11 November: Reddingboot-dag RADIO IM PI Het verboden grondgebied De kruistocht der Katholieken Burgemeester arresteert dief PROGRAMMA GEÏLLUSTREERD VERVOLGVERHAA DOOR; EDGAR RIC BURROUGH No. 51. De mannen keerden zich om en ke ken elkaar aan. d'Arnot wist, dat zyn mensen hem dood waanden, maar Tarzan dacht slechts aan het meisje, waar hy van hield. Hij was zo be droefd, dat hij besloot terug te gaan naar de jungle en zich weer bij zyn troep aan te sluiten. Terwijl Tarzen daar nog over stond te denken, ging d'Arnot de hut binnen en zag, dat er velerlei voorwerpen waren achter gelaten. Er waren ook twee briefjes bij, aan Tarzan van de Apen ge adresseerd. Een der briefjes, door een vrouwenhand geschreven, was dichtgelakt. Hy liep naar de deur, doch zag Tarzan nergens. Hy riep hem, maar kreeg geen antwoord. Alleen gelaten in de jungle voelde d'Arnot, zo dapper als hy was, zich bevreesd. Hy sloot de deur van de hut... Ver naar het oosten haastte Tarzan zich terug naar zijn troep... Maar hij kon zijn geweten het zwegen niet opleggen. Hoe kon hy iemand van zyn eigen volk aan zyn lot overlaten? d'Arnot las de onge- lakte brief aan Tarzan en vernam daaruit, hoe ze op hem hadden ge wacht, maar dit wachten tenslotte wanhopig hadden opgegeven. Zij hadden allerlei geschenken voor hem achtergelaten, als bewijs van hun eeuwige dankbaarheid voor zijn hulp en eindigden de brief: „Binnen een uur gaan wij onder zeil en keren nooit meer terug". d'Arnot begroef zyn hoofd in de handen en snikte het uit. Een uur later, wat kalmer geworden, stond hy op en luisterde. Er was iemand aan de deur... die binnen probeerde te komen... de duisternis vielzyn haren rezen te berge hy greep een geladen ge weer... en haalde door een kier mik kend, de haan over. (Nieuwe spelling.) Op 11 November 1824, dus 113 jaar geleden werd de N.Z.H.R.M. opge richt, ten einde in organisatorisch verband hulp te kunnen verleenen wanneer menschen op zee zich in nood bevinden. Sindsdien kennen wij dien datum, die bovendien his torisch zou worden in de wereld geschiedenis als Reddingbootdag, een dag waarop wij Neerland's eerste helden eeren... (Van een bijzonderen medewerker). Om meer dan een reden heeft de 11e No vember een bijzondere beteekenis. Op dien dag immers herdenkt vrijwel heel de wereld de totstandkoming van de wapenstilstand, die een einde maakte aan den wereldoorlog, ook al wordt die gedachte dit jaar meer dan ooit gestoord door het bloedige conflict in het Verre Oosten en den strijd in Spanje. Maar eveneens op dien llen November her denken wij een organisatie, wier leden tot Neerland's eerste helden gerekend moeten worden; voor Holland is 11 November voor alles: Reddingbootdag. Wij kennen een moeder-, een vader-, een dierendag; zoo ooit eenige herdenkingsdag reden van bestaan heeft, dan voorzeker onze reddingbootdag. Een dag waarop onze ge dachten uitgaan naar schepen, die in een wilden stormnacht met den ontzettenden kracht, der golven worstelen, wanneer de zee niet anders is dan een voortrollende, mee- doogenlooze branding, wanneer de golven onze kust beuken en dikke, trillende schuim- massa's aan den voet der duinen werpen. Wanneer de stormbal geheschen wordt en... wanneer de reddingboot van den wagen glijdt. En zooals eens gespierde armen aan de riemen trokken, zoo doet thans de motor den reddingboot zee kiezen. Met inzet van alle krachten, met inzet van eigen levens trekken de redders er op uit... Honderddertien jaar geleden, op 11 November 1824 werd de „Noord en Zuid-Hollandsche Redding-Maat schappij" opgericht, nadat enkele weken ervoor de stranding van een schip nabij Huisduinen, de levens van enkele moedige Heldersche zee lieden had gekost, toen deze zich in een sloep die verre van geschikt was voor reddingboot, in zee begeven hadden. Toen slechts één van deze moedige redders terugkeerde.... De resultaten van het onnoemelijk aantal reddingstochten dat sindsdien vanwege de N.Z.H.R.M. volgde, zouden een lijvig boek deel vullen; honderddertien jaar lang waak te deze reddingsmaatschappij met haar 22 reddingboot-stations langs de kusten van Noord- en Zuid Holland, Friesland en Gro ningen voor het leven van den schipbreu keling; honderddertien jaar lang voeren haar leden een voortdurenden en met onverflauw- dcn moed steeds weer begonnen strijd tegen den storm, om te trachten hem zijn prooi te ontnemen. 6000 menschen gered. En het succes was groot: sinds de oprich ting dezer heldenmaatschappij boekte zij de redding van bijna 6000 menschenlevens op de credict-zijde harer rekening, terwijl op de debetkanthet verlies van tal van moedige mannen genoteerd staat Mannen, die hun leven veil hadden voor dat van anderen en die dat leven moesten laten in den eeuwigen en moedigen strijd. Behalve don strijd tegen de elementen, voert de N.Z.H.R.M. den strijd om het ei gen bestaan, omdat al het geld dat er noo- dig is voor de instandhouding en de ver betering van het materiaal, voor ondersteu ning van oud-redders en het verleenen van pensioenen, uit particuliere, vrijwillige bij dragen komen moet. Volgens het orgaan der maatschappij, „De Reddingboot", is er jaarlijksch anderhalve ton noodig En om maar even bij dat materiaal te blijven stilstaan; wat werd er in den loop der jaren niet reeds bereikt? De red- dingvletten, door het paard in zee getrok ken, verdwenen allengs meer om plaats te maken voor de motor-strandreddingbooten; Paarden werden vervangen door sterke tractors en de „Barend van Spreekens", de „Jhr. H. J. Ortt" en andere booten werden aan het materieel toegevoegd. En dan niet te vergeten de booten met zulk een beken den en beminden naam, als de „Dorus Rij kers", de „Insulinde", de „Neeltje Jacoba" die in open zee zoo dikwijls prachtig werk verrichten. Is het niet voor de hand liggend dat er op één dag van het jaar. in dit geval op den elfden November bijzonder gedacht wordt aan de bemanning van deze booten, aan Neerland's eerste redders, wien ons land zooveel verschuldigd is? En merkwaar dig in dit verband is de eerbied die onze Hollandsche jeugd gelukkig reeds vroeg koestert voor de stoere mannen van haar land. Toen dezer dagen een dagblad een prijsvraag uitschreef, waarbij ver langd werd dat de jeugd van een lange lijst van „beroemde namen" op elk gebied de volgorde aangaf miet dien verstande dat No. 1 de belangrijkste Nederlander zou zijn, toen noemden de meeste deelnemers als eerste de naam Dorus Rijkers. Vóór namen als Mengelberg, Dr. Eu we, Bakhuys (1) en anderen... 11 November; ReddingsbootdagEn in stilte herdenken wij den dag waarop een organisatie in het leven werd geroepen wier zegenrijke arbeid onvermoeid wordt voortgezet, van dag tot dag, van jaar tot jaar, zonder dat men iets vraagt als tegen prestatie, tenzij wat steun en medewerking.. Tegen den schrikbarenden af val in eigen gelederen. De „Franciscaansche Heraut" heeft een alannkreet aan over den goddeloozen strijd tegen het Christendom, in verschillende lan den gevoerd. Ook de Rooinsche kerk heeft zwaar te lijden onder den afval buiten en in ons land. Het blad schrijft; „De ondervinding bewijst dit met ontstellende cijfers: volgens de sta tistiek van de stad Weenen vielen in tien jaar tijd in die stad, die zoo goed als geheel Katholiek was en waar 120 kerken zijn, 120.000 Katho lieken van de kerk af. In Duitsch- land in zijn geheel zoo schreef men een jaar of vijf geleden vul len er jaarlijks minstens 40000 Ka tholieken af, in Berlijn alleen 4000 per jaar. Dr. Sonnenschein beweert hij heeft het van nabij gezien in ieder huis in Berlijn woont een afvallige Katholiek. Hoe is het met ons eigen land gesteld? Is er ook hier afval van het geloof? Als ik deze vraag wil beantwoorden, aldus schr., moet ik niet naar de mooie kanten, de lichtzijden zien van ons huidig Katho licisme; die zijn er, maar zij vallen buiten het antwoord op mijn vraag', ia er^ afvalt Niet uit pessimisme, maar om de waarheid te kennen laat ik ze hier buiten beschou wing. Welnu, feit is: dat er in onze groote steden parochies zijn, waar 30, 40, 50 geen Paschen meer houdt. Feit is, dat ook in het Roomsehe Zuiden het misverzuim ontstellend veel - voorkomt, dat het nco- malthusianisme schrikbarend toeneemt, dat de verkeering bij heel veel katholieken ge praktiseerd wordt buiten alle grenzen van de moraal. Feit is, dat de statistieken van de verschillende dekenaten een voortduren den aangroei van niet-praktiscerenden aan wijzen. Laten wij, zoo gaat schr. voort, voor de eer van God en in liet belang van de zie len de waarheid toch willen zien. Dat is noodig voor ons Christendom. Terecht wij zen de bisschoppen op „den steeds wassen- den vloed van godloosheid en heidendom". Hiertegen roepen de bisschoppen de Katho lieken op tot uiterste waakzaamheid en werkzaamheid. Tegenover den feilen wraakroependen strijd tegen God, willen zij allo Katholieken mobiliseeren, om te strijden „voor God, voor de eer, de erken ing, de heerschap pij van God op alle gebied van het private en openbare leven! Dat is de kruistocht van dit oogenblik". In het vuur van het spel Zanger bij opera-repetitie gewond. De Rotterdamsche zanger Coen Muller, die heden in de opvoering van „der Frei- schutz" door het Opera-ensemble van Van Dam te Rotterdam de partij van den boo- zen geest zingt, werd tijdens een der re petities bij ongeluk met een dolk boven het oog gewond. Een onmiddellijk ontboden oogarts verbond de wonde, die gelukkig niet ernstig bleek, zoodat de overbrenging naar het ziekenhuis niet noodzakelijk was. De heer Muller zal hedenavond zijn partij kunnen vervullen. De diefstal uit den melkwagen te Peize opgehelderd. Zooals gemeld, werd gisterenochtend uit een melkwagen van de Coöp. Zuivelfabriek „De Volharding" te Pcizo een bedrag van ongeveer duizend guldon gestolen. Reeds Dinsdagmiddag zijn de daders en een mede plichtige gearresteerd. Dit is in de eerste plaats te danken aan de voortvarende wijze waarop dc burgemeester van Peize, de heer S. G. Römelingh in deze zaak is opgetre den. Onmiddellijk nadat de diefstal was ont dekt, werd de burgemeester hiervan1 in kermis gesteld. Daar er nog slechts eenigen tijd was verloopen sedert het oogenblik van den diefstal, liet de burgemees ter alle wegen rond zijn gemeente bewaken, hetgeeji'"bThnen tien"' mi nuten was georganiseerd. Men had van den vermoedelijken dader een vrij nauwkeurig signalement, door dat de man, die een eenigszins op- vallond uiterlijk heeft, zich onge veer een half uur in de buurt van den melkwagen had opgehouden. De verdachte, do 22-jarige gehuwde koopman L. K. uit Hoogkerk, werd nabij Donderen (gemeente Vries) op gemerkt. Hij verwijderde zich zoo vlug mogelijk per fiets. De burgemeester van Peize ging den man per auto na en tegen één uur des mid dags heeft hij hem te Glimmen aan den weg GroningenAssen nabij de Drentschc Punt persoonlijk gearresteerd. Bij zijn verhoor heeft bij bekend den dief stal te hebben gepleegd. Hij verklaarde ech ter tot het misdrijf te zijn aangezet en er toe gedwongen te zijn geweest, omdat hij buiten de steunregeling valt. Geld in den grond gestopt. Hij had het geld in de bosschen onder Norg in den grond gestopt. Daar is het door de po litie opgegraven en in beslag genomen. Een bedrag van f 25.— ontbreekt. Het is mogelijk dat dit is zoek geraakt Na hot verhoor van K. is te Peize als mede plichtige gearresteerd de slager M. R. Deze heeft K. de noodigc aanwijzingen gegeven. Het onderzoek en de verhooren door den bur gemeester duurden tot laat in den nacht. Gisteren werden beiden ter beschikking van den officier van justitie te Groningen gesteld. VRIJDAG 12 NOVE3IBER 1937. Hilversum L Algemeen Programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bybelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Modern kleinorkeot en gramofoonmuz. I.45 Gramofoonmuziek. 3.05 De KRO-melodisten en sclist, 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 KRO-kamerorkest. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 KRO-Oikest. 6.u0 Land- en tuinbouwcousene. 6.20 De KRO-melodisten en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „De KRO-luchtlyn". 7.35 Bedrijfsreportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.20 De KRO-melodisten en solist. 8.45 Cabaret-revue m.m.v. solisten en de KRO-melodisten. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 KRO-orkest en solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 KRO-orkest. II.2012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. 8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO, 4.00 VARA, 7.80 VPRO, 9.00 VARA, 10.40 VPRO, 11.00—12.00 VARA. 8.00 GramofoonmuzieK. 10.00 Morgmwyding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11,00 Vervolg declamatie. 11.20 Orgelspel. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30 AVRO-dansorkest en soliste. I.00 Solist°nconcert en gramofoonmuziek. 2,10 Voor de vrouw. 2.30 Lyra-trio. 3.15 AVRO-dansorkest, soliste en gramofoon muziek. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 Meloskwintet en soliste. 6.00 Optreden van amateurs. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.00 Causerie: „Jeugd in crisistyd". 7.20 Gramofoonmuziek. 7.25 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie: „Lezen In de Bybel". 8.00 Cello en piano. 8.30 Muzikale causerie. 9.00 De Ramblers. 9.30 Trompet en orgel. 10.00 „Fantasia". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwyding. II.00 Harpconcert. Feuilleton door Dennis Wheatley Vertaling Eva Raedt de Canter 59. HOOFDSTUK XXI. De Postduif. Het wachten scheen hun een eeuwigheid te duren. Zij zaten by elkaar onder de boomen die het reusachtige vliegveld omgaven. Op on geveer een kilometer afstand moesten zich duizenden mannen bevinden, aan hun linker kant onderscheidden zy het schynsel uit hon derden vensters van het hoofdgebouw. Zij hoorden het zoemen van het draadlooze zendstation en de geluiden der luidsprekers drongen gedempt tot hen door, in een van de naastbijzynde barakken waren eenige mannen aan het zingen. Ieder oogenblik verwachtte Marie Lou het scherp geroep van den schildwacht te hooren of een schot. Een geluid zou de zingende men schen plotseling doen ophouden, zy zouden oogenblikkeiyk naar buiten snellen met lich ten en pistolen. En wat zou er dan gebeuren? Terugkeeren zonder Rex was onmogelyk door die vreeseiyke, doodbrengende electrische haag achter hen. Hun gevangenneming zou het werk zyn van eenige oogenblikken. Simon zat geduldig te wachten, hij leunde tegen een boom. Hy dacht aan de grauwe ver- schyning die hy tusschen de boomen gezien had op den dag dat zy de omheining voor het eerst aanschouwd hadden en dat zy Marie Lou ontmoet hadden. Het was te hopen dat de schildwachten er zoo zeker van zouden zijn dat er geen gevaar te duchten was in deze af gelegen streek dat zy op hun geweren lagen te slapen. Er werd geen enkel gerucht ver nomen dat er op wees dat Rex ontdekt was. Rex had verteld dat de dichtstbyzijnde schild wachten ongeveer op een halven kilometer afstand op wacht stonden. Niettegenstaande zyn waakzaamheid keek Simon achter zich naar de doodeiyke haag. Hy hield zyn auto matisch pistool krampachtig omklemd en spande zyn oogen en zyn ooren tot het uiterste in om in de duisternis op eiken overval voor bereid te zyn. Zy hoorden tweemaal fluiten, duidelijk maar niet te luid. Zy verlieten alle drie den nauwen greppel en kropen over het open terrein voor waarts. De hangars doemden voor hen op en schenen monsterachtig gToot gezien vanaf hun liggende houding. Op eenige meters van hun doel verwijderd stond de Reichleau op, hij hielp Simon eveneens opstaan. Marie Lou nam hem aan zyn andere zyde by den arm en zoo ver voerden zy den gewonde naar de plaats waar zy zijn moesten. De schuifdeur van de hangar stond op een kier. Zy loerden naar binnen. Het eenige licht dat zy zagen was van de electrische lantaarn van Rex. Hy zat reeds in de cockpit van de machine en onderzocht of alles in orde was. Er was geen schildwacht in de nabyheid te zien. In het onzekere licht leek de vliegmachine een vreemd monster. Rex leunde uit het raamp je. „Er staat een laddertje by de staart. Zet Simon achterin." De Reichleau vond de ladcfer en zette die tegen de machine. „Ga je gang maar," zei Simon, „ik zal me nu wel zelf redden." Zoo goed en zoo kwaad als het ging trok hy zichzelf met zyn handen en zyn gezond been naar boven. Het was een geluk voor hem dat zijn wond gedurende zijn tocht naar het vliegveld niet weer open gegaan was en hy was zyn vrienden dankbaar dat zy ondanks alles zoo'n zorg voor hem aan den dag gelegd hadden. De hertog verdween om de benzinepomp te zoeken en Marie Lou hield buiten de wacht. De pomp stond slechts op enkele meters af stand en de Reichleau worstelde manhaftig met de zware ijzeren rubberrol. Eindelyk ge lukte het hem de slang tot op een paar voet afstand van de vliegmachine te brengen. Rex klom uit de machine en hij slaagde erin om met een geweldige dikke straal de leege tanks te bereiken. „Denk je, dat je hier de machine kunt aan zetten?" vroeg de Reichleau. „Natuurlijk," was het opgewekte antwoord. „Wij maken geen gebruik van de helicopter, omdat wy toch niet door het dak kunnen op stijgen. wy zullen de machine uit de hangar laten ryden en buiten opstijgen, zooals iedere andere machine. „Waar is de schildwacht?" Rex wees met zijn hoofd naar de achter zijde van de hangar. „Hy ligt daar in dien hoek, die arme kerel. Ik geloof niet dat hy begrepen heeft wie hem aanviel. Kom, nu de reservetank nog, en dan zullen wij vertrek ken." Zy manoeuvreerden weer met de zware pomp. Toen de tank gevuld was bekommer den zy er zich niet verder om, en bepaalden al hun aandacht tot de deuren van de hangar. Zij waren samengesteld uit dikke yzeren en stalen platen, en liepen op rollen. Marie Lou stond nog buiten, een kleine zwij gende schaduw. Onbewegelijk, haar oogen ge richt naar de plaats waar de radio-muziek vandaan kwam. Zij hoorde de mannen niet meer zingen. Rex en de Reichleau zetten hun schouders tegen de schuifdeuren. Het was een geluk, dat de rollen goed geolied waren. Zy kregen de deur eindelijk geruischloos geh^l open. Zij konden nu de machine beter zien. Het was een groote machine met een dubbele motor, die een paar voet boven de metalen vleugels was gebouwd. Onmiddellyk daaronder bevond zich een smalle cabine met twee plaatsen voor de piloten. Voor ieder stond een dreigend uitziend machinegeweer. Achter in de cabinet waren nog twee zitplaatsen om vanaf die plaatsen het terrein te observee- ren Ook by deze zitplaatsen bevonden zitfh wapenen. De hertog raakte Marie Lou zacht aan. „Vlug," zei hy, „ga ook achterin zitten by Simon". Rex was inmiddels op de plaats van den piloot gaan zitten. „Verspil alsjeblieft geen tyd," zei hy scherp. „Een oogenblik, myn zoon." De hertog stond erop de slang van de benzinepomp uit de han gar te brengen. „De ladder! Wat moet ik daarmee doen?" vroeg Marie Lou. „Schuif hem van de machine af," riep Rex zachtjes terug. Vanaf haar zitplaats naast Simon gaf zy de ladder een duw. Met een harden slag kwam zy tegen den yzeren wand van de hangar te recht. Deze slag verbrak de stilte alsof men op een reusachtigen gong sloeg. „Dat is beroerd," zei Rex boos. „Maak toch in Godsnaam wat voort." De Reichleau klom haastig in de machine. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 3