Cl*l*OIN*4lnt
Hitier verscheurt
vredesverdrag
Onze handelspolitiek
bij uitvoer
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
bladzijde voor bladzijde
Tandh. Inrichting
Göbbels roemt het Duitsche vernuft
Accoord tusschen
Duitschland en Polen
Conferentie te Brussel
hopeloos verdeeld
Activiteit aan het
Madrileensche front
De regeering vraagt volmachten
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1937. 81e Jaargang. No. 10412.
Uitgave der N.V. v.h. Trapman Co. ScKogen.
Heftige critiek op de kerkelijke
kringen.
Rijksminister dr. Göbbels heeft Vrijdag
avond voor een zeer groot gehoor in het
Berlijnsche Sportpalast een rede gehouden,
waarin hij een overzicht gaf van de groote
lijnen de binnen- en buitenlandsche poli
tiek. In deze rode, die herhaaldelijk door
groot en bijval werd onderbroken, besprak
hij allereerst het Vierjarenplan, dat hij een
gevolg noemde van het verdrag van Ver-
saillos. Dit verdrag had het land steeds
dieper in den afgrond gebracht, zoodat de
toestand bij het aan de macht komen van
het nationaail-socialisme uiterst netelig ge
worden was en het niet mogelijk was met
normale midden daaruit te geraken, dat
genover de meening in het buitenland, dat
het vierjarenplan autarkie beteekent, moet
er met nadruk op gewezen worden, dat de
nationaa 1-socialistische regeering het haar
eerste plicht acht, Duitschland zooveel mo
gelijk onafhankelijk te maken van de wille
keur der overige wereld. Het streven is
daax-bij niet E r s a t z - go ed eren te fabricec-
ren, doch goederen, die beter zijn dan de
natuurlijke.
Het Duitsche vernuft.
Vervolgens behandelde dr. Göbbels het
probleem der voedselvoorziening .en het
grondgebied. Dc Duitsohers hebben slechts
een zeer beperkt grondgebied cn kunnen
zich niet uitbreiden. Een- ander volk zou
op dit grondgebied gedoemd zijn te verhon
geren. Dat Duitschland in vergelijking met
andere rijke landen nog den besten levens
standaard heeft, dank het aan het Duitsche
vernuft en het Duitsche organisatietalent.
Men zal moeten toegeven, dat andere volken
meer middelen ter. beschikking hadden, dan
waarover 'liet Duitsche volk kon beschik
ken, doch zij wisten daarmede mindor te be
ginnen daai Duitschland mot zijn karige
middelen.
De kerk.
Vervolgens critiseerde dr. Goebbcls
op heftige wijze zekere kerkelijke
kringen, die in de openhartige le
venswijze van het volk en in het bij
zonder van de Duitsche jeugd een
gevaar zien voor de zedelijkheid.
Deze Farizecsche houding werkt in
onzen tijd alleen nog maar belache
lijk, vooral wanneer men let op de
afschuwelijke px'ocessen, die gevoerd
moeten worden. Bovendien is het een
onbeschaamdheid, dat deze ki-ingcn
zich het buitenland tot medeplich
tige trachten te maken.
Met betrekking tot dc buitenlandsche criti
ci zeid'e dr. Göbbels, dat Duitschland voor
alles van iedere inmenging in Duitsche bin-
nenlandsche aangelegenheden vei*schoond
wenscht te blijven.
In tegenstelling tot vroegere regeeringen
Rijksminister Dr. Göbbels.
vertegenwoordigt de Führer met zijn regee
ring thans één volk.
Spr. wees vervolgens pp do onverlireek-
bare vriendschapsbanden tusschen Duitsch
land en Italië.
Dezen toestand heeft Europa, volgens spr.
noodig.. Even noodig is het, dat twee be
dachtzame mannen er voor waken, dat dit
waai'devolste cultuurland der aarde niet
door sluwheid van het Bolsjewisme en het
gebrek aan instinct van het liberalisme in
het grootste gevaar wordt gebracht.
Europa moet inzien, dat er zekere
vraagstukken moeten worden opge
lost, wil het niet in gevaar komen.
Europa moet inzien, dat het verdrag
dat in den zomer van 1919 Duitsch
land werd afgedwongen, met al zijn
gevolgen, vervallen is, en dat de
Führer niet alleen Duitschland,
doch geheel Europa een dienst heeft
bewezen toen hij dit verdi-ag bladzij
de voor bladzijde verscheurde. Ook
(het Duitsche volk wil leven, vrijheid
en eer als iedere andere groote mo
gend hefd.
Vei-volgens behandelde spr. in enkele
korte zinnen Rusland. Misschien, zoo zeide
hij, is het wel de grootste historische daad
van flen Führer geweest, dat hij het Duit
sche volk de Sovjet-Russische ellende heeft
bespaard.
Over de bescherming der minder
heden.
De Poolsche en Duitsche regeering
hebben een gemeenschappelijke ver
klaring opgesteld over de behande
ling van de Poolsche minderheden in
Duitschland en de Duitsche minder
heden in Polen. Deze verklaring
werd gisteravond tegelijkertijd te
Berlijn en Warschau gepubliceerd.
De volgende beginselen worden voor de
behandeling der minderheden als richtsnoer
beschouwt:
lc het wederzijdschc respect dor Duitsche
en Poolsche volken alleen al verbiedt een
streven naar gewelddadige gelijkmaking der
mindei'heid, het in het geding brengen van
bet feit, dat iemand tot de minderheid be
hoort, of het verhinderen dat men er open
lijk voor uitkomt, tot de minderheid te be-
hooren. In het bijzonder zal men geen enkele
druk op de jonge leden der mindei-heid uit
oefenen om lum het gevoel, dat zij tot de
minderheid behooren, te ontnemen.
2e do leden der minderheid hebben het
recht hun haal vrijelijk te gebruiken in
woord en geschrift, zoowel in hun persoon
lijke en economische betrekkingen als in de
pers cn de openbare bijeenkomsten.
3e het recht der leden van de minderheid
hijeen te komen in vergaderingen van cul
tureel en economisch karakter wordt ge
waarborgd.
4e De minderheid heeft het recht scholen,
waar de moedertaal gebruikt wordt, te hand
Besprekingen loopen vast
Vier dagen lang hebben de gede
legeerden thans te Brussel vergaderd
teneinde een middel te beramen om
een einde te maken aan het conflict
tnsschen China en Japan, maar men
kan niet zeggen, dat de heeren erg
opschieten.
Ook hier staan de zoogenaamd vredelie
vende staten onmacihtig tegenover de agres
sieve landen, die de sabel los in de scheede
hebben. Slechts door dwang, dit bemerkt
men duidelijk.-zal Japan terugtrekken, maar
die dwang beteekent oorlog en zoowel En
geland* als Frankrijk en de Vereenigde Sta
ten zien er tegenop opnieuw deze hel op
aarde te doen losbarsten.
Men heeft er thans in toegestemd om- de
„beperkte commissie" welke geheel los van
den Volkenbond zal staan, in overleg met
Tokio vast te stellen.
Dit beteekent dat Japan door allerlei te
genvoorstellen de samenstelling tot in het
oneindige kan rekken.
De aandacht is thans hoofdzakelijk gericht
op de redactie der tekst van het ont-
werp-memorandum, dat aan de Japansche
regeering zal worden gezonden.
Over dit document is nogal wat te doen
geweest, daar het reeds in de bladen was
gepubliceerd, voordat het door den voor
zitter Spaak aan de vergadering was voor
gelezen.
Het schijnt, dat een ondernemend journa
list de tekst ontijdig inhanden had gekre
gen.
Intusschen is de bewuste nota ter alge-
meene kennis gebracht.
Met voldoening, heet het daarin, consta-
teeren de te Brussel bijeengekomen mo
gendheden, dat Japan geen duimbreed Chi-
neesch grondgebied- wil bezetten, doch in
tegendeel streeft naar stoffelijke en moreele
'vooi'uitgang in China.
Ook werd met genoegen verbomen,
dat Japan bereid is er nauwlettend op toe
te zien, dat de rechten en belangen van
andere staten in China worden geëerbie
digd.
De mogendheden constatecrcn hier ©en
opvallende eenstemigheid tusschen hun ei
gen verlangens en die van Tokio.
Met nadruk wordt er vervolgens op
gewezen, dat de thans vergaderende
mogendheden als conferentie los
staan van den Volkenbond en dus
niet verantwoordelijk zijn voor de
veroordeeling door Genève van den
Japanschen inval in China.
Dieper buiging voor Japan konden de eer
tijds zoo trotsche democratiën van het Wes
ten moeilijk doen.
Het spreekt vanzelf, dat de Chineesohe af
gevaardigden zeer verontwaardigd over deze
knieval voor het land van den Mikado.
De tekst komt heden in geheime
zitting, in behandeling en men venvacht de
toevoeging van een amendement, waarbij
aan Japan wordt verzocht een of meer ver
tegenwoordigers af te vaai'digen, die tot taak
hebben te conferreeren met de leden van
het comité, bestaande uit een klein aantal
mogendheden.
Rechtschen peilen hun tegen
standers.
De opstandelingen hebben een krachtigen
aanvat ondernomen op de vijandelijke stel
lingen nabij Pozuelo en Aravaca. Er werd
strijd geleverd over de geheele linie, tot
aan de Casa de Campo, en de Universiteits
wijk, terwijl ook in de richting van EI Pai*-
do hevigen di*uk werd uitgeoefend. Ondanks
de geweldige voorbereiding door de rechte
sche artillerie, wisten de regeei*ingstroepen
hun stellingen te behouden. Naar 't schijnt
was het doel van den aanval den tegen
stand der regeeringstroepen te peilen.
Het officieele communiqué van het mini
sterie van nationale defensie deelt mede, dat
na een hevige geschutvoorbereiding de recht
schen gepoogd hebben de jegeeringsstellingen
van Pojulla in Boven-Aragon te bezetten. De
aanval werd met zware verliezen afgeslagen.
Dit nummer bevat 16 pagina's
DB BILT SEINT.
Veivvachting: Meest matige Oos
telijke tot Noordoostelijke
wind, gedeeltelijk bewolkt,
weinig of geen regen, wei
nig verandering in tempera
tuur.
Verdere vooruitzichten: Weinig
verandering.
Barometerstand hedenmorgen 8 nar 775
Café ROOBOL Markt - SCHAGEN.
Spreekuur van den tandarts:
eiken Donderdag van9'|2- luur
Bekende lage tarieven.
Inlichtingen kosteloos.
REPARATIES IN ÉÉN DAG GBREED
Duikbootpiraat nog actief
Torpedo gelanceerd naar koop
vaarder Schip niet getroffen
De Spaansche kustverdedigings-
dienst heeft het ministerie van na
tionale defensie er van in kennis
gesteld, dat een onbekende duik
boot gistermiddag om half vijf ter
hoogte van San Carlos de la Rapita
een toi*pedo heeft gelanceerd naar
een koopvaardijschip, dat niet ge-
tToffen werd. Verscheidene vliegtui
gen der regeering hebben projectie
len neergeworpen op de plaats, waar
nven veronderstelde, dat de duik
boot zich bevond.
haven en te bouwen. Beoefening van het
godsdienstig leven in de moedertaal en
kerkelijke organisatie zijn den leden der
minderheid toegestaan. Men zal zich niet
mengen in de bestaande betrekkingen op
godsdienstig gebied en in de werkzaamheid
der liefdadigheidsinstellingen.
De ledien der mndorheid genieten op eco
nomische gebieden dezelfde rechten als de
ondei'danen van den slaat, waarvan zij af
hankelijk zijn.
Bovengenoemde beginselen mogen op gee-
neiiei wijze inbreuk maken op den plicht
van de leden der minderheid een onbegrens
de loyaliteit jegens den staat, waartoe zij
behooren, in acht te nemen.
Van Poolsche zijde wordt er aan herin
nerd dat er ongeveer 800.000 Duitschars in
Polen zijn tegenover 1.20.000 Polen in
Duitschland volgens de Poolsche i*amingen
en 80.000 volgens de Duitsche schattingen.
Het probleem Dantzig.
Volgens inlichtingen uit over het
algemeen welingelichte hx*on zou
Hitlei*'s verklaring ook betrekking
hebben op het probleem van Dant
zig.
Voorts verneemt men, dat Hitier den Pool-
sclien ambassadeur de verzekering heeft ge-
gegeven, dat het vraagstuk van Dantzig de
PoolschDuitsche betrekkingen in geen en
kel opzicht kan schaden.
De ai'chitect Ahring, die de versieringen
heeft ontwoi*pen, welke ter gelegenheid van
het bezoek van Mussolini te Berlijn waren
aangebracht, is te Dantzig aangekomen. Op
grond van dit feit deed gisteren in de vrije
stad het gerucht de ronde, dat rijkskanselier
Hitier, Göring en Göbbpls binnenkort bezoek
aan Dantzig zullen brenoen.
Contingenteeringen als onderhandelingen
Verschenen is de Memorie van
Antwoord aan de Tweede Kamer in
zake het wetsontwerp tot wijziging
van de Crisisinvoerwet.
De minister zegt, dat het hem volkomen
duidelijk is, dat velen teleurgesteld zijn, dat
na het herstel van den wereldhandel, het
welk ook voor Nederland in 1936 inzette,
thans nog niet kan worden verklaard, dat be
paalde tijdelijke maatregelen met betrekking
tot den invoer ter verdediging en bevorde
ring van het normale handelsverkeer in de
tegenwoordige omstandigheden kunnen wor
den gemist en dat ter gelegenheid van de
verlenging van do op 31 December 1937 af-
loopende bevoegdheid, nadere aanvullingen
en wijzigingen van de bestaande wet bij
de Staten-Generaal worden gevraagd. Er mo
ge in de eerste plaats op gewezen worden,
dat het samenstel van contingenteeringen,
dat thans bestaat, voorshands onmisbaar is
als basis voor tal van regelingen met het
buitenland. De regeering heeft weliswaar
niet geschroomd een aantal contingentee-
ringsmaatregelen, toen zij bleken te kunnen
worden gemist,in te trekken, doch zij heeft
daarbij tevens de ervaring opgedaan,'dat de
internationale handelspolitieke situatie nog
niet gedoogde daarmede voort te gaan, om
dat de betreffende contingenteeringsmaatre-
gelen als onderhandelingsobject voor de in
standhouding en bevordering van onzen ex
port, niet in de laatste plaats in verband met
de daarbij voor de werkgelegenheid hier te
lande betrokken belangen, niet kunnen wor
den gemist.
Het bleek veelal voordeeliger be
paalde contingenten langs den weg
der onderhandelingen te verruimen
en daarvoor concessies ten bate van
onzen export te eischen dan ze op te
heffen of langs den autonomen weg
te verhoogen.
Hieraan is het toe te schrijven, dat de au
tonome proportioneel e contingenten vrijwel
niet vergroot werden, terwijl toch de invoer
van gecontingenteerde goederen steeg, name
lijk tengevolge van verruiming van ver-
dragscontingentcn. Deze politiek werd op
voorzichtige wijze gevolgd en bleef niet zon
der resultaat. Anderzijds bleek het mogelijk,
daar, waar de werkgelegenheid zulks
eischte, de stijging van den invoer binnen be
paalde grenzen te houden, zoodat abnormale
invoer word vooi*komen, hetgeen niet bij
verhaat zou hebben vastgestaan, indien men
Mr. M. P. L. Steenberghe
Minister van Econom. Zaken
zonder meer contingenteeringsmaati*egelen
zou hebben ingetrokken.
Zou opheffing van de hierbedoelde contin-
genteeringsmaatregelen voor onze uitvoerbe-
langen ernstige schade hebben betcekend, te
gen handhaving van die maatregelen bestond
te minder bezwaai', omdat, hij de hanteering
daarvan aan de importbehoefte werd tege
moet gekomen.
De toepassing van de crisisinvoer
wet zal er toe kunnen en welhaast
moeten leiden, dat in tijden van her
stel der conjunctuur de invoer in
ruimere mate uit die landen wordt
toegelaten, die ook den Nederland-
schen producten ruimere mogelijkhe
den bieden.
In tijden van depressie zal uiteraard ook
hier weer remmend moeten worden opge
treden om den dan overmatig geworden in
voer wederom te verminderen.
Bestaat er dus in de tegenwooi'dige con-
junctuurphase al een bijzondere reden tot
wijziging van de bestaande wet, welke, me
de door de medewerking, welke van de
Staten-Generaal moet worden gevraagd,
geen uitzonderlijke consequenties met zich
zal medebrengen, daarnaast zal in het oog
moeten worden gehouden, dat ook in de
tegenwooi'dige omstandigheden de aard van
de handelsbelemmeringen het noodig
maakt, dat de regeering de beschikking
heeft over doeltreffende middelen om het
economische landsbelang te verdedigen.
Daarbij komt, dat eenige landen, die voor
het economische verkeer van Nederland van
gioote beteekenis zijn, in de laatste jaren
zijn overgegaan tot een vrijwel volledige
regeling van den invoerhandel. Alleen dit
feit reeds maakt het noodig, dat de Neder-
landsche regeering over ruime bevoegdhe
den beschikt.
Wat betreft de wijze, waarop de minister
zich voorstelt dat de gevx-aagde bevoegdhe
den in toepassing zullen worden gebracht,
wordt het volgende opgemerkt.
In de eerste plaats zal veelal
hetzelfde systeem als thans kunnen
worden gevolgd. Dit beteekent, dat
voor elk land een autonoom con
tingent wordt vastgesteld gebaseerd
op den invoer gedurende de basis
jaren. Maar in afwijking daarvan
kunnen voor bepaalde landen op
basis van wederkeerigheld ver
dragscontingenten worden vastge
steld en nog andere contingentee-
ringsmaatregelen worden getroffen,
die om een of andere handelspolitie
ke reden noodig mochten blijken.
_Wat betreft de vi'aag, hoe de regeering
zich de vex*houding voorstelt tusschen de to
wijzigen crisisinvoerwet en de (eveneens te
wijzigen) tariefmachtigingswet 1934, moge
worden medegedeeld, dat het standpunt
van den minister terzake niet afwijkt van
dat, hetwelk hij voorheen reeds herhaalde
lijk tot uitdrukking heeft gebracht. Ook
thans is het naar zijn meening een vraag
stuk van zuiver practischen aard, in welk
geval de eene, in welk geval de andere wet,
in welk geval een combinatie van beide
het beste kan worden toegepast.
Wel is de minister van meening,
dat de crisisinvoerwet onder de hui
dige handelspolitieke verhoudingen
in hoofdzaak toegepast zal worden
ter bevordering van den export en
dat zoogenaamde vechttarieven in
het Nederlandsche handelspolitieke
systeem niet thuis behooren.
Ten aanzien van de wijziging vervat in
lid 4 onder c, krachtens welke aan de in
voervergunningen ook andere voorwaarden
zouden kunnen worden verbonden, merkt
de minister op, dat hiermede niet beoogd
werd elk criterium ter zake los te laten,
doch o.a. de mogelijkheid te openen op te
treden togen den invoer van goederen wel
ke voorzien zijn van misleidende aandui
dingen, alsmede tegen dumping door het
buitenland.
De minister is bereid aan de bezwaren
tegemoet te komen door te bepalen, dat al
leen voorwaarden zullen worden gesteld,
welke dienen ter bevordering van de nor
male marktverhoudingen. Bij nota van wij
ziging is deze aanvulling opgenomen.