dat ogenblik sloeg het dier zijn arm om haar heen. Hij pakte haar op en klom met haar door de bomen. Jane verloor het bewustzijn niet, toen ze steeds dieper het ondoordringbare woud in werd gedragen. De gil had Clayton bereikt en deze spoedde zich zo snel mogelijk door het kreupel hout en vond daar Esmeralda. Ook Tarzan van de Apen verscheen on middellijk en begreep weldra wat er gebeurd was. Hij begaf zich onmid- dellijk op weg. Hij volgde het spoor van Terkoz en zijn prooi. Terkoz hoorde het en haastte zich nog meer. Drie kilometer had hfl afgelegd, voordat Tarzan hem zag. Toen hij begreep, dat vluchten nutteloos was, klom Terkoz naar omlaag. Tarzan sprong als een luipaard naar de open ruimte. 'Terkoz keerde zich om, hij wilde vechten voor zijn buit. (Nieuwe spelling). Chauifeuse rijdt met auto de trambaan op en ontwrichtte een lichtmast. Op den Haarlemmerweg nabij het kruit huis te Amsterdam is Zaterdagavond een auto, waarmee twee verpleegsters van Am sterdam op weg waren naar Haarlem, op onverklaarbare wijze plotseling naar rechts afgeweken en op de trambaan van de Nd.- Zd.hollandsche tram terechtgekomen. De auto reed twee paaltjes omver en botste te gen een lichtmast, die ontzet werd. De wa gen zelf werd van voren geheel in elkaar gedrukt. De verpleegster, die chauffeerde, werd ernstig gewond en moest met een sche- delbasisfractuur naar het Wilhelminagast- liuis worden overgebracht, terwijl de tweede verpleegster lichte kwetsuren opliep. De auto is voor nader onderzoek door de politie in beslag genomen. In volle vaart tegen verkeerspaal. Motorongeluk bij Oegstgeest. In den vorigen nacht omstreeks twee uur reed de 19-jarige motorrijder K. van Vure met als duopassagiere de 24-jarige mej. E. I. L. van Niel, beiden uit Den Haag, over den nieuwen rijksweg richting Den Haag. Bij het Rijnzichtviaduct waar de weg zich splitst in de richting Leiden en Oegstgeest, is de motorrijder, door een tegen ligger ver blind, den weg kwijtgeraakt en in volle vaart tegen een verkeerspaal opgereden. Van V., die bewusteloos bleef liggen, is met een zware hersenschudding en eenige andere verwondingen naar het Academisch ziekenhuis te Leiden vervoerd. Mej. van N., wier verwondingen zich eerst niet ernstig lieten aanzien, is naar haar wo ning te Den Haag vervoerd, waar bleek dat haar toestand ernstiger was dan men dacht. Het motorrijwiel werd zwaar beschadigd. NIET WIJFELEN BIJ OVERSTEKEN. Vijftig liter melk over de straat. Zaterdagavond om half acht naderde uit de Tweede Constantijn Huygenstraat te Am sterdam van den kant van die Vondelkerk een meisje per rijwiel den Overtoom. Zij wilde dezen drukken weg oversteken, doch aarzelde toon zij een met bussen melk geladen auto zag aankomen. Plotseling reed zij echter door. De auto was op dat oogenblik zoo dicht genaderd, dat de be stuurder om een aanrijding te voorkomen, een zeer scherpe bocht naar links maakte met het gevolg, dat die wagen omsloeg en de lading, vijftig liter volle melk over het asfalt werd uitgestort. Het onvoorzichtige meisje kreeg, ondanks deze manoeuvre, welke haar het leven redde een klap van de auto, waardoor zij viel en een lichte hersenschudding bekwam. De ge neeskundige dienst heeft haar naar huis gebracht. De bestuurder van de auto kwam miet den schrik vrij. Een naast hem. gezeten jongen liep een buil aan het voorhoofd op. GEWAAGDE MANOEUVRE. Gewond. Gistermiddag om een uur is op de Mer- wedebrug in de Muiderstraatweg 'n onge luk gebeurd, waarbij de motorrijder T. uit Den Haag ernstig gewond. T. probeerde tusschen twee auto's door te rijden. Hierbij werd zijn linkervoet door het spatbord van de eene auto gegrepen en afgereden. Tevens bekwam hij een fractuur aan zijn onderhand, een dijbeenfractuur en een slagaderlijke bloeding aan zijn been, alsmede een kleinere wonde aan zijn ge zicht. Het slachtoffer is in zorgwekkenden toe stand naar het Onze Lieve Vrouwengast huis te Amsterdam vervoerd. Auto rijdt op zes wielrijders in. Gisteravond om half twaalf is op het Streekje te Wildervank een auto ingereden op een groep van zes wielrijders. Allen vie len tegen den grond. Het bleek dat vier hun ner min of meer ernstig waren gewond. Het waren de heeren G. Oosting en A. Bekker, uit Muntendam en J. Bloem en mej. Pomp, beiden uit Stadskanaal. Nadat geneeskundige hulp was verleend, zijn de slachtoffers per ziekenauto overge bracht naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen. Voorrangsweg onvoorzichtig over gestoken. Zaterdagavond is de dertigjarige verpleeg ster B. Smit van de Weesinrichting te Neer bosch bij Nijmegen op den straatweg Nijme genDen Bosch door een auto aangereden. Mejuffrouw Smit fietste langs het kanaal en wilde den hoofdweg, een voorrangsweg, over steken. Terzelfder tijd naderde uit de rich ting Nijmegen een auto, bestuurd door den heer J. H. H. Scholten, tandarts te Oldenzaal, in gewone vaart. De bestuurder zag het gevaar doch kon niet tijdig genoeg meer remmen. De wielrijdster werd ge grepen en eenige nieters meege sleurd. De automobilist stopte zoo spoedig mogelijk, doch het slacht offer bleef bewusteloos langs den weg liggen. De politie en de ontboden geneesheer, dok ter Woltering, waren spoedig ter plaatse en na voorloopig verbonden te zijn, werd het slachtoffer naar het St Canisius Ziekenhuis te Nijmegen overgebracht. Hier werden een zware schedelbreuk en inwendige kwetsuren geconstateerd. Naar wij vernemen is mej. Smit gisteren in den loop van den dag overleden. Den autobestuurder trof geen schuld. Jongeman door autobus gegrepen. Gistermiddag omstreeks vijf uur is aan de Waalhaven te Rotterdam een jongeman van ongeveer 30 jaar onder een autobus van de Rotterdamsche Tramwegmaatschap pij geraakt. De man kwam zoo ongelukkig terecht, dat hij op slag werd gedood. Het stoffeïijk overshot is per auto van den Geneeskundigen Dienst naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd. De identi teit van het slachtoffer is nog niet bekend. Automobilist lette niet op voor rang. Grijsaard onder de tram Op het kruispunt van Warmonderweg, Rijnsburgerweg en Leidschestraatweg is Zaterdagmiddag een motorbakfiets in bot sing, gekomen met een personenauto, welke laatste geen voorrang verleende. De auto mobilist. de 28-jarige C. J. Z. uit Leiden, werd uit zijn wagen geslingerd en zwaar gewond. In Amsterdam is Zaterdagmiddag een 72-jarig man op het Damrak tengevolge van onvoorzichtig oversteken, onder de tram geraakt en met schedelbasisfractuur opgenomen. Verlichtingsvoorschriften voor het komende jaar. Het Jaar 1938 zal voor vele weggebruikers nieuwe verplichtingen brengen. Te hunnen bate worden hieronder de voornaamste nieuwe voorschriften opge somd. Rijwielen. 1. Met ingang van 1 Januari 1938 moet elk rijwiel bij duister een rood achterlicht voeren, dat tevens als reflector is ingericht, tot een goedgekeurde soort behoort en ten bewijze daarvan van het rijksmerk voor zien is. Bij aankoop van een achterlicht lette men er dus op. dat daarop het rijks- merk (bestaande uit het woord „Rijkskeur" en een serienummer) is aangebracht. Zon der dit kenteeken voldoet een achterlicht niet aan de wettelijke voorschriften. Het achterlicht moet op het witte gedeel te van het achterspatbord, en niet hooger dan 60 c.M. boven het wegdek, zijn aange bracht. 2. Rijwielen mogen geen verblindende verlichting voeren. Er dient dus voor ge zorgd te worden, dat de lichtbundel van de voorlantaarn schuin naar beneden gericht is. Antomobielen en motorrijwie len. 1. Bij ontmoetingen met tegenliggers mag een motorrijtuig geen verblindende verlichting voeren. Er dient gedimd te wor den zoodra de tegenligger zich binnen de gerichte stralenbundels van de lantaarns bevindt. 2. De koplantaarn(s) moet(en) zoodanig zijn ingericht en aangebracht, dat de ge richte stralenbundel een benedenwaartsche helling vertoont: bij meting met behulp van de grijze schijf, op 10 M. afstand vóór de lantaarne moet de bovenkant van den bundel tenminste 10 c.M. lager zijn dan het midden van het lantaarnglas. 3. Met ingang van 1 Januari 1939 moet(en) a. de koplantaarn(s) hetzij tot een goed gekeurde soort behooren en ten bewijze daarvan van het rijksmerk zijn voorzien, hetzij afzonderlijk zijn goedgekeurd. b. In koplantaam(s) (een) gloeilamp(en) (wit of gele) zijn aangebracht, behoorende tot een goedgekeurde soort, en ten bewijze daarvan van het rijksmerk voorzien. Het onder a. en b. bedoelde rijksmerk bestaat uit het woord „Rijkskeur" en een serie-nummer. 4. Ook goedgekeurde koplan taarns, waarin goedgekeurde gloei lampen zijn aangebracht, kunnen in gedimden toestand nog verblin den, indien zij niet op de juiste wijze aan het motorrijtuig zijn aan gebracht. Blijken zij, bij controle op den weg, niet aan den in punt 2 genoemden eisch te vol doen, dan is men in overtreding, ook in dien koplantaarn en gloeilamp tot een goed gekeurde soort behooren. Controle-toestel. Teneinde de deugdelijkheid van de auto mobielverlichting behoorlijk te kunnen con troleeren, heeft een Fransche fabriek een apparaat op de markt gebracht, dat een nauwkeurige projectie geeft van de te on derzoeken lichtbron. Dit apparaat heeft de permanente verlichtingscommissie der K.N. A.C. aanleiding gegeven te besluiten op kor ten termijn met een dergelijk, instrument proefnemingen te verrichten. Ook hier te lande is dit onderwerp op het oogenblik van actueel belang, temeer waar de mogelijkheid bestaat, dat de keu ring van de reeds in gebruik zijnde auto lampen door de Verkeersbonden gezamen lijk zal worden verzorgd. DINSDAG 2 NOVEMBER 1987, Hilversum I. KRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.00 Plechtige Allerzielen-Mis. 9.45 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest (Om 1.00 Gramofoonmuz.) 2.00 Vrouwenuur. 3.05 Modecursus. 4.05 KRO-Melodisten en solist. (Om 4.45 Gra* mofoonmuziek) 5.45 Felicitatiebezoek. 6.00 De KRO-Melodisten. 6.40 Esperantocursus. 7.00 Berichten. 7.15 „Allerzielen", causerie. 7.35 Sporthalfuur. 8.00 Berichten ANP.; mededeelingen. 8.15 KRO-Symphonie-orkest en solist. (Om 9.00 Reportage schaakmatch). 10.05 Declamatie. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Gramofoonmuziek. 10.50 KRO-Orkest. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 J. Cantoris Ensemble. 11.00 Huishoudelijke wenken. 11.30 Vervolg J. Cantoris ensemble.. 12.30 Kovacs Lajos' orkest en soliste. 1.00 Het Omroeporkest. I.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Het Omroeporkest. 2.45 Knipcursus. 3.45 Orgelspel en zang. 4.15 Gramofoonmuziek. 4.30 Radiokinderkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30 Gramofoonmuziek. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.10 Gramofoonmuziek. 8.30 Bo. .te Dinsdagavondtrein. 10.15 Reportage schaakmatch. 10.20 Bridge-cursus. II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans- rokest. 11-4012.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Dennis Wheatley 50. Vertaling Eva Raedt de Canter Simon werd zoo gemakkelijk mogelijk neer gelegd. De Reichleau gaf hem een paar pijn stillende tabletten, terwijl de anderen naar beneden gingen om den vuilen boel op te ruimen. „Hoe lang zal het duren denk je, voor hij Vervoerd kan worden?" vroeg Rex. „Als wij in Londen waren, zou het minstens Veertien dagen duren," antwoordde de hertog. „Alhoewel het toch maar een vleeschwond is. Hier moeten wij hem vervoeren wanneer wij kunnen en hoe dan ook. Na hetgeen zich van nacht afgespeeld heeft vermoed ik, dat het duizend tegen een zal zijn, dat wij hier levend vandaan komen." „Ik zou willen, dat ik den ouden Shulimoff nooit ontmoet had,' zuchtte Rex. De hertog glimlachte. „Ik vrees, dat wij die beroemde juweelen nooit zullen vinden." „Neen, wij zullen wel nooit het genoegen hebben, die prachtige brillanten door onze vingers te laten glijden." Marie Lou had juist het laatste met bloed besmeurde kleedingstuk in de kachel gestopt, toen deze laatste woorden gesproken werden. Zij vroeg plotseling: „Zei u zoo juist niet, monsieur, dat u prins Shulimoff ontmoet hebt?" Terwijl zij sprak, werd er hevig op de deur gebonsd. HOOFDSTUK XIX. Het verborgen graan. De Reichleau wees met zijn hand in de richting van de kast. De Amerikaan begreep het en met een vlugheid die men niet van zoo'n grooten man zou hebebn verwacht liep hij op zijn teenen de kamer door. Weer werd er geklopt, ditmaal dringender. „Wie is daar?" riep Marie Lou met een angstige stem. „Doe open," riep een stem in het Russisch. „Open de deur in naam van de Sovjet." De Reichleau zag nog juist het jodium- fleschje, waarop een etiquet zat met een firmanaam uit Londen. Hg pakte het vlug van de tafel en stopte het in zijn zak. „Ik kom," riep Marie Lou. „Een oogenblik. Ik moet mij eerst even aankleeden." Onder- tusschen deed zij haar sjaal af en stak haar voet waaraan een laars zat waarschuwend omhoog. De hertog begreep haar bedoeling en trok eerst een en toen de andere laars van haar voeten. „Doe open!" riep de stem weer. „Vlug een beetje!" De hertog glimlachte geruststellend tegen Marie Lou en hield zijn groot automatisch pistool omhoog om haar te laten zien, dat hg niet ongewapend was. Toen verdween hij als een schaduw in de kast. Zij trok het gordgn voor de kast dicht, keek nog eens de kamer rond en liep vlug naar de deur. Twee politie-officieren, een burger en de Kulak Rakov stonden voor haar. „Wat wilt u van mg?" vroeg zij geërgerd. De burger duwde haar opzij en liep de ka mer in. Een van de politiemannen beant woordde haar vraag. „Kameraad, wij zoeken naar drie vreemdelingen. Er wordt gezegd, dat u hen onderdak verschaft hebt in uw woning!" „Hier?!" riep zij uit en haar groote blauwe oogen gingen wijdopen van verbazing. „Ik heb geen enkelen veremdeling gezien." Intusschen had de burger de slaapkamer doorzocht. Hij t wendde zich tot haar met de woorden: „Ik ben van de Ogpu, kameraad. Wat is jou beroep?" „Zij is onderwijzeres', antwoordde de offi cier voor haar. De man kwam uit de omgeving en kende haar goed. „Hoe lang hebt gij in het bed gelegen?" antwoordde zij prompt. „U blijft lang op," zei hij achterdochtig, „en dat hier op het land. Dat doen wij in Moskou niet eens." „Als ik onderwijs moet geven, moet Ik stu- deeren," zei Marie Lou. „Bovendien lees ik altgd als ik niet slapen kan." „Maar tot een uur in den morgen,'- zei de man. Hij was groot en mager, en had een .dreigende uitdrukking op zij gezicht. „Kom aan," zei hij „waren die mannen dan in den vooravond bij je?" Zg schudde het hoofd. „Nu jij", zei hg scherp tot Rakov. „Die vrouw wilde vanavond paarden bg je koopen, is 't niet?" Rakov boog met slaafsche onderworpen heid. Zijn ongelijke baard raakte bijna zijn handen, die hij op Chineesche manier in de mouwen van zijn kaftan had verborgen. „Ja,, meester, paarden en een slee." „Er zgn geen meesters meer," snauwde de magere man geïrriteerd; Hij wendde zich weer tot het meisje. „Wat heb je daarop te zeggen, kameraad?" „Hij liegt! Die gierige Kulak! Hij liegt, in de hoop op een belooning. Hij zou voor een ei zijn moeder vermoorden," zei Marie Lou scherp. „O, o, o," Rakov lachte op een onaangename wijze. Hij trok zijn dunne lippen terug en zijn lange, magere neus raakte bijna zgn kin. „Om te zeggen dat ik lieg Rakov liegt. Men weet maar al te goed, dat ik alles aan de Sovjet-autoriteiten afgeef. Ik ben een eerlijk man." „Je ben een dief, en je hebt bovendien nog koren verborgen," ging Marie Lou beschul digend voort. De Reichleau die met zijn oor op een spleet boven de kamer lag, glimlachte toen hij hoorde hoe zg' Rakov aanviel. „Op het oogenblik doet dat niets terzake," zei de burger. „Het is bekend, dat deze poli tieke vreemdelingen paarden zoeken om te ontvluchten. Het is merkwaardig dat Rakov juist u heeft aangewezen als degene die paar den voor de vluchtelingen wilde koopen. Ver klaar ons dat eens, alsjeblieft.' „Rakov heeft het gerucht gehoord, dat die menschen paarden zochten. Rakov ruikt geld, zooals een fret bloed ruikt. Hij is een man, die zijn vaders paarden zou stelen en zeggen zou, dat zgn vader ze verkocht had, als hg er maar tien kopeken voor zou krijgen." De boer deed een stap voorwaarts. Hij was woedend. Een leelijke grijns vertoonde zich op zijn klein gezicht Hij balde zijn vuist om haar te slaan. „Genoeg," riep de man van de Ogpu en duwde hem opzij. „Ik ben nog niet voldaan." Hij wendde zich weer tot Marie Lou. „Waar was je toen wjj hier twee uur ge leden aangeklopt hebben?" „In het dorp,' loog zij zonder aarzelen. „Wat? Om elf uur 's avonds?" „Het kan onmogelijk zoo laat geweest zijn." „Het was zeker na tienen. Waar ben je toen naartoe geweest?" „Ik was bij vrienden op bezoek." „Zij ging daarheen om te trachten paarden te krijgen," spotte Rakov, „voor zij bjj mij kwam." „Ik weet noch iets van paarden, noch van de vreemdelingen," protesteerde zij. „Ga alleen heen, ik wil naar bed." „Nog niet," zei de agent van de Ogpu, eerst willen wjj de sporen van deze vluchte lingen ontdekken." Hij draaide zijn hoofd met een plotselinge beweging in de richting van de slaapkamer en keek de twee burgers aan. Zij verdwenen in de slaapkamer. Hij begon zelf laden open te trekken en de kasten te doorzoeken, terwijl Rakov stil bleef staan met een boosaardigen grijns op zijn gezicht. De politiemannen keer den terug. „Nitchivo", rapporteerde de oudste van de twee. „Absoluut niets. Het bed is niet beslapen geweest." (Wordt vervólgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 3